WATERTOETS Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV Concept D Opdrachtgever : Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV. Projectnummer : 2009380 Status : concept D Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum : 20 september 2011 ADCIM b.v. Rembrandtlaan 650 3362 AW Sliedrecht Tel. 0184 677500 Fax. 0184 617790 Info: algemeen@adcim.nl
INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN... 3 2. BELEIDSKADER... 4 3. OVERZICHT BOUWPLAN... 5 4. OPPERVLAKTENANALYSE... 6 5. BESTAAND WATERSYSTEEM... 7 5.1. Hemelwater en afvalwater... 7 5.1.1. hemelwater... 7 5.1.2. afvalwater... 7 5.2. Oppervlaktewater... 7 5.3. Waterkering... 9 5.4. Kwel... 10 5.5. grondwater... 10 5.6. rioolgemaal... 11 6. TOEKOMSTIG WATERSYSTEEM... 13 6.1. Hemelwater en afvalwater... 13 6.1.1. Hemelwater... 13 6.1.2. afvalwater... 13 6.2. Oppervlaktewater... 14 6.3. Waterkering... 16 6.4. Kwel... 16 6.5. Grondwater... 16 6.6. rioolgemaal... 17 7. SAMENVATTING... 18 Bijlage 1, berekening verloop waterstand wegfundering... 21 Bijlage 2, overzicht bouwplan... 23 Bijlage 3, overzicht oppervlakten bestaande situatie... 24 Bijlage 4, overzicht oppervlakten nieuwe situatie... 25 Bijlage 5, toegestane peilstijging... 26 2
1. Algemeen In het kader van een ruimtelijke onderbouwing is door Adcim een watertoets opgesteld voor het bouwplan Dorpsweg 24 te Zijderveld. In dit stuk worden watergerelateerde zaken zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt. Na bespreking kunnen de verschillende elementen worden verwerkt tot een definitieve watertoets, welke bruikbaar is voor de te volgen RO procedures. 3
2. Beleidskader Het plangebied van de bouwlocatie ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. Op grond van de Waterschapswet is het waterschap belast met de zorg voor het waterbeheer binnen haar beheersgebied. Deze taak omvat de zorg voor zowel de waterkeringen als het oppervlaktewater in kwantitatief en kwalitatief opzicht. De watertoets en de uitgangspunten hiervoor zijn gebaseerd op landelijk gemaakte afspraken en landelijke documenten. Dit zijn: Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000) Nationaal Bestuursakkoord Water (2 juli 2003) Landelijke Handreiking Watertoets 2 (RIZA, december 2006) De watertoets is ook verankerd in de het Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap Rivierenland 15 december 2008). Het waterschap hanteert voor het opstellen en beoordelen van de watertoets 4 thema s: Thema 1 (Waterneutraal inrichten) gaat over het belang van voldoende waterberging bij ruimtelijke ingrepen. Daarmee wordt voorkomen dat wateroverlast kan ontstaan bij hevige neerslag. Thema 2 (Schoon inrichten) gaat over het belang van het bereiken van een goede waterkwaliteit bij ruimtelijke plannen. Thema 3 (Veilig inrichten) gaat over het respecteren van de het goed functioneren van de waterkeringen. Thema 4 (Bijzondere wateren en voorzieningen) gaat tenslotte over wateren met een specifieke functie en voorzieningen zoals zuiveringsinstallaties. Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is staat beschreven in: de Europese Kaderrichtlijn Water (december 2000); het Waterbeleid 21e eeuw/ Nationaal Bestuursakkoord Water (2003); Waterbeheerplan 2010-2015 WSRL; ontwerp provinciaal Waterplan 2010-2015 Utrecht; stedelijk waterplan gemeente Vianen. Samengevat geldt in al deze plannen de ontwikkeling van een duurzaam watersysteem als uitgangspunt. Concreet kan dat worden uitgewerkt door: (grond)water neutraal bouwen; infiltratie of berging van hemelwater binnen het plangebied; beperken van het verhard oppervlak; maatregelen ter voorkoming van (grond)watervervuiling; niet gebruiken van uitloogbare materialen. Bij alle werkzaamheden die in en rond oppervlaktewater plaatsvinden geldt tenslotte dat deze onderhavig zijn aan de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), het Bouwstoffenbesluit en de Keur van het waterschap. Indien bij o.a. het uitvoeren van onderhoudswerken, het plaatsen van bouwwerken en het lozen uit een werk wordt afgeweken van deze regelgeving, dient hiervoor schriftelijk vergunning / ontheffing te worden aangevraagd bij het waterschap. 4
3. Overzicht bouwplan De ligging van het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur. Bouwplan westelijk Bouwplan oostelijk Figuur 1, overzicht ontwikkeling Het plangebied is gelegen in de bestaande kern Zijderveld en is verdeeld over een gedeelte ten westen van de Dorpsweg en een gedeelte ten oosten van de Dorpsweg. Het bouwplan omvat: Westzijde Dorpsweg: 8 gestapelde woningen 4 rijtjeswoningen 4 twee onder één kap woningen Dorpshuis / sporthal Oostzijde Dorpsweg: 14 woningen in 3 woonlagen met algemene ruimte. De bestaande bebouwing binnen de plangrenzen wordt gesloopt. Een gedeelte van de bestaande sporthal blijft gehandhaafd. Een overzicht van het bouwplan is opgenomen in bijlage 2. 5
4. Oppervlaktenanalyse De oppervlakten in de bestaande situatie zijn samengevat in onderstaande tabel. LOCATIE A LOCATIE B TOTAAL onderdeel oppervlak (m2) oppervlak (m2) oppervlak (m2) bebouwing 905 378 1.283 erfverharding* 1.059 0 1.059 4.061 openbare weg 823 896 1.719 water 94 0 94 onverhard 3.266 155 3.421 totaal 6.147 1.429 7.576 * gerekend met 30% onbebouwd oppervlak Tabel 1 overzicht verhard oppervlak bestaande situatie Door uitvoering van het bouwplan wordt de oppervlakteverdeling als volgt gewijzigd: LOCATIE A LOCATIE B TOTAAL onderdeel oppervlak (m2) oppervlak (m2) oppervlak (m2) bebouwing 2.005 634 2.639 openbare weg 2.433 117 2.550 5.691 kavels verhard* 299 203 502 openbaar groen 617 0 617 kavels onverhard 699 475 1.174 water 94 0 94 totaal 6.147 1.429 7.576 * gerekend met 30% onbebouwd oppervlak Voor het totale plangebied leidt dit tot de volgende oppervlaktebalans: bestaand nieuw saldo onderdeel oppervlak (m2) oppervlak (m2) oppervlak (m2) verhard 4.061 5.691 1.630 onverhard 3.421 1.791-1.630 water 94 94 0 totaal 7.576 7.576 0 Tabel 2 overzicht oppervlakten plangebied nieuwe situatie De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met 1.630 m2. De hoeveelheid water blijft gelijk. De hoeveelheid onverhard terrein neemt af met 1.630 m2. Een overzichtstekening van de oppervlakten in bestaande en nieuwe situatie is opgenomen in de bijlagen. 6
5. Bestaand watersysteem 5.1. Hemelwater en afvalwater 5.1.1. hemelwater Het terrein is in de bestaande situatie voor een aanzienlijk deel verhard. Niet bekend is hoe de afvoer van het regenwater op dit moment precies plaatsvindt. Gelet op de ligging van het terrein is het aannemelijk dat een groot deel van het regenwater (dak en straat) rechtstreeks afstroomt op het omliggende oppervlaktewater. 5.1.2. afvalwater In de bestaande situatie vindt DWA afvoer plaats vanuit de 6 woningen, het dorpshuis en de sporthal. De op basis van kentallen ingeschatte DWA belasting voor de bestaande situatie is samengevat in onderstaande tabel. onderdeel aantal DWA belasting (st) (m3/uur) woningen 6 0,18 dorpshuis 1 0,9 sporthal 1 0,9 totaal 1,98 Tabel 3 DWA belasting bestaande situatie *inschatting op basis van kentallen De totale DWA belasting bedraagt ca. 1,98 m3/uur. 5.2. Oppervlaktewater Het oppervlaktewater rondom het plangebied binnen het plangebied is gelegen in twee afzonderlijke peilgebieden: Westzijde Dorpsweg: Naam peilgebied zomerpeil winterpeil 03-05-12 0,15-0,20 - Oostzijde Dorpsweg: Naam peilgebied zomerpeil winterpeil 03-05-09 0,00-0,15-7
Figuur 2 ligging peilgebied bron: peilbesluit Vijfheerenlanden, wsrl 8
Het watersysteem in en rond het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur. 000252 A gedeeld onderhoud 056026 Bmin 000294 A gedeeld onderhoud Figuur 3 watersysteem in en rond plangebied bron: leggerkaart Beneden Linge, wsrl Aansluitend op de plangrenzen bevinden zich een tweetal A-watergangen. Voor het A-water langs de Dorpsweg geldt een gedeelde onderhoudsverplichting. 5.3. Waterkering Het plangebied is gelegen in dijkring 16 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. In de directe nabijheid van plangebied zijn geen primaire of regionale waterkeringen aanwezig. 9
plangebied Figuur 4 ligging plangebied t.o.v. dijkring 5.4. Kwel Kwelproblemen zijn voor de bestaande situatie niet bekend. 5.5. grondwater Het plangebied is gelegen nabij een gebied met grondwatertrap III. De gegevens van deze grondwatertrap zijn als volgt: Grondwatertrap GHG GLG III < 40 80-120 De GHG binnen het plangebied ligt daarmee op minder dan 40 cm beneden maaiveld. De GLG varieert tussen de 80 en 120 cm MV. 10
III = H<40 L 80-120 Figuur 5 grondwatertrap Bron: bodemdata.nl 5.6. rioolgemaal In het plangebied bevindt zich het rioolgemaal Zijderveld, in beheer en eigendom van WSRL. Het rioolgemaal bevindt zich op een afzonderlijk perceel dat wat eigendom betreft geen onderdeel van de planvorming uitmaakt. Figuur 6 rioolgemaal Zijderveld Gezien vanuit het plangebied 11
Het rioolgemaal is rondom afgesloten met een hekwerk, waarvan de toegang zich bevindt aan de zijde van de Dorpsweg. De riolering vanuit het gemengde rioleringstelsel Zijderveld is aan de zijde van de Dorpsweg aangesloten op het rioolgemaal. De uitgaande persleiding vanuit het rioolgemaal volgt een tracé in noordelijke richting, evenwijdig aan de Dorpsweg, en ligt daarmee gedeeltelijk binnen de plangrenzen. Dit geldt ook voor de op het rioolgemaal afvoerende vrijverval riolering. Uitgaande persleiding vrijverval riolering Figuur 7 ligging rioolgemaal Zijderveld met leidingen Bron: klicmelding 12
6. Toekomstig watersysteem 6.1. Hemelwater en afvalwater 6.1.1. Hemelwater In geval van nieuw woongebied (in- en uitbreidingen, herinrichting) is het beleid van het waterschap gericht op het voorkomen van afvoer van hemelwater via riolering naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. In geval van nieuwe woonwijken wordt gestreefd naar het niet aankoppelen van 100% van het verhard oppervlak. Met de inwerkingtreding van het Besluit lozen buiten inrichtingen per 1 juli 2011, worden door het waterschap geen voorschriften meer gesteld voor het zuiveren van afvloeiend hemelwater. Conform par. 3.3 artikelen 3.3 en 3.4 van genoemd besluit is het lozen van hemelwater vanuit stedelijk gebied op het oppervlaktewater toegestaan. Dakwater zal zoveel mogelijk rechtstreeks worden geloosd. Bij de bouw zullen daarom geen uitloogbare materialen worden toegepast, of worden deze voorzien van een coating. Daken op kavels die niet aan oppervlaktewater zijn gelegen worden aangesloten op een aan te leggen RWA riool. De hoofdlijnen van de toekomstige hemelwaterafvoer zijn gegeven in figuur 8. DWA Afvoer aansluiting dakvlak Aansluiting Lozingspunt op gemeenteriool met (evt filtervoorziening via pompgemaal) en bypass RWA riool RWA riool Figuur 8 voorstel afvoer RWA nieuwe situatie riolering indicatief weergegeven, uiteindelijke vorm n.t.b. 6.1.2. afvalwater De DWA belasting vanuit de (16+14=) 30 nieuwe woningen bedraagt 30 x 2,5 x 10 l/uur = 0,75 m3/uur. De belasting vanuit Dorpshuis en sporthal wijzigt niet en blijft 1,8 m3/uur. De totale DWA belasting komt daarmee op 2,55 m3/uur. Ten opzichte van de bestaande situatie is dit een toename van ca. 0,57 m3/uur. 13
De DWA riolering kan worden aangesloten op het bestaande gemengde rioleringsysteem van de gemeente Vianen. Als dit wat hoogteligging betreft mogelijk is zal aansluiting plaats vinden onder vrijverval. Als rechtstreekse aansluiting niet mogelijk is zal een rioolgemaal geplaatst worden, dat de DWA afvoer verpompt naar de bestaande riolering. De hoofdlijnen van de toekomstige DWA afvoer zijn weergegeven in figuur 9. DWA aansluiting Aansluiting op gemeenteriool (evt via pompgemaal) RWA riool Figuur 9 voorstel afvoer DWA nieuwe situatie Bebouwing indicatief weergegeven, uiteindelijke vorm nog niet bekend De plaats van inprik op de bestaande riolering behoeft de goedkeuring van de gemeente. Tevens dient gecontroleerd te worden of het bestaande rioolgemaal de extra DWA belasting kan verwerken. Gezien de zeer geringe toename worden geen problemen verwacht. 6.2. Oppervlaktewater Het oppervlaktewatersysteem blijft in de nieuwe situatie ongewijzigd. Met betrekking tot het oppervlaktewater is wel de toename van het verhard oppervlak van belang. De initiatiefnemer is verplicht om voldoende waterberging te realiseren voor nieuw stedelijk gebied. Dit als compensatie voor de toename aan verhard oppervlak. Een toename aan verharding mag niet leiden tot een verhoogde afvoer van water uit het plangebied, ten opzichte van de oorspronkelijke situatie (afvoer maximaal gelijk aan de landelijke afvoer uit het gebied). De norm voor watercompensatie van Waterschap Rivierenland ligt op 436 m3 benodigde waterberging per netto verharde hectare oppervlak, uitgaande van waterberging in open water. De benodigde waterberging voor nieuwbouw moet worden ingericht en gefinancierd door de initiatiefnemer en is verplicht in het kader van de watertoets en via de ontheffingsverlening op de Keur van het waterschap. Het ruimtebeslag van de waterberging is afhankelijk van de manier waarop de waterberging vorm gegeven wordt. 14
De in hfdst. 4 opgestelde oppervlakte analyse is als volgt samen te vatten: De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met 1.630 m2. De hoeveelheid water blijft gelijk. De hoeveelheid onverhard terrein neemt af met 1.630 m2. watertoets Toename van het verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden binnen het peilgebied waarin in de toename ligt. Omdat het plan in 2 peilgebieden is gelegen is in onderstaande tabel de ligging van de toename bepaald. onderdeel locatie A locatie B totaal (m2) (m2) (m2) bebouwing 1.100 256 1.356 erfverharding -760 203-557 openbare weg 1.610-779 831 totaal 1.950-320 1.630 Tabel 4 verdeling verhard oppervlak over plandelen De toename van het verhard oppervlak blijkt volledig in locatie A te liggen. Dit betekend dat ook de compensatie ten westen van de Dorpsweg plaats moet vinden. De eerste 500 m2 toename van het verhard oppervlak is door WSRL vrijgesteld van compensatie. De omvang van de benodigde compensatie bedraagt (1950 500 m2) x 436 m3/ha = 63 m3. Het plangebied ligt in een gebied met een maximaal toegestane peilstijging van 0,20 m, zie bijlage 5. In totaal zou 63 m3 / 0,2 m = 315 m2 compenserend water gegraven moeten worden. Binnen het gegeven stedenbouwkundig plan is onvoldoende ruimte beschikbaar voor het graven van voldoende compenserend oppervlaktewater. De opdrachtgever heeft aangegeven de bestaande watergang ten westen van het plangebied over een gedeelte met 2,5 m te verbreden. Hierdoor wordt ca. 77 m2 oppervlaktewater gecreëerd. Er resteert dan een wateropgave van (315 77=) 238 m2 oppervlaktewater, wat overeenkomt met 238 m2 x 0,2 = 47,6 m3 / 436 m3/ha = 1091 m2 toegenomen verhard oppervlak. Voor de onderhoudssituatie is de verbreding van de A-watergang geen probleem: de watergang wordt vanaf de westkant al eenzijdig onderhouden en de watergang is nu slechts 3,5 meter breed. Na een verbreding van 2,5 m is de totale breedte minder als 8 meter van insteek tot insteek, waarbij nog steeds eenzijdig onderhoud mogelijk is. Het talud aan de kant van het plangebied (woningbouw) kan ook een C-status krijgen, zodat er geen onderhoudsverplichting op zit en de eigenaren zelf de vrijheid hebben. (info WSRL) Als aanvullende maatregel is gekozen de afvoer van het niet gecompenseerde verhard oppervlak vertraagd te lozen op het oppervlaktewater. Het systeem kan worden vormgegeven door minimaal 1091 m2 bestrating af te laten voeren via een waterbergende wegfundering. Door de opdrachtgever is daarbij vooralsnog gekozen voor uitvoering in het Aquaflow systeem. Het funderingsmateriaal van dit systeem heeft een holle ruimte van 35%. Het minimaal benodigde funderingsoppervlak bij een dikte van 0,30 m bedraagt 800 m2, zie de berekening in de bijlage. In de berekening is het verloop van de waterstand in de fundering weergegeven voor een T=10+10% en T=100+10% situatie. De maximale waterstand in de fundering bedraagt 0,29 m voor de T=100+10% situatie. In de T=10+10 situatie is dit 0,18 m. De afvoer vanuit het waterbergende pakket dient te worden begrenst op de landelijke afvoer van 1,5 l/s/ha. Bij een aangesloten oppervlak van 1091 m2 leidt dit tot een debiet van 1091 x 1,5 l/s/ha = 0,16 l/s (ca. 0,6 m3/uur). 15
Het principe van de waterberging is weergegeven in onderstaande figuur. 77 m2 oppervlaktewater DWA min. 1950 aansluiting 1091 m2 waterpasserende m2 verharding via waterbergende bestrating op waterbergende fundering Aansluiting op gemeenteriool wegfundering (evt via pompgemaal) Begrensde RWA afvoer riool 0,6 1 m3/uur m3/uur Figuur 10 voorstel uitvoering watercompensatie 6.3. Waterkering Waterkeringaspecten zijn niet aan de orde. 6.4. Kwel In de directe omgeving van het bouwplan is geen groot oppervlaktewater aanwezig. Kwelproblemen zijn niet aan de orde. 6.5. Grondwater Op basis van drooglegging wordt uitgegaan van de volgende ontwerp aanleghoogten: Westzijde Dorpsweg: - as weg 0,85 m + NAP > drooglegging 1,00 m - bouwpeil 1,05 m + NAP > drooglegging 1,20 m Oostzijde Dorpsweg: - as weg 1,00 m + NAP > drooglegging 1,00 m - bouwpeil 1,20 m + NAP > drooglegging 1,20 m De nieuwbouw zal worden voorzien van een kruipruimte. Bij het genoemde bouwpeil ligt de bodem van de kruipruimte boven de GHG 1. Bepalend voor de uitvoerbaarheid van de genoemde hoogten is de hoogteligging van de omliggende infrastructuur. Definitieve bepaling van de ontwerphoogten zal in een later stadium plaatsvinden. 1 De GHG ligt op 0,40 m- t.o.v. het natuurlijk maaiveld. Bij een maximale waterstand in de watergangen van 0,00 m + en een verwachte opbolling van 0,30 m zal de GHG op 0,30 m + NAP liggen. 16
watertoets Gezien de omvang van het ontwikkelingsplan kan gesteld worden dat de invloed op de grondwaterstroming en grondwaterstand minimaal zijn. Schade aan derden, zowel in de bouwfase als in de uiteindelijke vorm, zijn niet te verwachten. 6.6. rioolgemaal Het aanwezige rioolgemaal van WSRL blijft in de nieuwe situatie gehandhaafd. Ook de ligging van de aansluitende vrijverval riolering en uitgaande persleiding wijzigen niet. De ligging van het pompgemaal en aansluitende leidingen t.o.v. het bouwplan is weergegeven in onderstaande figuur. Uitgaande persleiding vrijverval riolering Figuur 11 ligging rioolgemaal t.o.v. bouwplan Opgemerkt moet worden dat de persleiding is ingetekend op basis van de klic-gegevens. De werkelijke ligging kan enigszins afwijken. Geconstateerd wordt dat: De toegang van het rioolgemaal aan de zijde van de Dorpsweg op de bestaande locatie toegankelijk en bruikbaar blijft; De aansluitende vrijverval riolering en de bestaande persleiding afhankelijk van de exacte werkelijke ligging deels in de voortuinen van de woningen ligt. Overigens dit ook in de bestaande situatie ook al het geval, zie par. 5.6. Voor uitvoering van het bouwplan zal de exacte ligging van de persleiding en riolering nagegaan moeten worden. Als de leidingen in uitgeefbare grond blijken te liggen zal de ligging middels een zakelijk recht vastgelegd en beschermd moeten worden zodat de leidingen voor beheer en onderhoud toegankelijk blijven. 17
7. Samenvatting OPPERVLAKTEN De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met 1.630 m2. De hoeveelheid water blijft gelijk. De hoeveelheid onverhard terrein neemt af met 1.630 m2. OPPERVLAKTEWATER Het oppervlaktewater rondom het plangebied binnen het plangebied is gelegen in twee afzonderlijke peilgebieden: Westzijde Dorpsweg: Naam peilgebied zomerpeil winterpeil 03-05-12 0,15-0,20 - Oostzijde Dorpsweg: Naam peilgebied zomerpeil winterpeil 03-05-09 0,00-0,15 - Grenzend aan het plangebied zijn een aantal A-watergangen aanwezig. Het oppervlaktewatersysteem blijft in de nieuwe situatie ongewijzigd. REGENWATERAFVOER Gelet op de ligging van het terrein is het aannemelijk dat een groot deel van het regenwater (dak en straat) rechtstreeks afstroomt op het omliggende oppervlaktewater. In de nieuwe situatie zal al het verhard oppervlak worden afgekoppeld. Dakwater zal zoveel mogelijk rechtstreeks worden geloosd. Bij de bouw zullen daarom geen uitloogbare materialen worden toegepast, of worden deze voorzien van een coating. Daken op kavels die niet aan oppervlaktewater zijn gelegen worden aangesloten op een aan te leggen RWA riool. VUILWATERAFVOER In de bestaande situatie vindt DWA afvoer plaats vanuit de 6 woningen, het dorpshuis en de sporthal. De totale DWA belasting bedraagt ca. 1,98 m3/uur. De DWA belasting vanuit de (16+15=) 31 nieuwe woningen bedraagt 31 x 2,5 x 10 l/uur = 0,78 m3/uur. De belasting vanuit Dorpshuis en sporthal wijzigt niet en blijft 1,8 m3/uur. De totale DWA belasting komt daarmee op 2,58 m3/uur. Ten opzichte van de bestaande situatie is dit een toename van ca. 0,60 m3/uur. De DWA riolering kan worden aangesloten op het bestaande gemengde rioleringsysteem van de gemeente Vianen. Als dit wat hoogteligging betreft mogelijk is zal aansluiting plaats vinden onder vrijverval. Als rechtstreekse aansluiting niet mogelijk is zal een rioolgemaal geplaatst worden, dat de DWA afvoer verpompt naar de bestaande riolering. WATERCOMPENSATIE De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met 1.630 m2. Toename van het verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden binnen het peilgebied waarin in de toename ligt. Omdat het plan in twee peilgebieden is gelegen is nagegaan in welk plandeel te toename is gelegen. De toename ligt geheel ten westen van de Dorpsweg en dient ook daar gecompenseerd te worden. De eerste 500 m2 toename van het verhard oppervlak is door WSRL vrijgesteld van compensatie. De omvang van de benodigde compensatie bedraagt (1950 500 m2) x 436 m3/ha = 63 m3. Het plangebied ligt in een gebied met een maximaal toegestane peilstijging van 0,20 m, zie bijlage 5. In totaal zou 63 m3 / 0,2 m = 315 m2 compenserend water gegraven moeten worden 18
Binnen het gegeven stedenbouwkundig plan is onvoldoende ruimte beschikbaar voor het graven van voldoende compenserend oppervlaktewater. De opdrachtgever heeft aangegeven de bestaande watergang ten westen van het plangebied over een gedeelte met 2,5 m te verbreden. Hierdoor wordt ca. 77 m2 oppervlaktewater gecreëerd. Er resteert dan een wateropgave van (315 77=) 238 m2 oppervlaktewater, wat overeenkomt met 238 m2 x 0,2 = 47,6 m3 / 436 m3/ha = 1091 m2 toegenomen verhard oppervlak. Als aanvullende maatregel is gekozen de afvoer van het niet gecompenseerde verhard oppervlak vertraagd te lozen op het oppervlaktewater. Het systeem kan worden vormgegeven door minimaal 1091 m2 bestrating af te laten voeren via een waterbergende wegfundering. Door de opdrachtgever is daarbij vooralsnog gekozen voor uitvoering in het Aquaflow systeem. Het funderingsmateriaal van dit systeem heeft een holle ruimte van 35%. Het minimaal benodigde funderingsoppervlak bij een dikte van 0,30 m bedraagt 800 m2. De afvoer vanuit het waterbergende pakket dient te worden begrenst op de landelijke afvoer van 1,5 l/s/ha. Bij een aangesloten oppervlak van 1091 m2 leidt dit tot een debiet van 1091 x 1,5 l/s/ha = 0,16 l/s (ca. 0,6 m3/uur). WATERKERING Het plangebied is gelegen in dijkring 16 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. In de directe nabijheid van plangebied zijn geen primaire of regionale waterkeringen aanwezig. Waterkeringsaspecten zijn niet aan de orde KWEL In de directe omgeving van het bouwplan is geen groot oppervlaktewater aanwezig. Kwelproblemen zijn niet aan de orde. GRONDWATER Op basis van drooglegging wordt uitgegaan van de volgende ontwerp aanleghoogten: Westzijde Dorpsweg: - as weg 0,85 m + NAP > drooglegging 1,00 m - bouwpeil 1,05 m + NAP > drooglegging 1,20 m Oostzijde Dorpsweg: - as weg 1,00 m + NAP > drooglegging 1,00 m - bouwpeil 1,20 m + NAP > drooglegging 1,20 m De nieuwbouw zal worden voorzien van een kruipruimte. Bij het genoemde bouwpeil ligt de bodem van de kruipruimte boven de GHG. Bepalend voor de uitvoerbaarheid van de genoemde hoogten is de hoogteligging van de omliggende infrastructuur. Definitieve bepaling van de ontwerphoogten zal in een later stadium plaatsvinden. Gezien de omvang van het ontwikkelingsplan kan gesteld worden dat de invloed op de grondwaterstroming en grondwaterstand minimaal zijn. Schade aan derden, zowel in de bouwfase als in de uiteindelijke vorm, zijn niet te verwachten. RIOOLGEMAAL In het plangebied bevindt zich het rioolgemaal Zijderveld, in beheer en eigendom van WSRL. Het rioolgemaal bevindt zich op een afzonderlijk perceel dat wat eigendom betreft geen onderdeel van de planvorming uitmaakt. Het aanwezige rioolgemaal van WSRL blijft in de nieuwe situatie gehandhaafd. Ook de ligging van de aansluitende vrijverval riolering en uitgaande persleiding wijzigen niet. 19
Geconstateerd wordt dat: De toegang van het rioolgemaal aan de zijde van de Dorpsweg op de bestaande locatie toegankelijk en bruikbaar blijft; De aansluitende vrijverval riolering en de bestaande persleiding afhankelijk van de exacte werkelijke ligging deels in de voortuinen van de woningen ligt. Overigens dit ook in de bestaande situatie ook al het geval, zie par. 5.6. Voor uitvoering van het bouwplan zal de exacte ligging van de persleiding en riolering nagegaan moeten worden. Als de leidingen in uitgeefbare grond blijken te liggen zal de ligging middels een zakelijk recht vastgelegd en beschermd moeten worden zodat de leidingen voor beheer en onderhoud toegankelijk blijven. ------------------------- 20
Bijlage 1, berekening verloop waterstand wegfundering berekening retentie T=10 + 10 % maximale berging excl. infiltratie maximale berging incl. infiltratie maximale peilstijging k-waarde 51 m3 51 m3 0,18 m 0 m/dag 800 m2 x 35 % basisgegevens op riolering waterberging onverhard totaal oppervlak (m2) 811 280 0 1091 1091 berging in gebied (mm) afvoercoefficient (l/s.ha) 0,16 (1,5 l/s/ha) Bui T=100+10% Buishand en Velds belasting afvoer berging PEILOPZET afgekoppeld water onverhard excl. infiltratie t (min) p (mm) (m3) (m3) (m3) (m3) (m3) (m) 5 10,8 8,7 3,0 0 0 12 0,04 15 19,4 15,7 5,4 0 0 21 0,07 30 25,0 20,3 7,0 0 0 27 0,10 45 27,8 22,6 7,8 0 0 30 0,11 60 29,7 24,1 8,3 0 1 32 0,11 90 32,3 26,2 9,1 0 1 34 0,12 120 34,0 27,6 9,5 0 1 36 0,13 180 37,3 30,2 10,4 0 2 39 0,14 240 39,6 32,1 11,1 0 2 41 0,15 300 41,4 33,5 11,6 0 3 42 0,15 360 42,6 34,5 11,9 0 3 43 0,15 480 45,1 36,6 12,6 0 5 45 0,16 600 49,2 39,9 13,8 0 6 48 0,17 720 50,6 41,0 14,2 0 7 48 0,17 840 53,1 43,1 14,9 0 8 50 0,18 960 54,7 44,3 15,3 0 9 50 0,18 1080 55,9 45,3 15,6 0 10 51 0,18 1200 57,4 46,6 16,1 0 12 51 0,18 1440 59,4 48,2 16,6 0 14 51 0,18 1680 61,3 49,7 17,2 0 16 51 0,18 1920 63,4 51,4 17,7 0 18 51 0,18 2160 65,5 53,1 18,3 0 21 51 0,18 2400 67,4 54,7 18,9 0 23 51 0,18 2640 69,5 56,4 19,5 0 25 51 0,18 2880 71,5 58,0 20,0 0 28 50 0,18 3360 72,6 58,9 20,3 0 32 47 0,17 3840 75,7 61,4 21,2 0 37 46 0,16 4320 78,8 63,9 22,1 0 41 44 0,16 5040 83,4 67,6 23,3 0 48 43 0,15 5760 88,0 71,4 24,6 0 55 41 0,15 7200 92,1 74,7 25,8 0 69 31 0,11 8640 99,1 80,4 27,8 0 83 25 0,09 10080 106,3 86,2 29,8 0 97 19 0,07 11520 113,3 91,9 31,7 0 111 13 0,05 12960 119,9 97,2 34 0 124 6 0,02 Tijdsstap waarbij de berekende peilopzet maximaal is. 21
berekening retentie T=100 + 10 % maximale berging maximale waterstand in fundering 82 m3 0,29 m 800 m2 x 35 % basisgegevens op riolering waterberging onverhard totaal oppervlak (m2) 811 280 0 1091 1091 berging in gebied (mm) afvoercoefficient (l/s.ha) 0,16 (1,5 l/s/ha) Bui T=100+10% Buishand en Velds belasting afvoer berging PEILOPZET afgekoppeld water onverhard excl. infiltratie t (min) p (mm) (m3) (m3) (m3) (m3) (m3) (m) 5 16,8 13,6 4,7 0 0 18 0,07 15 31,0 25,2 8,7 0 0 34 0,12 30 39,9 32,4 11,2 0 0 43 0,15 45 44,2 35,9 12,4 0 0 48 0,17 60 46,8 37,9 13,1 0 1 50 0,18 90 50,5 40,9 14,1 0 1 54 0,19 120 52,3 42,4 14,6 0 1 56 0,20 180 57,2 46,4 16,0 0 2 61 0,22 240 60,5 49,1 16,9 0 2 64 0,23 300 63,4 51,4 17,7 0 3 66 0,24 360 64,7 52,5 18,1 0 3 67 0,24 480 68,2 55,3 19,1 0 5 70 0,25 600 72,8 59,1 20,4 0 6 74 0,26 720 74,8 60,7 20,9 0 7 75 0,27 840 78,5 63,7 22,0 0 8 78 0,28 960 80,6 65,4 22,6 0 9 79 0,28 1080 82,5 66,9 23,1 0 10 80 0,28 1200 84,5 68,5 23,7 0 12 81 0,29 1440 86,9 70,5 24,3 0 14 81 0,29 1680 87,9 71,3 24,6 0 16 80 0,28 1920 90,6 73,5 25,4 0 18 80 0,29 2160 93,4 75,7 26,1 0 21 81 0,29 2400 96,0 77,9 26,9 0 23 82 0,29 2640 98,7 80,0 27,6 0 25 82 0,29 2880 99,0 80,3 27,7 0 28 80 0,29 3360 101,2 82,1 28,3 0 32 78 0,28 3840 103,3 83,8 28,9 0 37 76 0,27 4320 107,4 87,1 30,1 0 41 76 0,27 5040 113,7 92,2 31,8 0 48 76 0,27 5760 119,9 97,2 33,6 0 55 76 0,27 7200 124,0 100,5 34,7 0 69 66 0,24 8640 127,9 103,8 35,8 0 83 57 0,20 10080 137,2 111,2 38,4 0 97 53 0,19 11520 146,3 118,6 41,0 0 111 49 0,18 12960 151,8 123,1 43 0 124 41 0,15 Tijdsstap waarbij de berekende peilopzet maximaal is. 22
Bijlage 2, overzicht bouwplan
Bijlage 3, overzicht oppervlakten bestaande situatie Kavels 30 % verhard Bebouwing Openbare weg Openbaar groen water perceelsgrens 24
Bijlage 4, overzicht oppervlakten nieuwe situatie Locatie watercompensatie Kavels 30 % verhard Bebouwing Openbare weg Openbaar groen water perceelsgrens 25
Bijlage 5, toegestane peilstijging plangebied