RWS-2016/54873 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.

Vergelijkbare documenten
RWS-2017/25854 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

RWS-2017/34489 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.

RWS-2017/17493 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

RWS-2017/7914 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

0 9 FEB Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2 9 JUNI Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Watervergunning RWS-2015/284

RWS-2016/11423 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Milieu

van het Besluit lozen buiten inrichtingen voor Team Terminal B.V. t.b.v. het lozen op het Scheur. Zaaknummer RWSZ

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en MiÏieu

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.

RWS-2016/11410 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Rijkswaterstaat. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 14 december 2016 een aanvraag ontvangen van Shin-Etsu PVC B.V. te Hoogvliet Rotterdam.

RWS-2016/52817 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2 3 FEB, Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Watervergunning. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum 6 oktober 2015

Watervergunning RWS-2017/17508

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet voor:

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning van 23 november 2015, nr. RWS-2015/49114 voor:

1 4 SEP Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

BP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ

Ontwerp Watervergunning

beschikking D Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing van de aanvraag 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8.

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

1 9 OKT Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

RWS-2017/15491 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

km in de gemeenten Nuth en Schinnen een snelheidsbeperking in te stellen.

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

1. Aanhef. 2. Aanvraag

Aantal bijlagen. div. Afdeling. Beschikking maatwerkvoorschriften voor uw inrichting aan de Groendalseweg 81 te Bleiswijk.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Activiteitenbesluit milieubeheer

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

RWS-2017/994 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

MAATWERKBESLUIT *D * D

Weigeren Watervergunning HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST. Besluit

1. AANHEF BESLUIT VOORSCHRIFTEN AANVRAAG TOETSING VAN DE AANVRAAG AAN DE DOELSTELLINGEN VAN HET WATERBEHEER...

Ontwerpbeschikking AUG Meurs Motors en Vera's Honden opvang Weg en Bos DH BERGSCHENHOEK

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 31 januari 2014

Besluit omgevingsvergunning Aanvraagnummer OLO C Steinweg Handelsveem BV Parmentierplein GN ROTTERDAM

Watervergunning. Inhoudsopgave

Watervergunning. 1. Aanhef

Onderwerp: Het milieuneutraal veranderen van de inrichting, door de aanleg van een railinzetplaats.

Besluit Milieuneutraal veranderen. Hoogweg Luttelgeest B.V., Nieuwlandseweg 9 Luttelgeest

Activiteitenbesluit milieubeheer

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg PH MARKNESSE. Geachte heer Luimes,

Ambtshalve wijziging van de watervergunning van:

Gelijkwaardigheidsbesluit

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld.

1. Aanhef. 2. Aanvraag

1 8 MEI Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Inhoudsopgave

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Waterstaat

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt

Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Watervergunning RWS-2014/50633

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Datum Onderwerp Informatie bezien vergunning en Informatieverzoek over (Potentiele) Zeer Zorgwekkende Stoffen

vingsdienst Midden- en West-Brabnot Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant C /

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

Besluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ambtshalve aanpassing omgevingsvergunning. Zaaknummer:

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Transcriptie:

Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van koel- en ketelspuiwater op de Donauhaven waaraan in beperkte mate hulpstoffen wordt toegevoegd. Zaaknummer RWSZ2016-00017021 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8. Bijlagen 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 2 november 2016 een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeer ontvangen van OCI Terminal Europoort B.V. (hierna OCI) gelegen aan de Wolgaweg 31 in Europoort-Rotterdam. De aanvraag betreft een verzoek om op grond van artikel 3.6, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, een maatwerkvoorschrift te verlenen voor het in beperkte mate toepassen van additieven aan koel- en ketelspuiwater. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSZ2016-00017021. 2. Besluit Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet en het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: 1. De aan OCI Terminal Europoort B.V. te Rotterdam bij beschikking van 14 juli 2014, kenmerk RWS-2014/32116 M, verleende maatwerkvoorschrift ingevolge het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van koel- en ketelspuiwater in te trekken. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 1 van 11

2. Aan OCI Terminal Europoort B.V. te Rotterdam maatwerkvoorschrift te verlenen op grond van artikel 2.1, vierde lid en artikel 3.6, vierde lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van koel- en ketelspuiwater op de Donauhaven waaraan in beperkte mate hulpstoffen zijn toegevoegd. De volgende voorschriften gelden naast de voorschriften uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. 3. Voorschriften Voorschrift 1 Toevoegen hulpstoffen koel- en ketelspuiwater 1. Aan het te lozen koel- en ketelspuiwater vanuit OCI op het oppervlaktewaterlichaam van de Donauhaven mogen de volgende hulpstoffen in beperkte mate worden toegevoegd: Natriumhypochloriet; Nalco 77393-2008; Nalco 3D Trasar 487; en Zwavelzuur. 2. Het debiet van het te lozen koelwater mag een debiet van 2 m 3 /uur, met een maximum jaardebiet van 8760 m 3 /jaar niet overschrijden. 3. Aan het koel- en ketelspuiwater dat wordt geloosd op het oppervlaktewaterlichaam van de Donauhaven mag een hoeveelheid natriumhypochloriet worden toegevoegd zodanig dat het vrij beschikbaar chloorgehalte in de koel- en ketelspuiwaters gemiddeld 0,2 mg/l bedraagt. 4. Aan het ketelspuiwater wordt de hulpstof, Nalco 77393-2008, in beperkte mate toegevoegd en via meetpunt MP-M en lozingspunt 1a op het oppervlaktewater van de Donauhaven geloosd. 4. Overwegingen 4.1 Activiteitenbesluit milieubeheer Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het "Activiteitenbesluit". In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (Wtw) voor een groot aantal inrichtingen opgeheven. Het Activiteitenbesluit onderscheidt drie type inrichtingen, type A, B en C. Met de inwerkingtreding van de wijziging van het Activiteitenbesluit per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit ook van toepassing op IPPC-installaties. IPPC-inrichtingen worden binnen het Activiteitenbesluit aangemerkt als type C-inrichtingen. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 2 van 11

De inrichting van OCI is een type C-inrichting. Voor die inrichting is op grond van artikel 1.6 van het Activiteitenbesluit geen vergunning volgens de Waterwet noodzakelijk, voor zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk 3. 4.2 Bedrijfsactiviteiten OCI houdt zich bezig met het op- en overslaan van ammoniak, aqua ammonia, UAN, ureumoplossing, demi-water en drinkwater en de productie van aqua ammonia, melamine en ureum. 4.3 Reden maatwerkbesluit OCI heeft op 2 november 2016 een melding gedaan op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het toevoegen van nieuwe hulpstof, Nalco 3D Trasar 487, aan het koelwater. Bij besluit van 14 juli 2014,met kenmerk RWS-2014/32116 M, heeft OCI een maatwerkbesluit ontvangen voor het lozen van hulpstoffen in het koel- en ketelspuiwater. Per abuis is destijds niet alle hulpstoffen in het maatwerkbesluit opgenomen. Om die reden wordt er in overleg met OCI het maatwerkbesluit met kenmerk RWS-2014/32116 M ingetrokken en heeft OCI een nieuw verzoek om maatwerk ingediend. In het nieuwe maatwerk worden naast de nieuwe hulpstof ook de eerdere vergunde hulpstoffen opgenomen. Ingevolge artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit dient degene die een inrichting drijft, nadelige gevolgen voor het milieu te beperken of te voorkomen tot wat redelijkerwijs kan worden gevergd. Als aanvulling op deze zorgplicht kan het bevoegd gezag ingevolge artikel 2.1, vierde lid, maatwerkvoorschriften stellen voor zover het aspect niet uitputtend is geregeld in het Activiteitenbesluit. Mocht in het afvalwater van de desbetreffende activiteiten een verontreinigde stof aanwezig zijn waarvoor geen doelvoorschrift is opgenomen, dan kan voor die stof wel bij maatwerkvoorschrift een grenswaarde worden gesteld, indien dat met het oog van de bescherming van het milieu noodzakelijk is. Het lozen van koelwater is geregeld in 3.1.5 van het Activiteitenbesluit. In artikel 3.6, tweede lid, wordt onder andere voorgeschreven dat het lozen van koelwater, waaraan geen chemicaliën zijn toegevoegd, is toegestaan indien de warmtevracht niet meer bedraagt dan 1000 Kilojoule per seconde (1 MW), indien het een aangewezen oppervlaktewaterlichaam betreft. De Donauhaven is een aangewezen oppervlaktewaterlichaam. In het geval van OCI wordt de koelwaterspui met een warmtevracht van minder dan 1MW geloosd via lozingspunt 1a. OCI voegt de in voorschrift 1 genoemde chemicaliën/hulpstoffen toe aan het koelwater. Daarnaast wordt de hulpstof Nalco 77393-2008 aan het ketelspuiwater toegevoegd. De waterbeheerder kan echter, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, bij maatwerkvoorschrift het lozen van koel- en ketelspuiwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd toestaan. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 3 van 11

4.4 Omschrijving lozing Algemeen Dit maatwerkvoorschrift is van toepassing op de lozingen van koel- en ketelspuiwater van OCI. In hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit zijn voorschriften gesteld ten aanzien van het lozen van koelwater. Dit houdt in dat - voor zover betrekking op de genoemde lozingsactiviteit - moet worden voldaan aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling: 1. hoofdstuk 2 afdeling 2.1 van het Activiteitenbesluit (ketelspuiwater) voor zover die betrekking heeft op de onder 1 genoemde activiteiten (zorgplicht). 2. hoofdstuk 3, paragraaf 3.1.5 van het Activiteitenbesluit (koelwater). Daarmee past de lozing binnen de werkingssfeer van het maatwerk op grond van het Activiteitenbesluit. Koelwater Voor het verwerken, opslaan en distribueren van ammoniak beschikt OCI over een gesloten koelwatersysteem. Door verdamping en verwaaiing dikt het koelwater in. Om het systeem in de gewenste conditie te houden, dient er periodiek koelwater gespuid te worden uit het systeem. Het koelwaterspui wordt geloosd op het bedrijfsriool, passeert meetpunt MP-B en MP-M en wordt via lozingspunt 1a op de Donauhaven geloosd. De gemiddelde warmtevracht van de koelwaterspui bedraagt 0,1 MW. Het debiet van de lozing bedraagt maximaal 2 m 3 /uur met een maximaal debiet van 8760 m 3 /jaar. Ter voorkoming van groei van micro-organismen worden de volgende hulpstoffen toegevoegd: Nalco 77393-2008; Nalco 3D Trasar 3DT487; Natriumhypochloriet; en zwavelzuur. De dosering van de hierboven genoemde hulpstoffen dient plaats te vinden op basis van monitoring van de spuistroom en wordt op deze manier tot een minimum beperkt. Ketelspuiwater Via lozingspunt 1a wordt spuiwater van de ketels op het oppervlaktewater van de Donauhaven geloosd. Aan de ketelspuiwater wordt de hulpstof, Nalco 77393-2008, ter bescherming van de ketels en het stoomsysteem toegevoegd. 4.5 Beleid ten aanzien van stoffen en preparaten De ABM toetsing maakt onderdeel uit van het algemene waterkwaliteitsbeleid en is een methodiek waarmee de waterbezwaarlijkheid van stoffen en mengsels ingedeeld kan worden in klassen (Z, A, B of C), gebaseerd op intrinsieke stofeigenschappen als toxiciteit, carcinogeniteit en mutageniteit. Onder waterbezwaarlijkheid wordt verstaan: de mate waarin er een kans is op nadelige effecten voor het aquatisch milieu. De indeling in waterbezwaarlijkheidsklassen geeft globaal richting aan de saneringsinspanning die mag worden verlangd bij lozing van betreffende stoffen of mengsels. De saneringsinspanning geeft het niveau aan van de inspanning die moet worden geleverd om de lozing van een stof te verminderen. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 4 van 11

Daarbij geldt dat hoe waterbezwaarlijker een stof/mengsel is, hoe groter de saneringsinspanning die verlangd mag worden. Bij het bepalen van de saneringsinspanning die met elk van deze vier categorieën gepaard gaat, wordt gekeken naar de mogelijkheden van bronaanpak (substitutie en procesaanpassing) en minimalisatie (zuivering van de afvalwaterstroom). Voorop staat dat daarbij de beste beschikbare technieken (BBT) moeten worden toegepast; de saneringsinspanning geeft richting aan de keuze uit technieken die als BBT gekwalificeerd kunnen worden. De ABM gaat niet in op de restlozing; deze beoordeling vindt plaats met behulp van het Handboek Immissietoets. De ABM dient gebruikt te worden door de initiatiefnemer die voornemens is te lozen en door het bevoegd gezag bij het verlenen van vergunningen voor lozingen, het maken van maatwerkvoorschriften van lozingen en eventuele handhaving op basis van de zorgplicht. Het gaat hierbij zowel om directe als om indirecte lozingen. 4.6 Beoordeling lozing Hulpstoffen koelwater en ketelspuiwater OCI heeft de aangevraagde hulpstoffen volgens de Algemene Beoordelingsmethodiek (ABM 2016) beoordeeld. In de onderstaande tabel zijn de hulpstoffen en de bijbehorende ABM classificatie opgenomen. Chemicaliën ABM (2016) indeling Nalco 77393-2008 B (4) Nalco 3D Trasar 487 B (5) Natriumhypochloriet B (1) Zwavelzuur A (1) Voor Zwavelzuur is een ABM-indeling A (1) vastgesteld. Dit houdt in dat deze stof zeer vergiftigd is voor in het water levende organismen en kan op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Voor stoffen met een waterbezwaarlijkheid die gekoppeld is aan een saneringsinspanning A geldt in beginsel dat de verontreiniging door deze stoffen moet worden beëindigd. Er moet geprobeerd worden zo dicht mogelijk bij een nullozing te komen. Ook hier is het aangewezen om te opteren voor díe technieken die de meest vergaande sanering bewerkstelligen binnen de verzameling technieken die als BBT geclassificeerd kunnen worden. Voor OCI betekent dit dat proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop moeten worden afgestemd. Ook kan hierbij gedacht worden aan vervanging van deze stoffen door alternatieven die minder waterbezwaarlijk zijn en aan procesoptimalisatie. Voor Nalco 77393-2008 en Nalco 3D Trasar 487 is een ABM-indeling respectievelijk B (4) en B(5) vastgesteld. Dit houdt in dat deze stoffen weinig schadelijk zijn voor in het water levende organismen. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 5 van 11

Voor Natriumhypochloriet is een ABM- indeling B(1) vastgesteld. Dit houdt in dat deze stof zeer vergiftigd is voor in het water levende organismen. Voor stoffen met een waterbezwaarlijkheid die gekoppeld is aan een saneringsinspanning B geldt dat de lozing van deze stoffen zoveel mogelijk moet worden voorkomen. OCI dient haar proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop af te stemmen (good-housekeeping en procesgeïntegreerde maatregelen). Bij deze categorie waterbezwaarlijkheid heeft de waterbeheerder de volledige keuze van de technieken die tot BBT gerekend worden, tot zijn beschikking. Afhankelijk van de specifieke precieze waterbezwaarlijkheid in het concrete geval, kan een keuze gemaakt worden uit de verschillende BBT-technieken. Om die reden wordt in dit maatwerkbesluit voorgeschreven dat er op de Donauhaven koelwater mag worden geloosd met een maximale concentratie van 0,2 mg/l aan Natriumhypochloriet. Hoewel op basis van de ABM-beoordeling uitgegaan moet worden van saneringsinspanning A en B, is een aanvullende saneringsinspanning op basis van de zeer kleine vracht in de restlozing niet redelijk en kan deze methode (shockdosering met name voor Natriumhypochloriet) worden toegestaan. Bij de beoordeling van de toe te passen hulpstoffen is tevens meegenomen dat: hierbij gewerkt wordt volgens het in de melding opgenomen doseringsplan; en OCI in de nabije toekomst de mogelijkheden onderzoekt voor het optimaal gebruik van deze stoffen en het zoeken naar vervanging van zwavelzuur door alternatieven die minder waterbezwaarlijk zijn. 4.7 Procedure Het maatwerkvoorschrift betreft een lozing die geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu heeft. De procedure heeft daarom plaatsgevonden volgens het gestelde in het Activiteitenbesluit en hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht. Ten aanzien van de beoordeling van het type bedrijf C heeft afstemming plaatsgevonden met de DCMR Milieudienst Rijnmond. Op grond van artikel 1.9 van het Activiteitenbesluit milieubeheer heeft de voorbereiding van deze beschikking volgens het gestelde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 6 van 11

5. Conclusie De in het besluit opgenomen voorschriften waarborgen dat de doelstellingen van het waterbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het verlenen van de gevraagde maatwerkvoorschriften. 6. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid N.C. Knaap RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 7 van 11

7. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Vergunningen, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 8 van 11

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. 8. Bijlagen Bijlage 1: Begripsbepalingen Bijlage 2: Analysevoorschriften RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 9 van 11

Bijlage 1: Begripsbepalingen Behorende bij het maatwerkbesluit van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nr.. In deze beschikking wordt verstaan onder: 1. Aanvraag : de aan dit maatwerkbesluit ten grondslag liggende aanvraag is op 2 november 2016 binnengekomen bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid en geregistreerd onder nummer RWSZ2016-00017021. 2. Lozingspunt : een punt van waaruit afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam wordt geloosd/gebracht. 3. Meetpunt : een intern controlepunt. 4. Waterbeheerder : de minister van Infrastructuur en Milieu, per adres de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. 5. Warmtevracht (bij een uurmeting): de warmtevracht is gebaseerd op het momentane debiet en de lozingstemperatuur ter plaatse van de monsterput gecorrigeerd voor de innametemperatuur. Het temperatuurverschil tussen de innametemperatuur en het geloosde koelwater moet bepaald worden binnen een tijdspanne van 3 uur. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 10 van 11

Bijlage 2: Analysevoorschriften Behorende bij het maatwerkbesluit van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nr.. De in deze vergunning genoemde stoffen en/of parameters dienen te worden bepaald volgens de voorschriften, vermeld in de 'methoden voor de analyse voor afvalwater' van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI): De monstername ten behoeve van de emissiemetingen ter controle van de naleving van de emissie-eisen voor het lozen wordt uitgevoerd volgens NEN-6600-1 en de conservering van het monster wordt uitgevoerd volgens NEN-EN-ISO 5667-3. Stof/parameter: NEN-nummer: Vrij beschikbaar chloor NEN-EN-ISO 7393-2: 2000 Een wijziging in het normblad treedt automatisch inwerking 6 weken nadat de wijziging in de Staatscourant is gepubliceerd. Indien de vergunninghouder een andere, vergelijkbare methode wil gebruiken, behoeft dit voorafgaand de schriftelijke toestemming van de waterbeheerder. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 11 van 11