Telefoonnummer 050 520 88 88 Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel 41012153 www.bevolkingsonderzoeknoord.nl



Vergelijkbare documenten
Jaarbericht Voorwoord

Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel

Jaarbericht. Endometriumcarcinoom

Jaarbericht. 2013: op de drempel van verandering Nieuw onderzoekscentrum borstkankerscreening. Groningen. Bevolkings onderzoek darmkanker krijgt vorm

Jaarbericht. Jaar van de communicatie: loop eens mee. 2012: in teken van voorbereiding op verandering. Cervix-team: vast aanspreekpunt

Inhoudsopgave. 1. Introductie pagina 3

Inhoudsopgave. 1. Introductie pagina 3

Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel

Samenvatting Jaarverslag 2013

Jaarbericht startpunt van ingrijpende vernieuwingen

2011: het jaar van samenvoegen en kantelen. Bevolkingsonderzoek Oost

Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel

KRACHTEN BUNDELEN JAARVERSLAG 2015

Samenvatting Jaarbericht 2012

Baarmoederhalskanker screening

Bevolkingsonderzoeken. baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker

Overgang van het bestaande naar het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Procedure Toelating Pathologen voor Bevolkingsonderzoek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt gewijzigd als volgt:

In deze speciale uitgave van Screen. het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Highlights:

Toelatingseisen voor de uitvoering van coloscopieën vanuit het bevolkingsonderzoek darmkanker. Kwaliteitseisen coloscopie.

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015

Wij gaan verhuizen! 2012 Druk met voorbereidingen darmkankerscreening. Highlights:

Jaarverslag 2009 St. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Noord-Nederland

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Stand van zaken. 12 april Yvonne van Oosterhout Manager darmkankerscreening Bevolkingsonderzoek Zuid

CERVIXCARCINOOM. Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016

Onderwerp Doel Nr Indicator Omschrijving Kwaliteitse is

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

OVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA

Mammografie, hoe kan het nog beter?

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014

Notitie klachtenafhandeling bevolkingsonderzoek darmkanker

Regiobijeenkomst Midden-West Bevolkingsonderzoek darmkanker in vogelvlucht

JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014

Procedure (periodieke en volledige) auditing coloscopiecentra

Oncologie Kempen oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

VAN OUD NAAR NIEUW HET VERNIEUWDE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER WORDT VANAF BEGIN 2017 INGEVOERD JULI 2016

Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel

Informatiestromen screeningslaboratoria

FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STICHTING BEVOLKINGSONDERZOEK NOORD GRONINGEN. Profiel: Medisch-zorginhoudelijk & ketenzorg

Vanaf 2013 invoering screening darmkanker. Samenvatting Jaarbericht Beelduitwisseling via digitale snelweg: Highlights: Juni 2012

Colofon Spiegelgesprek 2016 in beeld Bezoek uit Wit-Rusland Opening nieuwe mobiele unit

Jaarverslag. Versie 1.0 Vastgesteld Raad van Bestuur: Goedgekeurd Raad van Toezicht:

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen?

De begrotings- en jaarplancyclus

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Basisscholing. HPV: hoe zit het eigenlijk? Cervixscreening. december 2013

Informatieprotocol. Datum: 27 april 2010 Raad van toezicht Raad van bestuur

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands.

Datum 19 juli 2018 Betreft: Verslag Schriftelijk Overleg (VSO) inzake VSO Bevolkingsonderzoek darmkanker -uitslagen

Screen. Cliënten die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek

Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers.

KORT-CYCLISCHE MONITOR CAPACITEIT (CAPACITEITSMONITOR)

JAARVERSLAG STICHTING BUURDERIJ DE WILDE HAAN

REGLEMENT Kwaliteitsregister voor Screeningsradiologen in het Bevolkingsonderzoek op Borstkanker in Nederland 1 januari 2018

Jaarverslag 2013 Bevolkingsonderzoek Zuid-West

JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2015

Jaarverslag Jaarverslag 2011

Waarom een bevolkingsonderzoek naar darmkanker?

Jaarverslag 2008 St. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Noord-Nederland

OVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR HUISARTSENPRAKTIJKEN

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Jaarbericht 2012 TROTS OP WAARAAN WE IN 2012 GEBOUWD HEBBEN

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?

CONCEPT Jaarverslag 2014 Bevolkingsonderzoek Zuid-West 18 juni

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

monitor bevolkingsonderzoek borstkanker

Reglement Raad van Toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland

Reglement Auditcommissie

Advies Gezondheidsraad

Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Van Leeuwenhoek Kliniek. Beleidsplan 2014

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012)

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Jaarverslag 2016 Cliëntenraad Revalidatiecentrum Roessingh

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

Inhoudsopgave: 1. Raad van Commissarissen Het bestuur De financiële verslaggeving en de positie van de externe accountant...

Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Twente. Jaarverslag 2009

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

I N F O R M A T I E P R O T O C O L R A A D V A N B E S T U U R R A A D V A N T O E Z I C H T J E R O E N B O S C H Z I E K E N H U I S

Nederlandse samenvatting

Jaarverslag 4 1

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

Transcriptie:

Jaarverslag 2013

Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting Bevolkingsonderzoek Noord Bezoekadres Queridolaan 5, 9721 SZ Groningen Correspondentieadres Postbus 425, 9700 AK Groningen Telefoonnummer 050 520 88 88 Identificatienummer NZa n.v.t. Nummer Kamer van Koophandel 41012153 E-mailadres info@bevolkingsonderzoeknoord.nl Internetpagina www.bevolkingsonderzoeknoord.nl

Inhoud 1. Bestuursverslag 5 2. Profiel van de organisatie 8 2.1 Missie en visie 8 2.2 Kernactiviteiten 8 2.3 Belanghebbenden 9 3. Governance 10 3.1 Bestuur en toezicht 10 3.2 Bedrijfsvoering 10 3.3 Cliëntenraad 11 4. Resultaten 12 4.1 Cijfers bevolkingsonderzoek borstkanker 12 4.1.1 Gegevens natraject borstkankerscreening Bevolkingsonderzoek Noord 13 4.2 Cijfers bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 14 4.3 Financieel resultaat 15 5. Beleidsresultaten 16 5.1 Kwaliteitsbeleid 16 5.1.1 Certificering 16 5.1.2 Kwaliteitsbewaking 16 5.1.3 Audits in het kader van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker 17 5.1.4 Visitatie LRCB 18 5.2 Ontwikkelingen borstkankerscreening 18 5.2.1 Rapport Gezondheidsraad over de stand van borstkankerscreening 18 5.2.2 Standaard maken van twee foto s per borst 18 5.2.3 Best practice planning 18 5.2.4 Vijf minuten planning 18 5.2.5 Rolstoelcliënten 19 5.2.6 Vaste unit 19 5.2.7 Opleiding 19 5.2.8 MammoXL 19 5.2.9 Natraject 19 5.2.10 Fotobespreking 19 5.3 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker 20 5.3.1 Basisscholing Cervixscreening (BSC) praktijkassistenten 20 5.3.2 Visitatie van de pathologielaboratoria in het noorden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.3.3 5.4.3 Pilot herhaaluitstrijk 21 5.3.4 Cervixteam 21 5.3.5 Cervixspecial en magazine Leven & Lijf 21 5.3.6 Inrichten natraject 21 5.4 Ontwikkelingen invoering screening darmkanker 22 5.4.1 Verantwoordelijkheid 22 5.4.2 Voorbereiding en uitvoering 22 5.4.3 Activiteiten 22 5.5 Communicatie 23 5.5.1 Externe communicatie 23 5.5.2 Informatiepakket bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 23 5.5.3 Arbeidsmarktcommunicatie 23 5.5.4 Interne communicatie 23 Jaarverslag 2013 Pagina 3 van 37

5.5.5 Huisstijl 23 5.6 Reacties en klachten cliënten 23 5.6.1 Overzicht reacties en klachten cliënten 24 5.6.2 Klachtenregistratiesysteem 25 5.7 ICT/facilitair 25 5.7.1 Onderzoeken storage 25 5.7.2 Upgrade netwerk capaciteit 25 5.7.3 Onderzoeken Virtualisatie 25 5.7.4 Bereik draadloos netwerk 26 5.7.5 Vervangen/updaten/uitbreiden 26 5.7.6 Tablets 26 5.7.7 Video conference 26 5.7.8 Systeembeheer 26 6. Organisatie 27 6.1 Personeelsformatie 27 6.1.1 Verloop 27 6.1.2 Verzuim 28 6.1.3 Arbo 28 6.1.4 Vertrouwenspersoon 29 7. Bijlagen 30 7.1 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht (per 31 december 2013) 30 7.2 Resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente 31 7.3 Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per gemeente per geboortecohort 32 7.4 Overzicht afmeldredenen bevolkingsonderzoek borstkanker 35 7.5 Overzicht afmeldredenen bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 35 7.6 Naijleffect oproepschema s 2010, 2011 en 2012 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 36 7.7 Organogram Bevolkingsonderzoek Noord 37 Jaarverslag 2013 Pagina 4 van 37

1. Bestuursverslag Meer nog dan 2012 stond het afgelopen jaar in het teken van de landelijke invoering van de darmkankerscreening voor mannen en vrouwen van 55 tot 75 jaar. De aanvankelijk geplande invoering per 1 september 2013 is niet gehaald, met name door discussies over de gebruikte zelfafnametest. Wel startte op die datum de pilot in de regio Zuid-West, om na te gaan of ColonIS, het ICT-systeem dat processen bij de screeningsorganisaties, coloscopiecentra, klinisch chemische laboratoria en het landelijk inpakcentrum faciliteert, in de praktijk zou werken. Tevens werden alle werkprocessen onder de loep genomen. Op basis van de pilot is besloten dat de landelijke invoering per 1 januari 2014 doorgang kon vinden. Door het verschuiven van de startdatum zouden mensen die in 2013 75 jaar waren, buiten de boot vallen omdat ze in 2014 niet meer in de doelgroep thuishoren. Besloten is deze groep mee te nemen naar 2014 en als eerste cohort uit te nodigen. Volgens planning gaat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per 2016 veranderen. In 2013 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de voorbereiding voor de aanpassing ter hand genomen, in samenspraak met de partijen in het veld. Belangrijkste wijzigingen zijn dat primair op hoog risico Humaan Papilloma Virus (hrhpv) gescreend gaat worden en dat bij een aantal gunstige uitslagen op rij, de cliënte niet na vijf, maar na tien jaar opnieuw uitgenodigd wordt. Deze andere werkwijze heeft vooral voor de pathologielaboratoria grote gevolgen, omdat er nog maar een fractie van de huidige cytologische bepalingen wordt uitgevoerd. Een ander nieuw element betreft het aanbieden van een thuistest. Deze kunnen cliënten aanvragen, wanneer ze niet hebben gereageerd op de eerste uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken bij de eigen huisarts. Naar verwachting zal op termijn een verschuiving ontstaan van het maken van een uitstrijk naar het gebruik van de thuistest. Een derde belangrijke landelijke ontwikkeling die in 2013 is ingezet, betreft de voorbereiding van het ontwikkelen van nieuwe software voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker in 2014 en 2015. Om deze upgrade te kunnen bekostigen, heeft Bevolkingsonderzoek Noord in 2013 een bestemmingsreserve gevormd ten behoeve van de gezamenlijke screeningsorganisaties. De nieuwe programmatuur wordt naar verwachting op dezelfde leest geschoeid als Colonis met een generiek cliëntendeel en een specifiek deel voor elk screeningsprogramma. In 2013 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om bij het bevolkingsonderzoek borstkanker standaard twee foto s per borst te maken. De minister van VWS heeft dit advies overgenomen. Voor Bevolkingsonderzoek Noord betekent dit een wijziging in de bestaande werkwijze, waarbij de MBB er (Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige, voorheen screeningslaborant genoemd) bepaalde of een tweede foto gemaakt moest worden. Het standaard maken van vier foto s heeft tot gevolg dat het aantal te screenen cliënten per dag enigszins terug gebracht moet worden en dat de kosten van dataopslag van de mammogrammen zal stijgen. In 2013 is gestart met een tariefherijking voor de borstkanker- en de baarmoederhalskankerscreening. Het gaat hier om een landelijk traject, waarbij op basis van jaarrekeningen en begrotingen van de screeningsorganisaties het tarief voor 2015 en 2016 wordt vastgesteld. In financieel opzicht was 2013 een gezond jaar, dat werd afgesloten met een batig saldo van 22.559. Het begrote resultaat was ruim twee ton. Het genormaliseerde resultaat bedraagt afgerond Jaarverslag 2013 Pagina 5 van 37

143.000. Het resultaat werd met name beïnvloed door een vervroegde aflossing op een deel van de langlopende leningen. De opkomst voor de borstkankerscreening lag op 83,7% tegenover 82,4% in 2012. Vergeleken met 2011, toen grosso modo dezelfde standplaatsen zijn aangedaan, is er sprake van een daling van 0,5%. Deze daling past in een trend die landelijk zichtbaar is. Het verwijscijfer is met 2,28% in lijn met het landelijke verwijscijfer, maar is duidelijk gestegen ten opzichte van voorgaande jaren (2012 1,55%, 2011 1,49%). De opkomst voor de baarmoederhalskankerscreening bedraagt 64,9% (2012 64,2%, 2011 63,9%). De ervaring leert dat door het naijleffect het opkomstpercentage in de komende jaren nog met 5% kan stijgen. Intern zijn er ook de nodige ontwikkelingen geweest bij Bevolkingsonderzoek Noord. Eind september vond de officiële opening plaats van een nieuw onderzoekscentrum in Groningen. Naast het reguliere onderzoek naar borstkanker vindt hier ook opleiding van nieuwe MBB ers plaats. Op het gebied van kwaliteit valt te melden dat Det Norske Veritas na een audit op 25 en 26 maart het certificaat voor HKZ en ISO heeft verlengd. De radiologen-bekijkeenheid Groningen, inclusief de daarbij behorende onderzoeksunits, werd gevisiteerd door het Landelijk Referentiecentrum Bevolkingsonderzoek. Het landelijke klanttevredenheidsonderzoek dat in het voorjaar van 2013 is gehouden liet een hoge algemene tevredenheid zien over het bevolkingsonderzoek borstkanker. Het landelijke cijfer was een 9, Bevolkingsonderzoek Noord scoorde zelfs nog iets hoger met 9,1. Omdat een groot deel van de cliënten aangaf het onderzoek als pijnlijk te ervaren, is gestart met een intern project om na te gaan hoe de pijnbeleving kan worden teruggebracht. In 2013 zijn bijna alle ziekenhuizen in de regio aangesloten op MammoXL. Met dit systeem kunnen bevoegde medewerkers in de ziekenhuizen digitale beelden uit de screening inzien en gebruiken voor diagnostische doeleinden. De omvang van de personeelsformatie in fte s is in 2013 ongewijzigd ten opzichte van 2012. Het in 2013 ingezette verzuimbeleid lijkt zijn vruchten af te werpen. Met 3,3% was er sprake van een forse daling ten opzichte van 2012, toen het verzuim 5,6% bedroeg. In 2014 moet blijken in hoeverre deze goede score kan worden vastgehouden. De externe vertrouwenspersoon heeft in het verslagjaar geen meldingen ontvangen. Bevolkingsonderzoek Noord wordt bestuurd volgens de zorgbrede governance code. Er is sprake van een eenhoofdige Raad van Bestuur en een vijfhoofdige Raad van Toezicht. Ultimo 2013 heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht afscheid genomen in verband met het bereiken van de maximale duur van zijn zittingsperiode. Hij is opgevolgd door de vice-voorzitter en er is een nieuw lid aangetrokken. April 2014 J.H. Sangers Raad van Bestuur Jaarverslag 2013 Pagina 6 van 37

Verslag van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) van Bevolkingsonderzoek Noord is in het verslagjaar vijf keer bijeen geweest. De auditcommissie, bestaande uit twee RvT-leden, heeft de jaarrekening 2012, de begroting 2014 en het meerjarenperspectief besproken en hierover advies uitgebracht aan de RvT. De remuneratiecommissie heeft in november het jaargesprek met de Raad van Bestuur (RvB) gehouden. Twee leden van de RvT hebben samen met de RvB de jaarlijkse artikel-24-vergadering met de Ondernemingsraad gehouden. De Raad van Toezicht heeft in het najaar een bedrijfsbezoek gebracht, waarbij is gekeken naar de werkzaamheden van de financiële administratie en het gegevensbeheer. In het verslagjaar werd een profielschets voor een nieuw lid van de RvT opgesteld en werd een sollicitatiecommissie ingesteld. Dit met het oog op het aftreden in december 2013 van de heer Schuurman als voorzitter van de RvT en zijn opvolging door mevrouw Berendsen (zie bijlage 7.1 voor de samenstelling van de RvT). Per 1 januari 2014 kon de heer De Vries benoemd worden als nieuw lid van de RvT. De RvT heeft zich gebogen over de jaarrekening 2012 inclusief de bijbehorende accountantsverklaring en heeft de jaarrekening goedgekeurd. Datzelfde geldt voor het jaarverslag 2012 en voor de begroting 2014. Ook zijn de financiële en inhoudelijke kwartaalrapportages besproken met RvB en controller. De RvT besprak de kaderbrief voor 2014. Strategieontwikkeling en risicomanagement zijn terugkerende onderwerpen in de vergaderingen van de RvT. Ook is veel aandacht besteed aan de voortgang van de invoering van de darmkankerscreening. Een afvaardiging van de Raad nam deel aan de bespreking met delegaties van de Raden van Toezicht van de vier andere screeningsorganisaties. Leden van de RvT woonden in 2013 scholingsbijeenkomsten georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) bij en deden daarvan verslag in de RvTvergaderingen. In zijn algemeenheid heeft de RvT toegezien op de vorming en implementatie van het beleid van Bevolkingsonderzoek Noord, alsmede op de ontwikkelingen op de diverse beleidsterreinen. April 2014 A.A. Berendsen Voorzitter Raad van Toezicht Jaarverslag 2013 Pagina 7 van 37

2. Profiel van de organisatie Bevolkingsonderzoek Noord is op 1 januari 2010 ontstaan uit de fusie van de noordelijke screeningsorganisaties BBNN, SPGG, SBPGF en BCNN. Bevolkingsonderzoek Noord is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en (vanaf begin januari 2014) darmkanker in de provincies Drenthe, Friesland en Groningen. 2.1 Missie en visie De organisatie stelt zich ten doel door de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker een wezenlijke bijdrage te leveren aan sterftereductie, gezondheid en welbevinden van cliënten. In 2012 hebben de organisaties voor bevolkingsonderzoek als gezamenlijke missie geformuleerd: Screeningsorganisaties dragen door middel van kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek substantieel bij aan een vroegtijdige behandeling van ziekten waaronder kanker met als doel gezondheidswinst te realiseren en sterfte terug te dringen. Hierbij is draagvlak, bij zowel cliënten en hun verwanten als bij zorgaanbieders en andere relevante partijen, onontbeerlijk. Goede samenwerking met de andere partners in de zorgketen is wezenlijk voor het behalen van goede resultaten voor het bevolkingsonderzoek. Bevolkingsonderzoek Noord werkt professioneel, doelgericht en kwaliteitsbewust. In de strategische communicatie draagt Bevolkingsonderzoek Noord als kernboodschappen uit: deskundig, zorgvuldig, aansluitend op de zorg en bewezen effectief. Om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren beschikt Bevolkingsonderzoek Noord over goed opgeleid en goed gemotiveerd personeel, de juiste procedures en het juiste materieel. 2.2 Kernactiviteiten Bevolkingsonderzoek Noord is een van de vijf screeningsorganisaties die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en (vanaf begin januari 2014) darmkanker. Het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Noord omvat de provincies Drenthe, Friesland en Groningen. Alle cliënten staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie in een gemeente in het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Noord. Bevolkingsonderzoek borstkanker In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Noord 134.444 vrouwen (in de leeftijd van 50 tot 75 jaar uitgenodigd om mee te doen aan de tweejaarlijkse screening op borstkanker. Dit is inclusief de vrouwen uit het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Midden-West, die door Bevolkingsonderzoek Noord zijn gescreend). Het onderzoek vindt plaats in een van de acht onderzoekscentra. De gemaakte mammografieën worden in de bekijkeenheid in Groningen beoordeeld door steeds twee radiologen (onafhankelijk van elkaar), waarna de cliënt de uitslag van het onderzoek thuis ontvangt. Bij verdenking van borstkanker wordt de huisarts van de cliënt van te voren geïnformeerd, zodat de huisarts contact kan opnemen met de cliënt voordat zij de uitslag thuis ontvangt. Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 60 jaar ontvangen om de vijf jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Noord 74.732 Jaarverslag 2013 Pagina 8 van 37

vrouwen in deze leeftijdsgroep uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken bij de huisarts, waarna een van de laboratoria in Noord-Nederland het uitgestreken materiaal beoordeelt. De cliënten ontvangen de uitslag van het onderzoek van Bevolkingsonderzoek Noord. Bij een (matig tot ernstige) afwijkende uitslag neemt de huisarts van de cliënt contact op met de cliënt voordat zij de uitslag thuis ontvangt. 2.3 Belanghebbenden Bevolkingsonderzoek Noord wordt gefinancierd door het RIVM, in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het RIVM voert de landelijke regie op de uitvoering van bevolkingsonderzoeken. Voor de beoordeling van de mammografieën heeft Bevolkingsonderzoek Noord een aantal radiologen gecontracteerd, die zijn opgeleid tot screeningsradioloog. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) volgt het natraject van doorverwezen cliënten van de borstkankerscreening in de ziekenhuizen en levert Bevolkingsonderzoek Noord de gegevens hierover voor evaluatie. De resultaten van de borstkankerscreening worden jaarlijks doorgegeven aan het Landelijk Evaluatieteam Bevolkingsonderzoek Borstkanker (LETB). Het Landelijk Referentie Centrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) biedt de theoretische opleiding voor de MBB ers en screeningsradiologen aan en stelt richtlijnen op voor de mammografen, de kwaliteit van mammografieën, beoordelingsapparatuur en beoordelingen. Ook voert het LRCB periodiek visitaties uit waarbij de kwaliteit van de werkzaamheden van MBB ers en radiologen wordt beoordeeld. Er wordt nauw samengewerkt met de andere screeningsorganisaties. Zo wordt deelgenomen aan landelijk (bestuurlijk) overleg, wordt geparticipeerd in de landelijke coöperatie die de geautomatiseerde cliëntenadministratie en beeldopslag faciliteert en is er een gezamenlijke landelijke klachtencommissie. Daarnaast zijn medewerkers actief in landelijke werkgroepen, bijvoorbeeld op het terrein van kwaliteit, financiën en communicatie. Ook is door management en medewerkers een actieve bijdrage geleverd aan de implementatie van de darmkankerscreening in 2014. In het verslagjaar werden ook contacten onderhouden met ketenzorgpartners zoals gemeenten, ziekenhuizen en huisartsen. Jaarverslag 2013 Pagina 9 van 37

3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht De inkomsten van Bevolkingsonderzoek Noord zijn afkomstig uit publieke middelen, meer specifiek de Subsidieregeling Publieke Gezondheid. Jaarlijks publiceert Bevolkingsonderzoek Noord een jaarverslag, waarin verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid, de geleverde prestaties en de gemaakte kosten. Een externe accountant controleert de jaarrekening en bespreekt deze met de Raad van Bestuur, auditcommissie en Raad van Toezicht. Raad van Bestuur- Raad van Toezicht De Raad van Bestuur van Bevolkingsonderzoek Noord is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en evaluatie en voor de dagelijks aansturing van de organisatie. Bevolkingsonderzoek Noord heeft een eenhoofdige Raad van Bestuur, de directeur-bestuurder. De Raad van Toezicht fungeert als toezichthouder en heeft daarnaast een adviserende taak. Ook fungeert de Raad van Toezicht als klankbord voor de Raad van Bestuur. 3.2 Bedrijfsvoering Bevolkingsonderzoek Noord werkt volgens een planning- en controlcyclus die voorziet in het jaarlijks opstellen van een kaderbrief en daaruit volgend een jaarplan inclusief bijbehorende begroting en het opstellen van een jaarverslag en jaarrekening. Parallel hieraan worden ten behoeve van de subsidieverstrekker een subsidieaanvraag en een aanvraag vaststelling subsidie opgesteld. Deze documenten dienen voor 1 oktober van het jaar voorafgaand, respectievelijk voor 1 juni van het jaar opvolgend te worden aangeleverd bij de subsidieverstrekker. Per kwartaal wordt een financiële rapportage opgesteld om de uitgaven ten opzichte van de begroting te bewaken. Daarnaast wordt per kwartaal een inhoudelijke rapportage opgesteld. Alle actiepunten worden gecoördineerd vanuit het managementteam (MT). Vanaf medio 2013 maakt de verwerking van de payroll-functie onderdeel uit van de taken van de financiële administratie (FA). Eind 2012 is een implementatietraject gestart van applicaties ten behoeve van het HRM- en payrollproces. Deze implementatie loopt nog enige tijd door, omdat van een groot aantal functionaliteiten gebruik wordt gemaakt. Dit ter ondersteuning van het operationele proces, voor zowel leidinggevenden als medewerkers. In 2013 kreeg het budgethouderschap een vervolg. In de begrotingscyclus zijn nadere stappen gezet om vanuit de kaderbrief en de jaarplannen de financiële begroting op afdelingsniveau te bepalen. Het managementteam bestaat uit de managers van de drie sectoren (sector Screening, sector Radiologie en sector Ondersteuning), de controller en de Raad van Bestuur. Ten behoeve van elke MT-vergadering wordt een overzicht gemaakt van de geplande en gerealiseerde productiedoelstellingen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid indien nodig de productie bij te stellen. Tevens wordt in elk MT-overleg aandacht besteed aan de verzuimcijfers en periodiek aan de stand van zaken bij het realiseren van het jaarplan. Kwalitatieve normen, voortvloeiend uit de HKZnormen en ISO-normen, worden bijgehouden en besproken in MT-verband. Tevens wordt periodiek aandacht besteed aan het risicomanagement. Jaarverslag 2013 Pagina 10 van 37

Kwaliteit Bevolkingsonderzoek Noord heeft een HKZ-certificaat voor de borstkankerscreening en een ISO certificaat voor de screening op baarmoederhalskanker. Landelijk is gekozen voor één certificeerorganisatie en wel Det Norske Veritas (DNV). De volgende stap is het streven naar één certificaat voor beide onderzoeken. Het bestuurdersoverleg van de screeningsorganisatie (BOS) heeft op advies van de landelijke werkgroep kwaliteit gekozen voor de ISO voor de Zorg. De landelijke werkgroep kwaliteit is bezig een plan van aanpak op te stellen voor deze overgang. Aangezien de overgang naar ISO voor de Zorg veel tijd kost, heeft Bevolkingsonderzoek Noord besloten deze certificering pas in 2015 te doen. 3.3 Cliëntenraad Omdat Bevolkingsonderzoek Noord geen cliënten heeft in de zin van ontvangers van zorg, die een kortere of langere zorgrelatie met de organisatie hebben, is er geen cliëntenraad ingesteld. In plaats daarvan vinden cliënttevredenheidsonderzoeken plaats. Deze grootschalige onderzoeken worden samen met de collega-screeningsorganisaties eens per drie jaar gehouden. In 2013 werd de tevredenheid van de cliënten van het bevolkingsonderzoek borstkanker gemeten. Bij Bevolkingsonderzoek Noord werd het borstkankeronderzoek gewaardeerd met een 9,1. In het najaar heeft Bevolkingsonderzoek Noord in samenwerking met Zorgbelang Groningen een eerste spiegelgesprek georganiseerd met cliënten van de borstkankerscreening en medewerkers. Alle binnenkomende reacties van cliënten worden geregistreerd en gerubriceerd (zie overzicht Reacties en klachten cliënten op pagina 25). Jaarverslag 2013 Pagina 11 van 37

4. Resultaten 4.1 Cijfers bevolkingsonderzoek borstkanker In 2013 werden 134.444 vrouwen uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Van deze vrouwen hebben 112.476 gehoor gegeven aan de uitnodiging en zijn onderzocht. Het opkomstpercentage komt hiermee op 83,7% (in 2012 82,4%). De productie in 2013 was iets lager dan de taakstelling (114.000 onderzoeken). In het verslagjaar is ten behoeve van Bevolkingsonderzoek Midden-West de locatie Wieringerwerf gescreend. Het ging hierbij om 1.597onderzoeken. Een team MBB ers van Bevolkingsonderzoek Noord heeft deze screening uitgevoerd. Deze gegevens zijn meegenomen in de productiecijfers en de productietaakstelling van Bevolkingsonderzoek Noord. Aantal onderzoeken per unit per dag De mobiele units hebben gemiddeld 65,329 onderzoeken per dag uitgevoerd (ter vergelijking: 64,87 in 2012, 65,82 in 2011 en 66,19 in 2010). Vanaf 5 augustus 2013 beschikt Bevolkingsonderzoek Noord over een nieuw onderzoekscentrum in het kantoor in de stad Groningen. Hier zijn in het verslagjaar gemiddeld 57,83 onderzoeken per dag verricht. Dit lagere gemiddelde aantal wordt veroorzaakt doordat op deze locatie MBB ers worden opgeleid en doordat hier regelmatig rolstoelcliënten worden gescreend, waarvoor per cliënt meer tijd uitgetrokken wordt. Non-participatie en non-respons In 2013 meldden 10.957 cliënten (8,1%) zich af (non-participanten). In 2012 ontvingen we van 12.097 cliënten (8,3%) een afmelding. Het aantal cliënten dat niet reageerde op de eerste uitnodiging en herinneringsuitnodiging (non respons) bedroeg 11.011 (8,2%). In 2012 bedroeg dit aantal 13.454 cliënten (9,3%). In bijlage 7.4 vindt u een overzicht van de afmeldredenen. Specificatie non-participatie Van de 10.958 cliënten, die aangaven niet mee te zullen doen aan het onderzoek meldden 2.225 vrouwen (20,3%) zich definitief af voor het onderzoek. Bij 8.733 cliënten (79,7%) is de afmelding van tijdelijke aard. Doorverwijzingen In het verslagjaar zijn in totaal 2.569 cliënten doorverwezen voor nader onderzoek. Het verwijscijfer bedroeg 2,28%. In 2012 werd 1,55% van de cliënten doorverwezen Het landelijk verwijscijfer bedroeg in 2011 2,14%. Landelijke verwijscijfers over 2012 en 2013 zijn nog niet bekend. Jaarverslag 2013 Pagina 12 van 37

Kerngegevens 2009-2013 2013 2012 2011 2010 2009 Aantal uitnodigingen 134.444 144.928 144.691 154.784 158.929 Aantal onderzoeken 112.476 119.377 121.830 128.402 135.205 Gemiddelde opkomst 83,7% 82,4% 84,2% 83,0% 85,1% Non-participanten 10.958 12.097 11.59 12.215 11.736 % non-participatie 8,1% 8,3% 8,0% 7,9% 7,4% Non-responders 11.011 13.454 11.263 14.167 11.988 % non-respons 8,2% 9,3% 7,8% 9,2% 7,5% Aantal verwijzingen 2.569 1.852 1.812 1.627 1.760 Gemiddeld verwijscijfer (per 1000 cliënten) 22,8 15,5 14,9 12,7 13 4.1.1 Gegevens natraject borstkankerscreening Bevolkingsonderzoek Noord Verwijzingen In 2013 zijn er in totaal 2.575* vrouwen doorverwezen met een suspect screeningsmammogram en bij 859 (33%) vrouwen werd een mammacarcinoom gediagnosticeerd. Bij 1.714 vrouwen werd geen maligniteit gevonden, bij 2 vrouwen is de follow-up onbekend. BI-RADS Bij de vrouwen die werden doorverwezen met een uitslag BI-RADS 0 (aanvullend onderzoek noodzakelijk) werd in 14% (177/1291) een mammacarcinoom gediagnosticeerd. Er werd een mammacarcinoom gediagnosticeerd bij 45% (485/1082) van de vrouwen die werden doorverwezen met een uitslag BI-RADS 4 (verdacht voor maligniteit maar niet typisch). In de groep vrouwen die de uitslag BI-RADS 5 (zeer verdacht voor maligniteit) kregen, kreeg 98% (197/202) de diagnose mammacarcinoom. Behandeling In 2013 werd bij 859 doorverwezen cliënten inderdaad een mammacarcinoom gediagnosticeerd. De mammacarcinomen kunnen worden onderverdeeld in invasieve tumoren en in situ tumoren. Van de 859 vrouwen werd bij 670 (78%) vrouwen een invasieve tumor vastgesteld, bij 189 (22%) vrouwen een in situ tumor. De meeste van de 670 vrouwen met een invasieve tumor werden mammasparend behandeld (74%) en 89% onderging een schildwachtklierprocedure. Van deze laatste groep onderging 6% na de schildwachtklierprocedure aansluitend een okselkliertoilet. Vrouwen met een in situ tumor werden in 73% van de gevallen mammasparend behandeld. Tumorgegevens Van alle gevonden maligniteiten komt tumorstadium T1c het meeste voor (38%). Dit zijn tumoren met een grootte tussen de 1 en 2 cm; 24% van de tumoren is kleiner dan 1 cm en 13% is groter dan 2 cm. Bij 27% van de vrouwen met een invasieve tumor werden positieve klieren gevonden, 1 vrouw had afstandsmetastasen. * in 2013 zijn in totaal 2.575 vrouwen doorverwezen (ongeacht het jaar van uitnodiging); 2.569 van deze vrouwen (zie 4.1) zijn in 2013 door Bevolkingsonderzoek Noord uitgenodigd en gescreend. Jaarverslag 2013 Pagina 13 van 37

4.2 Cijfers bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker In 2013 werden 74.732 vrouwen uitgenodigd deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. 48.511 vrouwen ofwel 64,9% (ter vergelijking: 64,2% in 2012) gaven gehoor aan deze oproep (peildatum 20 maart 2014) en lieten een uitstrijkje maken. 7.092 cliënten (9,5%) gaven aan (op dit moment) geen gebruik te willen maken van de uitnodiging (passieve participatie). De resterende 19.129 cliënten (25,6%) hadden op de peildatum nog niet gereageerd op de uitnodiging (non-respons). Participatie en non-respons Geboortejaar Uitgenodigd Actieve participatie % Passieve participatie % Nonrespons % 1953 10.133 6.204 61,2% 878 8,7% 3.051 30,1% 1958 11.464 8.225 71,7% 1.109 9,7% 2.130 18,6% 1963 12.421 8.869 71,4% 1.044 8,4% 2.508 20,2% 1968 12.331 8.740 70,9% 831 6,7% 2.760 22,4% 1973 10.486 6.526 62,2% 624 6,0% 3.336 31,8% 1978 9.154 5.240 57,2% 998 10,9% 2.916 31,9% 1983 8.743 4.707 53,8% 1.608 18,4% 2.428 27,8% Totaal 74.732 48.511 64,9% 7.092 9,5% 19.129 25,6% geen rekening gehouden met het zogenaamde na-ijleffect. Anders dan bij het borstkankeronderzoek, maken cliënten zelf een afspraak voor dit bevolkingsonderzoek. Hieraan is een zeer ruime termijn gebonden: iedere uitnodiging blijft vijf jaar geldig. Het kan dus zijn dat cliënten een jaar (of langer) na de uitnodigingsdatum alsnog een afspraak maken voor het onderzoek. Tijdelijk uitstel van het onderzoek wegens zwangerschap komt vooral veel bij de jongste leeftijdsgroepen voor. Ervaring leert dat de totale opkomst (van vrouwen die in 2013 een uitnodiging hebben gekregen) uiteindelijk bijna vijf procent hoger is dan het huidige opkomstcijfer (64,9%). In bijlage 7.6 wordt een overzicht gegeven van het na-ijleffect voor de oproepjaren 2010, 2011 en 2012. Specificatie non-participatie Van de 7.092 cliënten die aangaven geen gehoor te willen geven aan de uitnodiging meldden 1.837 (25,9%) zich definitief af voor het bevolkingsonderzoek. Bij 3.652 cliënten 51,5%) is de afmelding van tijdelijke aard. 1.603 cliënten (22,6%) gaven aan deze keer niet mee te doen omdat zij recent een uitstrijkje hadden laten maken.. In bijlage 7.5 wordt een overzicht gegeven van de redenen om niet deel te nemen aan het onderzoek. Beoordeling uitstrijkjes Uit onderstaand overzicht blijkt dat 3,2% van de cliënten werd geadviseerd het uitstrijkje na een periode van zes maanden te herhalen. 1,8% van de cliënten werd gevraagd na zes weken de uitstrijk te herhalen (omdat de uitstrijk niet te beoordelen was). 0,7% van de onderzochte cliënten (ter vergelijking: ook 0,7% in 2012) werd doorverwezen naar de gynaecoloog. Van deze groep cliënten is het merendeel (67,2%) in de leeftijdsgroep van 30 tot en met 40 jaar. Hieronder wordt een specificatie gegeven van de beoordeling van de uitstrijkjes (per advies en per geboortejaar). Peild atum : 20 maa rt 2014 In dez e opk oms tcijf ers is Jaarverslag 2013 Pagina 14 van 37

Beoordeling uitstrijkjes per advies en per geboortejaar 1953 1958 1963 1968 1973 1978 1983 Totaal % Na 6 maanden herhalen Uitstrijk over 6 weken herhalen Verwijzing naar gynaecoloog 73 168 239 317 275 223 247 1.542 3,2% 106 144 181 154 119 85 88 877 1,8% 14 18 41 39 60 75 94 341 0,7% Normaal, herhalen na 5 jaar 6.011 7.895 8.408 8.230 6.072 4.857 4.278 45.751 94,3% Totaal per cohort 6.204 8.225 8.869 8.740 6.526 5.240 4.707 48.511 100% Peildatum: 20 maart 2014 4.3 Financieel resultaat In financiële zin is 2013, evenals de voorgaande jaren, een goed jaar geweest. Het resultaat kwam weliswaar lager uit dan begroot ( 22.559 versus begroot 209.209), maar kan ook dit jaar weer worden toegevoegd aan het eigen vermogen. Het genormaliseerde resultaat bedraagt 138.000 positief. Het verschil tussen werkelijk en genormaliseerd resultaat wordt grotendeels veroorzaakt door vervroegde aflossingen van een aantal leningen van het Ministerie van Financiën. De impact bedraagt 115.000 op het exploitatieresultaat. De reden van het vervroegd aflossen is tweeledig: door de lage kapitaalrente is de huidige marktwaarde van de leningen laag en er is sprake van een hoge current ratio -waarde. De relatief ruime liquiditeitspositie biedt de mogelijkheid om juist nu vervroegd af te lossen. In 2013 is subsidie ontvangen voor de invoering van de darmkankerscreening. Hierdoor is het budget ten opzichte van vorig jaar gestegen. Door de geleidelijke invoering van deze screening zal de omvang van het budget de komende jaren verder stijgen. Het budget voor de borstkankerscreening is in 2013 achtergebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is het gevolg van het tijdelijk buiten gebruik stellen van een mammograaf in verband met de overgang van een mobiele onderzoekskwagen naar een nieuw onderzoekscentrum aan de Queridolaan in Groningen. Tevens is er ten opzichte van voorgaande jaren minder gescreend voor andere regio s. Jaarverslag 2013 Pagina 15 van 37

5. Beleidsresultaten 5.1 Kwaliteitsbeleid Bevolkingsonderzoek Noord werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem, waarin processen en procedures zijn vastgelegd. Door systematische beoordeling hiervan (bijvoorbeeld door het meten van prestaties en het periodiek auditeren) wordt continu verbetering nagestreefd. De organisatie voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in het HKZ- certificatieschema versie 2006 (bevolkingsonderzoek borstkanker) en ISO 9001:2008 (bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker). De processen voor de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker zijn beschreven in één gezamenlijk kwaliteitshandboek. 5.1.1 Certificering In 2013 zijn de HKZ-certificering voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en de ISO-certificering voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker verlengd. De hercertificatie audit door DNV vond plaats op 24 en 25 maart. Tijdens deze audit bleek dat risicomanagement voor de organisatie goed op de kaart staat en dat de organisatie concrete verbetermogelijkheden destilleert uit feedback van de cliënten. 5.1.2 Kwaliteitsbewaking Om de resultaten van Bevolkingsonderzoek Noord goed te kunnen beoordelen, worden kritische factoren afgezet tegen de landelijk ontwikkelde kwaliteitsnormen. Een selectie van kritische factoren en de score van Bevolkingsonderzoek Noord: Kritische factor Gehanteerde kwaliteitsnorm Resultaat Bevolkingsonderzoek Noord Uitnodigingsinterval bevolkingsonderzoek borstkanker Tenminste 80% van de cliënten wordt binnen 22 tot 26 maanden na het vorig onderzoek opnieuw uitgenodigd 74,2% binnen de norm. De afwijking betreft tien locaties waar eerder dan na 22 maanden cliënten opnieuw zijn uitgenodigd als gevolg van de landelijke herindeling van 2010 en de opening van het nieuwe onderzoekscentrum in 2013 Tijdige uitnodiging bevolkingsonderzoek borstkanker Bij tenminste 95% van de cliënten zit er meer dan tien werkdagen tussen versturen uitnodiging en geplande onderzoeksdatum 98,4% van de uitnodigingen tijdig verzonden Herinneringsuitnodiging bevolkingsonderzoek Tenminste 90% van de herinneringsuitnodigingen 99,3% van de herinneringen zijn binnen drie maanden na Jaarverslag 2013 Pagina 16 van 37

borstkanker wordt binnen drie maanden na de eerste uitnodiging verzonden eerste uitnodiging verstuurd Herinneringsuitnodiging bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Tenminste 98% van de herinneringsuitnodigingen wordt binnen 9-16 weken na de eerste uitnodiging verzonden Norm niet gehaald: 88,6% binnen de norm Als gerekend wordt met 9-17 weken na de eerste uitnodiging dan krijgt 99,86% van de cliënten tijdig een herinnering Wachttijd in ondezoekscentrum screening borstkanker Bij ten minste 80% van de cliënten wordt voldaan aan een wachttijd van minder dan 20 minuten tussen tijdstip van uitnodiging en tijdstip waarop cliënt het onderzoekscentrum kan verlaten In zeven onderzoekscentra en op 15 meetdagen wordt (ruim) binnen de norm gescoord (82%-100%) Eén meting (bij één onderzoekscentrum op één dag) onder de norm (71%) Uitslagbrieven screening borstkanker Tenminste 90% van de uitslagbrieven wordt binnen tien werkdagen na het onderzoek verstuurd Bij 97,3% van de cliënten werd de uitslagbrief op tijd verstuurd Uitslagbrieven screening baarmoederhalskanker Tenminste 80% van de uitslagbrieven wordt binnen vier weken verstuurd. En tenminste 95% binnen zes weken. Bij 98% van de cliënten werd de uitslagbrief binnen vier weken verstuurd. 99,3% van de cliënten ontving een uitslag binnen zes weken 5.1.3 Audits in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker Coloscopiecentra Om coloscopieën te mogen uitvoeren in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker, worden coloscopiecentra en endoscopisten toegelaten nadat eerst een audit heeft plaats gevonden. Deze toetsing vloeit voort uit de verantwoordelijkheid die screeningsorganisaties hebben ten aanzien van borging van de gehele ketenkwaliteit van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. In 2013 hebben de eerste toelatingsaudits plaatsgevonden voor de aangemelde coloscopiecentra. In totaal zijn tien ziekenhuizen bezocht en een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC). Met negen ziekenhuizen en het ZBC is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Jaarverslag 2013 Pagina 17 van 37

Pathologielaboratoria Ook voor pathologielaboratoria die werkzaamheden uitvoeren in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker, vinden een toelatingsaudits plaats. In 2013 zijn 5 laboratoria bezocht. 5.1.4 Visitatie LRCB Eind januari heeft een visitatie door het LRCB plaatsgevonden van de beoordelingseenheid Groningen en de daarbij behorende units. Naar aanleiding van de resultaten hebben alle teams van MBB ers bijscholing gehad. Deze scholing is zeer positief ontvangen. Ook hebben alle radiologen, zowel van de groep Groningen als de groep Meppel een bijscholing ontvangen bij het LRCB. 5.2 Ontwikkelingen borstkankerscreening 5.2.1 Rapport Gezondheidsraad over de stand van borstkankerscreening In 2012 heeft de minister van VWS aan de Gezondheidsraad gevraagd het bevolkingsonderzoek borstkanker kritisch tegen het licht te houden. De Gezondheidsraad zal op basis van wetenschappelijke onderzoeken over het nut van borstkankerscreening kijken naar de effecten van de screening alsook de invloed van verbeterde behandelingen. Tevens heeft de minister de Gezondheidsraad verzocht om te kijken naar mogelijkheden om de huidige screening te verbeteren. 5.2.2 Standaard maken van twee foto s per borst De minister van VWS heeft na advies van de Gezondheidsraad positief geoordeeld over het standaard maken van vier foto s bij het bevolkingsonderzoek borstkanker en de screeningsorganisaties hiervoor in juli van dit jaar een vergunning verleend. Bevolkingsonderzoek Noord heeft vervolgens bekeken hoe deze werkwijze met ingang van 2014 geïmplementeerd gaat worden binnen de organisatie. De dagproductie (de streefwaarde is nu 66 67 onderzoeken) zal omlaag worden gebracht, omdat de nieuwe werkwijze meer tijd per onderzoek zal kosten. Op basis van wetenschappelijk onderzoek mag met deze werkwijze worden verwacht, dat de detectie toeneemt terwijl het aantal fout-positieven daalt. 5.2.3 Best practice planning In opdracht van de bestuurders van de screeningsorganisaties heeft KPMG Plexus een onderzoek gedaan naar de best practice voor de dag-planning voor borstkanker cliënten op de units. Daarbij heeft men de werkwijze van alle vijf screeningsorganisaties bekeken. In samenwerking met een landelijke werkgroep heeft KPMG een advies opgesteld voor de best practice. Deze best practice is in 2013 geïmplementeerd in de regio s. De werkwijze van Noord lijkt op veel punten op de best practice. 5.2.4 Vijf minuten planning Van september tot en met november 2012 heeft in de units een pilot plaatsgevonden met een vijf minuten planning. Deze planning houdt in dat niet drie of vier cliënten tegelijk om het kwartier worden uitgenodigd ( reguliere werkwijze), maar dat cliënten per vijf minuten worden ingepland. Het doel van de pilot was na te gaan of deze wijze van plannen zorgt voor een betere verdeling van cliënten over de dag en een betere doorstroming in de wachtkamer. De pilot is geëvalueerd (aan de hand van ervaringen en wachttijden) en is met inachtneming van enkele kanttekeningen en aandachtspunten - positief door betrokkenen beoordeeld. Bevolkingsonderzoek Noord heeft deze werkwijze vanaf maart 2013 ingevoerd. Jaarverslag 2013 Pagina 18 van 37

5.2.5 Rolstoelcliënten Bevolkingsonderzoek Noord biedt cliënten die gebruik maken van een rolstoel vanaf 1 oktober de mogelijkheid om zich voor het bevolkingsonderzoek borstkanker in de onderzoekscentra te laten onderzoeken. Alle mobiele onderzoekscentra zijn hiervoor uitgerust met een lift. Cliënten die moeilijk ter been zijn en moeite hebben met het trapje bij de ingang van de onderzoekscentra, kunnen ook gebruik maken van de lift. In de planning wordt extra tijd voor een dergelijk onderzoek gereserveerd. Om zeker te weten dat het onderzoek in de mobiele onderzoekscentra of het onderzoekscentrum in Groningen plaats kan vinden, is er vooraf contact met de cliënt. Als dan blijkt dat het onderzoek wegens beperkingen toch niet door kan gaan in een onderzoekscentrum, dan vindt het onderzoek in een ziekenhuis plaats, zonder dat dit kosten met zich meebrengt voor de cliënt. 5.2.6 Nieuw onderzoekscentrum Bevolkingsonderzoek Noord heeft op basis van onderzoek naar de voor- en nadelen en de financiële haalbaarheid, besloten om onderzoekscentrum in het kantoor in Groningen te vestigen. Vanaf 5 augustus heeft Bevolkingsonderzoek Noord in Groningen Zuid dit nieuwe onderzoekscentrum in gebruik genomen. Het centrum is bedoeld voor cliënten uit Groningen, Haren en Eelde-Paterswolde. Het is goed toegankelijk voor rolstoelcliënten en er is ook meer ruimte voor begeleiders. Daarnaast is het centrum ingericht voor instructie en onderwijs, hiertoe is een tweede mammograaf opgesteld. 5.2.7 Opleiding Uitgangspunt van een nieuwe opzet van de opleiding en bijscholing van de MBB er is dat elke screeningsorganisatie zelf een opleidingslocatie heeft. In het kader van het landelijke opleidingsplan MBB er in de screening zijn in 2012 de voorbereidingen getroffen om dit in 2013 te kunnen gaan realiseren. De nieuwe opleiding is in de regio Noord dit jaar vorm gegeven. Er zijn twee MBB ers uit de organisatie opgeleid tot instructielaborant. Vanaf september wordt de eerste kandidaat voor MBB er door Bevolkingsonderzoek Noord opgeleid in Groningen. Het theoretische gedeelte van de opleiding en de toetsing worden door het LRCB verzorgd. De bijscholingen insteltechniek, gegeven door de instructielaboranten, zijn in september van start gegaan. 5.2.8 MammoXL De verdere uitrol van MammoXL in de ziekenhuizen in de regio Noord is in het verslagjaar succesvol verlopen. Alle ziekenhuizen, met uitzondering van het UMCG, zijn inmiddels aangesloten. Met behulp van MammoXL kan een ziekenhuis snel en eenvoudig de mammografieën van het bevolkingsonderzoek borstkanker opvragen. Hiermee verloopt het traject voor een verwezen cliënt nog efficiënter en behoort het branden en opsturen van cd s tot het verleden. 5.2.9 Natraject In het informatiesysteem voor het bevolkingsonderzoek borstkanker (ibob) worden gegevens over het natraject geregistreerd. Met deze gegevens kunnen meer rapportages over de resultaten van de screening, zoals het aantal terecht verwezen ten opzichte van het onterecht verwezen cliënten, worden gegenereerd. Er is overleg geweest met het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) over het aanleveren van de gegevens. Landelijk wordt onderzocht hoe koppelingen met de kankerregistratie (KR) en het Pathologisch anatomisch landelijk geautomatiseerd archief (Palga) vorm moeten krijgen en geïmplementeerd kunnen worden. Het beschikbaar hebben van de natrajectgegevens is een noodzakelijke voorwaarde voor de radiologen- en fotobesprekingen. 5.2.10 Fotobespreking Het doel van de fotobespreking is deskundigheidsbevordering van de MBB ers, afstemming tussen de screeningsradiologen en MBB ers in het kader van medische- en technische kwaliteitsbewaking en feedback van screeningsradiologen naar MBB ers en vice versa. Jaarverslag 2013 Pagina 19 van 37

Bij de vernieuwde opzet voor fotobesprekingen staan het voorscreenen, waarbij de MBB er een beoordeling geeft van de door haar gemaakte mammografie en goede feedback hierop centraal. 5.3 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker De Gezondheidsraad heeft in mei 2011 advies uitgebracht over een nieuwe opzet van de screening op baarmoederhalskanker. In het advies is gekeken naar mogelijkheden om de huidige screening te verbeteren en de keten(zorg) te optimaliseren, zodat cliënten meer dan nu het vervolgadvies (na een afwijkende uitslag) opvolgen. De belangrijkste punten uit het advies zijn: 1. Drempels verlagen voor groepen met een lage opkomst (bijvoorbeeld door het inzetten van een zelfafnameset). 2. Primair screenen op aanwezigheid van het (hoog risico) humaan papillomavirus (hrhpv) in plaats van op celafwijkingen door middel van cytologie. 3. Als er hrhpv gevonden wordt, maar geen afwijkende cellen, dan ontvangt de cliënt na zes maanden opnieuw een uitnodiging voor een uitstrijkje. Deze herhaaluitstrijk valt ook onder het nieuwe bevolkingsonderzoek. 4. Als er geen hrhpv gevonden wordt, en de cliënt is 40 jaar of ouder, dan ontvangt zij pas na 10 jaar weer een uitnodiging. In plaats van 7 keer krijgt een cliënt 5 keer in haar leven een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek. De minister van VWS heeft besloten het RIVM eerst een uitvoeringstoets te laten verrichten om de kosten en effectiviteit van de verschillende onderdelen van het advies van de Gezondheidsraad te onderzoeken. Het RIVM heeft de uitvoeringstoets voor de nieuwe opzet van deze screening inmiddels afgerond en gepubliceerd. De rapportage over de bevindingen is begin mei 2013 verspreid en aangeboden aan de minister van VWS. De minister heeft daarop het besluit genomen dat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gaat veranderen conform de uitvoeringstoets. De nieuwe opzet zal over 2 jaar worden ingevoerd. De screeningsorganisaties participeerden in de diverse werkgroepen rond de uitvoeringstoets. Een belangrijke verandering bij de nieuwe opzet is dat landelijk 3 tot 5 laboratoria worden geselecteerd, die de uitstrijkjes primair screenen op hrhpv en, indien nodig, de primaire cytologische beoordeling uitvoeren. De cytologische productie zal hierdoor aanzienlijk verminderen. Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe opzet zijn de pathologielaboratoria in de regio Noord geïnformeerd over de nieuwe opzet. Deze brengt immers de nodige personele consequenties met zich mee voor de huidige afdelingen cytologie. De betreffende afdelingen zijn bezig om te anticiperen op de nieuwe opzet. 5.3.1 Basisscholing Cervixscreening (BSC) praktijkassistenten In 2011 heeft het RIVM in samenwerking met de screeningsorganisaties en betrokken beroepsgroepen een Basisscholingsmodule (BSM) ontwikkeld voor praktijkassistenten. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, dat grotendeels via e-learning wordt aangeboden, en een praktisch deel, waarbij o.m. op twee praktijkavonden het maken van een uitstrijkje wordt geoefend. Vanaf 2012 zijn de screeningsorganisaties verantwoordelijk voor het beheer van de module en voor de implementatie ervan in de praktijk. De invoering heeft dit jaar in de regio Noord plaatsgevonden en is inmiddels afgerond. De scholing is in alle drie provincies in de regio Noord gegeven en is positief ontvangen. De toevoeging van een presentatie en rondleiding in een laboratorium wordt door de cursisten goed gewaardeerd. De BSM is landelijk geëvalueerd met alle betrokken partijen. Door de screeningsorganisaties zijn hierbij verbeterpunten naar voren gebracht. Er wordt gekeken naar de invulling van een vervolgopleiding. De informatie over scholing naar de praktijkassistenten wordt vernieuwd (één stijl en uitstraling). Omdat de basisscholing uit meerdere modules zal bestaan is de naam BSM gewijzigd. Voortaan wordt gesproken over de Basisscholing Cervixscreening (BSC). Landelijk is afgesproken dat alle Jaarverslag 2013 Pagina 20 van 37

screeningsorganisaties dezelfde informatie richting huisartsenpraktijken gebruiken. De basisscholing voor het komende jaar in de regio Noord is gepland en er is accreditatie aangevraagd. 5.3.2 Pilot herhaaluitstrijk Vooruitlopend op de nieuwe opzet van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zijn de screeningsorganisaties begonnen een aantal zaken uit de uitvoeringstoets op te pakken. De regio Noord heeft in deze context in de tweede helft van 2013 de haalbaarheid onderzocht van (het sturen van) een herinnering aan cliënten, die op grond van een (licht) afwijkende uitslag na een half jaar voor een vervolgonderzoek (op medische indicatie) in aanmerking komen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat een deel van deze cliënten in de praktijk geen vervolguitstrijk laat maken. Er wordt een onderzoeksvoorstel gemaakt, waarin kosten en baten tegen elkaar worden afgewogen. 5.3.3 Cervixteam Bevolkingsonderzoek Noord heeft in 2012 een Cervixteam ingericht, bestaande uit een aantal medewerkers van de afdeling Cliëntenservice en administratie (CSA). Dit team heeft, naast de reguliere taken, een aantal specifieke taken op het terrein van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Zo verwerkt het Cervixteam onder meer dagelijks de uitslagen in het Cervix Informatie Systeem (CIS) en maakt - na controle van de gegevens - de uitslagbrieven aan. 5.3.4 Cervixspecial en magazine Leven & Lijf Screen is het informatiemagazine van Bevolkingsonderzoek Noord, waarin aandacht wordt besteed aan actuele onderwerpen en ontwikkelingen. Screen wordt verzonden aan de ketenpartners van Bevolkingsonderzoek Noord: huisartsen, ziekenhuizen, laboratoria, gemeenten en andere externe relaties. Screen verschijnt vier keer per jaar. In november is de Screen Cervixspecial, een uitgave van Screen die in het teken stond van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, aan alle huisartsen en pathologielaboratoria in de regio gestuurd. Naast achtergrondinformatie en actuele ontwikkelingen, werd eveneens praktische informatie verschaft, zoals de reguliere gang van zaken bij het bevolkingsonderzoek, het oproepschema en de tarieven. Leven & lijf is een informatief magazine voor dertigers, die de eerste uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker krijgen. Het magazine is ook in 2013 aan alle 30- jarigen toegestuurd. 5.3.5 Inrichten natraject Jaarlijks publiceert de regionaal coördinerend patholoog een rapportage Regiogetallen Noord- Nederland, waarbij vanaf 2002 ieder jaar een overzicht wordt gegeven van het aanbod van uitstrijkjes aan de laboratoria in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, de doorlooptijden en de kwaliteit van de uitstrijkjes. Tevens wordt een overzicht gegeven van de afgegeven diagnoses, de histologische follow-up van cytologische diagnostiek (na een afwijkende uitslag) en het totaal aantal opgespoorde afwijkingen (het primaire doel van het bevolkingsonderzoek). Via een natraject van de regionale kankerregistratie (RKR) of via een koppeling met Palga kan worden nagegaan welke behandeling een vrouw heeft ondergaan in vervolg op haar deelname aan de screening. Hiermee kan tevens worden bekeken welk diagnostisch traject wordt doorlopen en welk tijdspad hieraan vast zit. In de regionale kankerregistratie worden op dit moment alleen invasieve tumoren geregistreerd. Er is dus geen informatie over in situ carcinomen. Door een koppeling met Palga kan hier wel informatie over worden verkregen. In het verslagjaar is gewerkt aan een onderzoeksopzet om dit natraject in kaart te brengen. Jaarverslag 2013 Pagina 21 van 37