gemeente Eindhoven (COW) komt feitelijk met de KCO overeen en zal hierin worden omgezet. De omstreden

Vergelijkbare documenten
Raadsbijlage Voorstel inzake het omzetten van de vigerende Bestuursovereenkomst in een Bestuursovereenkomst voor onbepaalde tijd

Raadsbijlage Voorstel inzake financiering Sociaal Raadslieden Werk

Raadsbijlage Voorstel inzake de subsidiering van de Stichting Vluchtelingenwerk

Raadsbijlage Voorstel inzake de Agenda voor de toekomst

Bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid

Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven naar aanleiding van de Rapportage Ernst 5

gemeente Eindhoven betreffende de positie en taakuitvoering van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst.

gemeente Eindhoven Raadsvoorstelinzake subsidiering Stichting Vluchtelingen Werk Eindhoven met ingang van I januari aoos

Raadsbijlage Voorstel met betrekking tot de uitwerking van het gezondheidsbeleid

Raadsbijlage Voorste1 tot het aangaan van een Samenwerkingsovereenkomst Medische Opvang Asielzoekers

gemeente Eindhoven Raadsbij lage Voorstel terzake subsidiering van de Sociaal-Pedagogische Dienst voor het Gespecialiseerde Jeugd- en Volwassenen

schuldhulpverlening in Eindhoven

6,1. Wetten: Werkstuk door een scholier 1662 woorden 29 december keer beoordeeld. Maatschappijleer. In-uitstroom van asielzoekers:

RaadsbijlageVoorstel met betrekking tot de financiele gevolgen van: invoering van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoersysteem

Raadsbijlage Voorstel inzake garantiestelling Buurtwerk Eindhoven en

en invoering van die mogelijkheid in het Diaconessenhuis

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

gemeente Eindhoven Raadsbij lage Voorstel tot het verhogen van de bijzondere bijstand voor zelfstandig wonende alleenstaande moeders in de leeftijd

COLLEGEVOORSTEL. Begeleiding statushouders. Te besluiten om

Behandelend ambtenaar A. Hamersma, (t.a.v. A. Hamersma)

RaadsbijlageVoorstel inzake de analyse en Plan van Aanpak van de

C O N C E P T 28 oktober 2015 BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM

Raadsvoorstel 2003/434

Huisvesting en begeleiding vergunninghouders 2016

Raadsbijlage Voorstel met betrekking tot het sluiten van een convenant in het kader van Interregio Brabant-Limburg

Subsidie VWON 2015 voor de maatschappelijke begeleiding en extra tijdelijke formatie voor uitvoering voor huisvesting statushouders

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen.

Toelichting op het voorstel

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van een contract voor de jaren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Raadsbijlage Voorstel inzake duurzame ontwikkeling in Eindhoven

OplegvelRaadsvoorstel inzake de financiele verwerking van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Raadsbijlage Voorstel tot tijdelijke uitbreiding van middelen ten behoeve van de integrale schuldhulpverlening in Eindhoven

toepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet, wanneer het vanwege de gezondheidstoestand van het kind niet verantwoord is om te reizen.

Vormgeversoverleg Eindhoven

Raadsvoorstel en besluitnota

onderwerp Wijzigen convenant met Centraal orgaan opvang asielzoekers en Immigratie- en Naturalisatiedienst BRP-straat Justitieel Complex Schiphol

Raadsbij lage Voorstel inzake het vaststellen van deel A van het Mobiliteitsplan

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 27 maart 2007 Nummer voorstel: 2007/31

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

B&W Vergadering. B&W Vergadering 23 augustus 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsbijlage Voorstel inzake Raam- en Samenwerkingsovereenkomst

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel tot het afstoten van de afdelingen Verhuur en Evenementen van de Stichting Dienstverlening Welzij nswerk

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel inzake vennootschapsbelasting N.V. Gasbedrijf Regio Eindhoven/N.V. Nutsbedrijf Regio Eindhoven

Raadsbij lage Voorstel om in te stemmen met het continueren van het Founding Member Lidmaatschap van het Wor1d Trade Center Eindhoven

Raadsbij lage Voorstel inzake het afsluiten van de reorganisatie Buurtwerk

Factsheet huisvesting statushouders

koepelorganisatie voor vrouwenhulpverlening en

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Raadsbijlage Voorstel inzajte overgang van Octobanjt DOS-versie naar

Raadsbijlage Voorstel tot het aanpassen van de bekabeling voor data en spraak in het gebouw Don Boscostraat y

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330

Nota van B&W. 1 Het college stemt in met het plan van aanpak uitvoering generaal pardon.

Raad op Zaterdag. Asiel en Integratie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AAM/ASAM/04/18196

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Resultaten van het IND-dossieronderzoek

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel tot verlening van bijzondere bijstand aan zelfstandig wonende alleenstaande moeders jonger dan 21

Aan de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking de heer drs. A.G. Koenders. Aan de Staatssecretaris van Justitie mevrouw mr. N.

Vragenformulier datum:

Vaststelling van de Verordening Wet Inburgering gemeente Hoorn Samenvoegen van Winvoorziening en voorziening oudkomers tot een reserve inburgering

Onderwerp: Voortgangsnotitie opvang vluchtelingen en huisvesting. Datum b&w-vergadering: 9 februari 2016

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder?

Raadsbijlage Voorstel inzake kredietaanvraag en verzoek om subsidie

Koppelingswet; vreemdelingen en de controle op het verblijfsrecht bij voorzieningen

Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie voor vluchtelingen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

RaadsbijlageVoorstel tot hei vaststellen van het basispakket Dynamo

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Aanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015

Raadsbijlage Voorstel inzake vervangende huisvesting Stichting Scouting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 3, derde lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Vraag en antwoord: Bijstand aan vergunninghouders

Wat willen we bereiken, over welke ambitie(s) uit het meerjarenprogramma gaat het?

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 18 mei 2005, nr. 61 ALDUS VASTGESTELD EN MOTIE AANGENOMEN. Noodopvang asielzoekers Doetinchem 2005

Raadsbijlage Voorstel inzake het huisvestin9splan Peuterspeelzalen Eindhoven

DIGITAAL AFSCHRIFT 2014_BW_00761

Raadsvoorstel met betrekking tot een Digitaal Informatie Systeem dienst. Werk, Zorg en Inkomen

7. Soc. voorzieningen en maatsch. dienstverlening

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

B & W-nota. B&W-besluit: Bedrag

Raadsvoorstel agendapunt

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de formatie van het

Raadsbijlage Voorstel inzake hei beschikbaar stellen van een aanvullend

basisadministratie persoonsgegevens Eindhoven 2ooz

Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

Transcriptie:

r i gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbijlage nummer 98 Inboeknummer 01U000832 Beslisdatum Bf%W 8 mei 2001 Dossiernummer 119.203 Raadsbijlage Voorstel inzake de rol van de Stichting Vluchtelingenuyerk Eindhoven in het lokaal vreemdelingen- en vluchtelingenbeleid 1 Inleiding Met de invoering van de Nieuwe Vreemdelingenwet (VW 2000) per 1 april 2001, wordt een nieuwe systematiek van kracht over de opvang en toelating van asielzoekers en vluchtelingen (oftewel statushouders). In het nieuwe model van opvang zullen asielzoekers voortaan uitsluitend onder verantwoordelijkheid van het Centraal Opvang orgaan Asielzoekers (COA) worden gehuisvest in Asielzoekerscentra (AZC) en in Kleinschalige Centrale Opvang in woningen binnen gemeenten (KCO). De vigerende regeling Centrale Opvang in Woningen (COW) komt feitelijk met de KCO overeen en zal hierin worden omgezet. De omstreden opvang van asielzoekers op eigen gelegenheid in het kader van het zogenoemde Zelfzorgarrangement (ZZA) zal worden afgeschaft. Bij toelating tot Nederland ontvangen alle vluchtelingen aanvankelijk een verblijfstatus voor bepaalde tijd (drie jaar). Dit houdt een vereenvoudiging in van het huidige model, dat allerlei soorten statussen kent. Bij de statusverlening volgt meteen inplaatsing in gemeenten in de regio van de centrale opvang. De vluchtelingen moeten vervolgens een integratietraject in het kader van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) volgen. Voor het overige zijn er geen specifieke maatregelen getroffen. De vluchteling krijgt meteen toegang tot algemene voorzieningen, zoals bijstand en huisvesting. Ook gezinshereniging wordt dan mogelijk. De tijdelijke verblijfstatus kan bij het bereiken van de eindtermijn worden omgezet in een voor onbepaalde tijd. Voor afgewezen asielzoekers en statushouders waarvan de verblijfsvergunning niet wordt omgezet, zal een actief terugkeerbeleid worden gevoerd. Het Instituut voor Migratie (IOM) krijgt daarin een belangrijke rol. VW 2000 brengt een verandering in de rol van de gemeente in het asiel- en vluchtelingenbeleid. Deze wordt meer afstandelijk. Gemeenten blijven verplicht een taakstelling voor huisvesting van vluchtelingen te realiseren, maar worden niet langer verantwoordelijk gesteld voor opvang. De gemeenten vangen nu nog vluchtelingen op met een voorwaardelijke vergunning tot verblijf in het kader van de

m ++ Raadsbijlage nummer 98 Zorg wet vvtv. Deze regeling komt te vervallen per 1 april 2001, met inachtneming van een overgangstermijn van zes maanden. De opvang van asielzoekers onder gemeentelijke verantwoordelijkheid in woningen, in het kader van de reeds eerder ingetrokken Regeling Opvang Asielzoekers (ROA), zal waarschijnlijk versneld tot afbouw worden gebracht. Momenteel verblijven nog circa 100 personen in de ROAwoningen, van wie een deel nog in afwachting van een beschikking op het asielverzoek is en een deel dat uitgeprocedeerd is en het land moet verlaten, Daarnaast verblijft nog een aantal statushouders in de ROA en vvtv-woningen in afwachting van reguliere huisvesting. De invoering van de VW 2000 heeft ook gevolgen voor de Stichting Vluchtelingenwerk (VWE). VWE vervult nu voor de gemeente een aantal taken met betrekking tot asielzoekers en vluchtelingen met subsidie vanuit de doeluitkeringen vvtv en ROA en in het kader van de WIN. Daarnaast is incidenteel subsidie verstrekt uit het zogenoemde gemeentelijke ROA-fonds (bestemd voor het opknappen van gebruikte en uitgewoonde opvangwoningen) voor het begeleiden van statushouders die nog in ROA- en vvtv-huisvesting zitten. Het gaat hierbij steeds om subsidie naar rato van het aantal personen ("koppengelden"). In 1999 ging het in totaal om een budget van ongeveer f 600.000,ÃćâĆňâĂİ (6 272.268,13). Vanuit deze middelen financiert VWE een formatie van 2,8 formatieplaatsen en een kantoor (vaste lasten van f 360.000,ÃćâĆňâĂİ (6 163.360,88). Tezamen met een aantal Wiw-krachten en circa 60 vrijwilligers voeren deze beroepskrachten de op maatschappelijke, woon- en juridische begeleiding van de doelgroepen gerichte activiteiten uit. De middelen verschaffen VWE ook een basis van waaruit een meer algemene vraagbaakfunctie kan worden vervuld en incidenteel projecten kunnen worden ontwikkeld. De intrekking van de Zorgwet vvtv zal, in combinatie met de afbouw van de ROA, betekenen dat VWE in de loop van 2001 haar relatief grootste inkomensbronnen zal verliezen. Het subsidie in het kader van de WIN is naar rato minder gunstig. De sector Welzijn heeft verder per 2001 geen subsidie meer aan VWE kunnen verstrekken voor de begeleiding van statushouders in de ROA- en vvtv-woningen vanuit de middelen ROA-fonds, Laatstgenoemde middelen zijn in principe bestemd voor het bestrijden van kosten van het opknappen van uitgewoonde ROA-woningen.. Naar verwachting zal bij ongewijzigd beleid het budget voor VWE teruglopen tot (circa 80 WIN trajecten ad f 800,ÃćâĆňâĂİ (6 363,02) =) ongeveer f 64.000,ÃćâĆňâĂİ (6 29.041,93) per jaar en de exacte hoogte geheel afhankelijk zijn van het aantal te begeleiden nieuwkomers. Hierdoor komt het voortbestaan van VWE in gevaar. Bij brief van 18 september 2000 aan het college heeft VWE een verzoek ingediend voor een reguliere subsidie. De organisatie is namelijk van mening dat de nieuwe VW 2000-groepen asielzoekers en vluchtelingen begeleiding van VWE nodig zullen hebben om optimaal te integreren in de samenleving, Door structurele subsidiering

Raadabijlage nummer 98 hoopt VWE ook een grondslag te vinden voor het ontwikkelen van kwaliteit in de dienstverlening, bereikbaarheid en samenwerking met instellingen. Het bovenstaande vormt aanleiding om tot een herijking van het beleid en een herpositionering van de rol van het vluchtelingenwerk daarin te komen. 2 Probleemstelling De stichting Vluchtelingenwerk (VWE) heeft een subsidieverzoek ingediend tegen de achtergrond van de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet (VW 2000). VW 2000 heeft gevolgen voor de rol van de gemeente en als afgeleide daarvan, voor de activiteiten van de stichting. Een herijking van de welzijnstaken van de gemeente ten aanzien van asielzoekers en vluchtelingen en van VWE in de uitvoering daarvan is aan de 0 rel e. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes VWE stelt dat extra aandacht voor de nieuwe VW 2000 categorieen asielzoekers en vluchtelingen nodig is om in te burgeren in de samenleving. VWE meent vanuit haar unieke expertise en werkwijze (vrijwilligers ondersteund door beroepskrachten) bij uitstek in staat te zijn de benodigde extra aandacht te kunnen geven. VWE heeft aangegeven te ambieren vanuit een ketenbenadering zorg te willen dragen voor de begeleiding van het gehele traject van asielaanvraag tot integratie in de Nederlandse samenleving of terugkeer naar het land van herkomst. Dit in het belang van de klant, die nu met heel veel instanties te maken krijgt. De ondersteuning van asielzoekers aan het begin van het traject is momenteel in handen van door het COA gefinancierde Vluchtelingenwerkgroepen in de asielzoekercentra (AZC). VWE denkt haar ambitie waar te kunnen maken door een nauwere samenwerking en samenhang met de werkgroepen in de AZC bewerkstelligd zal worden binnen het nieuwe, meer op regio s gerichte opvangmodel. Voor wat betreft vluchtelingen werkt VWE vooral in de fase van de instroom in de samenleving. Daarbij zoekt VWE afstemming met de nieuwe Welzijnsinstelling. Voor wat betreft terugkeer van afgewezen asielzoekers zet VWE zich in voor het faciliteren hiervan in samenwerking met andere instanties. VWE heeft de producten die zij wil aanbieden in haar subsidieverzoek benoemd. Het gaat om: 1 maatschappelijke begeleiding, nader onderverdeeld in: een begeleidingstraject in het kader van de WIN, langdurende en kortdurende contacten (ook met personen die buiten de WIN vallen) en begeleiding bij gezinshereniging; 2 huisvesting: inplaatsing/voorbereiding van (her)huisvesting en (zolang nog actueel) het technisch/dagelijks beheer van de ROA- en vvtv-woningen; 3 woonbegeleiding, het voorkomen en helpen oplossen van woonoverlast;

Raadsbijlage nummer 98 4 juridische begeleiding bij de asielaanvraag; en de omzetting van een tijdelijke verblijfsvergunning in een permanente; 5 begeleiding bij de terugkeer van afgewezen asielzoekers, aanvullend op de inzet van de geeigende instanties (IND, politie, IOM); 6 educatie tijdens de asielprocedure als dagbesteding en ter bespoediging van het inburgeringproces; 7 voorlichting gericht op de Nederlandse bevolking; 8 coaching van vluchtelingen door "maatjes" in verband met de sociale inbedding. De producten zijn in meetbare en afrekenbare eenheden benoemd en zijn gebaseerd op schattingen van de vraagontwikkeling. VWE wil deze producten aanbieden aan de volgende nieuwe en (zolang actueel) oude categorieen asielzoekers en vluchtelingen. Doelgroepen VW2000. a Nieuwe tijdelijke statushouders. b Nieuwe permanente statushouders (naar verwachting zal een groot deel van de vvtv-ers vrij spoedig deze status krijgen). c Gezinsherenigers- en vormers van nieuwe statushouders. d Asielzoekers in KCO-woningen. e Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama s). Af te schaffen doelgroepen oude Vreemdelingenwet. f asielzoekers in de ROA-woningen. g Vvtv-ers in de vvtv-woningen. h Oude statushouders (A-statushouders met een permanent verblijfsvergunning en C-statushouders met een verblijfsvergunning op humanitaire gronden) in de ROAen vvtv-woningen. i Asielzoekers in COW-woningen. j Asielzoekers in ZZA-woningen. Hiernaast wil VWE aandacht schenken aan oude statushouders die relatief slecht zijn geintegreerd en bij het bij hen als goed bekendstaande vluchtelingenwerk aankloppen voor ondersteuning. VWE wil niet alle producten aanbieden aan alle doelgroepen. In een matrix is verduidelijkt welke producten gekoppeld worden aan doelgroepen. Tevens zijn de daaraan verbonden kosten in beeld gebracht. VWE geeft daarbij aan dat bij afname van meer producten voor meer doelgroepen de kosten relatief zullen dalen. 4 Wijze van aanpak/ oplossingsrichting Voor een inhoudelijke weging van het subsidieverzoek van VWE is een beantwoording van de volgende vragen van belang.

Raadsbijlage nummer 98 1 Zijn er nog welzijnstaken voor de gemeente aanwezig of gewenst na de invoering van VW 2000, en zo ja, welke en voor welke specifieke categorieen? 2 Wat is de specifieke vraag van asielzoekers en vluchtelingen naar welzijn? 3 Welke alternatieven heeft de gemeente om deze vraag te honoreren? Welke rol is er eventueel voor VWE weggelegd in de uitvoering van gemeentelijke welzijnstaken ten aanzien van vreemdelingen en/of vluchtelingen? 4 Hoe moet worden omgegaan met de taken van VWE in de overgangsperiode tussen de oude en de nieuwe situatie? In het navolgende wordt op de vragen ingegaan. 4.1 Welzijnstaken van de gemeente in het asiel- en vluchtelingenbeleid. Met de invoering van VW 2000 krijgt de gemeente beperkte wettelijke taken op dit specifieke terrein. De gemeente dient zorg te dragen voor het maken van afspraken met de woningcorporaties over de huisvesting van statushouders. In dit kader dient tevens een administratie beheerd te worden en een verantwoording aan het Rijk plaats te vinden. Verder is de gemeente verplicht tot het aanbieden van inburgeringtrajecten aan statushouders in het kader van de WIN; educatieve activiteiten (taal, maatschappelijke en beroepenorientatie uitgevoerd door het REC) en maatschappelijke begeleiding. Voor het overige komen nieuwe statushouders te vallen onder het algemeen welzijnsbeleid dat op alle burgers betrekking heeft. Voor wat betreft het welzijn van asielzoekers, kan gesteld worden dat de gemeente ingevolge VW 2000 geen wettelijke taak toebedeeld heeft gekregen. De verantwoordelijkheid over de opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama s) berust bij de landelijke voogdij-instelling De Opbouw. In Eindhoven wordt in een onderaannemersconstructie de opvang door de Combinatie Troje/SDJ uitgevoerd in het kader van het Bama-project (begeleiding ama s). Asielzoekers in de KCO worden opgevangen onder verantwoordelijkheid van het COA. Het COA zal aan VWE de juridische begeleiding uitbesteden, maar niet de sociale. Het COA ziet (beperkte) mogelijkheden om hieraan zelf invulling te geven. Hier wordt gepleit voor het bewaken van een strikt onderscheid in de taken van gemeente en Rijk op basis van de zogenoemde per 1 januari 1996 ingevoerde waterscheiding. Over asielzoekers nog het volgende. De aanwezigheid van asielzoekers die onder verantwoordelijkheid van het COA worden opgevangen in de KCO stelt eisen aan de begeleiding en de invulling van de dagbesteding. Dit teneinde te voorkomen dat problemen ontstaan (bijvoorbeeld met de omgeving) en vragen bij gemeentelijke voorzieningen worden gelegd (zoals het welzijnswerk). Het COA dient hierop te worden aangesproken. Het helemaal voorkomen dat asielzoekers in deze regeling een inzet vragen van de gemeente(lijke instellingen) lijkt echter niet realistisch. Zolang de vraag beperkt blijft, hoeft deze ook geen probleem te zijn.

Raadsbijlage nummer 98 Over statushouders waarvan het verblijf niet wordt verlengd en afgewezen asielzoekers nog het volgende. Het rijksbeleid ten aanzien van vreemdelingen is de afgelopen jaren aangescherpt (o.a. Koppelingswet), waardoor onder meer deze mensen geen recht meer hebben op opvang en sociale voorzieningen. Zij behouden alleen het recht op medische zorg, onderwijs voor de kinderen en juridische hulpverlening. Te voorzien is dat een deel van deze mensen niet (onmiddellijk) naar het land van herkomst zal terugkeren. Instellingen en kerken hebben bij ons college aandacht gevraagd voor de humanitaire problematiek van deze mensen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat wanneer op humanitaire gronden hulp en informatie zou worden gegeven gericht op de situatie van de vreemdeling - bijvoorbeeld hulp bij het regelen van terugkeer -, een gemeente hierin bestuurlijk autonoom kan handelen. Vanuit het experimenteel project Vreemdelingeninformatiepunt wordt informatie en begeleiding aan deze categorie vreemdelingen geboden. Bedoeling daarvan is betrokkenen te helpen bij het maken om keuzes gericht op een perspectief met realiteitsgehalte. Dit project is bij het sociaal raadsliedenwerk ondergebracht. VWE vormt onderdeel van het contactennetwerk van het project. 4.2 Vraag van vluchtelingen naar welzijn. In de vorige paragraaf is vastgesteld dat de gemeente in de toekomst alleen een taak heeft met betrekking tot nieuwe statushouders. Hier wordt ingegaan op de omvang van de doelgroep, de inhoud van de vraag en de zorgketen die deze mensen kan steunen bij de integratie. Omvang van de doelgroep. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de komende jaren asielzoekers naar ons land zullen blijven komen. Het Rijk voert een restrictief toelatingsbeleid. Van VW 2000 wordt verwacht dat de toegang verder verscherpt zal worden. Een deel zal statushouder worden en vervolgens in de samenleving inburgeren. Aan de gemeente wordt een taakstelling opgelegd voor opname van de nieuwe statushouders in de lokale samenleving. Schattingen over het aantal statushouders dat in Eindhoven zal worden gehuisvest zijn niet met zekerheid te geven, omdat hier een sterke relatie ligt met politieke instabiliteit in andere landen. Toch moet op grond van de trend rekening gehouden worden met gemiddeld ongeveer 150 personen per jaar. Jaar Taakstelling statushouders (permanente en tijdelijke) 1993 405 1994/1995 563 1996 104 1997 1998 1999 2000 2001 169 244 168 (gecorrigeerd) 72 46 (1 helft)

Ww+4 Raadsbij lage nummer 98 Inhoud van de vraag. De zorgvraag van de vluchteling op de korte en middenlange termijn (tot drie jaar) wordt in onderstaande tabel in beeld gebracht. Vanaf moment van statustoekenning tot en met afronding van de eerste fase van inburgering hebben vluchtelingen een aantal stappen te zetten om te komen tot integratie in de samenleving. Verder doen zich ook bepaalde problemen voor onder vluchtelingen. Deze hebben vaak van doen met de (geestelijke) gezondheid, het welbevinden en de sociale inbedding. Hiernaast zal het vluchteling zijn bij tijdelijke statushouders nog een punt van aandacht blijven. Tot slot is het bewaken en versterken van het draagvlak voor de opname van vluchtelingen in de samenleving een bijzonder aandachtspunt. Aandachtspunt Relevante instantie/instelling/personen 1 Voorbereiding op uitplaatsing naar Wooncorporaties huisvesting in de gemeente. Huis Nutsbedrijven vinden, inrichtingskosten aanvragen, Dienst Werk, Zorg en inkomen aansluiting op gas, licht en elektra 2 lnplaatsing in de gemeente: Wooncorporaties bezichtigen en aanvaarden van de Gemeente diensten Algemene en woning Publiekszaken en Werk, Zorg en inkomen inrichting van de woning Banken en verzekeringen inschrijving in het GBA Onderwijs aanvraag voor sociale zekerheid Huisartsen en tandartsen openen van een bankrekening sluiten van verzekeringen vinden van huisarts en tandarts inschrijven van kinderen op school 3 Educatie, arbeid en orientatie op de maatschappij. Arbeidsmarkt Samenleving 4 Wonen. Contact met de buurt Buren Omgang met conflicten in de buurt Buurt Woonoverlast Woon corporaties Politie 5 Familierelatie. Gezinshereniging (aan IND te vragen drie maanden na statusverlening). Herhuisvesting naar gezins- Wooncorporaties woning

Raadsbijlage nummer 98 6 Kinderen en jongeren. Functioneren Onderwijs in relatie tot school (o,a. leerlingenvervoer) en (jongeren) wegwijs wor- Omgeving Andere jongeren den in de samenleving 7 Sociaal leven. Vinden van aanknopingspunten, vrienden, organisatievorming, liefhebberijen etc. Bestrijding van eenzaamheid 8 Gezondheid en welbevinden. Psychosociale en psychiatrische begeleiding. Scheiding en herhuisvesting. Zelfverwaarlozing Potentiele vrienden, lotgenoten en verbanden Maatschappelijk werk Geestelijke gezondheidszorg 9 Juridische aspecten en terugkeer IND Eventueel voorbereiden op intrekking Vreemdelingendienst politie van vergunning en terugkeer naar land van herkomst. Orientatie op het leven in het land van herkomst 10 Acceptatie in de samenleving Eindhovense burgers en samenleving 4.3 Alternatieve wegen naar integratie. De gemeente heeft als het gaat om de integratie van nieuwe statushouders twee opties. a Specifieke aandacht voor vluchtelingen alleen door uitvoering van de wettelijke taken van de overheid: de taakstelling ingevolge de Huisvestingswet en de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). Voor dit laatste worden middelen beschikbaar gesteld in de vorm van een doeluitkering. Voor het overige de integratie invulling geven via algemene instellingen. Dit sluit aan bij het uitgangspunt dat vluchtelingen zelfstandig stappen moeten nemen om toegang te krijgen tot voorzieningen, die de "zorgketen" vormen in de integratie. b Specifieke aandacht door uitvoering van aanvullende, extra activiteiten, voor alle statushouders die op basis van de taakstelling gehuisvest moeten worden en hier bijhorende gezinsherenigers. Dit model is gestoeld op de opvatting dat er in de initiele fase van inburgering bij vluchtelingen behoefte is aan een intermediair, die vanuit een overzicht de klant begeleidt en toe leidt naar voorzieningen. Voorzieningen die de vluchteling bijstaan bij het wonen en de sociale inbedding en in de richting van de Nederlandse samenleving zich inzet voor behoud van het draagvlak. Dit met uitzondering van juridische begeleiding: dat is een zaak van betrokkene, het Rijk en de advocatuur.

Raadabijlage nummer 98 Uitwerking optie a. De inbedding van het vluchtelingenbeleid in algemene kaders pleit voor een versterking van de rol van algemene voorzieningen. In deze optie zouden instellingen, waaronder de nieuwe Welzijnsinstelling, moeten inspelen op de vragen van een nieuwe groep Eindhovenaren: nieuwe statushouders, met gelijke rechten en plichten, zoals Nederlanders, Het ontbreekt (een deel van) deze instellingen aan toegankelijkheid voor vluchtelingen en de nodige deskundigheid. Dit onderstreept de noodzaak van interculturalisatie en expertiseverwerving. De nieuwe Welzijnsinstelling heeft hiertoe reeds een aanzet gegeven in de nota Diversiteitsbeleid: Wenkend perspectief op welzijn (juni 2000). In deze optie zijn er wel specifieke middelen aanwezig voor de uitvoering van de WIN. Aangezien dit bedrag voor VWE onvoldoende is om als organisatie te blijven voortbestaan, zou de maatschappelijke begeleiding naar de nieuwe Welzijnsinstelling moeten worden overgedragen. Uitwerking optie b. Als het gaat om de invulling van optie b ligt het voor de hand VWE daarvoor in te schakelen. De organisatie heeft: grote deskundigheid ten aanzien van vreemdelingen- en vluchtelingenvraagstukken; grote naamsbekendheid bij de doelgroepen en bij instellingen in het veld, zodat zij als een belangrijk aanspreekpunt geldt; de betrokkenheid van vrijwilligers, hetgeen bijdraagt aan behoud van het maatschappelijk draagvlak. De vertrouwensband die tussen vrijwilligers en klanten wordt opgebouwd biedt een fundament voor de multiculturele samenleving die Eindhoven geworden is; het onderdeel zijn van een landelijke (dekkende) vereniging, die de lokale groepen ondersteunt en informeert over ontwikkelingen op het turbulente gebied van vreemdelingenvraagstukken. Op o,a. deze gronden is VWE in het kader van de reorganisatie van het welzijnsveld aangeduid als een special product dat geen onderdeel moet worden van de nieuwe Welzijnsinstelling. De afhankelijkheid van vrijwilligers stelt echter ook limieten aan het vermogen om deze taak uit te voeren. Algemene (gemeentelijke) professionele welzijnsinstellingen worden door de inzet van VWE niet ontslagen van een opgave ten aanzien van nieuwe statushouders; integendeel. VWE treedt op als (traject)begeleider en betrekt de instellingen bij het oplossen van problemen van de vluchteling. De rol van algemene welzijnsinstellingen is in deze optie verder van belang voor de integratie van de doelgroepen in de samenleving op de lange termijn. Teneinde te bevorderen dat deze overdracht plaatsvindt moet VWE de statushouders wel op den duur kunnen loslaten, Tegen deze achtergrond zou niet akkoord moeten worden gegaan met de door VWE voorgestelde activiteiten voor statushouders na afronding van de initiele fase van inburgering.

Raadabijlage nummer 98 Voor de opdrachtverlening aan VWE in 2001 en verder zou dit betekenen dat concreet het volgende aanbod gevraagd zou worden: 1 maatschappelijke begeleiding, nader onderverdeeld in; een begeleidingstraject in het kader van de WIN, langdurende en kortdurende contacten (ook met personen die buiten de WIN vallen) en begeleiding bij gezinshereniging; 2 huisvesting: inplaatsing/voorbereiding van (her)huisvesting en (zolang nog actueel) het technisch/dagelijks beheer van de ROA- en vvtv-woningen; 3 woonbegeleiding, het voorkomen en helpen oplossen van woonoverlast; 4 begeleiding bij de terugkeer van afwezen asielzoekers, aanvullend op de inzet van de geeigende instanties (IND, politie, IOM); 5 voorlichting gericht op de Nederlandse bevolking; 6 coaching van vluchtelingen door "maatjes" in verband met de sociale inbedding. Dit ten aanzien van de oude en nieuwe doelgroepen vallend onder verantwoordelijkheid van de gemeente: nieuwe tijdelijke statushouders; nieuwe permanente statushouders; gezinsherenigers- en vormers van nieuwe statushouders; asielzoekers in de ROA-woningen; vvtv-ers in de vvtv-woningen; oude statushouders (A-statushouders met een permanente verblijfsvergunning en C-statushouders met een verblijfsvergunning op humanitaire gronden) in de ROA- en vvtv-woningen). De positionering van VWE binnen deze optie zou als volgt eruit zien. Taak met betrekking tot vreemdelingen Verantwoordelijke instelling Opvang asielzoekers COA en Stichting De Opbouw (Rijk) Integratie statushouders eerste drie jaar VWE na toelating tot Nederland Integratie statushouders na drie jaar na DNW en andere relevante instanties toelating tot Nederland Vrijwillige terugkeer naar land van I OM (Rijk) herkomst Zicht houden op problematiek illegalen Vreemdelingen Informatiepunt (GSBproject) en verwijzen naar rechtmatige vormen van zorg Wat de bekostiging betreft is het volgende van belang. Het gaat om twee kostensoorten : kosten van activiteiten in het kader van de Wet lnburgering Nieuwkomers, waarvoor de gemeente naar rato wordt vergoed;

Raadsbij lage nummer 98 kosten van overige activiteiten (ten behoeve van doelgroepen), waarvoor de gemeente geen specifieke middelen van rijkswege ontvangt. Het gaat jaarlijks om een bedrag van f 455.000,ÃćâĆňâĂİ (6 206.470,00). Een kwantitatieve onderbouwing van dit bedrag, conform het model van Beleidsgestuurde Contractfinanciering, is opgenomen in de bijlagen (ligt voor u ter inzage). Er ligt een spanning tussen de wens van de instelling uit te gaan van behoud van personele formatie en de noodzaak te komen tot normatieve bedragen voor de kostprijsberekening. Voor een deel is deze kloof gedicht kunnen worden. Voor de kostprijzen bestaan geen eenduidige (bijvoorbeeld landelijke aanbevolen) normen. Het genoemde bedrag biedt voor VWE een voldoende basis om als organisatie te functioneren. A fweging. VW 2000 gaat in hoge mate uit van het zelfstandig functioneren van de statushouder. Velen, maar niet allen, zijn daartoe niet in staat. De meeste vluchtelingen zijn zeer slecht op de hoogte van Nederlandse cultuur, samenleving en officiele procedures. Zij beschikken vaak niet over familie, vrienden en netwerken die hulp kunnen bieden bij het integratieproces. Bij een aantal - maar zeker niet meer alle - voorzieningen bestaan er ook drempels in de toegang, voortkomend uit het onvoldoende zijn ingespeeld op deze doelgroep. Op grond hiervan is een vraag naar ondersteuning aanwezig. Ook van de kant van Nederlandse (overheids)instellingen en burgers leeft er een behoefte aan bemiddeling bij de contacten. De afwezigheid daarvan kan een negatief effect hebben op de bereidheid van corporaties om aan tijdelijke statushouders woonruimte te bieden. Op dit moment wordt de gemeente zelf daarop regelmatig aangesproken. Met uitzondering van de WIN (schakel 3) en het IOM en de advocatuur (schakel 9) zijn intermediairs nagenoeg afwezig. De afgelopen jaren heeft VWE deze rol expliciet vervuld voor de vvtv-ers en min of meer ook voor statushouders, die de instelling kenden en om ondersteuning aanzochten. Problematisch is echter dat het de gemeente in principe ontbreekt aan middelen om deze taak structureel te kunnen uitvoeren. In paragraaf 5 is niettemin een mogelijke dekkingslijn geformuleerd. Conclusie. Het lokaal asiel- en vluchtelingenbeleid dient zich te richten op: voorzetting van de adequate uitvoering van oude regelingen voor ROA en vvtv, zolang dit nog van belang is, ook ten aanzien van statushouders daaronder; een goede uitvoering van de in VW 2000 onder verantwoordelijkheid van de gemeente geplaatste taken inzake huisvesting en inburgering van nieuwe statushouders in het kader van de Huisvestingswet respectievelijk de WIN;

Raadsbij lage nummer 98 het op constructieve en flexibele wijze samenwerken met het Rijk bij haar taken ten aanzien van de opvang van asielzoekers. Daarbij geldt dat de gemeente alleen de verplichting heeft zorg te dragen voor aan haar opgelegde taken, en voor het overige met het Rijk c.q. het COA afstemming dient gezocht te worden; het bevorderen van de overige integratie van nieuwe statushouders in de sarnenleving en de toegang tot algemene instellingen. Inhoudelijk is er behoefte aan om dit laatste vorm te geven door een intermediaire rol van VWE. Door specifieke activiteiten wordt zowel een kwetsbare groep mensen op weg geholpen in de samenleving als de Nederlandse instellingen en burgers een dienst bewezen in de communicatie, waardoor het goed samenwonen wordt bevorderd. Op basis van het financiele overwegingen is echter alleen optie a, de integratie invulling geven via algemene voorzieningen, momenteel een verantwoorde keuze. Tegen deze achtergrond is het voorstel VWE nu eenmalig middelen te verschaffen om in 2001 volgens model b te kunnen werken. Een definitief besluit over de taakstelling van VWE met ingang van 2002 zal in najaar 2001 moeten plaatsvinden. 4.4 Overgangsjaar 2001. Indien voorlopig voor optie b. wordt gekozen, zou VWE nieuwe taken per 1 april 2001 op moeten gaan pakken. Daarnaast zullen in de overgangstermijn de huidige taken van VWE ten aanzien van de vvtv en de ROA worden afgebouwd. VWE heeft aangegeven dat daarbij extra activiteiten zijn te voorzien. Zij gaat ervan uit dat de afbouw nog geruime tijd in beslag zal nemen. Wij merken op dat het streven erop gericht is deze regelingen voor het einde van 2001 af te bouwen. Wij zijn in overleg met de woningcorporaties met als inzet afspraken te maken over de volledige uitstroom van vvtv-ers (en statushouders in vvtv-woningen) naar reguliere huisvesting voor genoemde datum. Verder zijn Rijk en VNG in overleg over overdracht van de verantwoordelijkheid van in procedure verkerende vvtv-ers naar het COA. Voorstel is hier om onderhavige wettelijke opvangtaken voort te zetten tot het moment dat het Rijk daarvoor geen uitkering meer beschikbaar stelt. VWE zal dus rekening moeten houden met een verlies van taken op dit gebied en bijbehorende middelen per 1 oktober 2001. De suggestie van VWE-activiteiten op het gebied van educatie voor deze groepen aan te bieden als dagbesteding en ter bespoediging van het inburgeringproces wordt hier afgewezen. Hiermee worden valse verwachtingen gewekt over het perspectief voor toelating tot Nederland. Voor wat betreft statushouders in ROA- en vvtv-woningen is een adequate begeleiding door VWE van belang, mede vanuit het oogpunt van de oplevering van de woningen. Voor wat betreft categorieen asielzoekers vallend onder verantwoordelijkheid van het Rijk (in de regelingen ZZA en KCO en ama s) geldt in de oude situatie zoals onder VW 2000 dat de gemeente ten aanzien van deze groep geen taak heeft.

Raadsbijlage nummer 98 5 Financiele gevolgen en risico s Optie a. In deze optie wordt voorzien in een afbouw van bestaande taken en het niet oppakken van nieuwe taken van VWE. Voorstel is om de WIN-middelen op basis van de jaarlijkse taakstelling voor 2001 budgettair neutraal beschikbaar te (blijven) stellen aan VWE. De relatie met de verantwoording aan het Rijk laat niet toe in deze systematiek verandering te brengen. De door VWE genoemde kostprijs voor een WIN-traject (f 700,ÃćâĆňâĂİ (6 317,65) in 2001 en f 1.000,ÃćâĆňâĂİ (6 453,78) in 2002) ligt hoger dan de hiervoor beschikbare middelen (normatief f 800,ÃćâĆňâĂİ /6 363,02 per traject van 1 yz jaar). Omdat voor ETKB en het buurtwerk dezelfde prijstelling geldt en zij daarmee goed uit de voeten kunnen, wordt hier voorgesteld niet akkoord te gaan met de door VWE aangeboden prijs. Op de korte termijn lopen de kosten door van activiteiten gericht op de uitvoering van oude wettelijke taken ten aanzien van asielzoekers in de ROA en vvtv waarvoor de gemeente naar rato wordt vergoed. Wij gaan ervan uit dat deze activiteiten alleen van belang zijn gedurende de overgangstermijn, die in oktober 2001 afloopt. VWE heeft aangegeven dat zij verwacht dat extra werkzaamheden aan de orde zullen zijn in verband met de overgang van de nieuwe systematiek. Voorstel is om in 2001 vanuit de doeluitkeringen vvtv en ROA VWE te (blijven) subsidieren op basis van het aantal klanten. Voorstel is verder voor de begeleiding van statushouders in de ROA- en vvtv-woningen alsnog met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 middelen beschikbaar te stellen ad f 45.000,ÃćâĆňâĂİ (6 20.420,11). Voor de bestrijding van extra werkzaamheden is het voorstel eenmalig een kaderstellend bedrag van f 55.000,ÃćâĆňâĂİ (6 24.957,91) beschikbaar te stellen. Een dekking voor deze kosten kan gevonden worden in de vergoeding die door het Rijk worden beschikbaar gesteld in verband met de opvang van asielzoekers in de Constant Rebecque voor de periode mei-december 2000. Er wordt een nabetaling verwacht in verband met de tijdelijke verlenging van de opvang. Naar schatting gaat het om een bedrag van ongeveer f 180.000,ÃćâĆňâĂİ (681.680,44). Optie b. In deze optie wordt gekozen voor het toekennen van nieuwe taken aan VWE. In dit voorstel wordt gepleit voor het (blijven) toekennen van een taak aan VWE voor de uitvoering van de WIN. Contracten hieromtrent worden tweejaarlijks gesloten. Omdat in 1999 meer subsidie is toegekend dan VWE aan trajecten heeft kunnen uitvoeren, zijn er middelen niet uitgegeven. VWE dient deze middelen als een voorziening in te richten.

Raadsbij lage nummer 98 Verder is het voorstel om in 2001 vanuit de doeluitkeringen vvtv en ROA VWE te (blijven) subsidieren op basis van het aantal klanten. Voor de uitvoering van nieuwe taken is vanaf 2002 een structureel extra bedrag van f 455.000,ÃćâĆňâĂİ (6 206.470,00) benodigd. In deze optie zou binnen dit financieel kader een (meerjaren)contract moeten worden afgesloten ingaande op 1 januari 2002 voor de periode van twee jaar. Hierna zou geevalueerd moeten worden of het volume en de kwaliteit van het werk de hoogte rechtvaardigen of dat eventueel een bijstelling moet plaatsvinden. Voor het jaar 2001 is het voorstel naast de onder a. genoemde bedrag ten behoeve van statushouders in de ROA- en vvtv-woningen ad f 45.000,ÃćâĆňâĂİ (6 20.420,11), eenmalig een bedrag van f 320.000,ÃćâĆňâĂİ (6 145.209,67) beschikbaar te stellen. (Voor de onderbouwing van dit bedrag liggen bijlagen voor u ter inzage). Dit zijnde het bedrag genoemd door VWE voor hier erkende activiteiten ten behoeve van nieuwe groepen. De kwantitatieve onderbouwing van dit bedrag is opgenomen in de bijlagen. Eventuele extra werkzaamheden in verband met de afbouw van de vvtv zijn in dit bedrag meegenomen. Een dekking voor deze kosten kan gevonden worden in de afroming van het ROAfonds ad f 45.000,ÃćâĆňâĂİ (6 20.420,11); alsmede in de eerdergenoemde nog te ontvangen onvoorziene rijksbijdrage in verband met de Constant Rebecque in 2000 ad f 180.000,ÃćâĆňâĂİ (6 81.680,44) en het onvoorziene bedrag dat voor de periode januari-juli 2001 wordt verwacht ad f 140.000,ÃćâĆňâĂİ (6 63.529,23). Wiw-krachten. VWE maakt momenteel gebruik van 9,6 Wiw-krachten en er zijn een aantal vacatures dat moeilijk vervuld kan worden. In optie a verliezen deze allen ultimo 2002 hun positie. Voor 2001 is een "eigenbijdrage" verschuldigd ad f 700,ÃćâĆňâĂİ (6 317,65) per kracht dat VWE zelf uit de begroting dient op te brengen. Over 2001 gaat het om een bedrag van (9,6 x f700,ãćâćňâăi =) f 6.720,ÃćâĆňâĂİ (6 3.049,40). In optie b wordt gekozen voor het omzetten van een Wiw-kracht in een professional. Vier Wiw-krachten die zich bezighouden met de technisch beheer van de ROA- en vvtv-woningen verliezen hun taken per 2002. Een bedrag van 5,6 x f 700,ÃćâĆňâĂİ = f 3.920,ÃćâĆňâĂİ (6 1.778,82) is dan verschuldigd. Deze kosten zijn in de kostprijsberekening van VWE meegenomen. VWE komt als kleine instelling in aanmerking voor een tegemoetkoming van de dienst Werk, Zorg en Inkomen in deze kosten. De compensatie van de stijging van de inleenvergoeding vindt pas na afloop van enig jaar plaats op basis van nacalculatie. Dit houdt in dat VWE in het lopende jaar het financiele hiaat zelf moet overbruggen. Kosten activiteiten ten behoeve van ZZA-asieizoekers 2000. U heeft ingestemd met het collegevoorstel voor afwijzing van het subsidieverzoek van VWE voor de uitvoering van activiteiten ten behoeve van asielzoekers in de ZZA-

Raadsbij lage nummer 98 regeling, gelet op de toezegging dat indien zou blijken dat als de continuiteit van VWE in het geding is, het college met voorstellen komt ter oplossing van deze eventuele problematiek. Dit concreet aan de hand van de Jaarrekening 2000 van VWE en het vermogen van de instelling om de tegenvaller op te vangen. Het is ons gebleken dat VWE een minimale uitvoering heeft gegeven aan de aan haar zelf opgedragen taak ten aanzien van ZZA-asielzoekers in 2000. Aan de hand van de voorlopige (niet door de accountant gecontroleerde) opgave van VWE, blijkt een tekort van slechts f 8.000,ÃćâĆňâĂİ (6 3.630,24), waarvan f 3.500,ÃćâĆňâĂİ (6 1.588,23) te herleiden is tot de Wiw-problematiek (zie onder). De organisatie beschikt over voldoende reserves om deze tegenvaller op te vangen. 6 Overige gevolgen van de aanpak Met het COA zal een overleg worden aangegaan over de uitvoering van activiteiten die verband houden met de aanwezigheid van de KCO. Bij beide opties zal met de nieuwe Welzijnsinstelling binnen het interculturaliseringsbeleid de vraag hoe verder in te spelen op vragen van vluchtelingen worden opgepakt. 7 Resultaten van overleg / inspraak Het COA is van mening dat aanvullende activiteiten voor de integratie van statushouders nodig zijn. Het COA is zelf bezig met een herorientatie op de relatie met vluchtelingenwerk(groepen). Mogelijkerwijs zal zij gebruik maken van lokale instellingen, zoals VWE voor de begeleiding van asielzoekers in de KCO-regeling. Met het VWE-bestuur heeft diverse malen overleg plaatsgevonden over dit dossier. Zij gaat, gezien de omstandigheden, akkoord met dit voorstel. Liever had zij gezien dat duidelijk nieuwe taken aan VWE waren toegekend. Dit is echter gezien de financiele problematiek nu niet mogelijk. Verder is door VWE aangegeven dat ook in optie b juridische ondersteuning benodigd zou zijn. Volgens VWE heeft de doelgroep behoefte aan algemene informatie over rechtsbescherming en uitleg over genomen beslissingen, waarvoor de advocatuur geen tijd heeft. Verder kan men met de hoogte van het bedrag niet akkoord gaan. De kostprijs hangt volgens VWE af van het aantal producten dat wordt afgenomen. Indien de gemeente minder producten af wil nemen, zou dit een stijging van de kostprijs tot gevolg hebben. Van VWE zijde is aangegeven dat zij een vrijwilligersorganisatie is en dat tot gevolg heeft dat kostprijsberekening en overhead een andere accent kennen dan bij een professionele organisatie. Voorkomen zou moeten worden dat het besluit zou neerkomen op een inkrimping met personele consequenties. Dat zou ook kwalitatief niet verantwoord zijn. Tegen deze achtergrond heeft VWE een nieuwe offerte uitgebracht, met hogere prijzen.

Raadabijlage nummer 98 De nieuwe Welzijnsinstelling heeft bij brief van 27 maart 2001, in reactie op berichten in de pers, laten weten niet budgettair neutraal taken van VWE over te kunnen c.q. willen nemen. Hierover het volgende. De veronderstelling dat taken zou worden overgenomen is niet juist. In geschetste optie komen specifieke activiteiten te vervallen; de doelgroep zou dan worden verwezen naar algemene voorzieningen zonder specifieke aandacht. 8 Communicatie Over de besluitvorming dienen VWE, COA en de nieuwe Welzijnsinstelling geãŕnformeerd te worden. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar advies ligt voor u ter inzage. De meerderheid in de commissie stemt in met het voorstel. Een minderheid behoudt haar stem voor tot de raadsbehandeling. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, H. Scherf, loco-burgemeester. S. Broersma, loco-secretaris.

Raadsbijlage nummer gg W$4+ Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 mei 2001, nr. 98; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit: 1 tegen de achtergrond van de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 (VW 2000) in 2001 aan Stichting Vluchtelingenwerk Eindhoven beschikbaar te stellen: a voor de begeleiding van statushouders in de ROA- en vvtv-voorzieningen in 2001 eenmalig een bijdrage van f 45.000,ÃćâĆňâĂİ (6 20.420,11); b voor het uitvoeren van nieuwe taken in 2001 in verband met de invoering van VW 2000 in 2001 eenmalig een bijdrage van f 320.000,-(6145.209,67); 2 a de onder 1 a genoemde kosten ten laste te brengen van de middelen ROAfonds; b de onder 1b genoemde kosten ten laste te brengen van de nog te ontvangen onvoorziene rijksmiddelen 2000-2001 in het kader van de opvang asielzoekers in de Constant Rebecque Kazerne; 3 de begroting dienovereenkomstig te wijzigen; 4 het college van burgemeester en wethouders de opdracht verstrekken om de ontwikkelingen rondom de implementatie van VW 2000 en de activiteiten van de Stichting Vluchtelingenwerk Eindhoven intensief te monitoren en in het kader van de begrotingsbehandeling 2002 een voorstel te doen inzake eventuele continuering subsidiering Stichting Vluchtelingenwerk Eindhoven. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 mei 2001. R. Welschen, voorzitter. G. Kok, loco-secretaris. wa01005250