Concept Limburgs wielerplan



Vergelijkbare documenten
Stichting Limburg Cycling

KNWU Beleidsplan MTB

BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS VOORWAARDEN

Eenheid Limburg. Reactietijden politie spoedmeldingen

Jeugdplan. Versie 1.0. Maart 2012

Jaarplan Bestuur Groningen Atletiek 2017

WIELER PLAN 2030 WEST-BRABANT WEST-BRABANT DÉ INTERNATIONALE WIELERREGIO VAN NEDERLAND

NTB JEUGDVERENIGING PLEZIER ALS BASIS

Jaarplan 2020 Nederlandse Toer Fiets Unie

Beleidsplan Swift voor de periode

Beleidsplan. IJsclub Zoeterwoude

Regionale Talentontwikkeling

Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel

Manager Limburg Paardensport Stichting Limburg Paardensport

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum

Wat is eigenlijk het probleem? Speerpuntenanalyse wie is over het algemeen de klos. Strategie. Raadscommissie

Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere

UZSC 2025 Ambities en hoe we die willen bereiken

Gemeente Venlo Verenigingsondersteuning met marketingstrategie. Henri Elbersen Senior consulent verenigingsondersteuning

Visie. Yfke hoek Kjel de Vries Jorella Croes Joël Wagenaar Jordy Pijpker Marouan Achammachi. Team 13

PROVINCIAAL BLAD. Nr Nadere subsidieregels sport Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: 2 februari 2010 B&W-besluit nr.:

Provinciaal blad 2010, 65

STRATEGISCH PLAN 2018+

Jaarplan 2019 Wielersportbond NTFU

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Binnen het evenementenbeleid worden drie categorieën evenementen onderscheiden.

RIDE FOR THE ROSES TWENTE 2016 RIDE FOR THE ROSES TWENTE 4 SEPTEMBER 2016

Social media gebruik en potentie voor gemeenten in Limburg

Jaarplan Goede Begeleiding

Aanvraag wielertochten 2017 Zuid-Limburg - Euregio

DE NTB VOOR ORGANISATIES VAN EVENEMENTEN

Concordia Een vitale vereniging blijven... Tijd voor een nieuwe aanpak?

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

HOOFDSTUK 3 BESTUURLIJKE STRUCTUUR

Beleidsplan Swift voor de periode

HOOFDSTUK 3 BESTUURLIJKE STRUCTUUR

Meerjarenbeleidsplan Bestuur Vélo Heuvelrug Arend Jan van Hattum

JAARPLAN 2018 STRUCTUUR

Universeel aanvraagformulier wielertochten 2016 Zuid-Limburg - Euregio

Missie/Visie...2 HOOFDOEL 1 INSPELEN OP BEHOEFTEN SPORTERS...2 HOOFDOEL 2 VERSTERKEN EN PROFESSIONALISEREN VAN DIENSTVERLENING...3

Kernwaarden Wij vinden het belangrijk dat leden, sponsoren en supporters ons ervaren en herkennen als

Vragen en antwoorden over de Wensbus. Gemeenten Limburg per Mook en Middelaar. Gennep. Bergen. Venray. Horst a/d Maas. Venlo.

Algemeen Beleidsplan BC Iduna Versie 12 maart 2015

Team Breda Breda brengt het samen 2

De voordelen van de NTFU

Limburgs wielerplan

Project ABC Actief Betrokken Club

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Beleidsplan S.T.G. Elburg

De Sportprofessional: ook voor uw vereniging!

ALGEMENE INFORMATIE

sportmedische veiligheid bij wielerevenementen

Samen zetten we niemand buitenspel! Sportvisie gemeente Hilvarenbeek. Tim Haans

Jaarplan Bobslee

Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven

Vitale sportverenigingen

NTFU Wielersportmonitor, augustus 2012 Samenvatting

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Van: het Algemeen Bestuur van de Stichting Topsport Overijssel, Regio Twente

BIJLAGE 6. Aan: Algemene Vergadering Van: Bestuur KNRB Datum: 6 februari Betreft: Jaarplan KNRB Jaarplan 2012 KNRB 1

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp Multifunctionele wieleraccommodatie westzijde Erflanden

Geachte afgevaardigden,

Toelichting pijler 1: Infrastructuur. Doelen van Noord-Veluwe Fietst!

Betreft: Advies aanstelling Technisch Coördinator bij Altis Inleiding

Module 2: Vrijwilligersbeleid binnen de sportvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk

Tussenevaluatie beleidsplan HB SC Joure d.d. oktober 2009

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Sportaanbiedersmonitor

Groninger Studenten Roeivereniging Aegir

ALGEMENE INFORMATIE

Beleidsplan Unie van Betrokken Ouders

CVDR. Nr. CVDR398576_1. Nadere subsidieregels sport Artikel 1 Begripsomschrijvingen op alfabetische volgorde.

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen:

Van talent naar topper

Voorbeelden; Structuur

Koersplan. Highschool Eindhoven

AZVD Beleidsplan triatlon

Sportaanbod Ouders van Jonge Kinderen Handleiding voor organisaties

KNWU Beleidsplan

Tips voor verenigingen

Goodpractice 2: De trainer, een onmisbare schakel

1. Beleidsplan Jeugd en Topgolf Golfclub De Haenen 2009

Beleidsregels sport (2005 en verder)

KBO Zeeland. beleidsplan

Nederlandse Go Bond Beleidsplan Concept augustus 2011

BELEIDSPLAN VV GEMERT

Structuur, Samenwerking en GROEI

Alle kinderen kunnen Roefelen Stichting Roefelen zoekt partners

ALGEMENE INFORMATIE

Voorwaarden Topsportverenigingen

BELEIDSPLAN AAC VOORWOORD

Waar sporten we in 2030? 10 maart 2016 Dag van de Sportaccommodaties

voorstel aan de raad Nota van uitgangspunten sport en bewegen en verenigingsondersteuning

Meisjes- en vrouwenvoetbal SDV Barneveld. Beleidsplan

De NTTB. dat zijn wij SAMEN!

Buitenlust 2.0 VISIE & BELEID

RESULTATEN ZAALVOETBAL 2011/2012 UITVOERING MASTERPLAN REGIOVERGADERING NAJAAR 2012 RESULTATEN ZAALVOETBAL RESULTATEN ZAALVOETBAL

Maak van uw gemeente. een sportgemeente! Olympische ambities van morgen als motor voor lokale vernieuwing en ontwikkeling vandaag

Transcriptie:

Concept Limburgs wielerplan Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Algemene doelstellingen Hoofdstuk 3 Organisatiestructuur 5 3.1 Visie 3.2 Stichtingsbestuur 3.3 Coördinator wielersport 3.4 Werkgroepen Hoofdstuk 4 Sportstimulering 7 4.1 Visie 4.2 Doelstellingen 4.3 Mogelijke rol bonden 4.4 Acties werkgroep sportstimulering Hoofdstuk 5 Opleidingen en talentontwikkeling 10 5.1 Visie 5.2 Doelstellingen 5.3 Mogelijke rol bonden 5.4 Acties werkgroep opleidingen en talentontwikkeling Hoofdstuk 6 (Top)sportevenementen 13 6.1 Visie 6.2 Doelstellingen 6.3 Mogelijke rol bonden 6.4 Acties werkgroep (Top)sportevenementen Hoofdstuk 7 Versterking van wielerverenigingen en -stichtingen 15 7.1 Visie 7.2 Doelstellingen 7.3 Mogelijke rol bonden 7.4 Acties werkgroep versterking van wielerverenigingen en -stichtingen Hoofdstuk 8 Wieleraccommodaties 16 Hoofdstuk 9 Concept begroting 17 Bijlage 1 Analyse van de wielersport in Limburg 19 Bijlage 2 Sportintroductie in het kader van BOS 20 Bijlage 3 Evenementenplan 21 Bijlage 4 Functie en taakomschrijving coördinator wielersport 24 Bijlage 5 Beschrijving betrokken sportbonden: KNWU, NTFU, NWB 25 Bijlage 6 Ontwikkelingen opleidingen en talentontwikkeling KNWU 26 Bijlage 7 Geraadpleegde literatuur 28 2

Hoofdstuk 1 Aanleiding Limburg is voor Nederland een belangrijke wielerprovincie. Dit is grotendeels terug te voeren op het Zuid-Limburgse heuvellandschap dat een uitstekend podium biedt voor de wielersport in al haar facetten (toerfietsen, wielrennen, mountainbiken, fietscross, veldrijden, four cross/free ride). Ondanks de kansrijke omgeving blijkt uit onderzoek dat jongeren steeds minder geïnteresseerd zijn in fietsen en wielrennen, de verenigingen weinig vaste wieleromgevingen hebben en er een terugloop is in amateur-wielerwedstrijden en licenties is waar te nemen. Daarnaast kan talent zich niet optimaal ontwikkelingen door het ontbreken van een eenduidige opleidingsstructuur en jeugdwedstrijden. Dit zijn enkele voorbeelden. De overige ontwikkelingen van de wielersport kunt u lezen in bijlage 1. Daar is een overzicht en analyse gegeven van de wielersport in de provincie Limburg. Het plan dat hier voor u ligt, gaat in op de omschreven problematiek en beschrijft een plan van aanpak om het tij te keren. Provincie Limburg onderkent de huidige problematiek in de wielersport. Samen met het Huis voor de Sport en Topsport Limburg heeft ze in het Limburgse Topsportplan acht speerpuntsporten benoemd, waaronder de wielersport. De intentie is om deze speerpuntsporten op een hoger niveau te brengen en steviger op de kaart te zetten. Hieruit is het Limburgs wielerplan voortgevloeid. Het plan is tot stand gekomen door samenwerking met de wielerbonden (KNWU, NTFU, NWB), de verenigingen, de wedstrijdorganisaties en overige belanghebbenden. De grootste succesfactor en de rode draad door dit plan is samenwerking. De ambities zijn alleen waar te maken als alle partijen hun krachten bundelen. Dat betekent dat de inzet en bereidwilligheid van de partijen nodig zijn om de neergaande tendens van de wielersport aan te pakken. Er wordt op een aantal onderdelen gestreefd naar betere afstemming, samenwerking en deskundigheidsbevordering van wielerverenigingen en stichtingen (zie hoofdstuk 2). Het uiteindelijke doel is te komen tot een goede wielerinfrastructuur in de provincie Limburg met sterke en moderne wielerverenigingen waardoor de wielersport zich beter kan profileren en meer mensen in aanraking komen met de wielersport. Er wordt een heldere, transparante organisatiestructuur ontwikkeld waarin de verschillende onderdelen uit het plan in de diverse werkgroepen opgepakt en uitgewerkt worden. In hoofdstuk 9 is een conceptbegroting voor uitvoering van de activiteiten opgesteld. Ieder onderdeel bevat een uitwerking van de visie, de doelstellingen, de mogelijke rol van de bonden en de acties van de werkgroepen. Het wielerplan dient als leidraad voor het provinciaal dan wel regionaal realiseren van activiteiten die bijdragen aan het oplossen van de huidige knelpunten in de wielersport. 3

Hoofdstuk 2 Algemene doelstellingen Hoofddoelstellingen 1. Limburg profileren als wielerprovincie waarbij groei in samenwerking tussen de verschillende partijen plaatsvindt en kennis wordt gebundeld. 2. Een toename bewerkstelligen van de structurele wielerbeoefening (toerfietsen, wielrennen, mountainbiken, fietscross, veldrijden, four cross/freeride) in Limburg. 3. De samenwerking tussen top- en breedtesport versterken. De hoofddoelstellingen worden verfijnd in een uitvoeringsprogramma. In dit uitvoeringsprogramma is opgedeeld in de volgende onderdelen: 1. Opzet van een overkoepelende stichting die toeziet op de kwaliteit van de samenwerking, professionalisering van de wielersport in Limburg en waarborging van de gemaakte afspraken. 2. Gezamenlijk werken aan een beter imago en ledenwerving daarbij inspelend op maatschappelijke kansen zoals schoolsport, bedrijfssport en andere mogelijkheden in het kader van sportstimulering. 3. Deskundigheidsbevordering trainers en opleidingsstructuur binnen verenigingen opzetten. 4. Talenten maximaal ondersteunen bij het bereiken van hun sportieve ambities. Talenten daarbij de mogelijkheid bieden gebruik te maken van goede accommodaties, materialen, opleidingen, regionale trainingen en deskundige trainers. 5. Samenwerking bewerkstelligen bij (top)sportevenementen waarbij structureel kennis wordt gedeeld en wederzijdse ondersteuning en samenwerking geboden wordt waarbij de kwaliteit gewaarborgd is. Dit met het doel een massale sportdeelname te stimuleren, een bijdrage te leveren aan regionale en provinciale profilering en een impuls te geven aan de economisch/toeristische sector. 6. Betere mogelijkheden creëren tot het uitwisselen van kennis, materiaal en mensen onder verenigingen en versterking van het kader. Elk onderdeel wordt in de volgende hoofdstukken verder uitgewerkt. 4

Hoofdstuk 3 Organisatiestructuur Onderdeel 1 Opzet van een overkoepelende stichting die toeziet op de kwaliteit van de samenwerking, professionalisering van de wielersport in Limburg en waarborging van de gemaakte afspraken. 3.1 Visie Voor een goede provinciale samenwerking is het van belang dat er een organisatiestructuur gekozen wordt die past bij de ambities. De op te richten stichting kan sturing geven aan de activiteiten voor de uitvoering van het plan. De uitvoering van de planonderdelen wordt gedelegeerd aan ter zake deskundige werkgroepen. De coördinator wielersport bewaakt de voortgang, samenhang en afstemming tussen de werkgroepen. De coördinator wielersport vormt een operationele brug tussen de stichting en de overige provinciale werkgroepen, c.q. de verenigingen. Het bestuur beheert en verstrekt de financiën voor uitvoering van het plan. De organisatiestructuur wordt als volgt voorgesteld: Stichting Coördinator wielersport Werkgroep Sportstimulering Werkgroep Opleidingen en talentontwikkeling Werkgroep (Top) sportevenementen Werkgroep Versterking wielerverenigingen en -stichtingen 3.2 Stichtingsbestuur Het stichtingsbestuur bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, penningmeester/secretaris en vertegenwoordigers van de districtsbesturen NTFU, KNWU en NWB. De landelijke wielerbonden, Topsport Limburg en Huis voor de Sport Limburg blijven structureel betrokken als adviseur. Taken stichtingsbestuur: 1. Voeren van de regie over de implementatie van het wielerplan. 2. Vaststelling jaarplannen en kalenders. 3. Afstemming bestuur, coördinator wielersport, werkgroepen, sportbonden en overheid. 4. Goede en heldere taakverdeling formuleren tussen samenwerkende partijen en overkoepelende stichting. 5. Stimuleren van een intensieve regionale samenwerking op de vier genoemde onderdelen. 6. Gezamenlijk verwerven van subsidies, sponsoring en financiën ten behoeve van de uitvoering van het Limburgs wielerplan. 5

3.3 Coördinator wielersport De coördinator wielersport wordt voor 8 uur in de week aangesteld. Taken coördinator wielersport: 1. Organiseren en coördineren van het werkgroep overleg. 2. Beleidsaandragend en uitvoerend voor het stichtingsbestuur. 3. Bewaken van de voortgang van de werkgroepen en de schakel vormen tussen werkgroepen en regiegroep. 4. Begeleiden van de activiteiten/acties van de diverse werkgroepen. 5. Begeleiden en aansturen van de technische commissie/trainers. 6. Het verzamelen, beheren en verwerken van gegevens ten behoeve van de financiële administratie met als doel de uit deze administratie voortkomende acties snel en adequaat te kunnen uitvoeren en verantwoording te kunnen afleggen. 7. Het opstellen van begrotingen, tussenrapportages en financiële verslagen. 8. Het structureren van de communicatie rondom grote wielerevenementen en sportstimuleringsactiviteiten en het uitgeven van persberichten. Een meer uitgebreide taakomschrijving en het profiel van de coördinator wielersport is omschreven in bijlage 4. 3.4 Werkgroepen De werkgroepen dragen zorg voor de bundeling en uitvoering van activiteiten/acties. In de werkgroepen zijn afgevaardigden van de districtsbesturen, wielerverenigingen en stichtingen vertegenwoordigd. De werkgroepen komen ongeveer 6x per jaar bijeen. De werkgroepleden krijgen de onkosten vanuit het Limburgs wielerplan vergoed. Voor iedere werkgroep wordt een werkgroepleider benoemd. Voorwaarde om toe te treden tot een werkgroep zou het nastreven van een gezamenlijk belang moeten zijn. 6

Hoofdstuk 4 Sportstimulering Onderdeel 2 Gezamenlijk werken aan een beter imago van de verenigingen en ledenwerving oppakken daarbij inspelend op maatschappelijke kansen zoals schoolsport, kinderopvang, bedrijfssport en andere mogelijkheden in het kader van sportstimulering. 4.1 Visie Sportstimulering in maatschappelijk belang Sportstimulering richt zich op het bevorderen van actieve of passieve sportdeelname van burgers die relatief weinig bewegen of de groepen uit de samenleving die extra aandacht verdienen zoals jeugd, mensen met een functiebeperking en ouderen. Daarnaast wordt aangestuurd op innovatie van een meer op de vraag gericht sportaanbod. Sport wordt vooral gestimuleerd vanwege het gezondheidsaspect en sociaal maatschappelijke motieven. Laagdrempelig kennismaken Sportstimulering wordt omschreven als laagdrempelig kennismaken zonder verplichtingen. Bij het ontwikkelen van activiteiten wordt nadrukkelijk samengewerkt met partners zoals de overheid, het onderwijs, organisatoren van grote wielerevenementen en bedrijfsleven. Regionale samenwerking bij de opzet van activiteiten ten behoeve van werving en behoud van leden is daarbij van belang. Investeren in de verenigingen Investeren in sportstimulering betekent investeren in wielerverenigingen. Willen de verenigingen ook in de toekomst levensvatbaar blijven dan zullen ze zich meer extern gericht moeten ontwikkelen en open staan voor veranderende eisen en behoeften van sporters en de samenleving. De versterking van de verenigingen komt tevens aan bod in hoofdstuk 7. Ook de toenemende vraag naar sportstimulering vraagt om een veranderende rol van de vereniging. 4.2 Doelstelling Regionaal aanbieden van programma s voor specifieke groepen (zoals jongeren, bedrijven, senioren, mensen met een beperking) met als doel meer leden te verbinden aan de verenigingen. De doelstelling kan bereikt worden door: a. beginnende fietsers te werven voor introductielessen in diverse takken van de wielersport (toerfietsen, fietscross, mountainbiken, racefietsen, veldrijden, free ride, four cross) gekoppeld aan grote aansprekende (top)sportevenementen en bij voorkeur uitgevoerd in samenwerking met verenigingen, buurtorganisaties, stichtingen, gemeenten en bedrijven; b. kinderen van basisscholen en voortgezet onderwijs, onder professionele begeleiding kennis te laten maken met de wielersport (met name fietscross is onder de jeugd populair); c. ouderen te stimuleren (overdag) de wielersport te beoefenen; d. recreatieve fietsers te verbinden aan verenigingen; e. mensen met een beperking te stimuleren deel te nemen aan de wielersport en; f. drempelverlaging door fietsen beschikbaar te stellen ten behoeve van introductielessen. Ad a: Bijvoorbeeld via bedrijfssport kunnen volwassenen introductielessen volgen in verschillende takken van de wielersport. Ad b: Er zijn kansen voor werving van jeugd bij de wielervereniging via schoolsportintroductie en brede scholen/naschoolse opvang. Middelbare schooljeugd kan warm gemaakt worden voor de wielersport via programma s waarbij wordt toegewerkt naar een bepaald doel of groot evenement. Daarnaast kunnen algemene sportdagen van middelbare scholen in samenwerking met wielerverenigingen ingevuld worden. 7

Bij jeugdtrainingen is aandacht voor gezelligheid en de diversiteit in het trainingsprogramma van belang. Het aanbod moet duidelijk ingericht zijn op twee groepen: prestatief en recreatief. Er liggen kansen in het betrekken van de ouders van jeugdleden bij de vereniging (als lid of vrijwilliger). Er zijn mogelijkheden om bij BOS-projecten in de buurt aan te haken en samen te werken met andere sportverenigingen in de omgeving. Het dagarrangement (van 07.30 uur tot 18.30 uur) wat basisscholen per 1-8-2007 moeten leveren kan ook voor de sportverenigingen een kans zijn om zich te profileren. Daarbij kunnen gemeenten, instellingen, Huis voor de Sport Limburg en sportbonden eventueel ondersteuning verlenen. Er kan immers niet altijd op trainers en vrijwilligers worden gerekend direct na school, omdat een groot deel dan werkt. Ad c: De groep 55+ heeft behoefte aan een specifiek aanbod waarbij het sociale verband belangrijk is. Ad d: De NTFU biedt al diverse activiteiten aan voor deze doelgroep. Er bestaan vier verschillende lidmaatschappen die toegang bieden tot Velosport, Fiets & Geniet, Singletracks en Fiets-fit. Deze lidmaatschappen spitsen zich toe op een specifieke doelgroep waaraan gerichte trainingen en clinics gekoppeld zijn. Ad e: Daarbij kan een combinatie van doelgroepen gezocht worden waarbij bijvoorbeeld een toerfietser aangesproken wordt om met een visueel gehandicapte te fietsen. 4.3 Mogelijke rol van de bonden Bij het onderdeel sportstimulering zijn drie bonden betrokken: NTFU, KNWU en NWB (zie bijlage 5 voor een korte beschrijving van de bonden). In deze paragraaf wordt kort beschreven wat de mogelijke rol van elke bond kan zijn. KNWU De KNWU heeft de volgende producten ontwikkeld die door verenigingen ingezet kunnen worden: Rabo Dikke Banden Races; Rabo Dikke Banden Finaledag, Bike Wize en Go Biking! Tour. Naast deze producten kunnen wielerverenigingen ook zelf wervende activiteiten organiseren waarvoor de KNWU materiaal (fietsen/helmen/leskaarten) beschikbaar stelt. Leskaarten zijn uitgeschreven lessen verdeeld in drie fasen: NTFU De NTFU kan bij het onderdeel sportstimulering tevens de volgende ondersteuning verlenen: vermelding van fietstochten in het Toerfiets Evenementen Programma en op de website van de NTFU; belangenbehartiging, bijvoorbeeld op het gebied van MTB en het openstellen van bossen voor MTB-evenementen; beschikbaar stellen van voorlichtingsmateriaal en/of informatiemateriaal; aansluiten bij projecten zoals Marketingstimuleringsfonds of Start met..fiets fit en; promotiemateriaal voor fietsevenementen: pijlen, inschrijfformulieren, vlag. NWB In het kader van het Limburgs wielerplan kan de NWB de volgende ondersteuning verlenen: koppeling van sportstimuleringsactiviteiten aan de diverse wedstrijden van de NWB en; samenwerking met andere partijen op het gebied van wedstrijdorganisatie (vergunningen, kalender, sponsoring). 8

4.4 Acties werkgroep sportstimulering De eerste acties van de werkgroep sportstimulering kunnen zijn: in kaart brengen van bestaande initiatieven in Limburg op het gebied van sportstimulering in de wielersport; afstemmen en samenwerken tussen de bestaande initiatieven; inventariseren welke verenigingen een gericht doelgroepenbeleid willen voeren en vervolgens een gezamenlijk een plan van aanpak realiseren; gezamenlijk clinics organiseren ter voorbereiding op een evenement en bekend maken bij potentiële doelgroepen (bedrijven, onderwijs, welzijnswerk, mensen met een beperking) en; verenigingsactiviteiten voor stimulering van jeugddeelname koppelen aan gemeentelijke BOS (buurt, onderwijs en sport)-projecten. (Voor een overzicht van BOS-gemeenten en sportintroductieprogramma s zie bijlage 2.) 9

Hoofdstuk 5 Opleidingen en talentontwikkeling Onderdeel 3 Deskundigheidsbevordering trainers en opleidingsstructuur binnen verenigingen opzetten. Onderdeel 4 Talenten maximaal ondersteunen bij het bereiken van hun sportieve ambities. Talenten daarbij de mogelijkheid bieden gebruik te maken van goede accommodaties, materialen, regionale trainingen en deskundige trainers. 5.1 Visie Technisch kader / opleidingen De trainers die verantwoordelijk zijn voor een afwisselende, gevarieerde en deskundige begeleiding van de leden, vormen de basis van de opleiding binnen verenigingen. Het is dan ook van belang dat iedere vereniging over voldoende opgeleide trainers beschikt en daar waar nodig kennis/ideeën worden uitgewisseld met de andere verenigingen. De uitbreiding en professionalisering van het technisch kader (wielrentrainers) in Limburg is noodzakelijk om de schooljeugd en de reeds actieve wielrenners te kunnen opvangen. Verenigingen die een goed en afwisselend trainingsaanbod bieden zijn aantrekkelijker voor leden en potentiële nieuwe leden. Geschoold technisch kader en een technisch plan zijn daarbij belangrijke pijlers. Een mogelijkheid om op korte termijn meer wielrentrainers op te leiden is door samen te werken met het CIOS in Sittard. Men zou studenten met affiniteit voor het wielrennen, een wielrentrainersopleiding aan kunnen bieden. Talentherkenning en -ontwikkeling Talentontwikkeling en topsportondersteuning biedt vele kansen om breedtesport en andere beleidsvelden te versterken. Met de ondersteuning van jonge talenten en topsporters krijgen jongeren de mogelijkheid om hun talenten te ontplooien. Topsporters hebben een grote voorbeeldfunctie voor anderen. Om niet alleen talenten te ontdekken op basis van toeval is een goed gestructureerd meerjarenopleidingsplan noodzakelijk. De centrale gedachte van een meerjarenplan is dat een vroege brede bewegingsbasis en plezier aan sportbeoefening er voor zorgt dat kinderen hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen maar ook dat zij hun leven lang blijven bewegen. Bij zowel talentherkenning als ontwikkeling spelen samenwerkende verenigingen en onderwijsinstellingen een grote rol. In de beginfase van sportcarrières gaat het merendeel van de aandacht voor de atleet uit naar de sporttechnische begeleiding. Naarmate de sportcarrière serieuzere vormen aanneemt worden ook andere facetten van de begeleiding belangrijk. Randvoorwaarden als sportmedische begeleiding, onderwijsbegeleiding, maatschappelijke begeleiding en sportorganisatorische begeleiding verdienen in de ontwikkeling van talenten steeds meer aandacht. Op basis van overeenkomsten met sportbonden zou het goed zijn als Topsport Limburg een ondersteunde en faciliterende rol speelt ten behoeve van de regionale talentherkenning- en talentontwikkelingprogramma s. Daarnaast zullen er duidelijke criteria met betrekking tot talenten opgesteld moeten worden. Ook het aangepast sporten voor mensen met een handicap moet in het talentherkenning- en talentontwikkelingsprogramma een plaats krijgen. Talentherkenning in Nederland vindt veelal plaats in de vlakke wedstrijden. De renners die goed criteriums en waaierklassiekers kunnen rijden vallen hierdoor meer op dan de renners die goed omhoog kunnen rijden. Op internationaal niveau worden prestaties echter vooral geleverd door renners die goed bergop kunnen rijden. Het is van belang om talentherkenning op een geaccidenteerd terrein te laten plaatsvinden. Daarom is Limburg bij uitstek geschikt als talentherkenningslocatie. 10

5.2 Doelstellingen De doelstellingen worden uitgesplitst naar drie niveaus: 5.2.1 Club/lokaal 1. Scholing van technisch kader bij verenigingen. 2. Deskundigheidsbevordering van trainers bij wielerverenigingen. 3. Ontwikkelen van (technische) beleidsplannen. 4. Iedere club heeft meerdere trainers voor verschillende leeftijdscategorieën. 5. Meer aanbod aan clubtrainingen. 6. Realiseren van veilige trainingslocaties. 5.2.2 Provinciaal/regionaal 1. Benoeming van een regionaal trainingscentrum in Limburg, het Talentcentrum Limburg. 2. Benoemen van een technische commissie, 3. Opzet van een scoutingsysteem voor talentherkenning vanuit het Talentcentrum. 4. Voldoende beschikbaarheid van accommodaties en materialen. 5. Clustertrainingen voor talentvolle jeugd op basis van beschikbare faciliteiten. 6. Oprichting regionale selectie/ provinciaal wielerteam voor junioren, nieuwelingen en beloften. 7. Een passend wedstrijdprogramma. 8. Gespecialiseerd professioneel technisch kader. 9. Verzorging van paramedische begeleiding voor talenten. 10.Regelmatig plaatsvinden van informatieavonden, workshops /clinics. 5.2.3 Landelijk/KNWU 1. Kwalitatief hoogwaardige trainingen en trainingssturing voor geselecteerde talenten. 2. Internationaal wedstrijdprogramma, EK en WK. 3. Begeleiding in op van toepassing zijnde thema s van het meerjaren opleidingsplan. 4. Organiseren van talentherkenningsdagen. 5. Organiseren van talentontwikkelingsdagen. 5.4 Mogelijke rol van de bonden KNWU Criteria voor selecties/potentiële talenten opstellen (Talentenwijzer). Criteria voor behoud van talenten opstellen. Deelname aan wedstrijden door nationale selecties. Selectietrainingen en trainingskampen onder leiding van de bondscoach. Intensief contact tussen bondscoach en talentengroep. Intensief contact tussen de regionale en de nationale verantwoordelijken voor talentontwikkeling. Organisatie van wedstrijden. Cursusaanbod voor trainers en assistent trainers. NTFU Organiseren van cursussen: MTB Instructeur, Fietssportinstructeur Prestatief en Fietssportinstructeur Recreatief. NTFU-verenigingen die meedoen aan het Marketingstimuleringsfonds komen tevens in aanmerking voor een subsidie op de opleidingskosten voor deze cursussen. 11

5.5 Acties werkgroep opleidingen en talentontwikkeling De werkgroep zal op twee niveaus een aantal acties uitzetten. Club/lokaal Realiseren en ondersteuning bieden bij de opzet van een technische commissie en minimaal 2x per week een gedifferentieerde jeugdtraining voor wielerverenigingen opzetten. Trainerscursus in Limburg organiseren en minimaal één gekwalificeerde trainer per vereniging realiseren. Praktijkbegeleiders beschikbaar maken voor cursisten. Kennisuitwisseling tussen trainers. Provinciaal/regionaal Oprichten/benoemen Talentcentrum Limburg. Aanstellen van centrale coördinator van de uitvoering van het beleid rondom talentherkenning en ontwikkeling. Vastleggen van criteria voor talenten en talententrainingen (aantallen per groep, vergoedingen voor trainers, vergoedingen voor accommodatie en verenigingen, transparante opzet). Oprichten van een Limburgs nieuwelingen, junioren en beloftenteam. Verzorgen van regionale trainingen, gedifferentieerd naar leeftijd en niveau. CIOS ers opleiden specifiek voor het wielrennen. Organiseren van clinics/informatieavonden voor jongeren. 12

Hoofdstuk 6 (Top)sportevenementen Onderdeel 5 Organisatie van (top)sportevenementen waarbij structureel kennis wordt gedeeld en wederzijdse ondersteuning en open samenwerking geboden wordt waarbij de kwaliteit gewaarborgd is. Dit met het doel de sportdeelname te stimuleren, een bijdrage te leveren aan regionale en provinciale profilering en een podium te creëren voor de jeugd en talenten. 6.1 Visie De voorbeeldfunctie van topsport Topsportevenementen hebben een grote aantrekkingskracht op het publiek, de media, het bedrijfsleven en de breedtesport. Deze evenementen kunnen een uitstekend marketinginstrument zijn om een regio of de provincie te promoten. De grote Limburgse (top)sportevenementen hebben aangetoond dat zij in staat zijn veel burgers in beweging te brengen. Hierdoor dragen de evenementen bij aan een actieve en gezonde leefstijl. Deze evenementen bieden de Limburgse talenten ook een platform om zich met (inter)nationale talenten te kunnen meten. Versterking Limburgse positie door krachtenbundeling De Limburgse (top)sportevenementen staan echter onder druk. Steeds meer regelgeving van de overheid, economische tegenwind en een afname van gekwalificeerde vrijwilligers zijn er de oorzaak van dat diverse evenementen zijn gestopt. Door middel van bundeling van krachten moeten topsportevenementen met potentie worden ondersteund. De samenwerking tussen de partijen is daarbij van essentieel belang. Koppeling topsport en breedtesport Door het koppelen van breedtesportactiviteiten aan een topsportevenement kan er een sterke verbinding tussen topsport en breedtesport worden gelegd. Deze verbinding ontstaat echter niet vanzelf. De organisatoren zullen dit actief moeten oppakken. Door de aantrekkingskracht van topsport kunnen zij inactieven stimuleren om aan hun evenement deel te nemen. Om deze eenmalige deelname om te zetten in een structurele sportbeoefening, moeten er laagdrempelige vervolgactiviteiten gerealiseerd worden in samenwerking met verenigingen. Alleen op deze wijze kan een maximaal rendement behaald worden uit breedtesportstimulering door topsportevenementen. Breedtesportstimulering kan groeien door topevenementen te perfectioneren. NB In bijlage 3 is het evenementenplan toegevoegd zoals dat begin 2007 ondertekend is en uitgevoerd gaat worden door een aantal wielergemeenten: Beek, Eijsden, Gulpen-Wittem, Heerlen, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Simpelveld, Sittard Geleen, Stein, Valkenburg en Vaals. Dit zijn gemeenten die reeds jarenlang professionele en of amateurwielerwedstrijden organiseren of die frequent als start-, doorkomst- of finishplaats fungeren. De noodzaak tot samenwerking tussen de wielergemeenten komt onder andere voort uit de volgende ontwikkelingen: het ontbreken van de nodige financiële middelen; het ontbreken van ideale routes door smalle wegen en verkeersremmende maatregelen; het ontbreken van afstemming van de evenementenkalender, waardoor een overkill aan evenementen ontstaat en; de oars van commerciële bureaus die handelen in rechten op evenementen en daardoor de prijs opdrijven en gemeenten uit dezelfde provincie tegen elkaar uitspelen. Onderstaande paragrafen beschrijven de acties die vanuit het wielerveld zelf met betrekking tot de wielerevenementen opgepakt zouden moeten worden. 13

6.2 Doelstellingen 1. Podium creëren voor de verschillende disciplines waarop talenten zich kunnen meten met binnenen/of buitenlandse talenten. 2. Verbinden van breedtesport activiteiten aan topsportevenementen en het realiseren van vervolgactiviteiten. 3. Versterking van de Limburgse wielerevenementen. 6.3 Mogelijke rol bonden KNWU Ondersteuning bij sponsorbenadering. Ondersteuning bij het organiseren van evenementen. Rol bij toediening/kandidaatstelling evenementen. Maatschappelijk draagvlak voor evenementen verkrijgen. NTFU Belangenbehartiging bijvoorbeeld op het gebied van MTB en het openstellen van bossen voor MTB-evenementen. Verzekering tochten en evenementen. De NTFU biedt de cursus Organsatie Toerfiets Evenementen aan. De NTFU stelt voor ieder district een kalendercoördinator aan. Deze persoon is lid van het districtsbestuur en kan ondersteuning bieden in de afstemming van de kalender in de provincie Limburg. NWB Afstemming van wielerwedstrijden op de weg en moutainnbikewedstrijden en veldrijden. Komen tot een gezamenlijke zomer en winterkalender. Vooral gericht op de doelgroep 18+. 6.4 Acties werkgroep (top)sportevenementen De eerste acties van de werkgroep sportstimulering kunnen zijn: In kaart brengen van bestaande initiatieven in Limburg op het gebied van evenementen in de wielersport. Gezamenlijke kalender opzetten. Afstemming en samenwerking tussen de bestaande initiatieven. Gezamenlijke promotie en organisatie van evenementen. Organiseren van wedstrijden gedifferentieerd naar leeftijd en niveau voor de jeugd in Limburg. 14

Hoofdstuk 7 Versterking wielerverenigingen en -stichtingen Onderdeel 6 Betere mogelijkheden tot het uitwisselen van kennis, materiaal en mensen onder verenigingen en versterking van het kader. 7.1 Visie De vereniging heeft een toereikend vrijwilligersbestand nodig om een breed, flexibel en klantgericht sportaanbod te kunnen bieden. Klantgerichtheid en kwaliteit vragen om goede invulling en aansturing van activiteiten. Het hart van de wielersport ligt bij de vrijwilligers en trainers, die, als zij goed functioneren, tevreden sporters afleveren. Tevreden sporters leiden tot een groter ledenaantal en tot meer mensen die ook meer voor de vereniging willen doen. Momenteel is er een vrijwilligerstekort in de wielersport, met name op bestuurlijk en technisch vlak. Daarnaast is de leeftijd van de huidige vrijwilligers hoog waardoor noodzakelijke vernieuwingen niet altijd doorgevoerd worden. Het is lastig om nieuwe vrijwilligers te vinden die een aantal taken op zich willen nemen. Daar waar mogelijk kan vanuit één orgaan (organisatie)belasting weg genomen worden bij verenigingen. Voorbeelden daarvan zijn het uitbesteden van het werkgeverschap, de financiële administratie en ledenadministratie. Het is van belang dat oudere jeugd en ouders op een laagdrempelige wijze met de wielersport en zijn vele facetten kennismaken, zodat verenigingen een goede voedingsbodem hebben binnen het gezin. Dit kan later zijn voordeel hebben in het werven van vrijwilligers. Daarnaast is de samenwerking met CIOS- en ALO-studenten interessant om jongeren bij de verenigingen te betrekken en het huidige kader daar waar mogelijk te ontlasten. 7.2 Doelstellingen 1. Centraal wegnemen van organisatiebelasting bij verenigingen. 2. Werven van nieuwe vrijwilligers. 3. Kennisuitwisseling tussen trainers. 7.3 Mogelijke rol bonden KNWU Aanbod opleidingen. Via de provinciale sportraden wordt verenigingsondersteuning geleverd. NTFU Aanbod van verschillende opleidingen om de kwaliteit van het kader binnen de vereniging te verbeteren zoals een instructeuropleiding en de cursus Organisatie Toerfiets Evenementen. Gratis professionele verenigingsondersteuning. 7.4 Acties werkgroep versterking wielerverenigingen en stichtingen De eerste acties van de werkgroep sportstimulering kunnen zijn: Inventariseren waar gerichte vragen van de verenigingen uit bestaan. Inventariseren of organisatiebelasting bij verenigingen centraal weggenomen zou kunnen worden. Wervingsacties uitzetten met betrekking tot het benaderen van ouders en oudere jeugd voor het uitvoeren van vrijwillige taken binnen de vereniging. Inventariseren van de mogelijke inzet van CIOS- en ALO-studenten. Ontwikkeling van een train the trainer -model en faciliteren van kennisuitwisseling tussen trainers. 15

Hoofdstuk 8 Wieleraccommodaties In tegenstelling tot andere delen van Nederland heeft in Limburg bijna geen enkele vereniging een eigen locatie. Trainingslocaties worden afgehuurd of bevinden zich op de openbare weg. Vervolgens is er geen mogelijkheid om na een training binnen even te evalueren of om sociale contacten te onderhouden. Verenigingen zouden baat hebben bij het hebben van een clubhuis bij een afgesloten parcours. Dit complex zou multifunctioneel moeten zijn zodat er gebruik van kan worden gemaakt door diverse doelgroepen. Om dergelijke locaties te realiseren is samenwerking met de overheid een vereiste. Het vraagt een grote investering die door de verenigingen alleen niet opgebracht kan worden. Het Sport & Leisurepark dat komend jaar gerealiseerd wordt op Megaland in Landgraaf is een voorbeeld van een multifunctionele accommodatie in een sociaal en verkeersveilige omgeving. De activiteiten op het Sport & Leisurepark Megaland worden gefinancierd vanuit de proeftuingelden van NOC*NSF, de regeling Brede Scholen en Sportaccommodaties, de Provincie Limburg, de gemeente Landgraaf en Megaland. Op het park is ruimte voor de uitoefening van de verschillende takken van de wielersport en diverse (trendy) outdoorsporten. Kennis en ervaring vanuit de proeftuin op Megaland kunnen gedeeld worden en van meerwaarde zijn bij de implementatie van nieuwe projecten in onder andere Sittard-Geleen, Helden, Sevenum of Floriade terrein in Venlo. 16

Hoofdstuk 9 Concept begroting 2008, 2009 en 2010 Inkomsten 2008 Uitgaven Subsidies: Gemeenten - topevenementen - amateurwedstrijden - BOS* Provincie Limburg - wielerzuil - topevenementen NTFU KNWU NWB Bedrijfsleven Bijdrage clubs talentontwikkeling 10.000 10.000 15.000 2.500 5.000 1.500 41.000 Organisatiestructuur Professioneel secretaris Vrijwilligersvergoedingen Overige Sportstimulering Opleidingen en talentontwikkeling Amateurevenementen Ondersteuning wielerverenigingen en stichtingen Topevenementen Promotie 10.000 2.500 5.000 10.000* 32.500 15.000 10.000 Bijdrage Topsport Limburg Bijdrage Huis voor de Sport Bijdrage sporters talentontw. Taakstellend 85.000 85.000 Inkomsten 2009 Uitgaven Subsidies Gemeenten - topevenementen - amateur-wedstrijden - BOS Provincie (wielerzuil) Topevenementen NTFU 10.000 10.000* 10.000 2.500 Organisatiestructuur: Professioneel secretaris Vrijwilligersvergoedingen Overige Sportstimulering Opleidingen en talentontwikkeling 10.000 2.500 5.000 10.000* 55.000 KNWU 5.000 Amateurevenementen 24.000 NWB Bedrijfsleven 1.500 75.000 Ondersteuning wielerverenigingen en stichtingen 10.000 Bijdrage clubs talentontw. (Top)evenementen Bijdrage Topsport Limburg Promotie Bijdrage Huis voor de Sport 2.500 Bijdrage sporters talentontwikkeling Taakstellend 116.500 116.500 17

Inkomsten 2010 Uitgaven Subsidies: Gemeenten - topevenementen - amateur-wedstrijden - BOS Provincie (wielerzuil) Topevenementen NTFU 20.000 10.000* 2.500 Organisatiestructuur: Professioneel secretaris Vrijwilligersvergoedingen Overige Sportstimulering Opleidingen en talentontwikkeling 10.000 2.500 10.000 10.000* 60.000 KNWU 5.000 Amateurwedstrijden 39.000 NWB Bedrijfsleven 1.500 100.000 Ondersteuning wielerverenigingen en stichtingen 10.000 Bijdrage clubs talentontwikkeling Bijdrage Topsport Limburg (Top)sportevenementen Promotie Bijdrage Huis voor de Sport 2.500 Bijdrage sporters talentontwikkeling Taakstellend 141.500 141.500 18

Bijlage 1 Analyse van de wielersport in Limburg Krachten Interne erkenning problematiek. Snelle communicatie mogelijk door gering aantal verenigingen. Veel initiatieven gaande. Goede samenwerking tussen noordelijke verenigingen. Sterk jeugdbeleid op verschillende plaatsen. Zwaktes Financiën en onwerkbare subsidies. Vergunningen. Ontbreken van één wielerkalender. Vrijwilligersproblematiek (tekort en vergrijzing). Geen kaderstructuur. Geen structuur rondom talentontwikkeling. Onvoldoende bundeling van krachten. Verenigingen hebben veelal geen eigen locatie. Tekort afgesloten circuits in Provincie Limburg. Samenwerking tussen verschillende partijen binnen de wielersport verloopt nog lang niet optimaal. Beperkte deelname criteriums in Limburg. Problemen voor organisaties met hoge kosten en geringe inkomsten. Vergrijzing binnen verschillende partijen. Veel wielerverenigingen hebben eenzijdig aanbod. Kansen Benoeming wielersport als speerpuntsport. Start Limburgs wielerplan. De omgeving structureel benutten. In Limburg zijn korte lijnen waardoor iedereen makkelijk benaderbaar is. Limburgse evenementen worden hoog gewaardeerd. Fietssport heeft een grote uitstraling. Wielrennen is volksvermaak. Aandacht van bonden voor problematiek in de Limburgse wielersport. Aandacht van provincie Limburg voor problematiek. Stimulering van het aanbieden van meerdere onderdelen van het wielrennen door bonden. Bedreigingen Verkeersinfrastructuur. Draagvlak bij bewoners/buurt ontbreekt. Negatieve pers. Beperkte medewerking VVV Herkenbosch en Staatsbosbeheer. Individuelere instelling sporter. Verkeersobstakels maken parkoersen onveilig. Verkeersdrukte zorgt voor problemen bij afsluiten van wegen. Overvol Heuvelland. Toenemende wet- en regelgeving. 19

Bijlage 2 Sportintroductieprojecten in het kader van BOS Gemeenten 1. Beek 2. Brunssum 3. Echt-Susteren 4. Eijsden 5. Gulpen-Wittem 6. Heel 7. Heerlen 8. Helden 9. Kerkrade 10. Landgraaf 11. Maasbracht 12. Maastricht 13. Margraten 14. Meerssen 15. Meijel 16. Noord Limburg (Arcen en Velden, Helden, Horst aan de Maas, Maasbree, Meerlo- Wanssum, Sevenum, Venlo en Venray) 17. Roermond 18. Roggel en Neer Leudal 19. Schinnen 20. Simpelveld 21. Sittard-Geleen 22. Stein 23. Vaals 24. Valkenburg a/d Geul 25. Venlo 26. Voerendaal 27. Weert 20

Bijlage 3 Evenementenplan gemeenten Succesfactoren: samenwerking en inbedding in lokaal en provinciaal beleid De inzet en bereidwilligheid van overheden, bonden, verenigingen, onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en ondersteuningsorganisaties zijn nodig om te komen tot een gezamenlijk evenementenplan. De eindverantwoordelijkheid van een wielerevenementen ligt bij de organisatie, waar hij ook thuis hoort. Gemeenten die structurele wielerevenementen of activiteiten binnen hun gemeente grenzen willen halen, moeten hun ambities verankeren binnen het integrale gemeentelijk beleid. Een wielerkoers moet buiten de (top)sport ook in het teken staan van gezondheid, economie, profilering, toerisme en wellness. Alleen op deze wijze creëert men draagvlak en continuïteit binnen de gemeenschap en kan de gemeente een verantwoorde kosten-batenanalyse maken van de gemeentelijk bijdrage. Alleen dan kan men zich met recht `wielergemeente`noemen. De Provincie zal ook haar verantwoordelijkheid in deze nemen. Haar rol en bijdrage aan het Limburgse wielerplan en de wielerevenementen in het bijzonder moeten vastgesteld worden. Samenwerking wielergemeenten Om te komen tot een efficiënte uitvoering van dit Limburgse wielerplan moet een aantal zaken vooraf geregeld worden. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de samenwerkingsbereidheid van de wielergemeenten. Het betreft hier de gemeenten Beek, Eijsden, Gulpen Wittem, Heerlen, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Simpelveld, Sittard Geleen, Stein, Valkenburg en Vaals. Dit zijn gemeenten die reeds jarenlang professionele en of amateur-wielerwedstrijden organiseren of die frequent als start-, doorkomst- of finishplaats fungeren. Ze voelen zich op enig wijze nauw betrokken bij wielrennen en fietsen. Veelal maakt het wielrennen en fietsen deel uit van de toeristische sector. Afspraken en actiepunten Één Integraal evenementenplan Limburg In het kader van handhaving, veiligheid en continuïteit van evenementen waaronder ook de wielerwedstrijden deel uitmaken hebben alle Limburgse partijen zoals de Provincie, gemeenten, politie, GHOR, brandweer, organisatiecomité, verenigingen, deelnemers, natuur- en milieu-instanties dringend behoefte aan één integraal evenementenplan. Het Integrale evenementenplan dat gepresenteerd is op 4 januari 2007 door de Provincie is dekt de lading in deze nog niet maar kan wel dienen als een belangrijk basisdocument. Ook het plan van het provinciale veiligheidsbureau van de Limburgse politie, dat momenteel in ontwikkeling is, moet ook ingebed worden in dit groter geheel. Dit veiligheidsplan wordt op 22 maart 2007 voorgelegd aan een aantal stakeholders. Het geheel wordt gecomplementeerd met het Limburgse wielerplan dat een essentieel onderdeel uitmaakt van dit Integrale Provinciale evenementenplan. Concrete actiepunten: Het Integrale Evenementenplan van de Provincie, het evenementenplan van de politie en het Limburgs wielerplan samenvoegen tot één document Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en Limburgs Landschap en openbaar vervoerder Veolia betrekken bij het proces Een wezenlijk onderdeel wordt gevormd door de zogenaamde provinciale evenementenkalender. 21

Één Provinciale Evenementenkalender Ondanks alle goede inspanningen en initiatieven is niemand in Limburg in staat om één integrale provinciale evenementenkalender samen te stellen. Deze kalender is misschien wel het meest noodzakelijke onderdeel van het Integrale Provinciale Evenementenplan. In deze kalender worden de grote (wieler)wedstrijden als uitgangspunt genomen. Om te komen tot een volledig overzicht en inzicht van alle evenementen in (Zuid-)Limburg zal men moeten overgaan tot het hanteren van één vaste procedure voor een totale regio dan wel de gehele provincie. Concrete actiepunten en afspraken: Procedure regelen middels een laagdrempelige digitale vergunningsaanvraag of meldingsplicht van alle evenementen. Één aanvraagprocedure invoeren bij gemeentegrensoverschrijdende evenementen welke de juiste informatie doorvoert naar de betreffende gemeenten. Komen tot een meldingsplicht van alle outdoor en indoor (wieler)evenementen via regionale en lokale APV s met name voor wandel- en fietsevenementen. Digitale routeplanner ontwikkelen die routes in kaart brengt en doublures signaleert. Meldingen en vergunningen bij aanvraag en toekenning verzamelen op één centraal punt (evenementendatabank). Één centrale evenementenbank (sport, muziek en cultuur) ontwikkelen die moet leiden tot één integrale provinciale evenementenkalender. Gemeenten voorzien van advies middels de evenementendatabank. Komen tot een vast reglement en gedragscode waar organisatiecomités aan moeten voldoen in het kader van veiligheid, bewegwijzering en milieuaspecten. Een afspraak maken over de uitvoering, verantwoordelijkheid en financiering van de centrale evenementenbank en digitale routeplanner. De Provincie Limburg zou hiertoe het initiatief moeten nemen. Dit kan bijvoorbeeld door de provinciale sportdatabank met een aparte module uit te breiden. De evenementenkalender noemt de grote topevenementen, waartoe de grote wielerwedstrijden behoren als uitgangspunt. Infrastructuur De ingewikkelde wegeninfrastructuur met de smalle wegen en de overvolle evenementenkalenders in Zuid-Limburg roepen om maatregelen. Wielergemeenten moeten gezamenlijk afspraken maken over verkeersremmende maatregelen, meldingen en vergunningenbeleid, communicatie en verantwoordelijkheid. Hetzelfde beroep wordt gedaan op de verantwoordelijkheid van de organisaties comités, verenigingen en bonden. Concrete actiepunten: Vaste koersroute-afspraken maken met evenementenorganisaties en koersdirecties Gemeenten, Provincie en Rijkswaterstaat plaatsen alleen nog maar demontabele verkeersremmende op belangrijke doorkomstroutes Oplossingen zoeken voor huidige onoverkomelijk permanente verkeersdrempels Gemeenten hanteren één communicatieprocedure die alle belanghebbende afdelingen binnen de gemeente op de hoogte stellen over afspraken en meldingen van verkeersmaatregelen op wegen van doorkomstroutes. 22

Acquisitie belangrijke wielerwedstrijden Om te komen tot een verantwoord aanbod moeten de wielergemeenten een gentlemen s agreement aangaan over de werving van topwielerevenementen. Dit om prijsopdrijving door onderlinge concurrentie te voorkomen. Daarnaast moet bekeken worden of gemeenten in nauwe samenwerking of zelfs binnen een regio een belangrijke wedstrijd willen organiseren. Denk hierbij aan wedstrijden als de ENECO Tour, het NK Wielrennen op de weg en het NK Mountainbiking. Maar op lange termijn moet Zuid-Limburg zich profileren om de concurrentie met Twente, de Veluwe, het Groene Hart 1 en de provincie Drenthe het hoofd te kunnen bieden. Deze wieler- en fietsregio s spelen nu al actief in op de mogelijke komst van de Olympische Spelen in 2028. Aanpassen van de infrastructuur, de organisatie van de nieuwe professionele wielerronde van het Groene Hart en de proloog van de Vuelta in Drenthe zijn hiervan sprekende voorbeelden. Een gezamenlijke promotie en bidding op de lange termijn voor een WK wielrennen op de weg of WK veldrijden zijn dan ook meer dan gerechtvaardigd. Concrete actiepunten: Jaarlijks een maximaal aantal en soort wielerevenementen bepalen Afspraken maken over de acquisitie van grote wielerevenementen Gezamenlijke promotie van Limburg als wielerprovincie naast lokale en regionale profilering Keuze maken om het NK Wielrennen op de weg of NK Mountainbiking voor een aantal jaren naar Limburg te halen Komen tot een gezamenlijke bidding van WK Wielrennen op de weg of WK Veldrijden als regio Zuid-Limburg cq. provincie Limburg De rol van de Provincie Limburg De Provincie Limburg moet een standpunt innemen over een structurele financiële en overige bijdrage in het Limburgse Wielerplan. Daarnaast is een rol weggelegd om de platformfunctie voor de wielergemeenten te onderhouden. De Provincie is al betrokken bij het initiatief van de wielerzuil, de wegeninfrastructuur. Het is van belang dat de Provincie de wielersport niet alleen erkend als speerpuntsport, maar het wielrennen en fietsen, naast wandelen en outdoor-sporten, gaat zien als een Unique Selling Point voor met name Zuid-Limburg. Dit in het kader van de ontwikkeling rondom toerisme en wellness. Hierdoor kan er op een verantwoorde wijze structureel de wielersport ondersteunen vanuit de beleidsvelden economie en profilering. Concrete actiepunten: Wielersport en ook het fietsen op Provinciaal niveau erkennen als USP vanuit economie en toerisme Ondersteunen van topwielerevenementen in het kader van profilering Onderhouden platformfunctie voor wielergemeenten Gezamenlijke promotie en profilering van de wielersport op alle niveau s Onderstrepen en ondersteunen van de Limburgse wielerzuil 1 Er is een nieuwe profronde georganiseerd om het gebied tussen de steden Rotterdam, Utrecht en Den Haag te promoten als wieler- en fietsregio. Zie www.rondevanhetgroenehart.nl 23

Bijlage 4 Taakomschrijving en profiel coördinator wielersport Hoofdtaken Organiseren en coördineren van werkgroepoverleggen. Beleidaandragend naar stichtingsbestuur Bewaken van de voortgang van de werkgroepen en de schakel vormen tussen werkgroepen en stichtingsbestuur Begeleiden van de activiteiten/acties van de diverse werkgroepen. Begeleiden en aansturen van de technische commissie/trainers. Het verzamelen, beheren en verwerken van gegevens ten behoeve van de financiële administratie met als doel de uit deze administratie voortkomende acties snel en adequaat te kunnen uitvoeren en verantwoording te kunnen afleggen. Het opstellen van begrotingen, tussenrapportages en financiële verslagen. Het structureren van de communicatie rondom grote wielerevenementen en sportstimuleringsactiviteiten en het uitgeven van persberichten. Profiel HBO werk- en denkniveau. Ervaring met projectmatig werken met grote mate van zelfstandigheid. Pro-actief, flexibel, creatief, alert en zelfstandig. Praktisch klantgerichte instelling. Kennis van en affiniteit met de wielersport. Uitstekende sociale en contactuele vaardigheden. Organisatorische vaardigheden. In het bezit zijn van het rijbewijs B. 24

Bijlage 5 Beschrijving betrokken sportbonden: KNWU, NTFU, NWB KNWU De KNWU is de overkoepelende bond voor de verschillende disciplines van de wielersport. De KNWU heeft 189 aangesloten verenigingen en 135 stichtingen. Er zijn verenigingen die zich richten op meerdere disciplines van de wielersport, maar er zijn er ook een aantal die specifiek kiezen voor één discipline, dit komt met name voor bij fietscross- en mountainbikeverenigingen. De KNWU onderscheidt vijf fasen binnen haar wielerplan: oriënteren/werven, stimuleren, opleiden en talentherkenning, talentontwikkeling, topsport. De eerste twee fasen worden in deze paragraaf behandeld. De KNWU geeft aan dat het werven van nieuwe leden van groot belang is voor de KNWU. Op landelijk niveau is de KNWU verantwoordelijk voor het ontwikkelen van wervende producten voor de verschillende disciplines. Op districts-/afdelingsniveau is men verantwoordelijk voor het faciliteren van verenigingen die zelf wervingsactiviteiten organiseren. Stimuleren vindt zowel op lokaal (de vereniging), districts-/afdelings- als landelijk niveau plaats. De vereniging is de basis en het is haar taak om haar leden de basisvaardigheden van een aantal disciplines aan te leren. Voor specifieke behoeften in een district/afdeling die niet door verenigingen kunnen worden ingevuld worden districts-/afdelingsactiviteiten georganiseerd. Om bepaalde disciplines/categorieën een impuls te geven worden landelijk activiteiten georganiseerd. NTFU De Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) is de overkoepelende organisatie van toerfietsverenigingen in Nederland. De NTFU behartigt de belangen van bij haar aangesloten verenigingen en de, al dan niet georganiseerde, toerfietsers opdat zij het toerfietsen, als sport of recreatie, optimaal kunnen beoefenen. Bij de NTFU zijn ruim 500 verenigingen aangesloten, die nu samen meer dan 40.000 ToerFietsKaart-houders vertegenwoordigen. De NTFU heeft een uitgebreide kalender met verschillende tochten, kortingsregelingen en daarnaast biedt de NTFU een individueel lidmaatschap aan via de stichting Fiets Sport Nederland. Er is dan de keuze tussen vier lidmaatschappen: Velosport, Fiets & Geniet, Singletracks en Fiets-Fit. Deze leden krijgen bijna hetzelfde pakket als NTFU leden. Maar krijgen daarnaast ook trainingen en clinics aangeboden. Deze trainingen en clinics worden gegeven door Fietssport instructeurs voor MTB, toerfietsen recreatief en toerfietsen sportief. Deze opleidingen worden door de NTFU verzorgd. Daarnaast biedt de NTFU bedrijfssport aan, bedrijven kunnen zich bij de NTFU melden en dan wordt er gezamenlijk met het bedrijf een dagprogramma opgesteld. Samen met de KNBLO heeft de NTFU de website www.goxchange.nl. Deze website richt zich op GPS gebruikers. Bij GoXchange kan een cursus GPS instructeur en GPS routebouwer gevolgd worden. NWB NWB is de afkorting van de Nederlandse Wielren Bond. Deze overkoepelende wielerorganisatie coördineert weg-, cyclo cross- en mountainbike (MTB)-wielerwedstrijden in Zuid-Nederland (voornamelijk de provincies Limburg en Noord-Brabant). De NWB is één van de vrije wielerbonden in Nederland, die actief is naast de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie (KNWU). De KNWU daarentegen organiseert in heel Nederland wedstrijden en is aangesloten bij de UCI (Union Cycliste International). 25

Bijlage 6 Ontwikkelingen opleidingen en talentontwikkeling KNWU KNWU Wielerplan In de laatste vijf jaar zijn er door de KNWU veel activiteiten op het gebied van werving en sportstimulering ontwikkeld om te komen tot een gevarieerd trainings- en wedstrijdaanbod in de verschillende disciplines en op diverse niveaus. In 2005 is de ontwikkeling van het KNWU Wielerplan gestart. Het KNWU Wielerplan is onderdeel van het totale KNWU sportbeleid en is er in eerste instantie op gericht om renners op te leiden tot topsporter. De meeste sporters zullen echter niet de status van topsporter bereiken en terechtkomen in de breedte-/wedstrijdsport. De opleiding die zij binnen het KNWU Wielerplan gehad hebben én het aanbod in de breedtesport moeten zodanig zijn ingericht dat renners een leven lang actief blijven binnen de wielersport. Als basis voor het KNWU Wielerplan is het zogenaamde Long Term Athlete Develoent (LTAD) genomen, dat door de Canadese wielerbond is omgezet in een specifiek Cycling LTAD. Dit Cycling LTAD is door de KNWU opgevraagd en gebruikt. Een Long Term Athlete Develoent plan is een algemeen meerjarenopleidingsplan tot topsporter, een talentontwikkelingsplan. De opleidingsroute tot topsporter is hierin onderverdeeld in leeftijdsfasen met specifieke inhouden en kenmerken. In het Cycling LTAD worden vijf verschillende ontwikkelingsfasen onderscheiden; werven, stimuleren, opleiden / talentherkenning, talentontwikkeling en topsport. Het Canadese LTAD-model wordt door NOC*NSF ook erkend als bruikbaar model. Het dient inmiddels als basis voor het door NOC*NSF opgestelde Meerjarenopleidingsplan tot topsporter. Taak lokale verenigingen Volgens het Wielerplan van de KNWU is opleiding iets wat voornamelijk lokaal bij de verenigingen plaatsvindt. De vereniging is de basis en het is haar taak om haar leden technische- en conditionele vaardigheden van een aantal disciplines aan te leren. Talentherkenning vindt volgens het KNWU Wielerplan op zowel districts-/afdelings- als landelijk niveau plaats. Hierbij wordt gebruik gemaakt van testdagen en testwedstrijden. De landelijke testdagen zijn er voor de baan (limietdag, jaarlijks de eerste zondag van oktober), mountainbiken (jaarlijks RAP-dagen in de zomervakantie) en wegwielrennen (jaarlijks RAP-dagen in de zomervakantie). De RAP-dagen is een afkorting van Rabobank Ardennen Proef en zij hebben als doel talenten te herkennen en eventueel te selecteren voor de talentengroepen. Talentontwikkeling op landelijk niveau Talentontwikkeling is een vervolg op de fase van talentherkenning. In deze fase ligt de nadruk op de individuele ontwikkeling van het talent van de sporter en niet direct op de prestaties. Talentontwikkeling vindt volgens het KNWU Wielerplan vooral op landelijk niveau plaats. De KNWU voert de regie over alle disciplines als het gaat om talentontwikkeling en zorgt ervoor dat talenten deelnemen aan een adequaat trainings- en wedstrijdprogramma dat is afgestemd op karakteristieken van de betreffende discipline. Bovendien dienen zij te worden begeleid door hoog gekwalificeerd kader (minimaal niveau IV). Daarnaast worden er op landelijk niveau in de vakanties trainingskampen georganiseerd voor de disciplines fietscrossen, mountainbiken, veldrijden en wegwielrennen. Voor de discipline baan zijn er in de maanden november tot en met januari wekelijks op zaterdag trainingsdagen. De trainingskampen en trainingsdagen worden uitgevoerd door de specialisatietrainers. Talentontwikkeling op regionaal niveau Regionale talentontwikkeling is gericht op de specifieke behoeften in een district/afdeling die niet door verenigingen kunnen worden ingevuld. Bijvoorbeeld door deelname aan een uitgebreid wedstrijdprogramma middels een districtsploeg. Een ander voorbeeld is het aanbieden van regiotrainingen, waardoor talentvolle renners meer kunnen trainen op een hoger niveau. Volgens het Wielerplan van de KNWU moeten er ook op districts-/afdelingsniveau opleidende activiteiten georganiseerd worden in de vorm van regiotrainingen veldrijden, mountainbike en fietscross. Naast de trainingen moeten er tevens informatiebijeenkomsten over o.a. trainingsleer en voeding worden 26