Algemene instructies voor de Integratielessen "Welkom,." Introductiefase 1. "We hebben de afgelopen weken al veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken of er ook moeilijke woorden in staan en geprobeerd te voorspellen hoe de tekst verder zal gaan. Daarvoor gebruikten we kaarten om te kijken wat we moesten doen. Alles wat op de kaarten stond, hebben we nu op één kaart staan." (De kaart wordt bij de eerste les uitgedeeld.) 2. Vraag: "Zullen we even lezen wat er op de kaart staat?" 3. "Op de kaart staat: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? Hoe zal de tekst verder gaan?" 4. Vraag: "Ik wil graag weten wat we ook al weer moesten doen als we gingen ophelderen, samenvatten, vragen stellen en voorspellen." 5. Vraag: "Zullen we ze allemaal nog eens bij langs lopen?" A. Vraag: "Wat moesten we doen als we een moeilijk woord tegen kwamen?" Discussie:...(Belangrijk: Zin of zinnen opnieuw lezen). B. Vraag: "Wat moesten we doen om een gedeelte van de tekst te kunnen samenvatten?" Discussie:... (Belangrijk: vertel eerst in eigen woorden waar de tekst over gaat). C. Vraag: "Wat moesten we doen als we de beste vraag wilden stellen uit het gedeelte van de tekst dat we gelezen hadden?" Discussie:...(Belangrijk: Eerst een samenvatting maken, daar staat de belangrijkste informatie in en er voor zorgen dat deze informatie terug komt in de vraag en/of het antwoord). D. Vraag: "Wat moesten we doen als we wilden voorspellen?" Discussie:...(Belangrijk: Laatste zin goed lezen). 1
Instructiefase 1. "Goed, we zijn alles opnieuw bij langs gegaan." 2. "We gaan straks opnieuw een tekst lezen. Als we stoppen met lezen is het de bedoeling dat we de kaart erbij pakken. Met de kaart erbij kunnen we zien wat we moeten doen. We gaan alle vragen van de kaart één voor één af. Op de kaart staat dus aangegeven wat we het eerste moeten doen en wat we daarna moeten doen." 3. "Hebben we allemaal een gedeelte gelezen dan gaan we proberen hardop de betekenis van de moeilijke woorden te vinden, een samenvatting te geven, vragen te stellen en een voorspelling te doen. Steeds krijgt iemand van jullie de beurt om een vraag te beantwoorden. Iedere keer vraag je aan de anderen wat zij van jouw antwoord vinden." 4. Vraag: "Is het duidelijk wat vandaag de bedoeling is?" 5. "Dan zal ik nu de tekst van vandaag uitdelen. De tekst heeft als titel:." 6. De tekst wordt uitgedeeld. Zorg dat de tekst wordt afgedekt, zodat alleen de titel zichtbaar is. 7. "We gaan eerst aan de hand van de titel voorspellen waar de tekst over zal gaan. De titel is:. Waar denken jullie dan dat de tekst over zal gaan?" 8. Discussie:... 9. Voorspelling wordt gegeven en wordt opgeschreven: Voorspelling 1:... 10. "Aan het einde van de tekst zullen we kijken of deze voorspelling is uitgekomen." 11. "Dan gaan we nu beginnen met het lezen van de tekst." 12. Vraag: "Zien jullie de eerste streep staan? Tot zover mag je voor jezelf lezen. Ga je gang." 13. Het eerste gedeelte wordt stil gelezen. 2
Toepassingsfase 1. Vraag: "Heeft iedereen het tekstgedeelte gelezen?" 2. "Dan gaan we nu de eerste vraag op de kaart lezen. Stephan wil jij de eerste vraag voorlezen?" 3. Stephan leest hardop voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? 4. Vraag: "Stephan ben jij een moeilijk woord tegen gekomen?" Zo ja: "Wil je dan de zin (of eerdere zinnen) opnieuw lezen en proberen de betekenis van het moeilijke woord te vinden?" Zo nee: "Wil je dan aan de anderen vragen of ze een moeilijk woord tegen zijn gekomen en zou je daar dan de betekenis van willen zoeken?" 5. Stephan doet een poging totdat er geen moeilijke woorden meer zijn. Instructie 6 tot en met 11 vanaf het tweede tekstgedeelte: 6. Vraag: "Jolien, wil jij de voorspelling van het vorige gedeelte nog eens voorlezen?" 7. Jolien leest voor:. 8. Vraag: "Jolien, is onze voorspelling uitgekomen?" 9. Reactie Jolien: Ja, waarom dan wel? Nee. Waarom niet? 10. Vraag: "Zijn jullie het met Jolien eens?" 11. Discussie:... 12. "Dan kijken we nu weer naar de volgende vraag op de kaart." 13. "Ria wil jij de tweede vraag van de kaart voorlezen?" 14. Ria leest hardop voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 15. Vraag: "Ria, wil je proberen een samenvatting te maken en wil je daarna aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 16. Ria maakt een samenvatting en vraagt aan de anderen wat zij daarvan vinden. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie Samenvatten. 3
17. Vraag: "Ria, wat is de samenvatting geworden waar jullie het allemaal over eens zijn?" 18. Ria geeft de samenvatting:... 19. De samenvatting wordt opgeschreven. Samenvatting :. 20. "Stephan, wil je een vraag over de tekst bedenken? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan. Je kunt hierbij gebruik maken van de achterkant van de kaart. Daarop staan hulpwoorden waarmee je de vraag zou kunnen beginnen." Stephan bedenkt een vraag. 21. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen kunnen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 22. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden achter de vragen). 23. "Goed, dan gaan we nu door naar de derde vraag van de kaart. Stephan wil jij de derde vraag voorlezen?" 24. Stephan leest hardop voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 25. "Daarvoor moet je eerst weten wat het belangrijkste is uit dit gedeelte van de tekst. Dat is niet zo moeilijk meer want dat staat al op het bord/scherm. Want de belangrijkste informatie hebben we al in de samenvatting genoemd." 26. "We gaan nu nog een keer kijken naar de vragen die we net hebben bedacht. Stephan, welke vraag is volgens jou de beste?" 27. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." 28. Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit gedeelte van de tekst?" 29. "We gaan even kijken of dit ook de beste vraag is." Vraag: "Wat is het antwoord op deze vraag?" 30. Iemand geeft aan:... 31. Vraag: "Is nu alle informatie die we in de samenvatting hadden gezet ook in de vraag of in het antwoord genoemd?" 32. Discussie:... 33. "Ik zal de andere vragen en antwoorden dan weghalen. Dat zijn ook goede vragen, maar ze passen niet het beste bij de samenvatting." 4
34. "Als we het eens zijn dan gaan we naar de laatste vraag op de kaart. Ria wil jij de laatste vraag op de kaart voorlezen?" 35. Ria leest voor: Hoe zal de tekst verder gaan? 36. Vraag: "Ria, wil jij proberen een voorspelling te maken? Wat moet je daar eerst nog voor doen?" 37. "Inderdaad, dan moet je eerst nog eens de laatste zin van dit tekstgedeelte lezen." 38. Ria leest hardop de laatste zin voor. 39. Vraag: "Ria, zou jij nu een voorspelling willen maken en aan de anderen willen vragen wat zij van jouw voorspelling vinden?" 40. Ria doet een voorspelling en vraagt aan de anderen wat zij daarvan vinden. 41. Vraag: "Wat is jullie voorspelling?" 42. Ria geeft haar voorspelling:... 43. "Ik zal deze voorspelling opschrijven." 44. Schrijf op: Voorspelling : De tekst gaat verder over 45. "Goed, nu we alle vragen hebben beantwoord, gaan we verder met de tekst." 46. Vraag: "Zouden jullie stil willen lezen tot aan de volgende streep in de tekst?" 47. Iedereen leest stil verder. 48. Herhaal bij de overige tekstgedeelten de instructiemethode uit de toepassingsfase. Zorg dat de cursisten allemaal aan de beurt komen. Afrondingsfase: 1. Vraag: "Stephan, wil jij onze eerste voorspelling nog eens voorlezen?" 2. Stephan leest de eerste voorspelling voor. 3. Vraag: "Is onze eerste voorspelling uitgekomen?" 4. Stephan geeft een reactie. 5. Vraag: "Zijn jullie het met Stephan eens?" 6. Discussie:... 5
7. "Als jullie het allemaal met Stephan eens zijn, dan zijn we klaar met deze les." 8. " We hebben alle vragen beantwoord die we in de afgelopen lessen gebruikt hebben om de tekst zo goed mogelijk te leren begrijpen. Iedere keer moesten we opletten hoe we dat ook al weer moesten doen. Ik vind dat jullie het prima hebben gedaan. Bedankt daarvoor. Tot de volgende keer." 6