Eindrapportage Evaluatie Bèta Plus 2009-2012



Vergelijkbare documenten
U-Talent Academie. Uitdagend bètaonderwijs op school en de universiteit

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academy

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academie

Nieuwsbrief Bètasteunpunt September 2011

Algemene informatie. Beste aanstaande student,

Op welke school zitten onze oud-werkers vmbo nu?

Waarom ga je dat doen volgend jaar?

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

SPA pilot St. Bonifatius College Utrecht i.s.m. Project-You! en MyPem

EVALUATIERAPPORT MASTERCLASSES 2006

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V

U-Talent. Verrijking en verdieping van onderwijs

Samenvatting en conclusies

Onderwijs- en Examenregeling U-Talent Academy

Bètadag Bèta In Leiden

Het imago van ict. Onderzoek naar keuzemotieven van scholieren. HBO-I Stichting

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

BETA VAKKEN Biologie, Natuurkunde, Natuur Leven en Technologie (NLT), Scheikunde en Wiskunde.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april Towers Watson. All rights reserved.

U-talent programma USG

Dienst Studentenzaken Risicoprofiel nieuwe studenten

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

De VO - vakvernieuwing komt eraan

- Samenvatting - Rapportage Oudertevredenheid Eben-Haëzerschool Emmeloord Juni 2013

PAL Student als Persoon lijk Assistent van Leraren. Voor vmbo, havo en vwo

Het gymnasium: iets voor jou?

Ruimte voor verschil: een model voor differentiatie in het vwo

Helpt u mee technisch talent voor de toekomst te ontdekken?

a.roland holst c ollege QUEST een avontuurlijke zoektocht...

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Christelijke Scholengemeenschap - gymnasium, atheneum, havo en vmbo. Betaonderwijs

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Gebruik Web 2.0 eerstejaars studenten UU

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

EERLIJKE MENING: ANONIMITEIT: ONDERDELEN

Onderzoek Passend Onderwijs

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Onderzoek naar Honors programma s op Saxion

NLT als keuzevak. Onderzoek van onderwijs

Vragenlijst Sociale Veiligheid (lln)

ONDERZOEK NAAR KEUZE VAN LEERLINGEN! VMBO-BASIS/KADER VOOR DE RICHTING BWI/BOUW!

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

Ontwikkel je specialiteit! TOPklas leerjaar 1 Cultuur, Sport, ICT en Science

De beste basis voor je toekomst

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

(56 enquêtes) (62 enquêtes) (45 enquêtes) (57 enquêtes) Accent Accent Accent Accent score score. score 10.

Ouderbetrokkenheid. Ouders: Studiekiezers: Mijn kind moet zelf kiezen. mijn ouders zijn belangrijk 55% wo, 70% hbo studenten

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Jeroen Groenewoud. Het rolmodellenproject

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Onderwijs- en Examenregeling U-Talent Academie

Leonardo evaluatie. Onderzoek naar de mening van de ouders en docenten van De Burght over Leonardo. Sterre Roelofs

PERSBERICHT: Jongens worden ingehaald. Meisjes zijn de toekomstige bèta s

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Introductie van de pilot. Waarom deze pilot? Wat is het belangrijkste doel van de pilot? Wat is de positie binnen de eigen organisatie?

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn

ELSEVIERS HULP BIJ STUDIEKEUZE

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Resultaten eduscrum 2012

2 e Mini conferentie. Digitale visualisatie technieken in het kunstonderwijs. Verslag Innovatieve Visualisatie Technieken

Blok 5. Ouderbetrokkenheid, 1 uur

NR 01 Opstellen individueel LOB-traject

Gelderland Dichtbij. Resultaten peiling 11 GeldersPanel. Over deze peiling. Informatievoorziening door de provincie.

Hoe denkt de vrijgevestigde Friese psycholoog en orthopedagoog hierover?

Question 1 Multiple Choice De informatie over de mogelijkheid om deel te nemen aan de minor Sporttechnologie heeft mij tijdig bereikt

Het nut van nlt volgens eindexamenleerlingen. Weergave van enquêteresultaten, deelonderzoek eindexamenleerlingen

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

3 Hoogbegaafdheid op school

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek: Studiekeuzecheck

VERDER MET JE TALENT RUIMTE VOOR VERDIEPING IN VWO 4, 5 EN 6

Bevorderingsreglement Onderbouw

NLT: een vak voor jou? Januari 2015 HWC AMSTELVEEN

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014

Werkdruk in het onderwijs

Geneeskunde studiejaar Matchingsvragenlijst MATCHING

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Oranje Nassau is een vindplaatsschool voor wetenschap en techniek.

Transcriptie:

Eindrapportage Evaluatie Bèta Plus 2009-2012 Financiering: Sirius/EMP Looptijd: Ton van der Valk, Junior College Utrecht Florine Meijer, Junior College Utrecht Willem Hendrik van Ledden, Junior College Utrecht Geertje Wismans, adviseur COLUU Barbara Allart, adviseur COLUU Hanno van Keulen, adviseur COLUU

Inhoudsopgave Inleiding Resultaten eerste leerlingonderzoek BètaPlus Resultaten tweede leerlingonderzoek BètaPlus Resultaten derde leerlingonderzoek BètaPlus Resultaten vierde leerlingonderzoek Bètaplus Resultaten vijfde leerlingonderzoek BètaPlus Resultaten zesde leerlingonderzoek BètaPlus Verre nameting docenten Verre nameting scholieren 2009/2010 Overall analyse en literatuurstudie Literatuurlijst 2

Inleiding BètaPlus is de naam voor een advanced science-programma voor getalenteerde vwo-leerlingen dat geplaatst is in het kader van het Utrechtse Siriusprogramma over excellentie. Het doel van dit project is getalenteerde leerlingen van het vwo de gelegenheid geven om aanvullende en verdiepende kennis en vaardigheden te verwerven in bèta en techniek en hen daarmee betere startkwalificaties te geven voor een wetenschappelijke opleiding in de bèta- en biomedische sector. Daartoe worden in het cursusjaar 2009/10 zes modules voor het vak Natuur Leven en Technologie (NLT) en Wiskunde-D gegeven op de Universiteit Utrecht aan geselecteerde leerlingen uit 5- en 6-vwo van scholen uit de regio Utrecht. De modules worden gegeven door universitaire docenten, maar er zijn ook docenten uit de toeleverende scholen bij het onderwijs betrokken. De gedachte daarachter is dat deze docenten geprofessionaliseerd worden op het gebied van de aansluiting vwo-wo en van de module die ze mede geven. BètaPlus is in het schooljaar 2008/09 gestart en werd toen bezocht door een 70-tal leerlingen. In 2009/10 doen ca. 110 leerlingen mee. 2010-2011: 80 leerlingen, 2011-2012: 92 leerlingen. Doel van het EMP-project is te onderzoeken of en onder welke condities het BètaPlus programma leidt tot betere startkwalificaties voor toekomstige bètastudenten; aanbevelingen te geven om de opzet en inhoud van BètaPlus te verbeteren; alsmede aanbevelingen die gericht zijn op het zo goed mogelijk afstemmen van de verwachtingen van de leerlingen die BètaPlus hebben gevolgd op de bachelorprogramma s van de Bètafaculteit (FBW). Het EMP-project voorziet daarbij in een deel van de evaluatie dat in het kader van het Siriusprogramma gewenst is. Daarnaast wil het team van BètaPlus weten of het project heeft bijgedragen aan het motiveren van getalenteerde leerlingen voor het kiezen van een bètaopleiding, door ze al vroeg in contact te brengen met de universiteit en andere getalenteerde leerlingen. Wordt er binnen de modules optimaal gebruik gemaakt van triggers om talenten te laten opbloeien of blijven er nog elementen onbenut? De onderzoeksactiviteiten betreffen - Het monitoren van de startkwalificaties van leerlingen die het BètaPlus programma hebben gevolgd; - Evalueren van het BètaPlus programma betreffende het verhogen van de startkwalificaties; - Onderzoeken of en hoe de professionaliteit van de docenten betreffende het bevorderen van die startkwalificaties, door directe of indirecte deelname aan BètaPlus kan worden vergroot - Onderzoeken van de effectiviteit van BètaPlus bij het motiveren van leerlingen voor het kiezen van een bètaopleiding; - Literatuuronderzoek naar effectief stimuleren van leerlingen om voor bèta te kiezen. 3

Resultaten eerste leerlingonderzoek BètaPlus (Complexe stromen en Een pil teveel) Afname In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode november 2009 februari 2010 de NLT-modules 'Een pil teveel' (N= 29) en 'Complexe stromen' (N=19) heeft gevolgd. De voormeting is november 2009 is afgenomen bij alle leerlingen, met een respons van 88%. De nameting is afgenomen in maart 2010 en had een respons van 75%. De respons vanuit de twee modules was vrijwel gelijk. De vragenlijsten inventariseren een aantal leerlingkenmerken, en gaat vooral in op ervaringen, houdingen en meningen van leerlingen wat betreft het bètadomein, vervolgstudiekeuze, en de onderzoekende houding in relatie tot het BètaPlus programma. Resultaten voormeting Leerlingkenmerken De leerlingen zijn vrijwel gelijk verdeeld over de twee geslachten. Driekwart is blijven zitten noch heeft een klas overgeslagen, wat impliceert dat de meeste deelnemers 16 of 17 jaar oud zijn. Het vakkenpakket is, zoals te verwachten is, tamelijk 'bèta': 90% heeft Wiskunde B; 65% volgt NLT-modules; 30% doet Wiskunde D. NLT wordt op de scholen van 69% van de respondenten aangeboden; Wiskunde D op 83%. Wat betreft prestaties scoort meer dan driekwart gemiddelde cijfers tussen de 6 en de 8 voor bètavakken, terwijl 11% een zes of lager scoort. Dit programma trok dus zeker niet alleen bollebozen. Uit de antwoorden kan verder worden afgeleid dat een of twee respondenten beslist niet de kant van bèta op willen en bèta ook niet leuk vinden. Waarom ze meedoen aan BètaPlus is niet duidelijk, mogelijk is het een verplichting die de school op klassenniveau en niet op individueel leerling-niveau is aangegaan. Bèta Leerlingen antwoorden overwegend (83%) neutraal op de vraag of de school hen stimuleert om een bètapakket te volgen. De leerlingen die zich wel gestimuleerd voelen merken op dat dit komt doordat de school projecten, middagen en cursussen (zoals BètaPlus) aanbiedt. Een leerling merkt op dat de school benadrukt dat je 'absoluut niet bang hoeft te zijn voor bètavakken'. Zo'n 20% heeft vrienden die bètatechniek leuk vinden; een even groot deel heeft ouders die hun kinderen stimuleren voor bètatechniek te kiezen ("ze zeggen dat het bij mij past"; "door het er veel over te hebben"; "zij denken ook in getalletjes"). 83% vindt bètavakken 'leuk', maar slechts 40% vindt bètavakken 'makkelijk'. Iets meer (50%) van de leerlingen geeft aan zichzelf 'goed' te vinden in bètavakken. Een kwart 'weet veel' over bèta, maar als toelichting worden vooral 'vakken' genoemd (sterrenkunde, techniek, scheikunde) en nauwelijks concrete onderwerpen (één keer 'string theorie'; één keer 'pop-science'). Slechts 10% zegt veel te lezen over bèta (Quest, KIJK, National Geographic worden genoemd), meer dan 40% geeft expliciet aan niet veel te lezen over bèta. Studiekeuze en beroep Ongeveer een derde geeft aan later wel te willen werken in de bètatechniek; een even groot deel wil dit niet. Welk beroep men eventueel in de bètawereld wil uitoefenen is bij de meesten nog nauwelijks uitgekristalliseerd ('iets met computers'; 'iets technisch'; 'iets met gezondheid'). Slechts 8% antwoordt positief op de vraag of men wetenschappelijk onderzoeker wil worden. 60% geeft aan een goed beeld te hebben van een universitaire studie. Een derde is nooit bij een voorlichting van de UU geweest; ruim een derde weet niet welke bètastudies de UU aanbiedt. Zo'n 60% is nu van plan een bètastudie te gaan doen, waarbij hier wel veel tamelijk precieze toelichtingen worden gegeven ('Natuur- en sterrenkunde aan de UvA'; 'HBO Fysiotherapie', 'Technische Geneeskunde', 'Gentechnologie in Utrecht'). 4

Onderzoekende houding 80% van de respondenten vindt zichzelf nieuwsgierig, wil graag alles begrijpen, en stelt vragen aan docenten, studiegenoten (76%), of anderen, of zoekt via internet, als iets niet duidelijk is. 60% wil altijd het goede antwoord hebben. 50% gaat door totdat het doel (iets weten of begrijpen) bereikt is. Meer dan 80% vindt het leuk om anderen hierbij te helpen. 14% werkt het liefst in een groep, 29% alleen en 57% in tweetallen. 45% van de leerlingen vindt van zichzelf dat ze goed mondeling kunnen presenteren; 70% kan goed verslagen schrijven. Analyse Het volgende dringt zich na de voormeting op als opmerkelijk: 1. Leerlingen, zelfs dit cohort in BètaPlus, worden kennelijk nauwelijks door hun school of omgeving gestimuleerd om voor bètatechniek te kiezen. 2. De leerlingen zijn grosso modo niet te beschouwen als hoogintelligent, maar ze hebben een onderzoekende houding en kennelijk plezier in bèta. 3. Slechts weinig leerlingen hebben concrete beelden van beroepen in de bètatechnische wereld; het beroep van 'wetenschappelijk onderzoeker' is kennelijk totaal onbekend. 4. Veel leerlingen weten al wel vrij precies wat ze willen gaan studeren. Resultaten nameting Leerlingkenmerken 2 van de 36 respondenten uit de nameting hebben het programma niet afgemaakt. Ruim 50% (N=19) heeft alle bijeenkomsten bijgewoond. 3 respondenten hebben meer dan twee bijeenkomsten gemist. Leerlingen werken het liefst (75%) in tweetallen en 65% vindt het leuk om anderen in de module te helpen. Ongeveer 12% gaf aan zelden vragen gesteld te hebben; dit komt overeen met het percentage leerlingen in de voormeting dat aangaf zelden vragen te stellen (10%). Waardering voor het programma De waardering voor BètaPlus is ronduit teleurstellend. Slechts 2 leerlingen (6%) wil nog een module NLT bij BètaPlus volgen als dat kan. Ruim 30% waardeert het programma met een onvoldoende. Een kwart geeft het programma het cijfer 8 of hoger. Slechts 40% is het eens of zeer eens met de stelling dat de BètaPlus module ging over onderwerpen die hen interesseerden. Ruim eenderde deel was het het hier niet mee eens. Minder dan 20% geeft aan de module met plezier gevolgd te hebben. 44% geeft aan veel geleerd te hebben. De groep is het oneens over de vraag of het wat toevoegt de module aan de UU te volgen: 40% vindt van niet, 40% van wel. Uit de toelichting op de vragen maken we op dat leerlingen die negatief zijn vooral kritiek hebben op de vorm- en organisatieaspecten van deze modules: saai, langdradig ( telkens weer achter de computer dezelfde dingen doen ), weinig geleerd, weinig uitdaging. Dit geldt voor beide modules. Er was kritiek op de docenten bij Een Pil Te Veel maar waardering voor de docenten uit Complexe Stromen. Ook de lange duur van de bijeenkomsten en de ongemakken van het reizen werden veel genoemd. Veel leerlingen vonden dat een en ander net zo goed op hun eigen school had kunnen plaatsvinden ( alleen theorie ; achter de computer zitten ; docent had net zo goed naar ons kunnen komen ). Leerlingen die het programma overwegend positief waardeerden noemen vooral inhoudelijke zaken, zoals kennismaken met modelleren, de verbinding met het medische domein, nieuwe wiskundige of natuurkundige aspecten (afleiding getal van Euler bijvoorbeeld), en ook sociale factoren zoals kleine groepen en contact met leerlingen van andere scholen. Bèta 28% is nieuwsgieriger geworden naar de onderwerpen die in de module behandeld zijn. Slechts 1 leerling vindt dat de bètavakken op school nu interessanter zijn geworden; zes leerlingen (18%) vinden deze vakken nu makkelijker. Twee leerlingen geven aan meer te gaan lezen over bètatechniek. De twee leerlingen die graag nog een NLT module bij BètaPlus willen volgen scoren al deze vragen positief. 5

Studeren aan een universiteit De vragen over de beeldvorming over studeren aan een universiteit en de Universiteit Utrecht in het bijzonder leveren een positieve reactie op bij 10-30% van de respondenten. Zo vindt 12% van de leerlingen dat ze een goed beeld van een universitaire studie hebben gekregen; 21% heeft een beter beeld van de UU ( eigenlijk heb ik alleen het computerlokaal gezien ); 30% heeft de universiteit nu van binnen gezien. 35% zegt een beter beeld van het lesgeven aan een universiteit te hebben gekregen, maar uit de toelichting blijkt dat niet altijd een positief beeld is. Zelfstandiger werken is een opmerking die regelmatig terugkeert. Bètatechnische studie of beroep kiezen Slechts 2 respondenten vinden dat het beroep van wetenschappelijk onderzoeker door BètaPlus aantrekkelijker is geworden. 42% geeft nu aan waarschijnlijk een bètatechnische studie te gaan doen (tegen 60% in de voormeting), maar 75% is het oneens met de stelling dat BètaPlus hen heeft gestimuleerd een bètatechnische studie te kiezen. Het percentage leerlingen dat zegt te weten welke bètatechnische studies je kunt doen is 36 (ongeveer gelijk aan de voormeting). Onderzoekende houding De antwoorden op vragen uit het construct onderzoekende houding scoren over het algemeen vergelijkbaar of lager dan bij de voormeting. In de voormeting was bijvoorbeeld 50% het eens met de stelling als ik iets wil weten ga ik door tot ik er achter ben ; in de nameting was 31% het eens met de stelling als ik in de module iets wilde weten ging ik door tot ik er achter was. Minder dan 10% van de leerlingen vindt dat de module een bijdrage heeft geleverd aan schriftelijke of mondelinge presentatievaardigheden. Voorlopige analyse De einduitkomsten lijken eerder negatief dan positief uit te pakken voor de doelstellingen van BètaPlus. De resultaten van de nameting geven aanleiding te vergelijken met de resultaten bij andere modules, en scherper te kijken naar de aantrekkelijkheid van inhoud en vormgeving van deze twee modules. Ook moet gekeken worden naar de redenen waarom leerlingen aan deze modules deelnemen: de voormeting wijst niet op enkel intrinsieke motivatie. Werden leerlingen verplicht mee te doen, ook als ze eigenlijk geen zin hadden? Dan spelen factoren als de reistijd, de te investeren vrije tijd, en verlies van een zelf in te vullen middag, zwaar mee bij leerlingen die niet intrinsiek gemotiveerd zijn voor bèta. 6

Resultaten tweede leerlingonderzoek BètaPlus (Bewegende aarde; moleculen in leven; zuiver drinkwater) Afname In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode februari april 2010 de NLT-modules 'Bewegende Aarde' 'Zuiver Drinkwater' en 'Moleculen in Leven' heeft gevolgd. De voormeting is februari 2010 is ingevuld door 43 leerlingen die de NLT-modules Bewegende aarde (N=15), Moleculen in leven (N=18) of Zuiver drinkwater (N=10) volgden. De nameting is afgenomen in april 2010 en geretourneerd door 37 leerlingen 'Bewegende Aarde' (N= 13). 'Zuiver Drinkwater' (respons N = 7) en 'Moleculen in Leven' (respons N= 17). We beschouwen de uitkomsten als representatief voor de hele groep. Resultaten voormeting Leerlingkenmerken Tweederde van de leerling is mannelijk. De meeste leerlingen zijn blijven zitten noch hebben een klas overgeslagen. Het vakkenpakket is overwegend Bèta: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en NLT. Vrijwel alle leerlingen volgen Natuurkunde en NLT; er is maar 1 leerling die Wiskunde D (13% van de leerlingen die dit vak kon kiezen) volgt. De leerlingen scoren grotendeels tussen de 6 en de 8. In figuur 1 staan de gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. Vak 5 of lager 6 7 8 9 of hoger totaal Wiskunde A 0.0% (0) 14.3% (1) 14.3% (1) 71.4% (5) 0.0% (0) 7 Wiskunde B 25.0% (9) 41.7% (15) 27.8% (10) 11.1% (4) 0.0% (0) 36 Wiskunde C 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0 Wiskunde D 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 100.0% (1) 1 Natuurkunde 11.9% (5) 40.5% (17) 31.0% (13) 16.7% (7) 2.4% (1) 42 Scheikunde 14.0% (6) 44.2% (19) 23.3% (10) 20.9% (9) 2.3% (1) 43 Biologie 0.0% (0) 15.6% (5) 68.8% (22) 25.0% (8) 3.1% (1) 32 NLT 0.0% (0) 27.5% (11) 52.5% (21) 22.5% (9) 0.0% (0) 40 Informatica 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 100.0% (1) 0.0% (0) 1 Totaal respondenten 43 Figuur 1: Gemiddelde cijfers per vak. Het merendeel van de leerlingen doet mee aan BètaPlus, omdat ze dat verplicht zijn vanuit school. Driekwart van de leerlingen heeft zin in het volgen van het programma, ondanks dat ze vinden dat ze op school niet gestimuleerd worden om bètavakken te kiezen. De groep is over het algemeen gemotiveerd om de module te volgen. Elf leerlingen (25%) zijn in mindere mate gemotiveerd. Dit is mogelijk toe te wijzen aan het late tijdstip en de locatie waarop de module aangeboden wordt. Bèta De leerlingen vinden Bètavakken interessant, slechts vier leerlingen geven aan dat ze hier neutraal tegenover staan. 45% geeft aan bètavakken moeilijk te vinden, de rest vindt bètavakken niet moeilijk of heeft een neutraal standpunt (niet eens/niet oneens). Over bètatechnische onderwerpen weet de groep niet zoveel, onderwerpen waar ze iets van weten zijn bijvoorbeeld informatica, biologie en natuurkunde, er worden weinig specifieke onderwerpen genoemd. Wel wil een meerderheid meer weten over bètatechnische onderwerpen, zoals het menselijk lichaam, moleculen en het heelal, maar ook hier worden voornamelijk de disciplines (zoals 'natuurkunde' of 'biologie') genoemd en niet thema's. 14% van de leerlingen leest in zijn vrije tijd over bètatechniek. Dit zijn vooral tijdschriften zoals Quest, Kijk en ComputerTotaal. De omgeving van de leerlingen is niet uitgesproken enthousiast over bètavakken, 33% 7

geeft dat vrienden bètavakken leuk vinden en 20% wordt door ouders/verzorgers gestimuleerd om een bètastudie te kiezen. Dit stimuleren doen ze door er veel over te praten of door bezoeken van open dagen. Studiekeuze en beroep De meeste leerlingen weten nog niet of ze in de bètatechniek willen werken of onderzoeker willen worden. Ruim de helft heeft geen uitgesproken beeld van de universitaire studies. Wel kent de helft van de leerlingen mensen die gestudeerd hebben aan de universiteit. Slechts twee leerlingen geven aan dat ze nooit naar een voorlichtingsdag zijn geweest. De helft van de leerlingen weet welke studies gevolgd kunnen worden aan de Universiteit Utrecht. 34% van de leerlingen wil een bètatechnische studie gaan volgen, zoals (dier) geneeskunde of (technische) natuurkunde. 42% geeft aan te weten welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie. Onderzoekende houding 90% van de leerlingen is nieuwsgierig naar nieuwe kennis en wil graag alles begrijpen. 50% gaat echter door tot hij achter de informatie is die nodig is. Een derde van de leerlingen vindt het leuk om iets uit te zoeken waar niemand antwoord op kan geven. 60% van de leerlingen wil graag het goede antwoord hebben. 23% probeert na te gaan of onderzoek goed is uitgevoerd, wanneer ze onderzoeksresultaten lezen. Wanneer er hulp nodig is, is de docent (86%) de meest gevraagde persoon, gevolgd door studiegenoten (79%) en vrienden (69%). Driekwart vindt het plezierig om iemand te helpen. De helft werkt het liefst in een tweetal samen. 37% vindt zich goed in mondeling presenteren en 66% in het maken van verslagen en werkstukken. Analyse voormeting Weinig leerlingen (14%) kunnen Wiskunde D volgen, slechts één leerling volgt daadwerkelijk Wiskunde D. Ook valt op dat maar één leerling informatica volgt. De prestaties op de bètavakken zijn gemiddeld genomen ruim voldoende maar de groep valt zeker niet te karakteriseren als excellent of hoogbegaafd. De groep wordt niet sterk gestimuleerd voor bèta. In combinatie met de door school opgelegde verplichting BètaPlus te volgen zou dit negatieve gevolgen voor de motivatie kunnen hebben; hier blijkt echter weinig van. De groep staat positief tegenover bètavakken en lijkt zin te hebben in de module. Op het gebied van studievoorlichting liggen nog kansen, de helft heeft nog geen goed beeld van universitaire studies, ondanks dat ze voorlichtingsdagen hebben bijgewoond en mensen kennen die gestudeerd hebben aan een universiteit. Ook de beeldvorming over bètatechniek is weinig adequaat; men denkt in termen van disciplines en schoolvakken in plaats van in onderwerpen. In hun houding laten de leerlingen zich kennen als nieuwsgierig zonder overigens als consequentie hiervan helemaal op te gaan in onderzoekend gedrag. Resultaten nameting Leerlingkenmerken Alle respondenten uit de nameting hebben het programma afgemaakt. Ruim 50% (N=18) heeft alle bijeenkomsten bijgewoond. Twee respondenten hebben meer dan twee bijeenkomsten gemist. De voorkeur voor het werken in tweetallen is toegenomen van 50 naar 66%. 71% van de leerlingen vindt het leuk om anderen in de module te helpen. Ongeveer 17% gaf aan zelden vragen gesteld te hebben; dit is identiek met het percentage leerlingen in de voormeting dat aangaf zelden vragen te stellen. Waardering voor het programma Deze leerlingen waarderen het BètaPlus programma duidelijk hoger dan de leerlingen uit het vorige cohort. Niemand geeft het programma een onvoldoende; 38% waardeert het met een cijfer 8 of hoger. 30% van de leerlingen wil nog een module NLT bij BètaPlus volgen als dat kan; 34% wil dat niet. Ruim tweederde vond de module interessant en heeft de module met plezier gevolgd. 22% geeft aan de module 8

niet met plezier gevolgd te hebben. Slechts 3% is het oneens met de stelling dat 'ik door BètaPlus veel geleerd heb'. Tweederde vindt dat het wat toevoegt de module aan de UU te volgen; 22% vindt van niet. Als minpunten worden genoemd de reistijd en de lange duur van het programma. Men waardeerde de gezelligheid, de leuke docenten, en de diepgang. De meningen zijn een beetje verdeeld, enerzijds "het is weer eens wat anders" versus "het had net zo goed op school gekund, had een hoop tijd gescheeld". Bèta Bijna 70% is nieuwsgieriger geworden naar de onderwerpen die in de module behandeld zijn. Vijf leerlingen (14%) vinden dat de bètavakken op school nu interessanter zijn geworden; negen leerlingen (25%) vinden deze vakken nu makkelijker. Niemand gaat expliciet meer lezen over bètatechniek. Studeren aan een universiteit De vragen over de beeldvorming over studeren aan een universiteit en de Universiteit Utrecht in het bijzonder leveren niet over de hele linie positieve reacties op. Zo vindt 34% van de leerlingen dat ze een goed beeld van een universitaire studie hebben gekregen ("niet veel contact met studenten en zo gehad"); 51% heeft een beter beeld van de UU ("Je ziet toch een beetje hoe het daar in zijn werk gaat"); 25% heeft de universiteit nu van binnen gezien ("maar drie lokalen gezien"). 46% zegt een beter beeld van het lesgeven aan een universiteit te hebben gekregen ("Veel PowerPoint; "Zelfde als op school"; "Meer je eigen verantwoordelijkheid"). Bètatechnische studie of beroep kiezen Tien respondenten (28%) vinden dat het beroep van wetenschappelijk onderzoeker door BètaPlus aantrekkelijker is geworden. 22% vindt dat het aantrekkelijker is geworden te werken in de bètatechniek ("iets met auto's/architectuur/dna/microbiologie"). 33% geeft nu aan waarschijnlijk een bètatechnische studie te gaan doen, dat is gelijk aan de voormeting. 48% is het oneens met de stelling dat BètaPlus hen heeft gestimuleerd een bètatechnische studie te kiezen ("Ik niet, maar ik kan me voorstellen dat anderen nu wel een bètastudie willen doen omdat de info interessant was"). Het percentage leerlingen dat zegt te weten welke bètatechnische studies je kunt doen is 29, en dat is vreemd genoeg een daling ten opzichte van de voormeting. Onderzoekende houding De antwoorden op vragen uit het construct onderzoekende houding scoren over het algemeen vergelijkbaar of iets lager dan bij de voormeting. In de voormeting was 50% het eens met de stelling als ik iets wil weten ga ik door tot ik er achter ben ; in de nameting was 40% het eens met de stelling als ik in de module iets wilde weten ging ik door tot ik er achter was. "Alles in de module willen begrijpen" scoorde 80%, terwijl 90% in de voormeting aangaf in zijn algemeenheid aangaf 'alles te willen weten'. Ruim een derde van de leerlingen vindt dat de module een bijdrage heeft geleverd aan schriftelijke en/of mondelinge presentatievaardigheden. Analyse nameting De einduitkomsten voor dit cohort lijken positief uit te pakken voor de doelstellingen van BètaPlus. De leerlingen hebben de modules met plezier gevolgd, er veel van geleerd, en hebben zich een duidelijker beeld gevormd of een bètastudie iets voor hen is. De oriëntatie op de universiteit lijkt nog voor verbetering vatbaar: de leerlingen maken maar weinig mee van wat studeren of onderzoeken inhoudt. Als leerlingen toch flink wat tijd investeren om op de Uithof te komen dan is een beloning in de vorm van een rondleiding en een kijkje in wat keukens (laboratoria, proefopstellingen, botanische tuin?) best op zijn plaats. Ook het contrast met lesgeven op school zou best wat groter mogen zijn, zo lijkt het. 9

Resultaten derde leerlingonderzoek BètaPlus (Complexe stromen; een pil teveel of te weinig; HIV/aids) Voormeting In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode oktober 2010 januari 2011 de NLT-modules 'Een pil teveel of te weinig effect' (N=14) en 'Complexe stromen' (N=1) of HIV/aids (N=16) heeft gevolgd. De voormeting is in oktober 2010 afgenomen bij alle leerlingen, met een respons van 63?%. De vragenlijsten inventariseren een aantal leerling-kenmerken en gaat vooral in op ervaringen, houdingen en meningen van leerlingen wat betreft het bètadomein, vervolgstudiekeuze, en de onderzoekende houding in relatie tot het BètaPlus programma. Leerlingkenmerken De vragenlijst is ingevuld door 22 jongens en 10 meisjes tussen de 15 en 18 jaar oud. Driekwart is blijven zitten noch heeft een klas overgeslagen. Het vakkenpakket is overwegend Bèta: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en NLT. Vrijwel alle leerlingen volgen Natuurkunde en NLT; er zijn maar 4 leerlingen die Wiskunde D (29% van de leerlingen die dit vak kon kiezen) volgen. De leerlingen scoren grotendeels tussen de 6 en de 8. In figuur 2 staan de gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. 5 of lager 6 7 8 9 of hoger Aantal studenten Wiskunde A 0.0% (0) 0.0% (0) 100% (2) 0.0% (0) 0.0% (0) 2 Wiskunde B 20.0% (6) 40.0% 36.7% (12) (11) 6.7% (2) 6.7% (2) 30 Wiskunde C 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0 Wiskunde D 0.0% (0) 25.0% (1) 50.0% (2) 25.0% (1) 0.0% (0) 4 Natuurkunde 9.4% (3) 34.4% 31.3% 28.1% (9) (11) (10) 0.0% (0) 33 Scheikunde 6.5% (2) 19.4% (6) 51.6% (16) 16.1% (5) 6.5% (2) 31 Biologie 4.2% (1) 20.8% (5) 50.0% (12) 25.0% (6) 0.0% (0) 24 Natuur Leven en Technologie 0.0% (0) 8.3% (2) 50.0% (12) Informatica 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) Figuur 2: gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak 37.5% (9) 8.3% (2) 25 100% (1) Het merendeel van de leerlingen doet mee aan BètaPlus, omdat ze dat verplicht zijn vanuit school. De helft van de leerlingen heeft zin in het volgen van het programma, ondanks dat ze vinden dat ze op school niet gestimuleerd worden om bètavakken te kiezen. De groep is over het algemeen gemotiveerd om de module te volgen, met name om onderwijs buiten school te volgen en omdat het onderwerp ze aanspreekt. Slechts één leerling is in mindere mate gemotiveerd, de reden hiervoor is niet uit de vragenlijst te destilleren. Bèta De leerlingen vinden Bètavakken interessant, daarvan vinden 6 studenten de vakken moeilijk, 12 leerlingen vinden het niet moeilijk, de overige hebben een neutraal standpunt (niet eens/niet oneens). Over bètatechnische onderwerpen weet de groep niet zoveel, onderwerpen waar ze iets van weten zijn 1 10

bijvoorbeeld natuurkunde, gezondheid en sterrenkunde, er worden weinig specifieke onderwerpen genoemd. Wel wil een meerderheid meer weten over bètatechnische onderwerpen, zoals het menselijk lichaam, werktuigbouw en elektrotechniek, maar ook hier worden voornamelijk de disciplines (zoals 'natuurkunde' of 'biologie') genoemd. 12% van de leerlingen leest in zijn vrije tijd over bètatechniek. Dit zijn vooral tijdschriften, zoals Quest, Wetenschap in beeld en natuur en op wikipedia naar specifieke onderwerpen. De omgeving van de leerlingen is enthousiast over bètavakken, 70% geeft aan dat vrienden bètavakken leuk vinden en 37% wordt door ouders/verzorgers gestimuleerd om een bètastudie te kiezen. Dit stimuleren doen ze door er veel over te praten (over hun eigen Bètaberoep) of door het bezoeken van open dagen. Studiekeuze en beroep 5 leerlingen willen later niet in de bètatechniek werken, de overige leerlingen wel of zijn neutraal (30%). Zeven leerlingen willen later een wetenschappelijk onderzoeker worden, 12 willen dit niet en de overige leerlingen zijn neutraal. 67% van de leerlingen heeft een goed beeld van de Universiteit, op de vraag wat er ontbreekt wordt er door één leerling aangegeven het verschil in lesstof met het VO. 15 leerlingen kennen mensen die aan de universiteit hebben gestudeerd. Slechts vier leerlingen geven aan dat ze nooit naar een voorlichtingsdag zijn geweest, 20 leerlingen gaan binnenkort naar een voorlichtingsdag. De meerderheid weet welke studies gevolgd kunnen worden aan de Universiteit Utrecht. 50% van de leerlingen wil een bètatechnische studie gaan volgen, zoals (dier)geneeskunde of werktuigbouwkunde(techniek). 57% geeft aan te weten welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie. Onderzoekende houding 89% van de leerlingen is nieuwsgierig naar nieuwe kennis en 82% wil graag alles begrijpen. 53% gaat echter door tot hij achter de informatie is die nodig is. 43% van de leerlingen vindt het leuk om iets uit te zoeken waar niemand antwoord op kan geven. 64% van de leerlingen wil graag het goede antwoord hebben. 21% probeert na te gaan of onderzoek goed is uitgevoerd, wanneer ze onderzoeksresultaten lezen. Wanneer er hulp nodig is, is de docent (93%) de meest gevraagde persoon, gevolgd door studiegenoten en vrienden (64%). 85% vindt het plezierig om iemand te helpen. De helft werkt het liefst in een tweetal samen. 32% vindt zich goed in mondeling presenteren en 50% in het maken van verslagen en werkstukken. Analyse voormeting Ruim 40% kan Wiskunde D volgen op school, toch zijn er maar vier leerlingen die het vak volgen. Ook valt op dat maar één leerling informatica volgt. De prestaties op de bètavakken zijn gemiddeld genomen ruim voldoende maar de groep valt zeker niet te karakteriseren als excellent of hoogbegaafd. De groep is relatief gemotiveerd voor het volgen van de BètaPlus module, toch moeten het merendeel vanuit school verplicht meedoen. De groep staat positief tegenover bètavakken en lijkt zin te hebben in de module. Weinig leerlingen lezen over bètatechnische onderwerpen, hier zou een kans liggen voor de school of ouders. Een groot deel van de leerlingen gaat binnenkort naar een studievoorlichting of hebben dit gedaan, toch geeft het merendeel aan een goed beeld te hebben van studeren aan de Universiteit. De beeldvorming over bètatechniek is weinig adequaat; men denkt in termen van disciplines en schoolvakken in plaats van in onderwerpen. In hun houding laten de leerlingen zich kennen als nieuwsgierig, ze willen graag alles begrijpen en gaan door tot ze erachter zijn. 11

Nameting Leerlingkenmerken De nameting is ingevuld door 25 leerlingen. Alle leerlingen hebben het programma afgemaakt, vier van de 25 leerlingen hebben 2 of meer bijeenkomsten gemist. Leerlingen werken het liefst (75%) in tweetallen en 71% vindt het leuk om anderen in de module te helpen. De universitaire docent en de studiegenoten werden bij voorkeur gevraagd om hulp, gevolgd door de docent van school, slechts vier studenten stelden zelden vragen. Waardering voor het programma De waardering voor BètaPlus is goed, gemiddeld geven de leerlingen een 7,5. Toch geven 9 leerlingen aan dat ze niet nog een keer een module willen volgen, redenen hiervoor zijn o.a. reistijd en bereikbaarheid en het inpassen met reguliere lessen. Meer dan de helft van de leerlingen geeft het programma het cijfer 8 of hoger. 69% is het eens of zeer eens met de stelling dat de BètaPlus module ging over onderwerpen die hen interesseerden. 76% heeft de module met plezier gevolgd te hebben, waarvan 71% aangeeft veel geleerd te hebben. Vakinhoudelijk zijn de leerlingen enthousiast, ze zijn ook te spreken over de begeleiding, de setting en het samenwerken. Over de inhoud zijn ze enthousiast omdat die in sommige gevallen verdiepend was, terwijl andere juist te spreken zijn over de verbreding. Vijf leerlingen geven aan dat ze bètavakken nu interessanter vinden dan voor de module en vijf leerlingen vinden bètavakken ook makkelijker. Twee leerlingen geven aan meer te gaan lezen over bètatechniek. Studeren aan een universiteit De vragen over de beeldvorming over studeren aan een universiteit en de Universiteit Utrecht in het bijzonder leveren een positieve reactie op bij 30-50% van de respondenten. Zo vindt 42% van de leerlingen dat ze een goed beeld van een universitaire studie hebben gekregen. 33% heeft geen goed beeld gekregen, de rest is neutraal. 50% zegt een beter beeld van het lesgeven aan een universiteit te hebben gekregen, uit de toelichting blijkt dat het zelfstandig werken daaraan heeft bijgedragen, maar dat ze hoorcolleges hebben gemist, aangezien dat een veel gebruikte werkvorm is. Uit de reactie blijkt een zekere waardering voor de docenten Ik heb wel van alles geleerd van deze docenten, De verdieping in het onderwerp stuurde de docent goed aan. 58% van de leerlingen heeft het gevoel de universiteit van binnen te hebben gezien en 42% heeft een beter beeld van de Universiteit Utrecht gekregen. Ze hebben echter geen beter beeld gekregen van welke studies ze kunnen volgen aan de Universiteit. Bètatechnische studie of beroep kiezen 37% van de leerlingen geeft aan dat ze nu beter weten hoe het is om een bètatechnische studie te doen, vier studenten hebben geen beter beeld gekregen. 29% vindt het aantrekkelijker om in de bètatechniek te gaan werken, 38% vindt dit niet aantrekkelijker. 63% weet welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie. 38% vindt het aantrekkelijker geworden om wetenschappelijk onderzoeker te worden, 29% vindt het niet aantrekkelijker geworden. 47% geeft nu aan waarschijnlijk een bètatechnische studie te gaan doen (50% in de voormeting), maar 12,5% is het oneens met de stelling dat BètaPlus hen heeft gestimuleerd een bètatechnische studie te kiezen. Onderzoekende houding 75% van de leerlingen wil graag alles begrijpen, 54% gaat door tot hij erachter is wat hij/zij wil weten. 63% wilde in de module graag hun werk zo goed mogelijk afronden. Slechts twee leerlingen gingen na hoe onderzoek uitgevoerd was, bij het horen/lezen van onderzoeksresultaten. 11 studenten vinden het leuk iets uit te zoeken waar niemand het antwoord op weet. Tot slot weten 54% van de leerlingen nu beter hoe ze onderzoeksresultaten moet presenteren en 32% beter weet hoe ze schriftelijke verslagen en werkstukken moeten maken. 12

Voorlopige analyse De leerlingen zijn positief over hun deelname aan de module. Er lijkt een enthousiasme te zijn ten aanzien van de docenten en het aanbod. Woorden als uitdagen, zelfstandig werken, goede begeleiding komen meerdere keren aan bod, wat duidt op een interessant aanbod wat aansluit bij de verwachtingen van de leerlingen. Opvallend is dat de groep positief is, terwijl uit de voormeting gebleken is dat ze vanuit school verplicht deelnemen aan de module, wat niet direct wijst op een intrinsieke motivatie. Wel had de helft van de leerlingen zin in het volgen van de module, wat beter de positieve uitkomst verklaart. Negatieve dingen die aangegeven worden zijn de locatie en de bereikbaarheid. Het kost de leerlingen tijd en het is niet voor alle leerlingen makkelijk in het reguliere rooster te passen. Ook zijn de late tijden een reden voor de leerlingen om niet nogmaals deel te nemen aan een module. 13

Resultaten vierde leerlingonderzoek Bètaplus Bewegende aarde en Moleculen in leven Voormeting In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode februari 2011 april 2011 de NLT-modules bewegend aarde' (N=6) en Moleculen in leven' (N=7). De voormeting is in februari 2011 afgenomen bij alle leerlingen, met een respons van?%. Leerlingkenmerken De vragenlijst is ingevuld door 7 jongens en 6 meisjes tussen de 15 en 18 jaar oud. Ruim driekwart is blijven zitten noch heeft een klas overgeslagen. Het vakkenpakket is overwegend Bèta: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en NLT. Vrijwel alle leerlingen volgen Natuurkunde en NLT; er zijn maar 2 leerlingen die Wiskunde D (50% van de leerlingen die dit vak kon kiezen)volgen. De leerlingen scoren gemiddeld een 7. In figuur 3 staan de gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. 5 of lager 6 7 8 9 of hoger Aantal leerlingen Wiskunde A 0,0% (0) 0,0% (0) 0,0% (0) 100.0% 0,0% (0) 1 (1) Wiskunde B 16.7% (2) 25.0% (3) 33.3% (4) 25.0% (3) 0,0% (0) 12 Wiskunde D 0,0% (0) 50.0% (1) 0,0% (0) 0,0% (0) 50.0% (1) 2 Natuurkunde 0,0% (0) 41.7% (5) 41.7% (5) 0,0% (0) 16.7% (2) 12 Scheikunde 8.3% (1) 25.0% (3) 41.7% (5) 25.0% (3) 0,0% (0) 12 Biologie 0,0% (0) 11.1% (1) 55.6% (5) 11.1% (1) 22.2% (2) 9 NLT 0,0% (0) 10.0% (1) 60.0% (6) 30.0% (3) 0,0% (0) 10 Informatica 0,0% (0) 0,0% (0) 0,0% (0) 0,0% (0) 0,0% (0) 0 Figuur 3: gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak Het merendeel van de leerlingen doet mee aan Bètaplus, omdat ze dat verplicht zijn vanuit school. Slechts één leerling heeft geen zin om deel te nemen aan de module, de overige studenten heeft wel zin om de module te volgen, redenen hiervoor zijn de verwachtingen dat het een leerzame en interessante module is en hopen in aanraking te komen met practica en specifieke onderwerpen als Moleculair, atomair en cellulair niveau. Bèta Ondanks dat de studenten door school niet gestimuleerd worden bètavakken te kiezen vinden de leerlingen bètavakken interessant. Hiervan vinden 3 studenten de vakken wel moeilijk. Over bètatechnische onderwerpen weet de groep niet zoveel, er worden ook weinig voorbeelden gegeven. De groep is niet uitermate geïnteresseerd om meer te weten te komen over bètatechnische onderwerpen, (slechts 3 leerlingen zijn positief, de rest is neutraal). Explore en nwt magazine wordt door één leerling gelezen, doordat ze het via school wel eens mee naar huis krijgen. De omgeving van de leerlingen is gematigd enthousiast over bètavakken, 33,3% geeft aan dat vrienden bètavakken leuk vinden en 0% wordt door ouders/verzorgers gestimuleerd om een bètastudie te kiezen. Studiekeuze en beroep 2 leerlingen willen later in de bètatechniek werken, de overige leerlingen niet of zijn neutraal (42%). Slechts 1 leerling wil later een wetenschappelijk onderzoeker worden. 14

83% van de leerlingen heeft een goed beeld van de Universiteit, mogelijk medegevormd door mensen die ze kennen die aan de Universiteit gestudeerd hebben (50%). Alle leerlingen zijn wel eens naar een voorlichtingsdag geweest, waarvan 4 leerlingen specifiek naar een technische universiteit, 2 leerlingen geven aan dat ze een bètatechnische studie gaan doen, geneeskunde, natuur, - en sterrenkunde en bedrijfskunde worden als mogelijke keuzes genoemd. Maar 1 leerling weet niet welke studie hij kan volgen aan de UU. 58% geeft aan te weten welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie. Onderzoekende houding 92% van de leerlingen is nieuwsgierig naar nieuwe kennis en 82% wil graag alles begrijpen. 50% gaat echter door tot hij achter de informatie is die nodig is. 8% van de leerlingen vindt het leuk om iets uit te zoeken waar niemand antwoord op kan geven. 75% van de leerlingen wil graag het goede antwoord hebben. 25% probeert na te gaan of onderzoek goed is uitgevoerd, wanneer ze onderzoeksresultaten lezen. Wanneer er hulp nodig is, is de docent (100%) de meest gevraagde persoon, gevolgd door vrienden en studiegenoten (75%; 58%). 83% vindt het plezierig om iemand te helpen. De helft werkt het liefst in een tweetal samen. 58% vindt zich goed in mondeling presenteren en 92% in het maken van verslagen en werkstukken. Analyse voormeting Opvallend is dat deze groep ondanks het juiste Bètaprofiel niet uitermate geïnteresseerd lijkt in bètatechniek. Leerlingen zijn niet erg gemotiveerd en worden door hun omgeving ook weinig gestimuleerd. Ook scoren de leerlingen niet hoog op de indicatoren voor een onderzoekende houding, slechts 1 leerling vindt het leuk dingen uit te zoeken waar niet het antwoord op heeft. De gemiddelde score van een 7 sluit aan bij dit beeld van de leerlingen. Voor deze groep liggen er kansen om ze te prikkelen voor bètatechnische onderwerpen zowel op school als in hun directe omgeving (ouders en vrienden). Nameting Leerlingkenmerken 11 leerlingen hebben de nameting ingevuld, waarvan 3 leerlingen bewegende aarde hebben gevolgd en 8 leerlingen moleculen in leven. Deze leerlingen hebben het programma afgemaakt, vijf van de 11 leerlingen hebben 1 bijeenkomst gemist. Waardering voor het programma De waardering voor BètaPlus is voldoende, gemiddeld geven de leerlingen een 7,2, 5 leerlingen geven aan de module met plezier gevolgd te hebben. Toch geven 8 leerlingen aan dat ze niet nog een keer een module willen volgen, geen leerling geeft aan nog een module te willen volgen, redenen hiervoor zijn o.a. reistijd en bereikbaarheid en het inpassen met reguliere lessen/examens, het lage tempo, het onderwerp van modules. 73% is het eens met de stelling dat de BètaPlus module ging over onderwerpen die hen interesseerden, de rest is neutraal. 73% geeft aan veel geleerd te hebben tijdens de modulen, voornamelijk de andere manier van denken wordt aangehaald. De leerlingen vinden na het volgen bètavakken niet interessanter of makkelijker. Slecht 1 leerling wil meer gaan lezen over bètatechnische onderwerpen. 3 leerlingen vinden dat ze van de universitaire docenten een beter beeld hebben gekregen van het lesgeven op de Universiteit. Studeren aan een universiteit 30% van de leerlingen vinden dat ze een goed beeld van een universitaire studie hebben gekregen. 30% heeft geen goed beeld gekregen, de rest is neutraal. Slechts 1 leerling heeft het gevoel de universiteit van binnen te hebben gezien en 30% heeft een beter beeld van de Universiteit Utrecht gekregen. De leerlingen hebben geen beter beeld gekregen van welke studies ze kunnen volgen aan de Universiteit. 40% vond het 15

van toegevoegde waarde om een module aan de universiteit te volgen, in tegenstelling tot 50% van de leerlingen die dat niet vonden, leerlingen zijn van mening dat het aanbod, op de practica na, op hun eigen school aangeboden kon worden. Bètatechnische studie of beroep kiezen De studenten vinden het werken binnen de bètatechniek niet aantrekkelijker geworden door het volgend van de module, de studenten vinden het ook niet aantrekkelijker om wetenschappelijk onderzoeker te worden. 4 leerlingen zijn van plan een bètatechnische studie te gaan volgen, te weten scheikunde, natuur,- sterrenkunde en iets met biologie. 60% weet welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie, echter zijn de studenten niet gestimuleerd door de module om een bètatechnische studie te kiezen. Onderzoekende houding 90% van de leerlingen wil graag alles begrijpen, 40% gaat door tot hij erachter is wat hij/zij wil weten. 50% wilde in de module graag hun werk zo goed mogelijk afronden. Slechts 1 leerling ging na hoe onderzoek uitgevoerd was, bij het horen/lezen van onderzoeksresultaten. 2 studenten vinden het leuk iets uit te zoeken waar niemand het antwoord op weet. Tot slot 1 leerling nu beter hoe ze onderzoeksresultaten moet presenteren en geen van de leerlingen weet na het volgen van de module beter hoe ze schriftelijke verslagen en werkstukken moeten maken. Leerlingen werken het liefst (90%) in tweetallen en 70% vindt het leuk om anderen in de module te helpen. De universitaire docent en de studiegenoten werden bij voorkeur gevraagd om hulp, 5 studenten (50%) stelden zelden vragen. Voorlopige analyse De leerlingen zijn niet positief over het volgen van de module. In cijfer worden de modules voldoende beoordeeld (7,2), maar in de overige vragen blijkt het algemene beeld niet heel positief. De leerlingen geven aan niet nogmaals een module te volgen en daar zijn verschillende externe factoren van belang. Zoals de invlechting in het huidige onderwijs, de afstand naar de Uithof en de verplichting vanuit school. Maar ook een laag tempo, herhaling en weinig uitdagend niveau worden door de leerlingen genoemd als reden. Opvallend is dat er 4 leerlingen zijn die een bètatechnische studie willen volgen, maar dat zij ook niet altijd enthousiast waren over het programma, dit roept vragen op als, sluit het programma aan bij de leerlingen, daagt het uit, is het van het juiste niveau en wat is de meer waarde om deze module aan de universiteit te volgen? Tot slot geeft 90% aan dat ze graag alles willen begrijpen, maar slechts 40% wil daar ook voor werken, wat niet duidt op een grote inzet en motivatie. Terugkijkend naar de voormeting leken de leerlingen niet erg intrinsiek gemotiveerd en betrokken, dit zou de matige reactie op de module kunnen verklaren. 16

Resultaten vijfde leerlingonderzoek BètaPlus (Complexe stromen; Moleculen in leven; Kwantumstructuur van de materie). Voormeting In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode november 2011-januari 2012 de NLT-modules van Complexe stromen' (N=4) en 'Moleculen in leven (N=7) of Kwantumstructuur van de materie (N=11) heeft gevolgd. De voormeting is in november 2011 afgenomen bij alle leerlingen, met een respons van 50%. De vragenlijsten inventariseren een aantal leerling-kenmerken en gaat vooral in op ervaringen, houdingen en meningen van leerlingen wat betreft het bètadomein, vervolgstudiekeuze, en de onderzoekende houding in relatie tot het BètaPlus programma. Leerlingkenmerken De vragenlijst is ingevuld door 16 jongens en 6 meisjes tussen de 15 en 19 jaar oud. Vier leerlingen zijn een keer blijven zitten en drie leerlingen hebben een klas overgeslagen. Het vakkenpakket is overwegend Bèta: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie. Slechts drie leerlingen kunnen NLT volgen op school. Vrijwel alle leerlingen volgen Natuurkunde, Scheikunde en Biologie; er zijn maar 2 leerlingen die Wiskunde A volgen. De leerlingen scoren grotendeels tussen de 6 en de 8. In figuur 4 staan de gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. Figuur 1: gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak 5 of 9 of Aantal 6 7 8 lager hoger studenten Wiskunde A 0.0% (0) 50.0% 50.0% 0.0% 0.0% (0) (1) (1) (0) 8 Wiskunde B 45.0% 5.0% 5.0% (1) 20.0% (4) 25.0% (5) (9) (1) 20 Wiskunde D 30.8% 53.8% 7.7% 0.0% (0) 7.7% (1) (4) (7) (1) 13 Natuurkunde 45.5% 18.2% 0.0% (0) 27.3% (6) 13.6% (3) (10) (4) 22 Scheikunde 40.9% 13.6% 45.% (1) 13.6% (3) 27.3% (6) (9) (3) 22 Biologie 57.9% 7.7% 0.0% (0) 10.5% (2) 31.6% (6) (11) (2) 19 NLT 50.0% 50.0% 0.0% 0.0% (0) 0.0% (0) (1) (1) (0) 2 Informatica 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 80.0% 20.0% (4) (1) 5 Figuur 4: : gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. Tweederde van de leerlingen doet mee aan BètaPlus, omdat ze zelf graag mee wilden doen. Bijna alle leerlingen hebben dan ook zin in het volgen van het programma. 68% van de studenten vinden dat ze op school gestimuleerd worden om bètavakken te kiezen. De groep is gemotiveerd om de module te volgen, met name door de inhoud, verdieping, het ander soort aanbod en de locatie. Bèta De leerlingen vinden Bètavakken interessant, daarvan vinden 6 leerlingen de vakken moeilijk, 10 leerlingen vinden het niet moeilijk, de overige hebben een neutraal standpunt (niet eens/niet oneens). Over bètatechnische onderwerpen weet een deel van de groep al wat, onderwerpen, er worden weinig specifieke onderwerpen genoemd, voornamelijk vakken worden benoemd. De meerderheid wil meer 17

weten over bètatechnische onderwerpen, Ik wil veel meer weten over hoe stoffen met elkaar reageren, hoe mensen op medicijnen reageren, hoe het lichaam in elkaar steekt. 27% van de leerlingen leest in zijn vrije tijd over bètatechniek. Dit zijn vooral artikelen, natuurkundeforum en wikipedia. De omgeving van de leerlingen is gematigd enthousiast over bètavakken, 60% geeft aan dat vrienden bètavakken leuk vinden en 4% wordt door ouders/verzorgers gestimuleerd om een bètastudie te kiezen. Dit stimuleren doen ze door voorlichtingsdagen te bezoeken. Studiekeuze en beroep Vier leerlingen willen later niet in de bètatechniek werken, de overige leerlingen wel of zijn neutraal (27%). Drie leerlingen willen later een wetenschappelijk onderzoeker worden, vijf willen dit niet en de overige leerlingen zijn neutraal. 50% van de leerlingen heeft een goed beeld van een Universitaire studie, het verschil tussen de verschillende studies ontbreekt nog. 13 leerlingen kennen veel mensen die aan de universiteit hebben gestudeerd. 7 leerlingen zijn nog nooit naar een voorlichtingsdag geweest, 6 leerlingen gaan binnenkort naar een voorlichtingsdag. De helft weet welke studies gevolgd kunnen worden aan de Universiteit Utrecht. 50% van de leerlingen wil een bètatechnische studie gaan volgen, zoals (dier) geneeskunde, technische informatica, natuurkunde en Life Science en Technology. 64% geeft aan te weten welke beroepen je uitkunt oefenen met een bètatechnische studie. Onderzoekende houding 77% van de leerlingen is nieuwsgierig naar nieuwe kennis en 86% wil graag alles begrijpen. 77% gaat echter door tot hij achter de informatie is die nodig is. 55% van de leerlingen vindt het leuk om iets uit te zoeken waar niemand antwoord op kan geven. 68% van de leerlingen wil graag het goede antwoord hebben. 18% probeert na te gaan of onderzoek goed is uitgevoerd, wanneer ze onderzoeksresultaten lezen. Wanneer er hulp nodig is, is de docent (86%) de meest gevraagde persoon, gevolgd door vrienden (68%) en studiegenoten (64%). 77% vindt het plezierig om iemand te helpen. De leerlingen werken het liefst in tweetallen of alleen. 41% vindt zich goed in mondeling presenteren en 41% in het maken van verslagen en werkstukken. Analyse voormeting Opvallend is dat er vier leerlingen zijn blijven zitten en 3 een klas overgeslagen hebben, dat maakt deze groep afwijkend van andere groepen waarin dit minder of niet het geval was. De leerlingen beschikken over een beduidend minder hoge onderzoekende houding dan voorgaande groepen. Dit zou negatieve gevolgen kunnen hebben tijdens deelname aan de modules, omdat daar wel een onderzoekende houding wordt verwacht. Ook worden de leerlingen minder door thuis gestimuleerd om bètavakken te kiezen. Het lijkt erop dat de leerlingen nog geen duidelijk zicht hebben wat ze gaan studeren. Nameting Leerlingkenmerken Alle leerlingen hebben het programma afgemaakt, 1 leerling heeft 2 of meer bijeenkomsten gemist. De leerlingen hebben niet een uitgesproken voorkeur voor het werken in een bepaalde samenstelling, in tweetallen wordt het meest gekozen, gevolgd door kleine groepjes. 53% vindt het leuk om anderen in de module te helpen. De universitaire docent en de studiegenoten werden bij voorkeur gevraagd om hulp, gevolgd door de docent van school. Waardering voor het programma De waardering voor BètaPlus is goed, gemiddeld geven de leerlingen een 7,5. Desondanks geven zes leerlingen aan dat ze niet nog een keer een module willen volgen en zes leerlingen zijn neutraal. 65% van de leerlingen zijn het eens of zeer eens met de stelling dat de BètaPlus module ging over onderwerpen die hen interesseerden, slechts één leerling was het hier niet mee eens. 53% heeft de module met plezier gevolgd en 77% heeft veel geleerd. Vakinhoudelijk zijn de leerlingen enthousiast, ze zijn ook te spreken 18

over de begeleiding, de uitleg en de verdieping. Minder te spreken zijn ze over het samenvallen met vakken op school, de grote hoeveelheid theorie en de herhaling. Vijf leerlingen geven aan dat ze bètavakken nu interessanter vinden dan voor de module en vier leerlingen vinden bètavakken ook makkelijker. Slechts één leerling geeft aan meer te gaan lezen over bètatechniek, voornamelijk de Kijk en wetenschappelijke artikelen. Studeren aan een universiteit De vragen over de beeldvorming over studeren aan een universiteit en de Universiteit Utrecht in het bijzonder leveren een positieve reactie op bij ongeveer de helft van de respondenten. Zo vindt 47% van de leerlingen dat ze een goed beeld van een universitaire studie hebben gekregen. 18% heeft geen goed beeld gekregen, de rest is neutraal. 53% zegt een beter beeld van het lesgeven aan een universiteit te hebben gekregen, uit de toelichting blijkt dat het zelfstandig werken en het hoge niveau en tempo en de onderzoekende houding daaraan heeft bijgedragen. 35% van de leerlingen heeft het gevoel de universiteit van binnen te hebben gezien en 53% heeft een beter beeld van de Universiteit Utrecht gekregen. Bètatechnische studie of beroep kiezen 47% van de leerlingen geeft aan dat ze een bètatechnische studie gaan doen (was 50%). 3 leerlingen (14%) vinden dat BètaPlus stimuleert een bètatechnische studie te kiezen. 28% vindt het aantrekkelijker om in de bètatechniek te gaan werken, 29% vindt dit niet aantrekkelijker. 35% weet welke beroepen je uit kunt oefenen met een bètatechnische studie. 24% vindt het aantrekkelijker geworden om wetenschappelijk onderzoeker te worden, 29% vindt het niet aantrekkelijker geworden. 47% geeft nu aan waarschijnlijk een bètatechnische studie te gaan doen (65% in de voormeting), hiervan is 18% het eens met de stelling dat BètaPlus hen heeft gestimuleerd een bètatechnische studie te kiezen. Onderzoekende houding 65% van de leerlingen willen graag alles begrijpen, 70% gaat door tot hij erachter is wat hij/zij wil weten. 53% wilde in de module graag hun werk zo goed mogelijk afronden. Geen leerlingen gingen na hoe onderzoek uitgevoerd was, bij het horen/lezen van onderzoeksresultaten. Ook vinden de leerlingen het niet leuk iets uit te zoeken waar niemand het antwoord op weet. Tot slot weet slechts één leerling nu beter hoe onderzoeksresultaten te presenteren en 5 leerlingen weten beter hoe ze schriftelijke verslagen en werkstukken moeten maken. Voorlopige analyse De leerlingen geven BètaPlus een 7,5, toch zijn de uitkomsten niet uitermate positief. De leerlingen lijken niet heel gemotiveerd en bètageoriënteerd. Dit komt overeen met de voormeting. De randvoorwaarden lijken bepalend voor de tevredenheid van de leerlingen: de planning, te weinig uitdagen, veel theorie en herhaling. Het zou interessant zijn om te vragen hoe BètaPlus heeft bijgedragen aan het makkelijker en leuker vinden van bètavakken. Op basis van de tevredenheid van de leerlingen, lijkt de module een doorkijkje te geven naar het studeren op een universiteit, vraag is alleen hoe dat specifiek gemaakt kan worden voor de Universiteit Utrecht. Tot slot lijkt de (kritische) onderzoekende houding van de leerlingen laag, ze gaan niet na hoe onderzoek is gedaan en ze zijn niet geïnteresseerd in vraagstukken uitzoeken waar (nog) niemand het antwoord op weet. 19

Resultaten zesde leerlingonderzoek BètaPlus (HIV tot aids; hart en vaten; aarde in evolutie). Voormeting In deze rapportage worden de uitkomsten beschreven van vragenlijstonderzoek onder het cohort leerlingen dat in de periode januari-april 2012 de NLT-modules van HIV tot aids' (N=12) en 'Hart en Vaten' (N=14) heeft gevolgd. De module Aarde in Evolutie (N=0) is niet doorgegaan. De voormeting is in januari 2012 afgenomen bij alle leerlingen, met een respons van 54 %. De vragenlijsten inventariseren een aantal leerling-kenmerken en gaat vooral in op ervaringen, houdingen en meningen van leerlingen wat betreft het bètadomein, vervolgstudiekeuze, en de onderzoekende houding in relatie tot het BètaPlus programma. Leerlingkenmerken De vragenlijst is ingevuld door 7 jongens en 19 meisjes tussen de 16 en 18 jaar oud. De meerderheid is blijven zitten noch heeft een klas overgeslagen. Het vakkenpakket is overwegend Bèta: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie. Vrijwel alle leerlingen volgen Scheikunde en Biologie; er zijn maar 6 leerlingen die Wiskunde D (30% van de leerlingen die dit vak kunnen kiezen) volgen en 9 die NLT volgen (50% van de leerlingen die dit vak kunnen kiezen). De leerlingen scoren grotendeels tussen de 6 en de 8. In figuur 5 staan de gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak. 5 of lager Wiskunde A 0.0% (0) 12.5% (1) Wiskunde B 5.6% (1) 6 7 8 38.9% (7) Wiskunde D 0.0% (0) 16.7% (1) Natuurkunde 8.0% (2) 16.0% (4) Scheikunde 3.8% (1) 11.5% (3) Biologie 0.0% (0) 11.5% (3) NLT 0.0% (0) 0.0% (0) 12.5% (1) 27.8% (5) 33.3% (2) 40.0% (10) 38.5% (10) 46.2% (12) 50.0% (4) 62.5% (5) 16.7% (3) 50.0% (3) 24.0% (6) 34.6% (9) 38.5% (10) 62.5% (5) Informatica 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) 0.0% (0) Figuur 5: gemiddelde cijfers van de leerlingen per vak 9 of hoger 12.5% (1) 16.7% (3) 0.0% (0) 12.0% (3) 11.5% (3) 7.7% (2) 0.0% (0) 0.0% (0) Aantal studenten 8 19 6 25 26 26 9 0 Het merendeel van de leerlingen doet mee aan BètaPlus, omdat ze zelf graag mee wilden doen. Alle leerlingen hebben dan ook zin in het volgen van het programma. De helft van de studenten vinden dat ze op school gestimuleerd worden om bètavakken te kiezen. De groep is gemotiveerd om de module te volgen, met name door de inhoud, verdieping, het extra-curriculaire aanbod. Bèta De leerlingen vinden bètavakken interessant, daarvan vinden 3 studenten de vakken moeilijk, 9 leerlingen vinden het niet moeilijk, de overige hebben een neutraal standpunt (niet eens/niet oneens). Over bètatechnische onderwerpen weet een deel van de groep al wat, onderwerpen waar ze iets van weten zijn bijvoorbeeld verschillende lichaamsprocessen, biologie, er worden weinig specifieke onderwerpen 20