Woordpakket 21 Groep 4

Vergelijkbare documenten
Woordpakket 21 Groep 4 Regel woorden Woorden:

Luisterwoorden: Schrijf het zoals je het hoort. Maandag Dinsdag Woensdag. maakt de muts past praat de rits de snor

Woordpakketten groep 4 van Taalverhaal Spelling. Woordpakket 1 Woordpakket 2. Woordpakket 3 Woordpakket 4

de bult druk de gesp gluur de groep groet haast jeukt de klier knap het lint de pluis de pruik de speen de stof

Klankgroep en lettergreep

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

1 Schrijf het woord op.

1 Schrijf het woord op.

Taalverhaal.nu: Woordpakketten groep 4

BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de straat strekt de borst wenst de straf strak de dorst minst de streep de kerst botst

Woordpakket 1 Groep 5. Regel: Woorden:

BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de borst de straat strekt de dorst wenst de straf strak de kerst minst de streep

Uitprobeerpakket. Uitlegkaarten 4

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

woordpakket 21 Groep 5 woordpakket 22 Groep 5

Woordpakket 1 Groep 5 Knipwoorden Woorden:

Woorden die eindigen op ig en lijk

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Regel: de bloes de bril de broek groot de knie de krul maakt de muts past praat de rits de snor de trui het vest wast

klas Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 4a Twee medeklinkers aan het begin Thema 1 groep 4

Woorden met twee medeklinkers achteraan: Tent: Als, bont, heks, kans, koers, lamp, lift, mens, munt, wesp

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Woorden met v en z. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Woorden met ei en ij

Dit is het lenteboekje van:

Melkweg. Waar woon je? Lezen Alfa A. Het huis

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

haast juist kast kust mest mist nest = = = fiets rits

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Blok 1. Groep 4. Signaaldictee

Een nieuw huis Les 1 groep 4

Een nieuw huis Les 1 groep 4

Inhoudsopgave. categorie Hoorwoorden. Extra materiaal: 45 woorden in klankgroepen verdelen. categorie Net als woorden. pagina

z w aai t n ooi t extra oefenen les 2 thema 4 1 Vul het woord in. 2 Schrijf het goede woord op. Een woord met aai of ooi.

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

Les 3. kist haast juist kast kust mest mist nest muts fiets rits

Vrije tijd Boekje. Mei Juni. Nieuw! Als je dit prentje ziet is er een extra activiteit! Alderande Bewoners. Nieuw concept bbq donderdag 22 juni

Speel-ontdekboek bij De Molenmuis

Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele

Vragenkaartjes voor onderweg!

woordpakket 21 Groep 5 Ook zo-woorden Woorden:

Van alles één! Taaljournaal Lessuggestie groep 4 cat. eind -d/-t. Onderwerp Woorden met de klank /t/ op het eind die je schrijft als -d of -t.

Infofiche 1. Bewegen, bewegen, blijven bewegen. Doelstellingen

Woordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 4) tent

Enge mannen en. Je hebt nu al een tijdje aan je Bedtijdplan gewerkt.

Kijk eens goed naar de trui.

as dit muur bak dom rook boom hoog toon dak hut val den jas zaak beul geul mouw bouw hout poes deuk jouw rouw dief kous wieg doek luik zoet

zelfstandig naamwoord

Het is zomer! Activiteiten met baby s. Activiteiten met dreumesen, peuters en kleuters

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

maandag 2 januari 2017

Categorie 43a Verkleinwoorden op je Thema 7 groep 5. Ik hoor ju. Ik schrijf je. huisje. Taal Actief Groep 5 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Liedjes eerste communie 2017

feest-en ka-do feest-muts sling-er trak-ta-tie bal-lon ja-ri-ge lek-kers taar-tjes vlag-gen feest-je uit-no-di-ging kaar-tje smul-len zing-en

Spelling in beeld groep 4 woordpakketten per week

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Liedjes eerste communie 2018

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

woorden met drie medeklinkers

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

" " " " " " " " " " "

De jongen die niet griezelen kon

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

Nieuws vanuit groep 4

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Sint Nicolaas op school. Wel meester, hoe gaat het met Mina en Ko? Ja waarde Sint Niklaas, dat is maar zozo

Nog meer Hotel Hallo - Thema 1 De beestenboel NAAR HET ASIEL

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

Thema brief thema Vakantie

Gemarineerde eendeborst met noodle salade. Nodig voor de eend;

Knutselen met Je knutsel Ei Kwijt

uaïjee> 69iim n o o 9"789027"665768

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

groep4 Thema 4 week 1 werkboek spelling

De ongenode. gast. enk eraan, Jim Hawkins, katten en zeemuizen brengen alleen maar ongeluk!

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Auditieve oefeningen bij het thema: sport en spel

Benodigdheden: Patroon Poppentaartjes & Koekjes

De Molenmuis groep 1 en 2. Speel -ontdekboek

instapkaarten taal verkennen

koers brug wesp heks glas broer greep blik brief kans bloem lamp als bril lift bruin munt bont broek mens

Grammatica - Lidwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

blaadjes THEMA 9 Docentenhandleiding Groep 1/2/3/4/5/6

Hand-outs ouderavond jaar 2

De bliksem. Doel. In deze hoek leer je hoe de bliksem ontstaat. Materiaal. Opdracht. Stap 2: Zet het vergiet boven op het glas.

WERKKAARTEN PROCENTEN

Partytips. Disney. disneyjunior.nl

Infofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek.

Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. hart kam vriendin worst getal kwast fles brug trap kers

instapkaarten spelling

Doe je een stukje karton erin voor de bodem wat te verstevigen

Bekvechten en bloedvergieten, Kaat Mossel tegen de patriotten van Renate Mamber. voor groep 7 en 8

Naam. Zomerboekje week 29

Woordenschat blok 7 gr 4 Les:1 De aardappelpuree: gestampte aardappels met een beetje boter of melk. De banaan: een lange, beetje kromme gele vrucht.

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar

Transcriptie:

Woordpakket 21 Groep 4 t Luisterwoorden Schrijf het woord zoals je het hoort. 2. Hak het woord in klanken. 3. Hoor je /t/ aan het eind? Let op dat het geen regel is. Schrijf het woord met t. d Regel- woorden de beurt het feest de kant de krant de rest de tent de voet het strand het hoofd de hand de hoed de hond de maand de mand de tijd 2. Hoor je /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan d. Let op: woordpakket 22 op volgende bladzijde

Woordpakket 22 Groep 4 t Luisterwoorden Schrijf het woord zoals je het hoort. 2. Hak het woord in klanken. 3. Hoor je /t/ aan het eind? Let op dat het geen regel is. Schrijf het woord met t. d Regel- woorden de gast de kaart de klant de lift de puist de punt de sport de vuist de baard de band de brand de held de huid de wand het zwaard 2. Hoor je /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan d.

Woordpakket 23 Groep 4 t Luisterwoorden Schrijf het woord zoals je het hoort. 2. Hak het woord in klanken. 3. Hoor je /t/ aan het eind? Let op dat het geen regel is. Schrijf het woord met t. d Regel- woorden de boot de kast de kat de kist kort nat heet vast het bed het bord het brood wild goed koud oud 2. Hoor je /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan d. Let op: woordpakket 24 op volgende bladzijde

Woordpakket 24 Groep 4 t Luisterwoorden Schrijf het woord zoals je het hoort. 2. Hak het woord in klanken. 3. Hoor je /t/ aan het eind? Let op dat het geen regel is. Schrijf het woord met t. d Regel- woorden de geest de kwast het net de pot de put riet vet zoet de draad glad het kleed luid de naald hard goud 2. Hoor je /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan d.

Woordpakket 25 Groep 4 Samenstellingen Knip het woord in je hoofd in losse woorden. 2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar. 3. Denk bij ieder woord of je te maken hebt met - luisterwoorden - ook-zo woorden - onthoud-woorden - regelwoorden de bloempot de deurmat het eigeel het huisdier de ijskast de kauwgom de stoelpoot de stoeprand de stofdoek het tuinhek de voetbal de voordeur de voortuin het zonlicht de zwemband Woordpakket 26 Groep 4 Samenstellingen Knip het woord in je hoofd in losse woorden. 2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar. 3. Denk bij ieder woord of je te maken hebt met - luisterwoorden - ook-zo woorden - onthoud-woorden - regelwoorden de dakpan het droogrek de haarlak de koelkast de oorbel het plakband de roeiboot het roomijs de rugzak de slagroom de slasaus de smeerkaas de soepkom de wasbak het zeepsop

Woordpakket 27 Groep 4 Samenstellingen Knip het woord in je hoofd in losse woorden. 2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar. 3. Denk bij ieder woord of je te maken hebt met - luisterwoorden - ook-zo woorden - onthoud-woorden - regelwoorden de duikplank de fietsbel de gangkast de kaasplank de ligstoel net luchtbed de melkfles de rolstoel de roltrap de sneltrein het springtouw het stokbrood de tuinstoel de zitplaats de zwembroek Woordpakket 28 Groep 4 Samenstellingen Knip het woord in je hoofd in losse woorden. 2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar. 3. Denk bij ieder woord of je te maken hebt met - luisterwoorden - ook-zo woorden - onthoud-woorden - regelwoorden de fietsband de fietspomp de frisdrank de fruitschaal de kerkklok de leesbril de lichtknop het raampje het puntdak het schrijfblok de tuinslang het vloerkleed de wijnfles het wijnglas de zuurstok

Woordpakket 29 Groep 4 je tje pje Verkleinwoorden Knip in je hoofd het woord en het verkleinstukje los. 2. Herken je een verkleinwoord? Schrijf eerst het woord op, dan het verkleinstukje. Ook-zo woorden het armpje het broertje het hapje het ijsje het koekje het kopje het mesje krijgen het slokje het stoeltje het taartje het touwtje het treintje het uurtje het zoontje 2. Hoor je /ju/, /tju/ of /pju/ en is het een verkleinwoord? Schrijf je, tje of pje. Woordpakket 30 Groep 4 je tje pje Verkleinwoorden Knip in je hoofd het woord en het verkleinstukje los. 4. Zeg het woord zachtjes voor jezelf. 5. Herken je een verkleinwoord? Schrijf eerst het woord op, dan het verkleinstukje. 6. Lees nog een keer na of je het goed Ook-zo woorden het baantje het biertje het bordje het broodje het haartje het klontje het kraantje sluipen het meertje het pakje het riempje het vormpje het vuistje het wormpje het zwaantje 4. Zeg het woord zachtjes voor jezelf. 5. Hoor je /ju/, /tju/ of /pju/ en is het een verkleinwoord? Schrijf je, tje of pje. 6. Lees nog een keer na of je het goed