Onderwerp: Bijlagen: Verzonden:

Vergelijkbare documenten
PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/57

Regels voor nieuwe woningbouwplannen in Zuid-Limburg

Dossiercode: Bijlagen: Verzonden:

provincie limburg VERZONDEN 1 9 JUL 2013 emeente Beek 13inkQ /07/2013 ROBW

Retailaanpak Parkstad Limburg

Naar een toekomstbestendige winkelstructuur in Zuid-Limburg. Peter Bertholet

Het deelnemen door een gemeenschappelijke regeling (Veiligheidsregio) aan een gemeenschappelijke regeling (ICT).

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

GEMEENTE ONDERBANKEN

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

Eenheid Limburg. Reactietijden politie spoedmeldingen

Voorstel van college dan wel burgemeester aan gemeenteraad

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

Wij hebben uw verzoekbeoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 57 Leefomgeving 25 oktober 2011 onderwerp Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo,

Voorbereidingsbesluit. Cultuurhistorie Enschede. Status: Vastgesteld

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Neimed Krimpbericht. Ontgroening in Limburg. Maart 2014


Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Begrotingswijziging 2017

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

Bijlages Voorstel: Voorstel_6870 Bijlage: Kaart VBB 2016 NL IMRO 0344 VBWONINGBELEID16-VA01-Kader_sept-2016 Bijlage: rvs getekend raadsbesluit nr 86

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk

onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1

Onderwerp Mededeling portefeuillehouder inzake bestuurlijke organisatie Zuid-Limburg (T8113)

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

Ontwerp wijziging PRVS

CVDR. Nr. CVDR611094_1. Beleidsregels nieuwe woningbouwverzoeken. 1. Inleiding. 2. Toelichting beleidsregels. 27 juni 2018

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

Beheersverordening Krommeniedijk

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

BEHOREND BIJ COLLEGENOTA VAN DATUM CORRESPONDENTIENUMMER Sociaal

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad,

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE ONDERBANKEN

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Onderwerp Afwijken van het planologisch regime onder de Wabo (voorheen projectbesluit)

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

STAPPENPLAN VOOR NIEUWE WONINGBOUWINITIATIEVEN geldt voor elk nieuw initiatief

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning gemeente Utrecht. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht;

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

WOZ-monitor Limburg 2009

Geconsolideerde versie Beleidsregel bescherming landschap 2008, inclusief wijziging januari 2014

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ik heb op 30 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens 33 gemeenten, te weten

Behandeld door: Onderwerp: Bijlagen: Verzonden:

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Datum raadsvergadering 20 juli 2017

Capcode Korps Beschrijving Beek Blusgroep Beek Blusgroep Beek HV Beek Meetploeg / WVD

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

CVDR. Nr. CVDR602595_1

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Inhoud voorstel aan Raad

8 november Te besluiten om:

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Datum: 8 oktober Rapportnummer: 2013/140

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

* *

De invloed van de WOZ in de corporatiemarkt.

Adviesnota aan gemeenteraad

12 tijdelijke huurwoningen in het centrum van Surhuisterveen Initiatief draagt bij aan doelen van de Woonvisie nvt

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Gelet op artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Nota vereveningsfonds sociale woningbouw

Transcriptie:

AFSCHRIFT GEMEENTE Gulpen-Wittem De leden van de gemeenteraad Datum: 26 maart 203 Behandeld door Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk U.3.0529 Onderwerp: Bijlagen: Verzonden: de heer R.M.J.G. Defaux Verordening Wonen Zuid-Limburg III llll III II III III II! Ill 2 6 MRT 203 2 Geachte raadslid, Op 29 januari 203 is door Gedeputeerde Staten van Limburg de Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg in ontwerp vastgesteld. De Verordening is door de Provincie Limburg opgesteld omdat zij strakker willen sturen op de woningmarkt in Zuid-Limburg. De strakkere sturing middels een verordening is volgens de Provincie Limburg nodig vanwege enerzijds de demografische ontwikkelingen (krimp van de bevolking) en anderzijds de crisis op de woningmarkt in zijn algemeen en in Zuid- Limburg in het bijzonder. Daarnaast vraagt de verandering in de opbouw van de bevolking, in combinatie met maatschappelijke en economische ontwikkelingen, ertoe dat andere eisen worden gesteld aan de woningen, de woon- en leefomgeving en daarbij behorende voorzieningen. Mede door het vaststellen van de Verordening beoogt de Provincie Limburg het overaanbod aan woningen in Zuid- Limburg tegen te gaan, waardoor de kwaliteit van wonen in Zuid-Limburg overeind blijft en zich verder ontwikkelt tot een interessant vestigingsklimaat voor mensen en bedrijven. Voor de goede orde treft u bijgaand de Verordening aan. Concreet betekent de Verordening dat er in Zuid-Limburg geen nieuwe woningen meer mogen worden toegevoegd aan de bestaande planvoorraad. Het maakt niet uit op welke manier die toevoeging plaatsvindt; een gewijzigde of nieuwe bestemming, functiewijziging, herbestemming etc. Het verbod geldt voor alle plannen die worden vastgesteld nadat de Verordening in werking is getreden. In de Verordening worden 2 uitzonderingen beschreven: ) nieuwe woningen die voldoen aan de door GS vast te stellen "Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg" (deze kwaliteitscriteria zijn momenteel nog onbekend) 2) woningen die op grond van een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan kunnen worden gebouwd dan wel woningen waarvoor reeds een bouwvergunning c.q. omgevingsvergunning is verleend. De Provincie Limburg is voornemens de Verordening Wonen Zuid-Limburg op juli in werking te laten treden. De Verordening geeft Provinciale Staten de mogelijkheid regels te stellen voor bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen die betrekking hebben op een afwijking van het bestemmingsplan en beheersverordeningen. De gemeente is juridisch-planologisch gezien verplicht zich te houden aan deze Verordening wanneer er ruimtelijk relevant besluiten worden genomen. De Verordening is dus ook voor de gemeente bindend, er mag niet van worden afgeweken. De Ontwerp-Verordening Wonen Zuid-Limburg heeft vanaf 8 februari 203 tot en met 2 maart 203 ter inzage gelegen. Wij hebben van de mogelijkheid gebruik gemaakt om onze zienswijze over deze Verordening bij de Provincie Limburg kenbaar te maken. Graag willen wij u in kennis stellen van onze zienswijze die u eveneens bijgaand aantreft. /2

GEMEENTE Gulpen-Wittem Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Heeft u/nog vragen, neemt u dan contact op met de heer R.M.J.G. Defaux via telefoonnummer 5 043-8800752 of e-mail Ralf.Defaux@Gulpen-Wittem.nl. ees 2/2

ÁFSCHMFJ GEMEENTE Gulpen-Wittem Provincie Limburg dhr. B. Bomhoff Postbus 5700 6202 MA MAASTRICHT Datum: Uw brief van: Uw kenmerk: 26 februari 203 6 februari 203 203/676 Ons kenmerk: U.3.0093 Behandeld door: de heer R.M.J.G. Defaux Onderwerp: zienswijze ontwerp Verordening Wonen I voornemen wijziging POLaanvulling VGK Bijlagen: Verzonden: î 4 MRT 203 Geachte heer Bomhoff, Op 7 februari 203 ontvingen wij de ontwerp Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg. Graag maken wij van de mogelijkheid gebruik om onze zienswijze tegen deze Verordening en de voorgenomen wijziging van de POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering kenbaar te maken. Onze zienswijze richt zich op een zestal punten die wij navolgend puntsgewijs zullen toelichten.. Op de eerste plaats zijn wij verbaasd over het feit dat er in de verordening wordt gesproken over een beleidsregel waarin de kwaliteitscriteria voor de bouw van nieuwe woningen worden vastgelegd, terwijl deze bij het ter inzage leggen van het ontwerp niet beschikbaar is. Vanuit juridisch oogpunt achten wij dit niet correct en zelfs in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals bedoeld in de Algemene bestuurswet. In het kader van zorgvuldige besluitvorming alsmede de onderbouwing I motivering van de Verordening in relatie tot de achterliggende doelstelling van de Verordening (kwaliteit bestaande woningvoorraad op peil houden en deze laten aansluiten bij de vraag van de huidige en toekomstige woonconsument) achten wij het noodzakelijk inzicht te hebben in deze criteria alvorens de Verordening in werking treedt. Wij verzoeken u dan ook over deze kwaliteitscriteria voorafgaand aan een eventuele vaststelling van de Verordening door GS met de Zuid-Limburgse gemeenten overleg te plegen en ons formeel de gelegenheid te geven ook op dat onderdeel van de Verordening te reageren. 2. Zuid-Limburg en met name het Heuvelland wordt gekenmerkt door tal van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die tezamen met het prachtige landschap het Nationaal Landschap vormen. Ter voorkoming van leegstand en verloedering van dit soort panden achten wij het noodzakelijk dat monumenten en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen vrijgesteld moeten worden van de verbodsbepalingen in de Verordening. Alleen door voldoende herbestemmingsmogelijkheden, waaronder ook de woonfunctie, kunnen deze panden voor de toekomst behouden worden. Vaak blijkt een herbestemming naar de woonfunctie vanuit economisch oogpunt het meest realistisch en haalbaar. Aan de herbestemming van dit soort panden, die de pareltjes van ons gebied vormen, dient een integrale afweging ten grondslag te liggen, waarbij naast volkshuisvestelijke aspecten ook belangen op het gebied van cultuurhistorie, landschap, leefbaarheid etc een belangrijke rol spelen. /3

GEMEENTE Gulpen-Wittem 3. Eind 202 hebben alle gemeenteraden van de regio Maastricht en Mergelland de regionale woonvisie vastgesteld. Deze woonvisie is in overleg met de provincie Limburg tot stand gekomen. In deze woonvisie is afgesproken dat binnen de regio nog maximaal 340 woningen kunnen worden toegevoegd tot 205. Een onderscheid in harde en/of zachte plannen is daarbij niet gemaakt. Uitgangspunt in de regionale woonvisie is immers de integrale kwaliteit van het plan (o.a. doelgroep, duurzaamheid, locatie, type woning) en niet de juridische status. De Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg komt niet overeen met bovenstaande, tussen gemeenten en Provincie, gemaakte afspraken. Graag vernemen wij van u op welke wijze u deze afspraken een plaats geeft in de Verordening. Door deze afspraken niet te respecteren zal het plancapaciteitsprobleem binnen de regio alleen maar vergroot worden met alle nadelige consequenties van dien. 4. Daarnaast vragen wij aandacht voor de aanpak van de zogenaamde "rotte kiezen" en "andersoortige herstructureringslocaties (bv. leegstaande bedrijfsgebouwen, vrijkomende agrarische bebouwing, schoolgebouwen etc.)" die op verschillende locaties in de dorpskernen I buitengebied voorkomen. Omwille een oplossing voor deze plekken te kunnen bewerkstellingen, achten wij het noodzakelijk dat hiervoor een regeling wordt getroffen in de beleidsregel waarin de kwaliteitscriteria voor nieuwe woningen worden vastgelegd. Ook hier geldt wederom dat op deze plekken meer belangen spelen dan enkel volkshuisvestelijke belangen. Juist vanuit een integrale belangenafweging dient een oplossing voor dit soort plekken gevonden te worden, waarbij (beperkte toevoeging van) woningbouw voorshands niet uitgesloten mag worden. 5. Verder kan het invoeren van deze Verordening mogelijk leiden tot diverse (plan)schadeclaims. Voor plannen die nog niet planologisch zijn verankerd ofwel een (omgevings)vergunning is verleend maar waarover we! overeenkomsten, harde afspraken etc. zijn gemaakt, kan deze Verordening negatieve (financiële) consequenties met zich meebrengen. Wij gaan er van uit dat GS zich hiervan bewust is. Derhalve vragen wij ook aan GS om voor eventuele (plan)schadeclaims in relatie tot deze Verordening eveneens een regeling op provinciaal niveau te treffen. 6. Voorts hebben wij vernomen dat de zorginstellingen binnen afzienbare tijd noodgedwongen geconfronteerd worden met de verdere afbouw van intramurale voorzieningen. Een en ander heeft te maken met de toekomstige financiering van de zorgbehoefte in Nederland. Mogelijkerwijs worden daarbij intramurale voorzieningen omgezet naar extramurale zorgeenheden. Formeel betekent dit planologisch gezien een wijziging van de bestemming maatschappelijke doeleinden naar de bestemming wonen. Op welke wijze moet hiermee worden omgegaan in relatie tot de Verordening? Tot slot willen wij nog een kanttekening plaatsen inzake de BAG. In de praktijk blijkt namelijk dat veel woongegevens worden gegenereerd uit de BAG-administratie. De gevolgen van de verdergaande vulling en koppeling van Basis Administraties voor het kwantitatieve woningbestand worden meer en meer duidelijk. Koppeling van WOZ, GBA en BAG gegevens laat zien dat diverse panden al sinds jaar en dag als woning worden gebruikt maar die niet zijn verwerkt in de planologische onderleggers. Er zijn voorbeelden in zowel het buitengebied als in de kernen. In het vervolgtraject van de koppeling van bestanden zullen beslissingen moeten worden genomen over de administratieve correctie via planologische procedures. Wij gaan er van uit dat over deze administratieve correcties geen discussie wordt gevoerd in relatie tot de bestaande planvoorraad zoals beschreven in de Verordening. 2/3

GEMEENTE Gulpen-Wittem In afwachting van uw reactie, vertrouwen wij erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Heeft u nog vragen, neemt u dan contact op met de heer R.M.J.G J3éíaux via telefoonnummer 043-8800752 of e-mail Ralf.Defaux@GulperŴittem.nl. 7 eej 3/3

provincie limburg PĶ

Artikel Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. regio Zuid-Limburg: het gebied bestaande uit de gemeenten Sittard-Geleen, Stein, Beek, Schinnen, Heerlen, Onderbanken, Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Simpelveld, Voerendaal, Maastricht, Meerssen, Eijsden-Margraten, Valkenburg aan de Geul, Gulpen-Wittem en Vaals. b. bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). In deze verordening wordt onder bestemmingsplan tevens begrepen: - een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld ín artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wro; - een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 Wro; - een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, onder 3 a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken ten behoeve van een project van lokaal ruimtelijk belang; - een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.0 van de Crisis- en herstelwet. c. bestaande planvoorraad: woningen die zijn opgenomen in de op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening vastgestelde bestemmingsplannen en nog niet zijn gerealiseerd. Artikel 2 Nieuwe woningbouw. Een bestemmingsplan voor een gebied gelegen in de regio Zuid-Limburg voorziet niet in de toevoeging van nieuwe woningen aan de bestaande planvoorraad. 2, Dit verbod is niet van toepassing op nieuwe woningen die voldoen aan de door Gedeputeerde Staten vastgestelde 'Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg' Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel. Deze verordening treedt in werking op juli 203. 2. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Wonen Zuid-Limburg. Toelichting Aanleiding In de Agenda voor POL 204 is onder meer de opdracht gegeven voorstellen uit te werken voor een strakkere sturing van de woningmarkt in Zuid-Limburg, door middel van een verordening. Die opdracht wordt momenteel uitgewerkt in het kader van de totstandkoming van POL 204. De woningmarkt in het algemeen en in Zuid-Limburg in het bijzonder bevindt zich momenteel in een crisis. De absolute afname van de bevolking, op korte termijn in Zuid-Limburg en na 2030 in Mídden- en Noord- Limburg, betekent dat er een overaanbod dreigt aan woningen. Daarbij leidt de verandering in de opbouw van de bevolking, in combinatie met maatschappelijke en economische ontwikkelingen, ertoe dat andere eisen worden gesteld aan de woningen, de woon- en leefomgeving en daarbij behorende voorzieningen. Willen we dat de kwaliteit van wonen in Zuid-Limburg overeind blijft en zich verder ontwikkelt tot een interessant vestigingsklimaat voor mensen en bedrijven, zijn stringente maatregelen nodig om de woningmarkt uit het slop te trekken. De provincie werkt hiertoe samen met de gemeenten, regio's en private partners aan een nieuwe aanpak van de woningmarkt in alle drie de regio's van Limburg. Daarbij wordt gewerkt aan visievorming omtrent gezamenlijke ambities en zal ook een afgewogen geheel van maatregelen worden vastgesteld. Eén van die mogelijke maatregelen is regelgeving via een provinciale verordening.

Het duurt echter nog geruime tijd voordat POL 204 en de bijbehorende wijzigingen van de Omgevingsverordening Limburg in werking treden. Dit terwijl de problemen zich opstapelen en de situatie op de woningmarkt zienderogen verslechtert. Het is van eminent belang dat er op korte termijn een interventie wordt gepleegd om ervoor te zorgen dat de situatie op de woningmarkt de komende twee jaren niet verder verslechtert. Die verslechtering zou met name kunnen gebeuren doordat er op regionale schaal relatief te veel nieuwe woningen worden gebouwd zonder dat er woningen worden onttrokken. Hierdoor ontstaat een overaanbod waarbij steeds meer woningen leeg komen te staan en verloedering en leefbaarheidsproblemen ontstaan, vooral in die wijken waar verouderde en niet-courante woningen staan. Tevens valt hierdoor de dynamiek in de woningmarkt verder terug waardoor deze verder stagneert en het steeds moeilijker wordt voor mensen om te verhuizen naar een woning die past bij hun behoeften. Daarnaast zijn veel bestaande woningplannen ontworpen in een periode waarin minder zicht was op de snelheid waarmee de demografische ontwikkelingen in Zuid-Limburg zich manifesteren. Hierdoor sluiten ze programmatisch niet voldoende aan bij de verwachte verandering in de vraag voor wat betreft kwaliteit of ligging die hierdoor optreedt. De mismatch tussen vraag en aanbod in kwantiteit en kwaliteit neemt steeds verder toe. Ingrijpen om dit proces te stoppen is daarmee urgent en kan niet wachten op POL 204. Doelstelling Met de verordening wordt beoogd te borgen dat de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad op peil blijft en aansluit bij de vraag van de huidige en toekomstige woonconsument. De vitaliteit en de kwaliteit van wonen en leven in zuid-limburg wordt hiermee versterkt. De Verordening moet voorkomen dat de mismatch tussen vraag en aanbod in kwantiteit en kwaliteit verder toeneemt. Dit betekent dat het overaanbod aan woningen niet verder mag toenemen en dat de kwaliteit van nieuwbouw woningen moet voldoen aan de eisen van de huidige en toekomstige woonconsument. Er mogen geen "ongewenste" woningen bij komen. We gebruiken hier de term 'ongewenst' om aan te geven dat het niet de bedoeling is dat de hele woningmarkt 'op slot' gaat. Er zijn plannen in de maak voor woningen die ook in deze fase als wenselijk en zelfs noodzakelijk kunnen worden beschouwd. Ook valt het niet uit te sluiten dat in de nabije toekomst nieuwe plannen worden gemaakt voor woningen, die eveneens wenselijk worden geacht. Dergelijke plannen moeten natuurlijk doorgang kunnen vinden. De vraag of een plan wenselijk is - en dus buiten het verbod van de verordening valt - hangt van een groot aantal factoren af. Factoren die samenhangen met het plan zelf, de locatie en de invloed op de woningvoorraadontwikkeling in zijn geheel. Voorbeelden hiervan zijn onder meer de prioriteit die een plan heeft in de regionale planning, inbreidingslocatie versus uitbreiding, duurzaamheid van het plan en de relatie met leegstand van kantoren en winkels. In elk geval gaan wij ervan uit dat indien tegenover een nieuw plan voldoende compenserende maatregelen in de vorm van sloop en/of het schrappen van bestaande, harde plancapaciteit staan, een dergelijk plan doorgang moet kunnen vinden. Het is onmogelijk om nu al in deze verordening aan te geven welke plannen wel en welke niet gewenst zijn. Daarom is deze verordening zo opgesteld, dat Gedeputeerde Staten de opdracht krijgen per geval te beoordelen of een nieuwe woning als gewenst kan worden beschouwd en buiten het verbod van de verordening valt of niet. Ten behoeve van die beoordeling ontwikkelen Gedeputeerde Staten zogenaamde Kwaliteitscriteria voor nieuwe woningen in Zuid-Limburg. Deze kwaliteitscriteria worden momenteel samen met de regionale partners in Zuid-Limburg opgesteld. Gedeputeerde Staten dienen de criteria vast te leggen in een beleidsregel. Deze beleidsregel treedt gelijk met deze verordening in werking. De beleidsregel is een flexibel instrument en kan tussentijds gewijzigd worden, indien de omstandigheden of gewijzigde inzichten daartoe aanleiding geven. Als dat gebeurt dan treedt de gewijzigde beleidsregel in werking op het moment dat deze wordt bekend gemaakt. Harde, zachte en nieuwe plannen Er worden drie soorten woningbouwplannen onderscheiden: harde, zachte en nieuwe plannen. Onder 'harde' plannen verstaan wij alle nieuwe woningen die zijn opgenomen in bestemmingsplannen, beheersverordeningen en omgevingsvergunningen, die op het moment van inwerkingtreding van deze

verordening door de gemeenteraad en burgemeester en wethouders zijn vastgesteld. Bij de 'zachte' plannen gaat het om initiatieven voor nieuwe woningen die wel al bekend zijn, maar waarvoor nog geen bestemmingsplan c.s. is vastgesteld. Het gaat om een breed scala aan initiatieven in allerlei stadia van voorbereiding. Zolang voor het betreffende initiatief nog geen definitief bestemmingsplan is vastgesteld, valt het onder de zachte plancapaciteit. Nieuwe plannen zijn initiatieven die nu nog niet bekend zijn en waarmee dus nog geen rekening is gehouden bij het bepalen van de regionale planvoorraad. Deze verordening heeft geen betrekking op de woningen die zijn opgenomen in de 'harde' plannen. Die woningen kunnen in beginseľworden gerealiseerd. Het spreekt vanzelf dat een gemeente uit eigener beweging altijd bevoegd is om de bestaande plannen te herzien, maar op het moment dat de gemeente via zo'n herziening woningen toevoegt, geldt het verbod van de verordening. Bestaande woningen mogen dus wel worden geschrapt, maar er mogen geen nieuwe worden toegevoegd. Bij zachte plannen gaat het om initiatieven die nog in voorbereiding zijn, dat wil zeggen dat de gemeenteraad nog geen definitief besluit heeft genomen tot vaststelling van het bestemmingsplan of dat burgemeester en wethouders nog geen besluit hebben genomen om de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Voor die plannen geldt dat de voorbereidingsactiviteiten mogen worden voortgezet, maar de definitieve vaststelling of vergunningverlening moet vooralsnog worden aangehouden. Die aanhouding duurt totdat er een definitieve regeling in POL 204 en de Omgevingsverordening Limburg in werking is getreden (zie hierna). Werkingsduur en aanpassing van POL-aanvulling VGK Deze verordening is een tijdelijke regeling, bedoeld om de periode tussen nu en de vaststelling van POL 204 te overbruggen. Het vigerende volkshuisvestingsbeleid van de provincie Limburg is vastgelegd in de POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (VGK) van 2009 en uitgewerkt in de Provinciale Woonvisie van februari 20. Dat beleid wordt momenteel aan een heroverweging onderworpen. Dat gebeurt in het kader van POL 204. In POL 204 is de herstructurering van de woningmarkt één van de twaalf prioritaire thema's. Bij die heroverweging zullen uitdrukkelijk ook de rolverdeling en het sturingsvraagstuk aan bod komen, voor alle drie de Limburgse regio's. Onder meer zal dan bekeken worden of de inzet van het instrument regelgeving noodzakelijk is om sturing te geven aan de beleidsvoornemens op de woningmarkt. In de Agenda voor POL 204, die in juni 202 is vastgesteld, hebben wij al aangegeven ervan uit te gaan dat een verordening in de regio Zuid-Limburg noodzakelijk zal blijken te zijn, gelet op de precaire situatie van de woningmarkt aldaar. Op dit moment is er nog geen verordening voor wonen in de provincie Limburg. Een dergelijk instrument werd bij het vaststellen van de POL-aanvulling VGK nog niet nodig geacht. De omstandigheden zijn echter (drastisch) gewijzigd. Vandaar dat wij om de hierboven vermeide redenen hebben besloten om voor Zuid- Limburg de POL-aanvulling op dit punt te herzien en over te gaan tot het vaststellen van deze verordening. Deze herziening is tijdelijk, want zodra POL 204 wordt vastgesteld, zal er nieuw beleid voor de gehele woningmarkt worden vastgesteld, inclusief de bijbehorende verordening. De nu voorliggende verordening zal alsdan weer worden ingetrokken. Wettelijke grondslag Deze verordening is gebaseerd op artikel 4. van de Wet ruimtelijke ordening. Dat artikel geeft Provinciale Staten de mogelijkheíd om regels te stellen voor bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen waarmee wordt afgeweken van het bestemmingsplan en voor beheersverordeningen. Op grond van artikel 2.2 van de Crisis- en herstelwet worden projectuitvoeringsbesluiten die afwijken van een bestemmingsplan, gelijkgesteld met een omgevingsvergunning waarmee wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Voor de duidelijkheid hebben wij het projectuitvoeringsbesluit nog eens apart genoemd in de definitiebepalingen van deze verordening. De regels in deze verordening zijn zogenaamde instructieregels, dat wil zeggen een opdracht aan het bevoegde gezag, gericht op de inhoud of de toelichting van een bestemmingsplan. Het bevoegde gezag

(gemeenteraad of burgemeester en wethouders) moet die regels in acht nemen wanneer het een besluit neemt. De opdracht is dus bindend, er mag niet van worden afgeweken. Artikelgewijze toelichting In artikel zijn enkele definities opgenomen die van belang zijn voor de afbakening van de verordening. Als eerste is de reikwijdte van de verordening bepaald, door aan te geven welke gemeenten onder het begrip 'regio Zuid-Limburg' vallen. Dat zijn de gemeenten die op dit moment samenwerken in de woonregio's Parkstad Limburg, Westelijke Mijnstreek en Maastricht en Mergelland. Deze regio's vormen samen de woonregio Zuid-Limburg. In de tweede plaats is het begrip 'bestemmingsplan' nader bepaald. Het is de bedoeling dat de verordening niet alleen betrekking heeft op bestemmingsplannen, maar ook op omgevingsvergunningen waarmee wordt afgeweken van een bestemmingsplan. Immers, ook met zo'n omgevingsvergunning kunnen nieuwe woningen worden gerealiseerd zonder dat het bestemmingsplan wordt aangepast. Datzelfde geldt voor het projectuitvoeringsbesluit uit de Crisis- en herstelwet, dat met name bedoeld is voor de bouw van nieuwe woningen. Via de begripsbepaling worden al deze planvormen onder het ene begrip 'bestemmingsplan' gebracht. Tenslotte wordt het begrip 'bestaande planvoorraad' gedefinieerd. Artikel 2, eerste lid, bevat het eigenlijke verbod. Dat verbod richt zich op de toevoeging van nieuwe woningen aan de bestaande planvoorraad. Het maakt niet uit op welke manier die toevoeging plaatsvindt - een gewijzigde of nieuwe bestemming, functiewijziging, herbestemming, etc. Ook de verandering van de ene naar de andere woonvorm valt onder het verbod. Er komt dan een woonvorm bij die er eerst nog niet was. Zo'n (kwalitatieve) verandering kan ook gevolgen hebben voor de bestaande woningvoorraad. Het verbod geldt voor alle plannen die worden vastgesteld nadat de verordening in werking is getreden. Het maakt niet uit of het gaat om een heel nieuw bestemmingsplan of een plan dat nu nog in procedure is, bijvoorbeeld wel in ontwerp, maar nog niet definitief vastgesteld. In artikel 2, tweede lid, zijn de uitzonderingen op het verbod opgenomen. Die uitzonderingen worden opgenomen in een nog vast te stellen beleidsregel. Die beleidsregel krijgt de naam 'Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg'. De beleidsregel wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten en zal gelijktijdig met de verordening bekend gemaakt worden via het Provinciaal Blad. Ook worden de beleidsregel en de verordening via de provinciale website bekend gemaakt. De verordening en de beleidsregel treden in werking op juli 203. Die dag is tevens de peildatum om te bepalen of een woningbouwplan valt onder de bestaande planvoorraad of niet.

Ontwerp Verordening Wonen Zuid-Limburg Besluit Gedep. Staten 29-0-203 Legenda ì i Toepassingsbereik Verordening 7 Wonen Zuid-Limburg -7 Z~7 I Sittard-Geleen y 7 s (X ì Maastricht V. Stein Z Beek Meerssen f Nuth /z c 7 f tas Eijsden-Margraten Schinnen z r Onderbanken Brunssurn ìm \ Heer en i Z \ S ì rv Voerendaal 3 """-A \ Simpelveld i r 7 ZX Gulpen-Wittem V 7 7 Landgraaf X Z kerk rade z ; \ V 7 \ J Vaals Į \ Z \ z 5 km bureau Geo en Administraties i sector GIS Praŵiae Limburg 30 WW 3-0-203 provincie limburg

EINDE DOCUMENT EINDE DOCUMENT