Omgaan met mensen met een FTD Focussen van de aandacht op bepaalde prikkels FTD congres 11 04 2017 Sprekers: Alwies Hendriks psychomotorisch therapeut Elly Prins GZ psycholoog Programma Introductie Kort filmmoment probleemgedrag bij FTD Oefening met de zaal Theoretisch kader Op welke manieren focussen we nu de aandacht casuïstiek 1
Stichting De Waalboog Biedtongeveer 14 jaarspeciale woonvoorziening en dagbehandeling voor Jonge mensen met Dementie Op dit moment: 36 appartementen en 7 dagbehandelingsplaatsen Mensen met een FTD: 15/36 bewoners en 9/24 bezoekers Inmiddels samen met onze teams veel ervaringen met mensen met FTD De ervaringen zijn omgezet in een theoretisch concept voor het gedrag van mensen met een FTD, op basis waarvan we mensen momenteel begeleiden en behandelen. Film Oud bewoner van de Bosweg 2
Oefening met de zaal Theoretisch concept voor de problematische regulering van het gedrag bij een FTD er Mensen met een FTD zijn zelf niet meer in staat om te bepalen welke prikkels wel of niet belangrijk zijn. Ze zijn niet in staat om te filteren. De mogelijkheid om de aandacht te richten is gestoord. Z fl ti t i d i b t f Ze reageren reflexmatig op wat er in de omgeving gebeurt of juist niet gebeurt, met andere woorden zij móéten daar iets mee doen. 3
Het reflexmatige gedrag is automatisch gedrag. Vaak zijn wij geneigd om betekenis te geven aan gedrag, maar bij iemand met een FTD heeft dit geen zin. Het inzicht in oorzaak en gevolg is afwezig, en het gedrag is dus echt alleen reflexmatig. Als de omgeving reageert op dit gedrag is dat een nieuwe prikkel om op te reageren Alshet gedrag niet begrensd wordt blijft het eindeloos doorgaan, waardoor het veel onrust oproept. De persoon met een FTD wordt niet zozeer overprikkeld door het aantal prikkels in de omgeving, maar doordat ze zelf niet kunnen filteren. Als wij gaan filteren/focussen worden mensenbijhet hetzelfde aantalprikkelsniet niet meer overprikkeld. 4
Behandeling Het automatische, ontremde gedrag kan alleen door de omgeving worden veranderd: aandacht focussen op goede prikkels zorgen dat slechte prikkels minder goed binnenkomen stoppen met bevestigen van automatisch gedrag en juist actief sturen naar gedrag dat voor de FTD er veilig voelt. 1 focussen op een dagritme Bijonrustig gedrag en wanneer mensen zichzelf niet kunnen stoppen. Ritme aanbrengen van activiteit en rust, aandacht/geen aandacht. Idee: geen begrenzing is onveilig, je blijft te alert. Begrenzing in tijd: ruim van te voren aangeven wanneer iets begint en stopt. t Als dit niet meer kan maak je een schema dat gekoppeld is aan herkenbare momenten (eten en drinken). Focussen op dagritme ook bij passiviteit: steeds zelfde schema aanbieden, wordt een nieuw automatisme. 5
2 focussen op 1 zintuig of activiteit Bij veel dwangmatig gedrag. Zoeken naar dominante zintuig, manier van prikkelen. Focussen op activiteiten: zoeken naar repeterend activiteiten zoals rekensommen maken, puzzelen, voorwerpen sorteren, boutjes op schroeven draaien, op de computer spelletjes doen, prikplaatjes prikken etc. Focussen op zintuig: i lolly, ll muziekinstrument tgeven of laten lt luisteren naar muziek, begrenzen in ruimte door gebruik van een tentbed. 3 prikkels minder binnen laten komen Dominante prikkelsverminderen: Zonnebril Koptelefoon met favoriete muziek Zorgen dat er geen alcohol aanwezig is 6
4 focussen op teamafspraken Bij mensen waarbij de taal nog intact is. Zien zelf geen probleem, leggen probleem bij de ander neer. Voelen of iemand sterk in zijn schoenen staan. Met elkaar duidelijke afspraken maken over alles waarover je discussies hebt. Bespreek deze eenmalig met de cliënt en voer ze daarna uit. Ga niet in discussie, lukt het niet dan stop je en probeer je het de volgende dag opnieuw. Houdt bij veranderingen een aantal weken aan om iets in te slijten. Hoe gaan we te werk? Vanaf het begin observeren we heel goed wat goed werkt. We kijken altijd of we aan het sturen of volgen zijn en waarom dit gebeurt. We werken veel met een signaleringsplan, om inzicht te krijgen in waardoor iemand overprikkeld raakt. Zo krijgen we een idee van welke methode van focussen het beste werkt. Bij elke nieuwe cliënt is het opnieuw een zoektocht, omdat je niet weet wat iemand prikkelt. Soms duurt de zoektocht heel lang. 7
Vragen? casuïstiek 8