. -... Gemeente..-... Midden-Delfland ~ Anna van Raesfeltstraat 37, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden T (015) 380 41 11, F (015) 380 99 92 E gemeente@middendelfland.nl, I www.middendelfland.nl Aan de leden van de gemeenteraad Ons kenmerk Uw briefvan Uw kenmerk Bijlagen 2016-28363 I 15Z.004677 1 Verzonden Onderwerp Datum Uitvoeringsprogramma Werk en Inkomen 2016-2019 23 augustus 2016 Geachte heer, mevrouw, 3 0 AUG 2016 Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden als één van de drie decentralisaties (3 D's) in het sociaal domein. De Part.icipatiewet moet er voor zorgen dat meer mensen, ook met een arbeidsbeperking, via betaald werk in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. De gemeente biedt ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en waar nodig ook inkomensondersteuning. De 3D's zijn gepaard gegaan met een flinke bezuinigingsopdracht. De middelen die wij ontvangen om mensen aan het werk te helpen zijn beperkt. Gelijktijdig laat het uitkeringenbestand sinds 2015 een forse stijgende lijn zien. Dit betekent enerzijds dat we voor de komende jaren keuzes moeten maken. Anderzijds stimuleert dit gegeven ons om creatief en innovatief te zijn. Hoe kunnen we op slimme manieren samenwerken en verbindingen tot stand brengen binnen het sociaal domein? Aan welke knoppen kunnen we draaien? De kaders In februari 2015 heeft u de 'Uitgangspuntennota Participatiewet' vastgesteld. Hierin liggen de kaders vast waarbinnen wij de Participatiewet uitvoeren. Nu het stof van de invoering en implementatie van de Participatiewet is neergedaald, willen wij een aantal concrete doelen formuleren die wij in de komende jaren in de uitvoering van de Participatiewet willen bereiken. Samen met de toegezegde extra formatie en middelen voor de uitvoering van de Participatiewet biedt dit de basis voor de veranderopgaven waar we de komende jaren voor staan. Onze doelen en de wijze waarop we hier uitvoering aan geven, komen aan bod in het 'Uitvoeringsprogramma Werk en Inkomen 2017-2019'. Wij sturen u hierbij het betreffende document ter kennisname toe. Wat willen we bereiken? Voor de periode 2017 tot en met 2019 zijn onze doelen: 11 11 11 1 1111 11~1111 111! 11111111111111 ~11 ~ 11 u 11~
I. Iedereen doet mee in Midden-Delfland! -7 Zoveel mogelijk inwoners van Midden-Delfland voorzien in hun eigen levensonderhoud door middel van betaald werk. De inwoner die (nog) niet in staat is om te werken, participeert naar vermogen in de samenleving. Op deze wijze verhogen we de participatie, de kwaliteit van leven en van de woonomgeving. II. Grip op het uitkeringenbestand -7 Het uitkeringenbestand laat sinds de tweede helft van 2015 een forse stijging zien; van 90 uitkeringen begin 2015 tot circa 130 nu. Zonder planmatige aanpak is de verwachting dat dit bestand in 2016 en 2017 nog verder stijgt. Door middel van het voeren van een effectief re-integratiebeleid in combinatie met het handhaven van de weten regelgeving willen we de stijgende lijn van het aantal uitkeringen doorbreken zodat aan het einde van de planperiode het bijstandsbestand niet hoger is dan 130 uitken ngsgerechtigden. Hieronder leest u op welke wijze wij bovenstaande doelen willen bereiken. Iedereen doet mee in Midden-Delfland! Werken is een van de beste manieren om te participeren in de samenleving. Werk biedt uitdaging, een dagritme, het vergroot de sociale contacten en draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde. Daarbij zorgt het er voor dat men in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Maar niet voor iedereen behoort betaald werk tot de mogelijkheden. Soms is het verrichten van vrijwilligerswerk of deelnemen aan activiteiten het hoogst haalbare. Het ontvangen van een uitkering is niet vrijblijvend. Tegenover het recht op uitkering staat de plicht om zich in te spannen om zo snel mogelijk weer in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Iets terug doen voor de uitkerina is d~n nok ons uitgangspunt. Om te bereiken dat iedereen naar vermogen participeert in de samenleving: werken we nauw samen met onze ketenpartners Werkse! en Stichting Welzijn Midden Delfland voor de begeleiding naar betaald werk, vrijwilligerswerk en sociale activering; werken we samen in de regio Haaglanden aan een regionaal arbeidsmarktbeleid, regionale werkgeversdienstverlening, het voorkomen van jeugdwerkloosheid en de invulling van de baanafspraak (de 125.000 banen voor personen met een arbeidsbeperking, waaraan het Rijk, gemeenten en werkgevers zich in het sociaal akkoord uit 2013 hebben gecommitteerd); geven we in 2016 samen met Werkse! beschut werk nader vorm; onderzoeken of en zo ja, op welke wijze het inzetten van een objectief diagnose-instrument bijdraagt aan onze re-integratiedienstverlening. Een accurate screening en diagnose biedt een beter inzicht in de kennis en vaardigheden van de klant, de belemmeringen voor de arbeidsparticipatie en zorgt er op deze wijze voor dat we re-integratie-instrumenten gericht kunnen inzetten; formuleren wij voorafgaand aan ieder traject concrete doelen waaraan in het reintegratietraject gewerkt wordt; en plaatsen we jongeren, afkomstig van het Voortgezet Speciaal Onderwijs en het Praktijkonderwijs waar mogelijk zo snel mogelijk op een baanafspraakbaan. Grip op het uitkeringenbestand! Een gemeente kan op meerdere manieren invloed uitoefenen op het uitkeringenbestand: 1. streng zijn aan de poort: voorkomen dat uitkeringen worden toegekend aan personen, die daar geen recht op hebben; 2. het vergroten van de uitstroom door inzet op re-integratie; en 3. het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen. 2
We willen onze grip op het uitkeringenbestand vergroten door: invulling te geven aan onze poortwachterstaak door bij nieuwe aanvragen zoveel mogelijk op huisbezoek te gaan. De insteek daarbij is meer dan uitsluitend het vaststellen van het recht op bijstand. Meer inzicht op wie de klant is, wat zijn/haar achtergrond en leefomgeving is biedt ook handvatten voor een gerichte re-integratiedienstverlening en ondersteuning; de pakkans bij fraudesituaties te verhogen door zowel signaalgestuurd als pro-actief te handhaven. Op basis van risicoprofielen verrichten we extra themacontroles naar misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen. We zoeken hiervoor binnen de wettelijke kaders de samenwerking met externe partners. Voor grote (strafrechtelijke) fraudezaken continueren we de samenwerking met de sociale recherche van de gemeente Delft; het handhaven van de activeringsperiade van twee weken voor bijstandsaanvragers ouder dan 27 jaar. Aan de hand van een persoonlijk gesprek legt de klantmanager de acties die de aanvrager in deze periode moet verrichten vast in een persoonlijk activeringsplan. De klantmanager Werk en Inkomen beoordeelt tijdens de uitkeringsintake of de ondernomen acties voldoende zijn. Bij verwijtbaar geen of onvoldoende acties tijdens de activeringsperiode, vindt handhaving plaats. Tijdens de wettelijke zoekperiode voor jongeren onder de 27 jaar behoort een gesprek met de jongerenconsulent tot de verplichte acties, die de jongere moet ondernemen; te sturen op intensieve periodieke contacten met uitkeringsgerechtigden. Deze contacten zijn nodig om de uitkeringsgerechtigde te leren kennen, de dienstverlening te optimaliseren, maar ook voldoende sturend te kunnen zijn om de eigen kracht voldoende te kunnen benutten. Ook blijkt uit onderzoek dat de nalevingsbereidheid van uitkeringsgerechtigen voor het voldoen aan verplichtingen stijgt, hetgeen tot minder onrechtmatigheden en een snellere uitstroom/participatie in de maatschappij; het optimaliseren van onze dienstverlening, onder andere door het beschikbaar stellen van standaardbeschikkingen en -rapportages en het digitaliseren van formulieren; en door voorafgaand aan het versturen van een negatief besluit contact op te nemen met de betrokkene om de redenen van het besluit toe te lichten en de zienswijze van de betrokkene hierop te horen. Een integrale benadering. Het participatiebudget maakt samen met het budget voor de uitvoering van de Jeugdwet en de nieuwe taken in de Wmo onderdeel uit van de decentralisatie-uitkering Sociaal Domein. Alleen door slim samen te werken en een integrale aanpak is het mogelijk de komende jaren de kosten beheersbaar te houden. De invoering van één budget voor de 3 D's maakt het ook mogelijk om binnen het sociaal domein te schuiven met middelen. 3
Het participatiebudget is de afgelopen jaren flink afgenomen en deze trend zet zich ook de komende jaren voort. In 2015 zijn de uitgaven voor participatie nog (nipt) binnen de begroting gebleven, maar zal in de komende jaren ontoereikend zijn om onze doelen te bereiken. We kiezen daarom voor een integrale benadering van de Participatiewet binnen het Sociaal Domein. Werk en participatie draagt immers bij aan het verbeteren van alle leefgebieden. Bij de inzet van middelen gaan we daarom uit van wat nodig is om de participatie te vergroten, zonder hierbij de eigen kracht van de inwoner uit het oog te verliezen. Daar waar het participatiebudget ontoereikend is, zetten we de decentralisatieuitkering Sociaal Domein integraal in. De BUI G-uitkering Gemeenten ontvangen een apart budget voor de financiering van de uitkeringen en het verstrekken van de structurele loonkostensubsidies die we kunnen inzetten wanneer een werknemer structureel een lagere loonwaarde 1 heeft. Tot 2015 werd de hoogte van het BUIG-budget voor Midden-Delfland volledig gebaseerd op de werkelijke bijstandsuitgaven twee jaar eerder. In de periode 2011-2014 is mede hierdoor structureel te weinig BUIG-uitkering ontvangen om de uitkeringslasten te kunnen voldoen. Sinds 2015 geldt een nieuwe verdeelsystematiek, waarbij naast historische uitgaven ook de bijstandskans op het niveau van het huishouden, de wijk, de gemeente en de regio wordt betrokken. In 2015 heeft deze nieuwe verdeelsystematiek voor Midden-Delfland gunstig uitgepakt. We sloten het jaar af met een positief resultaat. Dit is mede te danken aan het uitgebreide rechtmatigheidonderzoek in de periode juli 2014 -juni 2015. In deze periode zijn alle bijstandsdossiers onderzocht op onrechtmatigheden, wat heeft geleid tot 23 beëindigingenen 2 afwijzingen. Hierdoor was begin 2015 het uitkeringenbestand verhoudingsgewijs laag. Vanaf de tweede helft van 2015 is het bestand echter weer stijgende. Hierdoor verwachten we dat de bijstandsuitgaven in 2016 hoger zijn dan de BUIG-uitkering. Dit komt onder andere door: de gevolgen van de economische crisis. Ondanks het voorzichtige economische herstel in 2015 stijgt het aantal bijstandsuitkeringen landelijk nog steeds. Deze trend is ook in Midden Delfland zichtbaar; de hernieuwde instroom van uitkeringsgerechtigden waarvan de uitkering tijdens het rechtmatigheidsonderzoek in 2014/2015 was beëindigd. Niet alle beëindigingen zijn duurzaam gebleken. In circa vijf gevallen was de situatie van de aanvrager na verloop van de tijd aantoonbaar gewijzigd ten opzichte van de voorliggende periode, waardoor (weer) aan de voorwaarden voor een uitkering werd voldaan; en de verhoogde toestroom van statushouders. Midden-Delfland heeft in 2015 in totaal 33 statushouders gehuisvest, wat heeft geleid tot een toename van circa 10 uitkeringen. I n 2016 zijn inmiddels 12 statushouders gehuisvest. Dit zijn met name vooruitreizigers en hiermee zelfstandig bijstandspartijen. Ook ontvangen zij vaak langer bijstand dan andere uitkeringsgerechtigden. Dit omdat zij vaak de Nederlandse taal nog onvoldoende machtig zijn om snel uit te stromen naar werk. Op basis van de bijstandsuitgaven tot en met juni 2016 en de instroom van de statushouders volgens de Rijkstaakstelling in de tweede helft van het jaar verwachten we een tekort van circa 330.000, op de BUIG-uitkering. Dit tekort stijgt indien we in 2016 conform uw wens meer statushouders huisvesten dan de Rijkstaakstelling. 1 Loonwaarde: de mate waarin de persoon binnen een fulltime dienstverband in staat is het Wettelijk Minimum Loon (WML) te verdienen. 4
Vangnet Gelijktijdig met de nieuwe verdeelsystematiek is een tijdelijke vangnetregeling ingevoerd, waarop gemeenten onder voorwaarden aanspraak kunnen maken bij een tekort op de BUIG. In beginsel moeten gemeenten het tekort opvangen uit eigen middelen. Op grond van de Vangnetregeling 2015/2016 kan de gemeente onder voorwaarden compensatie aanvragen worden indien het tekort groter is dan 5% van de toegekende BUIG-uitkering. Daarbij geldt een getrapte opbouw: bij een tekort tussen 5% en 10% is de compensatie de helft. Boven de 10% wordt alles gecompenseerd. Maatregelen om het tekort te beperken Met het leveren van extra inspanningen op onze poortwachtersfunctie en onze re-integratie- en handhavingstaken proberen wij tekorten op de BUIG-uitkering in 2016 en de daarop volgende jaren zo veel mogelijk te beperken. Hiervoor hebben we inmiddels extra formatie en middelen vrijgemaakt. Om succesvol aanspraak te kunnen maken op de Vangnetregeling 2016 is het noodzakelijk dat u uw visie geeft op de genomen maatregelen. In het bijgevoegde raadsvoorstel vragen wij u daarom kennis te nemen van het tekort dat wij verwachten en in te stemmen met de voorgenomen maatregelen om dit tekort op de BUIG-uitkering te beperken. Met vriendelijke groet, het college van burgemeester en wethoyàers, 5