MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN / MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. MFP-beheerhandleiding



Vergelijkbare documenten
MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. MFP-beheerhandleiding

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN / MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Gebruikershandleiding voor AirPrint

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN / MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. MFP-beheerhandleiding

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Instellen en beheren van afdelingscodes

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding met informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Gebruikershandleiding. AirPrint

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

2 mei Remote Scan

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios)

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing

Templates aanmaken voor scannaar-bestand

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

AirPrint handleiding

AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Instellen en beheren van afdelingscodes

Bedieningspaneel. Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Xerox ConnectKey 2.0-technologie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Inhoud Installatie en Setup... 5 IRISCompressor gebruiken... 13

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids

Brother GEBRUIKERSHANDLEIDING

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden.

Handleiding NarrowCasting

Een kopie maken. Xerox WorkCentre 5845/5855/5865/5875/5890. Bedieningspaneel AOD. Glasplaat

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 4500-laserprinter

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5

Xerox WorkCentre 5845 / 5855 / 5865 / 5875 / 5890 Bedieningspaneel

Universele handleiding stuurprogramma s

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

Een kopie maken. Multifunctionele printer Xerox WorkCentre 5945/5955. Startpagina Functies. Opdrachtstatus. Aanraakscherm. Start

AirPrint handleiding

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURSYSTEMEN

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

Telefoon: +31(0) Fax: +31(0)

Basisinterface van GroupWise WebAccess

Kopiëren...5. Kopieën maken...5. Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren en...7. Voorbereiden op het per verzenden...

Xerox WorkCentre 5735/5740/5745/ 5755/5765/5775/5790 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

Afdrukopties aanpassen

Toepassingen* worden beschikbaar door het aanraken van de tabbladen of Alle functies,

Geavanceerde opties. Deelpagina's afdrukken. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Printerproblemen oplossen

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Toshiba Viewer V2 installatie

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1

Instellingen voor Scannen naar

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Bedieningshandleiding Bijvoegsel

Versie 1.0 Oktober Xerox 700 Digital Color Press Beeldverschuiving/Hoekverschuiving

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURSYSTEMEN. Problemen oplossen

Handleiding Wi-Fi Direct

P-touch Transfer Manager gebruiken

AirPrint handleiding. Deze documentatie is voor inkjetmodellen. Versie B DUT

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Online Handleiding Start

AirPrint handleiding. Versie 0 DUT

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP

Bedieningspaneel. Xerox AltaLink C8030/C8035/C8045/C8055/C8070 Multifunctionele kleurenprinter

Lade 5 (optioneel) Lade 6 (invoegmodule) (optioneel) Bedieningspaneel. Afwerkeenheid voor grote volumes (optioneel) Bedieningspaneel

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Nero AG SecurDisc Viewer

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Live Mail Windows. Deel 1 Downloaden en installeren van Windows Live Mail

AirPrint handleiding

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Google cloud print handleiding

Bedieningshandleiding Bijvoegsel

Handleiding met informatie

Afdrukken vanaf Macintosh OSwerkstations

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Handleiding Web Connect

Inhoudsopgave. Opmerking: het is aanbevolen de verschillende onderdelen te installeren in de volgorde waarin ze op het scherm verschijnen.

Verkorte installatie handleiding

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Xerox ColorQube 9201/9202/9203 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie

Xerox WorkCentre 7970 Bedieningspaneel

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP MX-6240N/MX-7040N/MX-FR36U

Basisinterface van GroupWise WebAccess

Transcriptie:

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN / MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN MFP-beheerhandleiding

2012 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA TEC CORPORATION.

Voorwoord Hartelijk dank voor de aanschaf van het multifunctionele digitale systeem of multifunctionele digitale kleurensysteem van TOSHIBA. In deze handleiding worden instructies gegeven voor beheerders voor het instellen en beheren van de multifunctionele digitale systemen of multifunctionele digitale kleursystemen. Lees deze handleiding voor u uw multifunctionele digitale systemen of multifunctionele digitale kleurensystemen in gebruik neemt. Houd deze handleiding bij de hand en maak er gebruik van om een omgeving te configureren waarin de functies van de e-studio ten volle worden benut. Bij de e-studio456-serie en de e-studio856-serie is de scan-/afdrukfunctie optioneel. Bij bepaalde modellen is deze optionele scan-/afdrukfunctie echter reeds geïnstalleerd. Gebruik van deze handleiding Symbolen in deze handleiding In deze handleiding staan een aantal belangrijke items aangegeven aan de hand van de onderstaande symbolen. Lees deze passages voordat u dit multifunctionele systeem gaat gebruiken. Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden tot overlijden, ernstig letsel of ernstige beschadiging van of brand in het multifunctionele systeem of voorwerpen in de naaste omgeving ervan. Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden tot licht of matig letsel, lichte beschadiging van het multifunctionele systeem of voorwerpen in de naaste omgeving ervan, of verlies van gegevens. Wijst op informatie waar u bij het bedienen van het multifunctionele systeem op moet letten. Behalve wat hierboven staat beschreven, bevat deze handleiding ook informatie die nuttig kan zijn voor de bediening van dit apparaat, met behulp van de volgende tekens: Beschrijft handige informatie die van pas kan komen wanneer u het multifunctionele systeem bedient. Pagina' s met onderwerpen die gerelateerd zijn aan uw huidige werkzaamheden. Bekijk deze pagina' s naar behoefte. Model- en serienamen in deze handleiding In deze handleiding wordt elke modelnaam vervangen door de hieronder aangegeven serienaam. Naam model e-studio5540c/6540c/6550c e-studio2040c/2540c/3040c/3540c/4540c e-studio206l/256/306/356/456, e-studio256se/306se/356se/456se e-studio556/656/756/856, e-studio556se/656se/756se/856se e-studio2050c/2550c e-studio2051c/2551c e-studio2555c/3055c/3555c/4555c/5055c, e-studio2555cse/3055cse/3555cse/4555cse/5055cse Opties Serienaam in deze handleiding e-studio6550c-serie e-studio4540c-serie e-studio456-serie e-studio856-serie e-studio2550c-serie e-studio2551c-serie e-studio5055c-serie Raadpleeg voor beschikbare opties Opties in de Verkorte installatiehandleiding voor het multifunctionele systeem. Voorwoord 1

Uitleg over het bedieningspaneel en het aanraakscherm De afbeeldingen van het bedieningspaneel en het aanraakscherm in deze handleiding zijn die van de e-studio2550c-serie. De vorm en de plaats van de toetsen op het bedieningspaneel en de grootte van het aanraakscherm van de e-studi4540c-serie, de e-studio6550c-serie, de e-studio456-serie, de e-studio856-serie, de e-studio2551c-serie en de e-studio5055c-serie kunnen verschillen van die van de e-studio2550c-serie, maar de namen en de functie van de toetsen en onderdelen zijn hetzelfde. De details op de aanraakschermmenu's kunnen verschillen afhankelijk van de gebruiksopstelling, bijvoorbeeld of er opties geïnstalleerd zijn. De in deze handleiding gebezigde afbeeldingsdisplays zijn voor papier in het A/B-formaat. Als u papier in het LT-formaat gebruikt, dan kan het display of de volgorde van toetsen in de afbeeldingen verschillen van die van uw multifunctionele systeem. Handelsmerken De officiële benaming van Windows XP is Besturingssysteem Microsoft Windows XP. De officiële benaming van Windows Vista is Besturingssysteem Microsoft Windows Vista. De officiële benaming van Windows 7 is Besturingssysteem Microsoft Windows 7. De officiële benaming van Windows 8 is Besturingssysteem Microsoft Windows 8. De officiële benaming van Windows Server 2003 is Besturingssysteem Microsoft Windows Server 2003. De officiële benaming van Windows Server 2008 is Besturingssysteem Microsoft Windows Server 2008. De officiële benaming van Windows Server 2012 is Besturingssysteem Microsoft Windows Server 2012. Microsoft, Windows, Windows NT en de merknamen en productnamen van andere Microsoft-producten zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Apple, AppleTalk, Macintosh, Mac, Mac OS, Safari en TrueType zijn handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe, Adobe Acrobat, Adobe Reader, Adobe Acrobat Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Mozilla, Firefox en het Firefox-logo zijn handelsmerken of wettelijk gedeponeerde handelsmerken van Mozilla Foundation in de Verenigde Staten en andere landen. IBM, AT en AIX zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. NOVELL, NetWare en NDS zijn handelsmerken van Novell, Inc. TopAccess is een handelsmerk van Toshiba Tec Corporation. Andere in deze handleiding voorkomende bedrijfsnamen en productnamen zijn de handelsmerken van de respectieve bedrijven ervan. 2 Voorwoord

INHOUD Voorwoord... 1 Hoofdstuk 1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Toegang tot menu Gebruiker... 8 ALGEMEEN... 9 Wijzigen van de weergavetaal... 9 Instellen van modus Reversed display... 10 Aanpassen van de weergave-instelling... 10 Instellen van de automatische kalibratie... 10 De kalibratie instellen... 10 Instellen van de registratie... 11 KOPIËREN... 12 FAXEN... 13 SCANNEN... 14 E-FILING... 16 LIJST... 17 LADE... 18 ADRES... 20 Contactpersonen beheren in het adresboek... 20 Groepen beheren in het adresboek... 31 CONTR. E-MAIL... 43 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN... 44 Hoofdstuk 2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Toegang tot menu Beheerder... 47 ALGEMEEN... 49 De apparaatinformatie instellen... 50 De kennisgeving instellen... 51 Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten van het servicewachtwoord... 52 De klok instellen... 53 Instellen van de energiebesparende standen... 55 Instellen van het kalibratie- en registratiedisplayniveau... 58 De kalibratie instellen... 58 De grofheid van het afdrukken wijzigen... 59 Instellen van de registratie... 59 Instellen van de statusmelding... 60 Instellen van de automatische wisfunctie... 60 Beheer van de optielicenties... 60 Toevoegen of verwijderen van weergavetalen... 63 Bijwerken van uw systeem... 66 Aanmaken of installeren van duplicaatbestanden... 69 Instellen van de schermkalibratie... 74 Exporteren van logs...74 Instellen overslaan taken... 75 De indeling van het toetsenbord wijzigen... 76 Reinigen van de hoofdladers en de LED-printkoppen... 77 Instellen van de pop-upberichten... 77 Instellen van de optie...77 INHOUD 3

NETWERK... 78 Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv4)... 78 Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv6)... 80 Instellen van het IPX/SPX-protocol... 86 Instellen van de NetWare-instellingen... 87 Instellen van het SMB-protocol... 88 Instellen van het AppleTalk-protocol... 89 Instellen van de HTTP-netwerkservice... 90 Instellen van de Ethernetsnelheid... 91 Instellen van de LDAP-services en de filterfuncties... 92 Instellen van IPsec (IP-beveiliging)... 93 Controleren van het netwerk... 94 KOPIËREN... 96 FAXEN... 98 Instellen van de opties negeren en verkleind afdrukken voor RX print... 98 BESTAND... 99 E-MAIL... 100 INTERNETFAX... 102 BEVEILIGING... 103 Beheer van certificaten... 103 Instellen van beveiligde PDF-bestanden... 109 Uitvoeren van de integriteitscontrole... 111 LIJST/RAPPORT... 113 Instellen van het rapport... 113 Lijsten afdrukken... 116 PRINTER/E-FILING... 118 INSTELLINGEN DRAADLOOS... 120 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN... 121 802.1X-INSTELLINGEN... 122 Instellen IEEE 802.1X-verificatie... 123 Foutmeldingen... 125 FABRIEK INST.... 126 Hoofdstuk 3 BEHEER VAN TELLERS (TELLERMENU) TOTAALTELLER... 130 AFDRUKKEN TOTAAL TELLER... 133 AFDELINGSTELLER... 134 AFDELING BEHEER... 138 Aanmelden als beheerder... 138 De afdelingscodelijst afdrukken... 140 Afdelingscodes inschakelen... 140 Een nieuwe afdelingscode registreren... 141 Afdelingscodes bewerken... 143 Afdelingscodes verwijderen... 145 De tellers van de afdelingen terugzetten... 146 Uitvoerbeperkingen voor alle afdelingen instellen... 147 Functie Geen limiet zwart instellen... 148 4 INHOUD

De geregistreerde quota instellen... 149 Alle afdelingstellers resetten... 150 Alle afdelingscodes verwijderen... 151 Hoofdstuk 4 BIJLAGE Letters instellen... 154 Toetsenbord op scherm... 154 Numeriek toetsenpaneel op scherm... 155 Afdrukformaat lijsten... 156 TOTAALTELLERLIJST... 156 AFDELINGSCODELIJST... 157 ADRESBOEKINFORMATIE... 158 GROEPNUMMERINFORMATIE... 159 FUNCTIELIJST (Gebruiker)... 160 NIC-configuratiepagina... 161 FUNCTIELIJST (Beheerder)... 163 PS3-lettertypelijst... 182 PCL-lettertypelijst... 183 TREFWOORDENREGISTER... 185 INHOUD 5

6 INHOUD

1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Toegang tot menu Gebruiker... 8 ALGEMEEN... 9 Wijzigen van de weergavetaal...9 Instellen van modus Reversed display...10 Aanpassen van de weergave-instelling...10 Instellen van de automatische kalibratie...10 De kalibratie instellen...10 Instellen van de registratie...11 KOPIËREN... 12 FAXEN... 13 SCANNEN... 14 E-FILING... 16 LIJST... 17 LADE... 18 ADRES... 20 Contactpersonen beheren in het adresboek...20 Groepen beheren in het adresboek...31 CONTR. E-MAIL... 43 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN... 44

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Toegang tot menu Gebruiker Volg de onderstaande stappen om naar menu Gebruiker te gaan in scherm GEBRUIKERSPROG. 1 2 3 Druk op toets [USER FUNCTIONS] op het bedieningspaneel om naar menu GEBRUIKERSPROG. te gaan. Druk op tabblad [GEBRUIKER]. Het GEBRUIKER-menu wordt weergegeven. Ga verder met de bewerking van de benodigde gebruikersinstelling. Scherm Gebruikersfuncties bevat de volgende knoppen. Raadpleeg voor meer informatie over elke knop de overeenkomstige pagina. P.9 ALGEMEEN P.17 LIJST P.12 KOPIËREN P.18 LADE P.13 FAXEN P.20 ADRES P.14 SCANNEN P.43 CONTR. E-MAIL P.16 E-FILING P.44 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN [WIJZIG GEBRUIKERSWACHTWOORD] is alleen beschikbaar wanneer functie MPF Lokale verificatie is ingeschakeld. Als functie Gebruikersbeheer is ingeschakeld, dan is tabblad [ADMIN] niet beschikbaar wanneer een gebruiker zonder beheerdersrechten zich aanmeldt op het multifunctionele systeem. [E-FILING] wordt alleen weergegeven wanneer de harde schijf in het multifunctionele systeem geïnstalleerd is. 8 Toegang tot menu Gebruiker

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) ALGEMEEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) voor het multifunctionele systeem wijzigen. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Algemeen weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.9 Wijzigen van de weergavetaal P.10 Instellen van de automatische kalibratie P.10 Instellen van modus Reversed display P.10 De kalibratie instellen P.10 Aanpassen van de weergaveinstelling P.11 Instellen van de registratie De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model. Wijzigen van de weergavetaal U kunt de taal die voor het aanraakpaneel gebruikt wordt, wijzigen naar een andere. Het selecteren van de gewenste taal en daarna op [OK] drukken, wijzigt de taal die voor het aanraakpaneel gebruikt wordt naar die van de selectie. Raadpleeg de volgende pagina voor het toevoegen van weergavetalen: P.63 Toevoegen of verwijderen van weergavetalen ALGEMEEN 9

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Instellen van modus Reversed display Het is mogelijk het aanraakpaneel omgekeerd (geïnverteerd) weer te geven wanneer de normale weergave te helder is, of wanneer de weergave duidelijker moet zijn. Druk op [AAN] om het Reversed Display in te schakelen of [UIT] om het Reversed Display uit te schakelen. Scherm in modus Reversed display Aanpassen van de weergave-instelling U kunt de helderheid van het aanraakpaneel instellen. Pas de helderheid in scherm [SCHERMINSTELLING] aan door op of te drukken. Als u op [RESET] drukt, wordt de instelling gereset naar de fabrieksinstellingen. Instellen van de automatische kalibratie Het is mogelijk de kleurgradaties automatisch te kalibreren wanneer schaduwen of kleurtonen niet juist gereproduceerd worden in de afbeeldingen die door het multifunctionele systeem gescand worden. Kalibreer door de instructies op het scherm te volgen. Dit menu is niet voor alle modellen beschikbaar. Gebruik KALIBRATIE om de schaduw en kleurtoon van de afbeeldingen preciezer af te stellen. De kalibratie instellen Het is mogelijk de kleurgradaties automatisch te kalibreren wanneer schaduwen of kleurtonen niet juist gereproduceerd worden in de afbeeldingen die door het multifunctionele systeem gescand worden. Met deze functie is het mogelijk meer precieze aanpassingen te maken dan met AUTO KALIBRATIE. De instructies voor het uitvoeren van een kalibratie zijn hetzelfde als wanneer deze wordt uitgevoerd in het Beheerdersmenu. Raadpleeg de volgende pagina: P.58 De kalibratie instellen [KALIBRATIE] wordt alleen in het Gebruikersmenu weergegeven wanneer [KALIBRATIE] in scherm WEERGAVENIVEAU van het Beheerdersmenu ingesteld is op [GEBRUIKER]. Raadpleeg voor instructies over het wijzigen van het weergaveniveau de volgende pagina: P.58 Instellen van het kalibratie- en registratiedisplayniveau 10 ALGEMEEN

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Instellen van de registratie Wanneer kleuren verkeerd geregistreerd worden, kan de positie van elke kleur uitgelijnd worden. Deze knop is niet voor alle modellen beschikbaar. De instructies voor het uitvoeren van de registratie zijn hetzelfde als wanneer deze wordt uitgevoerd in het Beheerdersmenu. Raadpleeg de volgende pagina: P.59 Instellen van de registratie [REGISTRATIE] wordt alleen in het Gebruikersmenu weergegeven wanneer [REGISTRATIE] in scherm WEERGAVENIVEAU van het Beheerdersmenu ingesteld is op [GEBRUIKER]. Raadpleeg voor instructies over het wijzigen van het weergaveniveau de volgende pagina: P.58 Instellen van het kalibratie- en registratiedisplayniveau ALGEMEEN 11

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) KOPIËREN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van kopieeropdrachten wijzigen. Het aantal pagina's en opties dat in scherm KOPIËREN weergegeven wordt, verschilt, afhankelijk van het model. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm KOPIËREN weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Raadpleeg de Kopieerhandleiding voor meer informatie over de kopieerfuncties. Het scherm is opgebouwd uit meerdere pagina's. Druk op of om achteruit en/of vooruit te bladeren door de pagina's. Naam item BELICHTING BELICHTING VOOR KLEUR BELICHTING VOOR ZWART KLEURENMODUS BEELDRICHTING HANDINVOER ORIGIN. MODUS ORIGINELENMODUS VOOR KLEUR ORIGINELENMODUS VOOR ZWART INSERTER/ ACHTERKAFT OMKEREN TABAFMETING ORIGINELENMODUS VOOR AUTO KLEUR SLA LEGE PAGINA OVER AANPASSING Omschrijving Een instellingsitem voor monochrome modellen. Kies de gewenste belichting voor kopieertaken. AUTO druk op deze knop om het contrast automatisch in overeenstemming met het origineel in te stellen. MANUAL druk op deze knop om het contrast handmatig in te stellen. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Kies de gewenste belichting voor kleurenkopieën. AUTO druk op deze knop om het contrast automatisch in overeenstemming met het origineel in te stellen. MANUAL druk op deze knop om het contrast handmatig in te stellen. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Kies de gewenste belichting voor zwart-witkopieën. AUTO druk op deze knop om het contrast automatisch in overeenstemming met het origineel in te stellen. MANUAL druk op deze knop om het contrast handmatig in te stellen. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Druk op de knop van de gewenste kleurenmodus voor kopieertaken. Enkel [ZWART] kan worden geselecteerd wanneer de functie 'Geen limiet zwart' ( P.148) is ingeschakeld. Selecteer of de functie voor BEELDRICHTING gebruikt moet worden. INSCHAKELEN druk op deze knop om de functie in te schakelen. UITSCHAKELEN druk op deze knop om de functie uit te schakelen. Druk op de knop van de gewenste papiersoort voor handinvoer. De weergegeven papiersoorten verschillen, afhankelijk van het model. Raadpleeg voor meer informatie over de papiersoorten de Kopieerhandleiding Hoofdstuk 1: VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM. Een instellingsitem voor monochrome modellen. Druk op de knop van de gewenste originelenmodus. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Druk op de knop van de gewenste originelenmodus voor kopieertaken. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Druk op de knop van de gewenste originelenmodus voor zwart-wit kopieertaken. Wanneer deze instelling [AAN] staat, wordt de uitvoer van de achterkaft die uit de inserter ingevoerd wordt, omgekeerd; dit is nuttig wanneer de achterkaft omgekeerd uitgevoerd moet worden bij gebruik van papier met een verschillende voor- en achterzijde voor de voorkaft en de achterkaft. Met deze instelling kunt u de tabafmeting instellen van de tabbladen die in de lades of in de handinvoerlade geplaatst zijn. Met deze optie kunt u ook de afmeting instellen voor het verplaatsen van het gekopieerde beeld naar de gewenste positie op het tabblad. Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Druk op de knop van de gewenste originelenmodus voor kopieertaken. Selecteer uit 7 niveaus de gewenste gevoeligheid voor het detecteren en verwijderen van blanco pagina's uit het gescande origineel in een kopieertaak. Hoe hoger de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het apparaat blanco pagina's zal detecteren. Raadpleeg voor meer informatie over deze functie de Kopieerhandleiding Hoofdstuk 4: BEWERKEN-FUNCTIES. ACS-AANPASSING Een instellingsitem voor kleurenmodellen. Selecteer uit 7 niveaus de gewenste gevoeligheid voor het detecteren of een origineel dat in modus Autokleur gekopieerd wordt, een kleuren- of een zwart-witorigineel is. Hoe hoger de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het apparaat een gescand origineel als kleurendocument zal herkennen. Hoe lager de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het multifunctionele systeem een gescand origineel als zwart-wit-document zal herkennen. 12 KOPIËREN

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) FAXEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van fax- en internetfaxopdrachten wijzigen. Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn. Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, kunnen alleen [RESOLUTION], [ORIGINAL MODE], [EXPOSURE], [PREVIEW SETTING] en [INITIAL PREVIEW TYPE] ingesteld worden. Raadpleeg voor gegevens over andere instellingsitems de Operator's Manual for FAX Unit "Chapter 6: SETTING ITEMS". Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, worden opties die in dit menu ingesteld worden, toegepast op internetfaxverzendingen. Afhankelijk van het model is [FAXEN] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit geïnstalleerd zijn. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm FAXEN weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Het scherm is opgebouwd uit meerdere pagina's. Druk op of om achteruit en/of vooruit te bladeren door de pagina's. RESOLUTIE Naam item ORIGIN. MODUS BELICHTING VOORBEELD- INSTELLING INITIEEL TYPE VOORBEELD Omschrijving selecteer de resolutie op basis van de kenmerken van het origineel. STANDARD deze optie is geschikt voor originelen met een normale tekstgrootte. FINE deze optie is geschikt voor originelen met een kleine tekstgrootte en fijne illustraties. U-FINE deze optie is geschikt voor originelen met een kleine tekstgrootte en zeer gedetailleerde illustraties. selecteer de scanmodus op basis van het soort origineel. TEXT deze optie is geschikt voor originelen met tekst en lijntekeningen. TEXT/PHOTO deze optie is geschikt voor originelen met een combinatie van tekst en foto's. PHOTO deze optie is geschikt voor originelen met foto's. Kies de gewenste belichting voor het origineel. Bij het handmatig instellen van het contrast wordt op of gedrukt om het gewenste contrast in te stellen. Bij het automatisch instellen van het contrast in overeenstemming met het het origineel wordt op [AUTO] gedrukt. Het inschakelen van functie Voorbeeld maakt het mogelijk de gescande afbeelding te zien voordat de fax/internetfaxtaak verzonden wordt. AAN druk op deze knop om de functie in te schakelen. UIT druk op deze knop om de functie uit te schakelen. Kies de weergavemodus voor het voorbeeldscherm. De beschikbare opties zijn: [PAGE FIT] en [WIDTH FIT]. [PREVIEW SETTING] en [INITIAL PREVIEW TYPE] zijn niet voor alle modellen beschikbaar. FAXEN 13

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) SCANNEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) van scanopdrachten wijzigen. Afhankelijk van het model is [SCAN] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit geïnstalleerd zijn. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm SCAN weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Het scherm is opgebouwd uit meerdere pagina's. Druk op of om achteruit en/of vooruit te bladeren door de pagina's. Naam item Omschrijving KLEURENMODUS COMPRESSIE ENKEL-/ DUBBELZIJDIGE SCAN ROTEREN Druk op de toets van de gewenste modus. druk op de toets van de gewenste modus voor scanopdrachten in de modi Grijstinten, Kleur of Auto kleur. Druk op de toets van de gewenste modus. [ENKEL] druk op deze toets om enkelzijdig scannen als standaardscanmodus in te stellen. [BOEK] druk op deze toets om scannen van boekformaat als standaardscanmodus in te stellen. Hierdoor worden beide zijden van de originelen in dezelfde richting gescand. [KALENDER] druk op deze toets om scannen van kalenderformaat als standaardscanmodus in te stellen. Hierdoor wordt de voorpagina in de algemene richting gescand en de achterpagina in tegengestelde richting. Druk op de toets van de gewenste modus. Selecteer deze optie om de originelen te scannen zonder dat de richting wordt gewijzigd. Selecteer deze optie om uw scans 90 graden rechtsom te draaien. Selecteer deze optie om uw scans 180 graden te draaien. Selecteer deze optie om uw scans 90 graden linksom te draaien. VOORBEELD- INSTELLING INITIEEL TYPE VOORBEELD SLA LEGE PAGINA OVER AANPASSING Door het inschakelen van functie Voorbeeld is het mogelijk een voorbeeld van de afgedrukte afbeeldingen te bekijken voordat ze worden opgeslagen of gemaild. AAN druk op deze knop om de functie in te schakelen. UIT druk op deze knop om de functie uit te schakelen. Kies de weergavemodus voor het voorbeeldscherm. De beschikbare opties zijn: [PAGE FIT] en [WIDTH FIT]. Selecteer uit 7 niveaus de gewenste gevoeligheid voor het detecteren en verwijderen van blanco pagina's uit het gescande origineel in een scantaak. Hoe hoger de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het apparaat blanco pagina's zal detecteren. Raadpleeg voor meer informatie over functie 'Blanco pagina overslaan' de Scanning Guide Chapter 3: USEFUL FUNCTIONS. ACS-AANPASSING Selecteer uit 7 niveaus de gewenste gevoeligheid voor het detecteren of een origineel dat in modus Autokleur gescand wordt, een kleuren- of een zwart-wit-origineel is. Hoe hoger de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het apparaat een gescand origineel als kleurendocument zal herkennen. Hoe lager de gevoeligheid wordt ingesteld, door te drukken op, hoe groter de kans dat het multifunctionele systeem een gescand origineel als zwart-wit-document zal herkennen. AFDRUKKWALITEIT VOOR ZWART IN ACS ZWART/ WITAANPASSING VOOR STANDAARD Druk op de knop voor de gewenste beeldkwaliteit voor het scannen van zwart-witoriginelen in modus Auto kleur. De beschikbare opties zijn: [STANDARD] en [HIGH QUALITY]. Kies de belichting voor het scannen van zwart-witoriginelen in modus Auto kleur. Hoe hoger de belichting wordt ingesteld, door op een origineel zullen zijn. te drukken, hoe lichter scans van zwart-wit in Hoe lager de belichting wordt ingesteld, door op in een origineel zullen zijn. te drukken, hoe donkerder scans van zwart-wit 14 SCANNEN

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) [PREVIEW SETTING] en [INITIAL PREVIEW TYPE] zijn niet voor alle modellen beschikbaar. Stel voor elke kleurenmodus (kleur/auto kleur, grijstinten of zwart) de volgende onderwerpen in. RESOLUTIE Naam item ORIGIN. MODUS BELICHTING ACHTERGROND- INSTELLING Omschrijving Druk op de knop van de gewenste resolutie (dpi) voor scans. Druk op de knop van de gewenste modus voor scans. ([ORIGIN. MODUS] is niet beschikbaar in modus grijstinten.) Kies de gewenste belichting voor scans. Druk om het contrast handmatig in te stellen op of en stel het gewenste contrastniveau in. Bij het automatisch instellen van het contrast in overeenstemming met het het origineel wordt op [AUTO] gedrukt. Kies de gewenste achtergrondbelichting voor scans. Hoe hoger de belichting wordt ingesteld, door op zijn. te drukken, hoe lichter de achtergrondkleur zal Hoe lager de belichting wordt ingesteld, door op zal zijn. te drukken, hoe donkerder de achtergrondkleur SCANNEN 15

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) E-FILING U kunt het type beeldkwaliteit instellen voor het afdrukken van kleurendocumenten die zijn opgeslagen via scannen naar e-filing. Functie e-filing is alleen beschikbaar wanneer de harde schijf in het multifunctionele systeem geïnstalleerd is. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm E-FILING weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Naam item ALGEMEEN FOTO PRESENTATIE LIJNTEKENINGEN Omschrijving druk op deze toets om de geschikte kleurkwaliteit in te stellen voor het afdrukken van een algemeen kleurdocument. druk op deze toets om de geschikte kleurkwaliteit in te stellen voor het afdrukken van foto's. druk op deze toets om de geschikte kleurkwaliteit in te stellen voor het afdrukken van presentatiemateriaal. druk op deze toets om de geschikte kleurkwaliteit in te stellen voor het afdrukken van een document met veel tekst of lijntekeningen. 16 E-FILING

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) LIJST U kunt onderstaande lijsten afdrukken. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm LIJST weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker De lijst wordt afgedrukt op het papier dat wordt ingevoerd vanuit de lade met LT-R- of A4-R-papier en wordt uitgevoerd naar de uitvoerlade. Naam item ADRESBOEK Omschrijving druk op deze knop om de ADRESBOEKINFORMATIE af te drukken die alle geregistreerde contactpersonen in het multifunctionele systeem weergeeft. SORTEER ID druk op deze knop om de ADRESBOEKINFORMATIE af te drukken, gesorteerd op ID-nummer. SORTEER NAAM druk op deze knop om de ADRESBOEKINFORMATIE af te drukken, gesorteerd op achternaam. GROEPNUMMERS Voor een voorbeeld van de ADRESBOEKINFORMATIE, zie de volgende pagina: P.158 ADRESBOEKINFORMATIE druk op deze knop om de GROEPNUMMER-INFORMATIE af te drukken die alle geregistreerde groepen en leden ervan in het multifunctionele systeem weergeeft. FUNCTIE Voor een voorbeeld van de GROEPNUMMERINFORMATIE, zie de volgende pagina: P.159 GROEPNUMMERINFORMATIE druk op deze knop om de FUNCTIELIJST (gebruiker) af te drukken. Voor een voorbeeld van de FUNCTIELIJST, zie de volgende pagina: P.160 FUNCTIELIJST (Gebruiker) Wanneer de functie Afdelingsbeheer is ingeschakeld, dan wordt het scherm om de afdelingscode in te voeren weergegeven. Voer de afdelingscode in en druk op [OK] om elke lijst af te drukken. Als echter functie 'Geen limiet zwart' ( P.148) ingeschakeld is, dan worden de lijsten afgedrukt zonder dat het scherm voor het invoeren van de afdelingscode verschijnt. LIJST 17

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) LADE U kunt het papierformaat en -type voor elke lade instellen. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm PAPIERLADE weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker 1 Druk in scherm PAPIERLADE op het deel van de illustratie dat overeenkomt met de lade waarvan het papierformaat gewijzigd moet worden en druk op de knop voor het gewenste formaat. Voor modellen die het papierformaat automatisch detecteren zorgt een keuze voor [AUTO(mm)] of [AUTO(inch)] ervoor dat het formaat van het papier dat in laden geplaatst wordt, automatisch ingesteld wordt. Druk bij gebruik van papier van formaat A/B zoals A3 en A4 op [AUTO(mm)] en bij gebruik van papier van formaat LT, zoals LD en LT, op [AUTO(inch)]. De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model. Het is mogelijk dat het multifunctionele systeem het papierformaat niet detecteert en "!" weergeeft voor de lade als er papier van formaat LT wordt geplaatst in de lade waarvoor [AUTO (mm)] is ingesteld of omgekeerd. Corrigeer de selectie van de knop. Druk voor het wijzigen van de papiersoort van gewoon papier in een andere soort of het aangeven van het gebruiksdoel van het papier in de lade op [PAPIERSOORT] en ga verder naar stap 2. Druk, als het niet nodig is een papierformaat in te stellen, op [OK] en rond de bewerking af. 18 LADE

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Druk op het gedeelte in de afbeelding dat overeenkomt met de lade waarvan de papiersoort gewijzigd moet worden, druk op de knop voor de gewenste papiersoort en vervolgens op [OK] om de instellingen op te slaan. Scherm PAPIERSOORT bestaat uit twee delen: DIKTE en KENMERK. Stel DIKTE in bij gebruik van dik papier en bij gerecycled papier. Stel KENMERK in wanneer het papier in de lade voor een specifiek doel gebruikt wordt. Als bijvoorbeeld [TUSSENLEG] voor een lade wordt geselecteerd, zal het papier in de lade altijd gebruikt worden voor het invoegen van kopieën. De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model. Raadpleeg voor meer informatie over de papiersoorten de Kopieerhandleiding Hoofdstuk 1: VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM. Papier dat in een lade geplaatst is met een DIKTE anders dan [NORMAAL] of [RECYCLING.], of papier dat geplaatst is in een lade met KENMERK anders dan [] ligt buiten de scope van de Automatische PapierSelectie (APS). Voor meer informatie over APS, raadpleeg de Kopieerhandleiding Hoofdstuk 3: BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES. Wanneer voor een lade een kenmerk anders dan [] ingesteld is, valt het papier dat in deze lade geplaatst is buiten de scope van de functie Automatisch Wisselen van Papiermagazijn. Voor meer informatie over deze functie, zie de volgende pagina: P.96 KOPIËREN LADE 19

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) ADRES Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.20 Contactpersonen beheren in het adresboek P.31 Groepen beheren in het adresboek Raadpleeg voor instructies over hoe scherm ADRES BOEK weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Contactpersonen beheren in het adresboek Contactpersonen die in het adresboek opgenomen zijn, kunnen bijvoorbeeld weergegeven worden vanuit het scherm dat weergegeven wordt wanneer op het bedieningspaneel op knop [FAXEN] gedrukt wordt. Bij het verzenden van een fax of internetfax is het eenvoudig ontvangers aan te geven door deze te selecteren uit de lijst in het adresboek. Daarnaast kan het adresboek ook gebruikt worden om e-mailadressen aan te geven voor 'scannen naar e-mail'-overdrachten. In het adresboek kunnen tot 3000 contactpersonen geregistreerd worden (tot 400 als er geen harde schijf in het multifunctionele systeem geïnstalleerd is); deze kunnen een faxnummer en/of een e-mailadres bevatten. Indien de FAXeenheid geïnstalleerd is, kunt u ook de opties voor faxverzending instellen voor elke contactpersoon, zoals verzendtype, ECM, verzendkwaliteit, lijnselectie en subadresinstellingen. Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn. Afhankelijk van het model kunnen e-mailadressen die in het adresboek staan alleen gebruikt worden als bestemming voor scannen naar e-mail of Internetfaxen wanneer de scannerkit of de printer-/scannerkit geïnstalleerd is. In tab [ENKEL] in menu ADRES BOEK kunnen de volgende bewerkingen uitgevoerd worden om contactpersonen te beheren. P.20 Nieuwe contactpersonen creëren P.26 Bewerken of verwijderen van contactpersonen P.28 Contactpersonen zoeken U kunt adresboekgegevens importeren en exporteren in de TopAccess-beheerdersmodus. Voor meer informatie, zie de TopAccess Guide Chapter 8: [Administration] Tab Page. Nieuwe contactpersonen creëren U kunt nieuwe contactpersonen in het adresboek toevoegen/creëren. Voor het creëren van nieuwe contactpersonen zijn de volgende twee methoden beschikbaar. P.21 Contactpersonen registreren via de USER FUNCTIONS en knop [ADDRESS] P.24 Contactpersonen registreren vanuit loglijsten 20 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen registreren via de USER FUNCTIONS en knop [ADDRESS] 1 Druk op een niet gebruikte toets om een nieuwe contactpersoon te registreren en druk op [TOEGANG]. Scherm ADRESBOEK REGISTREREN wordt weergegeven. Als het aanraakscherm geen niet gebruikte knop weergeeft, druk dan op geven. om de volgende pagina weer te ADRES 21

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Druk op elke toets op het aanraakscherm om de volgende contactinformatie in te voeren. Naam item VOORNAAM ACHTERNM. FAX NR. 2eFAX E-MAIL BEDRIJF AFD. KENMERK Omschrijving druk op deze toets om de voornaam van de contactpersoon in te voeren. Deze naam zal verschijnen in de adresboeklijst op het aanraakscherm. U kunt tot 32 tekens invoeren. druk op deze toets om de achternaam van de contactpersoon in te voeren. Deze naam zal verschijnen in de adresboeklijst op het aanraakscherm. U kunt tot 32 tekens invoeren. druk op deze toets om het faxnummer van de contactpersoon in te voeren. Er kunnen tot 128 cijfers ingegeven worden. druk op deze toets om een tweede faxnummer voor de contactpersoon in te voeren. (Als meerdere pogingen om verbinding te leggen met [FAX NR.] mislukken, wordt een fax, mits dit veld gevuld is, naar [2eFAX] verzonden.) Er kunnen tot 128 cijfers ingegeven worden. druk op deze toets om het e-mailadres van de contactpersoon in te voeren. U kunt een adres ingeven van tot 192 alfanumerieke tekens. druk op deze toets om de bedrijfsnaam van de contactpersoon in te voeren. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden. druk op deze toets om de afdelingsnaam van de contactpersoon in te voeren. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden. druk op deze toets om een trefwoord voor de contactpersoon in te voeren. Dit trefwoord kan worden gebruikt om deze contactpersoon te zoeken. Er kunnen tot 256 tekens ingevoerd worden. [VOORNAAM] of [ACHTERNM.] en [FAX NR.] of [E-MAIL] zijn verplichte velden. De contactpersoon zal niet geregistreerd worden als een van deze gegevens mist. 3 Wanneer u op een andere toets dan [FAX NR.] of [2eFAX]) drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Wanneer u op de toets [FAX NR.] of [2eFAX]) drukt, dan wordt het numerieke toetsenpaneel op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: P.155 Numeriek toetsenpaneel op scherm Druk op [OPTIE] om de standaardinstellingen voor een faxverzending aan te geven. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de Faxeenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gegevens van de opties voor faxverzending de Operator's Manual for FAX Unit "Chapter 6: SETTING ITEMS". 22 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 4 Druk op [OK] om de contactpersoon te registreren. De contactpersoon wordt geregistreerd in het adresboek. ADRES 23

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen registreren vanuit loglijsten U kunt informatie zoals de externe faxnummers en e-mailadressen in het adresboek registreren vanuit het scherm Verzend-/Ontvangstlog. De volgende informatie kan worden geregistreerd vanuit het verzendlog: Externe faxnummers die direct zijn ingevoerd, of die zijn gezocht vanaf de LDAP-server E-mailadressen die handmatig zijn ingevoerd of die zijn gezocht vanaf de LDAP-server De volgende informatie kan worden geregistreerd vanuit het ontvangstlog: Externe faxnummers die direct zijn ingevoerd, of die zijn gezocht vanaf de LDAP-server voor een ondervragingsontvangst E-mailadres van de afzender De volgende informatie kan worden geregistreerd vanuit het scanlog: E-mailadressen die handmatig zijn ingevoerd 1 2 Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op tabblad [LOG] en druk op [ZENDEN] (of [ONTVANGEN] of [SCAN]). 3 De VERZEND- (of ONTVANGST- of SCAN-) LOG-lijst wordt weergegeven. Selecteer de opdracht die het faxnummer of het e-mailadres bevat dat u wilt registreren in het adresboek en druk op [TOEGANG]. Om e-mailadressen als BCC-contactpersoon (verborgen kopiehouder) te registreren in het adresboek vanuit de scanlog, moet optie [BCC-adresweergave] ingeschakeld zijn vanuit het TopAccess-e-mailmenu. Als optie [BCC-adresweergave] ingeschakeld is, dan wordt in scherm Scanlog als omschrijving [BCC-adres] weergegeven in plaats van een e-mailadres. In dit geval is [TOEGANG] uitgeschakeld, zelfs wanneer als beschrijving [BCC-adres] wordt gekozen. Voor instructies voor het inschakelen van de optie [BCCadresweergave], raadpleeg de TopAccess Guide Chapter 8: SETTING ITEMS. 24 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 4 Bewerk de contactinformatie. 5 Raadpleeg stap 2 van de volgende bewerking voor de beschrijving van elk item: P.21 Contactpersonen registreren via de USER FUNCTIONS en knop [ADDRESS] Druk op [OPTIE] om de standaardinstellingen voor een faxverzending aan te geven. 6 Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de Faxeenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gegevens van de opties voor faxverzending de Operator's Manual for FAX Unit "Chapter 6: SETTING ITEMS". Druk op [OK] om de contactpersoon te registreren. De contactpersoon wordt geregistreerd in het adresboek. ADRES 25

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Bewerken of verwijderen van contactpersonen Het is mogelijk informatie van contactpersonen die in het adresboek geregistreerd is, te bewerken (of te verwijderen). 1 Druk in scherm ADRESBOEK op de te bewerken contactpersoon en druk op [BEWERKEN]. Scherm ADRESBOEK BEWERKEN wordt weergegeven. Als het aanraakscherm niet de contactpersoon weergeeft die u wilt bewerken, druk dan op om de volgende pagina weer te geven. De zoekfunctie maakt het mogelijk snel naar de te bewerken contactpersoon te zoeken. Om de contactpersoon te zoeken, zie de volgende pagina: P.28 Contactpersonen zoeken Selecteer om te verwijderen de contactpersoon die u wilt verwijderen en druk op [VERWIJDER]. Bericht Verwijderen OK? wordt weergegeven in scherm ATTENTIE. 2 Druk op [JA] om de contactpersoon te verwijderen. Bewerk de contactinformatie. Raadpleeg stap 2 van de volgende bewerking voor de beschrijving van elk item: P.21 Contactpersonen registreren via de USER FUNCTIONS en knop [ADDRESS] 26 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 3 Druk op [OPTIE] om de standaardinstellingen voor een faxverzending aan te geven. 4 Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de Faxeenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gegevens van de opties voor faxverzending de Operator's Manual for FAX Unit "Chapter 6: SETTING ITEMS". Druk op [OK] om de contactpersoon op te slaan. De bewerkte informatie van de contactpersoon wordt opgeslagen. ADRES 27

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen zoeken Voor het zoeken naar contactpersonen in het adresboek zijn de volgende twee methoden beschikbaar. Deze functie is nuttig bij het zoeken naar bepaalde contactpersonen. P.28 Contactpersonen zoeken op ID-nummer P.29 Contactpersonen zoeken door een zoekreeks in te voeren Contactpersonen zoeken op ID-nummer 1 Druk in scherm ADRES BOEK op [BEKEND ID]. 2 Het scherm BEKEND ID wordt weergegeven. Voer het ID-nummer in met behulp van de digitale toetsen en druk op [OK]. 3 Het aanraakscherm geeft de gevonden contactpersoon weer. Druk op de contactpersoon en op [BEWERKEN] om de contactinformatie te bewerken. Druk op [VERWIJDEREN] om de contactpersoon te verwijderen. Raadpleeg voor instructies om de contactpersoon te bewerken of te verwijderen de volgende pagina: P.26 Bewerken of verwijderen van contactpersonen 28 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen zoeken door een zoekreeks in te voeren 1 Druk in scherm ADRES BOEK op [ZOEK]. 2 Het scherm ADRES ZOEKEN wordt weergegeven. Druk op de knop van het doel van de zoekopdracht. Wanneer u op een andere toets dan [FAX NR.] drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Wanneer u op toets [FAX NR.] drukt, dan wordt het numerieke toetsenpaneel op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: P.155 Numeriek toetsenpaneel op scherm 3 4 Contactpersonen die de zoekreeks bevatten voor het gespecificeerde item zullen worden gevonden. Voer de zoekreeks in en druk op [OK]. Specificeer de zoekreeks in de items die u nodig hebt en druk op [ZOEK]. Druk op [WIS] om de ingevoerde zoekreeksen te wissen. ADRES 29

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 5 Het aanraakscherm geeft de gevonden contactpersonen weer. Druk op de gewenste contactpersoon en op [OK] om de contactinformatie te bewerken. Raadpleeg voor instructies over het bewerken van contactpersonen de volgende pagina: P.26 Bewerken of verwijderen van contactpersonen Druk op of om de gevonden contactpersonen op verschillende pagina's weer te geven als één pagina niet volstaat. Door op of te drukken worden 5 pagina's overgeslagen. Als de zoekresultaten gewijzigd moeten worden, druk dan op [OPN. ZKN]. Het scherm als onder stap 2, waarin de zoekterm opgegeven kan worden, wordt opnieuw getoond. 30 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Groepen beheren in het adresboek U kunt groepen creëren die meerdere contactpersonen bevatten, waardoor het mogelijk wordt groepen aan te geven in plaats van het elke contactpersoon apart te moeten selecteren bij scannen naar e-mail of fax- of internetfaxverzending. In het adresboek kunnen tot 200 groepen met tot 400 leden worden vastgelegd (tot 40 groepen en 80 leden als de harde schijf niet in het multifunctionele systeem geïnstalleerd is). Eén faxnummer of één e-mailadres telt als één bestemming. Als u zodoende een contactpersoon selecteert die zowel faxnummer als e-mailadres bevat, telt dit als twee bestemmingen in de groep. Om faxen te verzenden en te ontvangen, moet de Faxeenheid geïnstalleerd zijn. In tab GROEP in menu ADRES BOEK kunnen de volgende bewerkingen uitgevoerd worden om contactpersonen te beheren. P.31 Nieuwe groepen maken P.34 Bewerken of verwijderen van groepen P.40 Groepen zoeken Nieuwe groepen maken U kunt nieuwe groepen in het adresboek creëren. 1 Druk in scherm ADRES BOEK op een niet-gebruikte knop om een nieuwe groep te registreren; druk daarna op [TOEGANG]. Scherm GROEP NR. REGISTRATIE wordt weergegeven. Als het aanraakscherm geen niet gebruikte knop weergeeft, druk dan op geven. om de volgende pagina weer te ADRES 31

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Druk op [GROEP NAAM]. 3 4 Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Voer de groepsnaam in en druk op [OK]. Druk op [OK]. 5 Scherm Testen van groepsleden wordt weergegeven. Selecteer de contactpersonen die u aan de groep wilt toevoegen en druk op [OK]. Om contactpersonen toe te voegen door elke contactpersoon handmatig te selecteren, zie de volgende pagina: P.36 Contactpersonen toevoegen of verwijderen Om contactpersonen toe te voegen door ze te zoeken op ID-nummer, zie de volgende pagina: P.36 Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken op ID-nummer Om contactpersonen toe te voegen door ze te zoeken met een zoekreeks, zie de volgende pagina: P.37 Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken met een zoekreeks 32 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 6 De nieuwe groep wordt gecreëerd en weergegeven op het aanraakscherm. ADRES 33

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Bewerken of verwijderen van groepen Het is mogelijk groepen die in het adresboek geregistreerd staan, te bewerken en te verwijderen; ook is het mogelijk contactpersonen aan groepen toe te voegen en ze eruit te verwijderen. Het verwijderen van een groep verwijdert de contactpersonen niet uit tabblad [ENKEL]. Wanneer een contactpersoon echter via tab [ENKEL] verwijderd wordt, wordt deze ook uit de groep waarin deze geregistreerd is, verwijderd. 1 Druk in scherm ADRES BOEK op de te bewerken groep en druk op [BEWERKEN]. Scherm GROEP NR. BEWERKEN wordt weergegeven. Als het aanraakscherm niet de groep weergeeft die u wilt bewerken, druk dan op om de volgende pagina weer te geven. Voor het vinden van de te bewerken groep zijn de volgende twee methoden beschikbaar. P.40 Groepen zoeken op ID-nummer P.41 Zoeken naar groepen op groepsnaam Selecteer om te verwijderen de groep die u wilt verwijderen en druk op [VERWIJDER]. Bericht Verwijderen OK? wordt weergegeven in scherm ATTENTIE. Druk op [JA] om de groep te verwijderen. 34 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Druk op [GROEP NAAM]. 3 4 Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Als het niet nodig is de groepsnaam te bewerken, ga dan naar stap 4. Voer de groepsnaam in en druk op [OK]. Druk op [OK]. Scherm Testen van groepsleden wordt weergegeven. Als u de leden van de groep niet wilt wijzigen, ga dan naar de volgende stap. Als u de leden van de groep wilt wijzigen, raadpleeg dan de volgende pagina's: - Contactpersonen toevoegen of verwijderen door elke contactpersoon handmatig te selecteren P.36 Contactpersonen toevoegen of verwijderen - Contactpersonen toevoegen of verwijderen door ze te zoeken op ID-nummer P.36 Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken op ID-nummer - Contactpersonen toevoegen of verwijderen door ze te zoeken met een zoekreeks P.37 Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken met een zoekreeks 5 De gemarkeerde contacten zijn in de groep geregistreerd. Druk op [OK]. De bewerkte informatie wordt opgeslagen. ADRES 35

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Contactpersonen toevoegen of verwijderen 1 Om een contactpersoon aan de groep toe te voegen, wordt op een niet-gemarkeerde contactpersoon gedrukt om deze te markeren. Om een contactpersoon uit de groep te verwijderen, wordt de markering verwijderd. Druk als het toevoegen of verwijderen van de contactpersonen voltooid is op [OK]. Druk op de naam van een contactpersoon om zowel het faxnummer als het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het faxnummer van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op of om de contactpersonen op verschillende pagina's weer te geven. U kunt alle contactpersonen wissen door op [WIS SELECTIE] te drukken. Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken op ID-nummer 1 Druk in scherm Testen van groepsleden op [BEKEND ID]. Het scherm BEKEND ID wordt weergegeven. 36 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Voer het ID-nummer in met behulp van de digitale toetsen en druk op [OK]. 3 Het aanraakscherm geeft de gevonden contactpersonen weer. Om een contactpersoon aan de groep toe te voegen, wordt op de contactpersoon gedrukt om deze te markeren. Om een contactpersoon uit de groep te verwijderen, wordt de markering gewist. Druk als het toevoegen of verwijderen van de contactpersonen voltooid is op [OK]. Druk op de naam van een contactpersoon om zowel het faxnummer als het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het faxnummer van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Contactpersonen toevoegen of verwijderen door te zoeken met een zoekreeks 1 Druk in scherm Testen van groepsleden op [ZOEK]. Het scherm ADRES ZOEKEN wordt weergegeven. ADRES 37

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 2 Druk op de knop van het doel van de zoekopdracht. Wanneer u op een andere toets dan [FAX NR.] drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Wanneer u op toets [FAX NR.] drukt, dan wordt het numerieke toetsenpaneel op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: P.155 Numeriek toetsenpaneel op scherm 3 4 Contactpersonen die de zoekreeks bevatten voor het gespecificeerde item zullen worden gevonden. Voer de zoekreeks in en druk op [OK]. Specificeer de zoekreeks in de items die u nodig hebt en druk op [ZOEK]. Druk op [WIS] om de ingevoerde zoekreeksen te wissen. 38 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 5 Het aanraakscherm geeft de gevonden contactpersonen weer. Druk op de contactpersonen die u wilt toevoegen aan de groep om deze te markeren. Om een contactpersoon uit de groep te verwijderen, wordt de markering verwijderd. Druk als het toevoegen of verwijderen van de contactpersonen voltooid is op [OK]. Druk op de naam van een contactpersoon om zowel het faxnummer als het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het faxnummer van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op in de contactinformatie om alleen het e-mailadres van die contactpersoon aan de groep toe te voegen/eruit te verwijderen. Druk op of om de gevonden contactpersonen op verschillende pagina's weer te geven als één pagina niet volstaat. Door op of te drukken worden 5 pagina's overgeslagen. Als de zoekresultaten gewijzigd moeten worden, druk dan op [OPN. ZKN]. Het scherm als onder stap 2, waarin de zoekterm opgegeven kan worden, wordt opnieuw getoond. ADRES 39

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Groepen zoeken De volgende twee methodes kunnen worden gebruikt om contactpersonen in het adresboek te zoeken. Deze functie is nuttig bij het zoeken naar bepaalde groepen. P.40 Groepen zoeken op ID-nummer P.41 Zoeken naar groepen op groepsnaam Groepen zoeken op ID-nummer 1 Druk in scherm ADRES BOEK op [BEKEND ID]. 2 Het scherm BEKEND ID wordt weergegeven. Voer het ID-nummer in met behulp van de digitale toetsen en druk op [OK]. 3 Het aanraakscherm geeft de gevonden groepen weer. Druk op de knop van de gewenste groep en ga door naar de bewerking voor het bewerken of verwijderen. Raadpleeg voor instructies om groepen te bewerken of te verwijderen de volgende pagina: P.34 Bewerken of verwijderen van groepen 40 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) Zoeken naar groepen op groepsnaam 1 Druk in scherm ADRES BOEK op [ZOEK]. 2 Scherm GROEP ZOEKEN wordt weergegeven. Druk op [GROEP NAAM]. 3 4 Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Voer de zoekreeks in en druk op [OK]. Druk op [ZOEK]. ADRES 41

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) 5 Het aanraakscherm geeft de gevonden groepen weer. Druk op de gewenste groep en op [OK] om de groepsinformatie te bewerken. Raadpleeg voor instructies om groepen te bewerken of te verwijderen de volgende pagina: P.34 Bewerken of verwijderen van groepen Bevestigen van groepsleden U kunt de contactpersonen bevestigen die geregistreerd zijn in een groep. 1 Druk in scherm ADRES BOEK op [INHOUD] van de groep waarvan u de leden wilt bevestigen. De in de groep geregistreerde contactpersonen worden weergegeven. In scherm INHOUD worden eerst alle faxnummers weergegeven en vervolgens alle e-mailadressen. 42 ADRES

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) CONTR. E-MAIL Met deze functie kunt u controleren op nieuwe e-mails (internetfaxen) op de POP3-server. Als er een nieuwe e-mail ontvangen wordt op de POP3-server, print het multifunctionele systeem automatisch de e-mailgegevens nadat ze zijn opgehaald van de POP3-server. Om deze bewerking uit te voeren, moet de POP3-server geconfigureerd worden met TopAccess. Voor instructies over hoe de POP3-server te configureren, raadpleeg de TopAccess Guide Chapter 8: [Administration] Tab Page. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm CONTR. E-MAIL weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker Het multifunctionele systeem controleert ook automatisch op nieuwe e-mails (internetfaxen) op de POP3-server. CONTR. E-MAIL 43

1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER) GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN Wanneer functie MFP lokale verificatie ingeschakeld is, kunnen gebruikers hun wachtwoord voor authenticatie - dat in het authenticatiescherm van dit menu ingegeven is - wijzigen. [WIJZIG GEBRUIKERSWACHTWOORD] is alleen beschikbaar wanneer functie MPF Lokale verificatie is ingeschakeld. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm WIJZIG GEBRUIKERSWACHTWOORD weer te geven de volgende pagina: P.8 Toegang tot menu Gebruiker 1 Het wachtwoord wijzigen 1) Druk op [OUD WACHTWOORD] om het huidige wachtwoord in te voeren. 2) Druk op [NW. WACHTWOORD] om het nieuwe wachtwoord in te voeren. 3) Druk op [HERH. WACHTW.] om het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. 4) Druk op [OK] om het nieuwe wachtwoord op te slaan. Hierdoor gaat u terug naar het menu GEBRUIKER. Wanneer u op [OUD WACHTWOORD], [NW. WACHTWOORD] of [HERH. WACHTWOORD] drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Het ingevoerde wachtwoord wordt weergegeven met sterretjes (*) in de velden [OUD WACHTWOORD], [NW. WACHTWOORD] en [HERH. WACHTWOORD]. 44 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN

2.ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Toegang tot menu Beheerder... 47 ALGEMEEN... 49 De apparaatinformatie instellen...50 De kennisgeving instellen...51 Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten van het servicewachtwoord...52 De klok instellen...53 Instellen van de energiebesparende standen...55 Instellen van het kalibratie- en registratiedisplayniveau...58 De kalibratie instellen...58 De grofheid van het afdrukken wijzigen...59 Instellen van de registratie...59 Instellen van de statusmelding...60 Instellen van de automatische wisfunctie...60 Beheer van de optielicenties...60 Toevoegen of verwijderen van weergavetalen...63 Bijwerken van uw systeem...66 Aanmaken of installeren van duplicaatbestanden...69 Instellen van de schermkalibratie...74 Exporteren van logs...74 Instellen overslaan taken...75 De indeling van het toetsenbord wijzigen...76 Reinigen van de hoofdladers en de LED-printkoppen...77 Instellen van de pop-upberichten...77 Instellen van de optie...77 NETWERK... 78 Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv4)...78 Instellen van het TCP/IP-protocol (IPv6)...80 Instellen van het IPX/SPX-protocol...86 Instellen van de NetWare-instellingen...87 Instellen van het SMB-protocol...88 Instellen van het AppleTalk-protocol...89 Instellen van de HTTP-netwerkservice...90 Instellen van de Ethernetsnelheid...91 Instellen van de LDAP-services en de filterfuncties...92 Instellen van IPsec (IP-beveiliging)...93 Controleren van het netwerk...94 KOPIËREN... 96 FAXEN... 98 Instellen van de opties negeren en verkleind afdrukken voor RX print...98 BESTAND... 99

E-MAIL... 100 INTERNETFAX... 102 BEVEILIGING... 103 Beheer van certificaten... 103 Instellen van beveiligde PDF-bestanden... 109 Uitvoeren van de integriteitscontrole...111 LIJST/RAPPORT...113 Instellen van het rapport... 113 Uitvoeren van de integriteitscontrole...111 PRINTER/E-FILING...118 INSTELLINGEN DRAADLOOS... 120 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN... 121 802.1X-INSTELLINGEN... 122 Instellen IEEE 802.1X-verificatie... 123 Foutmeldingen... 125 FABRIEK INST.... 126

2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Toegang tot menu Beheerder Volg de onderstaande stappen om menu ADMIN weer te geven in scherm GEBRUIKERSPROG. 1 2 Druk op toets [USER FUNCTIONS] op het bedieningspaneel om naar menu GEBRUIKERSPROG. te gaan. Druk op tab [ADMIN]. Als functie Gebruikersbeheer uitgeschakeld is, moet u het beheerderswachtwoord invoeren. Ga naar de volgende stap. Als functie Gebruikersbeheer ingeschakeld is, moet u zich aanmelden op de multifunctionele printer als gebruiker met beheerdersrechten. Als u op de tab [ADMIN] drukt, dan wordt het ADMIN-menu weergegeven. Ga verder naar stap 5. 3 Als u zich aanmeldt op de multifunctionele printer als gebruiker zonder beheerdersrechten, dan is tab [ADMIN] niet beschikbaar. Door functiegegevens in te stellen, kunt u aan gebruikers bepaalde rechten toekennen. Voor meer informatie, zie de TopAccess Guide Chapter 7: [User Management] Tab Page. Druk op [WACHTWOORD]. 4 Het schermtoetsenbord wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Voer het beheerderswachtwoord in en druk op [OK]. Het ADMIN-menu wordt weergegeven. 5 Als het beheerderswachtwoord nog niet eerder is gewijzigd, voer dan het standaardbeheerderswachtwoord "123456" in. Het ingevoerde wachtwoord wordt weergegeven met sterretjes (*). Ga verder met de gewenste administratieve bewerking. Wanneer in menu ADMIN (1/2) op gedrukt wordt, zal menu ADMIN (2/2) weergegeven worden. ADMIN-menu (1/2) ADMIN-menu (2/2) Toegang tot menu Beheerder 47

2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) Scherm Gebruikersfuncties bevat de volgende knoppen. Raadpleeg voor meer informatie over elke knop de overeenkomstige pagina. P.49 ALGEMEEN P.103 BEVEILIGING P.78 NETWERK P.113 LIJST/RAPPORT P.96 KOPIËREN P.118 PRINTER/E-FILING P.98 FAXEN P.120 INSTELLINGEN DRAADLOOS P.99 BESTAND P.126 FABRIEK INST. P.100 E-MAIL P.121 GEBRUIKERSWACHTWOORD WIJZIGEN P.102 INTERNETFAX P.122 802.1X-INSTELLINGEN 48 Toegang tot menu Beheerder

2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) ALGEMEEN U kunt de oorspronkelijke instellingen (standaardinstellingen) voor het multifunctionele systeem wijzigen. Raadpleeg voor instructies over hoe scherm Algemeen weer te geven de volgende pagina: P.47 Toegang tot menu Beheerder Wanneer in menu ALGEMEEN (1/2) op gedrukt wordt, zal menu ALGEMEEN (2/2) weergegeven worden. menu ALGEMEEN (1/2) menu ALGEMEEN (1/2) Via dit menu kunt u de volgende procedures uitvoeren: P.50 De apparaatinformatie instellen P.59 Instellen van de registratie P.51 De kennisgeving instellen P.60 Instellen van de statusmelding P.52 Wijzigen van het beheerderswachtwoord en resetten van het servicewachtwoord P.60 Instellen van de automatische wisfunctie P.53 De klok instellen P.60 Beheer van de optielicenties P.55 Instellen van de energiebesparende standen P.63 Toevoegen of verwijderen van weergavetalen P.58 Instellen van het kalibratie- en registratiedisplayniveau P.66 Bijwerken van uw systeem P.58 De kalibratie instellen P.69 Aanmaken of installeren van duplicaatbestanden P.59 De grofheid van het afdrukken wijzigen P.74 Instellen van de schermkalibratie ALGEMEEN 49

2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER) P.74 Exporteren van logs P.77 Reinigen van de hoofdladers en de LED-printkoppen P.75 Instellen overslaan taken P.77 Instellen van de pop-upberichten P.76 De indeling van het toetsenbord wijzigen P.77 Instellen van de optie De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model. De apparaatinformatie instellen U kunt de apparaatinformatie van dit apparaat instellen. Deze items worden weergegeven op de Apparaatpagina van TopAccess, een internetgebaseerde apparaatbeheertoepassing. Naam item LOCATIE SERVICE TEL. NUM. CONTACT INFORM. ADMIN. BERICHT Omschrijving druk op deze toets om de locatie in te voeren waar het apparaat zich bevindt. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden. druk op deze knop om het telefoonnummer voor onderhoud in te geven. Er kunnen tot 32 cijfers ingegeven worden. druk op deze toets om de naam van de onderhoudstechnicus in te voeren. Er kunnen tot 64 tekens ingevoerd worden. druk op deze toets om een bericht van de beheerder in te voeren. Er kunnen tot 20 tekens ingevoerd worden. Wanneer op een andere toets dan [SERVICE TEL. NUM.] gedrukt wordt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina: P.154 Toetsenbord op scherm Wanneer op toets [SERVICE TEL. NUM.] gedrukt wordt, dan wordt het numerieke toetsenpaneel op scherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het numerieke toetsenpaneel op scherm de volgende pagina: P.155 Numeriek toetsenpaneel op scherm 50 ALGEMEEN