CAD Handboek DVD versie november CAD-handboek DVD. Versie november Pagina 1 van 57

Vergelijkbare documenten
Norm voor technisch revisietekenwerk

Normen revisie tekeningen Openbare verlichting

RCS. RVB CAD Specificatie. April 2019 Versie 1.0

Norm voor technisch revisietekenwerk

BASIS AFSPRAKEN AANLEVEREN TEKENWERK GEMEENTE ETTEN-LEUR Afdeling Beheer en Realisatie

Richtlijn tekenwerkzaamheden provincie Noord-Brabant

Afdrukken van AutoCad-tekeningen

CAD Standaard Plottool Gebruikershandleiding

Ontwikkeld in opdracht van de Stichting Geïntegreerd Bouwen door CAData systems te Gorinchem.

Docent: ing. R.J. Rolloos (Bron: tekenrichtlijnen Gemeentewerken Rotterdam).

Ontwikkeld in opdracht van de Stichting Geïntegreerd Bouwen door CAData systems te Gorinchem.

Tips & Trucs ArchiCAD : Instellingen Kozijnstaat wijzigen (NL+)

GEMEENTE ETTT! d.d opgemaakt door: O & K Bouwkundig Tekenbureau Etten-Leur

Regeling Eisen voor Technisch Revisietekenwerk Rgd

DWGuardian / DWG Standaard Checker

BK Technisch Tekenen Technisch Ontwerp en Informatica

Plotten & Printen met Autocad:

Bijlage met tekeningen Handboek AutoCAD 2009 en LT 2009 ISBN

Inhoudsopgave. Revit Architecture 2013 Basis Training

StabiCAD V Veiligheid

CAD Standaard Plottool Installatiehandleiding

Autodesk AutoCAD - pointclouds

BK Families en Technisch Tekenen Technisch Ontwerp en Informatica

Gebruikershandleiding CBZ Add-in AutoCAD

Ingeborg Hoogenberg The People Group

Handleiding helpdesk. Datum: Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Bijlage met tekeningen Handboek AutoCAD 2008 en LT 2008 ISBN

Factsheet FM Maps. Grip op dynamisch huisvesting management

Tekenen met Floorplanner

15 July Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding

Elektronisch factureren

Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Profielen en Ontwerpen. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite.

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

Handboek technische tekeningvoorschriften. Waterschap Hunze en Aa s

Nieuwe en gewijzigde functies

Gebruikershandleiding Add-ons Rioolkaart & Riooltekenen

Validatierapport Geo-IT GRB-skelet controletool Versie

I N H O U D S O P G A V E

*CADELAT* Studentenversie 7.1

TN 001: v. 11 INFRCAD

Video STEP 10; DIMENSIONS (Maatvoering) [ Totale speelduur: 6 min. en 26 sec. ]

Factuur Lay-out / Factuur Template

Maatvoeren. Maatvoeren 1. Maatvoering instellen Opdracht geven: - Toetsenbord: Command: ddim. - Pulldownmenu: Format > Dimension Style...

Afdrukken van documenten naar PDF

1. Werken met StabiCAD V Sparingen Inleiding Bouwkundige plattegrond Verwante modules... 3

Gebruikershandleiding Add-on Verkeerstekens

Symbol for Windows BlissEditor

Tips & Trucs ArchiCAD : Kozijnstaat maken algemeen (NL+)

Een afdruk maken met een plotmodel in MicroStation V8i

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at

Kluwer Office. DMS Basic Medewerker. Software.kluwer.be

Snel op weg met Solid Edge ST5

StabiCAD V Gasleidingberekening

i l i s open van maandag tot vrijdag van 9u. tot 12u.30 & 13u. 30 tot 17 u. PLANAFDRUK & PLOTSERVICE

ExpressShipper. 1 Configuratiehandleiding. Documentatie ExpressShipper Page 1 of 20

Wat u van gemeente, leverancier of bouwpartner aangeleverd krijgt, kunt u ook inlezen.

Plannen opladen in FMIS


Oriëntatie op het werktuigbouwkundig tekenen

Bijlage met tekeningen Handboek AutoCAD 2007 en LT 2007 ISBN

Hoofdstuk 14 : Layout

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELBAPRINT SERVICE

Gebruiksaanwijzing AMS Labelmaker Versie 2.0

Central Station. CS website

Technische Nota INFRCAD TN-001. CAD-Richtlijnen algemeen. v.17

Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013

Instructietekst printen en plotten van inspectietekeningen

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Zeon PDF Driver Trial

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers

Hamersveldseweg Modemweg B.01. Lesbrief: PinX. Project: Boter, Kaas & Eieren

SolidWorks van 2D naar 3D

Website maker. Bezoek je domein om de Website maker in te stellen. De volgende melding zal zichtbaar zijn.

Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey

1 NIEUW OF GEWIJZIGD IN NEXTGEN 3.27

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

Gebruikershandleiding BBLV Applicatie Beveiligingsprogramma Handleiding voor gebruikers van het BBLV Beveiligingsprogramma versie 2.

Tips & Truc ARCHICAD 053: Weergavemogelijkheden ten behoeve van constructietekeningen

NORMEN EN RICHTLIJNEN BETREFFENDE HET TECHNISCH TEKENEN HOUT

Project: Stoomwals (Synchronous) Lesbrief: Stuurbeugel. Modemweg BS Amersfoort, Nederland

Nederlandse CAD Standaard voor de GWW (NLCS)

Tips & Trucs ARCHICAD 008: Zelf een bureautemplate maken

Algemeen Tekeningbeheersysteem

Releasenotes LCMS 2019v1

Opleiding. Elektromechanica. Code en offic iële benaming van de module. A7 Tekenen en schema-analyse. Academiejaar Semester.

Gebruikshandleiding module Party-Feestdagen

9. Doorsturen naar CAM

Table of contents 2 / 15

Quark & Adobe Indesign

Procedureboek. Ruimtebeheer binnen de RUG Afgestemd op het gebruik van Planon en StabiCAD. facilitair bedrijf. FB Versie 1.2.

Wat is nieuw in deze handleiding: Dit is een nieuwe handleiding welke nieuwe functies beschrijft.

Plannen in de FMIS serveromgeving (08/05/2017)

Mach3Framework 5.0 / Website

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Overige transacties 1 (Excel2007 en 2010)

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

Les 1. Digitale Media - DTP 1

Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Inlezen/Uitzetten. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite.

Nederlandse CAD Standaard voor de GWW-sector

WETENSCHAPPEN oefeningen perspectief LES 2. Tobias Labarque Rinus Roelofs Andrea Sollazzo

Transcriptie:

CAD-handboek DVD Versie 1.1 26 november 2012 Pagina 1 van 57

Inhoudsopgave 0.1 Colofon... 5 0.2 Documentbeheer... 6 0.3 Voorwoord... 7 0.4 Opzet van het CAD-Handboek (leeswijzer)... 7 0.5 Toepassingsgebieden... 7 0.6 Organisatie en ondersteuning... 7 0.6.1. Administratief beheer en contactpersonen... 7 0.6.2. Technische ondersteuning (alleen intern DVD)... 8 0.6.3. Functionele ondersteuning... 8 0.6.4. Voorstellen/commentaar CAD-Handboek... 8 1 Algemeen... 9 1.1 CAD-bestanden... 9 1.1.1. Bestandsformaat... 9 1.1.2. Opleveringsvoorwaarden.... 9 1.1.3. Opleveringsinstellingen.... 10 1.1.4. Systeemvariabelen... 10 1.2 Instellingen... 10 1.2.1. Standaardisering... 10 1.2.2. Profielen... 11 1.2.3. Templates... 11 1.2.4. Opslaan... 11 1.2.5. Eenheden... 12 1.2.6. Papierformaten... 12 1.2.7. Lagen... 12 1.2.8. Kleuren en Lijndiktes... 13 1.2.9. Lijnen en lijntypen... 13 1.2.10. Lettertypen... 14 1.2.11. Tekststijlen... 14 1.2.12. Bematingsstijlen... 14 1.2.13. Arceringen... 15 1.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek... 15 1.2.15. Schalen... 15 1.2.16. Plot/Printstijl... 16 2 Bouwkunde... 17 2.1 CAD-bestanden... 17 2.1.1. Bestandsformaat... 17 2.1.2. Opleveringsvoorwaarden.... 17 2.1.3. Opleverinstellingen... 17 2.1.4. Systeemvariabelen... 17 2.2 Instellingen... 17 2.2.1. Standaardisering... 17 2.2.2. Profielen... 18 2.2.3. Templates... 18 2.2.4. Opslaan... 18 2.2.5. Eenheden... 18 2.2.6. Papierformaten... 18 2.2.7. Lagen... 18 2.2.8. Kleuren en Lijndikten... 18 2.2.9. Lijntypen... 19 2.2.10. Lettertypen... 19 2.2.11. Tekststijlen... 20 2.2.12. Bematingsstijlen... 20 2.2.13. Arceringen... 20 2.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek... 20 2.2.15. Schalen... 20 2.2.16. Plot/Printstijl... 20 3 Installatietechniek... 21 3.1 CAD-Bestanden... 21 3.1.1. Bestandsformaat... 21 3.1.2. Opleveringsvoorwaarden... 21 3.1.3. Opleverinstellingen... 22 3.1.4. systeemvariabelen... 22 3.2 Instellingen... 22 3.2.1. Standaardisering... 22 3.2.2. Profielen... 22 3.2.3. Templates... 22 3.2.4. Opslaan... 23 3.2.5. Eenheden... 23 Pagina 2 van 57

3.2.6. Papierformaten... 24 3.2.7. Lagen... 24 3.2.8. Kleuren en Lijndikten... 25 3.2.9. Lijntypen... 25 3.2.10. Lettertypen... 25 3.2.11. Tekststijlen... 25 3.2.12. Bematingsstijlen... 25 3.2.13. Arceringen... 25 3.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek... 25 3.2.15. Schalen... 26 3.2.16. Plot / Printstijl... 26 3.2.17. Afspraken en Richtlijnen... 27 4 Terreintechniek... 30 4.1 CAD Software & Instellingen... 30 4.1.1. Software... 30 4.1.2. Standaardisering... 30 4.1.3. Templates... 30 4.1.3.1. DVDTT_TEMPLATE.dwt... 30 4.1.3.2. DVDTT_LAYOUTS.dwt... 30 4.1.4. Eenheden... 31 4.1.5. Papierformaten... 31 4.1.6. Lagen... 32 4.1.7. Kleuren & Lijndiktes... 32 4.1.8. Lijntypen... 33 4.1.9. Lettertypen... 33 4.1.10. Bematingsstijlen... 34 4.1.10.1. Multileaderstyle... 34 4.1.11. Arceringen... 34 4.1.12. Symbolen Bibliotheek... 34 4.1.13. Schalen... 34 4.1.14. Plot/Printstijl... 34 4.1.15. Profielen... 34 4.2 Afspraken & Richtlijnen... 35 4.2.1. Onderhoek... 35 4.2.2. Legenda... 35 4.2.3. Schaalbalk... 35 4.2.4. Situatieschets... 35 4.2.5. Noordpijl... 35 4.2.6. Indeling Tekenblad... 35 4.2.7. Ordening Details en Profielen... 35 4.2.8. Verwijzingssymbolen... 35 4.2.9. Coderingen... 35 4.2.10. NLCS Applicatie... 35 4.2.11. Werkwijze Opzetten Tekeningen Terreintechniek... 35 4.2.12. Werkomgeving Terreintechniek... 35 4.2.13. Topografische Ondergronden Afdeling VIS-GEO... 35 4.2.14. Aanmaken Nieuwe Tekening... 35 4.2.15. Bestands Naamgeving... 35 4.2.16. Archivering Binnen Projectwise... 35 4.2.17. Annotatief Werken... 35 5 Vastgoedbeheer... 36 5.1 CAD Software & Instellingen... 36 5.1.1. Software... 36 5.1.2. Standaardisering... 36 5.1.2.1. Templates... 36 5.1.2.2. Eenheden... 36 5.1.2.3. Papierformaten... 36 5.1.2.4. Lagen... 36 5.1.2.5. Kleuren & Lijndiktes... 36 5.1.2.6. Lijntypen... 37 5.1.2.7. Lettertypen... 37 5.1.2.8. Bematingsstijlen... 37 5.1.2.9. Arceringen... 37 5.1.2.10. Symbolen Bibliotheek... 37 5.1.2.11. Schalen... 37 5.1.2.12. Plot/Printstijl... 37 5.1.2.13. Profielen... 37 5.2 Afspraken & Richtlijnen... 37 6 Bijlagen... 38 6.1 Bijlage 0.1 Leden GoCAD... 38 Pagina 3 van 57

6.2 Bijlage 0.2 Regionale Vertegenwoordigers... 38 6.3 bijlage 1.1 variabelen... 39 6.4 bijlage 1.2 Richtlijn m.b.t. naamgeving van documenten... 39 6.5 bijlage 2.1 Bouwkundige lagen... 40 6.6 bijlage 2.1 Plotstyle table DVD_ALG.ctb... 57 Pagina 4 van 57

0.1 COLOFON Beheer: Ministerie van Defensie Commando DienstenCentra (CDC) Bedrijfsgroep Vastgoed en Beveiliging Dienst Vastgoed Defensie (DVD) Gebruikersoverleg CAD (GOCAD) Postadres: Postbus 90004 3509 AA Utrecht Email: DVDGoCAD.DVD.CDC@mindef.nl (ten behoeve van de verwerking gelieve jouw onderwerp in te vullen achter GoCAD ) Intranet: Internet: Versie: 1.1 Datum: 26 november 2012 Pagina 5 van 57

0.2 DOCUMENTBEHEER Onderstaande tabel vermeldt de voornaamste toevoegingen en overige wijzigingen. Versie Datum Omschrijving juli 2011 Concept 1.0 1 september 2012 Eerste gebruiksversie 1.1 26 november 2012 Verwijderde intranetpagina colofon Pagina 6 van 57

0.3 VOORWOORD De DVD is een van de grotere gebouw- en terreinbeheerders in Nederland. Het bedrijf is verantwoordelijk voor ongeveer 30.000 hectare grond en een vloeroppervlak van meer dan 6 miljoen vierkante meter. Bij de inrichting van terreinen, de realisatie van nieuw- en verbouw en het beheer hiervan wordt veel gebruik gemaakt van (revisie)tekenwerk. De DVD stelt eisen aan dit tekenwerk. Voor al het tekenwerk waarvoor na 26 november 2012 opdracht is gegeven is dit CAD-handboek van toepassing en vervallen de voorgangers. De DVD behoudt zich het recht voor om in specifieke gevallen aanvullende of afwijkende instructies (aanvullend of afwijkend ten opzichte van dit CAD-handboek) af te geven voor het vervaardigen van technisch (revisie)tekenwerk. Op diverse plaatsen in dit CAD-handboek wordt er verwezen naar externe normen. Als er aanvullende of afwijkende eisen (aanvullend of afwijkend ten opzichte van de externe normen) worden gesteld in dit CAD-handboek dan gaat dit altijd boven het bepaalde in de externe normen. 0.4 OPZET VAN HET CAD-HANDBOEK (LEESWIJZER) Binnen de DVD wordt ten behoeve van diverse producten technisch (revisie)tekenwerk vervaardigd. In dit CAD-handboek is een algemeen hoofdstuk opgenomen dat voor alle DVD CAD-producten geldt en zijn er discipline- en productgerelateerde hoofdstukken opgenomen die alleen van toepassing zijn voor die specifieke discipline of dat product. Deze specifieke hoofdstukken dienen als aanvulling op het algemene hoofdstuk gezien te worden. Om de leesbaarheid te maximaliseren is er naar gestreefd om alle voornoemde hoofdstukken een identieke opzet te geven. In het CAD-handboek wordt gebruik gemaakt van hyperlinks en verwijzingen. In de digitale versie kunt u hierop klikken voor aanvullende informatie of om snel door het document te kunnen bladeren. 0.5 TOEPASSINGSGEBIEDEN Dit CAD-handboek is gebaseerd op de bij de DVD beschikbaar gestelde CAD applicaties, zoals AutoCAD, AutoCAD MAP 3D en AutoCAD Architecture en is bedoeld te worden toegepast op alle CAD producten van de dienst, inclusief door de DVD ontwikkelde tools (Contour en de module Veiligheid etc.). 0.6 ORGANISATIE EN ONDERSTEUNING 0.6.1. Administratief beheer en contactpersonen Het GoCAD is het landelijk DVD overlegorgaan dat het aanspreekpunt is voor het CAD-handboek (zie Bijlage 0.1 Leden GoCAD ). Daarnaast zijn er op regionaal niveau voor elke discipline en product vertegenwoordigers aangewezen (zie Bijlage 0.2 Regionale Vertegenwoordigers ). In het GoCAD worden de volgende disciplines, producten vertegenwoordigd: Ingenieursdiensten Bouwkunde Ingenieursdiensten Installatietechniek Pagina 7 van 57

Ingenieursdiensten Terreintechniek Vastgoedbeheer VGI Vastgoedbeheer Plannen 0.6.2. Technische ondersteuning (alleen intern DVD) Op DVD werkplekken uitgerust met de DVD CADomgeving zal technische ondersteuning worden verleend via de Service Desk Defensie (SDD) van IVENT. Onder technische ondersteuning vallen foutmeldingen, zoals het niet kunnen opstarten of vastlopen van de applicatie of het niet kunnen printen of plotten van een tekening. SDD is telefonisch bereikbaar op nummers: 0800-2255733 (0800-CALLSDD) MDTN *06-2255733 (*06-CALLSDD) 0.6.3. Functionele ondersteuning Functionele ondersteuning zal in eerste instantie lopen via de regionale vertegenwoordiger van het GoCAD. Indien nodig zal deze het GoCAD benaderen voor verdere behandeling en landelijke afstemming Onder functionele ondersteuning vallen o.a. vragen over de werking (functioneren) van het CAD-pakket, de tekenmethodieken en de inrichting hiervan. 0.6.4. Voorstellen/commentaar CAD-Handboek Om tot verbetering te komen van dit CAD-Handboek is het van belang om voorstellen, suggesties en/of commentaar op het CAD-Handboek in te dienen. Deze dienen per email te worden opgestuurd aan het GoCAD (zie colofon). Pagina 8 van 57

1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk zijn alle algemeen geldende afspraken / voorwaarden beschreven. Indien er voor een bepaalde discipline / product aanvullende eisen zijn is dit onderaan bij elke paragraaf in een tabel vermeld. 1.1 CAD-BESTANDEN 1.1.1. Bestandsformaat Technisch (revisie)tekenwerk wordt geleverd in een bestandsformaat dat geopend, bewerkt en opgeslagen kan worden met het programma Autocad 2008 (het dwgformaat is versie 2007, release 17.x). Bij deze handelingen in dit softwarepakket mag er geen foutmelding optreden of informatie verloren gaan. Afzonderlijk herkenbare entiteiten zijn in dit bestand ook als zodanig gedefinieerd en door dit softwarepakket, zonder dat daar extra verticale applicaties op zijn geïnstalleerd, herkenbaar (bijvoorbeeld: tekst is text, lijnen zijn lines of polylines, arceringen zijn hatches, maatvoeringen zijn dimensions en cirkels zijn circles). BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.1.1 3.1.1 3.1.1 1.1.2. Opleveringsvoorwaarden. CAD-bestanden dienen bij oplevering te voldoen aan de volgende voorwaarden: De bestanden zijn gebaseerd op de voor de discipline dan wel het product ontwikkelde DVD template (Zie paragraaf 1.2.3 ). De bestanden zijn niet beveiligd door gebruik te maken van enige vorm van encryptie. De bestanden bevatten geen OLE-objecten. De bestanden bevatten geen dictionaries, behalve die door Autocad zèlf automatisch worden gegenereerd. De bestanden bevatten geen gerasterde entiteiten. De bestanden bevatten geen, in het bestand geïntegreerde, LISP- of VBAroutines. De bestanden bevatten geen entiteiten waaraan hyperlinks" gekoppeld zijn. De bestanden bevatten geen entiteiten gegenereerd en ondersteund door ObjectARX-applicaties, behalve die door Autocad zèlf automatisch worden gegenereerd (informatie over deze add-ons mag niet aanwezig zijn in de tekeningen en de samengestelde objecten moeten compleet vertaald worden naar Autocad-basisentiteiten; de koppeling naar de gebruikte add-on moet verbroken worden). Pagina 9 van 57

De bestanden bevatten geen koppelingen naar externe databases. Alle restinformatie binnen deze CAD-bestanden, als gevolg van dergelijke databaseconnectivity uit het verleden, is niet meer aanwezig. De bestanden zijn altijd volledig opgeschoond, bijvoorbeeld door gebruik van het commando purge. De bestanden bevatten ten hoogste een layout tab. BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.1.2 3.1.2 3.1.2 1.1.3. Opleveringsinstellingen. De CAD-bestanden dienen bij oplevering te zijn voorzien van de volgende instellingen: Layer 0 (nul) is ingesteld als current layer. De layout tab wordt weergegeven als zoom Extents. In aanvulling op het bovenstaande dienen CAD-bestanden welke door externe partijen zijn vervaardigd voorzien te zijn van de volgende instellingen: Aan layout tabs zijn geen printer- of plotterdefinities gekoppeld (Printer/plotter name is none in het plotwindow). BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.1.3 3.1.3 3.1.3 1.1.4. Systeemvariabelen Binnen elk CAD-bestand worden er variabelen vastgelegd. Deze variabelen hebben invloed op de representatie van de tekening. Daarom dienen deze variabelen de waarden volgens bijlage 1.1 variabelen te hebben BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.1.4 3.1.4 3.1.4 1.2 INSTELLINGEN 1.2.1. Standaardisering Indien er bij een discipline dan wel product naast het reguliere tekenpakket een zgn. vertical 1 beschikbaar is, dient primair verticalvolgend gewerkt te worden. Daar waar de vertical niet in standaardisering voorziet, dient de tekenmethodiek zoals omschreven in dit en het discipline dan wel product gerelateerde hoofdstuk te worden toegepast. Daarnaast zijn er DVD brede afspraken gemaakt t.b.v. de representatie van de tekeningen, zoals kaders, onderhoeken, noordpijlen, etc.. Een van de voordelen van standaardisering is de mogelijkheid tot hergebruik van content. Het is dan ook belangrijk dat wanneer een CAD-tekenaar nieuwe content, zoals symbool, standaarddetail of lijntype ontwikkelt, zich realiseert in welke mate dit geschikt kan zijn voor verder gebruik binnen de DVD. Afwijkende producten mogen pas worden toegepast nadat deze zijn goedgekeurd door het GoCAD. Voorstellen voor deze producten kunnen per e-mail worden gestuurd naar het GoCAD. Een dergelijk voorstel dient vergezeld te gaan met een summiere motivatie en een bestand waarin alleen het product is opgenomen. 1 Met een vertical wordt een applicatie bedoeld die bovenop AutoCAD is geïnstalleerd waardoor er voor een specifieke vakgebied extra functionaliteit beschikbaar is binnen AutoCAD 2008. Pagina 10 van 57

BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.1 3.2.1 3.2.1 1.2.2. Profielen Binnen de DVD kan de CAD-applicatie opgestart worden met een op de discipline of het product toegespitst profiel. Een dergelijk profiel zorgt ervoor dat de gebruiker alleen die onderdelen van de interface aangeboden krijgt die voor die specifieke werkzaamheden nodig zijn. Daarnaast zal bij het aanmaken van een nieuwe tekening (Qnew) automatisch de juiste template worden toegepast. De volgende profielen zijn beschikbaar binnen DVD: Profiel CONTOUR2008 DVD_ALG DVD_BWK DVD_ET DVD_WT DVD_TT DVD_VB DVD_VB_V 1.2.3. Templates Omschrijving Hierin zijn onderdelen ondergebracht die te maken hebben met tekenwerk Contour 2008. Hierin zijn algemene onderdelen (zoals kaders eventueel per discipline -, huisstijlonderdelen etc.) ondergebracht. Hierin zijn onderdelen specifiek voor bouwkunde (conform CAD-afspraken) etc. ondergebracht. Hierin zitten onderdelen specifiek voor elektrotechniek (zoals NEN-norm bibliotheken etc). Hierin zitten onderdelen specifiek voor werktuigbouwkunde (aansluitend bij en in aanvulling op Stabi en VABI). Hierin zitten onderdelen specifiek voor terreintechniek (aansluitend bij en in aanvulling op NEDinfra suite). Hierin zijn onderdelen ondergebracht die te maken hebben met tekenwerk Vastgoedbeheer. Hierin zijn onderdelen ondergebracht die te maken hebben met tekenwerk Veiligheid Vastgoedbeheer. Tabel 1 Tekeningen dienen te worden opgezet aan de hand van onderstaande templates. Voor het binnenhalen van een layout kan men vanuit paperspace het layout template selecteren (rechter muisknop) waarin alle door de betreffende discipline gebruikte papierformaten zijn opgenomen incl. de kaders, onderhoeken en een eventuele, binnen de discipline vastgestelde, vaste bladindeling. Andere dan de vastgestelde kaders, onderhoeken en bladindeling per layout mogen niet worden toegepast Template naam DVDID_TEMPLATE.dwt DVDID_LAYOUTS.dwt DVDTT_TEMPLATE.dwt DVDTT_LAYOUTS.dwt DVDVB_TEMPLATE.dwt DVDVB_LAYOUTS.dwt 1.2.4. Opslaan Omschrijving Standaard Ingenieursdiensten template te gebruiken bij nieuwe tekeningen (Qnew) Template met standaard Ingenieursdiensten kaders+onderhoeken (paperspace) Standaard Terreintechniek template te gebruiken bij nieuwe tekeningen (Qnew) Template met standaard Terreintechniek kaders+onderhoeken+bladindeling (paperspace) Standaard Vastgoedbeheer template te gebruiken bij nieuwe tekeningen (Qnew) Template met standaard Vastgoedbeheer kaders+onderhoeken+bladindeling (paperspace) De tekening dient te worden opgeslagen conform bijlage 1.2 Richtlijn m.b.t. naamgeving van documenten. Tabel 2 Pagina 11 van 57

1.2.5. Eenheden Tekeningen die ten behoeve van de DVD worden vervaardigd dienen gebaseerd te zijn op het metrische stelsel. De eenheden zijn per product dan wel per discipline bepaald. Hoeken worden weergegeven in graden. BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.5 3.2.5 3.2.5 4.1.4 5.1.2.2 5.1.2.2 1.2.6. Papierformaten In onderstaande tabel zijn de papierformaten en de benaming ervan weergegeven die toegepast mogen worden. Papierformaat Oriëntatie Afmetingen HxB [mm.] Layoutnaam A0 Liggend 841x1189 A0-L A0 Staand 1189x841 A0-P A1 Liggend 594x841 A1-L A1 Staand 841x594 A1-P A2 Liggend 420x594 A2-L A2 Staand 594x420 A2-P A3 Liggend 420x297 A3-L A3 Staand 297x420 A3-P A4 Liggend 210x297 A4-L A4 Staand 297x210 A4-P A4x3 Liggend 297x630 A4x3 A4x4 Liggend 297x840 A4x4 A4x5 Liggend 297x1050 A4x5 A2x2,5 Liggend 594x1050 A2x2,5 A2x3 Liggend 594x1261 A2x3 Tabel 3 BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.6 0 0 4.1.5 5.1.2.3 5.1.2.3 1.2.7. Lagen Binnen een CAD-bestand moet informatie gescheiden worden. Dit vindt plaats door verschillend geclassificeerde entiteiten te tekenen in verschillende layers. Aan het gebruik van layers worden de volgende basiseisen gesteld: In het uiteindelijke CAD-bestand mogen met uitzondering van de lagen die door AutoCAD zelf zijn gegenereerd (0 en Defpoints), geen lagen voorkomen die niet aan de laagnaamgeving zoals beschreven in dit CAD-handboek voldoen. Er mogen geen layers voorkomen waarbinnen zich geen entiteiten bevinden (geen lege layers), met uitzondering van layer 0 (nul). In layer 0 (nul) mogen zich geen entiteiten bevinden anders dan de insertionpoints van meervoudige blocks of external references. Entiteiten worden slechts geplaatst in de daarvoor gedefinieerde layers. In layer defpoints worden geen entiteiten geplaatst, anders dan de (hulp-)entiteiten die Autocad automatisch genereert en plaatst. Bij oplevering van CAD-bestanden aan de DVD moet layer 0 (nul) ingesteld worden als current layer. Pagina 12 van 57

In het tekenwerk tbv de DVD wordt onderscheid gemaakt tussen disciplineafhankelijke en -onafhankelijke layers. Het onderscheid tussen deze layers wordt vooral bepaald door het gebruik en de betekenis. In disciplineonafhankelijke layers worden entiteiten geplaatst die gebruikt kunnen worden dwars door alle disciplines heen of die van betekenis zijn voor alle disciplines. In disciplineafhankelijke layers worden entiteiten geplaatst die gebruikt kunnen worden binnen één discipline of van betekenis zijn voor één discipline. Indien er binnen een discipline gebruik gemaakt wordt van een zgn. vertical geldt primair dat de lagenindeling wordt gevolgd van deze vertical. Daar waar geen vertical wordt gebruikt of daar waar de vertical geen invulling geeft wordt er op hoofdlijnen gebruik gemaakt van 2 nationaal vastgestelde laagafsprakenstelsels. Voor het gebouwgebonden tekenwerk wordt het Geïntegreerd Bouwen CAD afsprakenstelsel 4.0 (GBCas 4.0) gebruikt en voor het infrastructureel tekenwerk de Nederlandse CAD Standaard versie 2.5 (NLCS). Zie voor een meer gedetailleerde beschrijving de discipline- dan wel productspecifieke hoofdstukken. Afwijkende lagen mogen slechts in overleg met en na schriftelijke toestemming van het GoCAD worden aangemaakt. 1.2.8. Kleuren en Lijndiktes Het kleurgebruik binnen een tekening kan op diverse manieren/niveaus worden ingeregeld. Zie hiervoor de discipline- dan wel productspecifieke hoofdstukken. 1.2.9. Lijnen en lijntypen In een tekening mogen geen lijnen in dezelfde laag op elkaar voorkomen. Ook lijnen aansluitend en in elkaars verlengde met dezelfde eigenschappen zijn niet toegestaan. De lijntypen die gebruikt mogen worden, zijn per discipline dan wel product bepaald. Het aanmaken van andere lijnstijlen is niet toegestaan. Onderstaande lijntypes zijn standaard geladen. Lijntypes CONTINUOUS BORDER CENTER DASHDOT DASHED DIVIDE DOT BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.7 3.2.7 3.2.7 4.1.6 5.1.2.4 5.1.2.4 BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.8 3.2.8 3.2.8 4.1.7 5.1.2.5 5.1.2.5 HIDDEN Tabel 4 In de definitieve representatie van een AutoCAD tekening moeten de lijntypen weergegeven worden met schaalfactor 1 (LTSCALE = 1). Om onderscheid te kunnen maken kunnen individuele lijnen een eigen entiteitschaal toegewezen krijgen (via CHPROP of Properties Toolpalette of generiek via CELTSCALE). BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.9 3.2.9 3.2.9 4.1.8 5.1.2.6 Pagina 13 van 57

1.2.10. Lettertypen Ten behoeve van het tekenwerk voor de DVD mogen alleen de onderstaande fonts worden gebruikt en de fonts die hiervan rechtstreeks zijn afgeleid. Naam Omschrijving ARIAL.ttf 1.2.11. Tekststijlen Algemeen Font cadtekeningen DVD BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.10 3.2.10 3.2.10 4.1.9 5.1.2.7 5.1.2.7 Tabel 5 Hieronder zijn de algemene DVD tekststijlen weergegeven die beschikbaar zijn binnen de DVD cadomgeving. De tekststijlen zijn annotatief en maken gebruik van het font ARIAL.ttf Naam DVD_ALG 1.8mm_RE DVD_ALG 1.8mm_IT DVD_ALG 1.8mm_BO DVD_ALG 1.8mm_BI DVD_ALG 2.5mm_RE DVD_ALG 2.5mm_IT DVD_ALG 2.5mm_BO DVD_ALG 2.5mm_BI DVD_ALG 3.5mm_RE DVD_ALG 3.5mm_IT DVD_ALG 3.5mm_BO DVD_ALG 3.5mm_BI DVD_ALG 5.0mm_RE DVD_ALG 5.0mm_IT DVD_ALG 5.0mm_BO DVD_ALG 5.0mm_BI DVD_ALG 7.0mm_RE DVD_ALG 7.0mm_IT DVD_ALG 7.0mm_BO Omschrijving 1,8 mm teksthoogte Regular 1,8 mm teksthoogte Italic 1,8 mm teksthoogte Bold 1,8 mm teksthoogte Bold Italic 2,5 mm teksthoogte Regular 2,5 mm teksthoogte Italic 2,5 mm teksthoogte Bold 2,5 mm teksthoogte Bold Italic 3,5 mm teksthoogte Regular 3,5 mm teksthoogte Italic 3,5 mm teksthoogte Bold 3,5 mm teksthoogte Bold Italic 5,0 mm teksthoogte Regular 5,0 mm teksthoogte Italic 5,0 mm teksthoogte Bold 5,0 mm teksthoogte Bold Italic 7,0 mm teksthoogte Regular 7,0 mm teksthoogte Italic 7,0 mm teksthoogte Bold DVD_ALG 7.0mm_BI 7,0 mm teksthoogte Bold Italic Het toepassen van eigen tekststijlen is niet toegestaan. 1.2.12. Bematingsstijlen Tabel 6 Alleen onderstaande annotatieve bematingsstijlen mogen worden gebruikt voor het CAD tekenwerk dat ten behoeve van de DVD wordt gerealiseerd. Bematingen dienen te worden geplaatst op een daartoe bestemde laag in modelspace. Naam DVD_ALG 1.8 DVD_ALG 2.5 Omschrijving 1,8 mm teksthoogte 2,5 mm teksthoogte Pagina 14 van 57

Naam DVD_ALG 3.5 Omschrijving 3,5 mm teksthoogte DVD_ALG 5.0 5 mm teksthoogte Het toepassen van eigen bematingsstijlen is niet toegestaan. 1.2.13. Arceringen Tabel 7 De standaard arceringpatronen van AutoCAD mogen worden gebruikt eventueel aangevuld met disciplinegerichte arceringen. Arceringen worden geplaatst op een aparte aan te maken layer behorende bij het te arceren onderdeel. Vanwege de zwaarte van een tekening moeten arceringen zo sober mogelijk worden toegepast. BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.13 3.2.13 3.2.15 4.1.13 5.1.2.11 1.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek De toe te passen kaders en onderhoeken maken deel uit van de symbolen- en elementenbibliotheek. Alleen symbolen uit de DVD bibliotheken en de symbolen die in de voor die discipline dan wel product toegestane en gebruikte vertical ingebouwd zijn mogen worden toegepast. 1.2.15. Schalen De schaal wordt bepaald per Viewport met behulp van de ScaleList. Alleen onderstaande schalen mogen worden gebruikt. Schaal 1:500.000 1:200.000 1:100.000 1:50.000 1:20.000 1:10.000 1:5.000 1:2.000 1:1.000 1:500 1:200 1:100 1:50 1:20 1:10 1:5 1:2 1:1 1:-- Tabel 8 Pagina 15 van 57

Het gebruik van het commando Zoom i.c.m. met een XP factor wordt afgeraden. Indien toch voor deze laatste methode wordt gekozen, dan dient de Annotation Scale van de viewport via de properties handmatig in dezelfde schaal te worden ingesteld. Hierdoor zullen eventuele annotatieve objecten in Modelspace, correct worden weergegeven in de betreffende viewport. BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.15 3.2.15 3.2.15 4.1.13 5.1.2.11 1.2.16. Plot/Printstijl Binnen de DVD wordt er met verschillende PlotStyle Tables gewerkt. In de discipline hoofdstukken worden deze beschreven. De tekening in paperspace wordt standaard geplot met een schaalfactor 1:1. BK ET Wtb TT VGI_V VGI_C VGI 2.2.16 3.2.16 3.2.16 4.1.14 5.1.2.12 Pagina 16 van 57

2 BOUWKUNDE In dit hoofdstuk worden de aanvullende software, afwijkende instellingen en inrichting ten behoeve van al het bouwkundig CAD-tekenwerk beschreven. De in dit hoofdstuk beschreven onderdelen prevaleren boven de onderdelen zoals beschreven in het Algemene hoofdstuk. Indien in een paragraaf geen aanvullende eisen beschreven zijn, is de betreffende paragraaf uit het hoofdstuk Algemeen van toepassing. 2.1 CAD-BESTANDEN 2.1.1. Bestandsformaat Geen aanvullende eisen op paragraaf 1.1.1 2.1.2. Opleveringsvoorwaarden. Geen aanvullende eisen op paragraaf 1.1.2 2.1.3. Opleverinstellingen Geen aanvullende eisen op paragraaf 1.1.3 2.1.4. Systeemvariabelen Geen aanvullende eisen op paragraaf 1.1.4 2.2 INSTELLINGEN 2.2.1. Standaardisering Naast de onder 1.1.1 genoemde AutoCAD versie wordt er ten behoeve van het bouwkundig CAD-tekenwerk gebruik gemaakt van de vertical AutoCAD Architecture 2008 gecombineerd met de Cadata localizer. Gelet op de beperkte hoeveelheid beschikbare/vrijgegeven functionaliteit van de vertical wordt het gebruik ervan vooralsnog niet dwingend voorgeschreven maar aangeboden als mogelijke keuze. Toekomstige ontwikkelingen zullen ertoe leiden dat het gebruik van de vertical op termijn niet meer vrijblijvend is. T.b.v. het bouwkundig CAD-tekenwerk dat extern vervaardigd wordt, zal een template ter beschikking gesteld worden, waar de DVD tekenmethodiek in opgenomen is. Pagina 17 van 57

2.2.2. Profielen In afwijking van de onder 1.2.2 genoemde profielen mag ten behoeve van Bouwkundig CAD-tekenwerk alleen het profiel DVD_BWK gebruikt te worden. 2.2.3. Templates I.v.m. beperkingen van het huidige document beheersysteem, is het niet toegestaan om meer dan één paperspace layout per tekening te gebruiken. Enige uitzondering hierop zijn de zgn. detailboeken. Wanneer een template in meerdere paperspace layouts voorziet, is het derhalve noodzakelijk om alle overbodige layouts voor oplevering uit de tekening te verwijderen. 2.2.4. Opslaan Geen aanvullende eisen op paragraaf 1.2.4 2.2.5. Eenheden Bouwkundig tekenwerk dient op basis van hele millimeters te worden vervaardigd. 2.2.6. Papierformaten De te gebruiken papierformaten voor bouwkundig tekenwerk zijn conform NEN2302 Tekeningen in de bouw zoals in de tabel in paragraaf 1.2.6 is weergegeven. Het verdient aanbeveling het gebruik van formaat A0 zoveel mogelijk te beperken, omdat tekeningen op dit formaat over het algemeen lastig zijn te hanteren. 2.2.7. Lagen In bouwkundige CAD bestanden wordt alle data per bouwelement en lijndikte (aanzicht, doorsnede, etc.) van elkaar gescheiden door het toepassen van lagen (layers). Hiervoor is een methodiek ontwikkeld die gebaseerd is op het GB-CAS 4 versie 1. Het principe van deze methodiek wordt in onderstaande tabel verwoord. Voorbeeld van een laagnaam A--L21A_Buitenwanden Positie Positieverklaring Positie 1 A Discipline, intern standaard A Positie 2 - Subdiscipline, wordt niet toegepast Positie 3 - Status, wordt niet toegepast Positie 4 - Entiteit, vast karakter L Positie 5 en 6 21 NlSfB code voor buitenwanden Positie 7 A t/m I,Z Schermkleur 1 t/m 9 en Z als arceerlaag Positie 8 en verder _Buitenwanden Omschrijving van het gebouwelement Tabel 9 In een definitief bestand dienen alle lagen, welke niet opgebouwd zijn conform bovenstaande methodiek of die van de toegestane vertical, verwijderd te zijn. Zie bijlage 2.1 Bouwkundige lagen 2.2.8. Kleuren en Lijndikten Zolang hoge capaciteit grootformaat kleurenprinters en -copiers geen gemeengoed zijn, dienen representaties van bouwkundig tekenwerk op papier immer zwart-wit met grijstinten te zijn. Het gebruik van schermkleuren in bouwkundige CAD bestanden is onlosmakelijk gekoppeld aan de lijndikte op papier, zie hiervoor ook 2.2.16. Daarnaast is het Pagina 18 van 57

gebruik van schermkleuren gekoppeld aan lagen. Dit betekent dat de kleur van alle entiteiten colorbylayer is. Enige uitzondering betreft een zogenaamde Solid arcering, waarbij per laag naast de laagkleur een grijstint is toegestaan. Voor het gebruik van lijndikten in een tekening is paragraaf 2.3 van NEN 2302:1983 van toepassing. 2.2.9. Lijntypen Ten behoeve van bouwkundig CAD-tekenwerk kunnen onderstaande lijntypen toegepast worden. Lijntype Schematische representatie Getrokken lijn Streeplijn Gemengde streeplijn Stippellijn WBDBO_030 WBDBO_060 WBDBO_090 WBDBO_120 WBDBO_150 WBDBO_180 WBDBO_210 ----X----X----X----X-- ----XX----XX----XX----XX-- ----XXX----XXX----XXX----XXX-- ----X120X----X120X----X120X----X120X-- ----X150X----X150X----X150X----X150X-- ----X180X----X180X----X180X----X180X-- ----X210X----X210X----X210X----X210X-- WBDBO_240 Een getrokken lijn wordt toegepast voor: Zichtbare begrenzingslijn Arceringslijn Maatlijn en hulplijn Roosterlijn Een streeplijn wordt toegepast voor: Niet zichtbare begrenzingslijn Arceringslijn Een gemengde streeplijn wordt toegepast voor: Hartlijn Stramien Doorsnedelijn Afbreeklijn ----X240X----X240X----X240X----X240X-- Tabel 10 In aanvulling op paragraaf 1.2.9 dient tbv bouwkundig tekenwerk het gebruik van losse lijnen [line] zoveel als mogelijk worden voorkomen. In plaats daarvan dient men het gebruik van gesloten polylijnen [pline] te maximaliseren. Dit om relatief eenvoudig te kunnen arceren en om het getekende eenvoudig te kunnen manipuleren. 2.2.10. Lettertypen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.10 Pagina 19 van 57

2.2.11. Tekststijlen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.11 2.2.12. Bematingsstijlen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.12 2.2.13. Arceringen In aanvulling op 1.2.13 dienen de arceringen ten behoeve van bouwkundig tekenwerk conform NEN 47 te worden toegepast 2.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.14 2.2.15. Schalen Indien twee of meer afbeeldingen op verschillende schalen op één tekening voorkomen, dient niet alleen bij elke afbeelding de schaal aangegeven te zijn, maar dienen ook alle toegepaste schalen in de onderhoek vermeld te zijn. Schaal Opmerkingen 1:20.000 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:10.000 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:5.000 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:2.000 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:1.000 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:500 Niet opnemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:200 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:100 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:50 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:20 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:10 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:5 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:2 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen 1:1 Op te nemen in standaard lijst van annotatieve schalen Tabel 11 2.2.16. Plot/Printstijl De te gebruiken Plotstyletable bij het afdrukken van bouwkundig tekenwerk is de DVD_ALG.ctb file. In bijlage 2.1 Plotstyle table DVD_ALG.ctb is beschreven hoe dit bestand is ingericht. 1.2.16 Pagina 20 van 57

3 INSTALLATIETECHNIEK In dit hoofdstuk worden de aanvullende en/of afwijkende instellingen beschreven die gelden voor technisch tekenwerk voor elektrotechnische- en werktuigbouwkundige installaties. Het betreft hier alle voor het werk specifiek vervaardigde tekeningen die toe behoren aan de geleverde installatie(s). Technisch revisietekenwerk wordt veelal geleverd in het kader van een project -ook wel een 'werk' genoemd- voor de realisatie van nieuwbouw, verbouw, aankoop, aanhuur en onderhoud van huisvesting. De DVD treedt vanuit zijn rol in de realisatie en instandhouding van huisvesting veelal op als eindopdrachtgever van een dergelijk project. Aan het technisch revisietekenwerk conform deze norm wat vervaardigd in het kader van een dergelijk project worden de volgende algemene inhoudseisen gesteld: In het technisch tekenwerk wordt de gerealiseerde situatie ter plaatse weergegeven: de 'as built' situatie; In het technisch revisietekenwerk wordt niet méér getekend dan onder handen is in de scope van het project 2 ; Eerder getekende informatie (informatie gebruikt voor en tijdens de realisatie van het werk) wordt eveneens getekend in het bijbehorende technisch revisietekenwerk. De getekende informatie in het technisch revisietekenwerk van een werk wordt in een zo beperkt mogelijke set tekeningen vastgelegd. De getekende informatie in de volledige set technisch revisietekenwerk van een werk mag niet onderling strijdig zijn. 3.1 CAD-BESTANDEN 3.1.1. Bestandsformaat Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.1.1 3.1.2. Opleveringsvoorwaarden Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.1.2 2 Als het voor algemene oriëntering en/of lokalisering van bouwcomponenten nodig is meer weer te geven dan er binnen de scope van het project onderhanden is, geef het meerdere dan bij voorkeur weer in een schematische of vereenvoudigde weergave. Pagina 21 van 57

3.1.3. Opleverinstellingen De CAD-bestanden 3 voor technisch revisietekenwerk bevatten geen koppelingen naar externe databases 4. Alle restinformatie binnen deze CAD-bestanden, als gevolg van dergelijke 'database-connectivity' uit het verleden, is niet meer aanwezig. 3.1.4. systeemvariabelen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.1.4 3.2 INSTELLINGEN 3.2.1. Standaardisering Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.1.1 3.2.2. Profielen In afwijking van de onder 1.2.2 genoemde profielen mag ten behoeve van Elektrotechnisch CAD-tekenwerk alleen het profiel DVD_ET en voor Werktuigbouwkundig CAD-tekenwerk alleen het profiel DVD_WT gebruikt worden. 3.2.3. Templates Layout tabs Binnen een CAD-bestand kunnen er verschillende layout tabs aangemaakt worden. Het gebruik van layout tabs is aan de volgende regels gebonden: Voor alle layout tabs geldt: 1 drawing unit = 1 millimeter; Objectgebonden entiteiten worden uitsluitend geplaatst in modelspace (in de layout tab Model ); Tekeningen en/of tekeninggebonden entiteiten komen hier niet in voor; Bouwcomponenten worden altijd met schaal 1:1 getekend binnen modelspace; Tekeningen en/of tekeninggebonden entiteiten worden uitsluitend geplaatst in paperspace. Objectgebonden entiteiten komen hier niet in voor; Binnen een CAD-bestand kunnen zich meerdere tekeningen bevinden. Elke tekening bevat slechts één titelblok; Binnen elke layout tab (anders dan de layout tab 'Model') is er slechts één tekening gedefinieerd; Binnen het CAD-bestand bevinden zich geen layout tabs die leeg zijn. Naamgeving van layout tabs Binnen een CAD-bestand kunnen er verschillende layout tabs aangemaakt worden. De naamgeving van layout tabs is aan de volgende regels gebonden: Het eerste, meest linkse, layout tab heeft de naam Model en bevat de modelspace van het CAD-bestand; De overige layout tabs hebben een unieke naam binnen de verzameling layout tab-namen voor technisch revisietekenwerk met betrekking tot een werk. De naam van een layout-tab is betekenisvol binnen het technisch revisietekenwerk met betrekking tot een werk. Modelspace Binnen elk CAD-bestand zijn drawing limits gedefinieerd in modelspace. Het getekende werk (inclusief het bijbehorende terrein) in een CAD-bestand bevindt zich volledig binnen deze drawing limits én binnen het 1e kwadrant van het WCS, 3 Met CAD-bestand wordt in deze norm altijd een bestand bedoeld wat technisch revisietekenwerk bevat en een Autocad-bestand is zoals omschreven in paragraaf 1.1.1 Bestandsformaat. 4 Voor hoogwaardig technisch revisietekenwerk waarvoor database koppelingen van grote waarde is kan het zinnig zijn deze database koppelingen te behouden. In deze gevallen beslist de DVD-projectmanager over de wijze van aanlevering. Pagina 22 van 57

met de linker onderhoek van het werk (inclusief het bijbehorende terrein) nabij de oorsprong. 3.2.4. Opslaan Basiseisen voor opslag Het is niet toegestaan om op welke wijze dan ook kopieën te maken van de bestanden, behoudens een werkkopie op de harde schijf. Na beëindigen van de werkzaamheden dient deze kopie gewist te worden. Het is niet toegestaan om de bestanden op welke wijze dan ook ter beschikking te stellen aan derden zonder schriftelijke toestemming van de Dienst Vastgoed Defensie. Het is toegestaan om plots van de bestanden te behouden. Na beëindigen van de werkzaamheden dient u de originele gegevensdragers te retourneren, conform de in de overeenkomst vermelde termijn. De aangeleverde bestanden (CAD-bestanden en fysieke tekeningen) vervaardigd volgens deze norm worden samen met een tekenlijst opgeleverd. Deze tekeninglijst bevat van een set bestanden met technisch revisietekenwerk per aangeleverd bestand één registratieregel met in die registratieregel een overzicht van de daarbij horende kenmerken. Een lege tekeninglijst met daarin een overzicht van de te registreren kenmerken is verkrijgbaar via de DVD samen met deze norm. Zie Bijlage 3: Tekeninglijst voor een overzicht van deze kenmerken en de specifieke eisen die hieraan gesteld worden. Per bestand worden alle te registreren kenmerken uit deze tekeninglijst voorzien van een correcte waarde. In Bijlage 3: Tekeninglijst is aangegeven welke tekeningkenmerken uit de tekeninglijst moeten corresponderen met een tekeningkenmerk in een titelblok van een tekening. Mappenstructuur Bestanden, onderdeel van een set bestanden voor technisch revisietekenwerk, worden aangeleverd in één map zonder submappen Bestandsnaam Elk bestand heeft een unieke bestandsnaam binnen de verzameling bestandsnamen voor technisch revisietekenwerk van een werk. Bestandsgrootte Bestanden, onderdeel van een set bestanden voor technisch revisietekenwerk, zijn niet groter dan 10 Megabyte. In die gevallen waar deze maximum bestandsgrootte overschreden wordt, of dreigt te worden, wordt contact opgenomen met de DVD voor overleg over te nemen maatregelen. Titelblok Elke -binnen een CAD-bestand gedefinieerde- tekening is voorzien van een titelblok. Binnen een titelblok worden tekeninggebonden kenmerken vastgelegd. In Bijlage 3: Tekeninglijst is aangegeven welke kenmerken uit de tekeninglijst moeten corresponderen met een kenmerk in het desbetreffende titelblok. De onderhoeken moeten op de juiste wijze worden ingevuld. Het is voor tekenwerk door derden toegestaan om boven de DVD onderhoek ten tijde van de voorbereiding en de uitvoering een eigen kenmerk te voeren. Ten tijde van de overdracht moeten alle niet DVD kenmerken zijn verwijderd. Kaders en onderhoeken komen alleen voor in de paperspaces. Layouts-templates worden beschikbaar gesteld door de DVD. 3.2.5. Eenheden Installatietechnisch tekenwerk dient op basis van millimeters te worden vervaardigd. Hoogtematen Voor het aangeven van hoogtematen in een tekening is NEN 2302:1983 van toepassing (paragraaf 5.3.2), tenzij elders binnen deze norm anders of specifieker Pagina 23 van 57

is omschreven. Hoogtematen worden gesteld in millimeters. Hoogtematen worden altijd aangegeven in millimeters boven (+) of onder (-) het vastgestelde peil. Hoogtematen van bovenzijden 5 van horizontale vlakken worden in deze norm peilmaat genoemd. Maataanduiding Voor maataanduidingen binnen CAD-bestanden mag geen gebruik gemaakt worden van text overrides om, bijvoorbeeld, maatafwijkingen in getekende bouwcomponenten te corrigeren. Het veld text override in de properties-toolbar (bij selectie van een dimension) moet leeg zijn. Voor de tekenwijze van maataanduidingen in een tekening is, tenzij elders binnen deze norm anders of specifieker omschreven, NEN 2302:1983 (hoofdstuk 5; inclusief de in 5.1.1 aangegeven voorkeuren) van toepassing. 3.2.6. Papierformaten De tekeningen in de layout tabs van CAD-bestanden zijn gedefinieerd als A-formaat volgens NEN 379:2003. Verlenging van A-formaten vindt plaats volgens NEN 2302:1983 (paragraaf 2.1). Daarnaast is verlenging van een A4-formaat conform deze methode toegestaan tot een maximaal formaat van 297x1680 mm (8 keer A4 over de lange zijde), toepassing van een verlengd A0-formaat is toegestaan tot een maximaal formaat van 841x2378 mm (2 keer A0 over de korte zijde). Alle tekeningen binnen één type projectie binnen één discipline binnen een werk hebben hetzelfde papierformaat De volgende formaten zijn niet toegestaan: A3-P A2-P A1-P A0-P 297 x 420 (staand) 420 x594 (staand) 594 x 841 (staand) 841 x1189 (staand) 3.2.7. Lagen Binnen een CAD-bestand moet informatie gescheiden worden. Dit vindt plaats door verschillend geclassificeerde entiteiten te tekenen in verschillende layers. Aan het gebruik van layers worden de volgende basiseisen gesteld: Er mogen binnen het CAD-bestand, met uitzondering van layer 0 (nul) en defpoints, geen layers voorkomen die niet aan de layernaamgeving in deze norm voldoen. Er mogen geen layers voorkomen waarbinnen zich geen entiteiten bevinden (geen lege layers), met uitzondering van layer 0 (nul). In layer 0 (nul) mogen zich geen entiteiten bevinden anders dan meervoudige blocks of external references. Entiteiten worden slechts geplaatst in de daarvoor gedefinieerde layers. In layer defpoints worden geen entiteiten geplaatst, anders dan de (hulp-)entiteiten die Autocad automatisch genereert in deze layer bij het tekenen van bijvoorbeeld een dimension. Bij oplevering van CAD-bestanden aan de DVD moet layer 0 (nul) ingesteld worden als current layer. In installatietechnisch tekenwerk wordt onderscheid gemaakt tussen disciplineonafhankelijke en disciplineafhankelijke layers. Het onderscheid tussen disciplineonafhankelijke en disciplineafhankelijke layers wordt vooral bepaald door het gebruik en de betekenis. In disciplineonafhankelijke layers worden entiteiten geplaatst die gebruikt kunnen worden dwars door alle disciplines heen of die van 5 Voor vloeren is dit de bovenzijde van de afgewerkte vloer. Pagina 24 van 57

betekenis zijn voor alle disciplines. In disciplineafhankelijke layers worden entiteiten geplaatst die gebruikt kunnen worden binnen één discipline of van betekenis zijn voor één discipline. Voor zowel de naamgeving van disciplineonafhankelijke layers als voor de naamgeving van disciplineafhankelijke layers is het GB-CAS 4.0 van toepassing. 3.2.8. Kleuren en Lijndikten Voor het gebruik van lijndikten in een tekening is paragraaf 2.3 van NEN 2302:1983 van toepassing 3.2.9. Lijntypen Voor de toepassing van lijnsoorten en lijnsymbolen in een tekening is NEN 2302:1983 van toepassing (paragraaf 4.1). Alle afwijkende lijntypen (anders dan getrokken en gestippelde lijnen) worden verklaard in een renvooi. Indien noodzakelijk voor een goed begrip van de tekening kan een afwijkend lijntype voorzien worden van een verklarende tekst in de tekening in modelspace. Verklaring van afwijkende lijntypen in een renvooi geldt niet voor: Stramienlijnen. Afbreeklijnen. Componentprojecties. Het resultaat van visualisatie naar andere media (van de tekening(en) binnen het CAD-bestand) bevat slechts lijntypen die goed zichtbaar en te onderscheiden zijn. 3.2.10. Lettertypen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.10 3.2.11. Tekststijlen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.11 3.2.12. Bematingsstijlen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.12 3.2.13. Arceringen Voor het gebruik van arceringen in een tekening zijn NEN 2302:1983 (paragraaf 2.5) en GB-CAS 4.0 van toepassing. Bij strijdigheid van deze normen gaan de eisen in GB-CAS 4.0 boven de eisen in de NEN 2302:1983. Het resultaat van visualisatie naar andere media (van de tekening(en) binnen het CAD-bestand) bevat arceerpatronen die goed zichtbaar en te onderscheiden zijn. Daarnaast zijn de arceerpatronen in dezelfde componentdoorsnijdingen en in het daarmee corresponderende renvooi hetzelfde binnen het technisch (revisie)tekenwerk van één werk. 3.2.14. Symbolen- en Elementenbibliotheek Gebruik van blocks Hoofduitgangspunt is dat bouwcomponenten die repeterend voorkomen in het werk ook repeterend voorkomen in het technisch revisietekenwerk van dat werk. Dit gebeurt door gebruik te maken van repeterende plaatsing van gelijke blocks. Hetzelfde geldt voor repeterende informatie in het technisch revisietekenwerk zelf. Het gebruik van blocks voldoet aan de eisen gesteld in GB-CAS 4.0. Bij plaatsing van blocks waarin attributes opgenomen zijn, moet ten minste één van de attributes binnen dat block van een value worden voorzien. Pagina 25 van 57

Naamgeving van blocks De naamgeving van blocks voldoet aan GB-CAS 4.0. 3.2.15. Schalen Geen aanvullende eisen op het paragraaf 1.2.125 3.2.16. Plot / Printstijl Van elke tekening -aanwezig in de CAD-bestanden behorend tot de verzameling technisch revisietekenwerk van een werk- wordt een visualisatie in pdfbestandsformaat geleverd. Dit naast de levering van de CAD-bestanden zelf. De weergegeven onderdelen in deze pdf-bestanden moeten goed zichtbaar en te onderscheiden zijn, ook bij visualisatie van deze pdf-bestand naar papier als medium met een afdrukschaal 1:1. Vouwen Gevisualiseerde tekeningen naar papier als medium worden gevouwen volgens NEN 2302:1983 (paragraaf 2.2) of NEN 379:2003. Oriëntatie De oriëntatie van het werk zowel in het WCS als in de viewports van de tekeningen is vrij te bepalen. Het heeft echter de voorkeur om een zodanige oriëntatie te kiezen dat de noordpijl in de tekening naar de bovenzijde van het tekeningkader wijst. Plattegrondtekeningen worden voorzien van een noordpijl. Ordening van afbeeldingen Voor de ordening van afbeeldingen in een tekening is NEN 2302:1983 van toepassing (paragraaf 3.3). Symbolische informatie Voor symbolische informatie zijn de geldende normen van toepassing. Voor de visualisatie naar andere media van symbolische informatie in een tekening is NEN 2302:1983 van toepassing (hoofdstuk 4). Renvooi Alle, in een tekening voorkomende, arceringen, symbolen en afwijkende linetypes dienen in een renvooi te worden opgenomen met de verklaring ervan. Overzichttekening Wanneer binnen een tekening slechts een onderdeel van een werk (bijvoorbeeld een bouwdeel, een ruimte of een detail) afgebeeld wordt dan wordt er een overzichttekening geplaatst boven het titelblok. Een overzichttekening moet zodanig worden geplaatst dat deze zichtbaar blijft op de gevouwen tekening. De overzichttekening maakt duidelijk waar het desbetreffende onderdeel van het werk zich bevindt binnen het totaal gerealiseerde werk. Een overzichttekening bevat bijvoorbeeld de volgende informatie: een schematische situatietekening, een schematische plattegrond van het werk waarop het totaal en het beschouwde deel is aangegeven; een schematische doorsnede van het werk waarop verdieping of kijkrichting is aangegeven. beschreven. Het bestaande wettelijk kader is hiervoor eerste uitgangspunt. Pagina 26 van 57

3.2.17. Afspraken en Richtlijnen Het tekenwerk en de gebruikte symbolen dienen te voldoen aan wat bepaald is in de geldende NEN-normen en praktijkrichtlijnen (NPR) voor de installatietechniek. Basisprincipes voor technisch revisietekenwerk Technisch revisietekenwerk bestaat uit tweedimensionaal (2D) tekenwerk. Het GB CAD-afsprakenstelsel versie 4.0 6 is van toepassing. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de basisprincipes van 2D-tekenwerk die in deze norm gehanteerd worden. Projectievlak Bij het tweedimensionaal tekenen wordt gebruik gemaakt van een projectievlak. Het projectievlak is een virtueel vlak binnen of buiten een gebouw waarin bouwcomponenten loodrecht geprojecteerd worden. In het WCS in het CADbestand worden deze loodrechte projecties van bouwcomponenten getekend. In het tekenwerk wordt uitsluitend gebruik gemaakt van horizontale (bijvoorbeeld plattegronden) en verticale projectievlakken (bijvoorbeeld doorsneden en gevels). Ten opzichte van het projectievlak zijn er voor ieder bouwcomponent drie mogelijke posities: 1. Achter/onder het projectievlak: het componentaanzicht; 2. In het projectievlak: de componentdoorsnijding; 3. Voor/boven het projectievlak: de componentprojectie. In een CAD-bestand is de positie van het projectievlak gedefinieerd en de positie van componentaanzichten, - doorsnijdingen en -projecties ten opzichte van dit projectievlak ondubbelzinnig afleesbaar. Entiteiten getekend in het WCS Er worden in het projectievlak slechts één- en tweedimensionale entiteiten getekend met een elevation, Z-waarde, thickness en een linewidth van 0 (nul) in het World Coördinate System (WCS). De eigenschappen van entiteiten worden slechts gedefinieerd by Layer of by Entity. Het tekenen van twee of meer exact dezelfde entiteiten op dezelfde positie in het WCS is niet toegestaan. Verder geldt ten aanzien van de eigenschappen van entiteiten het volgende: De global width staat altijd ingesteld op default, de waarde voor deze default is 0 (nul). Dit geldt ook voor alle subentiteiten van een entiteit; Onderscheid tussen (soorten) entiteiten wordt slechts gemaakt in de eigenschappen color en linetype; Dikte van lijnen voor visualisatiedoeleinden wordt slechts gedefinieerd middels koppeling van lijndikten aan een specifieke color (zie hiervoor GB-CAS 4.0). Gebruik van external references Gebruik en plaatsing van external references in de modelspace van een CADbestand is niet toegestaan 7. Objectgebonden tekst Objectgebonden tekst wordt geplaatst in een daarvoor geëigende disciplineafhankelijke layer Stramien Voor het definiëren van stramienen in een tekening is NEN 2302:1983 (paragraaf 4.1) van toepassing. Tekeningsoort Technisch revisietekenwerk is opgebouwd conform NPR 2570:1986, hoofdstuk 2 6 GB CAD-afsprakenstelsel (GB CAS), versie 4.0 7. Waar in deze norm gesproken wordt over dit CAD-afsprakenstelsel zal de term GB CAS 4.0 gebruikt worden. Het GB-CAS 4.0 is een uitgave van de stichting STABU en is verkrijgbaar via http://www.gbcas.nl/home 7 Indien bij de productie van het technisch revisietekenwerk gebruik is gemaakt van external references dan worden deze voor oplevering in de tekening geïncorporeerd door middel van het commando bind en de optie bind as block Pagina 27 van 57