COLOFON. bk ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht. Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F:

Transcriptie

1

2 pagina 2 van 11 COLOFON, Adviseurs in omgevingsrecht Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F: Postbus 5011, 2900 EA Capelle aan den IJssel T: F: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch op geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van. Wateradvies in het kader van de watertoets RM november 2010

3 pagina 3 van 11 Inhoudsopgave pagina 1 2 Inleiding... 4 Projectgebied en initiatief Het projectgebied Het initiatief Aandachtspunten watertoets Beleid Waterschap Rivierenland Conclusie Wateradvies in het kader van de watertoets RM november 2010

4 pagina 4 van 11 1 Inleiding In opdracht van Bouwmaatschappij Midden Nederland bv heeft (bk) een omschrijving van het plan-initiatief opgesteld voor voorgenomen ontwikkeling van een aantal woningen aan de Parallelweg te Hardinxveld-Giessendam. Aanleiding Realisatie van de woningen is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Sinds 2003 is het doorlopen van de Watertoets wettelijk verplicht voor alle ruimtelijke plannen en besluiten. Het plan-initiatief is opgesteld binnen de initiatiefase en ontwikkel- en adviesfase van de Watertoets. Doel Het doel van de Watertoets is, in overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder, aandacht te besteden aan de waterhuishoudkundige aspecten, zodat de bijbehorende doelstellingen worden gewaarborgd. De uitgangspunten voor het watersysteem dienen op een juiste wijze in het plan te worden verwerkt. Het projectgebied valt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. Door middel van voorliggend schrijven wordt het waterschap door de initiatiefnemer geïnformeerd over de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Naar aanleiding van de omschrijving van het voorgenomen initiatief is het waterschap in staat de initiatiefnemer te informeren over de eisen, wensen en aandachtspunten vanuit waterbeheer en waterkeringen. Met behulp van het wateradvies wordt de waterparagraaf opgesteld. In de waterparagraaf wordt omschreven hoe invulling wordt gegeven aan het waterbeleid. Tevens wordt door middel van de waterparagraaf inzicht gegeven in de effecten en maatregelen voor het watersysteem, het doorlopen van het proces en de gemaakte afspraken. Hiervoor is gebruik gemaakt van het beleid van het waterschap. Ten behoeve van de waterparagraaf heeft in het voorstadium meerdere malen overleg plaatsgevonden tussen mevrouw Jager en mevrouw Van den Berg van het waterschap en mevrouw Adriaanse van ons bureau. Ook de uitkomsten uit deze overlegmomenten zijn in deze rapportage verwerkt.

5 pagina 5 van 11 2 Projectgebied en initiatief 2.1 Het projectgebied Het projectgebied betreft het perceel aan Parallelweg 24 te Hardinxveld-Giessendam. In figuur 1 is de globale ligging van het projectgebied weergegeven. Het perceel heeft een oppervlakte van circa m2. figuur 1: luchtfoto inclusief projectgebied (bron: Google Maps)

6 pagina 6 van Het initiatief Het project bestaat uit de realisatie van een aantal woningen ter vervanging van de bestaande bebouwing op de locatie. Om het projectgebied te kunnen bereiken wordt een brug over de sloot parallel aan het projectgebied gerealiseerd, die in verbinding staat met de Parallelweg. Deze brug dient ter vervanging van de bestaande brug. De bestaande watergangen blijven gehandhaafd. In figuur 2 is een plattegrond weergeven van de toekomstige situatie. figuur 2: toekomstige situatie

7 pagina 7 van 11 3 Aandachtspunten watertoets 3.1 Beleid Waterschap Rivierenland Door waterschap Rivierenland worden de volgende beleidsregels gehanteerd. Waterbeheerplan Voor de planperiode is het Waterbeheerplan (WBP) van Rivierenland van toepassing. In dit plan geeft Rivierenland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het plan bouwt vooral voort op het bestaande beleid. Voor veel maatregelen geldt dan ook dat hierover al eerder door het bestuur is beslist. Denk hierbij aan de maatregelen voor het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Kaderrichtlijn Water en de waterketen. Daarnaast zijn er nieuwe onderwerpen waarover nog niet eerder is besloten. Nieuwe onderwerpen met belangrijke financiële consequenties zijn: maatregelen voor zwemwater maatregelen voor de natuur o in Natura-2000 gebieden, beschermd vanuit de Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn o in TOP-lijstgebieden, waar verdroging met voorrang aangepakt wordt o in waterparels, door de provincie aangewezen beschermde natte natuur normenstudies aan de hand van de nieuwe klimaatscenario s actualisatie van 36 stedelijke waterplannen en de uitvoering daarvan. Keur en Beleidsregels 2009 De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden), watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken) en andere waterstaatswerken (onder andere bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen). Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De Keur en Beleidsregels maken het mogelijk dat het waterschap Rivierenland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rivierenland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen.

8 pagina 8 van 11 Op basis van inhoudelijke uitgangspunten die het waterschap Rivierenland hanteert bij de Watertoets wordt het plan verder uitgewerkt. De uitgangspunten van het waterschap zijn gebaseerd op wettelijke taken die het waterschap heeft en het beleid voor de wijze waarop die taken worden ingevuld. Er worden vier thema s behandeld: Thema 1 (Waterneutraal inrichten) gaat over het belang van voldoende waterberging bij ruimtelijke ingrepen. Daarmee wordt voorkomen dat wateroverlast kan ontstaan bij hevige neerslag. Thema 2 (Schoon inrichten) gaat over het belang van het bereiken van een goede waterkwaliteit bij ruimtelijke plannen. Thema 3 (Veilig inrichten) gaat over het belang van een veilige waterkering. Thema 4 (Bijzondere wateren en voorzieningen) gaat ten slotte over wateren met een specifieke functie en voorzieningen zoals zuiveringsinstallaties. Thema 1: waterneutraal inrichten Waterbergingscompensatie algemeen Aanleg van nieuw verhard oppervlak leidt tot versnelde afvoer van hemelwater naar de watergangen. Om te voorkomen dat hierdoor wateroverlast ontstaat, is de aanleg van extra waterberging van belang (waterbergingscompensatie). Watercompensatie plangebied In de huidige situatie is de helft van het perceel verhard en de andere helft onverhard. Dit betekent dat ongeveer 1.250m2 verhard is en m2 niet. In de nieuwe situatie blijft deze verhouding ongewijzigd (alleen de verdeling daarvan wijzigt). Omdat geen sprake is van een toename aan verhard oppervlak, dient geen watercompensatie plaats te vinden. Thema 2: schoon inrichten In watergangen is een goede waterkwaliteit een vereiste. Het gaat daarbij om een goede fysisch-chemische - en ecologische kwaliteit. Een goede waterkwaliteit kan worden bereikt door maatregelen in het watersysteem zelf, een goed rioleringssysteem en door lozingen aan regels te binden. Riolering en afkoppelen van hemelwater De rioleringsaspecten van ruimtelijke plannen en mogelijkheden voor afkoppelen zijn nader uitgewerkt in: de Nota Rioleringsbeleid (Waterschap Rivierenland, 2005) de Beslisboom voor hemelwater (bestuurlijk overleg riolering Gelderland, 1999) de Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakten (Werkgroep riolering west Nederland, 2003) Team Plannen - Waterketen van de Afdeling Plannen van het waterschap adviseert over de verschillende aspecten van rioleringen.

9 pagina 9 van 11 Lozingen De meeste lozingen worden gereguleerd door middel van vergunningen of algemene regels op grond van de Waterwet en bijbehorende lozingenbesluiten. Dergelijke lozingssituaties moeten worden gemeld c.q. een vergunning worden aangevraagd bij afdeling Handhaving. Bij plannen voor nieuwe inrichtingen of aanpassingen van bestaande inrichtingen is het van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium contact op te nemen met deze afdeling. Wegen Bij wegen is het belangrijk dat wordt voorkómen dat uitspoeling plaatsvindt van vervuilende stoffen van het wegdek naar naastgelegen watergangen. Bij aanleg en reconstructie van wegen dient daarom rekening te worden gehouden met de algemene regels van het (concept-)besluit lozingen buiten inrichtingen. Bij voorgenomen aanleg of reconstructies van rijkswegen of provinciale wegen met bijbehorende kunstwerken is het belangrijk in een vroeg stadium contact op te nemen met de afdeling Vergunningen. Indien sprake is van het renoveren van kunstwerken en tevens sprake is van reiniging of conservering dient een melding gedaan te worden in het kader van het Lozingenbesluit Wvo vaste objecten. De afdeling Handhaving is verantwoordelijk voor het behandelen van deze melding en het voorschrijven van relevante voorschriften. Plangebied Om een goede waterkwaliteit te waarborgen, wateren de schone oppervlakken in het plangebied zoveel mogelijk af naar open water. Hierdoor wordt schoon hemelwater benut ter aanvulling van het oppervlaktesysteem en wordt schoon water niet onnodig via de riolering naar de zuivering gevoerd. Uitloogbare, zware metalen (zoals lood en zink) van bijvoorbeeld dakbedekking worden niet toegepast of komen niet in direct contact met hemelwater door bijvoorbeeld het toepassen van een kunststofdakbedekking dan wel een coating. Hierdoor wordt voorkomen dat zware metalen in het oppervlaktewater komen. Thema 3: veilig inrichten Dijken Beheer en onderhoud van dijken berust bij het waterschap. Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire en regionale waterkeringen. Bij alle ruimtelijke plannen en besluiten die betrekking hebben op waterkeringen of hun directe omgeving is de watertoets van toepassing. Doel daarvan is behoud van: stabiliteit van de waterkering, toegankelijkheid voor inspectie en onderhoud van de waterkeringen, beheer en bescherming van landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden van de waterkeringen. Steeds is ook de Keur van het waterschap van toepassing (Keur voor waterkeringen en wateren van Waterschap Rivierenland, 2009). Plangebied Het plangebied grenst aan een A-watergang. Een A-watergang is een belangrijke watergang, die water aan- en afvoert en zorgt dat het gebied niet te nat of te droog wordt. A-watergangen worden door het waterschap onderhouden. Voor het onderhoud en bescherming van A-watergangen, kennen deze watergangen een beschermingszone van vijf meter langs de boveninsteek.

10 pagina 10 van 11 projectgebied Rood: A-watergang Groen: beschermingszone A-watergang Keurzone waterkering C- watergang Het betreft dus een strook langs de watergang, waarbij de oevers niet worden meegerekend. Deze zone moet in principe obstakelvrij blijven. Met de indeling van het projectgebied is hier rekening meegehouden. Verder kan er sprake zijn van bestaande nderhoudsverplichtingen in het plangebied zelf ten aanzien van de A-watergang, die in de nieuwe plansituatie ook moeten blijven gelden. Aan de oostzijde van het plangebied ligt een C-watergang. Deze watergang heeft voornamelijk een waterbergende functie. Deze watergang moet daarom wel behouden blijven, maar kent geen beschermingszone. Er mag in principe tot aan de boveninsteek van de watergang worden gebouwd.

11 pagina 11 van 11 Het plangebied ligt niet in de Keurzone van de dijk, maar ligt wel in de buurt van de dijk. Dat betekent dat de ruimtelijke ontwikkeling extra kwel kan aantrekken en dat kwel en hydrologisch neutraal bouwen belangrijke aandachtspunten zijn voor het plan. Ten behoeve van de bouwaanvraag zal worden aangetoond dat hydrologisch neutraal gebouwd gaat worden en indien dit niet mogelijk is, dat compenserende maatregelen genomen gaan worden. Thema 4: bijzondere wateren en voorzieningen In een gebied waarvoor een ruimtelijk plan wordt gemaakt, kunnen bijzondere oppervlaktewateren of speciale waterhuishoudkundige of infrastructurele voorzieningen liggen of gepland zijn, waarvoor het waterschap een aparte verantwoordelijkheid heeft. Het is dan van belang dat deze ook goed worden meegenomen in het ruimtelijk plan. Het betreft: Waterbergingslocaties, Ecologische verbindingszones, Natte natuur, HEN/SED en waterparels, Linge, Vaarwegen, Wegen, Zuiveringsinstallaties. Deze zijn op het plangebied niet van toepassing. 4 Conclusie Door middel van voorliggend schrijven wordt Waterschap Rivierenland door de initiatiefnemer geïnformeerd over de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Op basis van de wateraandachtspunten is het waterschap in staat de initiatiefnemer te informeren over de eisen, wensen en aandachtspunten vanuit waterbeheer en waterkeringen. Met behulp van het wateradvies van het waterschap wordt de waterparagraaf opgesteld. De waterparagraaf gaat onderdeel uitmaken van de op milieuparagraaf van het bestemmingsplan voor de realisatie van het voorgenomen initiatief. Ten behoeve van de aanpassingen in of nabij de watergangen wordt rekening gehouden met de Keur en de beleidsregels en zal, indien noodzakelijk, een watervergunning worden aangevraagd.