In deze vraag wordt om je eigen mening en ervaring gevraagd. Op het antwoord krijg je dan ook geen feedback.

Vergelijkbare documenten
In deze vraag wordt om je eigen mening en ervaring gevraagd. Op het antwoord krijg je dan ook geen feedback.

Deze vraag gaat over je eigen ervaring. Je krijgt op deze vraag geen feedback.

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag.

Welke van de onderstaande stellingen over het functioneringsgesprek is/zijn juist?

Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag.

- Was dat volgens jou een goede vergadering? Zo ja, waardoor kwam dat volgens jou? Zo nee, waarom kwam dat?

Lees de Leerdoelen die bij deze casus horen en beantwoord daarna de vraag.

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag.

Vragen Leercasus zo zijn onze manieren

COMMUNICATIE BIJ VERANDERING

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk

DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT LFG 1

KOPP-kinderen reageren door allerlei rollen op zich te nemen. Welke rol nemen ze niet op zich: a. Pestkop b. Clown c. Rebel d.

competenties en voorbeeldvragen

Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4. Vraag 5. Vraag 6. Feedbackvragen Samenwerken en onderhandelen. Lees de Leerdoelen die bij deze casus horen

Module 1 Leren & Loopbaan begint bij jezelf

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Food for Soul Change & development

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

Vraag 4 Lees de tekst Communicatieve vaardigheden in gesprekken met iemand die angstig is en beantwoord daarna de vraag.

OPDRACHTEN 1a ALH LFG 1 - Handleiding document

Nieuw Europees Verdrag

Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Maak van je baan een loopbaan over leren en duurzame inzetbaarheid. Caroline Geelen Lomoz bijeenkomst 7 december

Ervaringsonderzoek medewerkers 2018

Social media, de basis

Oriëntatie op ondernemerschap

Samenspraak Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F

Social Media, de basis

1. Een ondernemingsplan ontwikkelen

FEEDBACKRIJKE SCHOOL. Wat is dat. Hoe bereik je dat. Ria van der Sar,

Deel = Overige onderdelen

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

1 Wanneer iemand tijdens een presentatie van een veranderingstraject uit het raam kijkt, zie ik dat als een mogelijk signaal dat duidt op weerstand.

Omgaan met weerstanden Gedreven mensen bevlogen scholen. 28 april 2017 Lieve Peeters

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de

TOLERANTIE LEERDOEL OPDRACHT 1

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

LEERDOELEN MEDIAVORMGEVER 4

Startopdracht. Iedereen die in Zorg en Welzijn werkt, krijgt te maken met agressie op het werk.

Werken met jouw eigen

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Veranderen is vandaag doen wat je gisteren nog gek vond. workshop

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Marijke Van Moldergem. Verandering. & Veerkracht. Marijke Van Moldergem

Dit portfolio is van. Naam kandidaat: Werkzaam bij:

Wanneer wordt veranderen een succes?

Lesbrief: Motivatieplan Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Beste mentoren en collega s,

Opdracht 1. a. Noteer twee overeenkomsten in de keuze van de artikelen b. Vind twee verschillen in de keuze van de artikelen 1...

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Reader Gespreksvoering

1 Ik behandel mijn medewerkers op eenzelfde manier met eenzelfde aanpak A Nooit B Soms C Vaak D Altijd

Feedbackvragen bij Casus Brusjes

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

TOW opdracht 1. Interactieve vaardigheden. Schriftelijke vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10. Mondelinge vaardigheid 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10

Werken met jouw eigen omgangsstijl

personality Handleiding voor kandidaten Online afname

WERKEN MET WEERSTAND

Wat gaan we doen? Wat is bevlogenheid? Wat heb je er aan? (als werkgever, als werknemer) Hoe er op sturen? Binden en boeien! Wie wil er wat mee?

Het Nieuwe Werken is voor iedereen

360 FEEDBACKRAPPORT. Jan Jansen 1 maart 2016

Voorbeeld projectplan

Vraag 3 Bekijk scène 1, scène 2 en scène 3 nogmaals en lees de tekst De ontdekking.

Ben je ervan bewust dat je lichaam uitstraalt wat je in woord zegt. Verwoord je advies volledig.

DE WET VAN DE KRACHT VAN UW GEDACHTEN

Verslag Conferentie informele zorg, ActiVite 22 november 2017

talenten... Waardeer me zoals ik ben... Bouw mee aan toekomst ik bouw mee aan je toekomst.

Abeltje Peuterspeelzaal Protocol: Sterfgevallen

OPDRACH TE N B I J TH E M A 4

Feedback geven en ontvangen

ArbeidsFit BLIJVEND INZETBAAR IN VERANDERENDE ORGANISATIES

VERLIES NAAR WINST. bij rouw op het werk. inleiding door Trudy van Gils tgv 75 jarig jubileum uitvaartvereniging Joure op 8 oktober 2010

Stelling 1 Wanneer Sg aanzienlijk groter is dan Sh is er geen directe noodzaak om een veranderingsproces in te zetten.

opdrachten bij thema participatiesamenleving

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Stageopdracht gehandicaptenzorg. Hanne Caems

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

dementie dichterbij dementie dichterbij

Meerkeuzevragen. Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4. Vraag 5. Vraag 6. Vraag 7

Voorbeeld. In kaart brengen van gedoe met behulp van enkele modellen uit de Transactionele Analyse (TA)

Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)

Stageformulier Scouting regio Fryslân

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

Privacy. Daar hebben we afspraken over gemaakt. Die staan in het privacystatement. s Heeren Loo weet veel van jou.

Mobiliteit van medewerkers. is meer dan het toepassen van instrumenten

De teamorganisatie. Je ziet dus dat een functie uit verschillende taken bestaat. Figuur 8-4: Alle taken samen vormen een functie.

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

Talentmeting in korte trajecten

Persoonlijke Effectiviteit Info driedaagse training inside

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness?

Een dierbare verliezen en daarover verdriet hebben

Online profileren THEMA 1. Verwachting van de stage. Uitvoering Terugkoppeling. Oriëntatie

BUE Feedbackgevers LK

Vraag 4 Vul in het antwoordformulier in het schema in om welke vorm van mishandeling het gaat:

Mijn dagboek. Deze opdracht is een handleiding om jezelf beter te leren kennen. Mijn dagboek bestaat uit 5 stappen.

Slimmer Werken in zorg en welzijn

Inge Test

Transcriptie:

Feedbackvragen De organisatie in verandering Vraag 1 Geef per doel aan of je die al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder te ontwikkelen en J = ja. Vul achter de nummers van de doelen in: N, O of J. Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Vraag 2 In deze vraag wordt om je eigen mening en ervaring gevraagd. Op het antwoord krijg je dan ook geen feedback. Beschrijf in het kort een situatie uit je stage of werk waarin een (ingrijpende) verandering werd doorgevoerd en hoe daar door jou en jouw collega's op gereageerd werd. Hoe is het management daarmee omgegaan? Heb je de indruk dat de medewerkers in dat proces serieus werden genomen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, wat zou daarvoor nodig zijn? Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Vraag 3 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Organisatie in verandering. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Aangekondigde veranderingen (zoals in deze casus: de fusie) hebben op medewerkers verschillende effecten. De eerste (drie) medewerkers die uit de vergadering komen, zijn overwegend: a. nieuwsgierig naar het vervolg b. vragend naar meer informatie c. boos over de gang van zaken d. onverschillig over de gang van zaken Vraag 4 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Organisatie in verandering. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Aangekondigde veranderingen hebben op medewerkers verschillende effecten. De laatste (twee) medewerkers, die uit de vergadering komen, zijn overwegend: a. nieuwsgierig naar het vervolg b. vragend naar meer informatie c. boos over de gang van zaken d. onverschillig over de gang van zaken Vraag 5 paragraaf Draagvlak. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Aangekondigde veranderingen (zoals in de casus: de fusie) hebben op medewerkers verschillende effecten. Kübler-Ross beschrijft de vijf fasen waar mensen doorheen moeten als ze een groot verlies leiden. De laatste medewerker (links) die uit de vergadering komt, zit volgens de fasering in: a. het eerste stadium: de ontkenning en terugtrekking b. het tweede stadium: woede c. het derde stadium: onderhandelen d. het vierde stadium: depressie e. het vijfde stadium: aanvaarding Pagina 1 van 5

Vraag 6 paragraaf Draagvlak. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Aangekondigde veranderingen (zoals in de casus: de fusie) hebben op medewerkers verschillende effecten. Kübler-Ross beschrijft de vijf fasen waar mensen doorheen moeten als ze een groot verlies leiden. De laatste medewerker (rechts) die uit de vergadering komt, zit volgens de fasering in: a. het eerste stadium: de ontkenning en terugtrekking b. het tweede stadium: woede c. het derde stadium: onderhandelen d. het vierde stadium: depressie e. het vijfde stadium: aanvaarding Vraag 7 paragraaf De noodzaak van verandering. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Het mag dan zo zijn dat medewerkers neutraal tot negatief over deze fusie zijn, maar organisaties op het terrein van zorg en welzijn moeten tegenwoordig ook veranderen, omdat: a. collega-instellingen dat ook doen; je moet bij blijven b. de wensen en behoeften van de cliënten daar aanleiding toe geven c. de managers van de organisaties dat willen d. dat nu eenmaal de trend is Vraag 8 paragraaf Aspecten van verandering. Beantwoord dan de vraag. Als eerste reactie op de aangrijpende fusie zijn boosheid en onzekerheid van medewerkers wel te begrijpen; maar om dat veranderproces goed te doorlopen, moeten ze in ieder geval: a. met elkaar overleggen wat er moet gebeuren b. ook anders/onorthodox proberen te durven denken c. nagaan wat er van de bestaande organisatie nog goed is d. zorgen dat het gewone werk kan doorgaan Vraag 9 paragraaf Aspecten van verandering. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. De medewerkers kwamen in groepjes naar buiten. Dat zou kunnen duiden op groepsvorming binnen het team. Als we in de organisatie grote veranderingen, zoals een fusie, goed willen doorvoeren, moeten we rekening houden met de werkrelaties. En die vormen een onderdeel van: a. de omgeving van de organisatie b. de structuur van de organisatie c. het proces binnen de organisatie d. de workflow binnen de organisatie Pagina 2 van 5

Vraag 10 paragraaf De fasen in het veranderingsproces. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Als je de medewerkers zo uit de vergadering ziet komen, vraag je je wel af wat het veranderingspotentieel van dit team is. Onder veranderingspotentieel verstaan we: a. De quick scan, die van de organisatie gemaakt wordt b. Het aantal medewerkers dat wel wil en kan veranderen c. Het totale vermogen van de organisatie om te veranderen d. Het vermogen van het management om te veranderen Vraag 11 paragraaf De fasen in het veranderingsproces. Beantwoord dan de vraag. Het is niet zo vreemd dat medewerkers zo verschillend reageren op de aangekondigde plannen voor een fusie, want veranderen doe je niet zomaar. Welke stelling(en) is/zijn juist? 1. Het plan van aanpak voor een veranderingsproces van een organisatie is uniek, is in tijd begrensd en is rigide van opzet. 2. Het plan van aanpak voor een veranderingsproces is uniek, is gedetailleerd beschreven en is in tijd begrensd. a. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist b. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. c. Stelling 1en 2 zijn juist. d. Stelling 1 en 2 zijn onjuist. Vraag 12 paragraaf Vormgeven aan verandering. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Een aantal medewerkers heeft vragen over wat er gaat gebeuren en twee zijn er ronduit boos en gekwetst. Deze aanpak van de fusie lijkt toch vooral: a. een voorbeeld van een top-down benadering b. een voorbeeld van een bottom-up benadering c. een voorbeeld van een benadering tussen top-down en bottom-up in d. eigenlijk een onwerkbaar model voor verandering Vraag 13 Draagvlak. Beantwoord dan de vraag. Wil je het goed doen in dit soort grote omwentelingen, dan moet je de uitspraak van Nietsche: 'wie een waarom heeft, kan elk hoe verdragen' ter harte nemen. Dat betekent: a. dat je bij een veranderingsproces moet weten waarom het moet en hoe het moet b. dat iedereen wil weten waarom en hoe het veranderen moet plaatsvinden c. Het heeft eigenlijk niet met veranderen te maken. d. dat indien je weet waarom je als organisatie moet veranderen, voorstellen voor de uitvoering van deze veranderingen ook acceptabel zijn. Pagina 3 van 5

Vraag 14 Draagvlak. Beantwoord dan de vraag. Als we de organisatie willen veranderen, moeten we zicht krijgen op het vermogen van medewerkers om te kunnen veranderen. Zoals we in de casus zien, zijn er medewerkers die kunnen en willen veranderen. Dan: a. gaat het om medewerkers voor wie ook een goede invulling van hun werkzaamheden moet worden vastgesteld b. gaat het om medewerkers die bij- of nascholing nodig hebben om in de nieuwe opzet te kunnen functioneren c. gaat het om medewerkers die als bruggenbouwers naar de rest van de organisatie kunnen worden ingezet d. gaat het om medewerkers van wie je niet echt weet of ze dat ook doen Vraag 15, slotvraag Draagvlak. Beantwoord daarna de vraag. We zien in een veranderingsproces ook medewerkers die niet kunnen, maar wel willen veranderen. Dan: a. gaat het om medewerkers bij wie een goede invulling van hun werkzaamheden moet worden vastgesteld b. gaat het om medewerkers die als bruggenbouwers naar de rest van de organisatie kunnen worden ingezet c. gaat het om medewerkers die bij- of nascholing nodig hebben om in de nieuwe opzet te kunnen functioneren d. gaat het om medewerkers van wie je niet echt weet of ze dat ook doen Pagina 4 van 5

Antwoorden 3. b. De mededelingen worden in dit stadium verwarrend en nog onvolledig bevonden. Er is behoefte aan meer informatie. 4. c. Ze zijn vooral boos over de gang van zaken en vinden het in eerste instantie niet kloppen dat ze de kans lopen hun huidige werk en werkplek te verliezen. 5. e. Deze medewerkster is wel boos, maar ziet ook positieve kanten aan de fusie. Ze gaat daarom nu maar eerst eens (lekker) uit eten. 6. b. Ze ziet alleen nog maar negatieve kanten aan de fusie. Haar projecttaken lijken haar te worden ontnomen. Ze denkt aan een andere baan. 7. b. Organisaties op het terrein van zorg en welzijn zijn steeds meer afhankelijk van de markt, met andere woorden van de wensen en behoeften van de doelgroep. 8. b. Veranderingen zijn vooral nodig, omdat de markt daartoe aanleiding geeft. Dat zijn dus nieuwe situaties, die om nieuwe, mogelijk onorthodoxe oplossingen vragen. Dan moet je ook proberen zo te durven denken. 9. c. Voor een adequaat veranderingsproces moeten we rekening houden met de omgeving, de structuur en de werkprocessen: werkrelaties behoren tot de laatste. 10. b. In de diagnose is het belangrijk te weten hoeveel draagvlak er binnen de organisatie aanwezig is of kan worden gemobiliseerd om te veranderen. 11. a. Stelling 1 is juist. Een plan van aanpak voor een verandering in een organisatie is uniek, omdat we iedere verandering maar één keer doen; het plan heeft, zoals een projectplan, een begin- en einddatum en kent strakke richtlijnen, zodat we weten waar we aan toe zijn. 12. a. De fusie en alle stappen daarin zijn al door het management genomen: de medewerkers hoeven het alleen nog maar te accepteren. Geen inspraak, geen overleg: top-down. 13. d. Als de noodzaak tot veranderen goed wordt gecommuniceerd met medewerkers, dan ontstaat daaruit een draagvlak om de veranderingen die nodig zijn ook te steunen en mee te werken aan de uitvoering. 14. c. Medewerkers die kunnen en willen veranderen, zijn als ambassadeurs voor die veranderingen in te zetten: zij zien de veranderingen wel zitten en kunnen dat uitdragen naar collega's. 15. c. Deze medewerkers willen wel en zijn dus gemotiveerd, maar ze moeten de benodigde kwaliteiten en competenties nog verwerven om in de nieuwe opzet te kunnen functioneren. Pagina 5 van 5