VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2004

Vergelijkbare documenten
VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2004

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2008

VerzuimMonitor Thuiszorg Jaar 2007

VerzuimMonitor Thuiszorg Jaar 2008

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

Meldingsfrequentie GHZ Verzuimpercentage GHZ Aantal werknemers GHZ Gemiddelde duur GHZ 2009

KwartaalRapport. Gehandicaptenzorg periode

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg Jaar 2007

Meldingsfrequentie Sector Zorg Verzuimpercentage Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg 2009

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

verzuimnetwerk Vernet Viewer Zorg aan Zet Voortschrijdend jaar t/m T (020) F (020) E info@vernet.nl W

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

6,5. Vernet Viewer Q Voorbeeldviewer. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

7,4. Vernet Viewer Q Woonzorg Flevoland. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

4,4. Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

Vernet Health Ranking

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

6,0. Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie. Vernet Health Ranking. Ontwikkeling van verzuim. Ontwikkeling van meldingsfrequentie

Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Vernet Health Ranking. Verzuim in de branche. Ontwikkeling van verzuim. Gemiva-SVG Groep. Vernet-ID Gehandicaptenzorg

Vernet Viewer Plus Q Voorbeeldorganisatie

Factsheet Varkensverbetering 2016

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht,

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

PeopleOnline rapportraamwerk

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Verzuimanalyse MBO-sector

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Verzuimanalyse MBO-sector

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Voorbeelden Verzuimpercentages

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Groothandel II Beleidsinformatie 4e kwartaal 2003

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Verzuimanalyse MBO-sector

Ziekteverzuimregistratie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Verzuimanalyse MBO-sector

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Periodieke Brancherapportage 2014

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Paddenstoelen 2016

Factsheet Glastuinbouw 2016

Periodieke Brancherapportage

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Rapportage. Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, Gezond & Veilig werken. Prae Advies & Onderzoek, 17 september 2012, Utrecht

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Periodieke Brancherapportage

Definities verzuimcijfers vs 2.0 def

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Verzuimanalyse MBO-sector

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Factsheet Loonwerk 2016

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

UWV Tijdreeksen 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

Factsheet Hoveniers 2016

Verzuimonderzoek PO en VO 2015

Transcriptie:

VerzuimMonitor Gehandicaptenzorg

Verzuimpercentage GHZ Meldingsfrequentie GHZ Gemiddelde duur GHZ Aantal werknemers GHZ De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN : Noord Nederland MN : Midden Nederland ZWN : Zuid-West Nederland ZON : Zuid-Oost Nederland GS : Grote Steden

Inhoud Hoofdstuk pagina Toelichting Landelijke verzuimcijfers 3 Instellingen naar verzuimklasse Combinatie verzuimpercentage + meldingsfrequentie 5 Verzuim naar geslacht 6 Verzuim naar leeftijdklasse 8 Verzuim naar deeltijdklasse 1 Verzuim naar duurklasse 16 Beëindigingen naar duurklasse 17 Werknemers per meldingsklasse 18 Verzuim naar grootteklasse 19 Verzuim naar salarisklasse Verzuim en verzuimkosten 5 Verzuim naar regio 7 Tijdreeks verzuimcijfers 9 Rekenregels voor de verzuimgrootheden 31 Colofon De VerzuimMonitor voor de branche Gehandicaptenzorg (GHZ) wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. in opdracht van de stichting Arbeidsmarktbeleid Zorg en Welzijn voor het Sectorfonds Zorg en verschijnt eenmaal per jaar. Overname en verveelvoudiging van de tekst en van de gegevens uit de tabellen en grafieken, of delen daarvan, zijn toegestaan onder bronvermelding. Productiedatum: 17 maart 5 Vormgeving: Redactie: Eindredactie: Uitgever: Adres: E-mail: Internet: Zilt Amsterdam Gerard Dobbenberg Anna Tessel VERNET verzuimnetwerk B.V. Oude Braak 16 11 PS Amsterdam info@vernet.nl www.vernet.nl 5 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

Toelichting De VerzuimMonitor voor de branche Gehandicaptenzorg (GHZ) wordt geproduceerd door VERNET verzuimnetwerk B.V. (Vernet) in opdracht van de stichting Arbeidsmarktbeleid Zorg en Welzijn voor het Sectorfonds Zorg. Alle instellingen worden gestimuleerd gegevens aan te leveren aan Vernet, zodat representatieve verzuimcijfers van de branche berekend kunnen worden. Hiermee is inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van het ziekteverzuim en zijn er aanknopingspunten voor het verzuimbeleid. De branche omvat volgens opgave van het Sectorfonds Zorg ca. 1. werknemers. De cijfers in deze VerzuimMonitor zijn gebaseerd op de gegevens van 96. werknemers. Dit komt neer op 8% van de totale werknemerspopulatie. Bij alle kengetallen zijn de oproepkrachten buiten beschouwing gelaten. In deze VerzuimMonitor zijn de verzuimcijfers van het jaar weergegeven. In bijna alle tabellen staan ook de cijfers van 3 vermeld, zodat de ontwikkeling van het ziekteverzuim in de branche te zien is. De verzuimcijfers zijn onderverdeeld naar verschillende kenmerken. Bij een aantal tabellen staat de personeelsopbouw vermeld, zodat het gewicht bekend is en de cijfers beter geïnterpreteerd kunnen worden. In de meeste tabellen worden de verzuimcijfers exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weergegeven. Indien dit niet het geval is, wordt dit vermeld. In ieder hoofdstuk zijn de stijgingen dan wel de dalingen van de verzuimcijfers van ten opzichte van 3 te zien. Verschillen in cijfers kunnen daarbij uitgedrukt worden in absolute of relatieve zin. Een verzuimpercentage dat bijvoorbeeld verandert van 5,9 naar 5,3 is met,6 procentpunt gedaald. Dit is een absoluut verschil. In relatieve zin is het verzuim met 1,% gedaald (,6 / 5,9 x 1%). In 1996 is door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden onder auspiciën van het LISV een standaard vastgelegd voor de berekeningen van verzuimcijfers. Voor een korte samenvatting verwijzen we naar de laatste pagina van deze VerzuimMonitor. Alleen voor de berekening van de verzuimkostenpercentages wordt door Vernet hier enigszins van afgeweken. De integrale tekst van De Standaard kan worden opgehaald van www.vernet.nl. Meer achtergrondinformatie over de interpretatie van de verzuimcijfers is eveneens beschikbaar op de internetsite van Vernet. In deze Verzuimmonitor worden voor de verzuimgrootheden de volgende afkortingen gebruikt: VP = verzuimpercentage MF = meldingsfrequentie GD = gemiddelde duur VKP = verzuimkostenpercentage PS = personeelssterkte ofwel aantal werknemers FTE = fulltime-equivalenten ofwel volledige arbeidsplaatsen. 5 VERNET verzuimnetwerk - - GHZ-VerzuimMonitor

Landelijke verzuimcijfers In de onderstaande grafiek zijn de verzuimcijfers van de Gehandicaptenzorg afgezet tegen de verzuimcijfers van het gehele Nederlandse bedrijfsleven, zoals die zijn berekend door het CBS (de cijfers van het -de, 3-de en -de kwartaal waren nog niet bekend op productiedatum). Het verzuim in de branche is structureel hoger dan in Nederland totaal. Het verschil wordt echter kleiner, van ruim 3 procentpunt in 1-1 tot bijna procentpunt in -1. Tevens zijn in dezelfde grafiek de verzuimcijfers van de totale Zorgsector weergegeven. Te zien is dat de Gehandicaptenzorg in alle kwartalen een hoger verzuim heeft dan de Zorgsector totaal. 1, Verzuimpercentage per kwartaal in de Gehandicaptenzorg in vergelijking met Nederland totaal (CBS) en Zorgsector totaal 9, 8, 7, 6, VP 5,, 3,, 1,, 1-1 1-1-3 1- -1 - -3-3-1 3-3-3 3- -1 - -3 - Gehandicaptenzorg Zorgsector totaal CBS Nederland totaal In de onderstaande tabel zijn de verzuimcijfers van de Gehandicaptenzorg weergegeven naast de verzuimcijfers van de totale Zorgsector over de jaren en 3. De verzuimcijfers van de Gehandicaptenzorg zijn in beide jaren hoger dan die van de totale Zorgsector, uitgezonderd de meldingsfrequentie. Ten opzichte van het vorige jaar zijn alle verzuimcijfers gedaald, zowel in de branche als bij de Zorgsector totaal. Verslagperioden 3 Gehandicapten- Zorgsector Gehandicapten- Zorgsector zorg totaal zorg totaal Verzuimpercentage (excl. zw.) 6, 5,7 6,5 6,1 Verzuimpercentage (incl. zw.) 7,5 7, 7,9 7,3 Meldingsfrequentie 1,3 1,5 1,5 1,6 Gemiddelde duur 16, 15,3 16,8 15,6 5 VERNET verzuimnetwerk - 3 - GHZ-VerzuimMonitor

Instellingen naar verzuimklasse De onderstaande grafiek heeft betrekking op alle instellingen die verzuimgegevens voor deze VerzuimMonitor hebben aangeleverd. Op de horizontale as zijn de diverse verzuimklassen aangegeven. Van elke instelling is het verzuim in berekend en vervolgens is deze instelling in de passende verzuimklasse geplaatst. De hoogte van de kolom geeft het aantal instellingen aan dat in een bepaalde verzuimklasse valt. De rode stippellijn geeft het gemiddelde verzuim aan. In de Zorgsector als geheel zijn er bij de instellingen grote verschillen in verzuimniveau waar te nemen. Dit kan verklaard worden door branche-specifieke factoren, zoals de personeelsopbouw of de aard van het werk. Iedere branche afzonderlijk laat echter ook grote verschillen zien, terwijl er binnen deze branches sprake is van vergelijkbaar werk en van een vergelijkbare populatie. Bij de Gehandicaptenzorg varieert het verzuim van ruim tot bijna 1 procent. aantal instellingen 5 5 35 3 5 15 1 5 Verdeling van de instellingen naar verzuimklasse () <3 3- ---------------------------------------------------- -5 5-6 6-7 7-8 8-9 9-1 1-11 >11 Verzuimklassen In de volgende grafiek geeft de hoogte van de kolom de gezamenlijke personeelssterkte weer van de instellingen die in deze verzuimklasse zijn ingedeeld. In combinatie met de vorige grafiek valt af te leiden dat bij 'kleinere' instellingen het verzuim het meest van het gemiddelde afwijkt.. Verdeling van de personeelssterkte naar verzuimklasse () 35. aantal personen 3. 5.. 15. 1. 5. <3 3- -5 5-6 6-7 7-8 8-9 9-1 1-11 >11 Verzuimklassen 5 VERNET verzuimnetwerk - - GHZ-VerzuimMonitor

Combinatie verzuimpercentage + meldingsfrequentie In het onderstaande diagram staat op de horizontale as het verzuimpercentage en op de verticale as de meldingsfrequentie. De stippellijnen geven van beide verzuimgrootheden het gemiddelde weer. Zo ontstaan er vier kwadranten. Kwadrant I een laag verzuim en een lage meldingsfrequentie Kwadrant II een laag verzuim en een hoge meldingsfrequentie Kwadrant III een hoog verzuim en een hoge meldingsfrequentie Kwadrant IV een hoog verzuim en een lage meldingsfrequentie Van alle instellingen die hun gegevens hebben aangeleverd zijn zowel het verzuimpercentage als de meldingsfrequentie berekend voor het jaar. De combinatie van deze twee kengetallen maakt het mogelijk de instellingen binnen dit diagram te positioneren. 3,,5 II Combinatie verzuimpercentage + meldingsfrequentie () III MF, 1,5 1,,5, I 6 8 1 1 1 VP IV De schuine lijn in het diagram is de lineaire regressielijn. In het algemeen kan gezegd worden dat een hoger verzuim gepaard gaat met een hogere meldingsfrequentie. Kwadrant I Het 'beste' kwadrant. Maar men zegt wel eens: "het verzuim omlaag krijgen is niet zo moeilijk als het laag te houden". Verzuim blijft een punt van aandacht. Kwadrant II Het verzuim van de instelling in dit kwadrant is weliswaar laag, maar de meldingsfrequentie mag niet vergeten worden. Veel ziekmeldingen zijn storend voor het personeel en verhogen de werkdruk. Kwadrant III Bij de instellingen die zich in dit kwadrant bevinden is naast reïntegratie van langdurig zieken ook het meldgedrag van werknemers een belangrijk aandachtspunt in het verzuimbeleid. Hierbij moet voor ogen worden gehouden dat men zich realistische doelen stelt, bijvoorbeeld jaarlijks een verzuimreductie van 1% en tevens een vermindering van het aantal ziekmeldingen van 1%. Kwadrant IV Een hoog verzuim met een lage meldingsfrequentie duidt op een naar verhouding hoog aantal langdurig zieken. Een snelle (gedeeltelijke) reïntegratie in eigen of ander werk voorkomt dat werknemers uit beeld raken: naast het kostenaspect van het verzuim is dit belangrijk voor het sociaal beleid. 5 VERNET verzuimnetwerk - 5 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar geslacht De onderstaande tabellen geven de verzuimcijfers ex- en inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof weer, uitgesplitst naar geslacht. Verzuim wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof is een stabiele en een niet beïnvloedbare factor. Om deze reden worden in alle overige tabellen de verzuimcijfers alleen exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof gepresenteerd. Het bevallingsverlof duurt 16 weken. Als de werkneemster voorafgaand of aansluitend aan het bevallingsverlof ziek wordt als gevolg van de zwangerschap en/of de bevalling, dan wordt dit verzuim meegenomen bij het verzuimpercentage inclusief zwangerschap. Verslagperioden 3 Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar geslacht exclusief zwangerschap Geslacht Mannen Vrouwen Totaal VP MF GD VP MF GD 5, 1, 15,3 5,8 1,5 15,7 6, 1, 16, 6,8 1,5 17, 6, 1,3 16, 6,5 1,5 16,8 8 Verzuimpercentage naar geslacht (exclusief-zw) VP 6 3 Mannen Vrouwen Totaal Verslagperioden 3 Tabel 1. Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur inclusief zwangerschap Geslacht Mannen Vrouwen Totaal VP MF GD VP MF GD 5, 1, 15,3 5,8 1,5 15,7 8, 1,5,8 8,5 1,6,8 7,5 1,8 19,8 7,9 1,58 19,9 5 VERNET verzuimnetwerk - 6 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel 1.3 Personeelsopbouw naar geslacht Geslacht PS PS in % FTE FTE in % Mannen 18.35 19, 15.383,1 Vrouwen 77.778 8,8 8.536 75,9 Totaal 96.13 1, 63.919 1, De cijfers van het jaar In de bovenstaande tabel 'Personeelsopbouw naar geslacht' staat dat ruim 8% van het personeelsbestand uit vrouwen bestaat. De hoogte van de verzuimcijfers worden dan ook sterk bepaald door de vrouwen die werkzaam zijn binnen deze branche. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. De verhouding tussen de FTE van mannen (,1%) en vrouwen (75,9%) is niet gelijk aan de verhouding tussen de personeelssterkten van mannen en vrouwen, omdat vrouwen gemiddeld kleinere banen hebben. Hierdoor is het gewicht van vrouwen op die verzuimcijfers kleiner dan op grond van het aantal vrouwen verwacht wordt. Het verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de vrouwen is 6, en van de mannen 5, (zie tabel 1.1). Vrouwen hebben niet alleen een hoger verzuim dan mannen, ook de meldingsfrequentie (vrouwen 1, en mannen 1,) en de gemiddelde duur van het verzuim (vrouwen 16, en mannen 15,3) is hoger. Het verzuimpercentage inclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof is bij de vrouwen 8, (zie tabel 1.). Als gevolg van zwangerschap wordt het verzuim bij vrouwen derhalve met, procentpunt verhoogd, ofwel met ruim 3%. Het totale verzuim exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof in de branche is 6,%, inclusief is dat 7,5%. Het aantal ziektedagen wordt in de gehele branche door het zwangerschaps- en bevallingsverlof en door ziekten als gevolg van zwangerschap en/of bevalling met 5% verhoogd. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 3 Het totale verzuim (exclusief zwangerschap) is gedaald van 6,5% in 3 naar 6,% in. Deze absolute daling van,5 procentpunt betekent een relatieve afname van het aantal ziektedagen ten opzichte van 3 van 7,7%. De daling bij mannen is, procentpunt ofwel een afname van het aantal ziektedagen van 6,9%. Bij vrouwen daalde het verzuim met,6 procentpunt wat neerkomt op een daling van 8,8%. De totale meldingsfrequentie is in gedaald van 1,5 naar 1,3. Bij de mannen en de vrouwen daalde de meldingsfrequentie met,1. De gemiddelde duur van een beëindigd ziektegeval daalde in van 16,8 naar 16,. Bij de mannen daalde de gemiddelde duur met, dag en bij de vrouwen met,6 dag. Het verzuimpercentage inclusief zwangerschap is gedaald van 7,9 in 3 naar 7,5 in : een daling van, procentpunt ofwel een daling van het totale aantal ziektedagen van 5,1%. 5 VERNET verzuimnetwerk - 7 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar leeftijdklasse In tabel.1 zijn de verzuimcijfers verdeeld naar leeftijdklasse. Uit tabel. blijkt dat bijna 77% van de werknemers tussen de 5 en 55 jaar oud is. De 55-plussers vormen de kleinste groep. Een deel hiervan gaat met vervroegd pensioen of komt in de WAO terecht. In de tabellen.3 t/m.5 is het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar leeftijdklasse en geslacht. Om verzuimcijfers goed te kunnen interpreteren is inzicht in de samenstelling van de steekproef van groot belang. Het is bekend dat in de zorgsector veel vrouwen werkzaam zijn en dat de meesten van hen een leeftijd hebben die tussen de 5 en 55 valt. Uit tabel.6 is in één oogopslag te zien binnen welke categorie de meeste werknemers voorkomen. Verslagperioden 3 Tabel.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar leeftijdklasse Leeftijdklasse VP MF GD VP MF GD t/m 5,3 1,3 1,7 5, 1,6 11,1 6 t/m 35 6,1 1,67 13,9 6,6 1,76 1,8 36 t/m 5 6,5 1, 17,8 7, 1,5 18,1 6 t/m 55 6,6 1,3,6 7,1 1,36 1,6 55 + 6,6 1,7 3,5 6,7 1,8 6,1 Totaal 6, 1,3 16, 6,5 1,5 16,8 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 3 6 t/m 55 55 + Totaal 6 8 VP 5 VERNET verzuimnetwerk - 8 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel. Personeelsopbouw naar leeftijdklasse Leeftijdklasse PS PS in % FTE FTE in % t/m 5 17.93 17,8 11.86 18,5 6 t/m 35.9 5, 16.63 6, 36 t/m 5 7.561 8,6 17.3 7,1 6 t/m 55.196 3,1 1.83 3, 55 + 5.15 5, 3.68 5,1 Totaal 96.13 1, 63.919 1, Verslagperioden 3 Tabel.3 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 5 3,5,,3 3,8 5, 5, 6 t/m 35 5,5 6,3 6,1 6, 6,8 6,6 36 t/m 5 5,9 6,7 6,5 6,1 7,3 7, 6 t/m 55 5, 7, 6,6 6, 7,6 7,1 55 + 5,9 6,9 6,6 5,6 7, 6,7 Totaal 5, 6, 6, 5,8 6,8 6,5 8 Verzuimpercentage naar leeftijdklasse en geslacht () VP 6 Mannen Vrouwen Totaal t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + 5 VERNET verzuimnetwerk - 9 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 3 Tabel. Meldingsfrequentie naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 5 1,1 1,6 1,3 1,7 1,6 1,6 6 t/m 35 1,7 1,66 1,67 1,88 1,7 1,76 36 t/m 5 1,9 1,38 1, 1,58 1,8 1,5 6 t/m 55 1,5 1,31 1,3 1,9 1,39 1,36 55 + 1,1 1,1 1,7,95 1,13 1,8 Totaal 1, 1, 1,3 1,5 1,5 1,5 Tabel.5 Gemiddelde duur naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal t/m 5 1, 1,8 1,7 8, 11, 11,1 6 t/m 35 1,3 1, 13,9 1,6 15,3 1,8 36 t/m 5 15,8 18,3 17,8 15,8 18,7 18,1 6 t/m 55 18, 1,,6,1, 1,6 55 + 1,7, 3,5 7,5 5,7 6,1 Totaal 15,3 16, 16, 15,7 17, 16,8 Tabel.6 Personeelsopbouw in procenten naar leeftijdklasse en geslacht Leeftijdklasse Mannen Vrouwen Totaal t/m 5,1 15,7 17,8 6 t/m 35,,9 5, 36 t/m 5 5,7 3, 8,6 6 t/m 55 5,6 17,5 3,1 55 + 1,6 3,7 5, Totaal 19, 8,8 1, 5 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

De cijfers van het jaar In tabel.6 is te zien dat drie klassen 'vrouwen tussen de 5 en 55 jaar oud' ruim 61% van de werknemers bevatten. Hun verzuim is resp. 6,3%, 6,7% en 7,% (zie tabel.3). Het totale verzuimpercentage exclusief het zwangerschaps- en bevallingsverlof van 6, wordt dan ook sterk bepaald door deze groep. Zowel voor mannen als voor vrouwen geldt dat met het ouder worden het verzuimpercentage en de gemiddelde duur stijgen en de meldingsfrequentie daalt. M.a.w.: werknemers die in een hogere leeftijdklasse zitten, melden zich gemiddeld minder vaak ziek in vergelijking met jongere mensen, maar als ze ziek worden duurt het langer voor ze weer aan de slag kunnen. Uitzondering hierop vormen het verzuim van de oudere werknemers (mannen boven 5 jaar en vrouwen boven 55 jaar) en de meldingsfrequentie van de jonge werknemers tot 5 jaar. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 3 In tabel.3 en. is te zien dat bij zowel de mannen als de vrouwen het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie in in alle leeftijdklassen is gedaald ten opzichte van 3, uitgezonderd de zeer kleine groep mannen boven de 55 jaar (,1% van het personeelsbestand). De gemiddelde duur (tabel.5) daalde in in alle leeftijdklassen van de vrouwen en bij de mannelijke werknemers daalde het in de klassen '6 t/m 35' en '6 t/m 55'. Het verzuimpercentage is in alle leeftijdklassen bij de vrouwen hoger dan bij de mannen. Het absolute verschil tussen mannen en vrouwen is in in bijna alle leeftijdklassen kleiner geworden in vergelijking met 3. In de leeftijdklasse met de meeste werknemers ('36 t/m 5') daalde het verschil van 1, naar,8 procentpunt. Op totaal niveau daalde het verschil tussen mannen en vrouwen van 1, naar,8 procentpunt. 5 VERNET verzuimnetwerk - 11 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar deeltijdklasse Bij de berekening van verzuimcijfers wordt elke ziektedag en elke dienstverbanddag van de werknemer vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor. Het aantal 'dagen' ofwel het 'gewicht' wordt derhalve groter naarmate werknemers meer uren per week werken. Uit tabel 3. blijkt dat het percentage fulltime-equivalenten (FTE) bij de groep die 8% of meer werkt verreweg het hoogst is. De invloed van het verzuim van die groep op het totale verzuim is door het 'gewicht' dan ook veel groter in vergelijking met de overige groepen. In tabel 3.1 worden de verzuimcijfers verdeeld naar deeltijdklasse. In de tabellen 3.3 t/m 3.5 is het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar deeltijdklasse en geslacht. Vervolgens is in tabel 3.7 van het verzuimpercentage de verdeling naar deeltijdklasse en leeftijdklasse weergegeven. Verslagperioden 3 Tabel 3.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar deeltijdklasse Deeltijdklasse VP MF GD VP MF GD < %,8 1, 17, 5, 1,7 17,6 % - 8% 6,1 1, 16,6 6,7 1,55 17,3 8% 6,1 1,59 15,7 6,6 1,71 16,1 Totaal 6, 1,3 16, 6,5 1,5 16,8 8 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse VP 6 3 < % % - 8% 8% Totaal Verslagperiode Tabel 3. Personeelsopbouw naar deeltijdklasse Deeltijdklasse PS PS in % FTE FTE in % < % 15.73 16,3 3.61 5,7 % - 8% 1.66 3,3.7 38, 8% 38.83, 35.858 56,1 Totaal 96.13 1, 63.919 1, 5 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 3 Tabel 3.3 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < % 3,,9,8, 5,3 5, % - 8% 5,1 6, 6,1 5,7 6,8 6,7 8% 5,5 6, 6,1 5,8 7, 6,6 Totaal 5, 6, 6, 5,8 6,8 6,5 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en geslacht () 8 6 Mannen Vrouwen Totaal < % % - 8% 8% Verslagperioden 3 Tabel 3. Meldingsfrequentie naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < %,8 1, 1,,9 1,9 1,7 % - 8% 1, 1,5 1, 1,5 1,55 1,55 8% 1,6 1,67 1,59 1,56 1,79 1,71 Totaal 1, 1, 1,3 1,5 1,5 1,5 Tabel 3.5 Gemiddelde duur naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < % 16,9 17, 17, 1,3 17,9 17,6 % - 8% 1, 16,8 16,6 15,7 17, 17,3 8% 15,5 15,7 15,7 15,8 16,3 16,1 Totaal 15,3 16, 16, 15,7 17, 16,8 Tabel 3.6 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en geslacht Deeltijdklasse Mannen Vrouwen Totaal < % 1, 1,9 16,3 % - 8% 3,7 39,6 3,3 8% 1,1 6,3, Totaal 19, 8,8 1, 5 VERNET verzuimnetwerk - 13 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden Tabel 3.7 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse Deeltijdklasse tm 5 6 tm 35 36 tm 5 5 tm55 55+ Totaal < %,5,7,9 5,9 5,1,8 % - 8% 3,8 5,8 6,5 7, 7,7 6,1 8%,7 6, 6,6 6, 6,7 6,1 Totaal,3 6,1 6,5 6,6 6,6 6, 1 1 8 VP 6 Verzuimpercentage naar deeltijdklasse en leeftijdklasse ---------------------------------------------------- () tm 5 6 tm 35 36 tm 5 5 tm55 55+ < % % - 8% 8% Verslagperiode Tabel 3.8 Personeelsopbouw in procenten naar deeltijdklasse en leeftijdklasse Deeltijdklasse tm 5 6 tm 35 36 tm 5 5 tm55 55+ Totaal < % 3, 3,3 5,1 3,6 1,3 16,3 % - 8% 5,8 1,6 1, 1,6,1 3,3 8% 8,9 11, 9, 8,9,, Totaal 17,8 5, 8,6 3,1 5, 1, 5 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

De cijfers van het jaar Tabel 3. laat zien dat ruim % van het aantal werknemers een arbeidsovereenkomst heeft van 8% of meer. In diezelfde tabel staan de fulltime-equivalenten (FTE) vermeld. Omdat bij de berekening van het verzuim het gewicht van de groep een grote rol speelt, is het met name in dit hoofdstuk van belang dat de percentages FTE in ogenschouw worden genomen. Het percentage FTE van de groep die de meeste uren werkt ( 8%) bedraagt 56%. Het verzuimpercentage op totaal niveau is in de deeltijdklassen '% - 8%' en ' 8%' gelijk aan elkaar (zie tabel 3.1). Het lagere verzuim van de werknemer met de kleinste deeltijdbanen is nauwelijks van invloed op het totale verzuim vanwege de geringe omvang (5,7% FTE's). Kijken we naar de onderverdeling naar geslacht in tabel 3.3 dan zien we dat het verzuim bij vrouwen in de klasse ' 8%' iets hoger is in vergelijking met de middenklasse (, procentpunt), bij mannelijke full-timers is het verzuim, procentpunt hoger. De meldingsfrequentie (tabel 3.) neemt bij mannen en vrouwen toe naarmate de baan 'groter' wordt. De gemiddelde duur (tabel 3.5) neemt daarentegen af, uitgezonderd de mannen die (bijna) fulltime werken. Bij hen is de gemiddelde duur in 1,5 dag hoger ten opzichte van de groep mannen uit de middelste deeltijdklasse. Binnen alle deeltijdklassen blijkt dat vrouwen een hoger verzuimpercentage hebben dan mannen, een hogere meldingsfrequentie en een langere gemiddelde duur. Bij de onderverdeling naar leeftijdklassen in tabel 3.7 is te zien dat bij alle werknemers het verzuim stijgt naarmate men meer uren werkt, uitgezonderd de categorie 'ouder dan 5 jaar en 8%'. In alle deeltijdklassen geldt dat het verzuim toeneemt naarmate men ouder wordt, uitgezonderd de 55- plussers met een 'kleine' baan en de groep 5-plussers met een 'grote' baan. De cijfers van het jaar vergeleken met die van 3 Uit de tabellen 3.3 en 3. blijkt dat zowel het verzuimpercentage als de meldingsfrequentie van mannen en vrouwen in alle deeltijdklassen is gedaald in. De gemiddelde duur (tabel 3.5) daalde eveneens bij alle mannen en de vrouwen in alle deeltijdklassen, behalve bij de kleine groep mannen (1,% FTE) die minder dan % werken. 5 VERNET verzuimnetwerk - 15 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar duurklasse In de onderstaande tabel zijn de verzuimcijfers verdeeld naar vier duurklassen. Uit de verdeling van het verzuimpercentage blijkt dat verreweg het grootste deel van het verzuim veroorzaakt wordt door werknemers die langer dan zes weken ziek zijn. De hoogste meldingsfrequentie valt in de klasse '1 t/m 7 dagen'. Verslagperioden jaar jaar 3 Tabel Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar duurklasse Duurklasse VP MF GD VP MF GD 1 t/m 7 dagen 1, 1,7 3,3 1,1 1,15 3,3 8 t/m 1 dagen,5,16 1,6,5,17 1,5 15 t/m dagen,6,1,,7,11,3 3 t/m 365 dagen 3,9,1 18,6,,11 157, Totaal 6, 1,3 16, 6,5 1,5 16,8 Verzuim naar duurklasse () Meldingsfrequentie naar duurklasse 7,% 16,7% 7,% () 8,3% 11,% 65,% 1,% 7,8% 1 t/m 7 dagen 8 t/m 1 dagen 15 t/m dagen 3 t/m 365 dagen 1 t/m 7 dagen 8 t/m 1 dagen 15 t/m dagen 3 t/m 365 dagen In de tabel is te zien dat de daling van het verzuimpercentage van 6,5 in 3 naar 6, in voornamelijk door de daling van het verzuim in de klasse '3 t/m 365 dagen' veroorzaakt is. Het langdurig verzuim daalde van, naar 3,9. De daling van,3 procentpunt komt neer op een daling van het aantal ziektedagen in die klasse van 7,1%. In het linker diagram is te zien dat verreweg het grootste deel van het verzuim in het jaar, namelijk 65,% toe te schrijven is aan dit langdurig verzuim. Uit de gegevens in de tabel kan worden afgeleid dat in 3 het aandeel langdurig verzuim 6,6% was. Door werknemers die langdurig ziek zijn vaker en sneller (gedeeltelijk) te reïntegreren, kan in deze klasse het verzuim worden teruggedrongen. Uit beide cirkeldiagrammen blijkt de relatie tussen ziektedagen en ziekmeldingen: in de hoogste duurklasse is het percentage ziektedagen 65% en het percentage ziekmeldingen 7%. 5 VERNET verzuimnetwerk - 16 - GHZ-VerzuimMonitor

Beëindigingen naar duurklasse Van alle beëindigde ziektegevallen is de lengte van de ziekteperiode berekend in kalenderdagen en in de bijbehorende duurklasse geplaatst. De aantallen zijn in de tabel als percentage van het totaal aantal beëindigingen weergegeven. Uit de klasse '>5 weken' valt op te maken hoeveel procent van de beëindigingen leidt tot instroom in de WAO. Dit moet niet verward worden met het percentage werknemers dat jaarlijks de WAO instroomt: er zijn werknemers die niet ziek waren en er zijn ook werknemers die zich twee keer of meer hebben ziekgemeld. Tabel 5 Percentage beëindigde ziektegevallen naar duurklasse Duurklasse <1 week 1- weken - weken -13 weken 13-6 weken 6-5 weken >5 weken 3 7,87 75,13 11,8 11,1,86,68,93,65,6,3 1,3 1,,89,99 dienstverbanddagen Percentage Beëindigingen (kalenderdagen) naar duurklasse,6% ---------------------------------------------------- 1,3%,93% (),86%,89% 11,8% <1 week 1- weken - weken -13 weken 13-6 weken 6-5 weken >5 weken 7,88% In het cirkeldiagram is te zien dat van bijna 75% van de beëindigde gevallen in het verzuim niet langer dan een week heeft geduurd. In de duurklassen met het kortste en het langste verzuim is een lichte daling waar te nemen ten opzichte van het percentage in 3. De verschuiving van de percentages van langdurig naar kortdurend ziek kan duiden op het effect van reïntegratie gedurende het eerste ziektejaar. Steeds vaker gaan langdurig zieke werknemers, zodra dat mogelijk is, weer gedeeltelijk aan de slag. Zij behouden zo de band met het werk en dreigen niet 'uit beeld' te geraken. Zij zijn mogelijk eerder volledig hersteld dan wanneer er geen periode is van gedeeltelijke werkhervatting. Tevens worden deze werknemers behouden voor de organisatie en is de instroom in de WAO daardoor lager. De daling van het totale verzuimpercentage komt grotendeels door de daling van het verzuimpercentage in de twee hoogste duurklassen van resp. 1, naar 1,3 en van,99 naar,89. 5 VERNET verzuimnetwerk - 17 - GHZ-VerzuimMonitor

Werknemers per meldingsklasse Van elke werknemer wordt jaarlijks vastgesteld hoe vaak hij of zij zich heeft ziekgemeld. Vervolgens worden zij in een 'meldingsklasse' ingedeeld. Een hoog percentage in de klasse '' of '5 of meer' biedt een aangrijpingspunt voor het verzuimbeleid, met name waar het de cultuur rond het meldgedrag betreft. De kans dat werknemers die gedurende het verslagjaar in dienst komen, of de dienst verlaten, zich ziek melden is kleiner in vergelijking met werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest. Vernet houdt hier rekening mee. Afhankelijk van de lengte van het dienstverband krijgt iedere werknemer een gewicht: werknemers die het hele jaar in dienst zijn geweest hebben een gewicht van '1'. Wettelijk gezien worden de ziektedagen van iemand, die zich binnen weken na herstel opnieuw ziek meldt, opgeteld bij de vorige ziekteperiode(n). De samengestelde perioden bepalen of iemand recht heeft op een WAO-uitkering. Vernet gaat er bij het begrip 'meldingsfrequentie', 'werknemers per meldingsklasse' en 'beëindigingen naar duurklasse' van uit dat elke melding geteld moet worden. Juist met deze kengetallen moet het storende effect van ziekmeldingen (zoals frequent kortdurend verzuim) in de instelling respectievelijk branche tot uiting komen. Tabel 6 Percentage werknemers per meldingsklasse Aantal Meldingen 1 3 5 of meer Totaal 3 37,3 3,9 6,5 6,5 17, 17,8 9,5 1,3 5, 5,,5 5,1 1, 1, Percentage werknemers per meldingsklasse 5,%,5% 9,5% 37,3% 17,% () 1 3 5 of meer 6,5% Tabel 6 laat zien dat het percentage werknemers dat zich geen enkele keer ziek heeft gemeld, is gestegen van 3,9% in 3 naar 37,3% in. In de klassen ' Meldingen' en hoger is het percentage gedaald. De frequente verzuimers in de klasse '' en '5 of meer' verzuimen per melding vaak niet lang. Vanwege het storend effect behoeft deze groep extra aandacht bij de bestrijding van het verzuim. Het percentage van deze groep daalde van 1,5% naar 9,5%. 5 VERNET verzuimnetwerk - 18 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar grootteklasse Bij de Gehandicaptenzorg zijn per instelling over het algemeen veel mensen werkzaam. Voor deze branche is een indeling in vier grootteklassen van aantallen werknemers gemaakt. De verzuimcijfers zijn hiernaar verdeeld (zie tabel 7.). Verslagperioden 3 Tabel 7.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar grootteklasse Grootteklasse VP MF GD VP MF GD < 5 6, 1,51 16, 6,5 1,6 15,9 5-1. 5,8 1,5 15,7 6,5 1,5 16,5 1. - 1.5 5,7 1,6 15,7 6,5 1,66 16,1 > 1.5 6, 1,36 17, 6,5 1, 17,9 Totaal 6, 1,3 16, 6,5 1,5 16,8 8 Verzuimpercentage naar grootteklasse ---------------------------------------------------- 6 VP 3 < 5 5-1. 1. - 1.5 > 1.5 Totaal Verslagperiode Tabel 7. Personeelsopbouw naar grootteklasse Grootteklasse PS PS in % FTE FTE in % < 5 19.8, 13.71,8 5-1. 3.963,9 15.63,5 1. - 1.5 16.6 16,7 1.851 17, > 1.5 36.95 38,.166 37,8 Totaal 96.13 1, 63.919 1, In tabel 7.1 is te zien dat in het verzuim in de kleinste en de grootste klasse het hoogst is. De meldingsfrequentie is het hoogst in de klasse '< 5' en de gemiddelde duur in de grootteklasse '> 1.5'. Vergeleken met het jaar 3 is in zijn in alle grootteklassen alle verzuimcijfers gedaald. Alleen de gemiddelde duur in de grootteklasse '< 5' steeg licht. 5 VERNET verzuimnetwerk - 19 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar salarisklasse Wegens het ontbreken van een standaard functie-coderingssysteem is het niet mogelijk om verzuimcijfers naar functie weer te geven. Een alternatieve methode om inzicht te krijgen in het verzuim naar functiegroepen is door middel van een verdeling naar salarisklasse. Alle werknemers met min of meer hetzelfde salarisniveau worden in dezelfde salarisklasse ingedeeld. Zo is het mogelijk om het verzuim te analyseren naar functiezwaarte, uitgaande van de stelling dat het salaris parallel loopt aan het niveau van de functie. In de tabellen 8.1 t/m 8.3 is het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur weergegeven naar salarisklasse en geslacht. In tabel 8.5 wordt het verzuimpercentage weergegeven naar salarisklasse en leeftijdklasse. In tabel 8.7 staat het verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse. In de tabellen 8., 8.6 en 8.8 is de bijbehorende personeelsopbouw weergegeven. Verslagperioden jaar jaar 3 Tabel 8.1 Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5,9,8,8 6, 5,8 5,8 1.5 -. 6,3 7, 6,9 6, 7,5 7,3. -.5 6, 6, 6,3 6,6 6,9 6,8.5-3. 5,1,9 5, 5,1 5,3 5, > 3. 3, 3,9 3,5 3,7,7,1 Totaal 5, 6, 6, 5,8 6,8 6,5 Verzuimpercentage naar salarisklasse en geslacht () 8 VP 6 Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. 5 VERNET verzuimnetwerk - - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden jaar jaar 3 Tabel 8. Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1,1 1,7 1,6 1,51 1,5 1,6 1.5 -. 1,63 1,59 1,6 1,7 1,7 1,71. -.5 1,5 1, 1, 1,61 1,7 1,5.5-3. 1,3 1,33 1,3 1,38 1,36 1,37 > 3.,93 1,1 1,,96 1,19 1,7 Totaal 1, 1, 1,3 1,5 1,5 1,5 Meldingsfrequentie naar salarisklasse en geslacht dienstverbanddagen (kalenderdagen) ----------------------------------------------------, () 1,5 MF 1,,5 Mannen Vrouwen Totaal, < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. Verslagperioden jaar jaar 3 Tabel 8.3 Gemiddelde duur naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1,1 13,6 13,7 13, 1, 1, 1.5 -. 1,1 16, 16,1 1, 16,8 16,. -.5 16, 17, 17,1 17, 18,3 18,.5-3. 16,9 15,8 16, 17, 16, 16,6 > 3. 1,8 15,8 15, 16,9 18,5 17,8 Totaal 15,3 16, 16, 15,7 17, 16,8 5 VERNET verzuimnetwerk - 1 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperiode Tabel 8. Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht Salarisklasse Mannen Vrouwen Totaal < 1.5 1,8 9,8 11,5 1.5 -.,9 3,8 35,7. -.5 6,8 31,7 38,.5-3.,8 5,7 8, > 3.,9 3, 5,9 Totaal 19, 8,8 1, 5 35 3 5 PS % 15 1 5 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en geslacht () () < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. Mannen Vrouwen Uit tabel 8.1 blijkt dat op totaal niveau in zowel als in 3 het verzuim het hoogste is in de klasse ' 1.5 -.'. Het verzuim daalt vervolgens naarmate het salaris stijgt. Dit geldt min of meer ook bij de verdeling naar geslacht. Tabel 8. laat hetzelfde beeld zien voor de meldingsfrequentie. De gemiddelde duur is op totaal niveau in de klasse '. -.5' het hoogst. In de meeste salarisklassen is het verzuimpercentage en de gemiddelde duur bij vrouwen hoger dan bij mannen, terwijl de meldingsfrequentie bij vrouwen meestal lager was. In tabel 8.5 is te zien dat in bijna alle salarisklassen tot '55+' het verzuimpercentage stijgt naarmate de leeftijd toeneemt. Boven de 55 jaar daalt het verzuim in de meeste klassen weer. Uit de combinatie van de tabellen 8.5 en 8.6 (de bijbehorende personeelsopbouw) is op te maken dat er een categorie is (salarisklassen ' 1.5 -.5' / leeftijdklassen '36-55') die èn een meer dan gemiddeld verzuim heeft èn veel werknemers bevat, namelijk 38,% van de werknemerspopulatie. Tabel 8.7 geeft het verzuim naar salarisklasse en deeltijdklasse weer. In alle salarisklassen is het verzuim van de werknemers die minder dan % werken het laagst. Ook hier kan gekeken worden naar de combinatie met tabel 8.8 (de bijbehorende personeelsopbouw). Te zien is dat er drie cellen zijn, te weten salarisklasse ' 1.5 -.' / deeltijdklassen ' %' en salarisklasse '. -.5' / deeltijdklasse ' 8%', die èn een meer dan gemiddeld verzuim hebben èn veel werknemers bevatten (,6%). 5 VERNET verzuimnetwerk - - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 8.5 Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse () Salarisklasse t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + Totaal < 1.5,9 7,6 9,1 8, 7,8,8 1.5 -. 5, 6,8 8,1 8,3 8,5 6,9. -.5,9 5,8 6, 6,9 6,9 6,3.5-3. 1,9,3 5, 5,5, 5, > 3.,6 3,1 3,6 3,6 3,5 3,5 Totaal,3 6,1 6,5 6,6 6,6 6, 1 Verzuimpercentage naar salarisklasse en leeftijdklasse () 8 6 dienstverbanddagen VP (kalenderdagen) ---------------------------------------------------- < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + Tabel 8.6 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en leeftijdklasse () Salarisklasse t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + Totaal < 1.5 7, 1, 1,5 1,1,3 11,5 1.5 -. 9,5 9,7 7,6 7, 1,9 35,7. -.5,9 11,9 1, 9,6, 38,.5-3.,1 1,5 3,5,8,5 8, > 3.,,7,,6,7 5,9 Totaal 17,8 5, 8,6 3,1 5, 1, Personeelsopbouw naar salarisklasse en leeftijdklasse () PS% 16 1 1 1 8 6 t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. 5 VERNET verzuimnetwerk - 3 - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 8.7 Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse () Salarisklasse < % % - 8% 8% Totaal < 1.5 3,6,3 5,,8 1.5 -. 5, 7,1 7, 6,9. -.5,7 6, 6,8 6,3.5-3. 3,3 5, 5, 5, > 3.,9,3 3, 3,5 Totaal,8 6,1 6,1 6, Verzuimpercentage naar salarisklasse en deeltijdklasse () 8 6 dienstverbanddagen (kalenderdagen) VP < % ---------------------------------------------------- % - 8% 8% < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. Tabel 8.8 Personeelsopbouw in procenten naar salarisklasse en deeltijdklasse () Salarisklasse < % % - 8% 8% Totaal < 1.5,7,6, 11,5 1.5 -. 7, 15,5 1,8 35,7. -.5 5,3 18,8 1,3 38,.5-3.,6 3,,8 8, > 3.,3 1,, 5,9 Totaal 16,3 3,3, 1, Personeelsopbouw naar salarisklasse en deeltijdklasse () 18 16 1 1 1 8 6 PS% < % < 1.5 1.5 -.. -.5.5-3. > 3. % - 8% 8% 5 VERNET verzuimnetwerk - - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim en verzuimkosten In de onderstaande tabellen zijn naast de verzuimpercentages de verzuimkostenpercentages weergegeven. - Het verzuimpercentage is een sociale indicatie: het zegt iets over het welzijn van werknemers. - Het verzuimkostenpercentage is een financieel-economisch begrip: met dit gegeven heeft men een indicatie van het uitgekeerde ziekengeld. Het verzuimkostenpercentage wordt berekend door loongegevens in het verzuimpercentage te koppelen aan de ziektedagen en de dienstverbanddagen van werknemers. Zo ontstaat er een relatie tussen het verzuim en de kosten die dat verzuim met zich meebrengen. Verzuim bestaat uit directe en indirecte kosten. De directe kosten van het verzuim kan men berekenen door het verzuimkostenpercentage te vermenigvuldigen met de bruto loonsom van de gehele werknemerspopulatie en dit bedrag te verhogen met 8%, zijnde het vakantiegeld (8%) en de werkgeverslasten (%). Bij deze berekening is uitgegaan van 1% doorbetaling van het loon bij ziekte en van nul wachtdagen. Onder indirecte verzuimkosten worden verstaan: overwerk collega s, inhuren uitzendkrachten, kosten arbodienst, personeelsverloop, kosten preventie, begeleiding en reïntegratie, administratieve verplichtingen (o.a. door de Wet Poortwachter), slecht imago, kwaliteitsverlies, overbelasting collega s, etc. etc. In het algemeen wordt aangenomen dat deze indirecte kosten min of meer gelijk zijn aan de directe kosten. In de tabellen 9.1 t/m 9.3 is het verzuim- en verzuimkostenpercentage onderverdeeld naar geslacht, leeftijdklasse en deeltijdklasse. Voor de interpretatie van de cijfers is de personeelssterkte als percentage bij de verzuim- en verzuimkostencijfers geplaatst. Verslagperioden 3 Tabel 9.1 Verzuim en verzuimkosten naar geslacht Geslacht VP VKP PS in % VP VKP PS in % Mannen 5, 5, 19, 5,8 5, 19,5 Vrouwen 6, 6, 8,8 6,8 6,8 8,5 Totaal 6, 5,9 1, 6,5 6, 1, 8 Verzuim ---------------------------------------------------- en verzuimkosten naar geslacht () 6 VP VKP Mannen Vrouwen Totaal In tabel 9.1 is te zien dat in zowel als 3 het verzuimkostenpercentage op totaal niveau lager is dan het verzuimpercentage. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verzuimkostenpercentage bij mannen. Voor de onderverdeling naar leeftijdklasse (tabel 9.) geldt dat het verzuimkostenpercentage altijd lager is dan het verzuimpercentage. Een uitzondering hierop vormt de leeftijdklasse 't/m 5' waar het verzuimkostenpercentage in beide jaren hoger is. Bij de onderverdeling naar deeltijdklasse (tabel 9.3) zien we alleen bij de klasse ' 8%' dat het verzuimkostenpercentage lager is dan het verzuimpercentage. In de overige klassen is dit gelijk aan elkaar. 5 VERNET verzuimnetwerk - 5 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 3 Tabel 9. Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse Leeftijdsklasse VP VKP PS in % VP VKP PS in % t/m 5,3 5, 17,8 5, 5,6 17,9 6 t/m 35 6,1 5,9 5, 6,6 6, 5,3 36 t/m 5 6,5 6,1 8,6 7, 6,6 9,7 6 t/m 55 6,6 6,1 3,1 7,1 6,5, 55 + 6,6 5,8 5, 6,7 6,3,8 Totaal 6, 5,9 1, 6,5 6, 1, 8 Verzuim en verzuimkosten naar leeftijdklasse dienstverbanddagen (kalenderdagen) () 6 ---------------------------------------------------- VP VKP t/m 5 6 t/m 35 36 t/m 5 6 t/m 55 55 + Totaal Verslagperioden 3 Tabel 9.3 Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse Deeltijdklasse VP VKP PS in % VP VKP PS in % < %,8,8 16,3 5, 5, 16,5 % - 8% 6,1 6,1 3,3 6,7 6,7 1,8 8% 6,1 5,8, 6,6 6,3 1,7 Totaal 6, 5,9 1, 6,5 6, 1, 8 Verzuim en verzuimkosten naar deeltijdklasse () 6 VP VKP < % % - 8% 8% Totaal 5 VERNET verzuimnetwerk - 6 - GHZ-VerzuimMonitor

Verzuim naar regio In tabel 1.1 staan de verzuimcijfers naar regio. De indeling voor de vijf regio's, zoals die door Vernet wordt gehanteerd, staat hieronder weergegeven. De verzuimcijfers voor de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en hun naaste omgeving zijn afzondelijk gepresenteerd in tabel 1.. Noord Nederland: Groningen, Friesland, Drenthe, Gooi- en Vechtstreek, Noord-Holland-Noord, Kennemerland, Amstel- en Meerlanden. Midden Nederland: IJssel/Vecht, Twente, Midden-IJssel, Veluwe, Arnhem, Oost-Gelderland, Nijmegen, Rivierenland, Flevoland, Oost-Utrecht. Zuid-Oost Nederland: Midden-Brabant, Noord-Oost-Brabant, Zuid-Oost Brabant, Noord-, Midden en ZuidLimburg. Zuid-West Nederland: Rijnstreek, Drechtsteden, Zeeland, Westelijk Noord-Brabant, Breda. Grote steden: Amsterdam (met Zaanstreek en Waterland), Rotterdam (met Rijnmond), Den Haag (met Delft en Westland) en Utrecht-West. Verslagperioden jaar jaar 3 Tabel 1.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar regio Regio VP MF GD PS in % VP MF GD PS in % Noord Nederland 6,1 1,1 16,7 1,6 6,6 1,53 17,6 19,8 Midden Nederland 6,1 1,38 16,8 39,3 6, 1,9 17,,9 Zuid-Oost Nederland 5, 1,36 15,5 15,5 5,8 1,3 15,9 15,3 Zuid-West Nederland 6, 1,51 15,1 9,5 7, 1,65 16,1 1,7 Grote steden 6,6 1,63 15,7 1, 7, 1,73 16,6 13,3 Totaal 6, 1,3 16, 1, 6,5 1,5 16,8 1, Verzuim naar regio Noord Nederland Midden Nederland Zuid-Oost Nederland 3 Zuid-West Nederland Grote steden Totaal 6 8 VP 5 VERNET verzuimnetwerk - 7 - GHZ-VerzuimMonitor

Verslagperioden 3 Tabel 1. Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur naar grote steden Grote steden VP MF GD PS in % VP MF GD PS in % Amsterdam 6,6 1,6 15,8 7,5 7,3 1,69 16,9 15,6 Rotterdam 6, 1,6 15,5 3,5 6,9 1,77 16,1, Den Haag 6,3 1,68 1, 1,7 6,7 1,73 1,8 8,5 Utrecht 6,9 1,61 16,9 7, 7,7 1,71 18,6 31, Totaal 6,6 1,63 15,7 1, 7, 1,73 16,6 1, Verzuim naar Grote steden Amsterdam ---------------------------------------------------- Rotterdam 3 Den Haag Utrecht Totaal 1 3 5 6 7 8 VP In tabel 1.1 is te zien dat in 3 en in in de 'Grote steden' het hoogste verzuimpercentage en de hoogste meldingsfrequentie is gemeten. De laagste verzuimcijfers in beide jaren zijn in Zuid-Oost Nederland te zien. De hoogste gemiddelde duur was in 3 in Noord Nederland en in in Midden Nederland. Alle verzuimcijfers zijn in in alle regio's gedaald in vergelijking met 3. De grootste relatieve daling van het verzuim vond plaats in Zuid-West Nederland met 1,3%. In tabel 1. zien we bij de 'Grote steden' dat Utrecht in 3 en het hoogste verzuimpercentage en de hoogste gemiddelde duur heeft. In Den Haag waren deze verzuimcijfers in beide jaren het laagst. De hoogste meldingsfrequentie was in in Den Haag en in 3 in Rotterdam. Ook voor alle steden geldt dat het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde duur in gedaald zijn in vergelijking met 3. 5 VERNET verzuimnetwerk - 8 - GHZ-VerzuimMonitor

Tijdreeks verzuimcijfers In de onderstaande tabel staan de verzuimcijfers per kwartaal. Bij deze cijfers zien we duidelijk een afspiegeling van het 'seizoenspatroon': het ziekteverzuim is doorgaans iets hoger in het eerste kwartaal, de winter, en wat lager in het derde kwartaal, de zomer. Het tweede en vierde kwartaal zijn min of meer gelijk aan elkaar, mits er geen sprake is van een structurele groei of daling van het verzuim. Uit de tabel blijkt dat over het algemeen de gemiddelde duur, die gebaseerd is op beëindigde gevallen, in het derde kwartaal hoger is dan in alle overige kwartalen. De verklaring hiervoor ligt waarschijnlijk niet zozeer in de zomer als wel in de overige seizoenen, waarin men zich door verkoudheid en griep vaker ziek meldt. Aangezien die ziekten naar verhouding kort duren, beïnvloeden zij de gemiddelde duur in die perioden. De gemiddelde duur op jaarbasis geeft om die reden betere informatie. Een voortschrijdend jaar bestaat uit vier aaneengesloten kwartalen. Verzuimcijfers van voortschrijdende jaren vertonen geen fluctuaties als gevolg van seizoensinvloeden. Hierdoor geven de 'voortschrijdende jaarcijfers' de structurele ontwikkeling beter weer dan 'kwartaalcijfers'. In de grafiek, waarin tevens de cijfers van 1 zijn opgenomen, is het verschil tussen beide cijfers goed te zien. Tabel 11.1 Verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde duur per kwartaal en voortschrijdend jaar Kwartaal VP MF GD Voortschrijdend jaar VP MF GD -1 8,8 1,9 17,7 1- t/m -1 7,9 1,53 19, - 7,3 1,8,5 1-3 t/m - 7,5 1,9 19,3-3 6, 1,19 1,5 1- t/m -3 7, 1,51 18,9-7,7 1,7 15,3-1 t/m - 7,3 1,5 18,3 3-1 7,8 1,9 16, - t/m 3-1 7,1 1,5 17,7 3-6,6 1,7 18,8-3 t/m 3-6,9 1,5 17,5 3-3 5,6 1, 19,6 - t/m 3-3 6,6 1,5 17,1 3-6,7 1,7 1, 3-1 t/m 3-6,5 1,5 16,8-1 6,9 1,73 15,7 3- t/m -1 6, 1,5 16,8-5,9 1,19 18,3 3-3 t/m - 6, 1,6 16,7-3 5, 1,1 19, 3- t/m -3 6, 1,6 16, - 6, 1,66 13,8-1 t/m - 6, 1,3 16, 1 Verzuimpercentage en meldingsklasse per kwartaal en voortschrijdend jaar 8 6 VP kwartaal VP jaar MF kwartaal MF jaar 1-1 1-1-3 1- -1 - -3-3-1 3-3-3 3- -1 - -3-5 VERNET verzuimnetwerk - 9 - GHZ-VerzuimMonitor

Tabel 11. Verzuimpercentage per voortschrijdend jaar naar duurklasse Voortschrijdend jaar 1-7 dagen 8-1 dagen 15- dagen 3-365 Totaal VP VP VP VP VP -1 t/m - 1,1,5,7 5, 7,3 - t/m 3-1 1,1,5,7,8 7,1-3 t/m 3-1,1,5,7,6 6,9 - t/m 3-3 1,1,5,7,3 6,6 3-1 t/m 3-1,1,5,7, 6,5 3- t/m -1 1,1,5,7,1 6, 3-3 t/m - 1,1,5,6, 6, 3- t/m -3 1,1,5,7, 6, -1 t/m - 1,,5,6 3,9 6, Tabel 11.3 Meldingsfrequentie per voortschrijdend jaar naar duurklasse Voortschrijdend jaar 1-7 dagen 8-1 dagen 15- dagen 3-365 Totaal MF MF MF MF MF -1 t/m - 1,1,18,11,1 1,5 - t/m 3-1 1,1,18,11,11 1,5-3 t/m 3-1,11,17,11,11 1,5 - t/m 3-3 1,1,17,11,11 1,5 3-1 t/m 3-1,15,17,11,11 1,5 3- t/m -1 1,1,17,11,1 1,5 3-3 t/m - 1,9,17,1,1 1,6 3- t/m -3 1,9,17,11,1 1,6-1 t/m - 1,7,16,1,1 1,3 1 Verzuim en langdurig verzuim per voortschrijdend jaar 8 6 - t/m 1-1 -3 t/m 1- - t/m 1-3 1-1 t/m 1-1- t/m -1 1-3 t/m - 1- t/m -3-1 t/m - - t/m 3-1 -3 t/m 3- - t/m 3-3 3-1 t/m 3-3- t/m -1 3-3 t/m - 3- t/m -3-1 t/m - VP totaal VP langdurig verzuim In de bovenstaande tabellen is het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie van een aantal voortschrijdende jaren weergegeven naar duurklasse. Uit tabel 11. blijkt dat het totale verzuim vanaf structureel is gedaald. Deze daling is voornamelijk veroorzaakt door de daling van het langdurige verzuim. In tabel 11.3 is te zien dat de totale meldingsfrequentie in en 3 zich min of meer op hetzelfde niveau handhaafde. In is het echter fors gedaald. Deze daling is vooral veroorzaakt door de daling in de klasse '1-7 dagen'. De bovenstaande grafiek maakt de structurele ontwikkeling van het langdurig verzuim ten opzichte van het totale verzuim zichtbaar. 5 VERNET verzuimnetwerk - 3 - GHZ-VerzuimMonitor

Rekenregels voor de verzuimgrootheden elke ziektedag in de periode x pt x ao Verzuimpercentage: VP = x 1 % elke dienstverbanddag in de periode x pt ziekengeld in de periode Verzuimkostenpercentage: VKP = x 1% loonsom in de periode aantal ziekmeldingen in de periode Meldingsfrequentie: MF = aantal werknemers in de periode alle ziektedagen van de in de periode beëindigde gevallen Gemiddelde duur: GD = alle in de periode beëindigde gevallen alle dienstverbanddagen Personeelssterkte / PS = aantal werknemers: aantal dagen in de periode Verklaring van de begrippen in de bovenstaande definities. Verzuimpercentage: Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt) en de arbeidsongeschiktheidsfactor (ao), waarna de ziektedagen worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttimefactor (pt), waarna de dienstverbanddagen worden opgeteld. Verzuimkostenpercentage: Elke ziektedag en elke dienstverbanddag in de formule van het verzuimpercentage wordt tevens vermenigvuldigd met het bijbehorende bruto dagloon van de werknemer, waarna deze (ziekte)daglonen worden opgeteld. Hierdoor wordt resp. het ziekengeld en de loonsom berekend. Bij het vaststellen van het dagloon wordt geen rekening gehouden met het vakantiegeld en overige toeslagen. Het ziekengeld wordt berekend op basis van 1% uitkering en nul wachtdagen. Het risicopercentage is een indicatie voor de directe kosten van het verzuim. Meldingsfrequentie: Totaal aantal ziekmeldingen in de periode gedeeld door het aantal werknemers in de periode. De meldingsfrequentie in een kwartaal is ongeveer een kwart van de meldingsfrequentie van het jaar. Om vergelijking met het (voortschrijdend) jaar mogelijk te maken is de meldingsfrequentie van een kwartaal vermenigvuldigd met. Gemiddelde duur: Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de periode valt. Ziektedagen van beëindigde gevallen zijn alle dagen vanaf de eerste ziektedag tot aan de hersteldatum. De aansluitende ziektedagen die vóór de periode vallen worden dus ook meegerekend. Personeelssterkte / aantal werknemers: Het totaal aantal dienstverbanddagen in de periode gedeeld door 9, 91 of 9 dagen voor een kwartaal of door 365 dagen (schrikkeljaar 366) voor een jaar. Dagen: Alle dagen in de verzuimgrootheden zijn kalenderdagen. Periode: De verslagperiode waarover het verzuim wordt berekend: kwartaal of jaar. De publicatie 'Berekening van Ziekteverzuim: standaard voor Verzuimregistratie', werd in 1996 vastgesteld door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden, onder auspiciën van het LISV en uitgegeven door TNO Arbeid. 5 VERNET verzuimnetwerk - 31 - GHZ-VerzuimMonitor