ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Wellantcollege Amersfoort Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 01OE 16 Onderzoeksnummer : 289916 Datum onderzoek : 6 juni 2016 Datum vaststelling : 11 oktober 2016
Pagina 2 van 10
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 juni 2016 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op Wellantcollege Amersfoort, vmbo-gt, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en de naleving van de wettelijke vereisten. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 26 en 29 januari 2015 stelde de inspectie tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg op Wellantcollege Amersfoort, vmbo-gt. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 2 april 2015. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en wij hebben ons toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of en in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en of de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, voeren we nu een tussentijds onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit. Dit tussentijdse kwaliteitsonderzoek is hierbij gezien de resultaten omgezet in een afsluitend onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Toezichthistorie Het kwaliteitsonderzoek van 26 en 29 januari 2015 betrof een steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag 2015. De afdeling vmbo-gt was daarvoor vier jaar niet bezocht. In 2011 is een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd naar aanleiding van het oordeel zwak bij een kwaliteitsonderzoek in 2010. Bij dat onderzoek naar kwaliteitsverbetering werd het onderwijsproces weer als voldoende beoordeeld. Onderzoeksopzet Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestaat uit de volgende activiteiten: - Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. - Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Pagina 3 van 10
- Wij hebben gesprekken gevoerd met de directie, het management, docenten en mentoren, leerlingen. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie, het management en een vertegenwoordiger van het bestuur. Tijdens het onderzoek hebben wij vooral indicatoren van de volgende aspecten beoordeeld: onderwijstijd, didactisch handelen, omgaan met verschillen en kwaliteitszorg onderwijsproces. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 4 van 10
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zoals wij hebben uitgevoerd, heeft tot doel om te beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is en of aan alle afspraken is voldaan die in het toezichtplan zijn vastgelegd. Onze conclusie voor Wellantcollege Amersfoort, vmbo-gt, is als volgt: Kwaliteit Wij kennen aan het Wellantcollege Amersfoort, vmbo-gt, het basisarrangement toe. De kwaliteit van het onderwijs is weer voldoende. Dit betekent dat de school niet langer onder intensief toezicht valt. Naleving Wij concluderen tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Pagina 5 van 10
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit van de onderzochte aspecten zijn gekomen. Eerst ziet u het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1. Algemeen Beeld Het team van Wellantcollege Amersfoort is voortvarend aan de slag gegaan om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Wij hebben de resultaten daarvan kunnen vaststellen. Aan de afspraken in het toezichtplan is nagenoeg geheel voldaan, met als gevolg dat het onderwijs op deze afdeling niet langer zwak is te noemen. Het is duidelijk dat er progressie is geboekt. Wij hebben dat kunnen zien tijdens de lesobservaties. Het didactisch handelen is weer voldoende, maar er moeten zeker nog een aantal stappen gezet worden, met name op het gebied van differentiatie in de lessen. De kwaliteitszorg is evenwel zodanig verbeterd op het punt van de evaluatie van het onderwijsproces dat wij vertrouwen hebben in de voortgang van het verbetertraject. De borging van de kwaliteit van het onderwijsproces is echter onvoldoende stevig verankerd, waardoor de kans bestaat dat de afgesproken verbeteringen weer wegzakken met mogelijk ook risico's voor de opbrengsten. Wij beoordelen de borging dan ook als onvoldoende. Het management heeft wel oog voor het belang van consequent handelen en het zo nodig aanspreken van iedere medewerker daarop. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda voor indicatoren van de opbrengsten: 1. onder de norm 2. boven de norm 3. niet te beoordelen Legenda voor andere indicatoren: 1. slecht 2. onvoldoende Pagina 6 van 10
3. voldoende 4. goed Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. De onderwijsresultaten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 R.1 Onderwijspositie t.o.v. advies PO R.2 Onderbouwsnelheid R.3_GT Bovenbouwsucces voor de afdeling vmbo g/t EX_GT Examencijfers voor de afdeling vmbo g/t De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 1 2 3 4 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen 1 2 3 4 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. Pagina 7 van 10
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: onderwijsproces (onderwijstijd, didactisch handelen en differentiatie) en kwaliteitszorg (evaluatie kwaliteit onderwijsproces en borging onderwijsproces). Onderwijsproces Tijdens het kwaliteitsonderzoek in januari 2015 is vastgesteld dat de kwaliteit van de lessen tekortschoot vanwege ontoereikend klassenmanagement, met als gevolg dat er veel onderwijstijd weglekte. Ook de variatie in werkvormen was beperkt met een negatief effect op de betrokkenheid van leerlingen. Verder werd er onvoldoende feedback gegeven tijdens de lessen. Het team heeft daarop een verbetertraject ingezet onder leiding van het management, waarbij op verzoek van de docenten scholing is georganiseerd op basis van de vijf rollen van de docent. Er zijn lesobservaties gedaan bij alle docenten, gevolgd door flitsbezoeken op bepaalde thema s. Daarnaast is ingezet op vernieuwing van de schoolregels en consequente handhaving daarvan door de docenten. Deze verbetermaatregelen zijn opgenomen in het schoolplan, waardoor het gesprek met docenten en tussen docenten meer focus heeft gekregen. Hoewel een aantal lessen onvoldoende kwaliteit laat zien, beoordelen wij de afspraken in het toezichtplan als voldoende gerealiseerd op het gebied van didactisch handelen en benutting van de onderwijstijd. Tijdens de lesobservaties hebben wij gezien dat de lessen een meer gestructureerde opbouw laten zien en meer variatie in opdrachten tijdens de les. Dat laatste gebeurt vooral duidelijk bij de carrousel-lessen en in mindere mate bij de theorievakken, al zien wij ook hier verbeteringen ten opzichte van het vorige onderzoek. Leerlingen geven aan meer structuur te ervaren in de lessen. Door deze veranderingen wordt de Pagina 8 van 10
onderwijstijd beter benut. De betrokkenheid van de leerlingen is ook voldoende verbeterd. Er is meer rust in de lessen, maar hier is nog wel winst te behalen. Bijvoorbeeld bij de mentorlessen geven leerlingen aan zich minder betrokken te voelen, omdat het nut voor hen niet altijd duidelijk is. Meer aandacht voor het belang van de les voor de leerling kan hier op zijn plaats zijn. Verder is de afsluiting van de les verbeterd, maar zou effectiever kunnen zijn, wanneer de focus wordt gelegd op wat er tijdens de les is geleerd. Van differentiatie is echter nog steeds onvoldoende terug te zien in de lessen. Wel zijn er in een aantal lessen verbeteringen zichtbaar. Bij de avo-lessen valt op dat docenten soms harder aan het werk zijn dan leerlingen. Met name bij de klassikale lessen kost het sommige docenten moeite om iedereen bij de les te houden. Meer aansluiten bij de verschillende niveaus en leerstijlen in de klas zou kunnen leiden tot gemakkelijker aanspreken van leerlingen en meer energie in de lessen. Kwaliteitszorg De evaluatie van het onderwijsproces is voldoende verbeterd. De scholing op basis van de vijf rollen van de docent heeft het gesprek in het team over de kwaliteit van de lessen en het belang van consequent handelen daarbij gestimuleerd. Er is een traject gestart van lesbezoeken en flitsbezoeken door het management naar aanleiding van de scholing en daarnaast is afgesproken dat er collegiale visitatie plaatsvindt, waarna een feedbackgesprek volgt. Daarbij wordt een lesobservatieformulier als kijkwijzer gebruikt. Zo nodig worden individuele docenten gecoacht. Daarbij wordt een videoregistratie van de les als uitgangspunt voor feedback genomen. De resultaten van de lesobservaties worden verzameld en dienen als basis voor het gesprek over de voortgang op teamniveau. Verder zijn er afspraken gemaakt over eenduidig handelen van docenten naar leerlingen toe, in de les en daarbuiten. De schoolregels zijn vernieuwd en worden consequent gehandhaafd. De leerlingen worden hierbij betrokken via de leerlingenraad, die sinds dit schooljaar opnieuw is opgezet. Leerlingen ervaren wel dat regels strenger worden gehandhaafd, maar rapporteren ook verschillen tussen docenten op dat vlak. De borging van de kwaliteit van het onderwijsproces beoordelen wij als onvoldoende. Wij zien wel dat er voldoende maatregelen zijn genomen om evaluatie van het onderwijsproces mogelijk te maken. Er is ook voldoende informatie beschikbaar om te komen tot adequate analyse van oorzaken van tekortkomingen. De school heeft een en ander in het proces geborgd door vastlegging van de gekozen maatregelen en acties in het locatieplan. Het team heeft echter te maken met veel veranderingen tegelijk, onder andere een wisseling in het management. Verder zijn er wegens vertrek of ziekte veel nieuwe docenten bijgekomen, die moeten worden ingewerkt, niet alleen op het Pagina 9 van 10
vakgebied maar ook op het reilen en zeilen binnen de school. Juist voor dat laatste is niet altijd voldoende tijd volgens de docenten, terwijl dat van groot belang is voor uitdragen van beleid en eenduidig handelen van docenten. Die omstandigheden dragen het risico in zich dat de aandacht voor het vasthouden van de ingezette koers wegzakt. Het elkaar aanspreken op eenduidig handelen en het systematisch monitoren van de uitvoering van gemaakte afspraken (ook door de nieuwe docenten) kan hierdoor op de achtergrond raken, terwijl juist nu een volgende stap aan de orde is om de kwaliteitsverbetering te borgen. Pagina 10 van 10