1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT Als katholieke school kiezen we voor de fundamentele opdracht onze kinderen te begeleiden vanuit uitgesproken evangelische waarden. Ieder kind is uniek. Deze eigenheid wensen we ten volle te respecteren, positief te benaderen en ervoor de nodige verdraagzaamheid aan de dag te leggen. Hierbij laten we ons inspireren door het voorbeeld van Jezus. In onthaal- en gebedsmomenten, godsdienstlessen, vieringen en accenten binnen het kerkelijk jaar maken we deze waarden levend. We leren de kinderen zich solidair op te stellen over cultuurgrenzen heen voor noden dichtbij en veraf. Vanuit de ouders verwachten we loyaliteit voor deze visie. 2. WERKEN AAN EEN DEGELIJK ONDERWIJSINHOUDELIJK AANBOD Opvoedingsproject De school wil kansen bieden zodat elk kind zich ten volle kan ontplooien tot een waardig persoon, in verbondenheid met andere kinderen en volwassenen binnen onze samenleving. In ons evenwichtig aanbod houden we rekening met alle facetten van het leven hart, handen, hoofd en er is oog voor de samenhang die zin geeft. 1
Leerplan Ontwikkelingsplan Organisatie Het ontwikkelingsplan en de leerplannen vanuit het Vlaams Verbond voor het Katholiek Basisonderwijs worden door het team geactualiseerd en toegepast in de klaspraktijk. In deze plannen zijn de decretaal bepaalde ontwikkelingsdoelen en eindtermen terug te vinden. Vakgebonden leergebieden: Moedertaal Wiskunde Wereldoriëntatie Muzische vorming Lichamelijke Vorming Frans Godsdienst. Leergebiedoverschrijdende thema s: Leren leren Sociale vaardigheden. De leerkracht bewaakt tegelijkertijd het aanbod op maat van de kinderen van de leeftijdsgroep en de samenhang over de leerjaren heen. Onderwijskundig leiderschap De leerkrachten en de directie vormen een team en zien erop toe dat alle initiatieven en activiteiten in de school kaderen binnen het pedagogisch project. De directie laat ruimte voor nieuwe ideeën en zal leerkrachten stimuleren, ondersteunen en evalueren. Schoolwerkplanning Binnen de jaarplanning legt het team prioriteiten vast waaraan het wil werken om de kwaliteit van het onderricht te verbeteren. Op die manier verantwoordt de school het onderwijsaanbod. 2
3. WERKEN AAN EEN DOELTREFFENDE DIDACTISCHE AANPAK EN AAN EEN STIMULEREND OPVOEDINGSKLIMAAT. Klimaat Alle participanten hebben respect voor elkaar. De interactie tussen alle betrokkenen is gericht op wederzijdse ondersteuning en bemoediging opdat een geborgen klimaat gecreëerd wordt. De leerkrachten leven de kinderen voor dat zij zich in hun handelen en oordelen laten leiden door waarden, attitudes en een christelijke visie op het leven. Het team evalueert regelmatig dit school- en werkklimaat. Het schoolreglement (opgesteld vanuit positief uitgangspunt) biedt een kader voor een ordelijke en gestructureerde omgeving die het leren bevordert. Kindgericht De leerkracht heeft oog voor de beginsituatie en het ontwikkelingsniveau van elke leerling. De leerkracht tracht de oorsprong van de reacties of prestaties van de leerlingen te achterhalen. Bij de gebruikelijke evaluaties (MDO s oudercontacten, rapporten, ) wordt de kleuter en leerling vooral met zichzelf vergeleken in plaats van met anderen. Hierbij bewaken we het evenwicht tussen cognitieve, dynamische-affectieve en motorische vaardigheden. 3
Krachtige leeromgeving De leerkracht varieert opdrachten, activiteiten en werkvormen volgens de doelen die hij nastreeft. De leerkracht biedt situaties aan die leerrijk zijn; die uitnodigen tot exploreren, stimuleren tot het leggen van relaties en kansen inhouden om te ontdekken. De leerkracht wekt nieuwsgierigheid en verwondering op. Gestuurde en open onderwijsstrategieën wisselen elkaar af naargelang de aard van de doelen. De leerkracht helpt de kinderen om te kiezen, te plannen en te reflecteren op hun aanpak en prestaties, om zo zelfsturing te ontwikkelen. De leerkracht doet regelmatig een aanbod van activiteiten waaruit kinderen vrij kunnen (leren) kiezen. Schoolwerkplanning en organisatie Het team gaat na hoe het ruimere leefmilieu in de school kan binnengebracht worden. De school heeft een gelijkvormig systeem om de kinderen te volgen en tijdige helpen. Elke leerkracht doet aan zelfevaluatie; soms individueel, soms met naaste collega s, soms in teamverband 4
4. WERKEN AAN DE ONTPLOOIING VAN ELK KIND MET BREDE ZORG Aan ieder kind brede zorg bieden, is de grondhouding van elke leerkracht. Kindgericht De school informeert zich over het kind en zijn omgeving, voor zover dat noodzakelijk is om het kind goed te begeleiden. Het team wisselt informatie uit over de vorderingen van de kleuters en leerlingen en wendt deze op een constructieve wijze aan om het onderwijs af te stemmen op het kind. De school hanteert een observatiekaart voor kleuters en leerlingvolgsysteem, met vaste afspraken en procedures die waarborgen dat de kinderen tijdig hulp krijgen. Het team waakt erover dat de overgang van kleuter naar lager onderwijs en van lager naar secundair onderwijs vlot verloopt. Indien de omkadering van de school het toelaat, worden er lestijden voorzien om kinderen met specifieke problemen, in kleine groep of individueel, hulp te bieden. Schoolwerkplanning en organisatie Elke leerkracht maakt een planning voor de realisatie van zorgbreedte waarin de verschillende facetten van die zorg worden behandeld. (differentiatie, groeperingswijze, keuze van leermiddelen, hoekenwerk, ) De realisatie van de zorgbreedte wordt in team geëvalueerd en bijgestuurd. 5
We kiezen bewust voor huiswerk mits opvolging door én de leerkracht én de ouders. De school voorziet een gedifferentieerd aanbod van animatieprojecten waarbij gewaakt wordt over financiële of materiële drempels voor ouders of gezinnen. Contacten met de omgeving en met de ouders De school is gericht op intensieve samenwerking met de ouders (informeren over het ontwikkelingsniveau van het kind, wederzijds signaleren van problemen, ) De school adviseert ouders in verband met de instap in het kleuteronderwijs, de overgang naar het lager, middelbaar en eventueel buitengewoon onderwijs. De leerkracht weet problemen van kinderen te signaleren en deskundig hulp in te roepen van interne of externe medewerkers (taakleraar, directie, CLB, logopediste, ) Materiële middelen en infrastructuur De school investeert in materialen en accommodatie voor begeleiding van de kinderen, ook voor deze met bijzondere zorg. De school organiseert voor- en naschoolse opvang in samenspraak met de gemeentelijke instanties. 6
5. WERKEN AAN EEN SCHOOL ALS GEMEENSCHAP EN ALS ORGANISATIE Kindgericht Binnen de klas en de school krijgen de kinderen de kans om zich op alle verschillende ontwikkelingsdomeinen te ontplooien. Hierbij streven we naar een hoge betrokkenheid en een groot welbevinden. We geven de kinderen kansen om hun schoolwereld open te stellen en naar buiten te dragen naar ouders en omgeving. Teamgericht (directie en leerkrachten) In de school zijn er structurele voorzieningen voor (formeel en informeel) overleg. Er zijn geregeld contacten tussen leerkrachten van het kleuter- en het lager onderwijs. Dit overleg biedt kansen om het onderwijs beter op elkaar af te stemmen. De directeur neemt zelf en/of geeft ruimte aan initiatieven. Hij/zij neemt tijdig, en waar mogelijk in overleg, doordachte beslissingen en moedigt het team aan om samen het schoolgebeuren te realiseren. De directeur delegeert verantwoordelijkheden aan teamleden en zorgt zo voor een bredere interne leiding. De directie kan voor het invullen van de taak een beroep doen op de ondersteuning van het schoolbestuur. De leerkrachten ervaren dat zij mee richting kunnen geven 7
aan wat er afgesproken wordt i.v.m. het werk in en om de school. Zij dragen ook verantwoordelijkheden buiten de eigen lesopdracht. De directeur kent de mogelijkheden van de leerkrachten en weet ze (na consultatie) te benutten voor het optimaliseren van de schoolwerking. Met het oog op de permanente kwaliteitszorg doet het schoolteam aan zelfevaluatie. Prioriteiten voor de schoolwerking ontstaan uit een diagnose van de bestaande situatie. De taakverdeling binnen de school is duidelijk geregeld. Teamleden krijgen de kans om nieuwe zaken uit te proberen. De school voorziet daarvoor ruimte en mogelijkheden. De verworven nieuwe inzichten worden indien mogelijk aan het hele team ter beschikking gesteld. De school voorziet ook activiteiten die de leden van het team uitnodigen om hun binnenkant te voeden, hun visie aan te scherpen en een persoonlijke spiritualiteit te ontwikkelen. Jonge en nieuwe collega s worden door het team begeleid. Ouders Andere Participanten Omgeving In overlegorganen wordt door de directie, het schoolbestuur en de leerkrachten in echte dialoog en met zorg voor de identiteit van de school constructief samengewerkt. 8
De school onderhoudt goede contacten met de pedagogische begeleidingsdienst, het Centrum voor Leerlingbegeleiding, de nascholing, buurtorganisaties, parochie Directie en schoolbestuur maken op een verantwoorde manier gebruik van de diensten van het Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs. Ouders worden betrokken bij de uitwerking en de actualisatie van het opvoedingsproject. In contacten met externe groepen wordt het opvoedingsproject en de prioriteiten van de eigen school bewaakt. De school ondersteunt in de mate van het mogelijke de initiatiecen die in de lokale gemeenschap en de parochie worden opgezet. 9