Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

Transcriptie

1 Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren, te bergen of als de voorgaande mogelijkheden niet kunnen af te voeren. In deze bijlage wordt het voorstel voor de wijze van omgaan met water beschreven. Daarbij horen de ontwerpkaarten, waarop per deeltrajecten staat aangegeven wat het systeem is en waar de waterberging plaats vindt. Allereerst wordt het werkproces beschreven. Vervolgens wordt van elk traject van de rijksweg beschreven op welke manier met het afstromend water wordt omgegaan en welke uitgangspunten daarbij gehanteerd worden. Proces van de watertoets Op 17 en 18 december 2008 zijn twee gesprekken gevoerd met waterschap de Dommel. Waterschap de Dommel is door Waterschap Aa en Maas gevraagd mede namens hen de watertoets voor TB/MER A2 Den Bosch Eindhoven op te pakken. Uit deze gesprekken zijn aandachtspunten en randvoorwaarden voor de waterberging gekomen. Deze vormen de basis voor het voorstel voor de waterberging. Op 8 januari 2009 is het voorstel voor waterberging door DHV met Rijkswaterstaat besproken. Aandachtspunten en opmerkingen zijn verwerkt. Tevens is het voorstel voor waterberging besproken met wegontwerp. Op 20 januari 09 wordt het bergingsvoorstel ter goedkeuring aan waterschap de Dommel voorgelegd. Met het waterschap de Dommel zijn de volgende afspraken gemaakt. 1. Gelet op de relatief geringe toename van het afvoerend verhard oppervlak gaat het waterschap er vanuit dat voldoende berging binnen het tracé van de A2 (Eindhoven Den Bosch) gevonden kan worden. 2. Ekkersrijt Ekkersweijer. Dit tracé heeft over de totale lengte een zeer breed profiel. Binnen dat profiel is voldoende ruimte om de extra bergings vraag te realiseren. Daarom is niet in detail aangegeven waar die berging gevonden kan worden. Bij het opstellen van het voorontwerp zal exacte locatie van de berging nader worden aangegeven Figuur 1: Bodemkundige opbouw (bron: provincie atlas Noord-Brabant) DHV B.V. is onderdeel van de DHV Groep, een advies- en ingenieursbureau dat wereldwijd actief is en kantoren heeft in Europa, Afrika, Azië en Noord-Amerika. Het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland. Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland nr Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

2 Rijksweg A2 Den Bosch - Eindhoven. In deze rijksweg is de waterberging een onderwerp dat op verschillende plekken anders opgelost moet worden. Daartoe is dit deel van de rijksweg opgedeeld in trajecten. Deze trajecten staan weergegeven op de ontwerptekeningen, zie bijlage 1. In de onderstaande tekst wordt per traject aangegeven hoeveel extra waterberging er globaal nodig is en op welke wijze dit gerealiseerd kan worden. Methode van bepaling omvang waterberging: Bij de bepaling van omvang waterberging is de CIW Nota 'afstromend wegwater' als achtergronddocument gehanteerd. Voor het op hoofdlijnen vaststellen van de noodzakelijke aanvullende berging voor dit tracé is er van uitgegaan dat het verhard oppervlak met ca 8 m 2 /m 1 weglengte toeneemt. Hiervoor dient een aanvullende berging gerealiseerd te worden van 43 mm. In het definitieve ontwerp dient de exacte bergingsvraag in detail te worden vast gesteld. Het langs deze weg vast gestelde hoeveelheid berging geeft voor het waterschap de Dommel voldoende zekerheid dat er in de toekomst voldoende berging wordt gereserveerd. Algemene opmerkingen A2 Den Bosch - Eindhoven Het waterschap heeft in de huidige situatie geen problemen met de afwatering van de A2. Het waterschap verwacht de volgende onderbouwing van het hydrologisch profiel bij de weg: De Rijksweg opdelen in grote compartimenten (trajecten). Per compartiment aangeven of er sprake is van infiltratie in de berm, extra te bergen water of afvoeren via (legger)watergangen. Indicatie van omvang van berging en of voldoende ruimte bestaat om berging te realiseren. Het waterschap verwacht geen ontwerpen of ontwerpspecificaties van watergangen of bergingslocaties of bergingsbassins. Het bergen van extra afstromend wegwater kan in principe niet op leggersloten van het waterschap plaats vinden, tenzij daarmee geen andere belangen worden geschaad. Leggersloten kunnen niet verbreed of verdiept worden, als daarmee de afvoer uit het gebied toeneemt of waterpeilen in andere gebieden worden gewijzigd, dat is tegen het beleid van het waterschap. De verbreding in de verdiepte liggingen bij Best en Vught leiden niet tot een verandering in de hoeveelheid af te voeren water ten opzichte van de bestaande situatie. Aan het hydrologische systeem is dan ook geen aanpassing nodig. In de zone met Natte natuurparels heeft het waterschap de opgave de verdroging tegen te gaan. Dit zal ze doen door het grondwaterpeil met 10 a 20 cm te verhogingen ten opzichte van de bestaande situatie. Het waterschap geeft aan dat dit geen consequenties voor de A2 heeft aangezien deze veel hoger ligt. Traject 1 en 2 (A DBEH 01) Over dit traject wordt alleen richting Den Bosch een extra strook aangelegd bestaande uit een hoofdrijbaan en een parallelbaan met een totale gemiddelde breedte van 7,0 m. In de uitgangspunten is uitgegaan van een gemiddelde verbreding 8 m. Het watervoerend profiel van de randsloot heeft voldoende capaciteit om het hemelwater naar de berging af te voeren

3 Traject 3 (A DBEH 02) Dit traject wordt aan weerzijde begrensd door dijken. Onder de bestaande weg liggen kratten waarmee het afstromend wegwater wordt getransporteerd. Bij het definitief ontwerp dient nagegaan dient te worden of de huidige afvoercapaciteit voldoende is om de extra aanvoer naar de over ruimte te kunnen realiseren. Traject 4 tot en met 8 (A DBEH 03, A DBEH 04) Over de lengte van deze trajecten is voldoende ruimte aanwezig voor het realiseren van de bergingsopgave. Deze ruimte kan vooral gevonden worden in de oksels van aansluitingen (onderdeel van traject 7). Traject 9 (A DBEH 04) Het betreft hier de verdiepte ligging. Hier wordt door Waterschap en DHV uitgegaan dat afvoer gelijk blijft met de huidige situatie. Al het water in de verdiepte ligging dient afgevoerd te worden verhard dan wel onverhard. Omdat het profiel van de verdiepte ligging waarbinnen ontwaterd wordt niet wijzigt, blijft de afvoer gelijk. Traject 10 (A DBEH 05) In het bestaande dwarsprofiel is voldoende ruimte om deze berging te vinden. Traject 11 (A DBEH 05) Het betreft hier de kruising van de Essche stroom met de A2. De verbreding van de A2 leidt niet tot een wijziging in afstromend wegwater omdat het kunstwerk niet aangepast wordt. Traject 12 tot en met 29(A DBEH 05, A DBEH 06, A DBEH 07, A DBEH 08, A DBEH 09, A DBEH 10 A DBEH 11)) Over de lengte van deze trajecten is voldoende ruimte aanwezig voor het realiseren van waterberging. Deze ruimte kan vooral gevonden worden in de oksels van aansluitingen en plaatselijk in brede bermen. In traject 17 en 19 biedt het profiel voldoende ruimte voor de waterberging, ook om het water te bergen buiten de ecologische verbindingszone die lokaal dicht langs de A2 komt te liggen. Traject 30 tot en met 35 (A DBEH 11, A DBEH 12, A DBEH 14) Over de lengte van dit traject bevindt zich aan weerszijde van de weg een legger sloot. Deze sloot heeft alleen een afvoerende functie. Het is derhalve niet mogelijk hier op extra water te brengen en te bergen. Deze legger waterlopen worden op dit moment maximaal belast. Onder andere door de afvoer van overtollig grondwater afkomstig uit de verdiepte ligging. Indien er geen andere optie is dan de afvoer vanaf de A2 via deze sloten plaats vinden, zal de daardoor ontstane peilstijging gecompenseerd dienen te worden. Bijvoorbeeld door een getrapt profiel in de leggersloot aan te brengen. De uitwerking is onderdeel van het definitief ontwerp. Traject 36 en 37 (A DBEH 14) De waterberging wordt gerealiseerd in de over ruimten. Traject 38 en 39 (A DBEH 15, A DBEH 16) Dit deel ligt in de verdiepte ligging. Hiervoor is geen compensatie van berging noodzakelijk. Traject 40 (A DBEH 16) Langs dit deel is voldoende ruimte aanwezig om de extra berging te realiseren. Zoals bij de afrit Eindhovenseweg. Traject 41 (A DBEH 16) Voor deze hoeveelheid is binnen het tracé voldoende ruimte aanwezig

4 Traject 42 (A DBEH 17) Dit traject bevindt zich binnen het knooppunt Ekkersweijer. Hier is meer dan voldoende ruimte aanwezig om een compensatie voor de berging te realiseren. Verklaring Waterschap: Waterschap de Dommel geeft aan dat zij met de boven beschreven wijze van waterberging acht dat aan de vereisten voor de waterberging in dit stadium van het planproces is voldaan. Waterschap de Dommel Naam Mede namens Waterschap Aa en Maas. Bijlage 1Inschatting van de omvang van de waterberging per traject

5 Bijlage 1 Tracé Den Bosch Eindhoven Traject 1 en 2 (A DBEH 01) Lengte ca 800, afvoeren naar traject 2. Door verruiming van de sloot met ca 0,5 m 3 /m 1 kan voldaan worden aan de bergingseis van het waterschap. Aandachtspunten: Hoe vindt nu de afvoer naar deze sloot plaats. Wat is het huidige profiel van deze sloot, is deze toereikend voor de toename van de afvoer? Traject 3 (A DBEH 02) Lengte ca 1800 m bergingsopgaaf ca 620 m 3, naar weerszijde afvoeren naar over ruimte. Dit traject wordt aan weerzijde begrensd door dijken. Nagegaan dient te worden of de huidige afvoercapaciteit voldoende is om de extra aanvoer naar de over ruimte te kunnen realiseren. Gerekend moet worden met een afvoer van ca 155 m 3 /h. (620 / 4). Hierbij is gerekend met een eenzijdige afvoer. Indien aan weerszijde de afvoer kan plaats vinden, dan halveert uiteraard de afvoer. In de huidige situatie wordt gebruik gemaakt van kratten. Nader bepaald moet worden of deze kratten ook een afvoer functie hebben of alleen een bergende functie? Traject 4 (A DBEH 03) Lengte ca 700 m, bergingsopgaaf ca 240 m 3, afvoeren naar bestaande buffers. Voor het definitief ontwerp moet worden bepaald: Hoe is de afvoer nu geregeld en kan door op worden aangesloten? Zijn de buffers van voldoende inhoud om deze extra berging op te kunnen vangen. Traject 5 (A DBEH 03) Lengte ca 1000 m, bergingsopgaaf ca 345 m 3, afvoeren naar traject 6. Hoe is de afvoer van dit deel nu geregeld en kan daarop aangesloten worden? Is hiervan achtergrond info van aanwezig zoals: Berekeningsgrondslagen Gehanteerde richtlijnen Traject 6 (A DBEH 04) Lengte ca 1700 aan de oostzijde van de A2. Langs de berm is voldoende ruimte om de extra afvoer van hemelwater op te vangen en te verwerken. Toename oppervlak voor traject 6 is ca 1700 * 4 = m 2 Bergingsopgaaf 0,68 * 43 * 10 = 292 m 3. Traject 7 (A DBEH 04) Lengte traject ca 1200 toename verhard oppervlak ca 1200 * 4 = m 2. Bergingsopgaaf: 0,48 * 43 * 10 = 206 m 3. Voor dit traject geld ook dat de bermen aan de westzijde voldoende groot zijn om deze extra aanvoer te verwerken. Traject 8 (A DBEH 04) Lengte ca 600 oppervlak ca 1200 m 2. Bergingsopgaaf 0,12 * 43 * 10 = 52 m 3. Niet duidelijk hoe dit deel verwerkt kan worden. Meest voor de hand liggende oplossing is dit deel samen met traject 5 af te voeren naar traject 7 en daar de benodigde berging te zoeken. De totale bergingsopgaaf voor traject 7 komt daarmee op = 603 m

6 Traject 9 (A DBEH 04) Het betreft hier de verdiepte ligging. Hiervoor wordt uitgegaan dat afvoer neutraal blijft. Al het water in de verdiepte ligging dient afgevoerd te worden, van zowel verhard als het onverharde deel. Dat is in de huidige situatie ook al zo. Traject 10 (A DBEH 05) Lengte traject ca 500 m. Benodigde berging ca 500 * 43 * 4 / 1000 = 86 m 3. Aan iedere zijde dus 43 m 3. In het bestaande dwarsprofiel is voldoende ruimte om deze berging te vinden. Traject 11 (A DBEH 05) Het betreft hier de kruising van de Esche stroom met de A2. Dit is een algemeen aandachtspunt. Het betreft hier de kruising van een ecologische verbindingszone (EVZ), wellicht kan hier extra aandacht aan besteed worden, waardoor meer kansen benut worden. Traject 12 (A DBEH 05) Lengte van dit traject is ca 1200 m. Benodigde berging ca 1200 * 43 * 4 / 1000 = 206 m 3. Gelet op het huidige dwarsprofiel is voldoende ruimte aanwezig aan weerzijde van de A2 om de berging van 2 maal 103 m3 te vinden. Traject 13 (A DBEH 06) Lengte traject ca 500. Benodigde berging 500 * 43 * 4 / 100 = 86 m 3 Het bestaande profiel geeft hier onvoldoende ruimte om het water te bergen, voor gesteld wordt het water richting traject 12 af te voeren en daar te bergen. Traject 14 (A DBEH 06) Lengte traject ca 1200 m. Benodigde berging ca 206 m 3. Over dit traject is voldoende ruimte aanwezig om de benodigde berging te vinden. Ook kan in dit traject ruimte voor compensatie gevonden voor onder andere traject 13. Traject 15 (A DBEH 06) Lengte traject ca m. Benodigde berging ca 1600 * 43 * 4 / 1000 = 275 m 3. Onduidelijk is hoe dwarsprofiel er uit ziet in de huidige situatie. Waarschijnlijk kan in het bestaande profiel voldoende berging gevonden worden. Traject 16 (A DBEH 06) Lengte traject ca 50m. Berging ca 9 m 3. Hier is onvoldoende ruimte om de berging te realiseren. Voorstel traject 16 aansluiten op traject 17 waar voldoende ruimte aanwezig is. Traject 17 (A DBEH 07) Lengte traject ca 1800 m. Benodigde berging 1800 * 43 * 4 / 1000 = 310 m 3. Het profiel biedt voldoende ruimte voor de waterberging, ook om het water te bergen buiten de ecologische verbindingszone die lokaal dicht langs de A2 komt te liggen. Traject 18 (A DBEH 07) Lengte traject ca 1800 m. Benodigde berging 1800 * 43 * 4 / 1000 = 310 m 3. Het bestaande profiel biedt voldoende ruimte voor deze berging

7 Traject 19 (A DBEH 08) Lengte traject ca 600 m. Benodigde berging 600 * 43 * 4 / 1000 = 105 m 3. Het profiel biedt voldoende ruimte voor de waterberging, ook om het water te bergen buiten de ecologische verbindingszone die lokaal dicht langs de A2 komt te liggen. Traject 20 (A DBEH 08) Lengte traject ca 600 m. Benodigde berging 600 * 43 * 4 / 1000 = 105 m 3. Dit profiel geeft onvoldoende ruimte voor het realiseren van berging. Dit deel van het ontwerp zit ingesloten door een keer wand van de geluidswal. Voorgesteld wordt het water af te voeren richting traject 18 en daar de berging te realiseren. Traject 21 (A DBEH 10) Lengte traject ca 350 m. Benodigde berging 350 * 43 * 4 / 1000 = 60 m 3. Voorstel benodigde berging realiseren in traject 22. Het dwarsprofiel heeft daar voldoende ruimte om deze compensatie te realiseren. Traject 22 (A DBEH 10) Lengte traject ca 350 m. Benodigde berging 350 * 43 * 4 / 1000 = 60 m 3. Profiel heeft voldoende ruimte voor het realiseren van berging. Traject 23 (A DBEH 10) Lengte traject ca 700 m. Benodigde berging 700 * 43 * 4 / 1000 = 120 m 3. Dit dwarsprofiel biedt voldoende ruimte voor het realiseren van berging Traject 24 en 25 (A DBEH 09) Voor zowel traject 24 en 25 geldt dat het profiel onvoldoende ruimte biedt voor het realiseren van berging. Alleen ter plaatse van het viaduct kan waarschijnlijk aan weerszijde van de weg voldoende berging gerealiseerd worden. Per traject dient ca 327 m 3 gerealiseerd te worden. Traject 26 (A DBEH 11) Lengte traject ca 900 m. Benodigde berging 900 * 43 * 4 / 1000 = 155 m 3. Traject biedt voldoende ruimte voor berging Traject 27 (A DBEH 11) Lengte traject ca 700 m. Benodigde berging 700 * 43 * 4 / 1000 = 120 m 3. De bermsloot ter plaats van het pompstation biedt voldoende ruimte voor het realiseren van de berging. Traject 28 (A DBEH 11) Lengte traject ca 400 m. Benodigde berging 400 * 43 * 4 / 1000 = 69 m 3. Dit traject biedt voldoende ruimte voor de te realiseren berging. Traject 29 (A DBEH 11) Lengte traject ca 800 m. Benodigde berging 800 * 43 * 4 / 1000 = 138 m 3. Onduidelijk is hoe hier de berging gerealiseerd kan worden, willicht heeft de huidige bermsloot voldoende ruimte om deze extra berging van 103 m 3 te bergen

8 Traject 30 (A DBEH 11) Lengte traject ca 700 m. Benodigde berging 700 * 43 * 4 / 1000 = 120 m 3. Vanaf dit punt loopt parallel aan de A2 een leggerwatergang van het waterschap. In overleg met het waterschap zal bekeken moeten worden hoe deze watergang gecombineerd kan worden met de te realiseren berging. Aandachtspunt hierbij is dat het realiseren van berging een minimaal effect mag hebben op het achterliggende gebied. Daarom dient uitgezocht te worden welke gewenste waterstanden in het bovenstrooms gebied nagestreefd worden. Traject 31 (A DBEH 11) Lengte traject ca 300 m. Benodigde berging 300 * 43 * 4 / 1000 = 52 m 3. Voor dit traject geldt het zelfde als voor traject 30 Traject 32 en 33 (A DBEH 12) Lengte traject ca 1900 m. Benodigde berging aan weerszijde van de A * 43 * 8 / 1000 = 654 m 3. Voor de trajecten 32 en 33 gelden de zelfde voorwaarden als bij traject 30. Traject 34 en 35 (A DBEH 14) Lengte traject ca 600 m. Benodigde berging aan weerszijde van de A2 600 * 43 * 8 / 1000 = 210 m 3. Voor de trajecten 34 en 35 gelden de zelfde voorwaarden als bij traject 30. Een mogelijk oplossing kan gevonden worden in de trajecten 36 en 37. Hier is voldoende ruimte aanwezig om de berging te compenseren. Door het zoeken van een slim profiel kunnen de nadelige gevolgen voor het achterliggende gebied worden weg gevangen. Traject 36 en 37 (A DBEH 14) Lengte traject ca 400 m. Benodigde berging aan weerszijde van de A2 400 * 43 * 8 / 1000 = 138 m 3. Berging realiseren in de over ruimten. Traject 38 (A DBEH 15) Lengte traject ca 700 m. Benodigde berging aan weerszijde van de A2 700 * 43 * 8 / 1000 = 240 m 3. Dit deel ligt in de verdiepte ligging. Hiervoor is geen compensatie van berging noodzakelijk. Traject 39 (A DBEH 16) Dit traject is onderdeel van de verdiepte ligging. Hiervoor is geen compensatie van berging noodzakelijk Traject 40 (A DBEH 16) Lengte tracé ca 900 m. Benodigde berging 900 * 43 * 8 / 1000 = 310 m 3. Aan weerszijde van de weg dus 155 m 3. Langs dit deel is voldoende ruimte aanwezig om de extra berging te realiseren. Zoals bij de afrit Eindhovenseweg. Traject 41 (A DBEH 16) Lengte tracé ca 500 m. Benodigde berging 500 * 43 * 8 / 1000 = 172 m 3. Aan weerszijde van de weg dus 86 m 3. Voor deze hoeveelheid is binnen het tracé voldoende ruimte aanwezig. Traject 42 (A DBEH 17) Dit traject bevindt zich binnen het knooppunt Ekkersweijer. Hier is meer dan voldoende ruimte aanwezig om een compensatie voor de berging te realiseren