veilig leren lezen Kinderboekenweektip 2013 Auteur: Josée Warnaar De Kinderboekenweek 2013 heeft als thema: Klaar voor de start. Sport, ballet, streetdance: het gaat om veel bewegen, want bewegen is gezond. Als lesgeven wordt afgewisseld met bewegen, is dat goed voor de gezondheid en de leerresultaten van de kinderen. In deze thematip vindt u vijf lesideeën met bewegen. En ook na de Kinderboekenweek kunnen deze werkvormen op het programma blijven staan! Mix en ruil met letters/woorden Met de coöperatieve werkvorm Mix en ruil komt u tegemoet aan de bewegingsbehoefte van jonge kinderen. In een korte tijd vinden veel oefenmomenten plaats. U kunt Mix en ruil gedurende het hele schooljaar inzetten om diverse doelen op het gebied van woordenschat, letterkennis, lezen en rekenen te bereiken. Zorg voor een set kaartjes met opdrachten, passend bij het doel dat u wilt bereiken. Het aantal kaartjes moet gelijk zijn aan het aantal kinderen in de klas. Op de voorkant van de kaartjes staat de opdracht in de vorm van een letter, een woord of een som. Op de achterkant staat een vorm van zelfcontrole: bij letters oefenen staat er op de achterkant een plaatje van het structureerwoord waarmee de letter is aangeleerd. Bij leeswoorden staat er een plaatje van het woord dat op de voorkant van het kaartje staat en bij sommen staat het antwoord op de achterkant van het kaartje. Maak de kaartjes van stevig materiaal en lamineer ze. Zo kunnen ze meer dan één keer ingezet worden en kunt u ze ook het volgende jaar weer gebruiken. Deel de kaartjes uit. Vertel de kinderen welk doel ze gaan oefenen. (Vraag ook eens of zij zelf weten wat ze met de uitgedeelde kaartjes gaan oefenen.) Geef het startsein. De kinderen mogen door de klas lopen en iemand zoeken met wie ze high five doen. Zo vormen zij een tweetal dat de opdracht gaat uitvoeren. Het kleinste kind begint: hij/zij laat de voorkant van zijn/haar kaartje zien en het andere kind antwoordt. Het kleinste kind checkt het antwoord met de achterkant van het kaartje en zegt of het antwoord goed is. Nu is het grootste kind aan de beurt. Ook dit kind laat de voorkant van zijn/haar kaartje zien. Het andere kind antwoordt. Het grootste kind zegt of het antwoord goed is. Daarna worden de kaartjes geruild en zoekt ieder een nieuw kind om high five mee te doen. Let erop dat er geen kinderen ontweken worden. Leg uit dat het niet gaat om vriendjes opzoeken maar om oefenen en dat ze zo veel mogelijk verschillende kinderen moeten opzoeken. 1
Doe-zinnen het gebied van woordenschat, letterkennis, lezen en Met doe-zinnen maken de kinderen opdrachten voor rekenen te bereiken. het leescircuit. De kracht van Zoek iemand die is, dat kinderen een ander kind op een speelse manier opdrachten laten uitvoeren waarbij veel geoefend wordt. Gebruik hier- Knip de zinnen van kopieerblad 1 en 2 uit en lami- voor Veilig & vlot op de volgende manier: neer ze. Maak een doosje voor de maan-aanpak en een doosje voor de zon-aanpak. Plak er etiketjes op. Maak een oefenblad voor Veilig & vlot met drie dui- Maak van beide doosjes een foto en maak er plan- delijk omlijnde opdrachten (leesrijtjes), passend bordkaartjes van. bij de fase van het leesproces. Waak voor te veel rijtjes. Per opdracht zijn twee of drie rijtjes vol- doende. Deel de groep in tweetallen in. De tweetallen verdelen de kaartjes blind. Elk kind krijgt een stapeltje kaartjes. De helft van de kinderen krijgt een oefenblad. Het grootste kind begint en laat een kaartje zien. De andere helft krijgt een pen. Het kleinste kind beeldt uit wat er op het kaartje Vertel de kinderen welk doel ze gaan oefenen. staat. (Vraag ook eens of zij zelf weten wat ze met de uit- Als alle kaartjes geweest zijn, worden de stapel- gedeelde kaartjes gaan oefenen.) tjes geruild en wordt het spel nogmaals gespeeld. Op uw teken lopen alle kinderen in het rond en zoeken een maatje met een pen. Ze vragen vriendelijk of hij/zij de eerste opdracht wil lezen. Variant: het tweetal voert de opdracht voor de klas Het kind met de pen leest de rijtjes van de op- uit, de andere kinderen raden wat wordt uitgebeeld. U kunt bij elke kern setjes doe-zinnen maken pas- dracht, de ander let goed op of dit kind de rijtjes send bij de inmiddels opgedane letterkennis. De correct leest. Als de lezer klaar is, wordt een handtekening gezet in het vak van de gelezen rijtjes. doosjes van de zon-aanpak bij kern 1 zijn na kern 6 ook geschikt voor de maan-aanpak. Het kind met het oefenblad gaat op zoek naar een Zoek iemand die nieuw iemand die de volgende rijtjes wil lezen. De oefening is klaar als alle handtekeningen verza- Met de coöperatieve werkvorm Zoek iemand die, meld zijn. komt u ook tegemoet aan de bewegingsbehoefte van De volgende keer dat Zoek iemand die ingezet jonge kinderen. In korte tijd vinden veel oefenmo- wordt, worden de rollen omgedraaid. menten plaats. U kunt Zoek iemand die gedurende het hele schooljaar inzetten om diverse doelen op 2
Klaar voor de start : een speurtocht naar voorwerpen met de geleerde letters Met Klaar voor de start oefenen de kinderen de auditieve analyse door afbeeldingen en voorwerpen te zoeken met een bepaalde letter. Er zijn twee varianten: 1. Speurtocht in groepjes door de school Voor deze variant zijn een begeleider (tutor of ouder) en een digitaal fototoestel per groepje nodig. Maak groepjes van 4 kinderen. Elk groepje met een begeleider krijgt een fototoestel en een letter op groot formaat mee. (Kies letters die net geleerd zijn.) Geef de volgende opdracht: maak binnen een half uur een foto van zo veel mogelijk voorwerpen waarin je deze letter hoort. De groepjes lopen zachtjes door de school op zoek naar voorwerpen waarin ze de letter die ze bij zich hebben, horen. Het wordt nog leuker als de kinderen ook buiten mogen zoeken. Om de beurt mogen de kinderen een gevonden voorwerp fotograferen. De begeleider houdt bij hoeveel goede voorwerpen zijn gevonden. Bij terugkomst in de klas wordt de winnaar bekendgemaakt. Op een later moment kunnen de foto s per letter op het digibord getoond worden. 2. Speurtocht in tweetallen als onderdeel van het leescircuit De bij 1 beschreven variant kan ook in tweetallen zonder begeleider worden uitgevoerd. Maak een foto van deze opdracht en maak er een planbordkaartje van. Tijdens het leescircuit gaan twee kinderen met deze opdracht aan de slag. Letterestafette Deze oefening voor letterkennis kan het beste in een speellokaal gedaan worden. Schrijf de zes laatst geleerde letters op een kaartje en maak van elk kaartje een ketting. Neem zes bakjes of mandjes mee. Leg in een grote hoepel allerlei voorwerpjes (circa 60). Trek op 60 centimeter afstand van de hoepel een cirkel met krijt. Stel zes groepjes van vier of vijf kinderen samen. Van elk groepje gaat één kind aan de rand van de krijtcirkel zitten. De andere kinderen van het groepje gaan in een rijtje achter het eerste kind zitten. Elk eerste kind krijgt een letter omgehangen en neemt het bakje in zijn handen. Het doel van de estafette is om met je groepje zo veel mogelijk voorwerpen te verzamelen van de letter die nummer één heeft gekregen. De nummers één beginnen, zoeken een voorwerp met de letter, stoppen die in het bakje, geven het bakje aan nummer twee en gaan zelf achter aan het rijtje zitten. Geef een stopsein als bijna alle kinderen twee keer aan de beurt zijn geweest. Controleer per groepje of de voorwerpjes de betreffende letter bevatten en tel de goedgekeurde voorwerpjes. Nadat de groepjes en letters gewisseld zijn kan het spel opnieuw beginnen. 3
kop ieerb lad 1 ik raak ik raap ik mik ik vis ik vaar ik ren ik mis ik rem ik mep ik sis ik rook ik koop Veilig leren lezen Kinderboekenweek 2013: doe-zinnen voor de maan-aanpak na kern 1
kop ieerb lad 2 ik kruip ik lig ik buig ik klim ik zwem ik praat ik blaas ik boks ik bouw ik dans ik slaap ik roer Veilig leren lezen Kinderboekenweek 2013: doe-zinnen voor de zon-aanpak na kern 1