Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor

Vergelijkbare documenten
Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2016

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2017 > kerngegevens

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2017

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2018

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2015 > >

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens - concept

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > >

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Den Haag

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Leidschendam-Voorburg

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Rijswijk

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Delft

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek > Den Haag

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2017 > Leidschendam-Voorburg

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek > Delft

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek > Den Haag

Prestatieafspraken Stadsgewest Haaglanden - SVH > Jaarmonitor 2014

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Jaarmonitor en aanbodrapportage Ontwikkelingen sociale huurmarkt Haaglanden. 19 februari 2019 Roelf-Jan van Til

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage concept

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Prestatieafspraken Stadsgewest Haaglanden - SVH > Halfjaarmonitor

Prestatieafspraken Stadsgewest Haaglanden - SVH > Halfjaarmonitor

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2017

Sociale huurmarkt Haaglanden > Aanbodrapportage 2013; > tabellenboek >

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2015 >

Prestatieafspraken Stadsgewest Haaglanden - SVH > Jaarmonitor 2012

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2018

Sociale huurmarkt Haaglanden > Aanbodrapportage 2012 > Tabellenboek >

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

AANBODRAPPORTAGE

AANBODRAPPORTAGE 2014

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2013 >

Aanbodrapportage Haaglanden over het jaar Sociale Huursector

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2011

Gemeente Delft. Onderwerp Afdoening twee toezeggingen Huisvestingsverordening

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Onderzoeksrapport DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Monitor wonen Zoetermeer 4e kwartaal 2015

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Onderbouwing huur-inkomenstabellen per

Gevolgen passendheidstoets

Monitor Wonen Zoetermeer. 3e kwartaal 2015

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Monitor wonen Zoetermeer 1e kwartaal 2017

Monitor wonen Zoetermeer 3e kwartaal 2016

Monitor wonen Zoetermeer 4e kwartaal 2016

Standaardrapporten CNS. 0. Kerngegevenskaart: Dashboard met de belangrijkste cijfers.

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek AANBOD DEN HAAG 2013 SOCIALE HUURSECTOR

Hoe kom ik aan een huurwoning

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Woonruimteverdeling Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

B&W. Advies. Lokale Beleidsruimte :5/(.l.. :tt^ Zoetermeer sfeeds ondernemend. 3i./s.:(.o. ^ ^ ^^ivi^^^^^ Co^'

Hoe werkt het? Een woning zoeken in regio Haaglanden WOON HAAGLANDEN HAAGLANDEN NET. Haaglanden ONNET WOONNET WOONNET

Memo. aan. de leden van de gemeenteraad rapportage woonruimteverdeling. van

Tabel Zelfstandige woningen maatschappelijk eigendom naar kale huur in klassen, , (abs.)(%)

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016

bouwstenen voor een nieuwe Huisvestingsverordening

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Betaalbaarheid Haaglanden

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

Beschikbaarheid 4 34

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Rapportage woonruimteverdeling Gouda Sturing via de Huisvestingsverordening Gouda 2015

Gemeente Delft. Geachte heer/mevrouw,

6 januari 2015 Huisvestingswet

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Monitorrapportage Woonruimteverdeling 2011/2012

Stand van de sociale huurwoningmarkt 2016 gemeente Utrecht

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

Notitie > Verhuringen > via Woonnet Rijnmond

MEMO van college aan de algemene raadscommissie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

AANVRAAG URGENTIEVERKLARING Artikel 4:2, tweede lid, Huisvestingsverordening Zoetermeer 2019

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Betaalbaarheid en passend toewijzen

Stand van de sociale huurwoningmarkt gemeente Gooise Meren

1. De tabellen met betrekking tot de passendheidsregels voor de woonruimteverdeling 2013 vast te stellen.

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 2016 April 2017

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Beleidsuitgangspunten 3. Monitoring

Spelregels woonruimteverdeling Sociale Verhuurders Haaglanden

Aanvraag Voorrangsverklaring Artikel 32, eerste lid, Nieuwe Huisvestingsverordening Zoetermeer 2015

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen

Klik voor Wonen Jaarrapportage BREDA 2013 en 2014 maart 2015

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

MEMO van college aan de commissie R&B

Woonruimteverdeling Maastricht. Stadsronde 5 september 2017

Doelgroepen TREND A variant

Transcriptie:

01 Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor 2017-1

HALFJAARMONITOR 2017-1 Bron foto op de kaft: Advertentie op Woonnet Haaglanden; bezit van Arcade Wonen 02

Halfjaarmonitor 2017-1 Uitgevoerd in opdracht van Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden 12 september 2017 > rapport 2017-10 Analyse Explica > Linker Rottekade 292 > 3034 CV Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 03

04 HALFJAARMONITOR 2017-1

Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 Kerngegevens 2017-1 8 2 Halfjaarmonitor 2017-1 11 3 Regionale prestatieafspraken 15 3.1 Tabellen prestatieafspraken 15 3.2 Toelichting wachttijdenmonitor 21 4 Huisvestingsverordening 25 A Tabellenbijlage 33 B Begrippenlijst 44 C Definities hoofdstuk 3 - RPA 49 D Definities hoofdstuk 4 51 05

06 HALFJAARMONITOR 2017-1

HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeenten in de regio Haaglanden en de vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) hebben prestatieafspraken gemaakt voor de periode 2015-2018. Daarnaast leidt ook de Huisvestingsverordening tot een aantal afspraken op de sociale huurmarkt. In de voorliggende rapportage over de eerste helft van 2017 laten we zien in hoeverre de prestatieafspraken 1 in de eerste helft van 2017 zijn waargemaakt en in hoeverre aan de afspraken in de Huisvestingsverordening wordt voldaan. 07 1 Het betreft de verhuringen met een datum huuringang in de eerste 6 maanden van 2017, voor zover deze door de corporaties voor 17 juli 2017 zijn verwerkt. Woningen van Mooiland die in Woonnet worden aangeboden, maken geen deel uit van de prestatieafspraken en blijven in hoofdstuk 3 van deze rapportage dan ook buiten beschouwing. In hoofdstuk 4 over de HVO komen deze verhuringen wel aan bod.

HALFJAARMONITOR 2017-1 Kerngegevens 2017-1 Verhuringen via WBS 6.000 4.000 2.000 0 2013-1 2013-2 2014-1 2014-2 2015-1 2015-2 2016-1 2016-2 2017-1 4.576 323 bestaande bouw nieuwbouw Prestatieafspraken 2015-2018 wachttijd prestatieafspraken 2017-1 2016 toewijzing vrijkomend aanbod - 85%-afspraak 91,2% 88,8% toewijzing vrijkomend aanbod - 70%-afspraak 83,0% 82,0% verkopen - maximaal 10.000 in 4 jaar tijd 200 510 wachttijd (mediane inschrijfduur nieuwe huurders) 46 mnd 40 mnd inschrijfduur totaal starter doorstromer HT-doelgroep - waavan minima - waavan ov. HT ov. middeninkomen 2016 2017-1 0 20 40 60 80 Toewijzingseisen Rijksregelgeving EU-doelgroep 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% doelgroep EU (minimaal 80%) doelgroep EU+ (maximaal 10%) hogere inkomens (maximaal 10%) Passend toewijzen passendheid (95%) 2,4% 0,9% 96,7% 98,0% Toewijzing van woonruimte gemeentelijke huisvestingsverordeningen HVO / overige afspraken 2017-1 2017-1 (%) 2016 (%) aantal verhuringen via WBS 4.899 100% 100,0% aantal verhuringen via urgentie 1.234 25,2% 26,5% - waarvan aan statushouders 449 9,2% 10,7% aantal verhuringen via lokaal maatwerk 337 6,9% 6,5% 337 922 785 via woon-/inschrijfduur via lokaal maatwerk 08 2.406 1.234 449 via ov. Bemiddeling, loting, direct te huur via urgentie statushouders via ugentie overig

09

10 HALFJAARMONITOR 2017-1

HOOFDSTUK 2 Halfjaarmonitor 2017-1 Prestatieafspraken 2015-2018 De gemeenten in de regio Haaglanden en de vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) hebben prestatieafspraken gemaakt voor de periode 2015-2018. Daarnaast leidt ook de Huisvestingsverordening tot een aantal afspraken op de sociale huurmarkt. In de voorliggende halfjaarrapportage over de eerste helft van 2017 laten we zien in hoeverre de prestatieafspraken in de eerste helft van 2017 zijn waargemaakt en in hoeverre aan de afspraken in de Huisvestingsverordening wordt voldaan. De cijfers zijn gebaseerd op de situatie per 17 juli 2017. Na die datum verwerkte verhuringen met een huuringangsdatum in de eerste helft van 2017 zijn niet meer meegenomen. In Woonnet worden ook woningen van Mooiland aangeboden. Deze woningen maken geen deel uit van de prestatieafspraken en blijven in hoofdstuk drie van deze rapportage dan ook buiten beschouwing. Het gaat om 23 verhuringen in de eerste helft van 2017. In de eerste helft van 2017 zijn in totaal 4.899 woningen verhuurd via WBS. Het gaat daarbij om zelfstandige en onzelfstandige woningen. Zonder de woningen van Mooiland gaat het om 4.876 woningen. In heel 2016 waren dat er 9.257 (exclusief de 63 verhuurde woningen van Mooiland). Daarmee lijkt het aantal verhuringen weer toe te nemen. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat dit vooral komt door een toename van het aantal nieuwbouwverhuringen. Op basis van de halfjaarcijfers kan worden geconcludeerd dat de corporaties op weg zijn om de prestatieafspraken over 2017 te halen. Wel lijkt de druk op de sociale huurmarkt verder toe te nemen: de wachttijd stijgt en de slaagkans neemt af. Verkoop sociale huurwoningen De corporaties verkopen woningen. Regionaal en in de totale werkingsperiode van de regionale prestatieafspraken, gaat het om maximaal 10.000 sociale huurwoningen aan zittende huurders of bij leegkomen. Dat zou neerkomen op 2.500 woningen maximaal per jaar, oftewel 1.250 woningen per half jaar. In de eerste helft van 2017 zijn door de corporaties 200 woningen verkocht (tabel 3.1). Daarmee ligt het aantal ruim onder het maximale afgesproken aantal. Ter vergelijking, in 2016 zijn totaal 510 sociale huurwoningen verkocht, in 2015 942. De tussenstand na 2,5 van de 4 jaar waarover de afspraken gaan bedraagt 1.652. Betaalbaarheid van het aanbod In de eerste helft van 2017 zijn door de 15 corporaties 4.646 zelfstandige woningen verhuurd via WBS en nog eens 336 woningen buiten WBS. Hiermee komt het totaal op 4.982 verhuurde woningen. Van dit aantal zijn er 4.546 verhuurd (91,2%) met een huurprijs onder de vrijesectorgrens (tabel 3.5). Daarmee wordt voldaan aan de 85%-afspraak die in regionaal verband geldt. In 2016 lag dat aandeel op 88,8%, in 2015 op 92,1%. Volgens de 70%-afspraak moet van deze 4.546 zelfstandige woningen 70 procent verhuurd worden met een huur onder de hoge aftoppingsgrens. Aan deze 70%-afspraak is eveneens voldaan in de eerste helft van 2017 (tabel 3.6). Van de 4.546 woningen met een huur onder de vrijesectorgrens zijn er 3.772 verhuurd met een huur onder de hoge aftoppingsgrens (83,0%). In 2016 lag dat aandeel op 82,0%, in 2015 op 73,0%. 11

HALFJAARMONITOR 2017-1 Wachttijden in beeld In de eerste helft van 2017 is de mediane inschrijfduur (de wachttijd ) van de geslaagde woningzoekenden 46 maanden. Daarmee is de mediane inschrijfduur over deze periode al 6 maanden langer dan over heel 2016 (40 maanden). In de leeftijdsklasse 27-54 jaar is een sterke toename van de wachtduur te zien. Dat was ook in 2016 het geval. De mediane wachttijd van de huurtoeslagdoelgroep is in de eerste helft van 2017 ook weer toegenomen naar 48 maanden. In 2016 was dit 41 maanden. De mediane wachttijd van minima ligt in de eerste helft van 2017 op 45 maanden. De wachttijd voor 4-persoonshuishoudens is relatief sterk toegenomen: van 40 maanden in 2016 naar 54 maanden in de eerste helft van 2017. Voor doorstromers is de mediane inschrijfduur beduidend lager dan voor starters: 29 versus 60 maanden. De totale slaagkans bij de 15 corporaties bedraagt in de eerste helft van 2017 8,4% en ligt daarmee onder het niveau van de eerste helft van 2016 (9,0%). Toewijzing van woonruimte gemeentelijke huisvestingsverordeningen Naast de monitoring van de regionale prestatieafspraken zijn ook de afspraken die gemaakt zijn over toewijzing van woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordeningen van belang. In dit rapport wordt ook getoetst in hoeverre aan deze afspraken wordt voldaan. Van de 4.899 verhuringen in de eerste helft van 2017 (inclusief onzelfstandige woningen en inclusief de verhuringen van Mooiland) zijn er 3.734 (76%) aangeboden via Woonnet (zie tabel 4.1). Het grootste deel hiervan (3.440, 70% van het totale aantal verhuringen) is aangeboden via het aanbodmodel. Van alle verhuringen is 49% (2.406 woningen in de eerste helft van 2017) toegewezen op basis van de woon-/inschrijfduur van de woningzoekende. Daarnaast zijn 1.234 woningen (25%) toegewezen op basis van urgentie (waarbij alle toewijzingen aan statushouders tot urgentie gerekend worden) en 337 via lokaal maatwerk (7%). De overige woningen zijn via overige bemiddeling (648) toegewezen, verhuurd via loting (87) en verhuurd via direct te huur (130). Tot slot zijn ook nog 57 woningen via leefstijl en overige toewijzingsgronden verhuurd. De corporaties hebben per gemeente ruimte om op jaarbasis 25% van de woningen met een huur tot de vrijesectorgrens te verhuren via lokaal maatwerk. Op regionaal niveau zijn er in de eerste helft van 2017 337 woningen toegewezen via lokaal maatwerk. Dat komt neer op 7,5% van de relevante toewijzingen. De in de eerste helft van 2017 benutte ruimte verschilt wel per gemeente. In de gemeente Delft en Den Haag is zeer beperkt lokaal maatwerk toegepast, terwijl in de gemeente Midden-Delfland en Pijnacker- Nootdorp in de eerste helft van 2017 een kwart of zelfs meer via lokaal maatwerk is verhuurd. Toewijzingen op grond van urgentie In de eerste helft van 2017 hebben 1.234 huishoudens op grond van urgentie een woning toegewezen gekregen, waarvan 449 statushouders 2 en 785 op basis van overige urgentiegronden (waaronder medisch, sociaal, etc.). Toewijzingseisen Rijksregelgeving Woningcorporaties moeten ten minste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de EU-plus-doelgroep. Het gaat dan om huishoudens met een inkomen tot 40.349. Ten minste 80% van de 2 Toewijzingen aan statushouders worden allemaal tot toewijzingen via urgentie gerekend. 12

vrijkomende sociale huurwoningen moeten toegewezen worden aan huishoudens met een inkomen tot 36.165 (EU-grens). Maximaal 10% mag toegewezen worden aan huishoudens met een inkomen boven de EU-plusgrens en eveneens maximaal 10% aan hogere inkomens. Het aandeel toewijzingen aan huishoudens boven de EU-grens is beperkt. In de eerste helft van 2017 is 96,7% van de woningen tot de vrijesectorgrens verhuurd aan huishoudens die tot de EU-doelgroep kunnen worden gerekend. Dat aandeel is vergelijkbaar met de jaren 2015 en 2016. Ook het passend toewijzen gebeurt zeer strikt, er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de toegestane marges. 13

14 HALFJAARMONITOR 2017-1

HOOFDSTUK 3 Regionale prestatieafspraken Artikel 3 Ontwikkeling woningvoorraad lid 1A Afspraken regionale voorraadontwikkeling Om de financiële ruimte te vergroten zodat deze mede aangewend kan worden voor het betaalbaar houden van de sociale voorraad, verkopen corporaties regionaal in de totale werkingsperiode van de regionale prestatieafspraken, maximaal 10.000 sociale huurwoningen in 4 jaar aan zittende huurders of bij leegkomen. Wanneer de financiële situatie of (wijzigend) Rijksbeleid een hoger aantal te verkopen woningen vereist, treedt SVH opnieuw in overleg met de gemeenten. 3.1 Tabellen prestatieafspraken Tabel 3.1 Verkopen per gemeente, eerste helft 2017 (en 2016) gemeente 2017-1 2016 Delft 38 62 Den Haag 79 141 Leidschendam-Voorburg 17 65 Midden-Delfland 0 18 Pijnacker-Nootdorp 17 48 Rijswijk 9 21 Wassenaar 5 11 Westland 17 46 Zoetermeer 18 98 totaal 200 510 - Betreft verkopen aan zittende huurders of bij leegkomen. 15

HALFJAARMONITOR 2017-1 Artikel 3 Ontwikkeling woningvoorraad lid 1D Monitoren voorraadontwikkeling Partijen monitoren de regionale en lokale afname van de woningvoorraad bij corporaties door verkoop, toename door nieuwbouw en de ontwikkeling van de sociale en de betaalbare voorraad regionaal en per gemeente. Indien de afname van de sociale voorraad door de afspraken over het huurbeleid in de vrijkomende voorraad en het maximaal aantal te verkopen woningen, groter wordt dan de verwachte berekende omvang van de voorraad 31-12-2018 (131.000 sociale huurwoningen waarvan 104.000 in het betaalbare segment) gaan partijen regionaal opnieuw in gesprek om deze ontwikkeling te bespreken en eventueel aanvullende regionale prestatieafspraken te maken. lid 2 Ruimtelijke spreiding en lokale voorraadontwikkeling Bij een verandering (afname of toename) van de sociale en betaalbare voorraad in Haaglanden is het principe van de ongedeelde regio het uitgangspunt, (lokale) armoedeconcentraties zijn ongewenst. Elke deelnemende gemeente is en blijft in staat om zijn bouwsteen te leveren (voortkomend uit de specifieke opbouw van de regionale voorraad) aan de oplossing in de behoefte van het geheel op de sociale regionale woningmarkt. Corporaties hebben in 2015 inzicht gegeven in de verwachte aantallen te verkopen en de ontwikkeling van de sociale en de betaalbare voorraad per gemeente. Bij een meer dan gemiddelde afname bij een of meerdere gemeenten, gaan partijen opnieuw aan tafel om deze ontwikkeling te bespreken en eventueel aanvullende prestatieafspraken te maken. Jaarlijks vindt monitoring plaats van de lokale voorraadontwikkeling. 16

Artikel 3 Ontwikkeling woningvoorraad lid 1B Sociale huurvoorraad Om de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor woningzoekenden (waaronder minima en HT-doelgroep) met lage inkomens te garanderen, maken partijen met betrekking tot de vrijkomende voorraad de volgende afspraken: > Corporaties houden bij vrijkomen regionaal minimaal 70% van de zelfstandige sociale huurwoningen (die voor verhuur bestemd blijven) betaalbaar. Onder betaalbaar wordt verstaan een subsidiabele huur die eventueel door een energiecorrectie 1 onder de tweede aftoppingsgrens van de Huurtoeslag valt. > Corporaties houden bij vrijkomen regionaal minimaal 85% van de zelfstandige woningen (die voor verhuur bestemd blijven) sociaal. Wanneer de financiële situatie of (wijzigend) Rijksbeleid een hoger aantal te liberaliseren woningen vereist, treedt de SVH opnieuw in overleg met de gemeenten. Onder sociaal wordt verstaan een huur die onder de Rijksregelgeving m.b.t. de definiëring van de sociale huurvoorraad van corporaties valt. 1 De invoering van de passendheidstoets per 1 januari 2016 heeft de mogelijkheden om een energiecorrectie toe te passen beperkt. Tabel 3.2 Vrijkomend aanbod van zelfstandige woningen (85%-afspraak sociale verhuringen), eerste helft 2017 (en 2016) toewijzing vrijkomend aanbod - 85%-afspraak 2017-1 2016 verhuringen via WBS 4.646 8.976 verhuringen buiten WBS (vrije sector) 336 839 totaal meetellend voor 85%-afspraak 4.982 9.815 verhuringen onder vrije-sectorgrens 4.546 8.717 totaal verhuurd binnen 85%-afspraak 91,2% 88,8% - Voor de berekening van de 85%-afspraak tellen alle verhuringen van zelfstandige woningen mee. Dit betreft ook de verhuringen die niet via WBS zijn gegaan. De sociale verhuringen zijn de verhuringen van zelfstandige woningen met een netto huurprijs onder de vrijesectorgrens ( 710,68; prijspeil 2017) Tabel 3.3 Vrijkomend aanbod van zelfstandige woningen onder de vrijesectorgrens (70%-afspraak betaalbare verhuringen), eerste helft 2017 (en 2016) toewijzing vrijkomend aanbod - 70%-afspraak 2017-1 2016 verhuringen onder vrije-sectorgrens 4.546 8.717 verhuringen onder hoogste aftoppingsgrens (subsidiabele huur) 3.772 7.152 totaal verhuurd binnen 70%-afspraak 83,0% 82,0% - Voor de berekening van de 70%-afspraak tellen alle verhuringen van zelfstandige woningen met een netto huurprijs tot de vrijesectorgrens ( 710,68; prijspeil 2017) mee. De betaalbare verhuringen zijn de verhuringen van zelfstandige woningen met een subsidiabele huurprijs tot de hoge aftoppingsgrens ( 635,05; prijspeil 2017) 17

HALFJAARMONITOR 2017-1 Artikel 2 Positie woningzoekenden lid 1 Posities van woningzoekenden Partijen spreken af de posities van groepen woningzoekenden op de woningmarkt zorgvuldig te monitoren. Deze monitoring gebeurt via de wachttijdenmonitor. Indien gesignaleerd wordt dat de positie van een bepaalde groep woningzoekenden significant afwijkt óf zich sterk negatief ontwikkelt, treden partijen lokaal of (sub)regionaal in overleg over de vraag of en op welke wijze hierop kan worden ingegrepen. Tabel 3.4 Wachttijdenmonitor (mediane inschrijfduur in maanden), eerste helft 2017 leeftijd 2017-1 2016 verandering 18-22 jaar 40 41-3% 23-26 jaar 62 54 14% 27-54 jaar 54 42 29% 55-64 jaar 23 21 11% 65-69 jaar 26 25 4% 70 jaar en ouder 18 17 5% aantal personen 1 persoon 46 42 10% 2 personen 45 38 18% 3 personen 40 34 19% 4 personen 54 40 35% 5 personen 60 59 3% 6 en meer personen (64) 44 - doorstromer/starter doorstromer 29 26 13% starter 60 52 16% inkomen totale HT-doelgroep 48 41 16% - waarvan minima 45 41 10% - waarvan ov. HT-doelgroep 56 44 28% middeninkomens 40 37 6% totale EU-doelgroep 46 41 13% gemeente Delft 43 40 8% Den Haag 43 40 7% Leidschendam-Voorburg 42 34 21% Midden-Delfland 35 50-30% Pijnacker-Nootdorp 63 61 4% Rijswijk 53 40 33% Wassenaar 46 37 27% Westland 39 28 40% Zoetermeer 59 42 38% totaal 46 40 13% - Verhuringen via woon-/inschrijfduur, uitgezonderd studentenwoningen, onzelfstandige woningen, vrijesectorwoningen en hoge inkomens (boven 1,5 maal HT-grens voor meerpersoonshuishoudens). - In de eerste helft van 2017 zijn er 2.406 toewijzingen via woon-/inschrijfduur. Hiervan tellen er 2.335 mee in deze tabel. 18

Tabel 3.5 Wachttijdenmonitor (mediane inschrijfduur in maanden) per gemeente, eerste helft 2017 leeftijd Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg 18-22 jaar 38 41 (32) - - - - (39) 42 40 23-26 jaar 61 58 78 - (48) 65-52 66 62 27-54 jaar 43 57 60 36 72 59 53 42 65 54 55-64 jaar 22 20 20 (29) (67) 35-17 34 23 65-69 jaar 37 22 31 - - (100) - 16 30 26 70 jaar en ouder 10 14 37 (32) - 18 (34) 56 18 18 aantal personen 1 persoon 48 44 37 48 49 61 (40) 34 56 46 2 personen 43 37 59 (26) (74) 53 (54) 45 72 45 3 personen 30 39 40 - (41) 40 46 45 55 40 4 personen 26 61 (76) - - (30) (61) 38 54 54 5 personen - 79 - - - - - - 54 60 6 en meer personen - - - - - - - - - (64) doorstromer/starter doorstromer 23 25 41 35 49 35 43 28 37 29 starter 58 58 73 (52) (67) 67-52 66 60 inkomen totale HT-doelgroep 44 44 41 33 (67) 52 50 49 62 48 - waarvan minima 43 41 32 35 (67) 52 41 34 62 45 - waarvan ov. HT-doelgroep 58 52 79 -. 53 52 82 62 56 middeninkomens 38 40 60-59 75 34 29 27 40 totale EU-doelgroep 43 43 42 35 67 52 43 39 60 46 Midden-Delfland totaal 43 43 42 35 63 53 46 39 59 46 - Verhuringen via woon-/inschrijfduur, uitgezonderd studentenwoningen, onzelfstandige woningen, vrijesectorwoningen en hoge inkomens (boven 1,5 maal HT-grens voor meerpersoonshuishoudens). - In de eerste helft van 2017 zijn er 2.406 toewijzingen via woon-/inschrijfduur. Hiervan tellen er 2.335 mee in deze tabel. - Bij minder dan 5 waarnemingen wordt de inschrijfduur niet weergegeven; bij 5-9 waarnemingen in grijs en tussen haken. - In bijlage A zijn de inschrijfduren van 2016 weergegeven en daarnaast de wachttijden naar kenmerk van de woningen en naar een uitgebreide doelgroepindeling, voor de eerste helft van 2017. Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal 19

HALFJAARMONITOR 2017-1 Artikel 3 Ontwikkeling woningvoorraad Lid 4 Voorwaarden verkochte sociale huurwoningen Verkoop van sociale huurwoningen vindt plaats onder de volgende voorwaarden: > De corporatie legt de betreffende gemeente tijdig de verkoopplannen voor. > Gemeenten spannen zich in om de procedures bij de verkoop van woningen van de SVHcorporaties soepel te laten verlopen. > Bij complexgewijze verkoop van sociale huurwoningen worden deze complexen in eerste instantie onder de aandacht gebracht van toegelaten instellingen die werkzaam zijn in de regio Haaglanden. > Te verkopen individuele huurwoningen worden in eerste instantie onder de aandacht gebracht van zittende huurders, die gezien hun inkomen in staat zijn een woning te kopen > Om verkoop onder woningzoekenden met een inkomen tot de lage middeninkomensgrens te bevorderen: worden te verkopen woningen indien mogelijk geadverteerd op de regionale woonruimteverdeling-website; wordt onderzocht of het mogelijk is op de regionale woonruimteverdeling-website informatie te plaatsen waarmee hypotheeklasten en huurprijs vergeleken kunnen worden. Corporaties geven jaarlijks inzicht in de inkomensgroepen waartoe de kopers van voormalige sociale huurwoningen behoren Tabel 3.6 Verkochte sociale huurwoningen - inzicht in inkomensgroepen kopers, eerste helft 2017 gemeente < 35.739 35.738-45.000 > 45.000 / ink. onbekend totaal Delft 8 1 29 38 Den Haag 3 9 67 79 Leidschendam-Voorburg 4 2 11 17 Midden-Delfland 0 0 0 0 Pijnacker-Nootdorp 6 3 8 17 Rijswijk 0 2 7 9 Wassenaar 1 1 3 5 Westland 0 1 16 17 Zoetermeer 8 1 9 18 totaal 30 20 150 200 - Betreft verkopen aan zittende huurders of bij leegkomen. - Verkopen waarbij het inkomen onbekend is zijn in de hoogste inkomensklasse ingedeeld 20

3.2 Toelichting wachttijdenmonitor Verschillen naar kenmerken van het huishouden De wachttijdenmonitor (tabel 3.4) laat zien dat de wachttijd (ofwel de mediane inschrijfduur) in de regio Haaglanden in de eerste helft van 2017 met 6 maanden is toegenomen. Van 40 maanden in 2016 naar 46 maanden in de eerste helft van 2017, een toename met 15%. De wachttijdenmonitor is een indicator voor de benodigde inschrijfduur voor een woningzoekenden die via een advertentie op een woning reageert. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de wachttijdmonitor en de verschillen naar leeftijd, omvang en inkomen van het huishouden. Daarbij wordt eveneens gekeken naar de slaagkans van de verschillende groepen. Tabel 3.7 geeft een overzicht van de wachttijd en slaagkans naar verschillende kenmerken. De mediane wachttijd in de eerste helft van 2017 is voor een doorstromer 29 maanden en voor een starter 60 maanden. Voor beide groepen is de wachttijd in de eerste helft van 2017 weer verder toegenomen ten opzichte van 2016. Het verschil in wachttijd tussen starters en doorstromers kan worden verklaard door het feit dat bij doorstromers de rangorde wordt bepaald door de inschrijfduur in combinatie met de woonduur tot een maximum van 5 jaar. Ondanks het feit dat de wachttijd voor starters hoger is, verschilt de slaagkans van beide groepen niet veel. Dat kan deels verklaard worden door het feit dat een relatief groter deel van de geslaagde starters een woning toegewezen heeft gekregen via bemiddeling (urgentie, lokaal maatwerk of overige bemiddeling). In de eerste helft van 2017 is 37% van de doorstromers niet geslaagd via woon-/inschrijfduur, voor starters ligt dit aandeel op 60%. Ten opzichte van 2016 zijn er relatief iets meer starters en doorstromers geslaagd via woon- /inschrijfduur. De mediane wachttijd voor huishoudens met vier of meer personen is relatief hoog. Van de grote huishoudens (6 en meer personen) slaagt 86% niet via woon-/inschrijfduur. Deze doelgroep slaagt voor een groot deel via lokaal maatwerk, urgentie of overige bemiddeling. De slaagkans van huishoudens met 6 of meer personen ligt met 11,0% boven de regionale slaagkans van 8,4%. Eenpersoons huishoudens hebben een relatief kortere wachttijd, vooral als het doorstromers zijn. Ook de slaagkans van deze groep huishoudens ligt boven het regionale gemiddelde. De mediane wachttijd van jonge huishoudens in de leeftijd van 23 tot en met 26 is hoog met 62 maanden in 2016. De overige indicatoren (slaagkans en aandeel niet geslaagd via woon-/inschrijfduur) scoren rond het regionale gemiddelde. Maar de wachttijd van huishoudens in de leeftijd 27-34 jaar is nog hoger (65 maanden). De mediane wachttijd van de oudere huishoudens is relatief laag en de slaagkans van deze groep is hoog. Een uitsplitsing naar inkomen en andere kenmerken van de geslaagde woningzoekenden laat verschillen zien als het gaat om de mediane wachttijd. Voor minima is de wachtduur 45 maanden, voor de overige HT-doelgroep 56 maanden. Daarmee is de wachttijd voor de overige HT-doelgroep flink toegenomen ten opzichte van 2016. Ook de slaagkans van deze doelgroep is relatief laag (4,8%). Dat geldt zowel voor de grotere als voor de kleinere huishoudens in deze groep. De overig HT-doelgroep met vijf of meer personen heeft te maken met een hoge mediane wachttijd (81 maanden) en een lage slaagkans (4,6%). Wel slaagt een groter deel van deze doelgroep via bemiddeling (urgentie, lokaal maatwerk of overige bemiddeling). 21

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel 3.7 Wachttijden en overige indicatoren naar kenmerken van het huishouden, eerste helft 2017 inschrijfduur totaal inschrijfduur starters inschrijfduur doorstromers niet geslaagd via WID slaagkans geslaagden (slaagkans) categorie starter 60 60-60% 8,9% 2.612 doorstromer 29-29 37% 7,9% 2.054 huishoudenomvang 1 persoon 46 59 19 49% 9,3% 2.702 2 personen 45 63 32 48% 8,0% 932 3 personen 40 63 37 48% 7,2% 568 4 personen 54 78 43 54% 6,2% 271 5 personen 60-60 64% 6,7% 126 6 en meer personen (64) - (76) 86% 11,0% 67 leeftijd t/m 22 jaar 40 41 2 71% 8,8% 595 23-26 jaar 62 64 24 49% 8,0% 802 27-34 jaar 65 75 34 51% 6,5% 912 35-44 jaar 41 66 32 52% 7,3% 744 45-54 jaar 41 68 36 52% 8,0% 610 55-64 jaar 23 20 26 31% 13,1% 525 65-74 jaar 22 11 26 31% 15,0% 287 75 jaar of ouder 19 (91) 18 46% 23,2% 191 inkomen HT-doelgroep 48 60 30 55% 8,3% 3.833 - waarvan minima 45 57 27 58% 10,1% 3.088 - waarvan ov. HT 56 67 36 35% 4,8% 745 ov. middeninkomen 40 64 29 31% 8,9% 765 EU-doelgroep (totaal) 46 60 29 51% 8,4% 4.513 indeling in doelgroepen HT-doelgroep <23, 1p 40 40 (2) 70% 9,9% 493 HT-doelgroep <23, 2p 44 44-80% 5,0% 61 minima, 23-54, 1p 63 66 19 59% 9,6% 1.026 minima, 23-54, 2p 51 66 25 59% 8,8% 413 minima, 3+4p 46 68 40 59% 8,5% 514 minima, 5+p 46-50 90% 10,2% 105 ov HT, 23-54, 1p 65 71 31 31% 4,1% 247 ov HT, 23-54, 2p 65 75 37 34% 3,5% 92 ov HT, 3+4p 58 71 49 50% 3,7% 133 ov HT, 5+p 81-81 66% 4,6% 32 HT-EU, 23-54, 1p 53 69 11 30% 7,1% 223 HT-EU, 23-54, 2p 40 54 29 15% 8,7% 101 HT-45.225, 3+p 37 63 33 30% 7,4% 247 totaal 46 60 29 50% 8,4% 4.666 aantal verhuringen 2.335 1.026 1.309 2.486 - In de eerste helft van 2017 zijn er 2.406 toewijzingen via woon-/inschrijfduur. Hiervan tellen er 2.335 mee in deze tabel. - Bij minder dan 5 waarnemingen wordt de inschrijfduur niet weergegeven; bij 5-9 waarnemingen in grijs en tussen haken. 22

Verschillen per gemeente De mediane wachttijd verschilt per gemeente (tabel 3.5). Er zijn enkele gemeenten met een relatief hogere mediane wachttijd in de eerste helft van 2017. Pijnacker-Nootdorp scoort het hoogst met een wachttijd van 63 maanden. Ook de wachttijd voor woningen in Zoetermeer ligt in de eerste helft van 2017 met 59 maanden boven het regionale gemiddelde. De mediane wachttijd in Midden-Delfland fluctueert per periode. In de eerst helft van 2017 is de mediane wachttijd weer lager (35 maanden) dan in 2016 (50 maanden). In Midden-Delfland zijn de eerste helft van 2017 relatief meer eenpersoonshuishoudens geslaagd, in de leeftijd vanaf 27 jaar en met een minimum inkomen (nieuwbouw voor urgenten). Voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp geldt dat een hoge mediane wachttijd zich voordoet bij doorstromers en starters (beperkt aantal). In Pijnacker-Nootdorp zijn vooral huishoudens met een hoger inkomen geslaagd op basis van wachttijd. De mediane wachttijd van starters in de gemeente Westland ligt duidelijk onder de regionale mediaan, als gevolg van de voorrangsregeling voor starters binnen de gemeente. Voor doorstromers is de wachtduur relatief laag in de gemeenten Delft en Den Haag. Hiervoor werd geconstateerd dat de mediane wachttijd voor jonge huishoudens in de leeftijd van 23 tot en met 26 jaar in de eerste helft van 2017 hoog is. De mediane wachttijd voor deze huishoudens ligt in de gemeente Leidschendam-Voorburg (78 maanden) ruim boven de regionale mediaan. Voor de HT-doelgroep zijn de wachttijden het hoogst in Zoetermeer. De hoge wachtduur geldt zowel voor de minima als voor de overige HT-doelgroep. 23

24 HALFJAARMONITOR 2017-1

HOOFDSTUK 4 Huisvestingsverordening De rangorde van selectie van woningzoekenden is overeenkomstig artikel Volgordebepaling woningzoekenden in de Huisvestingsverordeningen van de negen regiogemeenten. In dit artikel wordt de rangorde bij toewijzing aangegeven indien meerdere woningzoekenden reageren op het aanbod: 1. woningzoekenden waarvoor burgemeester en wethouders op grond van een wettelijke taakstelling, volgens artikel 16, sub a van de Huisvestingswet 2014, verantwoordelijkheid dragen; 2. woningzoekenden met een sociale en/of medische voorrangsverklaring of woonkostentoeslag (financiële urgentie); 3. woningzoekenden die een voorrangsverklaring hebben in verband met herstructurering; 4. woningzoekenden die gebruik kunnen maken van de 25% lokaal maatwerk; 5. alle andere woningzoekenden. Toelichting op het lokaal maatwerk staat vermeld in artikel regionale binding en lokaal maatwerk. Voor het oplossen van lokale knelpunten kunnen burgemeester & wethouders besluiten, na overleg met woningcorporaties, dat maximaal 25% van de voor verhuur vrijkomende woonruimte gericht wordt toegewezen, waarbij zij als uitgangspunten hanteren a. de regels moeten transparant en inzichtelijk zijn voor woningzoekenden; b. er is aantoonbaar sprake van schaarste en verdringing in de benoemde categorieën knelpunten, binnen de uitgangspunten van artikel 2 van de Huisvestingswet 2014. Voor de diverse categorieën wordt verwezen naar de begrippenlijst. In tabel 4.1 is weergegeven hoe de woningen zijn aangeboden; in tabel 4.2 op basis waarvan de woningen zijn toegewezen. Tabel 4.1 Overzichtstabel wijze van aanbieding, eerste helft 2017 (en 2016) aanbiedingswijze 2017-1 2017-1 (%) 2016 (%) aanbodmodel 3.440 70% 68% loting 106 2% 2% direct te huur 130 3% 4% leefstijl en overige 58 1% 1% subtotaal via Woonnet 3.734 76% 75% niet-geadverteerd aanbod 1.165 24% 25% totaal 4.899 100% 100% - Alleen verhuringen via WBS, inclusief Mooiland 25

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel 4.2 Overzichtstabel van de basis voor verhuring, naar geadverteerde en niet-geadverteerde woningen, eerste helft 2017 basis voor verhuring geadverteerd niet-geadverteerd totaal via urgentie 774 460 1.234 - waarvan statushouders 23 426 449 - waarvan overig 751 34 785 via lokaal maatwerk 279 58 337 via woon-/inschrijfduur 2.406 0 2.406 via overige bemiddeling 1 647 648 via loting 87 0 87 via direct te huur 130 0 130 via leefstijl en diversen 57 0 57 totaal 3.734 1.165 4.899 - Alleen verhuringen via WBS, inclusief Mooiland; - Verhuringen aan statushouders worden gerekend tot verhuringen via urgentie, ook indien sprake is van bemiddeling; - Zie tabel 4.3, 4.5, 4.8 en 4.9 voor een uitsplitsing van de verhuringen via urgentie; - Zie tabel 4.6 voor een uitsplitsing van de verhuringen via lokaal maatwerk; - Zie tabel 4.7 voor een uitsplitsing van de verhuringen via overige bemiddeling. Tabel 4.3 Verhuringen via urgentie, eerste helft 2017 (en 2016) 3 via urgentie aantal 2017-1 % 2017-1 aantal 2016 % 2016 stadsvernieuwing 69 6% 337 14% medisch 130 11% 281 11% sociaal 409 33% 685 28% sociaal/medisch 162 13% 136 6% statushouders 449 36% 998 40% overig 15 1% 32 1% totaal via urgentie 1.234 100% 2.469 100% - Verhuringen aan statushouders worden gerekend tot verhuringen via urgentie, ook indien sprake is van bemiddeling; Tabel 4.4 Verhuringen via urgentie aan statushouders, eerste helft 2017 (en 2016) huisvesting statushouders totaal 2017-1 onzelfstandig totaal 2016 onzelfstandig toewijzingen via urgentie 1.234 124 2.469 29 - waarvan aan statushouders 449 124 998 29 - gehuisveste statushouders (aantal personen) 873 124 1.495 29 - Verhuringen aan statushouders worden gerekend tot verhuringen via urgentie, ook indien sprake is van bemiddeling; 26 3 Het aantal sociaal/medische urgenties is sterk toegenomen in de eerste helft van 2017 ten opzichte van 2016. In de gemeente Den Haag is het aantal 115 in de eerste helft van 2017, tegenover 74 in heel 2016. Ook in Leidschendam- Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk ligt het aantal in de eerste helft van 2017 al minimaal op hetzelfde niveau als in heel 2016.

Tabel 4.5 Verhuisstromen aantal huishoudens (via urgentie, exclusief statushouders), eerste helft 2017 vestigingsgemeente herkomstgemeente Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal (%) totaal Delft 55% 16% 4% 5% 6% 8% 0% 4% 3% 100% 80 Den Haag 2% 82% 4% 1% 1% 6% 1% 2% 4% 100% 527 Leidschendam-Voorburg 0% 47% 47% 0% 0% 0% 0% 0% 6% 100% 17 Midden-Delfland 25% 0% 0% 50% 0% 25% 0% 0% 0% 100% 4 Pijnacker-Nootdorp 20% 10% 0% 0% 70% 0% 0% 0% 0% 100% 10 Rijswijk 4% 32% 8% 8% 0% 36% 0% 8% 4% 100% 25 Wassenaar 0% 33% 33% 0% 0% 33% 0% 0% 0% 100% 3 Westland 9% 23% 0% 5% 0% 9% 0% 50% 5% 100% 22 Zoetermeer 3% 14% 1% 0% 1% 0% 0% 1% 78% 100% 69 buiten Haaglanden 14% 50% 0% 0% 4% 0% 4% 4% 25% 100% 28 rechtspersoon 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% - 0 totaal 8% 62% 4% 2% 2% 6% 1% 3% 11% 100% 785 totaal 64 490 34 14 19 48 5 26 85 785 785 saldo in- en uitstroom -16-37 17 10 9 23 2 4 16 28 28 De tabel betreft de herkomstgemeente en de vestigingsgemeente van huishoudens die via urgentie zijn geslaagd, exclusief statushouders. De tabel dient als volgt te worden gelezen. De herkomstgemeente is de woongemeente waar de urgente woningzoekende woonde voor de verhuizing. De vestigingsgemeente is de gemeente waar de urgent woningzoekende een woning heeft gehuurd. Er zijn 80 urgent woningzoekenden afkomstig uit Delft geslaagd in de eerste helft van 2017. Hiervan heeft 55% in Delft een woning gevonden. In Delft zijn in totaal 64 urgenten (exclusief statushouders) gehuisvest. 27

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel 4.6 Verhuringen via lokaal maatwerk, per gemeente, eerste helft 2017 Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp* Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal relatief (%) doorstr uit corp egw <VS -> VS of niet-egw <VS (1) - - 3 - - - - - - 3 1% doorst uit goedkope corp won - > duurder (2/10) - - - 1-21 - - 34 56 17% doorstr uit betaalbare corp won -> duurder (16) - - - - 2 - - - - 2 1% doorstr uit corp won < VS (4) - - - 4 - - - - - 4 1% doorstr uit corp won>80m2 -> VS of niet EGW<80m2 (9) 1 20 - - - 2 - - 14 37 11% doorstr 65 + uit corp won -> niet EGW (7) - - 8 - - - - - - 8 2% voorrang Midden-Delfland op nieuwbouw (12) - - - 5 - - - - - 5 1% voorrang all en binnen eigen wijk/kern (3a) - - 1 - - - 1 7-9 3% voorrang alle doorstr binnen eigen wijk (3b) - 0 2 - - - - - - 2 1% voorrang voor starters (11) - - - 9 - - 8 14-31 9% voorrang voor 3+ kinderen (13a) 2 - - - - 7 - - - 9 3% Voorrang voor 4+ kinderen (13b) - 26 - - - - - - - 26 8% voorrang voor minima -> goedkoop (14) - - - - - 21 - - - 21 6% voorrang voor HT-groep (8) - - - - 23 - - 0-23 7% voorrang voor < 23 jaar (15) - - 5 - - - - - 14 19 6% voorrang voor < 27 jaar (5b) - - - - [2] - - [16] - 18 5% voorrang voor 55+ jaar, na sept 2015: uit corp egw (5c) [1] - - - - - 4 - - 5 1% voorrang voor 65+ jaar uit corp.woning (5d) - - - - - - - [1] - 1 0% subtotaal via advertentie 4 46 19 19 27 51 13 38 62 279 83% doorstroming/doorstroommakelaar 1 1 3 1 0 1 0 1 0 8 2% leefbaarheid/sociale cohesie 0 6 1 0 0 1 0 0 3 11 3% maatwerk 1 0 1 0 0 1 0 0 3 6 2% doorschuivingen 6 2 1 2 - - - 1 3 15 4% groepswonen en coöptatie - - - 0-0 - - 3 3 1% directiebesluit en hardheidsclausule B&W - 4-0 - - - 2 9 15 4% totaal lokaal maatwerk 12 59 25 22 27 54 13 42 83 337 100% - niet meetellend voor HVO 0 2 0 0 0 0 0 3 0 5 1% verhuringen HVO 2017-1 603 2.117 250 90 94 277 77 302 609 4.419 percentage lokaal maatwerk 2% 3% 10% 24% 29% 19% 17% 13% 14% 7,5% verhuringen HVO vorig jaar (2016-1) 531 2.134 261 40 84 312 63 249 734 4.408 percentage lokaal maatwerk o.b.v. vorig jaar 2% 3% 10% 55% 32% 17% 21% 16% 11% 7,5% * In Pijnacker-Nootdorp is er onderscheid tussen woningen tot de betreffende aftoppingsgrens en de woningen daarboven; zie DWEXrapport B02 blad-d voor een uitsplitsing in deze categorieën. - Vrijesectorwoningen, onzelfstandige woningen, studentenwoningen zijn buiten beschouwing gelaten, evenals tijdelijke verhuringen in Delft Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Westland en Zoetermeer. - Bij de per oktober 2015 vervallen categorieën zijn de aantallen tussen rechte haken weergegeven. - VS betekent vrije sector. - - betekent niet van toepassing in de betreffende gemeente. - De categorieën lokaal maatwerk staan toegelicht in de Begrippenlijst, onder het kopje Lokaal maatwerk. 28

Tabel 4.7 Verhuringen via overige bemiddeling uitgesplitst, eerste helft 2017 Delft Den Haag Leidschendam- Voorburg Midden- Delfland Pijnacker- Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal verhuring aan bijzondere doelgroepen 5 120 8 4 0 15 1 2 33 188 stichtingen, instellingen, convenanten 4 119 6 4 0 14 0 0 27 174 miva-vwg 1 1 2 0 0 1 1 2 6 14 ouderenwoning/aanleunwoning 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 zorgwoning 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 verhuring op sociale gronden 6 32 5 0 1 9 1 3 6 63 herstructureringskandidaat 0 3 0 0 0 0 0 1 0 4 bo claim 0 6 0 0 0 0 0 0 1 7 doorschuiving - - - - 0 1 0 - - 1 woningruil 2 23 4 0 1 5 0 2 5 42 hardheidsclausule 0-0 - 0 1 0 - - 1 directiebesluit 4-1 - 0 2 1 - - 8 woningen voor specifieke doelgroepen 32 197 0 0 0 0 0 0 4 233 studentenwoning 0 3 0 0 0 0 0 0 4 7 campuscontract 0 186 0 0 0 0 0 0 0 186 coöptatie 32 8 0-0 - 0 0-40 overige 13 104 2 0 4 9 8 23 1 164 tijdelijke verhuur 0 66 0 0 1 0 5 0 0 72 vrije sector 2 7 1 0 0 9 0 17 0 36 directe verhuur 10 16 1 0 0 0 3 6 1 37 groepswonen 1 14 0-3 - 0 0-18 alsnog via bemiddeming verhuurd 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 totaal via overige bemiddeling 56 453 15 4 5 33 10 28 44 648 totaal aantal verhuringen 647 2.484 256 95 97 286 89 335 610 4.899 percentage via overige bemiddeling 9% 18% 6% 4% 5% 12% 11% 8% 7% 13% - - betekent niet van toepassing in de betreffende gemeente; telt in deze gemeente als lokaal maatwerk. 29

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel 4.8 Verhuringen aan huishoudens met een urgentiestatus, naar urgentiesoort, eerste helft 2017 aanwezige urgentiestatus via urgentie niet via urgentie totaal stadsvernieuwing 69 8 77 medisch 130 1 131 sociaal 409 2 411 sociaal/medisch 162 3 165 financieel 10 0 10 statushouder 449 0 449 overig 5 0 5 met urgentiestatus totaal 1.234 14 1.248 Tabel 4.9 Verhuringen aan huishoudens met een urgentiestatus, naar gemeente van vestiging, eerste helft 2017 toewijzing via urgentie vestigingsgemeente stadsvernieuwing medisch sociaal sociaal/medisch statushouders overig subtotaal via urgentie niet via urgentie totaal Delft 0 4 52 8 36 0 100 547 647 Den Haag 58 104 203 115 226 10 716 1.768 2.484 Leidschendam-Voorburg 0 7 20 6 28 1 62 194 256 Midden-Delfland 0 2 10 2 19 0 33 62 95 Pijnacker-Nootdorp 1 0 8 10 10 0 29 68 97 Rijswijk 3 7 30 7 38 1 86 200 286 Wassenaar 0 1 1 3 16 0 21 68 89 Westland 1 4 16 5 28 0 54 281 335 Zoetermeer 6 1 69 6 48 3 133 477 610 totaal 69 130 409 162 449 15 1.234 3.665 4.899 totaal 2016 337 281 685 136 998 32 2.469 6.851 9.320 30

Tabel 4.10 Openstaande urgenties, naar urgentiesoort en gemeente, 30-6-2017 openstaande urgenties per 30-6-2017 gemeente stadsvernieuwing medisch sociaal sociaal/medisch statushouders financieel totaal totaal per 31-12-2016 Delft 0 1 18 2 0 0 21 27 Den Haag 111 50 61 72 36 9 339 203 Leidschendam-Voorburg 0 0 5 1 0 0 6 7 Midden-Delfland 0 0 0 2 0 0 2 1 Pijnacker-Nootdorp 0 0 0 5 0 0 5 1 Rijswijk 17 5 9 0 0 0 31 34 Wassenaar 0 0 0 0 0 0 0 0 Westland 5 3 0 0 0 0 8 16 Zoetermeer 138 0 14 0 0 0 152 36 totaal 271 59 107 82 36 9 564 325 Tabel 4.11 Openstaande urgenties, naar urgentiesoort en datum openstaande urgenties datum stadsvernieuwing medisch sociaal sociaal/medisch statushouders financieel totaal 31-12-2012 139 75 110 14 2 2 342 31-12-2013 67 36 67 34 23 8 235 31-12-2014 300 50 102 10 109 5 576 31-12-2015 360 59 81 23 30 8 561 31-12-2016 83 85 115 8 33 1 325 30-6-2017 271 59 107 82 36 9 564 31

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel 4.12 Verhuisstromen aantal huishoudens, eerste helft 2017 herkomstgemeente Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland vestigingsgemeente Delft 318 33 8 13 11 14 1 8 14 420 76% Den Haag 130 1.751 83 17 16 100 18 80 69 2.264 77% Leidschendam-Voorburg 8 55 93 1 1 1 4 1 13 177 53% Midden-Delfland 10 2 1 45 0 1 0 1 0 60 75% Pijnacker-Nootdorp 20 10 3 0 50 4 3 2 5 97 52% Rijswijk 19 68 11 3 3 124 2 13 8 251 49% Wassenaar 2 3 4 0 0 1 44 0 1 55 80% Westland 23 29 0 7 0 3 0 175 1 238 74% Zoetermeer 20 60 13 2 7 5 1 9 423 540 78% buiten Haaglanden 93 386 37 7 9 32 16 46 61 687 0% totaal 643 2.397 253 95 97 285 89 335 595 4.789 63% - Exclusief verhuringen aan rechtspersonen - De tabel dient als volgt te worden gelezen. De herkomstgemeente is de woongemeente waar de woningzoekende woonde voor de verhuizing. De vestigingsgemeente is de gemeente waar de woningzoekende een woning heeft gehuurd. Er zijn 420 woningzoekenden afkomstig uit Delft geslaagd in de eerste helft van 2017. Hiervan hebben er 318 in Delft een woning gevonden. In de laatste kolom staat het aandeel van de woningzoekenden uit de gemeente dat in de eigen gemeente is geslaagd. In Delft is dat 76% (318 van de 420 uit Delft afkomstige geslaagden). Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal aandeel in eigen gemeente 32

Tabel A11 Wachttijdenmonitor (mediane inschrijfduur in maanden) per gemeente, 2016 leeftijd Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg 18-22 jaar 29 44 36 - - (37) - (33) 41 41 23-26 jaar 49 55 72 (73) 66 57-43 54 54 27-54 jaar 43 43 40 53 60 42 43 29 43 42 55-64 jaar 20 21 24 (30) - 29 (23) 14 18 21 65-69 jaar 13 28 10 - - 29-13 37 25 70 jaar en ouder 12 22 11 - (77) 12 (23) 44 22 17 aantal personen 1 persoon 45 42 37 39 63 45 19 29 43 42 2 personen 39 38 32 (40) 68 37 (45) 26 46 38 3 personen 27 38 25 (55) 52 32 42 26 37 34 4 personen 40 44 (77) (61) - 52 (49) 17 38 40 5 personen (69) 42 - (58) - - - (69) 60 59 6 en meer personen - - - (50) - - - - (49) 44 doorstromer/starter doorstromer 20 24 25 48 39 28 36 24 31 26 starter 51 53 51 57 69 60-37 49 52 inkomen totale HT-doelgroep 41 41 33 50 69 40 41 28 46 41 - waarvan minima 40 40 30 52 (68) 40 43 30 46 41 - waarvan ov. HT-doelgroep 43 46 41 (41) (69) 38 35 21 48 44 middeninkomens 39 39 43 51 52 46 32 27 32 37 totale EU-doelgroep 40 41 34 51 64 39 38 29 43 41 Midden-Delfland totaal 40 40 34 50 61 40 37 28 42 40 - Verhuringen via woon-/inschrijfduur, uitgezonderd studentenwoningen, onzelfstandige woningen, vrijesectorwoningen en hoge inkomens (boven 1,5 maal HT-grens voor meerpersoonshuishoudens). - Bij minder dan 5 waarnemingen wordt de inschrijfduur niet weergegeven; bij 5-9 waarnemingen in grijs en tussen haken. Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal 41

HALFJAARMONITOR 2017-1 Tabel A12 Wachttijdenmonitor (mediane inschrijfduur in maanden) naar woningkenmerken, eerste helft 2017 kamers Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg 1 kamer 35 35 - - - - - - - 35 2 kamers 34 43 21 45-53 - 21 56 43 3 kamers 64 45 43 (97) 49 53 53 50 71 50 4 kamers 40 51 70 (35) (67) 65 45 54 55 51 5 kamers (41) 71 (84) - - - - 26 47 59 6 kamers of meer - - - - - - - - - (21) oppervlakte tot 50 m2 43 41 22 39-30 - 21 58 43 50-65 m2 43 44 54 45 49 56 38 54 65 49 65-80 m2 41 48 80 (35) 64 77 52 38 58 48 vanaf 80 m2-60 (76) - (122) (94) (70) (54) 27 60 netto huurprijs onder kwaliteitskortingsgrens 41 41 37 - - - - (8) 61 45 onder lage aftoppingsgrens 46 47 44 31 (69) 53 43 49 57 49 onder hoge aftoppingsgrens 44 47 60 (35) (56) (64) (50) 57 68 55 onder vrijesectorgrens 40 40 41-54 77 (23) 32 27 38 woningtype portiekwoning 59 51 59 - - 59 - - (70) 52 flat met lift 25 30 32-49 45 (48) 29 63 39 seniorenwoning 16 21 10 22 (67) 19 (41) (40) 21 20 eengezinswoning 70 81 79 35 77 (98) 45 42 74 66 benedenwoning 33 52 (84) - - - - 36 43 46 HAT-woning 43 47 - - - - - - 52 47 maisonnette 68 68 - - - - - 63 (30) 64 studentenwoning - - - - - - - - - - flat zonder lift 53 (54) (64) - - - - (55) 53 55 overige woningtypen (15) 36 14 - - - - - - 20 totaal 43 43 42 35 63 53 46 39 59 46 Midden-Delfland - Verhuringen via woon-/inschrijfduur, uitgezonderd studentenwoningen, onzelfstandige woningen, vrijesectorwoningen en hoge inkomens (boven 1,5 maal HT-grens voor meerpersoonshuishoudens). - In de eerste helft van 2017 zijn er 2.406 toewijzingen via woon-/inschrijfduur. Hiervan tellen er 2.335 mee in deze tabel. - Bij minder dan 5 waarnemingen wordt de inschrijfduur niet weergegeven; bij 5-9 waarnemingen in grijs en tussen haken. Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal 42

Tabel A13 Wachttijdenmonitor (mediane inschrijfduur in maanden) naar doelgroep, eerste helft 2017 subdoelgroep Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg HT-doelgr. <23, 1p 35 41 (32) - - - - - 42 40 HT-doelgr. <23, 2p - (41) - - - - - - - 44 minima, 23-54, 1p 63 61 51 - - 71-64 67 63 minima, 23-54, 2p 44 32 80 - - 55 - (49) 72 51 minima, 3-4p 30 41 25 (36) - 35-57 66 46 minima, 5+p - - - - - - - - - 46 ov HT, 23-54, 1p 67 62 (79) - - 67-79 66 65 ov HT, 23-54, 2p (57) 63 - - - (20) - - (77) 65 ov HT, 3-4p (58) 48 (75) - - - (57) (84) 68 58 ov HT, 5+p - - - - - - - - (87) 81 HT-EU, 23-54, 1p 56 66 - - - - - 38 (52) 53 HT-EU, 23-54, 2p 17 40 - - - - - 39-40 HT-45.225, 3+p 21 52 69 - (59) (80) (34) 26 26 37 hoger inkomen 23 20 18 32 58 36 38 19 23 21 Midden-Delfland totaal 43 43 42 35 63 53 46 39 59 46 - Verhuringen via woon-/inschrijfduur, uitgezonderd studentenwoningen, onzelfstandige woningen, vrijesectorwoningen en hoge inkomens (boven 1,5 maal HT-grens voor meerpersoonshuishoudens). - In de eerste helft van 2017 zijn er 2.406 toewijzingen via woon-/inschrijfduur. Hiervan tellen er 2.335 mee in deze tabel. - Bij minder dan 5 waarnemingen wordt de inschrijfduur niet weergegeven; bij 5-9 waarnemingen in grijs en tussen haken. Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer totaal Tabel A14 Verhuringen via urgentie aan statushouders, per gemeente, eerste helft 2017 gemeente via urgentie aan statushouders waarvan onzelfstandig gehuisveste statushouders Delft 100 36 0 79 Den Haag 716 226 118 379 Leidschendam-Voorburg 62 28 0 58 Midden-Delfland 33 19 0 34 Pijnacker-Nootdorp 29 10 1 42 Rijswijk 86 38 0 72 Wassenaar 21 16 4 24 Westland 54 28 1 82 Zoetermeer 133 48 0 103 totaal 1.234 449 124 873 43

HALFJAARMONITOR 2017-1 BIJLAGE B Begrippenlijst Betaalbare verhuringen (70%-afspraak) In regionaal verband is de afspraak gemaakt om minimaal 70% van de sociale verhuringen (zie onder sociale verhuringen ) te verhuren met een subsidiabele huur die onder de hoge aftoppingsgrens ligt. Doorstromers Wanneer een geslaagde woningzoekende een zelfstandige woonruimte achterlaat behoort hij tot de groep doorstromers. Een zelfstandige woonruimte is een huur- of koopwoning met een eigen voordeur en eigen voorzieningen. Doorstromers na echtscheiding met meeverhuizende minderjarige kinderen tellen ook als doorstromer, ook als ze van buiten Haaglanden komen. EU-doelgroep Woningcorporaties moeten jaarlijks ten minste 80 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de EU-doelgroep (Europagrens). Daarnaast mogen woningcorporaties jaarlijks maximaal 10 procent van de sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen boven de Europagrens en onder de Europagrens-plus. De (maximaal) 10% vrijkomende sociale huurwoningen die overblijft, mogen woningcorporaties vrij toewijzen. Daarbij moeten zij voorrang geven aan huishoudens die in de gemeentelijke huisvestingsverordening (als die er is) staan. Daarna moeten zij voorrang geven aan: 1. huishoudens die dringend woonruimte nodig hebben vanwege gezondheid, veiligheid, sociale factoren, overmacht of calamiteiten; 2. huishoudens die (met toestemming van de corporatie) woningen met elkaar ruilen; 3. medehuurders die (met toestemming van de corporatie) huurder worden. Voor de grenswaarden zie Inkomensgrenzen in deze bijlage. De 80-10-10-regel geldt tot 1 januari 2021. Geslaagde woningzoekenden Woningzoekenden die daadwerkelijk in een jaar een woning huren worden gerekend tot de geslaagde woningzoekenden. Het aantal geslaagde woningzoekenden is gelijk aan het aantal verhuringen. HT-doelgroep (voorheen BBSH-doelgroep) Indeling van huishoudens naar inkomen, leeftijd en huishoudomvang volgens de huurtoeslag-criteria. Indien één van deze kenmerken ontbreekt wordt een woningzoekende ingedeeld als niet in te delen. Voor de grenswaarden zie Inkomensgrenzen in deze bijlage. 44

Huurgrenzen Indeling van huren volgens de criteria in de Huurtoeslagwet. De grenzen zijn in bijgaande tabel weergegeven. huurgrenzen 2012 2013 2014 2015 2016 2017 kwaliteitskortingsgrens 366,37 374,44 389,05 403,06 409,92 414,02 aftoppingsgrens (1-2 personen) 524,37 535,91 556,82 576,87 586,68 592,55 aftoppingsgrens (3 en meer personen) 561,98 574,35 596,75 618,24 628,76 635,05 liberaliseringsgrens 664,66 681,02 699,48 710,68 710,68 710,68 Inkomensgrenzen In de eerste tabel zijn de grenswaarden voor minima (uit de huurtoeslagtabel) opgenomen. De inkomensgrenzen voor de doelgroep (HT-doelgroep) zijn in de tweede tabel weergegeven. De derde tabel geeft de grenswaarden voor de (lage) middeninkomens. In de vierde tabel staat de inkomensgrens voor de Europa-doelgroep. Vanaf 2011 wordt gewerkt met de fiscale jaarinkomens. In de rapportages worden de inkomens gerelateerd aan de datum van huuringang, bij de toewijzing op basis van datum van de reactie. Inkomensgrenzen minima 2012 2013 2014 2015 2016 2017 eenpersoons 15.650 14.875 15.025 15.175 15.400 15.675 eenpersoonsouderen 16.075 16.250 16.425 16.550 16.900 17.075 meerpersoons 20.225 19.200 19.400 19.625 19.925 20.275 meerpersoonsouderen 21.625 21.775 22.025 22.150 22.625 22.850 Inkomensgrenzen HT-doelgroep 2012 2013 2014 2015 2016 2017 eenpersoons 22.025 21.025 21.600 21.950 22.100 22.200 eenpersoonsouderen 20.675 21.100 21.600 21.950 22.100 22.200 meerpersoons 29.900 28.550 29.325 29.800 30.000 30.150 meerpersoonsouderen 28.225 28.725 29.400 29.825 30.050 30.175 Inkomensgrenzen middeninkomens 2012 2013 2014 2015 2016 2017 eenpersoons 33.038 31.538 32.400 32.925 33.150 33.300 eenpersoonsouderen 31.013 31.650 32.400 32.925 33.150 33.300 meerpersoons 44.850 42.825 43.988 44.700 45.000 45.225 meerpersoonsouderen 42.338 43.088 44.100 44.738 45.075 45.263 Inkomensgrens Europa 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Europagrens 34.085 34.229 34.678 34.911 35.739 36.165 Europagrens-plus - - - 38.950 39.874 40.349 Inschrijfduur De wachtduur of de (zuivere) inschrijfduur is de verstreken tijd sinds de inschrijfdatum. Voor starters is de (zuivere) inschrijfduur gelijk aan de woon-/inschrijfduur. Teneinde de invloed van incidentele uitschieters te vermijden wordt niet met het gemiddelde, maar met de mediaan gerekend (de middelste waarde uit de gesorteerde reeks). De inschrijfduur wordt weergegeven in maanden. 45