Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen

Vergelijkbare documenten
Rassenproef bio wintertarwe : Samengestelde kruisingspopulaties bevestigen

Rassenproef bio wintertarwe : moderne populaties doorstaan moeilijk seizoen

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Welk type erwt voor biologische zomermengteelt?

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenproef biologische quinoa 2018

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt

Mengteelt van triticale met voedererwt of veldbonen biedt perspectief 1

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Joran Barbry, Philippe France, Karel Dewaele, Lieven Delanote

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015

Suboptimale teeltomstandigheden stellen rassen witte kool op de proef

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Biologische hybrides weerstaan moeilijk groeiseizoen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Rassenproef spruitkool biologische teelt 2012: opvallend gezond

RASSENPROEF PETERSELIE

RASSENPROEF LOSSE TOMAAT

Bio vraagt meer van rassen spruitkool

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

/

Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017

Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Na de teelt 18/11/

Rassenproef bloemkool vroege zomer biologische teelt

IMPRESSION Vroege baktarwe!

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013

BONEN RASSENPROEF VOORJAARSTEELT KOEPEL

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge

Teelt van hybride wintertarwerassen. Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant)

RASSENKEUZE BIOLOGISCHE AARDAPPELEN. Lieven Delanote, Karel Dewaele - Inagro

Koolzaadbericht Opbrengst rassen in proef 2012

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

PASTINAAK rassenproef 2014

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

BORODINE De gezondste

Zomerteelt - bestemming verse markt

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN RODE KLAVER

1 Zeer vroege zomerteelt - bestemming verse markt

Wintergranengids

28Z.00452, te vergelijken met de vertrouwde industrierassen: Suprmeo en Precioza.

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2017

BASILICUM RASSENPROEF

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek

Sterke rassen weerstaan hoge plaagdruk (2014)

RASSENPROEF CHINESE KOOL (BRASSICA RAPA VAR. PEKINENSIS) ONDER KOEPEL

Perceelsgegevens Pagina 9

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA Precisiezaai wintertarwe

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

Studieverantwoordelijke Dr. B. Gobin. Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

COMITE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2016: Plaagresistent aanbod breidt fors uit

Nieuwe rassen dienen zich aan

RODE BIET RASSENPROEF VERSE MARKT

OVERZICHTSTABEL KWALITEIT - VROEGRIJPHEID

Dinsdag 3 juli 2012 Toelichting veldproeven. Biobedrijfsnetwerk Veehouders - akkerbouwers

rassenproef busselwortel

RASSENPROEF ZOETE PUNTPAPRIKA BIOTEELT

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Begin teelt 14/04/ Tijdens de teelt 02/06/ Einde teelt 23/07/

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1)

1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen koolrabi voor wat betreft plant- en gewaskenmerken alsook oogsten opbrengstgegevens.

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Herkauwers & Akkerbouw

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013

Bewaarteelt - bestemming verse markt

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF

RASSENPROEF CHINESE KOOL VOORJAARSTEELT

Wie vervangt Nerac? L. Delanote en J. Rapol, PCBT D. Callens, POVLT

SPINAZIE RASSENPROEF VOORJAAR INDUSTRIE

WINTERGERST. Cultuurtechniek

DOPERWT VROEGE TEELT 2015

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

Transcriptie:

Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen Karel Dewaele, Lieven Delanote, Femke Temmerman, Johan Rapol, Inagro Context Steeds meer onderzoeken tonen aan dat het verhogen van de genetische diversiteit in gewassen voordelen biedt ten opzichte van een pure teelt met één ras. In het Verenigd Koninkrijk en andere Europese landen experimenteert men met het gebruik van composite cross populations (CCPs) of samengestelde kruisingspopulaties. Deze populaties ontstaan uit een kruising van verschillende rassen waarbij de zaadoogst van de hele populatie wordt gebruikt om een volgende generatie te creëren. Op die manier ontstaan populaties met een extreem hoge genetische diversiteit. Door jaar na jaar deze vorm van massaselectie toe te passen zal de populatie zich maximaal aanpassen aan de omstandigheden waaronder ze wordt geteeld. inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke T 051 27 32 00 F 051 24 00 20 E info@inagro.be - www.inagro.be De samengestelde kruisingspopulaties van wintertarwe die in het COBRA project worden gebruikt, vinden hun oorsprong in 2001 bij het Organic Research Centre in het Verenigd Koninkrijk. Twintig verschillende rassen werden onderling gekruist en de hieruit ontstane populaties werden verder vermeerderd onder biologische omstandigheden in het Verenigd Koninkrijk en sedert F 5 ook in andere Europese landen. Vanaf F 8 werden de CCP s deels op één locatie verder vermeerderd en deels jaarlijks circulerend in 7 Europese landen (UK, DK,

NL, F, DE, CH, HU). Dit resulteert momenteel in 11 F 13 CCP s die allen afstammen van eenzelfde kruisingspopulatie. Meer info over samengestelde kruisingspopulaties (CCP s) en het COBRA-project vindt u in volgend artikel: http://biopraktijk.be/?q=node/423. Doel In deze verkennende rassen- en populatieproef wintertarwe zijn vier samengestelde kruisingspopulaties (CC) opgenomen: twee populaties die sedert 2005 in Duitsland (D) zijn gebleven - één onder biologische teelt (OA) en één onder conventionele teelt (CA) en twee die in verschillende landen werden gecirculeerd (C). Doel van de proef is na te gaan of het blootstellen van genetisch divers materiaal aan verschillende teeltomstandigheden of klimaatregio s onder natuurlijke selectiedruk het algemeen aanpassingsvermogen aan klimaatsverandering van de populaties verhoogt. De ziektegevoeligheid, de opbrengst en de kwaliteit van de tarwepopulaties werd in deze proef vergeleken met vier referentierassen om de waarde van deze samengestelde kruisingspopulaties in onze streken te onderzoeken. Parallelle proeven liggen aan bij andere partners in het project, onder andere in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, met referentierassen voor hun regio. Teeltomstandigheden en proefverloop De proef werd op 25 november 2013 op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro in Beitem gezaaid in vrij natte omstandigheden aan een dichtheid van 450 zaden/m². De voorteelt was wortel. De opkomst was bij alle objecten slecht (42-51%) omwille van de zeer natte omstandigheden na zaai. De winter was uitzonderlijk zacht waardoor het gewas toch redelijk de winter uit kwam. Begin maart zette een droge periode in die toeliet om op 20 maart 25 ton runderdrijfmest per hectare uit te rijden. Er werd gewiedegd op 18 en 26 maart. De warme omstandigheden zorgden voor een vroege en goede gewasontwikkeling, die echter snel gematigd werd door een zware ziektedruk van gele roest vanaf eind maart. De aantasting bleef praktisch het hele teeltseizoen meer of minder aanwezig wat een negatieve invloed had op de gewasstand en de korrelopbrengst. In juni werd ook bij alle objecten bladseptoria waargenomen. In juli werd er in beperkte mate legering vastgesteld bij de populaties. Op 25 juli werd er gedorst met een gemiddelde opbrengst van 6,5 ton/ha voor de vier rassen en 6,2 ton/ha voor de vier kruisingspopulaties. De bakwaarde van de beproefde rassen en CCP s is nog in onderzoek. De rassen en kruisingspopulaties kenden globaal een gelijkaardige opkomst en gewasontwikkeling. Ook de grondbedekking, uitstoeling en onkruidonderdrukking was per groep niet significant verschillend. Wat wel in het oog sprong was de grote heterogeniteit van de individuele planten in de populaties qua hoogte, kleur, bebaarding, enz.

Bespreking per object Wintertarwe - rassen De vier wintertarwerassen zijn referentierassen voor biologische baktarwe in Noord-Frankrijk. Als groep waren de rassen relatief donkerder van kleur, kort van stro en niet legergevoelig. Op 10 april en 7 mei waren de rassen licht aangetast met gele roest. De ziektedruk zette door en op 10 juni werd er bij de rassen een zware aantasting waargenomen. Het gedorste graan was bij de rassen vrij droog (14,5-14,8%) en het stro was kort (82-95 cm). Lukullus (Biocer, biologisch zaad) Lukullus en Midas zijn ingeschreven rassen sinds 2008 en konden zich in Noord-Frankrijk reeds bewijzen als een goed compromis tussen bakwaarde en opbrengst. Lukullus had een slechte opkomst (42%). Het gewas kwam ijl de winter uit maar herstelde zich nog behoorlijk. Lukullus werd in juni zwaar aangetast door gele roest en bladseptoria. De opbrengst was gemiddeld (6,4 ton/ha) maar had wel het hoogste hectoliter-gewicht (80,7 kg). Midas (Biocer, biologisch zaad) Midas liet een goede gewasontwikkeling zien in het voorjaar. Het ras was vrij gevoelig voor gele roest en bladseptoria. Het stro was relatief lang (95 cm). De opbrengst was goed (6,9 ton/ha) met een goed hl-gewicht (78,8 kg). Renan (Biocer, biologisch zaad) Renan is een oud ras (1989) maar houdt nog steeds stand als het standaardras voor biologische baktarwe in Noord-Frankrijk. Renan had een slechte opkomst (42%), kwam net als Lukullus ijl uit de winter en herstelde zich maar beperkt. De ziektegevoeligheid was gemiddeld. Het stro is kort (82 cm). De opbrengst was gemiddeld (6,3 ton/ha) met een net voldoende hl-gewicht (76,4 kg). Skerzzo (Biocer, biologisch zaad) Skerzzo is een nieuw ras (2012), ontwikkeld door INRA met het oog op de biologische landbouw. Het ras zou tolerant moeten zijn voor de meeste ziekten. Skerzzo had een matige gewasontwikkeling en was redelijk bestand tegen gele roest en septoria. Het stro is kort (83 cm). De opbrengst was goed (6,7 ton/ha) met een voldoende hl-gewicht (77,9 kg). Wintertarwe samengestelde kruisingspopulaties De wintertarwe van de vier kruisingspopulaties onderscheidden zich van de rassen als meer lichtgekleurd, langer van stro en iets meer legergevoelig. De populaties waren op 10 april en 7 mei reeds aanzienlijk aangetast met gele roest maar in tegenstelling tot de rassen zette de ziekte daarna niet door. Het graan werd iets vochtiger gedorst (15,4-15,8%), wellicht door de heterogene afrijping van het gewas. Het stro is beduidend langer (101-108 cm). De verschillen tussen de verschillende populaties waren miniem.

CCC D13 (Duitsland) en CCC UK13 (Verenigd Koninkrijk) Deze circulerende kruisingspopulaties werden vorig jaar in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk geoogst. Sinds 2008 circuleren deze populaties jaarlijks in verschillende Europese landen. Door hun verschillende voorgeschiedenis qua groeiomgeving is te verwachten dat door natuurlijke selectie verschillen in de populaties zichtbaar worden. D13 had een (nietsignificant) lagere opbrengst, gecombineerd met iets droger graan (15,4 t.o.v. 15,8%), hoger hl-gewicht (79,5 t.o.v. 78,1 kg) en langere strolengte (108 t.o.v. 101 cm). CC D13 CAI en CC D13 OAI (Duitsland) Deze circulerende kruisingspopulaties werden sinds 2005 in Duitsland geteeld volgens het gangbare en biologische systeem. Deze populaties waren in de proef praktisch identiek aan elkaar zonder significante verschillen. Besluit De wintertarwerassen haalden ondanks de grote ziektedruk van gele roest een redelijke opbrengst van gemiddeld 6,5 ton/ha. Renan is het standaardras voor superieure biologische baktarwe in Noord-Frankrijk maar overtuigde niet in deze proef. Renan had een ijl gewas met een matige opbrengst en net voldoende hectolitergewicht. Midas maakte een fors gewas en haalde de hoogste opbrengst ondanks zijn ziektegevoeligheid. Lukullus is vergelijkbaar met Midas en behaalde ondanks een slechte opkomst een goede opbrengst en het hoogste hectolitergewicht. Skerzzo combineert een goede ziektetolerantie met een stevig gewas en goede opbrengstresultaten. In deze verkennende proef halen de samengestelde kruisingspopulaties een vergelijkbare opbrengst (6,2 ton/ha) als de referentierassen wintertarwe. De weerbaarheid tegen gele roest was dit jaar ongetwijfeld een bepalende factor. Hoewel zowel populaties als rassen te lijden hadden onder de ziektedruk hielden de populaties langer stand. Bij de rassen werd in juni de grootste aantasting waargenomen. Uit Nederland, Duitsland en Denemarken kwamen in het voorjaar gelijkaardige vaststellingen. In vergelijkende proeven tussen samengestelde kruisingspopulaties en referentierassen waren de populaties er relatief gezonder. Enkele globale kenmerken van de samengestelde kruisingspopulaties kwamen naar voor: een hoog gewas met een grote heterogeniteit, mogelijk legergevoelig en eerder laatrijp. Tussen de beproefde populaties waren er weinig verschillen. Het effect van de omgeving op de genetische ontwikkeling van de populaties is dus (voorlopig) beperkt. Enerzijds wijst dit op een eerder trage aanpassing aan hun milieu, anderzijds bewijst dit dat het niet zomaar mengsels maar wel stabiele genetische populaties zijn. Hoe verder? De klassieke tarweveredeling levert genetisch uniforme rassen die ontstaan zijn uit één superieure lijn. In ideale omstandigheden in het veld kan zo n ras uitzonderlijk presteren, maar soms gaat het gewas bij variabele omstandigheden (vb. ziektedruk) in zijn geheel

onderuit. In de gangbare teelt wordt dit opgevangen met bemesting en gewasbescherming. In de biologische teelt steunt men in de eerste plaats op de weerbaarheid van het gewas zelf. Een maatregel is het inbrengen van genetische diversiteit in het gewas, bv. door het mengen van complementaire rassen of het maken van samengestelde kruisingspopulaties. De waarde van samengestelde kruisingspopulaties voor de biologische tarweteelt in Vlaanderen is nog onduidelijk. Er is nog onvoldoende ervaring of de populaties het ook in (andere) extreme omstandigheden goed of beter doen t.o.v. de referentierassen. De natuurlijke selectie verloopt ook niet altijd in de gewenste richting. Men ziet bv. dat de populaties met de jaren langere halmen maken vanwege onderlinge competitie naar licht. Na extreme selectie (bv. een zeer strenge winter) verkleint de genetische basis en moet het zaaizaad vernieuwd worden. Er is ook nog geen wettelijk kader voorzien waarbinnen deze populaties, die niet voldoen aan de vereisten van onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid, verhandeld mogen worden. Hier zijn wel al de eerste stappen toe gezet. Deze verkennende proef wordt dit najaar in een licht aangepaste vorm in elk geval herhaald. Als er voldoende zaaizaad beschikbaar is, willen we hierbij ook enkele praktijkbedrijven betrekken. Een logisch alternatief lijkt het zaaien van een rassenmengsel met bv. 3 à 4 elkaar aanvullende componenten. Dit is ook voor andere granen (zomergranen, triticale, ) zinvol. Hoewel de genetische verscheidenheid in het veld beperkter blijft dan bij kruisingspopulaties, kan het gewas toch weerbaarder zijn en een stabielere opbrengst geven. De moeilijkheid ligt hier dan in de keuze van de rassen en hun verhouding. Het zaaizaad moet elk jaar aangekocht worden want bij het oogsten van zaaizaad uit een rassenmengsel schiet al snel enkel het meest competitieve ras over. Het COBRA project maakt deel uit van het Core Organic II ERA-NET en wordt financieel ondersteund wordt door de Vlaamse Overheid (Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling). www.cobra-div.eu

Tabel 1: Overzicht van de verschillende objecten opgenomen in de proef. object Naam Herkomst bio/ncb 1 CCCD13 cycling UK08-DK09-TUM10-HU11-NL12-D13 bio 2 CCCUK13 cycling HU08-NL09-D10-CH11-F12-UK13 bio 3 CCD13CAI QY-populatie Duitsland conventioneel ncb 4 CCD13OAI QY-populatie Duitsland biologisch bio 5 Lukullus Biocer bio 6 Midas Biocer bio 7 Renan Biocer bio 8 Skerzzo Biocer bio Tabel 2: Opkomst, gewasontwikkeling, grondbedekking, uitstoeling en kleur van de objecten. Naam Planten/ Opkomst m² (%) Gewasontwikkeling Grondbedekking Uitstoeling Kleur 8/01/2014 5/mrt 9/mei 9/mei 9/mei 9/mei CCCD13 220 49 b 5,3 ab 6,6 bc 6,6 a 6,1 b 6,3 c CCCUK13 201 45 c 4,5 ab 6,4 bc 6,6 a 6,3 ab 6,3 c CCD13CAI 222 49 ab 5,3 ab 6,8 b 6,6 a 6,1 b 6,8 bc CCD13OAI 231 51 ab 5,5 a 6,9 ab 6,8 a 6,4 ab 6,6 bc Lukullus 187 42 c 3,3 cd 6,5 bc 6,4 a 6,4 ab 7,5 a Midas 241 54 a 4,0 bc 7,4 a 6,8 a 6,3 ab 8,0 a Renan 187 42 c 2,9 d 6,1 c 6,5 a 6,6 a 6,9 b Skerzzo 223 50 ab 5,4 a 5,4 d 6,1 a 6,6 a 8,0 a Gemiddelde 214 48 4,5 6,5 6,5 6,3 7,0 Quotering 9= zeer goed < 10 % zeer goed 1= zeer slecht > 90 % zeer slech zeer bleek zeer donker

Tabel 3: Ziektewaarnemingen van de objecten. Naam 10/apr Gele roest Septoria 7/mei 10/jun 10/jun CCCD13 6,6 bc 5,8 d 6,5 a 6,3 abc CCCUK13 6,5 c 6,1 d 6,5 a 6,5 ab CCD13CAI 6,4 c 5,9 d 6,5 a 6,5 ab CCD13OAI 6,1 c 5,9 d 6,3 a 6,3 abc Lukullus 7,4 a 7,3 c 4,8 b 6,0 bc Midas 7,1 ab 7,8 b 5,3 b 5,7 c Renan 7,3 a 7,1 c 6,3 a 6,5 ab Skerzzo 7,4 a 8,3 a 6,5 a 7,0 a Gemiddelde 6,8 6,8 6,1 6,4 Quotering 9= geen geen geen geen 1=zeer veel zeer veel zeer veel zeer veel Tabel 4: Opbrengst, vochtgehalte, hl-gewicht, strolengte en legeringsindex van de objecten. Naam Korrelopbrengst % vocht Hectoliter- Strolengte Legering (15% vocht) gewicht kg/ha % kg cm 17/jul 25/jul CCCD13 6056 ab 15,4 b 79,5 b 108 a 7,4 bc 6,8 c CCCUK13 6527 ab 15,8 a 78,1 cd 101 b 7,2 c 6,7 c CCD13CAI 6386 ab 15,6 ab 78,2 cd 104 ab 7,7 bc 7,1 bc CCD13OAI 5831 b 15,9 a 78,3 cd 105 ab 6,9 c 7,1 bc Lukullus 6363 ab 14,8 c 80,7 a 92 c 8,8 a 8,8 a Midas 6908 a 14,5 c 78,8 bc 95 c 9,0 a 7,9 ab Renan 6338 ab 14,5 c 76,4 e 82 d 8,3 ab 8,0 ab Skerzzo 6655 ab 14,7 c 77,9 d 83 d 9,0 a 8,9 a Gemiddelde 6383 15,2 78,5 96 Quotering 9= geen zeer goed zeer goed zeer goed 1= zeer veel zeer slecht zeer slecht zeer slecht