Voorwoord Kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat ze uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Kortom, of je nu gewoon of anders leert, wij doen ons uiterste best een passend aanbod te bieden aan al onze leerlingen! Lukt dat niet? Dan werken de Kersenboogerd scholen met elkaar samen om de beste onderwijsplek voor een kind te vinden. Dit ondersteuningsplan beschrijft hoe wij ons onderwijs afstemmen op de vraag van onze leerlingen. Tevens toont het hoe wij de kwaliteit hiervan bewaken. Dit plan staat niet op zichzelf. Aanvullend hierbij zijn: Schoolgids Schoolplan School ondersteuningsprofiel Ondersteuningsplan van SWV de Westfriese Knoop Schoolveiligheidsplan Document opbrengsten Namens het team, Sylvia Woudstra directeur
Niveaus van ondersteuning Bij de inrichting van passend onderwijs maken we onderscheid in basisondersteuning, extra ondersteuning en diepte ondersteuning. Het onderwijsaanbod wordt bepaald op basis van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van leerlingen. BASISONDERSTEUNING Verreweg de meeste leerlingen functioneren goed in het basisonderwijs. Eventueel zet de leerkracht extra kennis, methoden of middelen in om uw kind optimaal te ondersteunen. EXTRA ONDERSTEUNING IN SCHOOL Een kind heeft extra ondersteuning nodig, die het beste gegeven kan worden door de school of de leerkracht zelf. Bij handelingsverlegenheid wordt in het ondersteuningsteam bekeken wat de leerling nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Er wordt extra ondersteuning ingezet. EXTRA ONDERSTEUNING OP ANDERE BASISSCHOOL Een kind heeft extra ondersteuning nodig, die verder gaat dan de school zelf kan bieden. Het ondersteuningsteam omschrijft wat de leerling nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. De trajectbegeleider bekijkt met ouders mogelijkheden op basisscholen in knooppunt Kersenboogerd. DIEPTE ONDERSTEUNING Een kind heeft ondersteuning nodig die verder gaat dan reguliere basisschool biedt, maar die geboden wordt door een speciale (basis)school. In dit geval wordt (via een toelaatbaarheidsverklaring) plaatsing in het SBO of SO verzocht..
Onze basisondersteuning Om duidelijk te hebben welke vorm van basisondersteuning de leerling nodig heeft, verzamelen we constant beelden en gegevens. Wij beginnen ons al een beeld te vormen bij de aanmelding van de leerlingen en volgen de ontwikkeling die het doormaakt tijdens de schoolse periode. BIJ AANMELDING Bij de rondleiding vragen wij naar de ontwikkeling tot dan toe. Samen met het aanmeldformulier vormt dit ons eerste beeld. We informeren, met toestemming, bij de voorschoolse voorziening voor een warme overdracht. Een paar maanden voor de leerling naar school komt vullen ouders het Bijna 4 Formulier in. De leerkracht observeert de leerling tijdens de wendagen. Indien nodig bespreken we de observatie en het formulier voor de start op school. Dit is een gesprek met de leerkracht en intern begeleider. TIJDENS DE BASISSCHOOLPERIODE Bij instromen in de kleutergroep doen we een woordenschat screening. Na 3 maanden op school volgt een gesprek met ouders en leerkracht over deze periode en het Bijna 4 Formulier. Vervolgens houden we met observaties en toetsen de ontwikkeling van de leerling in de gaten. Dagelijkse notities door de hele school worden dagelijks notities gemaakt van het spelen en werken van de leerlingen. Methodetoetsen Voor taal, spelling, rekenen en (begrijpend) lezen gebruiken wij toetsen van de methode. Deze laten ons zien wat de leerling begrijpt en nog lastig vindt. Onafhankelijke en landelijk genormeerde toetsen In januari/februari en mei/juni, worden in de groepen 2 t/m 8 Cito-toetsen afgenomen. Deze toetsen geven ons een beeld van de kennis en vaardigheden die de kinderen in het voorgaande half jaar Hebben gedaan. Observatiemodel voor de sociaalemotionele ontwikkeling In oktober/november vullen de kinderen van de groepen 5 t/m 8 de ZIEN leerlingvragenlijst in, welke ons inzicht geeft in hun betrokkenheid, welbevinden, zelfbeeld en pestbeleving. Dit doen zij zowel in oktober/ november als in mei. De resultaten van deze lijsten worden meegenomen in de groepsbesprekingen. Leerkrachten vullen vragenlijsten van ZIEN in bij zorg. Dit middel geeft ons een beeld over o.a. betrokkenheid, het welbevinden, de sociale autonomie, de impulsbeheersing en impulsbeheersing. Groepsbesprekingen De intern begeleider organiseert 4 keer per jaar een groepsbespreking met de leerkrachten. Deze vinden plaats aan het
begin van het schooljaar als start, na signalering van ZIEN en na de GSO in januari en juni. In maart is er een tussenevaluatie van Zien. Deze besprekingen worden gevoerd aan de hand van een analyseformat, waarin zowel de CITO opbrengsten als de resultaten van Zien zijn opgenomen. Tijdens deze besprekingen staan de prestaties van de individuele leerlingen en de groep centraal. Vervolgens wordt besproken welke acties worden ingezet om het onderwijs op de individuele leerlingen en de groep af te stemmen en worden er afspraken gemaakt m.b.t. de te volgen stappen. Bij de groepsbespreking kunnen medewerkers van P2O of 1.Hoorn aanschuiven. Studiedagen opbrengstgericht werken Tijdens 3 studiedagen die in het begin, midden en eind van het jaar gepland zijn, analyseren en bespreken we met het volledige team de schoolopbrengsten, groepsopbrengsten en de individuele leerling resultaten. Aan de hand hiervan worden vernieuwde doelen vastgesteld voor de school en groepsplannen aangepast zowel voor de groep als de individuele leerling. Tevens nemen de LB leerkrachten deze informatie mee, die als basis dient voor de jaarplannen waarin verbeteractiviteiten zijn opgenomen. ONZE BASISAANPAK Binnen onze basisondersteuning werken met 3 niveaugroepen; instructieonafhankelijke groep instructiegevoelige groep instructieafhankelijke groep Dit geven we vorm door te werken met: Directe Instructiemodel Voor de klassikale instructie gebruiken we het directe Instructiemodel. De cognitieve psychologie toont aan dat kinderen effectief leren als zij nieuwe informatie kunnen verbinden aan aanwezige kennis. We gaan hierbij uit van de verschillende leervermogens van kinderen. Kinderen verschillen van elkaar in de manier en snelheid van leren. Sommige kinderen begrijpen de instructie snel en willen vlot aan de slag, andere kinderen hebben meer uitleg nodig. Er zit veel structuur in de lessen, door een aantal fasen: terugblik, oriëntatie, instructie, begeleid inoefenen, controle, verwerking en afronding. De leerkracht controleert het leerproces. Dit model is ook effectief bij kinderen die veel begeleiding en een actieve instructie nodig hebben. GIP model Door dit model gebruiken leerlingen uitgestelde aandacht waardoor ruimte ontstaat voor individuele instructie aan de instructietafel. De leerkracht start de instructie door aan te geven welke les er gemaakt gaat worden. Leerlingen met minimale instructiebehoefte gaan aan de slag, terwijl de andere leerlingen de instructie van de leerkracht gaan volgen. De leerkracht geeft de basisinstructie, waarna de leerlingen aan de slag gaan. De leerkracht
loopt een (vaste) startronde om te zien of alle leerlingen kunnen starten. Na deze ronde komen de leerlingen die een maximale instructiebehoefte hebben bij de leerkracht aan de instructietafel. Na dit instructiemoment gaan zij terug naar hun eigen plek en loopt de leerkracht weer een (vaste) hulpronde. Leerlingen kunnen nu even een korte vraag stellen. De leerkracht geeft van te voren aan hoeveel rondes er gelopen worden en welke kinderen op welke momenten aan de instructietafel zitten. Groepsplannen Leerkrachten maken op basis van observaties en toets resultaten een overzicht van de groep op het gebied van onderwijsbehoeften. Zij bepalen welke kinderen een beperkte, volledige of verlengde instructie nodig hebben. En welke hoeveelheid stof leerlingen aan kunnen, beperkt, volledig, en/of aangevuld met herhalings- of verrijkingsstof. Dit doen zij voor: Vervolgens verdelen zij van de zorg over de week. Hierin staat opgenomen welke kinderen op welke momenten bijvoorbeeld extra instructie ontvangen.. Ten minste twee maal per jaar worden deze plannen bijgesteld op basis van de analyse van nieuwe gegevens. Verschil in verwerkingshoeveelheid en materialen Onze methodes hebben in basis differentiatie in zich, zodat er altijd extra opdrachten zijn voor de snelle leerlingen. We analyseren de toets resultaten om te zien welke kinderen behoefte hebben aan de minimale stof (compacten), de basisstof, de maximale stof, aanvullende stof of extra materialen. Dit kan zijn op basis van werktempo, capaciteiten, inzicht etc. Groep 2: voorbereidend rekenen voorbereidend lezen woordenschat gedrag Groep 3: rekenen technisch lezen woordenschat gedrag Groep 4/5: rekenen technisch lezen spelling woordenschat gedrag Groep 6/8: rekenen begrijpend lezen technisch lezen spelling gedrag Extra materialen Voor de verschillende vakgebieden zijn er materialen die wij gebruiken -aanvullend op de methode- zodat de leerlingen met de basisondersteuning mee kunnen blijven doen.
Onze extra ondersteuning Naast onze basisondersteuning kunnen wij nog uitbreiden met twee niveaugroepen. Leerlingen die we hierin plaatsen hebben extra ondersteuning nodig. Dit zijn leerlingen die in hun leerontwikkeling ernstig stagneren of leerling-en die juist een duidelijke voorsprong laten zien. Dit constateren we door: analyse van gemaakt werk resultaten in methodetoetsen score op landelijk genormeerde toetsen (zoals NSCCT, CITO) disharmonisch profiel bij de KIJK scores We spreken van leerlingen met sociaal-emotionele problemen wanneer zij opvallend gedrag vertonen in vergelijking met de gemiddelde leerling of zichzelf. Dit kan variëren van zeer stil en teruggetrokken gedrag tot zeer agressief gedrag. Dit constateren we door: observaties in klas of op plein reacties in Leefstijl lessen opvallende score in ZIEN! disharmonisch profiel bij de KIJK scores ONZE AANPAK BIJ EXTRA ONDERSTEUNING Als blijkt dat het werken met extra kennis, materialen en methoden aanvullend op de basisondersteuning onvoldoende ontwikkeling laat zien, gaan we op pad naar de extra ondersteuning. We gebruiken bij het onderzoeken en inzetten van extra ondersteuning een aantal vaste elementen: Afstemmingsgesprek gesprekken tussen leerkracht en ouders van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze zijn in september, februari, april en juni.
Leerling bespreking De leerkracht kan voor een leerling extra kennis, methoden of middelen inzetten om optimale ondersteuning te bieden. Soms levert deze aanpak niet het verwachte en gewenste resultaat op. Ook kan het zijn dat het gedrag en/of de werkhouding een leerling belemmert om zich optimaal te ontwikkelen. In dat geval wordt in de leerlingbespreking bekeken wat de leerling nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Hulpplan Voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen, schrijven leerkrachten tijdens de studiedagen opbrengstgericht werken hulpplannen. Deze worden in ParnasSys opgeslagen onder BEGELEIDING, zodat ze regelmatig geëvalueerd kunnen worden. Ondersteuningsteam Bij handelingsverlegenheid van ouder sof leerkracht wordt in het ondersteuningsteam bekeken wat de leerling nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Dit team bestaat uit een aantal gelijkwaardige partners: Ouders Vanuit de school: intern begeleider, directeur en leerkracht Onderzoeker vanuit SWV WFK Waar nodig: P2O (vanuit SWV), contactpersoon 1.Hoorn, de trajectbegeleider of specialistische experts. Alle betrokkenen dragen vanuit hun eigen expertise bij aan het gesprek om te zoeken naar de meest passende ondersteuning voor de leerling. Vooraf, tijdens en na afloop van het overleg wordt in het groeidocument vastgelegd welke onderwijs-ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en hoe de gewenste (onderwijs) ondersteuning eruit ziet. Ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor leerlingen die extra ondersteuning op school nodig hebben die niet in het basis ondersteuningsaanbod zit, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit ontwikkelingsperspectief bevat in elk geval: te verwachten uitstroombestemming onderbouwing belemmerende/bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma te bieden begeleiding en ondersteuning Het OPP biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van uw kind. De school heeft hierover overleg met de ouders en evalueert 2x per jaar met hen om te zien of hun kind zich volgens de verwachte lijn ontwikkelt. Extra ondersteuning op een andere school Als de leerling meer of andere ondersteuning nodig heeft dan wij kunnen bieden, overleggen directies met de trajectbegeleider welke mogelijkheden er in het knooppunt Kersenboogerd zijn voor een passend onderwijsaanbod met extra ondersteuning. Hoogbegaafde leerlingen Al op zeer jonge leeftijd proberen wij begaafdheid bij kinderen te signaleren. Tijdens de groepsbesprekingen zien we of leerlingen blijvend bovengemiddeld presteren of dat er mogelijk sprake is van onderpresteren. Bij een ontwikkelingsvoorsprong wordt het leerstofaanbod aangepast en uitgebreid. Ook is het mogelijk dat.. een leerling deel neemt aan de plusgroep.
Diepte ondersteuning & Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Naast onze basisondersteuning kunnen wij nog uitbreiden met twee niveaugroepen. Leerlingen die we hierin plaatsen hebben extra ondersteuning nodig. In het ondersteuningsteam (OT) wordt een eerste deskundigenadvies geschreven. De trajectbegeleider schrijft een tweede deskundigenadvies. Vervolgens kan een toelaatbaarheidsverklaring, noodzakelijk voor een plaats op deze scholen, worden aangevraagd door ouders. De aanvraag wordt op de basisschool voorbereid. Deze grenzen staan beschreven in onze schoolgids...
Effectiviteit De leerlingenzorg is onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Waarbij we gebruik maken van elementen uit Integraal & ParnasSys, zoals opbrengsten, doorstroming, tevredenheidspeilingen. Wij evalueren ons beleid jaarlijks. Vervolgens stellen wij onze ontwikkelplannen bij voor het komende jaar en passen wij zo nodig de inzet van middelen aan. Het ondersteuningsplan, behorend bij ons zorgplan wordt jaarlijks bijgesteld. EVALUATIE VAN LEERLINGENZORG EN HET ONDERWIJSLEERPROCES Het analyseren en evalueren vormt het fundament voor ons onderwijs. Trendanalyses geven ons een beeld van de huidige situatie en wat we kunnen doen om morgen beter te zijn. We denken na over verbeteringen en mogelijkheden om te komen een optimaal en beredeneerd onderwijsaanbod. Aan het begin, midden en eind van ieder schooljaar vindt een evaluatie plaats van de opbrengsten van ons onderwijsaanbod. Hierbij worden de resultaten van de school, de groep alsook individuele resultaten bekeken. De OPP s worden twee maal per jaar geëvalueerd. Het zorgplan wordt jaarlijks aangepast naar de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. In het document OPBRENGSTEN, ons PDCA format dat wij cyclisch gebruiken, staan de meest actuele gegevens over ons onderwijs. In het jaarverslag informeren wij stakeholders en ouders over onze resultaten en evalueren wij ons onderwijsleerproces. SAMENHANGEND GEHEEL VAN TOETSEN EN PROCEDURES De ontwikkeling van onze leerlingen volgen wij middels toetsen. In het geval van een zwakke score, worden aanvullende toetsen afgenomen voor verdere analyse. In het overzicht staan onze toetsen en vragenlijsten per maand weergegeven. De toetsen in het overzicht met * worden individueel aanvullend afgenomen ter analyse
Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 september PI dictee * PI dictee * PI dictee * PI dictee * PI dictee * oktober NSCCT NSCCT NSCCT NSCCT NSCCT november ZIEN* ZIEN* ZIEN* ZIEN ZIEN ZIEN ZIEN december herfstsignalering januari CITO TvK CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling februari maart winter signalering CITO WW spelling DMT DMT DMT DMT* DMT* DMT* CITO leestechniek CITO leestempo CITO leestempo CITO leestempo CITO leestempo CITO leestempo CITO Begrijpend lezen CITO Begrijpend lezen CITO Begrijpend lezen CITO Begrijpend lezen CITO woordenschat CITO woordenschat CITO woordenschat CITO woordenschat* CITO woordenschat* CITO woordenschat* CITO RvK CITO R&W CITO R&W CITO R&W CITO R&W CITO R&W CITO R&W PI dictee * + leesonderzoek* PI dictee * PI dictee * PI dictee * PI dictee * april lentesignalering IEP eindtoets mei ZIEN* ZIEN* ZIEN* ZIEN* ZIEN* juni CITO TvK* CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling CITO spelling juli zomersignalering CITO WW spelling DMT DMT DMT DMT* DMT* CITO leestechniek CITO leestempo CITO leestempo CITO leestempo CITO leestempo CITO CITO woordenschat CITO woordenschat CITO woordenschat CITO woordenschat* Woordenschat* CITO RvK* CITO R&W CITO R&W CITO R&W CITO R&W CITO R&W
Overdracht Effectief onderwijs betekent leerlingen goed volgen en systematisch begeleiden vanaf het begin en tijdens hun verblijf op school. Zeker ook aan het eind. Het is belangrijk dat leerlingen goed worden overgedragen bij overgang in school, naar een andere basisschool, het voortgezet (speciaal)onderwijs of naar het speciaal (basis)onderwijs. TUSSENTIJDS INSTROMEN VANUIT ANDERE SCHOOL Het komt voor dat leerlingen bijvoorbeeld door verhuizing gedurende hun schoolloopbaan bij ons instromen. Hierbij hanteren wij dezelfde procedure als bij aanmelding van aanstaande 4 jarige leerlingen (zie onze schoolgids). Alleen informeren wij dan om een goede start te maken en de beginsituatie zo goed mogelijk in te schatten bij de huidige school. Gesprekken met de leerkrachten, intern begeleider en directie zijn daarbij gebruikelijk om direct te kunnen starten met een passend onderwijs aanbod. OVERDRACHT BINNEN ONZE SCHOOL Bij de interne overdracht naar de volgende groep gebruiken we: formulier positieve groepsoverdracht groepsplan; indeling leerlingen op onderwijsbehoeften informatie in Parnassys groepsoverzicht; doublures, nscct, toetsen, etc. OVERDRACHT NAAR ANDERE BASISSCHOOL Indien leerlingen ons tussentijds verlaten informeren wij deze school mondeling. Tevens ontvangt de nieuwe school een versleuteld digitaal dossier via OSO. Hierin staan zowel de administratieve informatie als de leerling volggegevens. Daarnaast vullen wij een onderwijskundig rapport in, waarin een algemeen beeld van de leerling en de begeleiding wordt beschreven. OVERDRACHT NAAR HET SPECIAAL (BASIS)ONDERWIJS (S(B)O) Een overgang naar het s(b)o vindt alleen plaats op advies van ons ondersteuningsteam (zie diepteondersteuning. Ouders zijn hier nauw bij betrokken door deelname aan het ondersteuningsteam en worden begeleid door een trajectbegeleider. De verschillende stappen in de procedure maken dat er een compleet leerlingdossier, groeidocument, ontstaat dat aan de ontvangende school wordt overgedragen. OVERDRACHT NAAR VOORTGEZET (SPECIAAL) ONDERWIJS (V(S)O) Om deze overgang zo goed mogelijk voor te bereiden brengen we vanaf groep 2 de leerontwikkeling in kaart. Daarnaast nemen we vanaf groep 4 jaarlijks de NSCCT af om zicht te krijgen op het leerpotentieel van de leerling. Vanaf rapport midden groep 7 voegen we, naast de gebruikelijke grafiek over leerontwikkeling, een grafiek toe waarin de leerresultaten gekoppeld zijn aan het uitstroom niveau VO. Ook bij de NSCCT score geven wij het bijpassende uitstroom
niveau aan. In oktober/november groep 8 geven wij een voorlopig schooladvies voor het VO. In januari brengen wij, na de afname van de laatste CITO toetsen, het definitieve schooladvies uit. Wij zijn verplicht om een eindtoets af te nemen bij alle leerlingen in groep 8. Dit is bij ons de IEP Eindtoets. Dit is een landelijke objectieve toets die het referentieniveau van leerlingen meet voor taal en rekenen. Daarnaast kunnen wij de eindtoets gebruiken als second opinion voor ons gegeven schooladvies. overdracht. Nadat onze leerlingen zijn doorgestroomd naar het VO houden we in de gaten in hoeverre ons advies overeenkomt met het gevolgde onderwijs. Dit doen we in het eerste jaar middels gesprekken met mentoren. In de volgende jaren rapporteert het VO ons regelmatig over de resultaten van onze oud-leerlingen. Meetpunt voor de kritische check van ons advies is de overgang van het 2de naar 3de leerjaar. Bij aanmelding van leerlingen bij het VO vult de leerkracht van groep 8, in overleg met de directie en intern begeleider, het BOVO-formulier in. In dit document vermelden wij de resultaten en de mening van de school over de capaciteiten van de leerling. Ouders ontvangen dit formulier ter ondertekening. Ook de adviesbrieven met testuitslagen behoren tot het overdrachtsdossier. De regionaal afgestemde procedure rondom de overgang van leerlingen naar het V(S)O voorziet in een warme..
Interconfessionele basisschool De Ceder Ceder 1, 1628 ME Hoorn T. (0229) 272342 www.cederhoorn.nl