Samen naar 95% minder broeikasgasuitstoot in Nederland door industriële vernieuwing

Vergelijkbare documenten
H-vision Blauwe waterstof voor een groene toekomst Alice Krekt, programmadirecteur Deltalinqs Cimate Program

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Transitiepad Hoge Temperatuur Warmte THT2050

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Wij hebben méér dan een plan! Naar een klimaatneutraal Chemelot in 2050 Inzet voor het klimaatakkoord

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Rotterdam CCUS Project Porthos: transport en opslag van CO2

Het KlimaatAkkoord (ieder z n opinie; hier is de mijne)

PROGRAMMA 11:00-11:20 PLENAIRE OPENING + UITLEG KIVI KLIMAATTAFELS 11:30-12:15 1E RONDE KIVI KLIMAATTAFELS 12:15-13:00 LUNCH

Wij hebben méér dan een plan! Naar een klimaatneutraal Chemelot in 2050 Inzet voor het klimaatakkoord

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft

Presentatie SIM MEA-Industrie & LEA. Ron Bissels 16 april 2018

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Om onze patiënten een duurzame zorg te garanderen.

Missiegedreven Innovatiebeleid: in het teken van de Energieen Klimaattransitie

Welkom! Wifi: Muntgebouw Wachtwoord: Muntgebouw1

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Insights Energiebranche

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 1 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales

Energietransitie en schaalvoordelen

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA)

Waterstof Coalitie Vier pijlers onder een duurzame waterstofeconomie in 2030

Connecting the energy

Klimaatbeleid gericht op een energietransitie. 11 maart 2016, Ros PBL

Biobased economy in het Groene Hart

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Spelregels BioRaffinage

Programma Kas als Energiebron

WERKGEBIED VEZELGRONDSTOFFEN

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

Industriële elektrificatie

Net voor de Toekomst: samenvatting

Power to products. 11 oktober 2017 Egbert Klop

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

Vermijden van verliezen bij het gebruik van industriële restwarmte

Rotterdam, 23 mei Geachte heer Van der Touw, beste Ab,

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt?

Ministerie van Economische Zaken De Minister van Economische Zaken H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG

Jan Willem Straatsma Samen klantwaarde realiseren met kwaliteit en duurzaamheid in onze keten

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

NEW BUSINESS. Guy Konings

Toekomstschetsen en organisatievraagstukken

BioWanze De nieuwe generatie

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Roerige tijden in de wereld van koelen en verwarmen. Ir. Erik J. Hoogendoorn, ENGIE Refrigeration

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Gewijzigd Statenvoorstel

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

Handreiking Aanvulling op het EEP - Addendum op de MEE. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

AMBITIE NUTRIËNTEN 2018

Activiteiten Colruyt Group

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Onderwerp: Subsidieovereenkomst in het kader van het EFRO-project IMPACT - Goedkeuring

Mest: de melkkoe voor de productie van grondstoffen. A. Visser Maart 2015

Dit is Chemours in Dordrecht

JIP tender Maurits Clement. 9 april 2019

Energietransitie bij Mobiliteit

Waterstofmobiliteit: status en uitdagingen

J A N V A N H A V E N B E R G H

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

KLIMAATAKKOORD : INDUSTRIE

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

KLIMAATAKKOORD NETBEHEER NEDERLAND 11 JULI 2018

Systeemintegratie - Infrastructuur Verkenning 2050 TenneT& Gasunie

Biomassa. in het klimaatakkoord en de energietransitie

Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver?

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Statenvoorstel. Financiële bijdrage voor Waste to Chemicals en het chemie- en industriecluster in Zuid-Holland.

H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling

Smart Delta Resources Platform

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

Twence: Transitie naar Euregionaal producent van duurzame energie en grondstoffen

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

1. Foute eiwitten die ziekten veroorzaken Prof. Dr. Patrick van der Wel, Rijksuniversiteit Groningen.

Transcriptie:

Samen naar 95% minder broeikasgasuitstoot in Nederland door industriële vernieuwing De Nederlandse energie-intensieve industrie is doordrongen van de noodzaak om haar uitstoot drastisch te beperken en tegelijkertijd overtuigd van de mogelijkheid om door investeringen, innovatie en vernieuwing haar positie in de Nederlandse economie te versterken. Onderzoek naar reële mogelijkheden om de transitie van de industrie te versnellen en tegelijkertijd de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats voor industriële activiteiten te vergroten, levert een concreet plan op waarmee direct een start kan worden gemaakt. Voor u ligt een uniek voorstel waarmee concrete beslissingen kunnen worden genomen in de transitie van de industrie naar innovatieve, moderne en nagenoeg CO2-vrije bedrijvigheid. Acht concrete maatregelen hebben het potentieel om, met actieve betrokkenheid van de overheid, de industriële CO2-uitstoot met 95% terug te dringen in 2050. Dit voorstel maakt duidelijk dat de noodzakelijke versnelling van de beoogde industrietransitie, met de juiste steun van de overheid, reëel is. Versnelling van het koolstofvrij maken van de industrie vraagt om samenwerking tussen en in industriële ketens en clusters, met kennisinstituten en ook met de overheid. De overheid zal een regie- en investeringsrol moeten nemen; bestaande regelgeving aanpassen; financiële ondersteuning bieden en budget voor innovatie en ontwikkeling beschikbaar stellen. Cruciale voorwaarde om van deze transitie een succes te maken, is dat industrie en overheid een langetermijnvisie delen op de beschikbaarheid van concurrerend geprijsde CO2-vrije elektriciteit. Van energietransitie naar industrietransitie VEMW is een samenwerkingsverband van Nederlandse spelers in de energieintensieve industrie. De Nederlandse industrie levert gezamenlijk niet alleen een substantiële bijdrage aan de Nederlandse economie van 21% BBP en aan de productie van belangrijke bouwstenen van de maatschappij, maar ook aan de Nederlandse uitstoot van broeikasgas: ongeveer 25% van de CO2e. Daarbij horen verantwoordelijkheden en die nemen we serieus. De Nederlandse industriële sector loopt voor in het reduceren van de eigen uitstoot en levert noodzakelijke bouwstenen voor een duurzame samenleving. Zonder verdergaande veranderingen in de industrie, kan Nederland de internationale klimaatdoelstellingen niet halen 1. De industrie moet nú voorsorteren op substantiële nieuwe stappen in decarbonisatie, anders stoot Nederland in 2050 eenvoudigweg nog te veel broeikasgas uit. Wij willen de aantrekkelijkheid van Nederland voor industriële spelers vergroten, terwijl we een leidende rol nemen om de CO2e-uitstoot doelen te halen. 1 Nederland heeft zich verbonden aan het COP21 verdrag en Europese afspraken die vereisen dat we in 2050 80-95% minder CO 2e uitstoten dan in 1990. 1

Tegelijk met het terugdringen van de CO2e-uitstoot, zal de Nederlandse industrie ook op andere manieren waarde creëren voor Nederland en de energietransitie van andere sectoren helpen faciliteren, door bij te dragen aan een circulaire economie, het valoriseren van biomassa als bouwsteen in de chemie en het balanceren van het elektriciteitsnetwerk. We zijn klaar voor de volgende stap De afgelopen jaren is de Nederlandse industrie er in geslaagd om op eigen kracht de uitstoot van CO2e flink terug te dringen. We stoten inmiddels 32% minder CO2e uit dan in 1990. Die afname is twee keer zo groot als de gemiddelde afname van CO2e - uitstoot in Nederland over diezelfde periode. Van de CO2e-uitstoot nu is 90% CO2, en wordt de rest uitgestoten in specifieke processen. De noodzaak is dus nu een agenda die de Nederlandse industrie helpt in het terugdringen van CO2. De afname van 32% was veelal mogelijk doordat het energie-efficiëntiebevorderende maatregelen betrof die, al dan niet met subsidie, een terugverdientijd hadden van minder dan vijf jaar. Op dit moment zijn dit soort projecten grotendeels uitgevoerd. Wat overblijft, zijn maatregelen die technisch complexer en financieel riskanter zijn, maar wel positieve game changers kunnen zijn voor zowel CO2-reductie alsook de ontwikkeling van de industrie in Nederland. Er zijn nog andere redenen waarom het juist bij de industrie belangrijk is om goed na te denken over de decarbonisatieroute en -aansturing. Ten eerste maken industriële installaties onderdeel uit van internationale bedrijven en opereert de industrie in een internationale markt, wat strenge eisen stelt aan de rentabiliteit van investeringen om concurrerend te blijven. Investeringen in verdere decarbonisatie zijn nu niet renderend en investeringen om nutsvoorzieningen op een industriële site te verbeteren hebben vaak een lager rendement dan andere investeringen. Ten tweede verschilt de optimale decarbonisatie-oplossing per proces en per bestaande procesopstelling. Het kan betekenen dat een complete herinrichting van het proces nodig is om de uitstoot te reduceren, wat kan leiden tot een aanzienlijke kostenpost. Daarnaast zijn op dit moment energie en grondstoffen die geen CO2 uitstoten duurder dan die dat wel doen. Bij investeringen om emissies te reduceren moet vaak een afweging gemaakt worden tussen de hoogte van de investering en die van de operationele kosten. Bijvoorbeeld, een hogere investering kan leiden tot energie-efficiëntie, zoals een warmtepomp, terwijl een lagere investering kan leiden tot relatief hogere energiekosten, zoals een elektrische boiler. Als laatste zijn veel processen niet met alleen energie-efficiëntiemaatregelen te decarboniseren. Dan is de verandering van de energiebron de enige optie. Een keuze voor een schonere energiebron, zoals duurzame elektriciteit, leidt tot hogere operationele kosten bij de huidige energieprijzen en regulering. Grote industriële installaties blijven vaak meer dan 30 jaar in operatie. Tijdens die periode ligt de energiebron vast. Bij een keuze voor een schonere, maar nu ook duurdere energiebron betekent dat er gedurende die tijd steeds extra betaald moet worden voor energie. 2

Het is mogelijk om de CO2-uitstoot van de industrie met 95% te reduceren door middel van acht opties Wij zijn doordrongen van de noodzaak om klimaatverandering te beperken en de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen. Daarom hebben we in kaart gebracht welke maatregelen het potentieel hebben om CO2-uitstoot uit de industrie met 95% terug te dringen in 2050 2. We hebben daarbij onder andere gekeken naar technische haalbaarheid en naar de gebieden waar Nederland zich goed kan positioneren. Met het oog daarop zoeken wij naar mogelijkheden om in de komende vijf jaar het volgende te kunnen realiseren: Twee opties kunnen we met de juiste ondersteuning 3 per direct uitrollen. Wat de optimale keuze is tussen energie-efficiëntie (optie 1) en een hybride opstelling (optie 2) hangt af van het specifieke proces. Dat kost, bij de huidige energieprijzen, jaarlijks grofweg rond de 50 EUR/tCO2. 1. Het implementeren van energie-efficiëntiemaatregelen die dichtbij een positieve business case zitten, zoals warmtepompen, netwerken voor restwarmte boven de 100 o C en mechanische damp-recompressie. Opbrengst ongeveer 5 MtCO2 2. Het vervangen van gasgestookte boilers door hybride of tweevoudige systemen (die draaien op zowel elektriciteit en gas) tijdens grote onderhoudswerkzaamheden, of aan het eind van hun levensduur. Dit zorgt ervoor dat er keuze is in de brandstof voor het genereren van middelhoge temperaturen. Als er veel duurzame elektriciteit gegenereerd wordt, kunnen deze hybride boilers dat gebruiken waardoor de emissies teruglopen en het elektriciteitsnet gebalanceerd wordt. Opbrengst bij volledige elektrificatie ongeveer 10 MtCO2 Drie opties vereisen nu ondersteuning, zodat ze vanaf 2025 snel op kunnen schalen. Dat kost, bij de huidige energieprijzen en zonder de impact van opschaling mee te nemen, voor deze opties samen gemiddeld jaarlijks rond de 200 EUR/tCO2. De kosten variëren significant per optie. 3. Het opschalen van projecten om CO2 af te vangen, op te slaan en te gebruiken (CCS/CCU) uit een deel van het productieproces voor ammoniak, etheen, staal en raffinage. Ook kleinere projecten kunnen interessant zijn om door de leercurves te gaan. Opbrengst kan oplopen tot meer dan 10 MtCO2 4. Het ontwikkelen van waardeketens rond reststromen om te komen tot een circulaire economie. Voorbeelden zijn een hub in Rotterdam voor het recyclen van plastic en het inzetten van meer staalschroot voor de productie van staal. Uit biomassa reststromen en meststoffen kan biogas geproduceerd worden en mineralen gewonnen die bijdragen aan de circulaire economie. Ook een syngas platform kan worden overwogen om waarde uit afval te halen. Opbrengst kan oplopen tot meer dan 2 MtCO2 5. Het starten van bio-to-chem voor specifieke processen, waarbij biomassa gebruikt wordt om chemicaliën te maken, zoals azijnzuur uit restmateriaal van bieten of hout. Daarnaast kunnen biobrandstoffen gebruikt worden voor een deel van etheen-productie. Opbrengst kan oplopen tot meer dan 2 MtCO2 2 Ten opzichte van 2014 3 Ondersteuning van business cases door o.m. investeringssubsidies, het subsidieren van onrendabele top en off balance financing. 3

Drie opties vereisen nu innovatie, zodat ze vanaf 2025 beschikbaar komen en daarmee de keuze in de energietransitiepaden voor de industrie uitbreiden. De kosten zijn, voor zover mogelijk, ingeschat op rond de 150 EUR/tCO2. 6. Het investeren in R&D om elektrolyse op grotere schaal kosten effectief te kunnen doen, zodat de kosten van het produceren van waterstof lager kunnen worden. Business cases kunnen minder risicovol worden door ze in eerste instantie te integreren in een netwerk dat waterstof levert voor mobiliteit. Opbrengst bij een lage elektriciteitsprijs kan oplopen tot meer dan 4 MtCO2 7. Het investeren in R&D pilots voor de ontwikkeling van warmtepompen voor middelhoge temperaturen, elektrische fornuizen voor hoge temperaturen en aangepaste chemische processen die een lagere warmtevraag hebben (bijvoorbeeld met katalyse). Die laatste twee kunnen mogelijk ingezet worden in raffinaderijen, chemie en andere processen die veel hoge temperatuur warmte vereisen. Opbrengst kan oplopen tot meer dan 5 MtCO2. 8. Het voorbereiden van het besluit welke staalproductieroutes de komende jaren gebruikt zullen worden. EAF is een optie die kan zorgen voor volledige decarbonisatie, maar die is gelimiteerd als gevolg van de beperkte hoeveelheid hoge kwaliteit schroot. Daarom is er waarschijnlijk behoefte aan een op koolstof gebaseerd staalproces als HIsarna of BF/BOF, gecombineerd met CCS/CCU. Opbrengst kan oplopen tot 12 MtCO2 Met de implementatie van deze acht opties zal de industrie in 2050 ongeveer drie keer zoveel elektriciteit gebruiken als nu. In totaal stoot de industrie nu 67 MtCO2 uit, waarvan 16 MtCO2 uitstoot is van elektriciteitsvraag van de industrie. Als de elektriciteitsvraag van de industrie voorzien kan worden met duurzame energie is met deze acht opties in totaal 95% CO2-emissiereductie te behalen in 2050 4. Onder huidige kostenaannames voor energie, operationele kosten en investeringen bedragen de totale kosten tot 2050 ongeveer 100 miljard euro, waarvan 25 miljard Euro Capex. Deze kosten kunnen beduidend lager uitvallen indien de kosten voor technologie, waaronder hernieuwbare energie, verder dalen. Met de juiste steun kunnen we tot een versnelling van de decarbonisatie van de industrie komen Wij vinden deze maatregelen zinvol en belangrijk. Omwille van de toekomst van onze planeet en onze leefomgeving. En ook omdat Nederland, door voorop te lopen in de energietransitie, economisch flink kan profiteren van de bijbehorende innovaties en van een positionering als voorloper in de mondiale energietransitie. We staan samen voor een belangrijke keuze. Nederland is altijd een aantrekkelijke vestigingsplaats gebleken voor energie-intensieve industrie en kan dat blijven. Daarmee zullen we bijdragen aan duurzaamheid, economische groei en welvaart van Nederland. De industrie wil graag investeren in haar eigen toekomst en de toekomst van Nederland. Dit vraagt nu samenwerking tussen en in industriële ketens en clusters, met kennisinstituten en ook met de overheid. 4 De combinatie van de acht opties telt op tot 47 MtCO 2. Het verschil met de optelling van de afzonderlijke opties komt door afrondingsverschillen. Daarnaast is de impact van optie 6 ook geteld onder optie 3, omdat de impact afhangt van de decarbonisatie-keuze die gemaakt wordt. Met de 16 MtCO 2 van de elektriciteitsvraag wordt dat in totaal een reductie van 63 MtCO 2, een afname van 95% ten opzichte van 67 MtCO 2. 4

Om een sluitende business case te maken voor de acht genoemde acties, hebben we manieren nodig om de omvang van zowel de investeringen, de energiekosten als de technische risico s te verkleinen. Dat is mogelijk, door de steun die de overheid geeft in te richten op een manier die de energietransitie in de industrie gerichter ondersteunt. Voor de komende vier jaar zou dat het volgende betekenen: Richt een instrumentarium in vergelijkbaar met de SDE+ dat CO2e reducerende maatregelen op zowel opex als capex ondersteunt. De kosten voor de komende vier jaar zijn in de orde grootte van 1 tot 2 mld. EUR. Hieronder valt zowel steun voor investeringen in energie-efficiëntie, als financieringsinstrumenten om het verschil in operationele kosten op te vangen tussen een duurzame energiebron (zoals hernieuwbare elektriciteit) of grondstof (zoals biomassa) en het niet duurzame alternatief Breng bestaande regelgeving voor de industrie in lijn met de doelen voor de energietransitie, op zo n manier dat de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie verstevigd wordt Verander de tariefopbouw van de transmissie en distributie van elektriciteit, zodat die de industrie in staat stelt om beloond te worden voor bijv. het evenwicht brengen van het netwerk Pas beperkende regelgeving zo aan dat reststoffen eenvoudig weer als grondstof kunnen worden ingezet door andere partijen Richt het budget voor innovatie op ontwikkeling én opschalen. De kosten voor de komende vier jaar zijn in de orde grootte van 0,5 tot 1 mld. EUR Innovatie en opschalen: het afvangen, opslaan en gebruik van CO2 en CO (CCS/CCU), chemische processen gebaseerd op biomassa, het recyclen van plastic, valorisatie van andere rest- en afvalstromen Innovatie: elektrische fornuizen voor hoge temperaturen, grootschalige elektrolyse, warmtepompen voor middelhoge temperaturen, lagere temperatuurprocessen voor chemie en raffinage, een staalproductieproces dat minder broeikasgassen uitstoot Werk samen met de industrie aan een langetermijnvisie voor Nederland voor concurrerend geprijsde hernieuwbare elektriciteit. Dit geeft onder andere duidelijkheid over de te verwachten uitbouw van capaciteit van hernieuwbare energie, de noodzakelijke investeringen in de infrastructuur (netwerken) 5 en de bijbehorende prijsontwikkeling, zodat de risico s bij het nemen van investeringsbeslissingen kunnen worden afgevangen. Dit stelt de industrie ook in staat om de huidige vraag naar elektriciteit in industrie te decarboniseren. Neem waar nodig een regie- of investeringsrol in het ontwikkelen van netwerken (zoals CO2, restwarmte), om marktpartijen te helpen die onvoldoende in staat zijn over de grenzen van hun eigen bedrijf samen te werken 5 Een verdrievoudiging van de elektriciteitsvraag van de industrie vergt grote investeringen in capaciteit en betrouwbaarheid van de netwerken. 5

Wij willen hier onze schouders onder zetten. Met de juiste steun van de overheid kan de industrie haar uitstoot flink verminderen. Allereerst zorgt dit voor het behoud van de industriële economische motor van Nederland, goed voor 21% van ons BBP en ongeveer een miljoen banen. We versterken onze positie, en maken onze producten duurzamer en hoogwaardiger. Ten tweede leiden de additionele investeringen van de acht genoemde opties van orde-grootte 25 miljard Euro tot creatie van enkele duizenden nieuwe banen - van installatie van elektrische systemen tot CO2-netwerken. Banen die er anders niet zouden zijn. Ten derde trekken we nieuwe economische activiteit aan. Dit varieert van innovatieactiviteit rondom de gerichte R&D en opschaal-initiatieven die genoemd zijn, tot nieuwe bedrijvigheid die gebruik kan maken van de schaalbare infrastructuur en activiteiten rondom gedeelde netwerken, recycling van grondstoffen en high-end bio-to-chemicals. Samenvattend biedt dit pakket het perspectief om investeringen van de industrie in Nederland aan te trekken ter grote van honderden miljoenen euro s per jaar. Tenslotte, uitvoering geven aan ons voorstel zal ook het vestigingsklimaat voor de industrie in Nederland verbeteren en daarmee nieuwe industriële activiteit, banen en innovatie aantrekken rondom die sectoren waar Nederland reeds leidend in is. 6