Recreatieschap Spaarnwoude. Recreatiemonitor Concept. Recreatiemonitor 2009 Recreatieschap Spaarnwoude 4 juni 2010 pag.

Vergelijkbare documenten
RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Recreatie Noord-Holland NV

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011

INHOUDSOPGAVE. 2 Inleiding...5

Landschap Waterland. Recreatiemonitor Concept. Landschap Waterland AB Agendapunt 3 g Mededeling Recreatiemonitor 2009

INHOUDSOPGAVE. 2 Inleiding...8

Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude Recreatie Noord-Holland NV

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht en Park van Luna 2010

Aantal bezoeken Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 2008

Aantal bezoeken Recreatieschap Groengebied Amstelland 2008

M E D E D E L I N G. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling.

Aantal bezoeken Recreatieschap Geestmerambacht 2008

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN EN ENQUÊTES GROENGEBIED AMSTELLAND Recreatie Noord-Holland NV

Recreatie Noord-Holland NV

Ontspannen dichtbij huis. Recreatiemonitor 2009: de bekendheid, het gebruik en de waardering van recreatiegebied Het Twiske

Adviescommissie 10 november 2009 Dagelijks bestuur 19 november 2009 Algemeen bestuur 10 december Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Hoofdstuk 9. Groen en water

Adviescommissie 29 oktober 2009 Dagelijks bestuur 5 november 2009 (schriftelijk) Algemeen bestuur 26 november Aantal bijlagen: - Agendapunt: 10

Rapportage Publieksonderzoek. De Helderse Duinen

Het Recreatief Gebruik. van P-Veluwe Poolseweg. L. de Schutter, R. Beunen & R. Oosterhaven

Doe mij maar het gras

Verdieping Fietsdagtochten

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Wie kent het Groene Hart?

Dordtse Parken Bezoek en waardering

ENQUÊTE BEZOEKERS GAASPERPLAS ONDERWERP SCHOON, VEILIG EN HEEL.

Adviescommissie 16 november 2009 Dagelijks bestuur 26 november 2009 Algemeen bestuur 17 december Aantal bijlagen: - Agendapunt: 10

Sportparticipatie Volwassenen

Samenvatting. Bezoekersonderzoek Magisch Maastricht 2016

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Klanttevredenheidsonderzoek 2016 / Optisport Barneveld. Optisport Barneveld Erik Boelen

Hoofdstuk 14. Groen en water

RESULTATEN HENGELOPANEL BINNENSTADSPEILING 2018

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Overlast park Lepelenburg

Het recreatief gebruik. van P-Veluwe Drieseberg. L. de Schutter, R. Beunen & R. Oosterhaven

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Enquête hondenbeleid Gemeente Lingewaard

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

KENTEKENONDERZOEK BOSGEBIED HEERDE

Onderzoek fietstransferia

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Bezoekersonderzoek Staatsbosbeheer. Amersfoort, 16 juni 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

centrum voor onderzoek en statistiek

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Schiedam, 5 november Aan: het college en de gemeenteraad van Schiedam. Geachte collega's, geacht college,

Ervaren overlast door omwonenden en parkbezoekers van het Wilhelminapark

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

B A S I S V O O R B E L E I D

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Onderzoek fietstransferia

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Imago-onderzoek bezoekers 2013

Fietsen in Groningen 2017

SAMENVATTING SAMENVATTING

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Najaarsrapportage Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer. januari - augustus De Buitenlanden

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Recreëren in Alblasserdam

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Fietsen in Groningen 2016

Festivalonderzoek Overijssel

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Hoofdstuk 15 Onderhoud en netheid van de eigen buurt

BEZOEKERSONDERZOEK MAGISCH MAASTRICHT 2014

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

4.3 Veiligheidsbeleving

Meningspeiling Stadspanel najaarskermis

Panel Openbare Ruimte en Mobiliteit

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Toezichthouders in de wijk

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Landschap Waterland AB Agendapunt 5: jaarrekening 2008 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING ONDERDEEL WATERLAND

Transcriptie:

Recreatieschap Spaarnwoude Recreatiemonitor 2009 Concept 4 juni 2010 pag. 1 / 41

4 juni 2010 pag. 2 / 41

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Samenvatting...5 1.1 Samenvatting aantal bezoeken...5 1.1.1 Algemeen...5 1.1.2 Recreatieschap Spaarnwoude...5 1.2 Samenvatting face to face enquêtes...6 1.3 Samenvatting online enquêtes...7 2 Inleiding...8 3 Onderzoeksmodule aantal bezoeken...9 3.1 Methodiek...9 3.1.1 Onderzoeksvraag...9 3.1.2 Onderzoeksgebieden...9 3.1.3 Automatische tellingen...10 3.1.4 Visuele tellingen...10 3.2 Onderzoeksresultaten...12 3.2.1 Aantal bezoeken in 2009...12 3.2.2 Spreiding van het aantal bezoeken...12 3.2.3 Weersomstandigheden...15 3.3 Conclusies...16 3.3.1 Algemeen...16 3.3.2 Recreatieschap Spaarnwoude...16 4 Onderzoeksmodule face to face enquêtes...17 4.1 Methodiek...17 4.1.1 Doelstelling...17 4.1.2 Opzet van het onderzoek...17 4.1.3 Verloop van het onderzoek...17 4.1.4 Leeswijzer...18 4.2 Resultaten van het onderzoek...19 4.2.1 Bezoekersprofiel...19 4.2.2 Bezoekgedrag...21 4.2.3 Waardering...24 4.2.4 Informatie...26 4.2.5 Sociale veiligheid...26 4.2.6 Resultaten naar bezoekersprofiel...28 4.3 Conclusies...29 5 Onderzoeksmodule online enquêtes...30 5.1 Methodiek...30 5.1.1 Doelstelling...30 5.1.2 Opzet van het onderzoek...30 5.1.3 Leeswijzer...31 5.2 Bekendheid van Spaarnwoude...32 5.2.1 Communicatiemiddelen...32 5.3 Gebruikers over Spaarnwoude...34 5.3.1 Gebruik...34 5.3.2 Beeldvorming...35 5.3.3 Profiel bezoekers...37 5.3.4 Resultaten naar bezoekersprofiel...38 5.4 Niet-bezoek aan Spaarnwoude...39 5.4.1 Reden voor het niet bezoeken van het recreatiegebied...39 5.4.2 Profiel niet-bezoekers...40 5.5 Conclusies...41 4 juni 2010 pag. 3 / 41

4 juni 2010 pag. 4 / 41

1 Samenvatting 1.1 Samenvatting aantal bezoeken 1.1.1 Algemeen Het totaal aantal bezoekers aan de recreatieschappen is ongeveer gelijk gebleven. De jarenlange trend van dalende bezoekerscijfers in het Twiske heeft in 2009 niet doorgezet. RAUM en Spaarnwoude zijn de minst weergevoelige schappen zoals ook uit de analyses van voorgaande jaren is gebleken. Twiske en Hemmeland schommelen meer mee met het weer. Net als vorig jaar ligt bij de meeste schappen de piek in het aantal bezoekers op een dag rond drie uur. Over het algemeen is er geen groot verschil tussen de dagspreiding in het hoogseizoen en in het laagseizoen. Tabel 1.1. Aantal bezoeken recreatiegebieden Recreatiegebied 2009 2008 Geestmerambacht 768.713 736.000 Park van Luna 278.805 319.000 Het Twiske 1.117.487 1.097.000 Alkmaarder- en Uitgeestermeer 450.433 525.000 Hemmeland 386.815 323.000 Spaarnwoude 5.466.076 5.646.000 Oosterbroek/Buitenhuizen 2.910.450 2.686.104 Houtrak 1.164.729 1.149.000 Veerplas 760.895 1.149.000 Groene Weelde 630.002 5.79.000 Groengebied Amstelland 3.117.038 3.022.000 Elsenhove 258.887 258.000 Ouderkerkerplas 459.653 457.000 De Hoge Dijk / Gaasperzoom 120.325 122.000 Gaasperplas 2.231.874 2.131.000 Overdiemen 44.290 54.000 Totaal 11.585.367 11.668.000 1.1.2 Recreatieschap Spaarnwoude Het aantal bezoekers aan recreatieschap Spaarnwoude is met 4% gedaald. De daling komt vrijwel geheel voor rekening van deelgebied de Veerplas. Begin 2010 is er in de Veerplas als een nieuwe attractie geopend. Hiermee zullen de bezoekersaantallen naar verwachting weer aantrekken. Opvallend is dat de piek in juni en juli ligt en niet in de periodes met het mooiste weer augustus zoals in Het Twiske en Hemmeland. 4 juni 2010 pag. 5 / 41

1.2 Samenvatting face to face enquêtes De centrale vraagstelling van de face to face enquêtes is of het recreatieschap voldoet aan de recreatieve vraag van de bezoekers. Op basis van de gegevens uit dit rapport kan die vraag voorzichtig positief worden beantwoord. De waardering voor het schap is toegenomen en de bezoekerscijfers zijn redelijk stabiel. Ook de gepercipieerde veiligheid is in een aantal deelgebieden toegenomen. Desalniettemin is er nog steeds sprake van overlast uit een flink aantal verschillende bronnen. In de Veerplas is het aantal bezoekers in 2009 sterk gedaald. De waardering voor het gebied is wel gestegen, wellicht juist omdat het gebied als rustiger wordt ervaren. Meer dan de andere deelgebieden is het een echt zwermgebied en afhankelijk van het weer en gevoelig voor de aanwezigheid van blauwalg. Begin 2010 is er een nieuwe attractie geopend in dit gebied. Als de blauwalg wegblijft is het waarschijnlijk dat de bezoekersaantallen weer zullen aantrekken. Dit kan worden aangemoedigd door de overlast met afval proberen te verminderen. De Groene Weelde is een wandel en honden uitlaat gebied waar weinig overlast wordt ervaren. In de overlast die wel wordt ervaren spelen de honden wel een hoofdrol. In Oosterbroek / Buitenhuizen zijn veel verschillende activiteiten mogelijk. De gepercipieerde veiligheid is wel een probleem, deze is veel lager dan in de andere gebieden. De implementatie van het veiligheidsplan zal hier wellicht verandering in brengen. In de Houtrak is de gepercipieerde veiligheid verbeterd maar is er nog wel veel overlast door bijvoorbeeld afval. Ook geven de respondenten aan behoefte te hebben aan meer toezicht. Het is een multifunctioneel gebied waar meerdere activiteiten mogelijk zijn. De beheerders en toezichthouders constateren dat dit deelgebied veel wordt gebruikt door allochtonen, terwijl deze slecht zijn vertegenwoordigd in het onderzoek. Er wordt bekeken hoe deze doelgroep beter kan worden benaderd. Dijkland is een fiets- en wandelgebied dat veel hoog opgeleide bezoekers trekt. Er is hier duidelijk vraag naar meer voorzieningen zoals horeca maar ook activiteiten voor kinderen en jongeren. 4 juni 2010 pag. 6 / 41

1.3 Samenvatting online enquêtes De hoofdvraag van het internet onderzoek is of Spaarnwoude voldoet aan de recreatieve vraag vanuit de regio en vanuit de provincie Noord Holland. Van alle schappen is voor Spaarnwoude deze vraag het positiefst te beantwoorden. Dat kan op basis van de hoge bezoekersaantallen in combinatie met de hoge bekendheid en de aanwezigheid en bekendheid van regionale attracties zoals SnowPlanet en de verschillende golfbanen. Daarnaast valt uit de antwoorden te concluderen de bezoekers een positief beeld hebben van Spaarnwoude. Om nieuwe bezoekers te trekken geven de respondenten aan vooral meer evenementen te willen. Een dergelijk bezoek is dan wel vaak eenmalig, namelijk alleen voor het evenement. Ook geven de (bezoekende) respondenten aan dat zijn graag zien dat het gebeid beter schoongehouden en beter bewegwijzerd wordt. Een laatste conclusie is dat de gegevens uit de internet enquête slechts beperkt afwijken van die uit 2007. Dit versterkt de validiteit van de resultaten. 4 juni 2010 pag. 7 / 41

2 Inleiding De recreatiemonitor is een onderzoek dat gehouden wordt in alle zes recreatieschappen in Noord-Holland en bestaat uit twee onderdelen, ten eerste het tellen van het aantal bezoekers en ten tweede het enquêteren onder bezoekers en niet-bezoekers van de verschillende recreatieschappen. De tellingen worden jaarlijks uitgevoerd en hierover wordt ook jaarlijks gerapporteerd. De enquêtes worden tweejaarlijks herhaald, hiermee is in 2007 begonnen. Voor u ligt de rapportage van de recreatiemonitor 2009 Spaarnwoude die zowel de resultaten van de bezoekerstellingen als de van de in 2009 gehouden enquêtes bevat. De provincie Noord-Holland en de recreatieschappen Geestmerambacht, Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Het Twiske, Landschap Waterland, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland hebben aangegeven behoefte te hebben aan een kengetal voor het aantal bezoeken van de Noord-Hollandse recreatiegebieden om het gebruik van de recreatiegebieden te kunnen meten. Recreatie Noord-Holland NV (RNH) heeft daarom de opdracht gekregen het aantal bezoeken aan zes recreatiegebieden vanaf 2005 te meten. Deze bezoekersmeting wordt ieder jaar uitgevoerd en gerapporteerd. De recreatiemonitor wordt ingezet als middel om verantwoording af te leggen over de wijze waarop de recreatieschappen voldoen aan de recreatieve vraag in Noord-Holland. Een recreatiemonitor stelt tevens de bestuurders en beleidsadviseurs van de recreatieschappen in staat om doeltreffend en marktgericht recreatiebeleid te ontwikkelen. Ook de beheerders van de gebieden kunnen hiervan gebruik maken als input voor beheerplannen. Daarnaast kan de recreatiemonitor gebruikt worden ter ondersteuning van de ontwikkelingsvisie van de recreatieschappen, omdat duidelijk wordt of de ingeslagen koers gedragen wordt door het publiek. Het tweejaarlijkse deel van de recreatiemonitor bestaat uit face to face enquêtes gehouden in het gebied zelf en internet enquêtes. De enquêtes in het gebied zelf geven het beste beeld van de bezoekers door vragen op het gebied van gedrag, informatie, veiligheid en waardering. Het uitvoeren van online enquêtes is een aanvulling op het onderzoek in het gebied zelf. Online enquêteren heeft als voordeel dat er relatief goedkoop veel enquêtes worden binnengehaald. Bovendien is biedt het de mogelijkheid om op een makkelijke manier ook niet-bezoekers te enquêteren waarbij hen specifieke vragen worden gesteld over de reden dat zij een bepaald recreatieschap niet bezoeken. In dit rapport worden eerst de tellingen en vervolgens de face to face en internetenquêtes besproken. Hierbij wordt per hoofdstuk aandacht besteed aan de methodiek en een bespreking van de resultaten. Om het rapport leesbaar te houden is ervoor gekozen om een selectie te maken uit de belangrijkste en interessantste resultaten en niet eenvoudig alle antwoorden op alle vragen op te sommen. Een volledig overzicht van alle antwoorden vindt u in bijlage 1, de vragenlijsten zijn opgenomen in bijlage 2. Bij het bespreken van de resultaten en de conclusies is voorzover relevant aandacht besteed aan een vergelijking met de resultaten uit 2007 en een vergelijking tussen de antwoorden op de internet- en de face to face enquêtes. 4 juni 2010 pag. 8 / 41

3 Onderzoeksmodule aantal bezoeken 3.1 Methodiek Om het aantal bezoeken aan de Noord-Hollandse recreatieschappen vast te stellen wordt door RNH een doorlopend telonderzoek uitgevoerd. Het aantal bezoeken wordt gemeten door middel van geautomatiseerde tellingen aangevuld met eerder gehouden visuele tellingen. Het onderzoek is gericht op de inkomende recreatieve bezoeken. Het niet recreatieve verkeer zoals woon-werk en doorgaand verkeer is zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten. 3.1.1 Onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag voor het bepalen van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen in Noord-Holland luidt: Is er een ontwikkeling van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen zichtbaar? Subvragen - Wat is het aantal bezoeken aan een recreatieschap en de deelgebieden binnen dit recreatieschap per jaar? - Hoe ziet het patroon van het aantal bezoeken per maand er uit voor de verschillende gebieden? - Is er een vergelijking mogelijk van het bezoekgedrag aan bepaalde deelgebieden en / of recreatiegebieden? - Hoe verhouden aantallen voetgangers, fietsers en automobilisten zich tot elkaar en is hierin een duidelijk verschil of overeenkomst te zien tussen deelgebieden en / of recreatiegebieden? - Welke aanbevelingen voor beleid kunnen worden gegeven op basis van het aantal bezoeken? Aannames: - De zes recreatiegebieden uit het onderzoek verschillen onderling qua inrichting, karakter en ligging. Enkele gebieden liggen aan de rand van een grote stad en andere recreatiegebieden liggen in een meer landelijke omgeving. De functie varieert van uitloopgebied voor korte wandelingen in het stadsrandgebied tot zwemlocaties waar bezoekers zich gedurende een hele dag kunnen vermaken. Als gevolg van de verschillen tussen de gebieden zullen de aantallen bezoeken en de seizoenscurve per recreatiegebied verschillen. - De aantallen bezoeken worden in belangrijke mate bepaald door de dagsoort. Hiermee wordt bedoeld of er sprake is van een doordeweekse dag, een zaterdag of een zon- of feestdag. - De aantallen bezoeken aan de recreatiegebieden hangen sterk samen met de seizoenen: laagseizoen, voorseizoen, hoogseizoen en naseizoen. - Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden is weersafhankelijk. - Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden hangt samen met vakantieperioden. 3.1.2 Onderzoeksgebieden Voor het onderzoek naar het aantal bezoeken zijn in zes recreatiegebieden verschillende deelgebieden aangewezen waarvoor het aantal bezoeken zal worden gemeten. In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van de recreatiegebieden en de deelgebieden. 4 juni 2010 pag. 9 / 41

Tabel 3.1. Recreatiegebieden en deelgebieden RNH Recreatiegebied Deelgebieden Spaarnwoude Houtrak Oosterbroek en Buitenhuizen Veerplas Groene Weelde Geestmerambacht Recreatieplas Park van Luna Alkmaarder- en Uitgeestermeer Fiets-, kano- en pontroutes Oeverpark Zwaansmeer Oeverpark Dorregeest Oeverpark Uiterdam Oeverpark Woudhaven Het Twiske Gehele schap Landschap Waterland Hemmeland (exclusief jachthaven) Groengebied Amstelland Ouderkerkerplas De Hoge Dijk Gaasperplas Diemerpolder Elsenhove 3.1.3 Automatische tellingen Per deelgebied van een recreatieschap wordt minimaal één referentiepunt bepaald bij een hoofdingang waar zuiver kan worden gemeten (en dus zo min mogelijk sprake is van woonwerkverkeer of andere niet-recreatieve verkeersstromen). Hierdoor is het mogelijk per deelgebied een seizoenscurve op te stellen van het aantal bezoeken aan het gebied. Door de lijn in het aantal bezoeken per maand vast te stellen gedurende een aantal jaren kunnen conclusies worden getrokken voor het beleid op het niveau van deelgebieden. Het referentiepunt van het deelgebied is bij voorkeur gekozen op een plaats waar ook in het eerste jaar van onderzoek (2005) een meting heeft plaatsgevonden. In Geestmerambacht en het Twiske is het mogelijk het hele recreatiegebied sluitend te meten met behulp van automatische tellingen. De automatische tellingen in het Twiske, Geestmerambacht en Hemmeland zijn uitgevoerd zoals in 2005. De telpunten zijn gehandhaafd. Voor Groengebied Amstelland en Spaarnwoude zijn vaste telpunten vastgesteld in overleg met de gebiedscoördinatoren. Per deelgebied is hierdoor minimaal 1 punt waar jaarrond wordt geteld. Op basis van de tellingen op dit punt kan het verkeer dat via de andere ingangen het gebied binnen komt worden bijgeschat op basis van de visuele tellingen die worden gehouden bij alle ingangen van een deelgebied. 3.1.4 Visuele tellingen Bij vooraf bepaalde ingangen in het deelgebied werd gedurende een aantal dagen visueel geteld. Hiermee kan de verhouding tussen het soort bezoeken per deelgebied worden berekend en een verhoudingsfactor waarmee het referentiepunt zou moeten worden vermenigvuldigd om het totaal aantal bezoeken aan het gebied te kunnen berekenen. 4 juni 2010 pag. 10 / 41

Het doel van de visuele tellingen is dus: 1. Het vaststellen van een ophoogfactor voor voetgangers, fietsers en de bezettingsgraad per fiets en per auto. 2. Het bepalen van een vaste vermenigvuldigingsfactor om de aantallen bezoeken van het referentiepunt om te rekenen naar het totale aantal bezoeken per deelgebied. Een week heeft drie dagsoorten: doordeweekse dag, zaterdag en zon of feestdag. Om een goed beeld te krijgen van het aantal bezoeken aan een deelgebied vonden visuele tellingen plaats op een doordeweekse dag, een zaterdag en een zondag. Deze visuele tellingen worden gehouden in vier perioden in het jaar. Het jaar is onderverdeeld in de perioden: - Laagseizoen (november t/m april) - Voorseizoen (mei en juni) - Hoogseizoen (juli en augustus) - Naseizoen (september en oktober) Het aantal bezoeken tijdens de visuele tellingen is bijgehouden op een telformulier. Dit is in de afgelopen jaren herhaald zodat in elk seizoen een visuele telling heeft plaatsgevonden bij alle ingangen van een deelgebied. Met de gegevens die hieruit zijn verkregen is een betrouwbare dataset ontstaan van de verhoudingen tussen de verschillende vervoermiddelen en de verhoudingen van het aantal bezoeken tussen de referentie-ingang en de overige ingangen van een deelgebied. In 2006 en 2007 zijn in Spaarnwoude en Groengebied Amstelland visuele tellingen gehouden bij alle ingangen. Hiermee is een vaste vermenigvuldigingsfactor vastgesteld voor het omrekenen van het aantal bezoeken via de referentie-ingang, waar automatische tellingen worden gehouden, naar het totaal aantal bezoeken. In 2010 zal in een aantal gebieden nieuwe visuele tellingen worden gehouden aangezien zich in sommige gebieden ontwikkelingen hebben voorgedaan die mogelijk de verhoudingen tussen de verschillende telpunten hebben veranderd. 4 juni 2010 pag. 11 / 41

3.2 Onderzoeksresultaten 3.2.1 Aantal bezoeken in 2009 In 2009 zijn 11,6 miljoen bezoeken gebracht aan de onderzochte recreatiegebieden. De drukst bezochte recreatiegebieden zijn Spaarnwoude en Groengebied Amstelland, met respectievelijk 5,5 en 3,1 miljoen bezoeken. Daarna volgt het Twiske met 1,1 miljoen bezoeken en Geestmerambacht, Recreatiegebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Park van Luna en Hemmeland. In tabel 3.2 wordt een overzicht gegeven van het aantal bezoeken per recreatiegebied en waar relevant per deelgebied. Tabel 3.2. Aantal bezoeken recreatiegebieden Recreatiegebied 2009 2008 Geestmerambacht 768.713 736.000 Park van Luna 278.805 319.000 Het Twiske 1.117.487 1.097.000 Alkmaarder- en Uitgeestermeer 450.433 525.000 Hemmeland 386.815 323.000 Spaarnwoude 5.466.076 5.646.000 Oosterbroek/Buitenhuizen 2.910.450 2.686.104 Houtrak 1.164.729 1.149.000 Veerplas 760.895 1.149.000 Groene Weelde 630.002 5.79.000 Groengebied Amstelland 3.117.038 3.022.000 Elsenhove 258.887 258.000 Ouderkerkerplas 459.653 457.000 De Hoge Dijk / Gaasperzoom 120.325 122.000 Gaasperplas 2.231.874 2.131.000 Overdiemen 44.290 54.000 Totaal 11.585.367 11.668.000 3.2.2 Spreiding van het aantal bezoeken Om inzicht te krijgen in het gebruik van recreatiegebieden is het van belang om te weten hoe het seizoenspatroon van het aantal bezoeken aan de gebieden er uit ziet. De piek in augustus die in veel gebieden is te zien houdt verband met het mooie weer in die maand. Opvallend is dat Park van Luna deze piek niet vertoont. De piek eerder in het jaar bij Spaarnwoude kan erop duiden dat dit schap minder weersgevoelig is. 4 juni 2010 pag. 12 / 41

Figuur 3.1. Spreiding aantal bezoeken Geestmerambacht, Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Het Twiske en Hemmeland bezoekers 180000 160000 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 Bezoekersspreiding 2009 jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec maand Twiske Geestmerambacht Park van Luna RAUM Hemmeland Figuur 3.2. Spreiding aantal bezoeken Spaarnwoude en Groengebied Amstelland bezoekers 800000 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000 0 jan feb Bezoekersspreiding 2009 mrt april mei juni juli aug maand sept Groengebied Amstelland Spaarnwoude okt nov dec De bezoekspreiding over de dag (zie volgende pagina) laat zien dat: Voor de meeste gebieden de piek voor het inkomende bezoek rond drie uur ligt Hierbij het seizoen (hoog of laag) niet uitmaakt Park van Luna een avondpiek kent i.v.m. de aanwezigheid van de Waerdse Tempel In Oosterbroek / Buitenhuizen er eerder sprake is van een hoogvlakte wat betreft de instroom van bezoekers dan een piek. 4 juni 2010 pag. 13 / 41

Figuur 3.3. Bezoekspreiding gemiddelde dagspreiding bezoek Amstelland gemiddelde dagspreiding bezoek Tw iske 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 Gaasperplas laagseizoen Gaasperplas hoogseizoen 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 laagseizoen 10:00 12:00 14:00 hoogseizoen 16:00 18:00 20:00 22:00 gemiddelde dagspreiding bezoek Amstelland Hoge Dijk laagseizoen Hoge Dijk hoogseizoen Elsenhoven laagseizoen Elsenhoven hoogseizoen 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 gemiddelde dagspreiding bezoek Geestmerambacht GAB laagseizoen GAB hoogseizoen PvL laagseizoen PvL hoogseizoen 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 gemiddelde dagspreiding bezoek Hemmeland 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 gemiddelde dagspreiding bezo ek Spaarnwo ude 0:00 2:00 4:00 6:00 laagseizoen 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 hoogseizoen 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 Oosterbroek/Buitenhuizen laagseizoen Oosterbroek/Buitenhuizen hoogseizoen Houtrak laagseizoen Houtrak hoogseizoen Groene Golf laagseizoen Groene Golf hoogseizoen 4 juni 2010 pag. 14 / 41

3.2.3 Weersomstandigheden Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden in Noord-Holland worden beïnvloed door het aantal zonuren, de neerslag en de gemiddelde temperatuur. In de onderstaande figuren wordt deze samenhang weergegeven. In augustus was er weinig neerslag, veel zon en een hoge temperatuur wat de piek in de bezoekersaantallen verklaart. De gemiddelde neerslag heeft van de drie weersvariabelen het minste invloed op het aantal bezoekers. Figuur 3.4. Bezoekspreiding naar weersomstandigheden Bezoekerspreiding en temperatuur 30 20 10 temperatuur bezoekersspreiding jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec 0 Bezoekerspreiding en zonuren jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec 250 200 150 100 50 0 zonuren bezoekersspreiding Bezoekerspreiding en neerslag 150 100 50 neerslag (mm) bezoekersspreiding jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec 0 4 juni 2010 pag. 15 / 41

3.3 Conclusies 3.3.1 Algemeen Het totaal aantal bezoekers aan de recreatieschappen is ongeveer gelijk gebleven. De jarenlange trend van dalende bezoekerscijfers in het Twiske heeft in 2009 niet doorgezet. RAUM en Spaarnwoude zijn de minst weergevoelige schappen zoals ook uit de analyses van voorgaande jaren is gebleken. Twiske en Hemmeland schommelen meer mee met het weer. Net als vorig jaar ligt bij de meeste schappen de piek in het aantal bezoekers op een dag rond drie uur. Over het algemeen is er geen groot verschil tussen de dagspreiding in het hoogseizoen en in het laagseizoen. 3.3.2 Recreatieschap Spaarnwoude Het aantal bezoekers aan recreatieschap Spaarnwoude is met 4% gedaald. De daling komt vrijwel geheel voor rekening van deelgebied de Veerplas. Begin 2010 is er in de Veerplas als een nieuwe attractie geopend. Hiermee zullen de bezoekersaantallen naar verwachting weer aantrekken. Opvallend is dat de piek in juni en juli ligt en niet in de periodes met het mooiste weer augustus zoals in Het Twiske en Hemmeland. 4 juni 2010 pag. 16 / 41

4 Onderzoeksmodule face to face enquêtes 4.1 Methodiek 4.1.1 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is: Het verkrijgen van inzicht in: De aard van het bezoek aan het recreatieschap Spaarnwoude De waardering van het recreatieschap Spaarnwoude De wensen en behoeften van de bezoekers ten aanzien van informatievoorziening en sociale veiligheid in recreatieschap Spaarnwoude Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de profielen van de bezoekers en de verschillen daartussen per onderwerp. De centrale vraagstelling die hiervan is af te leiden, luidt: In hoeverre voldoet recreatieschap Spaarnwoude aan de recreatieve vraag van de bezoekers? 4.1.2 Opzet van het onderzoek De opzet van het onderzoek is gericht op het achterhalen van het gebruik en de waardering van recreatiegebied Spaarnwoude. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de onderzoeksmodule face to face enquêtes onder de bezoekers van Spaarnwoude, in de deelgebieden Oosterbroek / Buitenhuizen, Houtrak, Veerplas, Dijkland en de Groene Weelde. Dit houdt in dat de enquêteur de vragen één voor één stelt aan de bezoeker. Onder de bezoekers van het recreatiegebied zijn op week- en weekenddagen vragenlijsten afgenomen. 4.1.3 Verloop van het onderzoek Het onderzoek vond plaats in de periode juni tot en met augustus 2009. Onder de bezoekers is in totaal op 4 dagen in het voor- en hoogseizoen geënquêteerd. Er is geënquêteerd op week- en weekenddagen. De enquête is afgenomen onder 200 bezoekers aan Oosterbroek / Buitenhuizen en Houtrak, en onder 100 bezoekers van de overige deelgebieden. De verdeling man:vrouw onder de respondenten is gelijk, namelijk 52%:48%. De locatie waar de enquêtes zijn afgenomen staan in tabel 4.1. Tabel 4.1 Enquêtepunten Deelgebied Dijkland Groene Weelde Houtrak Oosterbroek/ Buitenhuizen Veerplas Totaal Enquêteerlocaties P dorp Spaarnwoude P boerderij de Ettingen, Oude Notweg Ingang bij de Groene Golf Ingang vanaf Haarlemmermeersebos Burgemeester Michielsenweg Zuiderweg Oosterbroekerweg (R101) Ingang golfbaan (R103) Ingang SnowPlanet (R102) Ingang Veerplas 4 juni 2010 pag. 17 / 41

Deze locaties zijn gekozen op basis van een aantal criteria. De belangrijkste overwegingen waren de aanwezigheid van recreanten en het krijgen van een zo goed mogelijke afspiegeling van de verschillende deelgebieden. Bij die laatste overweging moet worden benadrukt dat er altijd delen van het gebied zijn waar recreanten niet zijn geënquêteerd. Bij de interpretatie van de resultaten moet de locatie van de enquêteerpunten altijd worden meegenomen. 4.1.4 Leeswijzer De resultaten van de enquête worden zoveel mogelijk per deelgebeid besproken. Er is geënquêteerd in de deelgebieden Dijkland, Groene Weelde, Houtrak, Oosterbroek / Buitenhuizen en de Veerplas. Aangezien deze gebieden soms ver uit elkaar liggen en verschillende karakters hebben wat betreft landschap en recreatief aanbod is het de moeite waard om ze apart te beschouwen en met elkaar te vergelijken. Daarnaast wordt waar relevant een vergelijking gemaakt met de resultaten van enquête uit 2007. Als er geen melding wordt gemaakt van de verschillen met de enquête uit 2007 wijken de resultaten niet significant van elkaar af. 4 juni 2010 pag. 18 / 41

4.2 Resultaten van het onderzoek 4.2.1 Bezoekersprofiel De gemeente Haarlem levert de meeste bezoekers aan het recreatieschap. Buiten de deelnemers aan de gemeenschappelijk komen ook uit Heemstede, Beverwijk en Zaanstad een redelijk aantal bezoekers. Tabel 4.2 Woonplaats bezoekers gemeente Veerplas O/B Houtrak GW Dijkland Haarlem* 65% 12% 30% 16% 40% Haarlemmermeer* 5% 0% 12% 54% 19% Amsterdam* 5% 12% 21% 0% 2% Haarlemmerliede* 1% 2% 8% 0% 0% Velsen* 5% 24% 4% 0% 3% Heemstede 4% 1% 1% 12% 0% Beverwijk 0% 5% 0% 0% 0% Zaanstad 1% 4% 1% 0% 2% Purmerend 0% 0% 0% 0% 5% Overig 14% 40% 24% 18% 29% * Deelnemende gemeenten van het beherende recreatieschap 9% van de respondenten is allochtoon, van verschillende etniciteiten waarbij geen groep de overhand heeft. In Oosterbroek / Buitenhuizen is het aandeel allochtonen het grootst, 15%, waarvan 2,4% Surinamers de grootste groep uitmaken. In Dijkland en de Groene Weelde zijn met 3% de minste allochtonen onder de respondenten. In de Houtrak is het aantal allochtone respondenten 10%. Dit komt niet overeen met ervaringen van de toezichthouders die het aantal allochtonen op mooie dagen (zoals de dagen van enquêteren) op minstens 50% schatten. Het is een bekend fenomeen dat bij het afnemen van enquêtes allochtone groepen moeilijk te benaderen zijn en minder geneigd om aan een onderzoek mee te doen. 4 juni 2010 pag. 19 / 41

Het opleidingsniveau is het hoogst in Dijkland en de Groene Weelde. In de Veerplas zijn de bezoekers gemiddeld het laagst opgeleid. Figuur 4.1. Bezoekersprofiel Dijkland GW Houtrak O/B Veerplas Opleidingsniveau 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% HBO/WO HAVO/VWO MBO VMBO/MAVO basischool Verdeling leeftijdscategorieën Huishoudensamenstelling 16-24 jaar 13% eenpersoonshuishouden 4% 25-39 jaar 27% (echt)paar zonder kinderen 33% 40-54 jaar 27% eenoudergezin met kinderen 20% 55-64 jaar ouder dan 65 jaar 14% 19% echtpaar met kinderen 41% 0% 10% 20% 30% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 4 juni 2010 pag. 20 / 41

4.2.2 Bezoekgedrag De respondenten bezoeken de Groene Weelde veel frequenter dan de andere deelgebieden. De verblijfsduur is ook veel korter in de Groene Weelde. Deelgebieden Houtrak en Oosterbroek / Buitenhuizen hebben een tegenovergesteld profiel. In de Veerplas en Oosterbroek / Buitenhuizen is de verblijfsduur veel langer dan in 2007. Dit komt waarschijnlijk door het mooiere weer in 2007. Figuur 4.2. Bezoekfrequente en Verblijfsduur Dijkland GW Houtrak O/B Veerplas Dijkland Bezoekfrequentie 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% vandaag voor het eerst enkele keren per jaar maandelijks w ekelijks dagelijks ik w oon er GW Houtrak O/B Veerplas Verblijfsduur 0% 20% 40% 60% 80% 100% langer dan 3 uur 3 tot 5 uur 2 tot 3 uur 1 tot 2 uur tot 1 uur minder dan 30 min. In alle deelgebieden is de auto het populairste vervoermiddel. Alleen in Dijkland en Oosterbroek / Buitenhuizen wordt ook gebruik gemaakt van het openbaar vervoer om het gebied te bereiken. Figuur 4.3. Vervoer Vervoer naar het gebied Dijkland 41% 35% 18% GW 68% 26% Houtrak 68% 25% O/B 77% 17% Veerplas 62% 31% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% auto / motor (brom)fiets te voet openbaar vervoer 4 juni 2010 pag. 21 / 41

In de deelgebieden wordt de bereikbaarheid per auto en per fiets het meest als goed of zeer goed beoordeeld door de respondenten. De bereikbaarheid te voet wordt in Oosterbroek / Buitenhuizen het meest als matig beoordeeld. Opvallend is dat de bereikbaarheid van Dijkland per openbaar vervoer het meest als slecht wordt beoordeeld, terwijl naar dat gebied wel enkele respondenten van het openpaar vervoer gebruik maken. Tabel 4.3 Waardering bereikbaarheid per vervoersmiddel (modus) Vervoersmiddel Veerplas O/B Houtrak GW Dijkland Auto / motor Zeer goed Goed Goed Goed Goed (brom)fiets Zeer goed Goed Goed Goed Goed te voet Zeer goed Matig Goed Goed Goed openbaar vervoer Slecht Goed Matig Goed Zeer slecht Wandelen, zonnen en fietsen zijn de populairste activiteiten in Spaarnwoude. In de Groene Weelde is het uitlaten van de hond veruit de populairste activiteit onder de respondenten. De Veerplas onderscheidt zich van de andere deelgebieden als een zwem en zon gebied bij uitstek. In 2007 waren zwemmen en zonnen veel minder populair onder de respondenten. Dit kan verklaard worden doordat het weer in 2009 beter geschikt was voor deze activiteiten. 4 juni 2010 pag. 22 / 41

Figuur 4.4. Ondernomen activiteiten (als > 5% in meer dan 1 deelgebied, meerdere antwoorden mogelijk)* Activiteiten 200% 180% 160% 13% 140% 120% 100% 80% 60% 37% 10% 69% 17% 11% 12% 6% 7% 17% 20% 12% 29% 39% 26% 6% 71% 13% 31% 30% joggen vissen watersport (kano ed.) golfen horeca bezoek zwemmen fietsen zonnen e.d. hond uitlaten wandelen 40% 20% 0% 14% 12% 12% 14% 57% 32% 35% 27% 20% Veerplas O/B Houtrak GW Dijkland * onder zonnen valt ook picknicken, barbecueën en sport en spel Natuur en Landschap en de nabijheid van de gebieden zijn belangrijke reden voor de respondenten om de gebieden te bezoeken. Onderling verschillen de deelgebieden niet veel van elkaar in de motivatie van de respondenten voor het bezoek. 4 juni 2010 pag. 23 / 41

Figuur 4.5 Reden voor keuze gebied (meerdere antwoorden mogelijk) Dijkland 37% 42% 27% 34% 36% 43% 17% GW 52% 18% 23% 18% 22% 19% 13% Houtrak 26% 16% 15% 28% 41% 20% 13% O/B 36% 41% 39% 32% 41% 36% 22% Veerplas 21% 25% 23% 25% 52% 35% 13% 0% 50% 100% 150% 200% 250% natuur en landschap naar buiten gewoonte voorziening dichtbij bereikbaar gezelligheid op de route 4.2.3 Waardering De gemiddelde waardering van de respondenten voor Spaarnwoude is een 7,7. In 2007 was dat een 7,4. Ook bij alle deelgebieden is de waardering iets omhoog gegaan, het meest bij de Veerplas, wat opvallend is gezien het gedaalde aantal bezoekers van dat gebied. Tabel 4.4. Waardering deelgebieden Spaarnwoude deelgebied Cijfer 2009 Cijfer 2007 Groene Weelde 7,9 7,7 Houtrak 7,6 7,4 Oosterbroek / Buitenhuizen 7,6 7,3 Dijkland 7,4 7,2 Veerplas 7,7 7,2 De waardering van vrijwel alle voorzieningen is hoger dan in 2007. Vooral Onder de Platanen en Spaarnwoude Resort scoren beter. Alleen bij het speelbos is de waardering noemenswaardig gezakt. 4 juni 2010 pag. 24 / 41

Tabel 4.5. Voorzieningen Spaarnwoude (als gebruik > 5% van de respondenten) voorzieningen Cijfer 2009 Cijfer 2007 Boerderij Zorgvrij 7,8 7,4 SnowPlanet 7,9 7,4 Pannenkoekenboerderij Onder de Platanen 8 7,2 Uitzichtheuvels (klimwand, mountainbikeparcours) 7,3 7,0 7,8 6,7 Hotel-restaurant Spaarnwoude Resort Restaurant Graan voor Visch 7,4 7,1 Speelbos 6,9 7,6 Café-restaurant La Ronde 7,4 6,8 Spaarnwoude Resort 7,5 7,5 Golfbaan 8 7,3 Paintballterrein 8 7,4 Manege 7,9 7,4 Camping Houtrak 6,9 6,7 Op de vraag wat voor suggesties de respondenten hadden voor verbeteringen in het gebied werden per deelgebied verschillende nuances aangegeven (zie tabel hieronder). In de Houtrak werd meer toezicht vaak genoemd, in de Veerplas waren er veel opmerking over de blauwalg en in Dijkland over de voorzieningen. Tabel 4.6. Suggesties voor het verbeteren van het recreatiegebied Deelgebied Suggesties Dijkland Meer bomen / groen Meer voorzieningen voor kinderen / jongeren Meer Horeca Ontwikkelen watersportmogelijkheden Groene Weelde Meer bankjes Meer prullenbakken Aanlijnen / verbieden honden Houtrak Meer toezicht Beter onderhoud Meer prullenbakken Meer bankjes / picknicktafels Meer voorzieningen voor kinderen Meer / schonere toiletten Oosterbroek / Buitenhuizen Veerplas Meer / betere horeca Meer voorzieningen Meer / betere horeca Meer bankjes Meer verlichting Beter onderhoud Beter openbaar vervoer Blauwalg bestrijden Meer bankjes / picknicktafels Beter onderhoud Meer prullenbakken 4 juni 2010 pag. 25 / 41

4.2.4 Informatie 56% van de respondenten houdt zich niet op de hoogte van ontwikkelingen in het gebied. 29% van de respondenten houdt zich op de hoogte via de krant, en 9% via de website. De resterende respondenten (8%) gebruikt hiervoor een ander medium. De respondenten geven in grote meerderheid aan geen behoefte te hebben aan informatie. Aan informatie over activiteiten en evenementen, natuur en werkzaamheden bestaat wel enige behoefte. Tabel 4.7 Informatiebehoefte Informatie over (alleen als % is > 5) 2009 2007 activiteiten en evenementen 20% 20% natuur, landschap en cultuurhistorie 9% 17% werkzaamheden in de gebieden 8% 9% recreatiemogelijkheden 2% 12% mogelijkheid geven mening 2% 4% geen informatie 64% 58% 4.2.5 Sociale veiligheid 27% van de respondenten ervaart wel eens overlast in Spaarnwoude. De meeste overlast wordt ervaren in Houtrak en de Veerplas (34% en 28%). In Dijkland en de Groene weelde wordt met respectievelijk 20% en 21% het minste overlast ervaren. In Oosterbroek / Buitenhuizen is het percentage 24%. In Dijkland en de Groene Weelde worden ook minder soorten overlast ervaren. Opvallend is de lawaaioverlast in Dijkland en Houtrak, wat waarschijnlijk te maken heeft met de nabijheid van Schiphol. In de Veerplas zorgen afval en honden voor veel overlast. Afval speelt ook in Houtrak en Oosterbroek / Buitenhuizen een rol. In Houtrak zorgen groepen mensen en ander recreanten ook voor veel overlast. 4 juni 2010 pag. 26 / 41

Figuur 4.6. Type overlast (meerdere antwoorden mogelijk) Dijkland 11% 26% 5% 16% 5% 37% GW 9% 26% 9% 9% 9% Houtrak 41% 16% 10% 29% 18% 18% O/B 26% 6% 9% 17% 17% 9% Veerplas 52% 48% 10% 7% 10% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% 140% 160% afval honden gemotoriseerd verkeer andere recreanten groepen mensen stank lawaai drukte in het gebied Andere vormen van overlast genoemd door respondenten zijn: o Criminaliteit o Barbecues o Cruisers In Dijkland en de Houtrak is het gevoel van onveiligheid lager dan in 2007. Het aantal respondenten dat plekken mijdt is in alle deelgebieden behalve de Groene Weelde gedaald. In 2009 is het veiligheidsplan Spaarnwoude geïmplementeerd, maar het is de vraag of dat op zo n korte termijn de resultaten heeft beïnvloedt. Tabel 4.8 Onveiligheid per deelgebied plekken mijden plekken mijden deelgebied Onveilig 2009 Onveilig 2007 2009 2007 Dijkland 1% 7% 4% 15% Groene Weelde 5% 6% 8% 8% Houtrak 8% 17% 12% 22% Oosterbroek / Buitenhuizen 17% 15% 11% 22% Veerplas 4% 4% 2% 15% Vaak genoemde gemeden plekken zijn: o In het donker o Eenzame of stille plekken o Parkeerplaatsen o Cruise locatie Als mogelijkheid om de veiligheid te verbeteren wordt door de respondenten het vaakst het uitoefenen van meer toezicht genoemd. Vooral in Dijkland en de Groene Weelde is ook het aanbrengen van verlichting voor de respondenten een veel genoemde optie. 4 juni 2010 pag. 27 / 41

Figuur 4.7. Mogelijkheden om de veiligheid te verbeteren (meerdere antwoorden mogelijk) Mogelijkheden verbeteren veiligheid Dijkland 44% 42% 10% 8% GW 41% 50% 5% 5% Houtrak 65% 34% 4% O/B 65% 37% Veerplas 79% 23% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% meer toezicht meer verlichting verkeersdrempels bomen kappem Andere mogelijkheden om de veiligheid te verbeteren die respondenten noemen zijn: o Betere voetpaden o Betere bewegwijzering o 4.2.6 Resultaten naar bezoekersprofiel Naast het bekijken van de antwoorden op de vragen is het interessant om te kijken of verschillende doelgroepen ook verschillend op vragen hebben geantwoord. Hierbij is gekeken naar huishoudentypes en etniciteit. Bij huishoudentypes wordt er onderscheid gemaakt tussen senioren en gezinnen. Senioren zijn respondenten die ouder zijn dan 55 jaar en in wiens huishouden geen kinderen zijn. Gezinnen zijn en respondenten die in een gezinssituatie hebben met kinderen. Jongere respondenten met een huishouden zonder kinderen vormen de rest categorie. De verdeling tussen de categorieën is gezinnen 47%, senioren 26% en rest 27%. Bij etniciteit wordt er onderscheid gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Allochtoon is hierbij gedefinieerd als een respondent bij wie het geboorteland van zichzelf dan wel een of beide ouders niet Nederland is. De verhouding autochtonen:allochtonen is 90:10. Uit de analyse kwamen de volgende punten naar voren: Allochtonen verblijven gemiddeld korter in het gebied dan autochtonen. Allochtone respondenten voelen zich ongeveer 2 maal vaker onveilig in het gebied dan autochtone respondenten. Senioren zijn frequentere bezoekers dan gezinnen of rest. Gezinnen gebruiken vaker de fiets en minder vaak de auto om het gebied te bereiken. Senioren fietsen meer en zwemmen minder. Rest zijn veel minder geneigd plekken te mijden wegens de veiligheid. 4 juni 2010 pag. 28 / 41

4.3 Conclusies De centrale vraagstelling van de face to face enquêtes is of het recreatieschap voldoet aan de recreatieve vraag van de bezoekers. Op basis van de gegevens uit dit rapport kan die vraag voorzichtig positief worden beantwoord. De waardering voor het schap is toegenomen en de bezoekerscijfers zijn redelijk stabiel. Ook de gepercipieerde veiligheid is in een aantal deelgebieden toegenomen. Desalniettemin is er nog steeds sprake van overlast uit een flink aantal verschillende bronnen. De vraag naar informatie over het schap is erg laag, nog lager dan in 2007. Deze trend is ook in de andere schappen waarneembaar. In de Veerplas is het aantal bezoekers in 2009 sterk gedaald. De waardering voor het gebied is wel gestegen, wellicht juist omdat het gebied als rustiger wordt ervaren. Meer dan de andere deelgebieden is het een echt zwermgebied en afhankelijk van het weer en gevoelig voor de aanwezigheid van blauwalg. Begin 2010 is er een nieuwe attractie geopend in dit gebied. Als de blauwalg wegblijft is het waarschijnlijk dat de bezoekersaantallen weer zullen aantrekken. Dit kan worden aangemoedigd door de overlast met afval proberen te verminderen. De Groene Weelde is een wandel en honden uitlaat gebied waar weinig overlast wordt ervaren. In de overlast die wel wordt ervaren spelen de honden wel een hoofdrol. De recreant zelf geeft aan hier behoefte te hebben aan meer bankjes en meer prullenbakken. In Oosterbroek / Buitenhuizen zijn veel verschillende activiteiten mogelijk. De gepercipieerde veiligheid is wel een probleem, deze is veel lager dan in de andere gebieden. De implementatie van het veiligheidsplan zal hier wellicht verandering in brengen. Ook het ontwikkelen van nieuwe voorzieningen (conform suggesties van de respondenten) kan bijdragen aan de sociale veiligheid omdat er dan meer sociale controle is. In de Houtrak is de gepercipieerde veiligheid verbeterd maar is er nog wel veel overlast door bijvoorbeeld afval maar ook groepen mensen en lawaai. Ook geven de respondenten aan behoefte te hebben aan meer toezicht. Het is een multifunctioneel gebied waar meerdere activiteiten mogelijk zijn. De beheerders en toezichthouders constateren dat dit deelgebied veel wordt gebruikt door allochtonen, terwijl deze slecht zijn vertegenwoordigd in het onderzoek. Er wordt bekeken hoe deze doelgroep beter kan worden benaderd. Dijkland is een fiets- en wandelgebied dat veel hoog opgeleide bezoekers trekt. Er is hier duidelijk vraag naar meer voorzieningen zoals horeca maar ook activiteiten voor kinderen en jongeren. Lawaai en honden zorgen hier voor de meeste overlast. In dit open gebied is het opvallend dat sommige respondenten de behoefte uitspreken voor meer begroeiing, alsook om meer voorzieningen, en dan vooral voor kinderen. 4 juni 2010 pag. 29 / 41

5 Onderzoeksmodule online enquêtes 5.1 Methodiek 5.1.1 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is: Het verkrijgen van inzicht in: De bekendheid van het recreatieschap; De aard van het bezoek aan het recreatieschap; De beeldvorming over het recreatieschap; De wensen en behoeften van bezoekers; De reden voor de inwoners van Noord-Holland om geen bezoek te brengen aan het recreatieschap Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de profielen van de bezoekers en nietbezoekers en de verschillen daartussen per onderwerp. De centrale vraagstelling die hiervan is af te leiden, luidt: In hoeverre voldoet het recreatiegebied aan de recreatieve vraag vanuit de regio en de provincie Noord-Holland? 5.1.2 Opzet van het onderzoek Voor het afnemen van de online enquêtes is per recreatiegebied een apart onderzoeksgebied ingesteld, namelijk de gemeenten die participeren in de gemeenschappelijk regeling van dat recreatieschap. De overige gemeenten in Noord-Holland, die niet participeren in één van de zes gemeenschappelijke regelingen, zijn allen samengevoegd en gelden als een apart onderzoeksgebied. Er zijn per onderzoeksgebied + 400 vragenlijsten afgenomen. De respondenten van het onderzoek vormen een representatieve weergave van de Noord-Hollandse bevolking en geven een representatief beeld van de bekendheid en het gebruik van het recreatiegebied door de bewoners van de omliggende gemeenten. Hierbij is een representatieve verhouding nagestreefd met betrekking tot leeftijdsopbouw en de verhouding tussen allochtonen en autochtonen. Tevens is een koppeling gemaakt tussen het aantal gewenste respondenten per gemeente en het aantal inwoners van deze gemeente. Er is dus eigenlijk sprake van zeven onderzoeken die samen een totaal onderzoek vormen naar het gebruik, de bekendheid en de waardering van de recreatiegebieden in Noord- Holland. Het totaal aantal enquêtes dat is afgenomen is 2735, waarvan 400 uit de regio Spaarnwoude. Het online onderzoek dat in 2009 is gehouden in het kader van de recreatiemonitor is aanvullend op de face to face enquêtes die in dit zelfde jaar in de recreatiegebieden zijn gehouden. Er is daarom gekozen om op beperkte schaal te vragen naar het gebruik van het gebied om aanvullende gegevens te verzamelen. Daarnaast is het online onderzoek benut om een indruk te krijgen van de beeldvorming van het recreatiegebied onder de inwoners van Noord-Holland. 4 juni 2010 pag. 30 / 41

5.1.3 Leeswijzer In dit hoofdstuk worden per onderwerp de belangrijkste resultaten van de online enquête gepresenteerd en waar relevant vergeleken met de resultaten van de enquête uit 2007 en de resultaten van de face to face enquête. Een volledig overzicht van de antwoorden op alle vragen zit in bijlage 1. Als er geen vergelijking met de gegevens uit 2007 wordt gemaakt zijn die gelijkwaardig aan die van 2009. Bij de internet enquêtes is er alleen gekeken naar bezoekers van Spaarnwoude als geheel. Respondenten die aangaven een van de deelgebieden wel eens te bezoeken zijn aangemerkt als bezoeker van het recreatieschap als geheel. Het is in de analyse van de antwoorden dan ook niet mogelijk om de deelgebieden onderling uit te splitsen. 4 juni 2010 pag. 31 / 41

5.2 Bekendheid van Spaarnwoude De spontane bekendheid van Spaarnwoude is goed te noemen, alleen het Twiske scoort beter. Bij het meten van de spontane bekendheid zijn respondenten die een deelgebeid wisten te noemen meegeteld als Spaarnwoude. Tabel 5.1. Spontane bekendheid Recreatiegebied Noord-Holland Regio SPW* Spaarnwoude (of deelgebied daarvan) 29% 34% Het Twiske 45% 28% Duinen 13% 19% Amsterdamse bos 8% 14% Geestmerambacht 16% 4% Groengebied Amstelland 4% 3% Recreatiegebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer 6% 1% Strand 3% 1% Park van Luna 2% 0% * De regio is gedefinieerd als de gemeenten die deelnemen aan een gemeenschappelijke regeling van een recreatieschap. De geholpen bekendheid (respondenten kregen de namen van gebieden te zien) van Spaarnwoude is erg goed, niet alleen in de regio Spaarnwoude maar ook voor respondenten uit de andere regio s. Tabel 5.2. Geholpen bekendheid Spaarnwoude Herkomst (regio) 2009 2007 Alkmaarder en Uitgeestermeer 94% 94% Spaarnwoude 92% 93% Geestmerambacht 86% 80% Het Twiske 85% 85% Groengebied Amstelland 82% 81% Landschap Waterland 80% 82% Overig Noord Holland 76% 71% 5.2.1 Communicatiemiddelen De meeste respondenten kennen de recreatiegebieden omdat ze er in de buurt wonen of via bekenden. Tabel 5.3. Hoe bent u bekend geraakt met de recreatiegebieden? Bekend geraakt met recreatiegebied(en) Percentage doordat ik hier (al lang) in de buurt woon 76% via familie / vrienden / kennissen 38% doordat ik er toevallig langs kwam 23% via internet (www.recreatienoordholland.nl) 11% via krant / TV / radio 11% via folders over de recreatiegebieden 8% via informatiekasten in het gebied 6% De communicatiemiddelen van het schap worden niet als goed en ook niet als slecht gewaardeerd. 4 juni 2010 pag. 32 / 41

Tabel 5.4. Waardering van de kwaliteit van informatievoorziening rondom de recreatiegebieden Communicatiemiddel Waardering (rapportcijfer) Informatiekasten in het gebied 7 Internetpagina www.recreatienoordholland.nl 6,5 Folders recreatiegebieden 6,6 4 juni 2010 pag. 33 / 41

5.3 Gebruikers over Spaarnwoude In dit gedeelte van de enquête worden er vragen voorgelegd aan respondenten die hebben aangegeven het recreatieschap wel eens te bezoeken. 5.3.1 Gebruik De bezoekfrequentie van de internet respondenten is beduidend lager dan die van de respondenten van de face to face enquête. Bij de laatste vorm van enquêteren is het waarschijnlijker dat reguliere bezoekers worden aangesproken. Figuur 5.1. Bezoekfrequentie Spaarnwoude Bezoekfrequentie ik woon er 8% dagelijks 3% wekelijks 13% maandelijks 23% enkele keren per jaar 53% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Wandelen fietsen en zonnen zijn ook voor de internet respondenten de belangrijkste activiteiten. Zonnen en hond uitlaten zijn wel minder sterk vertegenwoordigd dan bij de face to face enquêtes. Tabel 5.5. Activiteiten die normaal gesproken worden ondernomen Activiteiten (als % > 4) Percentage Wandelen 63 Fietsen 46 Zonnen 23 Zwemmen 12 Hond uitlaten 11 Picknick / barbecueën 12 Skaten / Skeeleren 10 Sport en spel (bijv. frisbee/voetbal) 10 Golfen 8 Vissen 5 Indoor sporten (skiën etc.) 5 De gebruikers van Spaarnwoude hadden de mogelijkheid om in de enquête aan te geven welke verbetermogelijkheden ze voor ogen hebben voor het gebied, zodat het (nog) beter aan zal sluiten op hun wensen. De meeste genoemde suggesties zijn: Beter schoonhouden Betere bewegwijzering Betere bereikbaarheid openbaar vervoer Meer Horeca Minder Auto s 4 juni 2010 pag. 34 / 41

Extra toiletten Meer toezicht 5.3.2 Beeldvorming Om een beeld te krijgen van het imago van het recreatiegebied is aan de deelnemers aan het online onderzoek gevraagd het voor hen meest kenmerkende aspect van Spaarnwoude te noemen. Veel genoemde antwoorden zijn: Groen / natuur Ruimte / weidsheid Rust en stilte Diversiteit Activiteiten zoals wandelen, fietsen en golfen Evenementen zoals Dance Valley en concerten Gerard Joling Boerderij Zorgvrij Daarnaast is de respondenten gevraagd te reageren op een aantal tegenstellingen die een relatie hebben met het recreatiegebied. Ze konden op een schaal van 1 tot 5 aangeven wat zij het meest bij het recreatiegebied vonden passen. Bijvoorbeeld: 1= rustig, 3 = een beetje druk, 5 = druk. Op de volgende pagina zijn de resultaten weergegeven. Goede aspecten zoals veilig, goed bereikbaar en schoon worden meer geassocieerd met Spaarnwoude dan het tegenovergestelde ervan. Wat betreft aspecten als voorzieningen, actie/rust en veel/weinig te doen zit Spaarnwoude meer in het midden dan andere schappen waar de nadruk ligt op rust, weinig te doen en ontspanning. 4 juni 2010 pag. 35 / 41

Figuur 5.2. Beeldvorming Spaarnwoude 50% 60% 40% 30% 40% 20% 10% 0% Rustig Druk 20% 0% Vervuild Schoon 40% 30% 20% 10% 60% 40% 20% 0% Ver w eg Dicht bij 0% Onveilig Veilig 80% 60% 40% 20% 0% Veel voorzieningen Weinig voorzieningen 50% 40% 30% 20% 10% 0% Goed bereikbaar Slecht bereikbaar 50% 40% 30% 20% 10% 0% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Actie Rust Water Land 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ongezellig Gezellig 60% 40% 20% 0% Inspanning Ontspanning 75% 50% 50% 40% 30% 25% 20% 10% 0% Weinig te doen Veel te doen 0% Veel groen Weinig groen 4 juni 2010 pag. 36 / 41

5.3.3 Profiel bezoekers De meeste bezoekers onder de internet respondenten komen ook uit de regio Spaarnwoude. Van de overige regio s is het RAUM met de meeste bezoekers vertegenwoordigd. Gezien de resultaten van de face to face enquête komen deze bezoekers grotendeels uit Beverwijk en Zaanstad. Tabel 5.6.Herkomst bezoekers Herkomst (regio) percentage Spaarnwoude 44 Groengebied Amstelland 6 Alkmaarder en Uitgeestermeer 27 Geestmerambacht 5 Het Twiske 4 Landschap Waterland 3 Overige Noord Holland 12 In vergelijking met de face to face enquêtes zijn er onder de internet respondenten meer eenpersoonshuishoudens. Wat betreft de leeftijdsopbouw en opleidingsniveau zijn er geen grote verschillen met de face to face enquêtes en de gegevens uit 2007. Ook de verhouding autochtoon: allochtoon is gelijk aan die van de face to face enquêtes (90:10) Figuur 5.3. Tabellen profiel bezoekers Huishoudensamenstelling Anders 4% Eenoudergezin met kinderen 8% Eenpersoonshuishouden 25% (echt)paar zonder kinderen 30% (echt)paar met kinderen 33% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Hoogst genoten opleiding Basischool VMBO / MAVO MBO HAVO, VWO 3% 15% 20% 32% HBO, WO 30% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Leeftijd 16-24 jaar 25-39 jaar 40-54 jaar 55-64 jaar ouder dan 65 jaar 10% 10% 23% 25% 33% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 4 juni 2010 pag. 37 / 41