INHOUD. HOOFDSTUK 1 Doelstellingen en functies van het financieel beleid 1

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Lijst van tabellen... xix Lijst van figuren... xxiii HOOFDSTUK 1.

HANDBOEK BEDRIJFSFINANCIERING

Handboek Bedrijfsfinanciering

Handboek Bedrijfsfinanciering

Financieel Management

INHOUD. Beknopte biografie van de auteurs. HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1. HOOFDSTUK 2 Inleiding tot de jaarrekening 19

Financial Management BDK A. Kapitaalkosten

Inhoud 5. Voorwoord Inleiding 13

Sectie A: Samenvatting van de waarderingsregels... 1 Sectie B: Boekhoudregels Toepasselijke IFRS normen... 4

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

Tentamen Corporate Finance 2008 II

Inhoud. Voorwoord. Handboek Corporate Finance & Treasury Een verantwoording 15

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow

Hoofdstuk 2 De ondernemingsdoelstelling: het creëren van waarde 25

Financieel Management

Welkom. RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering. ValuePro - RB Studiekring 1

Tentamen Corporate Finance 2007 I

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Thema 10 De financiering van de onderneming

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

TIJ Delft T«chnt5che Universiteit Detft

Aanpak, risico s en waardering

Agenda. Wie is De Hooge Waerder?

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen.

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

19 mei Wat is de waarde van een bedrijf?

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

Waardering van een Onderneming

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

INHOUD. Deel I Overdracht van ondernemingen

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30)

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN...

VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!)

FINANWA_VB_1110.book Page 7 Tuesday, September 6, :56 AM INHOUDSOPGAVE

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5

Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 8

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN

Oefenopgaven Hoofdstuk 8

Economische waarde voor de waardering van de onderneming

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

1 Het kasstroomoverzicht

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

Inhoud. Voorwoord... DEEL I INLEIDING

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

VBI WINKELFONDS NV ANNEXUM. Directie Annexum Beheer B.V. WTC, G-Toren Strawinskylaan XX Amsterdam HALFJAARBERICHT 2012

Dorssport bedrijfswaardering basis concept jaarrekening 2017

Omzet + 10,5 % Winst per aandeel 0,54 EUR Voorstel tot betaling van een dividend van 0,27 EUR per aandeel

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

FISCALE ASPECTEN BIJ OVERNAME


Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

eindexamenprogramma m&o vwo

Financieel Management

Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel TREASURY MANAGEMENT MAANDAG 27 JUNI UUR

1. Geconsolideerde resultatenrekening IN DUIZENDEN EURO

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel. Finance & Riskmanagement. Vrijdag 24 juni uur

HOOFDSTUK 2 Historisch overzicht van de wettelijke bepalingen 7

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Financieel Managment

INHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen

HALFJAARBERICHT 2018 WONINGFONDS NIEUWEGEIN CV

Inhoud. Auteurs Ten geleide... 10

TOELICHTING BIJ DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING

HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005

Tentamen Corporate Finance 2009 I

A. Financieel Management

Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad.

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN

Kerncijfers. 1. Overzicht voor de aandeelhouders 2016 >5% VERDELING PER ACTIVITEITENSECTOR

Business Valuation : groeiend belang

Financieel Managment

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Inverko NV boekt een operationele winst in 2013 van ,- en versterkt verder het eigen vermogen. Inverko Polymers B.V. draait beter dan verwacht.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening

De investeringsanalyse

Halfjaarbericht N.V. Dico International

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA AMSTELVEEN Telefoon Fax

Activa met lange omloop vastliggende activa Activa met korte omloop Vermogensbronnen (passief) Eigen vermogen

2. Geconsolideerde verkorte halfjaarcijfers

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

Hoofdstuk 1: Financieringslandschap

Transcriptie:

INHOUD Inleiding v HOOFDSTUK 1 Doelstellingen en functies van het financieel beleid 1 Inleiding 1 1.1. De rol van de financieel directeur 1 1.2. De doelstelling van de onderneming vanuit financieel standpunt 2 1.2.1. Welke doelstelling? 2 1.2.2. Corporate governance: management versus aandeelhouders 4 1.2.3. Maximaliseren van de waarde van de onderneming als normatieve doelstelling 7 1.3. Indeling van de financiële functie 7 1.3.1. Investeringsbeslissingen (activa) 7 1.3.2. Financieringsbeslissingen (passiva) 8 1.3.3. Dividendbeslissingen 8 1.3.4. Speciale beslissingen 8 1.3.5. Financieel beleid 9 1.4. Perfecte kapitaalmarkten, efficiënte kapitaalmarkten en de (verloren?) zoektocht naar hoge beleggingsrendementen 9 1.4.1. Een perfecte kapitaalmarkt: een irrealistisch ideaal 10 1.4.2. Van perfecte kapitaalmarkten naar efficiënte markten 10 Bronnen 13 DEEL 1. FUNDAMENTELE WAARDERINGSPRINCIPES 15 HOOFDSTUK 2 Basisbegrippen van waardering 17 Inleiding 17 2.1. Enkelvoudig bedrag, te ontvangen of te betalen na één jaar 18 ix

Handboek bedrijfsfinanciering 2.1.1. Toekomstige waarde na één jaar 18 2.1.2. Huidige of contante waarde van een toekomstige geldstroom na één jaar 19 2.2. Enkelvoudig bedrag, te betalen of te ontvangen na n jaar 20 2.3. Impact van de intrest- of verdisconteringsfactor 23 2.4. Intrestperiodiciteit kleiner dan één jaar 26 2.4.1. Contante waarde met een periodiciteit kleiner dan één jaar 28 2.5. Toekomstige en huidige waarde van een reeks van verschillende geldstromen 29 2.6. Huidige waarde van een reeks van gelijke geldstromen 30 2.6.1. Oneindige reeks van gelijke geldstromen 30 2.6.2. Oneindige reeks, constant groeiende geldstromen 30 2.6.3. Eindige reeks van gelijke geldstromen 30 2.7. Nominale en reële intrestvoeten op leningen met periodiciteit kleiner dan één jaar 32 HOOFDSTUK 3 Waardering van (obligatie)leningen en aandelen 35 Inleiding 35 3.1. Waardering van eenvoudige (obligatie)leningen 35 3.1.1. Het waarderingsmodel 35 3.1.2. Impact van veranderingen in de resterende looptijd en in het vereist rendement 36 3.1.3. Determinanten van het vereiste rendement 38 3.1.4. Nulcouponobligaties 40 3.1.5. De duration van een obligatielening 42 3.2. Dividendwaarderingsmodellen voor aandelen 44 3.2.1. Beleggingshorizon van één jaar 45 3.2.2. Algemeen dividendwaarderingsmodel 47 3.2.3. Groeimodellen 48 HOOFDSTUK 4 De relatie tussen het vereist rendement en risico 55 Inleiding 55 4.1. Bepaling van het risico 55 4.1.1. Lessen uit de geschiedenis 55 4.1.2. Standaardafwijking: een maatstaf voor risico 57 4.1.3. Risico en rendement in de financiële theorie: overzicht van de assumpties 58 4.2 Houding ten opzichte van risico 58 4.2.1. Risicoaversie 58 4.2.2. Risiconeutraal 60 x

Inhoud 4.2.3. Risicopreferent 61 4.2.4. Uitzonderingen op de assumptie van risicoaversie 62 4.3 Het efficiënte-set-theorema en risico 63 4.3.1. Afweging rijkdom ten opzichte van risico 63 4.3.2. Het efficiënte-set-theorema 64 4.3.3. Efficiënte-set-theorema en nutsfunctie 64 4.3.4. Voorbeeld 65 4.4 Berekening van het verwachte rendement en risico 67 4.4.1. Berekening van het verwachte rendement E(R) 68 4.4.2. Berekening van het verwachte risico (σ 2 (R)) 69 4.5. Het effect van diversificatie: investeren in meerdere aandelen 70 4.5.1. Combinaties van twee aandelen 70 4.5.2. Beleggen in meer dan twee aandelen 74 4.5.3. Beleggen in een risicovolle en een risicoloze investering 76 4.6. De Capital Market Line 78 4.7. Het vereiste rendement van een individueel aandeel 80 4.7.1. Afleiding van het Capital Asset Pricing Model (CAPM) 80 4.7.2. Wat wordt door het CAPM weergegeven? 82 4.8. Bèta als maatstaf voor risico 83 4.8.1. Ex post versus ex ante rendementen 83 4.8.2. Sensitiviteit ten opzicht van de markt 83 4.8.3. Risico in Europa en België 85 4.8.4. Berekening van bèta in de praktijk 86 4.8.5. De bèta van een portfolio 87 4.8.6. Stabiliteit van bèta 88 4.9 Opsporen van over- en ondergewaardeerde aandelen via CAPM 88 4.9.1. Definitie van over- of onderwaardering 88 4.9.2. Illustratie: Colruyt en Bekaert 90 4.10. Andere risicofactoren 91 4.10.1. Het Arbitrage Pricing Model 91 4.10.2. Voorbeelden van bijkomende risicofactoren (= fudge factors ) 92 4.10.3. Empirische verantwoording bijkomende risicofactoren 93 Referenties 94 HOOFDSTUK 5 Waarderen van opties 95 Inleiding 95 5.1. Definitie 96 5.1.1. Het recht 96 5.1.2. Beperkte duur 96 xi

Handboek bedrijfsfinanciering 5.1.3. Uitoefenprijs 96 5.1.4. De onderliggende waarde 97 5.1.5. Kopen of verkopen 97 5.2. Waarde van een optie op uitoefendatum 97 5.2.1. Positie van de optiekoper 97 5.2.2. Het recht van de koper is de plicht van de verkoper 100 5.3. Waardering van opties: kwalitatieve benadering 101 5.3.1. Eindwaarde 101 5.3.2. Tijdswaarde 103 5.4. Waardering van opties: kwantitatieve benadering 109 5.4.1. Binomiaalmethode 109 5.4.2. Binomiaalmethode: nu ook in twee stappen 113 5.4.3. De Black & Scholes-formule 115 5.4.4. Waardering van een putoptie 116 5.4.5. Amerikaanse opties 119 Referenties 119 Bijlage 5.1. 120 DEEL 2. INVESTERINGSANALYSE EN KAPITAALKOST 129 HOOFDSTUK 6 Beoordeling van investeringsprojecten 131 Inleiding 131 6.1. Het bepalen van de kasstromen 132 6.1.1. Algemene basisprincipes 132 6.1.2. Sunk costs 133 6.1.3. Opportuniteitskosten 134 6.1.4. Neveneffecten 134 6.1.5. De levensduur van het project 134 6.2. Voorbeeld: een expansie-investering 135 6.2.1. Bepalen van de impact op het jaarlijks resultaat 135 6.2.2. Bepalen van de verandering in nettobedrijfskapitaal 137 6.2.3. Bepalen van de investeringskasstromen 138 6.3. Evaluatiemethoden 139 6.3.1. Gemiddeld boekhoudkundig rendement 139 6.3.2. Terugverdienperiode 140 6.3.3. Interne rendementsgraad (IRG) 141 6.3.4. Netto-contantewaardemethode (NCW) 142 xii

Inhoud 6.4. Vergelijking netto contante waarde en interne rendementsgraad 143 6.4.1. Eén project 143 6.4.2. Mutueel exclusieve projecten 146 HOOFDSTUK 7 Verdere verfijningen van de investeringsbeoordeling 151 Inleiding 151 7.1. De impact van inflatie 151 7.1.1. Inflatie en intrest 151 7.1.2. Inflatie en investeringsprojecten 152 7.2. Kapitaalrantsoenering 154 7.3. Projecten met verschillende levensduur 156 7.4. Reële opties in investeringsprojecten 158 7.4.1. Het belang van reële opties in strategische investeringsprojecten 158 7.4.2. Een vergelijking tussen financiële en reële opties 160 7.4.3. Voorbeeld: optie om een project stop te zetten 161 Referenties 164 HOOFDSTUK 8 Kapitaalkost 165 8.1. Basisprincipes van de kapitaalkost 165 8.2. Vereist rendement op gewoon aandelenkapitaal 167 8.3. De kost van preferente aandelen 168 8.4. De kost van schuldfinanciering 169 8.5. De gewogen gemiddelde kapitaalkost van een onderneming 170 8.6. Het vereist rendement van een investeringsproject in een gediversifieerd bedrijf 174 8.6.1. Systematisch risico van een gediversifieerd bedrijf 174 8.6.2. Voorbeeld 174 8.6.3. Vuistregel bij de evaluatie van projecten 176 8.6.4. Loskoppelen van de investerings- en financieringsbeslissing 176 xiii

Handboek bedrijfsfinanciering DEEL 3. FINANCIERINGS- EN DIVIDENDSTRATEGIE 179 HOOFDSTUK 9 Heeft de kapitaal structuur enig belang? 181 Inleiding 181 9.1. Maximalisatie van de ondernemingswaarde en de waarde voor de aandeelhouders 182 9.2. Modigliani en Miller: de kapitaalstructuur heeft geen belang in een perfecte kapitaalmarkt 182 9.2.1. Impact van de kapitaalstructuur op de waarde van de onderneming 182 9.2.2. De impact van de kapitaalstructuur op het rendement voor de aandeelhouders 185 9.2.3. Impact van de kapitaalstructuur op de kapitaalkost 188 9.3 De impact van vennootschapsbelastingen 190 9.3.1. De impact van vennootschapsbelastingen op de waarde van de onderneming 191 9.3.2. De impact van vennootschapsbelastingen op de kapitaalkost en de kost van het eigen vermogen 193 9.3.3. De impact van de notionele intrestaftrek op het eigen vermogen van Belgische ondernemingen 194 9.4. Faillissementskosten 197 9.4.1. Betalingsproblemen 198 9.4.2. Belangenconflicten en informatieproblemen 198 9.4.3. De kosten verbonden aan een mogelijk faillissement 200 9.4.4. De impact van faillissementskosten op de kapitaalstructuur 201 Referenties 203 HOOFDSTUK 10 Andere aspecten van de kapitaalstructuur 205 Inleiding 205 10.1. Belastingen 206 10.1.1. Vennootschaps- en personenbelastingen 206 10.1.2. De Miller-theorie 208 10.1.3. Het effect van belastingen samengevat 210 10.2. Belangenconflicten tussen aandeelhouders en schuldeisers 211 10.2.1. De agencyrelatie tussen aandeelhouders en schuldeisers 211 10.2.2. Strategieën van aandeelhouders ten koste van schuldeisers 212 10.2.3. Beperkingen voor de onderneming 215 10.3. Eigen vermogen en vreemd vermogen als opties 216 xiv

Inhoud 10.4. Belangenconflicten tussen aandeelhouders en managers 218 10.5. De Pikordetheorie van kapitaalstructuur 220 Referenties 222 HOOFDSTUK 11 Dividendpolitiek 223 11.1. De dividendpolitiek van Belgische ondernemingen 223 11.2. Dividendpolitiek is irrelevant in een wereld met perfecte kapitaalmarkten 227 11.2.1. Voorbeeld: dividendpolitiek en waarde 227 11.2.2. Conclusie 230 11.3. Dividendpolitiek in imperfecte kapitaalmarkten: relevantie voor waardering 231 11.3.1. Belastingen 232 11.3.2. Welke belastingen beïnvloeden de dividendpolitiek? 233 11.3.3. Hoe beïnvloeden belastingen de dividendpolitiek? 235 11.4. Andere imperfecties 238 11.4.1. Cliëntèle-effect (vooral belangrijk in beursgenoteerde bedrijven) 238 11.4.2. Asymmetrische informatie (vooral belangrijk in beursgenoteerde bedrijven) 240 11.4.3. Agencyproblemen en corporate governance (vooral belangrijk in beursgenoteerde bedrijven) 243 11.5. Conclusie: vuistregels voor financiële managers 244 11.6. Dividendpolitiek in België bij beursgenoteerde ondernemingen 245 HOOFDSTUK 12 Andere aspecten van dividendpolitiek 249 Inleiding 249 12.1. Dividendpolitiek in de praktijk 249 12.1.1. Het model van Lintner 249 12.1.2. Stabiliteit van dividenden 251 12.1.3. Regelmatige en extra dividenden 253 12.2. Aandelendividend 253 12.2.1. Wat? 253 12.2.2. Waarde van een aandelendividend 254 12.2.3. Keuzedividend 256 12.3. Aandelensplitsing 257 12.3.1. Wat? 257 12.3.2. Waarde van een aandelensplitsing 257 12.3.3. Samenvoeging van aandelen 258 xv

Handboek bedrijfsfinanciering 12.4. De inkoop van aandelen 259 Referenties 264 DEEL 4. (MIDDEL)LANGETERMIJNFINANCIERING 265 HOOFDSTUK 13 Uitgifte van aandelen 267 13.1. Aandelen 267 13.1.1. Kenmerken 267 13.1.2. Rechten voor de aandeelhouders 269 13.1.3. Preferente aandelen 271 13.2. Georganiseerde aandelenmarkten 273 13.3. Openbare uitgifte van aandelen 275 13.3.1. Openbare uitgifte versus private plaatsing 275 13.3.2. De rol van de begeleidende banken 276 13.3.3. Prijsbepaling 278 13.3.4. Andere kenmerken van openbare uitgifte 279 13.3.5. Underpricing van beursintroducties 280 13.3.6. Een voorbeeld: de beursintroductie van Alfacam 282 13.4. Bevoorrechte inschrijving op aandelen 284 13.4.1. Bevoorrechte inschrijving en voorkeurrecht 284 13.4.2. Waarde van het voorkeurrecht 287 13.4.3. Succes van een bevoorrechte inschrijving 290 13.5. Voor- en nadelen van een beursnotering 292 Referenties 294 HOOFDSTUK 14 (Middel)langetermijnschulden 295 Inleiding 295 14.1. De kredietbeslissing 297 14.1.1. Algemene principes 297 14.1.2. Beschermende clausules 297 14.1.3. Waarborgen 300 14.2. Soorten kredieten verstrekt door financiële instellingen 302 14.2.1. Termijnkredieten 302 14.2.2. Wentelkredieten 302 14.2.3. Hypothecair krediet 303 14.2.4. Uitrustingskrediet 303 xvi

Inhoud 14.3. Obligatieleningen: inleidende begrippen 304 14.4. Soorten obligaties 305 14.5. Obligaties met vervroegde terugbetalingsmogelijkheid (call optie) 310 14.5.1. De clausule van vervroegde terugbetaling 310 14.5.2. Waarde van de clausule van vervroegde terugbetaling bij uitoefening 312 14.6. Obligaties met warrants 315 14.6.1. Definitie en kenmerken 315 14.6.2. Waardering van een obligatie met warrant 317 14.7. Converteerbare obligaties 321 14.7.1. Definities 321 14.7.2. De kost en waardering van een converteerbare obligatielening 323 14.7.3. Waarom worden converteerbare obligaties uitgegeven? 326 Referenties 327 HOOFDSTUK 15 Leasing 329 Inleiding 329 15.1. Vormen van leasing 329 15.1.1. Financiële leasing en operationele leasing 329 15.1.2. Speciale vormen van financiële leasing 331 15.2. Boekhoudkundige en fiscale verwerking 332 15.2.1. Boekhoudkundige verwerking 332 15.2.1. Fiscale behandeling 333 15.3. Aan leasing toegeschreven voordelen 333 15.3.1. Dubieuze voordelen van leasing 333 15.3.2. Werkelijke voordelen van leasing 334 15.4. Beslissing: kopen en financieren met een lening of leasen? 336 15.4.1 De incrementele kasstromen van leasen in plaats van kopen 336 15.4.2. Verdiscontering van de incrementele kasstromen 339 15.4.3. De netto huidige waarde van leasing nader toegelicht 340 15.4.4. Leasing en de netto huidige waarde van de investering 342 DEEL 5. BEHEER VAN HET NETTOBEDRIJFSKAPITAAL 345 HOOFDSTUK 16 Beheer van het nettobedrijfskapitaal 347 Inleiding 347 16.1. De hedging benadering in de looptijd van de financiering 348 xvii

Handboek bedrijfsfinanciering 16.2. De impact van de nettobedrijfskapitaalbehoefte 350 16.3. Financiële planning als middel om de financiële behoefte in te schatten 355 16.3.1. Voorbeeld 355 16.3.2. Bepalen van de cashflow uit operaties 356 16.3.3. De totale kasstromen 358 16.3.4. De eindbalans 360 16.4. Slotbeschouwingen bij financiële planning 360 16.4.1. Sensitiviteits- en scenarioanalyses 360 16.4.2. Planningshorizon en periodiciteit van de planning 361 HOOFDSTUK 17 Handelsvorderingen 363 17.1. Waarom verstrekken ondernemingen handelskrediet? 364 17.2. Strategische aspecten bij het beheer van handelsvorderingen 364 17.3. Bepalen van de betalingspolitiek 366 17.3.1. Instrumenten van de betalingspolitiek 366 17.3.2. Analyse van het betalingsgedrag van de klanten 368 17.4. Impact van diverse elementen van de kredietpolitiek 370 17.4.1. Kredietnorm 370 17.4.2. Kredietperiode 371 17.4.3. Korting voor contante betaling 372 17.4.4. Seizoenskredieten 373 17.4.5. Verliezen wegens wanbetaling 373 17.4.6. Incassopolitiek 374 17.4.7. Samenvatting 376 17.5. Kredietwaardigheidsbeoordeling van de individuele klant 378 17.5.1. Informatieverzameling 378 17.5.2. Kredietanalyse 379 17.5.3. Kredietbeslissing 381 17.6. Andere aspecten van de kredietpolitiek 382 17.6.1. Incassoprocedures 382 17.6.2. Kredietverzekering 383 17.6.3. Factoring 383 Referenties 385 HOOFDSTUK 18 Operationele kortetermijnfinanciering 387 18.1. Handelsschulden 387 18.1.1. Vormen van handelsschulden 387 18.1.2. Handelsschulden als financieringsmiddel 389 xviii

Inhoud 18.1.3. Betaling op vervaldag 389 18.1.4. Betaling na vervaldag 392 18.1.5. Voordelen van het leverancierskrediet 392 18.2. Andere schulden op ten hoogste één jaar 393 18.3. Schulden m.b.t. winstbelastingen door niet of onvoldoende voorafbetaling 395 18.3.1. Het stelsel van voorafbetalingen 395 18.3.2. Kost per kwartaal en op jaarbasis 396 18.3.3. Vergelijking met andere financieringsmogelijkheden 399 HOOFDSTUK 19 Beheer van korte termijn kasoverschotten en -tekorten 403 19.1. Technieken om het kasbeheer te optimaliseren 404 19.1.1. Netting 404 19.1.2. Interne huisbank 406 19.1.3. Cashpooling 406 19.2. Splitsing tussen liquide middelen en geldbeleggingen 407 19.2.1. Het voorraadmodel 408 19.2.2. Statistische modellen: Miller-Orr 410 19.2.3. Probabilistische benadering 412 19.3. Geldbeleggingen 412 19.3.1. Falingsrisico 412 19.3.2. Verkoopbaarheid 413 19.3.3. Looptijd 413 19.3.4. Belastingregime 414 19.3.5. Portefeuillebeheer 414 19.4. Financiële schulden op korte termijn bij kredietinstellingen 416 19.4.1. Kaskrediet of voorschot in rekening-courant 416 19.4.2. Mobiel krediet of voorschotten tegen goedgekeurde vorderingsstaten 417 19.4.3. Vaste voorschotten 417 19.4.4. Wentelkredieten 418 19.4.5. Kortetermijnkredieten met waarborgen 418 19.4.6. Intrestberekening 419 19.5. Geldmarktkrediet of commercial paper 419 Referenties 421 xix

Handboek bedrijfsfinanciering DEEL 6. SPECIALE TOPICS 423 HOOFDSTUK 20 Waardering van ondernemingen 425 Inleiding 425 20.1. Het Discounted Cash Flow (DCF) model van een met eigen vermogen gefinancierde onderneming 426 20.1.1. Algemene beschouwingen 426 20.1.2. Uitgangspunt 426 20.1.3. De toekomstige FCF groeit met een constant percentage 428 20.1.4. De toekomstige FCF s vertonen een ander groeipatroon 429 20.2. De onderneming is gefinancierd met eigen vermogen en vreemd vermogen 432 20.2.1. Bepalen van de FCF s 432 20.2.2. Bepalen van de kapitaalkost 433 20.2.3. Bepaling van de ondernemingswaarde en de waarde van het eigen vermogen 434 20.2.4. De balans in marktwaarde 435 20.3. Vergelijking met gelijkaardige ondernemingen (multiples) 435 20.3.1. Principes 435 20.3.2. Voorbeeld: Rust Roest 436 20.3.3. Voor- en nadelen van multiple-waardering 437 20.4. Slotbeschouwingen 438 HOOFDSTUK 21 Fusies en overnames 439 21.1. Vormen van combinatie van ondernemingen 439 21.2. Taxatie en boekhoudkundige verwerking 441 21.2.1. Taxatie 441 21.2.2. Boekhoudkundige verwerking 441 21.3. De synergiewaarde van fusies en overnames 443 21.4. Redenen voor fusies en overnames 444 21.4.1. Operationele besparingen en schaalvoordelen 444 21.4.2. Lagere kapitaalkost 444 21.4.3. Vervanging van inefficiënte managers 445 21.4.4. Diversificatie 445 21.4.5. Belastingsbesparingen 446 21.4.6. Interne versus externe groei 446 21.4.7. Verhoging van de winst per aandeel 447 21.5. Impact van fusies en overnames op de ondernemingswaarde 449 21.5.1. Uitwisselingsverhouding en waarde per aandeel 449 xx

Inhoud 21.5.2. Betalingswijze en waarde per aandeel 451 21.5.3. Empirisch onderzoek 454 21.6. Openbare overnamebieding 455 21.7. Splitsing van ondernemingen 457 HOOFDSTUK 22 Internationaal financieel beleid 461 Inleiding 461 22.1. Investeren in het buitenland 462 22.1.1. Risico-overwegingen 462 22.1.2. Rendementsoverwegingen 462 22.1.3. Belastingregime 463 22.1.4. Politiek risico 463 22.2. Wisselrisico s 464 22.2.1. Determinanten van wisselkoersen 464 22.2.2. Met welke wisselrisico s worden ondernemingen geconfronteerd? 472 22.2.3. Indekkingstechnieken 476 22.2.4. Waarom indekking van wisselrisico s? 480 22.3. Betaling en financiering van de internationale handel 484 22.3.1. Betaling van de internationale handel: het documentair krediet 484 22.3.2. Financiering van de internationale handel 485 Referenties 487 HOOFDSTUK 23 Financiering van groeigeoriënteerde starters 489 Inleiding 489 23.1. De financiële behoefte 490 23.2. Verschillen tussen het financieren van gevestigde ondernemingen en jonge of groeigerichte ondernemingen 492 23.3. Financieringspartijen 493 23.4. Rendement 497 23.5. Tot slot 502 Referenties 502 xxi

HOOFDSTUK 24 Ondernemingen in moeilijkheden en reorganisatie 503 Inleiding 503 24.1. Oorzaken van ondernemingen in moeilijkheden 503 24.2. Liquidatie of reorganisatie? 504 24.3. Reorganisatie van de onderneming 506 24.3.1. Management-audit en managementreorganisatie 507 24.3.2. Operationele verbetering van de liquiditeit 508 24.3.3. Financiële reorganisatie 509 24.3.4. Verhogen van de langetermijnwaardecreatie 511 24.3.5. Fusie of overname 512 24.4. Ondernemingen in moeilijkheden en de vennootschapswetgeving 513 Referenties 514