Vox Sopho is3000 Systeembeschrijving september 2002



Vergelijkbare documenten
Charles Heering, en Maarten Oberman, Oberman Telecom Management Consultants bv, Maarn

Zetacom Mobiel November 2014 Telefonie zetacom.nl

Cloud Communicatie Hosted Voice powered by Detron Telecom Solutions

Vox Alliance. Handleiding standaardtoestellen, softwareversie 7

Softphone Installatie Handleiding

SPECSHEET HOSTED VOIP

Tritel VAMO. Gebruikershandleiding

VoIP Netwerking Configuratie Gids. Vox Davo VoIP Netwerking Configuratie Gids

Handleiding VAMO (Vast-Mobiel integratie)

VAMO. Handleiding. Copyright RoutIT

Zetacom Mobiel 2016 Telefonie zetacom.nl

Optimale bereikbaarheid Service verhogend Thuiswerken Flexibiliteit Eenvoudig beheer Toekomstvaste technologie Dé complete IP telefonie oplossing

HIPPER Gebruikershandleiding

Cloud Telefonie. TSG Cloud Solutions. Al uw communicatie behoeften in één oplossing

VAMO. Handleiding. Copyright RoutIT

COMMUNICATIONS ASSISTANT BROCHURE

Dienstbeschrijving I AM Connect 1 Platform

Forum 300-telefooncentrale

EuropeTelecom. tiptel 6000 business. De toekomstgerichte communicatieoplossing voor elke onderneming die via analoog, ISDN of IP wil bellen

Welkom! GertJan Coolen

tiptel 3022 office tiptel 3011 office Het complete telefoonsysteem met Highspeed internettoegang, PC-netwerk, DECT telefonie en Wireless-LAN

Bijlage 1. Compatibele IP toestellen

PRODUCTEN & DIENSTEN OVERZICHT

Het blijvend belang van faxverkeer De functie van een Fax Server Hoe werkt een Fax Server?

CTI Installatie & Configuratie

Telefonie in de cloud met beide benen op de grond.

Instructie hoofdbedientoestel ( advanced met of zonder keymodule) Doelgroep Telefonistes en zij die regelmatig met het hoofdbedientoestel werken.

VAMO. Dienstbeschrijving

Digitaal Super Hybride Systeem KX-TD612

ComServer Module Polycom Voor zorgspecifieke berichtcommunicatie en meer...

Gebruiksaanwijzing standaardtoestellen. Vox DaVo

Dossier Installatie van een nieuwe telefooncentrale in de Koninklijke Muntschouwburg. Beschrijving van het systeem

KPN MijnGesprek / Telfort BelAssistent. Technische documentatie

Mitel User Group. Mitel-licentiestructuur. Jan Jansen. Account Director april 2015

MobielinBedrijf. Alle zakelijke telefonie op één toestel. Verkorte Handleiding

Vox Alliance. Handleiding systeemtoestel a295, softwareversie 7

Telephony2Connect. Altijd bereikbaar

Tritel Beheer Telefooncentrale Broadsoft. Gebruikershandleiding

ASSISTANCE SOFTWARE INSTALLATIE-EISEN ASSISTANCE SOFTWARE FOR MICROSOFT DYNAMICS. Author : AV. Datum : 30 augustus 2013 Versie : 6 Status : Definitief

OSCS. OpenScapeCommunicationServer Telecommunicatie anno Maatwerk van kwaliteit, betaalbaar en zonder zorgen.

Telephony2Connect. Altijd bereikbaar

KPN ÉÉN Telefooncentrale. Verkorte handleiding

Connect 1 ipad Telefooncentralebeheer Handleiding

NEC trainingen en opleidingen Zetacom Training Center

Mobiel comfort voor de prijs van vast

IP DECT nieuw in het gamma!

Unexus Connect. Flexibele telecommunicatie-oplossing met focus op mobiliteit, telefonie en klantenservice. Eén oplossing, vele voordelen

Telephony2Connect. Altijd bereikbaar

Dienstbeschrijving SB Vast-Mobiel Hosted Versie: 1.0 Datum:

Beknopte Handleiding Managed VoIP

Licenties Connect 1 Voice over IP

Vox Nuance 16. Gebruikershandleiding standaardtoestellen

HiPath OpenOffice ME TM

Telephony2Connect. Altijd bereikbaar

Panas Striensestraat AW Rosmalen

Instructie Cisco 7960 als receptietoestel. Doelgroep Telefonistes en zij die regelmatig met het hoofdbedientoestel werken.

Managed UC. De buitengewone Unified Communications oplossing maakt iedereen bereikbaar

Tiptel IP 280 / 282 / 284 / 286 Sabra-Systems Nederlandstalige verkorte handleiding

Dienstbeschrijvin. Vodafone. One Net Enterprise FAQ Beheer

I AM. Totaalcommunicatie. Dienstbeschrijving

Telefonie in de cloud met beide benen op de grond.

Cloud VoIP: uw centrale volledig in de cloud. Krijg meer mogelijkheden met telefonie en bespaar op uw telefoonnota

Om te starten met HIPIN, klikt u met de rechtermuisknop op het HIPIN pictogram. Als u hierop klikt, verschijnt onderstaand HIPIN menu.

Dienstbeschrijving Managed Mobile

PBX: uw eigen fysieke centrale. Investeer in de mogelijkheden van uw telefonie en bespaar op uw telefoonnota

Dienstbeschrijving IP One Mobile Connect

Alcatel OmniPCX Enterprise

Tritel Beheer telefooncentrale. ipad Beheerhandleiding

Ontwikkeld voor mensen, vanzelfsprekend.

Telefonie in de cloud met beide benen op de grond.

Telephony2Connect. Altijd bereikbaar

Cloud telephony. om zo. kostenbesparend en efficiënt mogelijk te werken. in samenwerking met

100% hosted telefooncentrale: direct schaalbaar direct beschikbaar direct kostenbesparend direct professionele functies

COMpact 3000 analog ref

Panas Striensestraat AW Rosmalen

tiptel 3022 office tiptel 3011 office Het complete telefoonsysteem met Highspeed internettoegang, PC-netwerk, DECT telefonie en Wireless-LAN

iphone Softphone App voor het Vox DaVo IP Systeem

Vox Alliance. Systeemdocumentatie, faciliteitenhandboek

Het Communicatie Platform voor telefonie-, webchat-, - en WhatsApp routering voor eenvoudige en flexibele bereikbaarheid van uw organisatie

VoIP2Connect. Zorgeloos, flexibel en kostenbesparend

ias licentie richtlijnen Het voorbeeld

Vast Mobiel Integratie (FMC)

Dienstbeschrijving IP One Managed Mobile

Vox Alliance. Gebruikershandleiding toestel a295

Yealink W60B i.c.m. de Yealink W56H. Versie 1.0 December 2018

Maak kennis met het nieuwe bellen!

4WARD.IN BELLEN OVER INTERNET

SpeedTouch 190. Installatie- en gebruikershandleiding. SIP-gateway. Versie R1.0

Vox Nuance 16. Faciliteitenhandboek, programmeerhandleiding en wensenlijst

INTERNET TELEFONIE FLEXIBELE CONFIGURATIE EN KOSTENGUNSTIG

Basisfuncties. Een oproep tot stand brengen. Oproepapparatuur. Oproepmethodes. tiptel IP 284

SERVICE AT HOME HET FLORENCE VERHAAL. Ascom (Nederland) B.V.

Opleidingen telefooncentrales najaar 2010

Opera 20IP ISDN & VoIP Automatische Telefoniste Gebruiksaanwijzing

Dienstbeschrijving CanConnect Mobile Connect Inhoud

Mobiele extensie Snelle referentiegids. Versie 1.0a

Transcriptie:

Vox Sopho is3000 Systeembeschrijving

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 1 2. ALGEMEEN... 2 3. OPBOUW VAN HET SYSTEEM... 3 3.1 HARDWARE...3 3.2 PERIFERE KAARTEN...5 3.2.1 Analoge toestelkaarten... 5 3.2.1.a ALC-G...5 3.2.2 Analoge netlijnkaarten... 5 3.2.2.a ATU-G...5 3.2.3 Analoge verbindingslijnen... 5 3.2.3.a ATU-L1...6 3.2.3.b ATU-EM...6 3.2.4 Digitale toestelkaarten... 6 3.2.4.a DTX-I...6 3.2.4.b DLX-L...6 3.2.4.c DLX-U...7 3.2.5 Draadloze toestelkaart... 7 3.2.5.a DCC...7 3.2.5.b BBR...8 3.2.5.c DCX...8 3.2.6 Digitale netlijnoverdragers... 8 3.2.6.a DTU-PH...8 3.2.7 Digitale verbindingslijnen... 8 3.2.7.a DTU-PH...8 3.2.7.b DTU-PU...9 3.2.7.c DTU-VC...9 3.2.8 Overige perifere kaarten... 9 3.2.8.a ATU-PA...9 3.2.8.b CFC...9 3.2.8.c IAS...9 3.2.8.d VoiceManager 505...10 3.2.9 Interfacekaarten...10 3.2.9.a VIC...10 3.2.9.b BIM...10 3.3 SOFTWARE...10 3.3.1 Systeemsoftware...10 3.3.2 Projectering...11 3.3.3 Licenties...11 4. RANDAPPARATUUR...12 4.1 ALGEMEEN...12 4.2 RANDAPPARATUUR VOOR TELEFONIETOEPASSING...12 4.2.1 Systeem toestellen...12 4.2.1.a Vox BaseLine...12 4.2.1.b Vox ErgoLine...13 4.2.1.c ISDN-toestellen...17 4.2.2 Analoge toestellen...18 4.2.3 Bemiddelingstoestellen...18 4.2.3.a Vox b630 Basic...18 4.2.3.b Vox b630 Comfort...19 4.2.3.c Vox SOPHO SuperVisor 60E...20 4.2.4 Randapparatuur voor ismobile...23 4.2.4.a Vox SOPHO ismobile C233...23 4.2.4.b Vox SOPHO ismobile C933...24 4.3 RANDAPPARATUUR VOOR DATACOMMUNICATIE.26 4.4 OVERIGE RANDAPPARATUUR...26 4.4.1 Groep IV-fax...26 4.4.2 PC-kaart... 26 5. BEMIDDELING... 27 5.1 ALGEMEEN...27 5.2 BEMIDDELINGSPROCES...27 5.2.1 Initiële bemiddeling... 27 5.2.2 Geherrouteerde bemiddeling... 28 5.3 BEMIDDELINGSTERMINALS...28 5.4 MEERDERE OPERATORS...28 5.4.1 Operatorgroepen... 29 5.4.2 Operatorgroepen in multi-user omgeving.. 30 5.4.3 Operatorgroepen binnen een IMP-netwerk 30 5.4.4 Operatorgroepen in DPNSS-netwerken... 30 5.4.4.a Verschil in functionaliteit voor operators binnen DPNSS...31 5.4.5 Operatorgroepen in basisnetwerken... 31 5.5 WACHTRIJEN BIJ BEMIDDELING...31 5.5.1 Wachtrij voor inkomend niet-doorkiesverkeer... 32 5.5.1.a Overlooptoestel...32 5.5.2 Wachtrij voor inkomende oproepen bij herroutering naar de bemiddeling... 32 5.5.3 Wachtrij voor interne oproepen naar de operator... 32 5.5.4 Wachtrij voor urgente gesprekken... 33 5.5.5 Algemene wachtrij per operator... 33 5.6 ONDERSTEUNENDE APPLICATIES VOOR OPERATORS...33 5.6.1 Inleiding... 33 5.6.2 Welkomstboodschappen bij bemiddeling... 33 5.6.3 Gidsfuncties bij bemiddeling... 34 5.6.3.a Interne gids in de is3000...34 5.6.3.b Externe gids op de Voxmaster SOPHO...34 5.6.3.c Interne gids in de Vox b630 Comfort...34 5.6.3.d Gidsen in de Vox Supervisor 60E...35 5.7 BEMIDDELING IN DE NACHTSITUATIE...35 5.7.1 Kenmerken van het nachttoestel... 36 5.7.2 Permanente nacht en toch bemiddeling... 36 5.7.3 Meldboodschappen bij nachttoestellen... 37 5.7.4 Voicemail systeem als nachttoestel... 37 5.7.5 Nachttoestellen per multi-user omgeving... 37 5.7.6 Nachttoestellen binnen een IMP-netwerk... 38 5.7.7 Nachttoestellen binnen een DPNSS-netwerk... 39 6. BEHEER... 40 6.1 ALGEMEEN...40 6.2 BEHEERDOMEINEN ALGEMEEN...40 6.2.1 Kostenbeheer... 40 6.2.1.a Algemeen...40 6.2.1.b is3000 en kostenbeheer...41 6.2.2 Configuratiebeheer... 43 6.2.2.a Algemeen...43 6.2.2.b is3000 en configuratiebeheer...43 6.2.3 Prestatiebeheer... 43 6.2.3.a Algemeen...43 6.2.3.b is3000 en prestatiebeheer...44 6.2.4 Storingsbeheer... 44 6.2.4.a Algemeen...44 6.2.4.b is3000 en storingsbeheer...45 6.2.5 Beveiligingsbeheer... 45 6.2.5.a Algemeen...45 KPN Telecom i

Inhoudsopgave 6.2.5.b is3000 en beveiligingsbeheer...45 6.2.6 Gidsbeheer...45 6.2.6.a Algemeen...45 6.2.6.b is3000 en Gidsbeheer...46 6.3 VOXMASTER SOPHO...46 6.3.1 Voxmaster SOPHO - Basis configuratie...47 6.3.1.a Kostenbeheer en gespreksanalyse...47 6.3.1.b Technisch beheer voor de is3000...47 6.3.1.c Meldtekstbeheer...48 6.3.1.d ismobile-beheermodule...48 6.3.2 Voxmaster SOPHO - Applicaties...49 6.3.2.a Voxmaster SOPHO - Kostenbeheer...49 6.3.2.b Voxmaster SOPHO - Prestatiebeheer...53 6.3.2.c Voxmaster SOPHO - Configuratiebeheer...54 6.4 STORINGSBEHEER...56 6.4.1 Functies storingsbeheer...57 6.4.2 System dump...57 6.5 EXTERNE KOPPELING...57 6.6 BEVEILIGINGSBEHEER...58 6.6.1 Beheer van de actuele programmatuur en instellingen...58 6.6.2 Beheer van de toegang tot configuratie en faciliteitenbeheer...59 6.6.3 Interne beveiliging van uitgaand kiezen...59 6.7 GIDSBEHEER...60 7. VOX SOPHO ISNET - NETWERKING...61 7.1 ALGEMEEN...61 7.2 ISNET...62 7.2.1 Inleiding...62 7.2.2 Fysieke koppelvlakken...62 7.2.3 Netwerkprotocollen...62 7.2.3.a isnet - Basisnetwerking...62 7.2.3.b isnet - Virtuele basisnetwerking...63 7.2.3.c isnet - Privé Netwerking...63 7.2.3.d isnet - Multi-Vendor Netwerking...69 7.2.3.e isnet - Gedistribueerde netwerking...72 7.2.3.f Gebruik IP-Mux...72 7.3 NETWERKTOPOLOGIE...73 7.3.1 Stervormige netwerken...73 7.3.2 Maasvormige netwerken...73 7.3.3 Ringvormige netwerken...74 7.3.4 Gecombineerde netwerken...74 7.4 ROUTERINGSFACILITEITEN...74 7.4.1 Overloop...74 7.4.2 Alternatieve routering...75 7.4.2.a Alternatieve routering per verbindingslijnsectie...75 7.4.2.b Alternatieve routering vanuit de bron...75 7.4.2.c Alternatieve routering in een IMP-netwerk..75 7.4.3 Toepassingen van alternatieve routering...75 7.4.3.a Optimale bereikbaarheid van netwerkbestemmingen...75 7.4.3.b Het samenvoegen van internationaal verkeer76 7.4.3.c Herkennen dat een bestemming tot het eigen netwerk behoort...76 7.4.3.d Via de goedkoopste manier uitgaand verkeer afhandelen...76 8. ISDN...77 8.1 WAT IS ISDN EIGENLIJK?...77 8.2 AANSLUITINGEN OP ISDN...77 8.2.1 Aansluitingen op de openbare ISDNinfrastructuur... 77 8.2.1.a Diensten van Euro-ISDN in Nederland...77 8.2.2 Aansluitingen voor terminals op de is300078 8.2.2.a Combi-bus...79 8.2.2.b Door de S 0 -bus geboden diensten...79 8.2.2.c Toepassing van de S 0 -bus...81 9. MULTI-USER... 83 9.1 INLEIDING...83 9.2 GEBRUIKERSGROEPEN IN DE IS3000...83 9.3 MULTI-USER EN OPERATORGROEPEN...83 9.4 MULTI-USER EN NACHTTOESTELLEN...84 9.5 MULTI-USER IN COMBINATIE MET MUZIEK IN WACHTSTAND...84 9.6 MULTI-USER EN NETLIJNBUNDELS...84 9.6.1 Multi-user in combinatie met inkomende bundels... 84 9.6.2 Multi-user in combinatie met uitgaande bundels... 84 9.7 MULTI-USER EN NUMMERANALYSE...84 9.8 MULTI-USER EN DE BEHEEROMGEVING...84 9.9 MULTI-USER EN DE GIDSGEGEVENS...85 10. CONTACTCENTER SYSTEMEN... 86 10.1 INLEIDING...86 10.1.1 Aard van het contactcenter... 86 10.1.2 Het contactcenter modulair opbouwen en laten groeien... 86 10.2 AGENTENWERKPLEK...87 10.2.1 Vrije toestelkeuze... 87 10.2.2 Analoge telefoontoestellen... 87 10.2.3 Digitale of IP telefoontoestellen... 88 10.2.4 Draadloze telefoontoestellen... 89 10.2.5 SoftPhone... 89 10.2.6 Ondersteuning via PC... 89 10.3 STARTEND CONTACTCENTRE : CONTACT CENTRE STARTPAKKET...89 10.3.1 Bestaande faciliteiten samengevoegd... 89 10.3.2 Boodschappen afspelen met de Voicemanager 150... 89 10.3.2.a Welkomstboodschap...89 10.3.2.b Wachtboodschap...90 10.3.2.c Nachtboodschap...90 10.3.2.d Muziek in de wachtstand...91 10.3.2.e Technisch concept...91 10.3.3 Gespreksverdeling en wachtrijen met Vox SOPHO Callmanager ACD... 91 10.3.3.a Inloggen/uitloggen en gespreksgereed schakelen van agenten...91 10.3.3.b Gespreksverdeling naar de agent die het langst vrij is...92 10.3.3.c Prioriteitsgesprekken...92 10.3.3.d Wachtrijen...92 10.3.3.e Overloopgesprekken...93 10.3.3.f Nawerktijd...93 10.3.3.g Beantwoording van meerdere groepsnummers door één ACD-groep...93 10.3.3.h Supervisorfaciliteiten via het toestel...93 10.3.3.i Nachtbedrijf...93 10.3.4 Wall-display's besturen met het ContactCentre 210... 93 KPN Telecom ii

Inhoudsopgave 10.4 REALTIME EN HISTORISCHE RAPPORTAGE: CONTACT @NET 230...94 10.4.1 Concept...94 10.4.2 Een helder overzicht en eenvoudige bediening...94 10.4.3 Meten is weten...95 10.5 ALLES IN EEN: CONTACT @NET 250...96 10.5.1 Concept: Modulen en database maken het contactcenter...96 10.5.2 Gespreksaanname boodschappen en keuzemenu's...97 10.5.3 Gespreksverdeling en routeringen...97 10.5.3.a Routeren op basis van dag en tijd...97 10.5.3.b Routeren op basis van herkenning...98 10.5.3.c Verdelen op basis van kennis van agenten..98 10.5.3.d Routeren naar vaste bestemmingen...99 10.5.4 Voicemail...99 10.5.5 Automatisch uitgaand bellen...99 10.5.6 E-mailafhandeling...100 10.5.6.a Reageren op e-mail...100 10.5.6.b E-mail verdelen...100 10.5.6.c E-mail behandelen...100 10.5.7 Webcollaboratie...101 10.5.8 Real-time inzage vanaf de werkplek...102 10.5.9 Gegevens zichtbaar op wall-display's...102 10.5.10 Historische gegevens met rapportages.102 10.5.11 Agentenwerkplek...104 10.5.12 Technisch concept...104 11. PERSOONLIJKE BEREIKBAARHEID...105 11.1 ALGEMEEN... 105 11.2 VOX SOPHO ISMOBILE... 105 11.2.1 Algemeen...105 11.2.2 Opbouw ismobile-concept...105 11.2.3 Basisstations...106 11.2.4 Capaciteit ismobile-omgevingen...106 11.2.5 Meerdere ismobile-omgevingen...107 11.2.5.a ismobile mobiliteitsconcept met meerdere nummers...107 11.2.5.b ismobile mobiliteitsconcept binnen IMPnetwerk...108 11.2.5.c ismobile mobiliteitsconcept in een DPNSSnetwerkomgeving...108 11.2.6 Vox SOPHO ismobile Manager...109 11.2.7 ismobile-toepassingen...109 11.3 PAGING... 109 11.3.1 Algemeen...109 11.3.2 Soorten pagingsystemen...109 11.3.2.a Virtuele meet-me paging (parkeeroverdrager)...110 11.3.2.b Meet-me paging...110 11.3.2.c Display-paging...110 11.3.2.d Spraak-paging...111 11.3.3 Nummeridentificatie...111 11.3.4 Nakiezen...111 11.3.5 Combinaties van pagingkoppelingen...111 11.3.6 Urgentie...111 11.4 DIRECTORY SERVICES... 111 11.4.1 Datadistributie...111 11.4.2 Naam-/nummerweergave...112 11.4.3 Zoeken in de namengids...113 11.5 DESKSHARING... 113 11.5.1 Algemene beschrijving...113 11.5.2 Gebruik digitale toestellen...114 11.5.3 Automatisch deactiveren...114 11.5.4 DeskSharing collectief deactiveren...114 11.5.5 Beveiliging DeskSharing...114 11.5.6 DeskSharing in netwerken...114 11.5.6.a DeskSharing in een IMP-netwerk...114 11.5.6.b DeskSharing in een DPNSS-netwerk...115 11.5.7 DeskSharing voor het verhuizen van toestellen...115 11.5.8 DeskSharing in combinatie met ismobile...115 11.5.9 Actieve nummer zichtbaar in display...115 11.6 TWEEPUNTSCHAKELING...115 11.6.1 Tweepuntschakeling in combinatie met groepoproepen...116 11.7 THUISWERKPLEKKEN...116 11.7.1 De functie thuiswerkplek in de is3000.116 11.7.1.a GSM in combinatie met de thuiswerkplek117 11.7.1.b DeskSharing in combinatie met de thuiswerkplek...117 11.7.2 De dienst GRIP...117 11.7.2.a GRIP in combinatie met DeskSharing...117 11.7.2.b GRIP in combinatie met de tweepuntschakeling...117 11.7.2.c GRIP in combinatie met de thuiswerkplek118 11.7.3 De dienst Easy Call totaal...118 11.8 VRIJE NUMMERING BINNEN EEN DPNSS- NETWERKOMGEVING...118 12. FACILITEITEN...120 12.1 ALGEMEEN...120 12.2 FACILITEITEN VOOR DE TOESTELGEBRUIKER...120 12.2.1 Automatisch terugbellen...120 12.2.1.a Automatisch terugbellen bij bezet...120 12.2.1.b Automatisch terugbellen bij niet beantwoorden...121 12.2.1.c Automatisch terugbellen bij een bezette netlijn...121 12.2.1.d Automatisch verwijderen van terugbelopdrachten...121 12.2.1.e Bescherming tegen automatische terugbelopdrachten...121 12.2.1.f Individueel verwijderen van terugbelopdrachten...121 12.2.1.g Meerdere terugbelopdrachten naar één bestemming...121 12.2.2 Beantwoorden tweede oproep...121 12.2.3 Berichtenverkeer (spraakgerelateerd)...121 12.2.4 Budgetcontrole...122 12.2.5 Call pickup...122 12.2.6 DeskSharing...122 12.2.7 Doorschakelingen (follow-me, call forwarding)...122 12.2.7.a Directe volgstand (vaste of niet-vaste followme)...123 12.2.7.b Doorschakeling activeren vanaf de bestemming...123 12.2.7.c Doorschakelen bij bezet...123 12.2.7.d Doorschakelen bij niet-beantwoorden...123 12.2.7.e Gekoppelde doorschakeling...124 12.2.7.f Doorschakelen - bij kiezen niet bestaand nummer...124 KPN Telecom iii

Inhoudsopgave 12.2.7.g Doorschakelen - bij een uit dienst staand nummer...124 12.2.7.h Doorschakelen - bij niet bereikbaar nummer...125 12.2.8 Driegesprek...125 12.2.9 Faciliteiten in één keer uitschakelen...125 12.2.10 Inbreken...125 12.2.11 Individuele wachtstand...125 12.2.12 Intercom oproep...125 12.2.13 Laatstenummerherhaling...125 12.2.14 Niet storen...126 12.2.14.a Automatissch ingevoerde boodschappen 126 12.2.15 Naamkiezen (ErgoLine Browsing/Dialling)...126 12.2.16 Nummeridentificatie...126 12.2.16.a Naam-/nummerweergave...127 12.2.16.b Beperken nummeridentificatie...127 12.2.16.c Aangepaste nummeridentificatie...128 12.2.16.d Nummerweergave analoge aansluitingen128 12.2.17 Opschakelen...128 12.2.18 Privé-gesprek...128 12.2.19 Ruggespraak, pendelen, doorverbinden128 12.2.20 Tonen...128 12.2.21 Verkeerskenmerken...129 12.2.21.a Upgraded / downgraded verkeerskenmerk...129 12.2.22 Verkort kiezen...129 12.2.23 Wachtend bericht-indicatie...129 12.3 FACILITEITEN VOOR GROEPEN VAN GEBRUIKERS... 130 12.3.1 Groepsschakeling...130 12.3.1.a Gespreksverdeling...130 12.3.1.b Aan-/afwezig melden...130 12.3.1.c Groepssupervisor...131 12.3.2 Call pickup...131 12.3.3 Toestellen in meerdere groepen...131 12.3.4 Meervoudige belgroep...131 12.3.5 Chef-secretaresseschakeling...131 12.4 SYSTEEMFACILITEITEN... 132 12.4.1 Alarmtoestel...132 12.4.2 Conferentie...132 12.4.3 Databescherming...133 12.4.4 Datum- en tijdupdate...133 12.4.5 Doorkiezen...133 12.4.6 Gesprekslogging...133 12.4.7 Hotline...133 12.4.8 ISDN...133 12.4.9 Kostenregistratie...133 12.4.10 Kostentelling...134 12.4.11 Lijnkiezerfuncties...134 12.4.12 Muziek in wachtstand...134 12.4.13 Paging...134 12.4.14 Parkeeroverdrager...134 12.4.15 Permanente aansluiting...134 12.4.16 Verkeersbeperking...134 12.4.17 Wekberichten...134 12.5 NACHTSTAND... 135 12.5.1 Display-informatie van terugvalverkeer.135 12.5.2 Nachttoestel als voicemailingang...135 12.5.3 BNDN (Beantwoorden nachtoproepen door nummerkeuze)...135 12.5.4 Doorschakeling nachttoestel...135 12.5.5 Omschakeling verkeerskenmerken...135 12.6 FACILITEITEN VOOR DE OPERATOR...135 12.6.1 Individuele bewaking...135 12.6.2 Informatie...135 12.6.3 Kostentelling...136 12.6.4 Lijn aanbieden...136 12.6.5 Opschakelen...136 12.6.6 Seriegesprek...136 12.6.7 Vrijmaken van bezette lijn...136 12.6.8 Wachtstand...136 12.6.9 Gidsfunctie...136 12.6.10 Aanpassing visueel gehandicapten...136 13. MYOFFICE@NET...137 13.1 INLEIDING MYOFFICE@NET...137 13.2 MYOFFICE@NET ARCHITECTUUR...137 13.3 MYOFFICE@NET CENTRAL AUTHENTICATION...138 13.4 MYOFFICE@NET DIRECTORY BROWSER/DIALER...138 13.5 MYOFFICE@NET PHONE DISPLAY...139 13.6 MYOFFICE@NET PHONE SETTINGS...140 13.7 MYOFFICE@NET GROUP DISPLAY...141 13.8 MYOFFICE@NET KEY PROGRAMMING...141 14. APPLICATIES...143 14.1 COMPUTER TELEPHONY INTEGRATION...143 14.1.1 Vormen van CTI...143 14.1.2 De betekenis van de API s...144 14.1.2.a Toepassing: CTI binnen het callcentre...144 14.1.3 Vox SOPHO islink...144 14.1.3.a Functies van de islink software...145 14.1.3.b is3000 driver software...145 14.1.3.c Application Program Interface...145 14.1.3.d TAPI-koppeling...145 14.2 HOTELAPPLICATIE...146 14.2.1 Inleiding...146 14.2.2 Hotelspecifieke faciliteiten...146 14.2.2.a Faciliteiten voor de hotelgasten...146 14.2.2.b Faciliteiten voor servicepersoneel...147 14.2.2.c Verrekening gemaakte telefoniekosten vanaf de kamer...148 14.3 VOX SOPHO VOICEMANAGER 100...148 14.3.1 Inleiding...148 14.3.2 Vox SOPHO VoiceManager 110...148 14.3.2.a Persoonlijke meldtekst...149 14.3.2.b Informatielijnen...149 14.3.2.c Nachttoestel...149 14.3.2.d Wekboodschappen...149 14.3.2.e Muziek in wachtstand...149 14.3.3 Vox SOPHO VoiceManager 150...149 14.3.3.a Welkomstboodschappen bij inkomende bemiddelde oproepen...149 14.3.3.b Ondersteuning geïntegreerde ACD-applicatie...150 14.3.3.c Muziek in wachtstand...150 14.4 PERSOONLIJKE BEREIKBAARHEID MET UNIFIED MESSAGING...150 14.4.1 Inleiding...150 14.4.2 Standaard Voiceprocessing toepassingen...150 14.4.2.a Voicemail...150 KPN Telecom iv

Inhoudsopgave 14.4.2.b Automatische telefoniste...152 14.4.2.c Keuze- en Informatiemenu s...152 14.4.2.d Tijdschema s...152 14.4.2.e Rapportages...152 14.4.3 Optionele Voiceprocessingstoepassingen152 14.4.3.a Talen...152 14.4.3.b Faxfaciliteiten...153 14.4.3.c Hotelfaciliteiten...153 14.4.4 Voicemail en faxmail beschikbaar op de werkplek...153 14.4.5 Unified Messaging:Voicemail en faxmail beschikbaar in e-mail...154 14.4.5.a Inleiding...154 14.4.6 Beheren van mail applicaties...155 14.4.6.a VoiceManager 505...155 14.4.6.b MyMail@Net 550...156 14.4.7 Technische concepten...157 14.4.7.a VoiceManager 505...157 14.4.7.b MyMail@Net 550...157 15. AFKORTINGEN EN WOORDENLIJST...159 16. TECHNISCHE GEGEVENS VOX SOPHO IS3000...162 17. SYSTEEMBEGRENZINGEN IS3000...164 17.1 SYSTEEMGRENZEN GEÏNTEGREERDE ACD..164 17.2 SYSTEEMGRENZEN BEHEER...164 17.3 SYSTEEMGRENZEN CSTA...164 17.4 SYSTEEMGRENZEN IP...165 17.5 SYSTEEMGRENZEN TEN BEHOEVE VAN MYOFFICE@NET...165 17.6 SYSTEEMGRENZEN OPERATOR...165 17.7 SYSTEEMGRENZEN NETWERKEN / ROUTES / BUNDELS...166 17.8 FYSIEKE SYSTEEMGRENZEN...166 17.9 SYSTEEMGRENZEN GROEPEN...167 17.10 SYSTEEMGRENZEN GIDSEN...167 17.11 SYSTEEMGRENZEN NUMMERANALYSE...168 17.12 SYSTEEMGRENZEN PAGING...168 17.13 SYSTEEMGRENZEN SYSTEEMFACILITEITEN...169 17.14 SYSTEEMGRENZEN TOESTELFACILITEITEN...169 17.15 SYSTEEMGRENZEN SYSTEEMGEBONDEN DIGITALE TOESTELLEN...170 17.16 STANDAARDINSTELLINGEN TOESTELLEN...170 18. SPECIFICATIE ISDN...172 20.1.4 Generic Functional Protocol (QSIG GF)...175 20.1.5 Call Completion Busy Subscriber (QSIG CCBS)...175 20.1.6 Transit Counter (QSIG TC)...175 20.2 GEPLANDE IMPLEMENTATIE (KORTE TERMIJN)175 20.2.1 Name Identification (QSIG NA)...175 20.2.2 Call Diversion (QSIG CF)...176 20.2.3 Path Replacement (QSIG PR)...176 20.2.4 Call Transfer (QSIG CT)...176 20.2.5 Do not distrub (QSIG DND)...176 20.2.6 Advice of Charge (QSIG AOC)...176 20.2.7 Message waiting (QSIG MWI)...176 20.2.8 Path retension...177 21. SPECIFICATIES IP GATEWAY...178 22. SPECIFICATIES IP-MUX...179 23. SPECIFICATIES CONTACTCENTERS...180 23.1 SPECIFICATIE CONTACT@NET 250...180 23.2 SPECIFICATIE CONTACT@NET 230...180 23.3 SPECIFICATIE CONTACTCENTRE 210...181 24. SPECIFICATIE SYTEEMTOESTELLEN...182 25. SPECIFICATIE BEMEDDELINGSTERMINALS.185 26. SPECIFICATIE ismobile HANDHELDS...188 27. FUNCTIONALITEITENTABEL VOICEMAIL APPLICATIES...190 18.1 S 0 EURO-ISDN BEARER AND TELE- SERVICES...172 18.2 S 0 EURO-ISDN SUPPLEMENTARY SERVICES...172 19. DPNSS VOLGENS BTNR 188 UITGAVE 6...173 20. SPECIFICATIES Q-SIG VOLGENS ECMA/ETSI...175 20.1 HUIDIGE INPLEMENTATIE...175 20.1.1 Circuit mode bearer services (QSIG-BC)...175 20.1.2 Identificatie services (CLIP / COLP / CLIR / COLR)...175 20.1.3 Addressing...175 KPN Telecom v

Inleiding 1. Inleiding Dit boek bevat een zo compleet mogelijke beschrijving van de faciliteiten van de Vox SOPHO is3000 en de bijbehorende systeemgebonden randapparatuur. De beschrijving gaat uit van nieuw geleverde systemen. Voor geüpgrade systemen kunnen er enige afwijkende functionaliteiten zijn. De softwarerelease waar deze beschrijving betrekking op heeft is softwareversie Call@Net 2.9. Deze Call@Net naamgeving is een andere naamgeving voor de SSW810 software versie. Daarnaast is een aantal beschrijvingen van applicaties toegevoegd. Deze vormen een steeds belangrijker onderdeel van de totaaloplossing waar men om vraagt. De Vox SOPHO is3000 is de basis met daaromheen een schil aan applicaties. Dit document is met de grootst mogelijke zorg tot stand gebracht. De ontwikkeling van de Vox SOPHO is3000 staat echter niet stil, waardoor de beschrijving wellicht afwijkt van de huidige stand van zaken. Dit document geeft de stand van zaken weer van. Echter, op het moment dat u dit document onder ogen krijgt, kunnen bepaalde faciliteiten alweer zijn gewijzigd, door functionele maintenance releases en/of hardwareontwikkelingen. KPN Telecom aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele weglatingen of onjuistheden (en evenmin voor de rechtmatigheid van de opgenomen vermeldingen). KPN Telecom is niet aansprakelijk voor de schade ontstaan als gevolg van drukfouten. Indien u onduidelijkheden of afwijkingen aantreft, kunt u deze aan uw contactpersoon bij KPN doorgeven. Suggesties ten aanzien van verbeteringen zijn uiteraard ook van harte welkom. KPN Telecom 1

Algemeen 2. Algemeen De Vox SOPHO is3000 is een digitaal computergestuurd bedrijfscommunicatiesysteem, dat in een aantal verschillende configuraties wordt geleverd. De Vox SOPHO is3010 is geschikt voor systemen met maximaal ± 80 aansluitingen, de Vox SOPHO is3030 voor maximaal ± 180 aansluitingen, de Vox SOPHO is3050 voor maximaal ± 800 aansluitingen en de Vox SOPHO is3070 kan in zijn maximale vorm zonder in een netwerk opgenomen te zijn ongeveer 3000 aansluitingen bevatten 1. Het topmodel is de Vox SOPHO is3090, deze kan als een stand-alone systeem tot maximaal 10.000 aansluitingen doorgroeien. Door hun unieke netwerkprotocol kunnen er meerdere is3070/is3090-systemen worden gekoppeld tot één groot systeem met maximaal ± 65.000 aansluitingen. De Vox SOPHO is3000 is een systeem met een lange staat van dienst. Al vanaf 1987 maakt de Vox 5400 in Nederland deel uit van het productassortiment van de KPN. De Vox 6200 maakt zelfs al vanaf 1986 deel uit van het KPN-assortiment. Deze systemen zijn de directe voorgangers van de huidige productreeks Vox SOPHO is3000. De Vox 5400 en Vox 6200 beschikten over functies en faciliteiten die nu nog steeds in de huidige productreleases zijn terug te vinden. Daarnaast is er natuurlijk alles aan gedaan om te voldoen aan de toenemende vraag naar nieuwe functies. ISDN-interfaces, draadloze toestellen, de geïntegreerde ACD-omgeving, CTI-koppelingen en Ethernet-toegankelijkheid zijn hiervan voorbeelden. Door de computergestuurde structuur en door de verschillende mogelijkheden op het gebied van beheer kunnen de diverse toepassingen optimaal worden aangepast aan de gewenste situatie. Op de is3000 kan een groot aantal randapparaten worden aangesloten. Naast de bij het systeem behorende ErgoLine (ISDN- )toestellen kunnen natuurlijk ook standaard analoge toestellen en overige ISDN-apparatuur worden aangesloten. Tot laatstgenoemde categorie behoren bijvoorbeeld groep IV-faxen en ISDN-PC-kaarten. Aansluiting op het openbare ISDN-net is mogelijk. Hierdoor is de ISDN-functionaliteit rechtstreeks op de werkplek beschikbaar. Het is mogelijk om een volledig geïntegreerde communicatieomgeving op te bouwen door koppelingen met andere systemen. Bijvoorbeeld met een ander type bedrijfscommunicatiesysteem, een pagingsysteem of een voicemailsysteem. De ontwikkelingen in de bedrijfstelecommunicatie staan niet stil. Door de voortdurende ontwikkeling van nieuwe software volgt de is3000 deze veranderingen op de voet, of loopt er zelfs op vooruit. Behalve de capaciteit kan ook de functionaliteit van de Vox SOPHO is3000 dankzij de grote flexibiliteit van het systeem worden aangepast aan uw behoeften. Zo kan het systeem voor alle toepassingen worden ingezet, bijvoorbeeld: bemiddeling doorkiezen onderdeel van een netwerk lijnkiezerfuncties multi-user draadloze toepassingen hotelvoorzieningen computer telefonie integratie automatische gespreksverdeling (ACD) 1 Een Vox SOPHO is3070 wordt standaard met een enkelvoudige processor uitgevoerd. De maximaal te behalen capaciteit is dan ongeveer 2000 aansluitingen. KPN Telecom 2

Opbouw systeem 3. Opbouw systeem 3.1 Hardware De Vox SOPHO is3000 is opgebouwd uit een aantal standaard hardwarecomponenten. Een functionele indeling van deze hardware-elementen ziet er als volgt uit: Module niet noodzakelijk. Alleen in combinatie met zware ACD-toepassingen, of CTIkoppelingen die veel processorloading genereren moet de performance van de processor opgevoerd worden. Met de Accelerator Module komt de performance van de processor in de buurt van de performance van de is3070 processor. Op de CPU3000 zijn twee soorten geheugens aanwezig. Ten eerste is er een 32 Mbyte werkgeheugen aanwezig. Voor het opslaan van de actuele software programmatuur, van back-ups en dergelijke is er 16 Mbyte flash EPROM aanwezig. De laatste geheugensoort kan optioneel nog uitgebreid worden met 16 Mbyte. De noodzaak voor deze uitbreiding is momenteel nog niet aanwezig, maar is bedoeld voor toekomstige ontwikkelingen. Functionele opbouw van de hardware De centrale besturing (Centrale Module = CM) is verantwoordelijk voor de totale besturing van het systeem. Deze brengt de verbindingen tot stand, handelt alle faciliteiten af en omvat diverse testprogramma's om de bedrijfszekerheid van het systeem te garanderen. De processors van het is3070/is3090-platform werken volgens het zogenaamde 4-2 concept 2. Hierbij bepalen de vier afzonderlijke processors gezamenlijk wat de volgende actie is die het besturingssysteem gaat uitvoeren. Minimaal drie van de processors moeten actief zijn om het systeem nog te kunnen laten functioneren. De uit te voeren acties worden bewaakt door een zogenaamd meerderheidsbesluit van een eveneens dubbel uitgevoerde majority processor. De vier processoren gebruiken twee afzonderlijke geheugens, waardoor de kans op geheugenfouten tot een minimum beperkt worden. Deze fouttolerante hardwareoplossing zorgt voor een uitermate hoge bedrijfszekerheid. De is3010/3030 en 3050 zijn uitgerust met een enkelvoudige processor de CPU3000. In verband met de noodzakelijke performance van de processor kan de processor opgevoerd worden met een zogenaamde Accelerator Module (AM3000). Voor het merendeel van de configuraties is het gebruik van de Accelerator 2 Een Vox SOPHO is3070 wordt standaard als een niet-redundant systeem uitgevoerd. Dit betekent een enkelvoudige processor, één geheugen en één schakelmatrix. De maximale systeemgrenzen van de Vox SOPHO is3070 worden hierdoor verlegd. De centrale besturing stuurt indirect de randapparatuur (periferie) aan, via een aparte besturing. Die periferie bestaat uit toestellen (analoge en digitale) en bemiddelingstoestellen, maar ook uit koppelingen naar het openbare net en naar andere bedrijfscommunicatiesystemen en uit standaardkoppelingen naar servers, zoals bijvoorbeeld een pagingsysteem. Het beheer kan invloed uitoefenen op de centrale besturing. Zo kan de systeembeheerder bijvoorbeeld faciliteiten activeren, autorisaties beheren, kostenoverzichten genereren om inzicht te krijgen in de door de verschillende toestelgebruikers gemaakte communicatiekosten, enzovoort. Bij beheer moet er steeds vaker gedacht worden aan een LAN-omgeving waaraan de diverse applicaties gekoppeld zijn. De Computer Telefonie Integratie (CTI) kan toegepast worden om een gedeelte van de centrale besturing te beïnvloeden. Het opbouwen, bewaken en rapporteren over verbindingen kan dan vanaf een extern computersysteem plaatsvinden. De CTIkoppeling kan of via een standaard ISDN S 0 - bus van de is3000 plaatsvinden, of via een Ethernet-koppeling. De schakelmatrix (SM) verbindt de intern gebruikte digitale kanalen (64 Kbit/sec) binnen het hele systeem met elkaar. Deze schakelfunctionaliteit werkt op drie niveaus. Voor elke ruif geldt dat de perifere besturing van de ruif een deel van de schakelmatrix bevat. Als er meerdere ruiven zijn, communiceren deze onderling via een aparte schakelmatrix. KPN Telecom 3

Opbouw systeem Ook de is3070/is3090 kan eventueel, voor wat betreft de totale schakelmatrix, blokkeringsvrij worden opgeleverd. Tussen de schakeltrap in de ruif en de centrale schakelmatrix bevindt zich echter toch vaak een blokkering. De maximale systeemcapaciteit wordt kleiner als het systeem volledig blokkeringsvrij moet worden opgeleverd. Schakelmatrix bij is3050 Voor de is3050 en de is3070/is3090 zijn er twee verschillende hardwareoplossingen. Bij de is3050 wordt, als er meer dan twee ruiven zijn, één aparte kaart gebruikt waarmee een volledig blokkeringsvrij schakelnetwerk kan worden gemaakt. Bij de tweeruifs-versie van de is3050 worden de schakelmatrixen van de beide ruiven rechtstreeks aan elkaar gekoppeld. Schakelmatrix van 2 PM ruiven hangen rechtstreeks aan elkaar Bij de is3070 kan de schakelmatrix dubbel uitgevoerd zijn, waarbij elke perifere module eveneens via twee afzonderlijke interne communicatiekanalen bereikbaar is. Bij de is3090 is deze dubbel uitgevoerde schakelmatrix altijd aanwezig. Dit concept garandeert een extreem hoge bedrijfszekerheid. Een bijzonder type schakelmatrix wordt gevormd door de perifere kaarten die noodzakelijk zijn voor de geïntegreerde draadloze DECT-omgeving (Vox SOPHO ismobile). Deze beschikken onderling weer over een aparte, snelle schakelmatrix om te kunnen bepalen waar een draadloze gebruiker zich bevindt. Voor de is3010, is3030, is3050 geldt dat de totale schakelmatrix die wordt gevormd door het centrale deel en het deel per ruif, altijd zodanig is gedimensioneerd dat er een volledig blokkeringsvrij systeem ontstaat. De dimensionering van de overige delen van het systeem (verhouding toestellen/net-, verbindingslijnen) is bepalend voor eventuele stagnaties in het telefonieverkeer. De overige systeemdelen (net- en verbindingslijnen) zijn echter vaak meer van invloed op de stagnatiekans dan de beperkingen die een niet-blokkeringsvrije schakelmatrix opleggen. Door een juiste inschatting van de omvang van het telefonieverkeer en een juiste verdeling van de overige delen van het systeem kan een aanvaardbare stagnatiekans (bijvoorbeeld 1%) worden bereikt. De PM (perifere module) bestaat uit een ruif met ruimte voor maximaal 18 perifere kaarten. Van deze 18 kaartposities zijn er 16 standaardposities die elk de mogelijkheid hebben om 16 eindpunten (bijvoorbeeld toestelcircuits) aan te sturen. De overige twee kaartposities zijn bijzondere posities die alleen voor bepaalde typen perifere kaarten kunnen worden gebruikt. Vanuit deze bijzondere kaartposities kunnen maximaal 30 eindpunten worden aangestuurd. De 16 standaardposities zijn weer geclusterd in acht zogenaamde unitgroepen van ieder twee posities. Bepaalde kaarten die geschikt zijn om 30 circuits tegelijkertijd aan te sturen, zoals bijvoorbeeld een ISDN30 primairy rate interface, moeten dan in de eerste positie van een unitgroep worden geplaatst. Het maximum aantal analoge of digitale communicatiekanalen per PM is 316. Dit aantal kan niet volledig worden gebruikt om periferie (bijvoorbeeld toestellen) aan te sluiten. Verder bevat een PM een schakelmatrix voor het verbinden van deze aansluitingen met de centrale schakelmatrix. Familieconcept Vox SOPHO is3000 KPN Telecom 4

Opbouw systeem Een is3010 bestaat uit een aparte perifere module met een maximale fysieke ruimte voor 96 analoge of digitale communicatielijnen. De is3030 heeft eveneens een perifere module die afwijkt van de PM voor de is3050, is3070 en is3090. De afwijking heeft echter alleen betrekking op de opbouw van de ruif. De is3050 bestaat uit maximaal vier perifere modules, de is3070 heeft maximaal 14 perifere modules terwijl de is3090 maximaal 32 perifere modules kan bevatten. Een perifere module hoeft zich niet noodzakelijkerwijs in een van de kasten naast de centrale processor te bevinden. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een zogenaamde remote perifere module. Hierbij worden één tot vier 2 Mbit/s-koppelingen gebruikt naar een PM op afstand. Een dergelijke RPM kan worden toegepast bij de is3030, is3050, is3070 en is3090. De RPM maakt gewoon onderdeel uit van het systeem. In een is3030 of is3050 moet voor het aansluiten van een RPM wel een aparte kaart voor het koppelen van de schakelmatixes aanwezig zijn. De RPM kan fysiek bestaan uit een standaard PM ruif zoals in de is3050 tot en met is3090 voorkomt, of uit een is3030 PM. 3.2 Perifere kaarten De perifere kaarten bestaan uit analoge toestelkaarten, analoge netlijnkaarten, analoge verbindingskaarten en hun digitale tegenhangers. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen analoge en digitale perifere kaarten. Per type kan er weer een onderscheid worden gemaakt in toestelkaarten, netlijnkaarten, verbindingslijnkaarten en speciale interfacekaarten. Ook combinaties van kaarten komen voor. De meest gebruikte typen kaarten zullen in het kort de revue passeren. 3.2.1 Analoge toestelkaarten De analoge toestelkaart (ALC-G) is een universele toepasbare toestelkaart die zowel voor standaard analoge toestellen als voor een hotelomgeving toegepast kan worden. Het specifieke gebruik voor de Hotelomgeving heeft te maken met het gebruik van een wachtend bericht indicatie op een specifiek analoog toestel. Met de komst van de Vox BaseLine (Pro) wordt het gebruik van een analoog toestel met wachtend bericht indicatie echter steeds meer een algemeen standaard toegepast concept. Er is in de loop van de Call@Net ontwikkeling een functie toegevoegd met betrekking tot het weergeven van het nummer van de opbeller. Nummerweergave zoals nu standaard op de openbare analoge infrastructuur al mogelijk is, is dan ook op de analoge toestelcircuits van de is3000 beschikbaar gekomen. De een specifieke uitvoering van de Vox BaseLine Pro maakt nummerweergave op de analoge toestelcircuits beschikbaar. 3.2.1.a ALC-G Dit is een analoge toestelkaart voor maximaal 16 analoge aansluitingen. Per aansluitpunt kunnen meerdere analoge toestellen worden aangesloten. Een beperking is wel dat per aansluitpunt de toestellen onder hetzelfde nummer bereikbaar zijn. Voor onder andere hoteltoepassing kan in combinatie met speciale toestellen een wachtend bericht indicatie door middel van een lampje op deze toestellen zichtbaar gemaakt worden. Voor de nummerweergave op analoge toestellen is deze interfacekaart eveneens noodzakelijk. Deze kaart kan alleen op de standaardposities van de PM worden gebruikt en neemt dan één ruifpositie in beslag. 3.2.2 Analoge netlijnkaarten Er is een type analoge netlijnkaart. De ATU-G is de standaard analoge netlijnkaart. 3.2.2.a ATU-G Deze analoge netlijnkaart bevat acht analoge netlijncircuits. Deze zijn binnen bepaalde grenzen vrij configureerbaar voor analoge netlijnen met en zonder doorkiezen en voor net- of verbindingslijnen op basis van toestelsignalering. Alle netlijncircuits bevatten standaard de interfaces voor de verwerking van de telimpulsen die vanuit de openbare infrastructuur kunnen worden verzonden. Daarnaast kunnen maximaal twee circuits worden gebruikt om de netlijn in geval van spanningsuitval rechtstreeks te koppelen aan een analoog toestel. Hierdoor is bij spanningsuitval toch nog telefonieverkeer mogelijk. Een ATU-G kan in elke standaardpositie worden gebruikt en neemt één positie in beslag. 3.2.3 Analoge verbindingslijnen De analoge verbindingslijnen wordt door de steeds verder gaande digitalisering verdrongen door digitale netwerkconcepten. Er zijn in de is3000 echter nog steeds drie typen analoge KPN Telecom 5

Opbouw systeem verbindingslijnen mogelijk, die voornamelijk verschillen in de fysieke aansluiting en de signaleringsvorm. 3.2.3.a ATU-L1 Deze analoge verbindingskaart bevat vier circuits voor een vierdraads-verbindingslijn. De gebruikte signaleringsvorm is bij voorkeur CEPT-L1. Dit door de CEPT gestandaardiseerde protocol is vrij universeel toepasbaar. Ook andere bedrijfscommunicatiesystemen dan is3000- systemen ondersteunen dit protocol meestal wel. Afwijkingen op detailniveau van dit signaleringsprotocol zijn binnen zekere grenzen mogelijk. De kaart kan in een standaardpositie worden geplaatst en neemt één positie in beslag. 3.2.3.b ATU-EM Deze analoge verbindingskaart bevat vier circuits ten behoeve van een vierdraadsinterface voor de spraakverbinding en maximaal vier draden voor de signalering. Dit type kaart wordt vaak in combinatie met extern aan te sluiten multiplexers gebruikt. Kaarten van dit type kunnen niet zonder externe apparatuur rechtstreeks via een vaste verbindingslijn worden aangesloten. De analoge verbindingsvorm EM heeft qua protocol om de verbindingsopbouw op te zetten en te beheren, legio varianten. Wordt deze verbindingsvorm dus toegepast dan is het van belang goed vast te leggen wat er precies voor verbindingsprotocol gebruikt wordt. De is3000 is in staat om met bijna alle gebruikte verbindingsprotocollen samen te werken. De kaart kan in een standaardpositie worden geplaatst en neemt één positie in beslag. 3.2.4 Digitale toestelkaarten Er bestaan drie verschillende typen digitale toestelkaarten, die in verschillende varianten voorkomen. 3.2.4.a DTX-I Deze digitale interfacekaart is een zogenaamde combikaart. Per circuit kan de kaart worden ingesteld voor verschillende doeleinden. ISDN-protocol aan te sluiten. Ook een combinatie op dezelfde S 0 -bus is toegestaan. Een tweede hoofdtoepassing van de DTX-I is die van netlijninterface op ISDN(2)-basis. Een derde mogelijkheid voor een S 0 -bus is de toepassing als interface voor de bemiddelingsterminals Vox b630 Comfort en Basic en de Vox SOPHO Supervisor 60E. De DTX-I kaart kan zijn uitgerust met 7 zogenaamde 2B+D-circuits of met 15 2B+Dcircuits. In beide gevallen kan de kaart in alle standaardposities worden geplaatst, met als beperking voor de 15-delige DTX-I dat deze alleen in de eerste positie van een unitgroep kan worden geplaatst, omdat deze kaart de besturing voor de gehele unitgroep gebruikt. De overgebleven vrije ruimte naast de 15- delige DTX-I kan alleen worden gebruikt voor kaarten die slechts voeding nodig hebben vanuit de PM-ruif. De 15-delige DTX-I kan eveneens in de bijzondere posities worden geplaatst. Een aantal van de hier genoemde toepassingen genereren nogal veel processorloading op de DTX-I kaart. Per DTX-I mag er daardoor niet meer dan één bemiddelingsterminal van het type Vox SOPHO Supervisor 60E aangesloten worden. Voor de Vox b630 Comfort en Basic geldt dat er twee bemiddelingsterminals per kaart aangesloten mogen worden. Ook het aansluiten van veel ErgoLine 2+, 3 en 4 toestellen zou zoveel mogelijk verspreid moeten worden over verschillende DTX-I kaarten. 3.2.4.b DLX-L Deze kaart levert een aantal circuits volgens het zogenaamde U k0 tweedraads concept. Deze tweedraads interfaces zijn geschikt om in combinatie met een bijbehorende PNT-L een S 0 koppelvlak te leveren op grotere afstand dan de hiervoor beschreven DTX-I zijn S 0 koppelvlak kan leveren. Zo'n S 0 -bus kan worden gebruikt om zowel de systeemgebonden vierdraads digitale toestellen als ISDN-terminals voor het 1TR6- protocol en ISDN-terminals voor het Euro- ISDN-protocol aan te sluiten. Ook een combinatie op dezelfde S 0 -bus is toegestaan. Een van de mogelijke instellingen is die van standaard Euro-ISDN S 0 -bus. Zo'n S 0 -bus kan worden gebruikt om zowel de systeemgebonden vierdraads digitale toestellen als ISDN-terminals voor het 1TR6- protocol en ISDN-terminals voor het Euro- KPN Telecom 6

Opbouw systeem wordt slechts een halve unitgroep in beslag genomen. Het tweede deel van de unitgroep kan dan bijvoorbeeld weer een 15-delige DLX- U bevatten, of een ander type kaart dat met een halve unitgroep kan samenwerken. Verschillende mogelijkheden om digitale toestellen aan te sluiten De afstand tot de PNT-L kan bij standaard toegepaste bekabeling groeien tot ongeveer 3600 meter, terwijl de DTX-I een S 0 koppelvlak tot maximaal 600 meter vanaf de is3000 kan leveren. De standaard toepassing van de DLX-L is dus het aansluiten van de digitale 4-draads ErgoLine toestellen op grotere afstanden dan met de DTX-I mogelijk is. De bekabeling tot aan de PNT-L is dus een 2-draads bekabelingsconcept, terwijl de bekabeling ná de PNT-L de 4-draads S 0 bus is. Ook het aansluiten van de Vox b630 Comfort of Basic en de Vox SOPHO Supervisor 60E kan via de PNT-L op een circuit van de DLX-L plaatsvinden. Te denken valt aan bijvoorbeeld een nachtportier bij de ingang van een bedrijfsterrein. De ErgoLine digitale toestellen kunnen alleen in hun vierdraads uitvoering via deze PNT-L aangesloten worden. Het tweedraads concept van de ErgoLine is niet te combineren met de DLX-L. De DLX-L kaart is uitgerust met 15 zogenaamde 2B+D-circuits. De kaart kan alleen in de eerste positie van een unitgroep voor standaard-kaartposities worden geplaatst. Daarnaast kan de DLX-L ook in de bijzondere posities worden geplaatst. 3.2.4.c DLX-U Deze kaart is geschikt voor het aansluiten van de tweedraads uitgevoerde ErgoLine digitale toestellen. De tweedraads interface is volgens het zogenaamde U pn concept. Op de DLX-U kan geen PNT-L of een andere type PNT aangesloten worden om over te gaan naar een S 0 -bus zoals de DTX-I levert. 3.2.5 Draadloze toestelkaart De draadloze toepassing die beschikbaar is in de Vox SOPHO is3000 is een zogenaamde geïntegreerde oplossing. De benodigde perifere kaarten worden in standaardposities geplaatst. 3.2.5.a DCC Deze DECT Cluster Controller maakt het mogelijk om via de normale interne schakelstructuur van de is3000 een draadloze toepassing te leveren. De DCC maakt onderdeel uit van het Vox SOPHO ismobileconcept. Een DCC kan maximaal acht radiozenders aansturen. Het maximumaantal draadloze gebruikers per DCC is afhankelijk van de stagnatiekans die door de gebruikers als acceptabel ervaren wordt. In principe kunnen er 30 (normale) handset-gebruikers blokkeringsvrij per DCC aangesloten worden. Maken deze handsets gebruik van de functionaliteiten van de berichtenserver, dan moet bij een volledig blokkeringvrije toegangsmogelijkheid vanuit de is3000 rekening gehouden worden met 15 handset-gebruikers. Het maximumaantal kan bij het toestaan van enige blokkeringskans groeien tot zo n 100 handsets. Of de hierbij behorende stagnatie acceptabel is, is sterk afhankelijk van het gebruik van de handsets 3. (Zie verder ismobile) Per PM kunnen meerdere DCC-kaarten (maximaal acht) met elkaar worden geclusterd. Hierdoor ontstaat een draadloze omgeving die maximaal 64 radiozenders kan aansturen. In deze maximale configuratie kan onder bepaalde condities de capaciteit van het aantal draadloze gebruikers groeien naar zo n 800 handsets. Uiteraard moet bij het configureren van een ismobile omgeving niet alleen gekeken worden naar het verkeersgedrag per DCC-kaart, maar moet ook naar de De DLX-U kaart heeft een variant met de mogelijkheid om 15 digitale toestellen aan te sluiten en een variant om 31 digitale toestellen aan te sluiten. Bij deze laatste wordt een volledige unitgroep in beslag genomen. De 15- delige uitvoering is voor het aansluiten van ErgoLine toestellen voor alleen spraak. Er 3 Het voorbeeld van 100 handhelds is berekend aan de hand van het gemiddelde verkeer van 0,2 Erlang per handheld en een stagnatiekans van 1%. Normaal wordt er ongeveer rekening gehouden met 0,12 Erlang per toestelaansluiting. KPN Telecom 7

Opbouw systeem verkeersverdeling per aan te sluiten zender gekeken worden 4. De DCC-kaarten communiceren onderling door middel van een hogesnelheidsbus via de interne bekabeling van de PM. Deze hogesnelheidsbus wordt tussen de verschillende ruiven onderling via de BBR (Backbone Repeater) gerealiseerd. Hiervoor is het nodig dat alle DCC-kaarten van één DECTomgeving zich binnen één kast bevinden. De Vox SOPHO ismobile Manager communiceert met de DECT-omgeving bij het ontbreken van een BBR rechtstreeks via een van de DCC s. 3.2.5.b BBR Indien een grotere draadloze omgeving noodzakelijk is, kunnen meerdere PM s via een zogenaamde BBR (Backbone Repeater) aan elkaar worden gekoppeld. Er kunnen maximaal vier PM s aan elkaar worden gekoppeld. Deze moeten zich wel in één kast bevinden. De BBR wordt daarom alleen in de is3050 en is3070 toegepast. De totale draadloze omgeving omvat maximaal 256 radiozenders en zo n 3200 draadloze gebruikers 5. De BBR heeft vanuit de PM alleen voeding nodig, en kan dus op een vrije positie naast de DCC geplaatst worden. De Vox SOPHO ismobile Manager communiceert met de DECT-omgeving via de BBR. 3.2.5.c DCX DE DCX bevat de V.24 interface en een ethernet interface voor de DECT Manager. De DCX heeft geen eigen printkaartpositie nodig, zit als opsteekkaart op een van de DCC-8 kaarten. 3.2.6 Digitale netlijnoverdragers Hiervoor zijn twee verschillende typen overdragers beschikbaar. De DTX-I ten behoeve van de ISDN(2)-netlijnen is al besproken bij de digitale toestelkaarten. Voor ISDN(30) is er een aparte overdrager, de DTU- PH. 3.2.6.a DTU-PH Deze overdrager kan voor twee verschillende doeleinden worden gebruikt: als ISDN(30)- interface naar de openbare infrastructuur 6 en als DPNSS-overdrager voor een 2 Mbit/skoppeling naar een ander bedrijfscommunicatiesysteem. Dit type kaart kan eveneens worden gebruikt als digitale verbindingsoverdrager op basis van Q-Sig. De kaart wordt dan als ISDN(30)-overdrager geschakeld. De instelling van hoe de overdrager zich gedraagt wordt door middel van software (firmware en projecteringsinstellingen) bepaald. De kaart maakt gebruik van een gehele unitgroep en kan daarom alleen geplaatst worden in de eerste positie van een unitgroep in de standaard-kaartposities. De DTU-PH kan tevens in de bijzondere posities worden geplaatst. 4 5 ismobile-configuratie Per DCC-kaart zijn er tevens 30 kanalen voor het aansturen van zenderkanalen. Bij het toepassen van de 6-delige zenders worden deze kanalen niet volledig benut. Bij het toepassen van alleen 12-delige zenders kunnen toch maar maximaal 30 kanalen gebruikt worden. Er is hierbij uitgegaan van 100 handhelds per DCC, dus 0,2 Erlang per handheld en een stagnatiekans van 1%. 3.2.7 Digitale verbindingslijnen Ook hierbij kunnen verschillende typen kaarten worden onderscheiden, met elk hun specifieke toepassing. 3.2.7.a DTU-PH Deze is al besproken bij de digitale netlijnen. Voor het gebruik als verbindingslijn op basis van DPNSS of Q-Sig kan nog worden toegevoegd dat bij het toepassen van de zogenaamde vaste verbindingen van n x 64 Kbit/s ook gebruik wordt gemaakt van het 2 Mbit/s koppelvlak. Ook in dat geval moet dus een DTU-PH worden gebruikt. 6 De ISDN(30) interface kan alleen als zogenaamde slave ingesteld worden. Het leveren van een koppelvlak zoals ook de openbare infrastructuur zich gedraagt ( master ) voor bijvoorbeeld het aansluiten van routers, wordt niet ondersteund. KPN Telecom 8

Opbouw systeem 3.2.7.b DTU-PU Deze kaart heeft verschillende toepassingen. In de eerste plaats kan de kaart worden gebruikt voor digitaal netlijnverkeer op basis van de digitale ALS70-signaleringvorm. Deze signaleringsvorm is in Nederland echter vrijwel verdrongen door ISDN. Een tweede toepassing van de DTU-PU is die van digitale E&M-overdrager. Hiermee kan een 2 Mbit/s-verbindingslijn worden gerealiseerd. In Nederland wordt dit niet vaak toegepast 7. De DTU-PU kan eveneens worden gebruikt als interface waarmee de verschillende is3070/is3090-units onderling via een 2 Mbit/s-verbinding worden gekoppeld op basis van IMP-netwerking. Een laatste toepassing die te maken heeft met de interne netwerkfuncties is het gebruik van de zogenaamde remote perifere module. Tussen de diverse applicaties wordt geschakeld door middel van hardwareinstellingen op de kaart. De DTU-PU kan alleen worden gebruikt in de eerste positie van een unitgroep in de standaardposities. 3.2.7.c DTU-VC Met deze kaart kunnen voor elke vaste verbinding van 64 Kbit/s drie gecomprimeerde DPNSS-verbindingskanalen worden gerealiseerd. Per kaart kunnen drie van deze vaste 64 Kbit/s verbindingen worden aangesloten. Hierdoor kunnen per kaart dus maximaal negen verbindingskanalen beschikbaar worden gesteld. De kaart kan op drie manieren worden gebruikt: als interne compressiekaart via of een vaste verbinding, of een gekozen verbinding en als externe compressiekaart. Met de eerste toepassing kunnen de kanalen die zijn gecomprimeerd via de DTU-VC weer worden aangeboden aan een standaard 2 Mbit/s DPNSS-koppelvlak. Hierdoor wordt de 2 Mbit/s verbinding efficiënter gebruikt. Bij de tweede toepassing wordt de gecomprimeerde verbinding in combinatie met PVN toegepast. Hiermee kan er slecht één van de 3 aanwezige circuits gebruikt worden. 8 De externe toepassing wordt gerealiseerd door middel van vaste verbindingen van 64 Kbit/s 9. De DTU-VC kan alleen worden geplaatst in de eerste positie van een unitgroep in een standaard-kaartpositie. Omdat de DTU-VC echter veel voeding nodig heeft, kan per twee unitgroepen slechts één DTU-VC worden toegepast. Voor de gehele ruif betekent dit dat er maximaal twee DTU-VC s aanwezig mogen zijn. 3.2.8 Overige perifere kaarten Naast de al genoemde interfacekaarten zijn er nog kaarten met specifieke functionaliteiten. 3.2.8.a ATU-PA Deze kaart bevat twee circuits ten behoeve van een pagingkoppeling. Hiermee kan een pagingsysteem volgens de ESPA-standaard worden gekoppeld. Deze kaart neemt één standaard-kaartpositie in en kan in elke standaard-kaartpositie worden gebruikt. 3.2.8.b CFC Deze conferentiekaart kan worden gebruikt om maximaal acht partijen gelijktijdig te laten deelnemen aan een conferentiegesprek. De kaart neemt één standaard-kaartpositie in en kan in elke standaardpositie worden gebruikt. 3.2.8.c IAS Deze kaart kan door het laden van verschillende software op twee manieren worden toegepast: als IAS-kaart en als IAS-A kaart. Als IAS-kaart (zie het hoofdstuk over VoiceManager 150) kan de kaart worden gebruikt voor de welkomst-, wachtrij- of nachtboodschap van een ACD of voor welkomstboodschappen bij naar de bediening geherrouteerde doorkiesoproepen. Bij de toepassing als IAS-A kaart (zie het hoofdstuk over VoiceManager 110) gedraagt de kaart zich als een normale digitale toestelkaart, maar wel met standaardboodschappen. Bij beide toepassingen kan de kaart in de eerste positie van een unitgroep in de standaardkaartposities worden geplaatst. De IAS-kaart kan ook in de bijzondere kaartposities worden gebruikt. Om meer capaciteit qua tekstopslag te creëren voor tekstboodschappen vanaf de VoiceManager 110/150 kan er extra geheugen op de kaart worden aangebracht. 7 8 Dit wordt ook wel Common Associated Signalling (CAS) genoemd. Voor dit ene kanaal geldt uiteraard wel dat er 3 gecomprimeerde verbindingen toegepast worden. Voor meer capaciteit ten aanzien van de kanalen kunnen er bij de VoiceManager 150 9 Het koppelvlak van de 64 Kbit/s verbinding moet gebaseerd zijn op G703. KPN Telecom 9

Opbouw systeem identieke configuraties van de VoiceManager 150 kaart in het systeem worden aangebracht. De IAS-kaarten moeten zowel qua extra aanwezige geheugens, als qua indeling van tekstmeldingen aan elkaar gelijk zijn. Zijn er meer verschillende tekstenmeldingen noodzakelijk dan er in één VoiceManager opgeslagen kan worden, dan kunnen meerdere VoiceManager 150 configuraties toegepast worden met verschillende tekstmeldingen. Bij de VoiceManager 110 is elke poort afzonderlijk in te stellen. Er kunnen meerdere kaarten in een systeem aanwezig zijn, waarbij er geen enkele onderlinge relatie is tussen de diverse kaarten. Bij beide toepassingen kan ervoor worden gekozen de kaart niet volledig te gebruiken. In dat geval kan de tweede positie van de unitgroep worden gebruikt voor andere kaarten. 3.2.8.d VoiceManager 505 De VoiceManager 505 kaart is een complete intern voicemail applicatie en is dus ook een interne kaart in de is3000. Per VoiceManager 505 kaart zijn maximaal 8 poorten beschikbaar ten behoeve van de voicemailapplicatie. De VoiceManager 505 neemt één standaardkaartpositie in en kan in elke standaardpositie worden gebruikt. 3.2.9 Interfacekaarten Naast de perifere kaarten voor het aansluiten van de eindapparatuur en het maken van koppelingen met de infrastructuur, zijn er interfacekaarten die gebruikt worden om bijvoorbeeld de beheerapplicaties aan te sluiten. Deze kaarten behoren niet tot de perifere kaarten. 3.2.9.a VIC Voor de is3010/3030 en is3050 is deze interfacekaart een hulpkaart van de centrale processor. Deze VIC3000 (V.24 Interface Card ten behoeve van CPU3000) bevat vijf V.24- circuits 10. Naast de 5 V.24 circuits is er een alarmuitgang aanwezig, die ten behoeve van Service Online toegepast wordt. 3.2.9.b BIM Voor de is3070 en is3090 is een aparte Backup & Interface Module (BIM) beschikbaar om allerlei besturingsinterfaces in onder te 10 In principe zijn er wel 6 V.24 circuits standaard aanwezig, maar één van die circuits kan niet toegepast worden in verband met het activeren van de Ethernet-koppeling in de CPU3000. brengen. Deze BIM is niet in de is3070/is3090 systeemkast ondergebracht. Het is een Windows 11 platform dat naast de is3070/3090 geplaatst wordt. CIE-2 De interfacing tussen de processoren in de is3070/3090 en de BIM vindt plaats met de CIE. De CIE (Communication Interface Ethernet) koppelt de BIM op basis van Ethernet aan de 4 processoren die in de is3070/3090 aanwezig kunnen zijn. BIM en CTI Er is een relatie tussen een BIM en CTI. Voor de CTI oplossing via een Ethernet-koppeling (zie het hoofdstuk over CTI) wordt in de BIM een Ethernet-interface aangebracht. Deze CTI oplossing is dus alleen mogelijk op de is3070/3090 12. 3.3 Software De software bestaat uit twee delen: de software die zorgt voor het hele telefonieproces (systeem- of centrale software) en de software waarmee het systeem op de specifieke bedrijfssituatie wordt toegesneden (projectering). 3.3.1 Systeemsoftware De systeemsoftware verzorgt de besturing van het systeem. De centrale software zorgt voor het opbouwen en bewaken van verbindingen en de afhandeling van faciliteiten, en stelt de systeembeheerder in staat om in het systeem in te grijpen. Ook stuurt deze software de zogenaamde perifere software aan, die op zijn beurt de besturing van alle toestelaansluitingen, bedieningen, netlijnen en verbindingslijnen voor zijn rekening neemt. Om de beschikbaarheid van de is3000 optimaal te kunnen garanderen is een aanzienlijk deel van de systeemsoftware gereserveerd voor testroutines. Deze testroutines bewaken het systeem continu, en grijpen in als er afwijkingen ontstaan. Indien er een fout optreedt (bijvoorbeeld een hardwarefout) en het systeem kan deze fout niet zelf oplossen, wordt een alarmmelding gegeven. Deze gaat gepaard met een uitgebreid analyserapport, waardoor een 11 12 Op dit moment wordt standaard de Windows 2000 versie toegepast. Dit zal in de loop der tijd wijzigen naar Windows XP. Voor de is3010 t/m is3050 is er een Ethernetinterface voor deze CTI-toepassing rechtstreeks op de processor beschikbaar. KPN Telecom 10

Opbouw systeem effectief herstel mogelijk is. In de meeste gevallen gebeurt dit al voordat de gebruikers er hinder van ondervinden. 3.3.2 Projectering De is3000 is een maatwerksysteem. Om het systeem aan te passen aan een specifieke situatie kunnen diverse parameters worden ingesteld. Met deze parameters wordt de configuratie vastgelegd, worden diverse toonen belritmes ingesteld, toestelnummers en faciliteiten bepaald, autorisaties vastgelegd, enzovoort. Kortom, de projectering geeft aan hoe de is3000 moet werken. Een groot deel van de systeemparameters is standaard ingevuld. De belangrijkste standaardwaarden staan in het hoofdstuk Systeemgrenzen benoemd. één licentie voor de DECT omgeving en is er een maximumaantal aan te melden handhelds toegestaan. Er kunnen meerdere ismobileomgevingen in één is3000 opgenomen zijn. Voor elk van de ismobile-omgevingen zijn dus afzonderlijke DECT handheld licenties noodzakelijk. Ook voor de Voxmaster SOPHO configuratie zijn er licenties per functie. Functies zijn bijvoorbeeld kostenbeheer voor een is3010, of configuratiebeheer voor een is3050. Voor elk van de te beheren is3000-systemen zijn per functie licenties verschuldigd. De systeembeheerder kan de is3000 aanpassen aan de bedrijfssituatie met behulp van een groot aantal parameters. Deze aanpassingen worden uitgevoerd met het faciliteitenbeheer. Hiermee kan de systeembeheerder onder andere per toestel verkeersklassen toewijzen, de lijst voor verkort kiezen invullen, beantwoordingsgroepen definiëren, enzovoort. (Zie het hoofdstuk Faciliteiten) 3.3.3 Licenties Binnen de is3000-systemen worden functionaliteiten vrijgegeven op basis van licenties. Er kunnen bijvoorbeeld maximaal 1216 interne nummers worden uitgegeven in een is3050, of er kunnen maar 50 ACDagenten binnen ACD-groepen opgenomen worden. De licenties worden per systeem toegekend en zijn dus ook alleen op dat specifieke systeem toepasbaar. Het omzetten van licenties van het ene systeem naar het andere is niet mogelijk. Voor de is3070/3090 geldt dat de licenties per unit gelden. Elke unit heeft zijn eigen licenties. Naast de licentie op de is3000 zijn op elke applicatie eigen licentiesstructuren aanwezig. Een compleet overzicht van de huidige toegepaste licenties wordt in bijlage?? beschreven. Met name bij de ontwikkeling van nieuwe functionaliteiten wordt de nieuwe functionaliteit al dan niet vrijgegeven door middel van licenties. Het genoemde overzicht kan dus inmiddels uitgebreid zijn. Naast de licenties die aan de is3000- processor gekoppeld zijn, zijn er ook nog DECT licenties. Per ismobile-omgeving is er KPN Telecom 11

Randapparatuur 4. Randapparatuur 4.1 Algemeen Randapparatuur is de verzamelnaam voor alles wat aangesloten kan worden als apparatuur op de aansluitpunten van de is3000. Bijvoorbeeld digitale, draadloze en analoge toestellen, bemiddelingstoestellen, aansluitapparatuur voor dataverbindingen, andere ISDN-terminal adapters enzovoort. De indeling kan gemaakt worden tussen randapparatuur voor telefonie, voor dataverbindingen en allerlei ISDN-applicaties. Ten slotte is er een categorie randapparaten die als hulpmiddel dienstdoen om de genoemde eindgebruikersterminals te koppelen aan de is3000 (PNT-L). 4.2 Randapparatuur voor telefonietoepassing Elk type gebruiker stelt andere eisen aan het te gebruiken toestel. Aan een toestel in een lift worden andere eisen gesteld dan aan een toestel voor een secretaresse, die snel informatie bij de hand moet hebben en vlot en efficiënt moet kunnen werken. Een operator moet beschikken over een speciaal bemiddelingstoestel, om zijn taak optimaal te kunnen uitvoeren. Informatie over de status van interne gebruikers (in gesprek of vrij) en gidsgegevens van interne en externe gebruikers zijn dan wenselijk. Om de behoefte van elke werkplek in te kunnen vullen en precies te bieden wat nodig is, beschikt de Vox SOPHO is3000 over vele keuze mogelijkheden. 4.2.1 Systeem toestellen Systeem toestellen zijn min of meer te verdelen in systeemgebonden analoge toestellen, systeemgebonden digitale toestellen en in standaard Euro-ISDNtoestellen. Systeemgebonden analoge toestellen bestaan uit de Vox BaseLine toestellen. De systeemgebonden digitale toestellen worden ingevuld met de Vox ErgoLine digitale toestelreeks. Deze bestaat uit een viertal verschillende type toestellen. De analoge toestellen worden uiteraard aan de analoge toestelkaart gekoppeld. De digitale toestellen kunnen worden aangesloten op de S 0 -bus van de is3000. Een van de kenmerken van de S 0 -bus is dat daarvoor de bekabeling 4-draads moet zijn. Voor die bedrijfsomgevingen waar alleen 2- draadsbekabeling aanwezig is, kan gebruikgemaakt worden van de 2- draadsoplossingen zoals al bij de digitale toestelkaarten beschreven is. Dit betekent het toepassen van de 2-draads (systeemgebonden) ErgoLine toestellen via de DLX-U, of de oplossing met de DLX-L, die specifiek voor het overbruggen van grotere afstanden bedoeld is. Bij deze laatste oplossing wordt een standaard S 0 koppelvlak geleverd, waarop dus ook nietsysteemgebonden ISDN-toestellen kunnen worden aangesloten. De is3000 kent dus drie verschillende digitale aansluitingen: een 4-draads aansluiting met een 4-draads eindpunt; een 2-draads aansluiting met een 2-draads eindpunt; en een 2-draads aansluiting met een 4-draads eindpunt. Afhankelijk van de afstand van de randapparatuur tot de centrale apparatuur en het aanwezige kabelnet kan zo per project een optimale invulling van de gewenste functionaliteit plaatsvinden. Alle ErgoLine digitale toestellen worden standaard vanuit de is3000 gevoed 13. Bij de Euro-ISDN-toestellen is de noodzaak van een lokale 230 V voeding bij het randapparaat afhankelijk van het toegepaste Euro-ISDNtoestel. 4.2.1.a Vox BaseLine Het assortiment van de BaseLine is opgebouwd uit een Vox BaseLine en een Vox BaseLine Pro. De Vox BaseLine toestellen zijn eigenlijk standaard analoge toestellen die specifiek zijn aangepast om additionele functionaliteiten te kunnen bieden in combinatie met de is3000. De additionele functionaliteiten zijn dan de wachtend bericht indicatie voor de beide BaseLine modellen en de nummerweergave voor alleen de BaseLine Pro. Vox BaseLine 13 Alleen bij de ErgoLine model 4 is er bij het toepassen van de optioneel leverbare uitbreidingmodule met functietoetsen een externe 230 V voeding noodzakelijk. Ook bij de oplossing voor grotere afstanden heeft de in dat concept opgenomen PNT-L een eigen externe 230 V voeding. KPN Telecom 12

Randapparatuur De BaseLine is een toestel met basisfunctionaliteiten. Naast een drietal geheugentoetsen kan er onder de 10 cijfer-toetsen ook nog eens een nummer geprogrammeerd worden. Uiteraard wordt ruggespraak ondersteund op basis van aardcriterium en bevat het toestel een en een -toets voor het activeren van functies. Als additionele functie wordt een wachtend bericht indicatie ondersteund, die op basis van polariteitskruising werkt. De BaseLine kan door middel van een meegeleverde steun ook als wandmodel toegepast worden. Vox BaseLine Pro 4.2.1.b Vox ErgoLine De modellen zijn gebruikersvriendelijk van opzet en geven voor elke toepassing een adequate invulling aan het telefoniegemak. Standaard wordt een donkergrijze versie geleverd. Optioneel is er voor de ErgoLine 2+, 3 en 4 een lichtgrijze versie mogelijk. Alle versie van de ErgoLine zijn zowel in tweedraads en een vierdraads versie leverbaar. ErgoLine 1+ De ErgoLine 1+ is een low-end standaard toestel Het toestel biedt een alfanumeriek display, nummerweergave, een bellerslijst, interne gids en ondersteund wachtend bericht indicatie. Vox BaseLine De BaseLine kan dus als basis-analoog-toestel toegepast worden. Vox BaseLine Pro De Vox BaseLine Pro heeft, naast de basisfuncties zoals die voor de BaseLine gelden, een display van 16 numerieke karakters, de mogelijkheid tot een luidsprekende functie en is eveneens te gebruiken voor handsfree telefoneren. In plaats van de slechts 3 geheugentoetsen van de BaseLine zijn er op de BaseLine Pro 12 toetsen waaronder een nummer of een functie geprogrammeerd kan worden. Deze geheugentoetsen zijn op twee niveaus te gebruiken. Daarnaast kan onder de cijfertoetsen ook nog een geheugenplaats geprogrammeerd worden 14. 14 Op het moment van het samenstellen van dit document wordt er gewerkt aan het introduceren van een Vox BaseLine Pro waarbij nummerweergave wordt ondersteund. Hierbij wordt van de opbellende partij het eventueel meegezonden nummer op het display van de BaseLine Pro zichtbaar. Een kort overzicht van de functionaliteiten zijn: ondersteuning van ruggesprakk en tranport van gesprekken 2 x 16 karakters alfanumeriek display menu besturing om instellingen te wijzigen kiezen vanuit de interne gids nummerweergave van de oproeper 15 handsfree functies bellerslijst Vox SOPHO ErgoLine 1+ Het digitale toestel voor gebruikers die hogere eisen stellen dan de basis-telefoniefuncties van hun toestel. 15 weergave van de naam in geval de oproeper in de interne gids van het toestel voorkomt. Bij gebruik van de gidsfunctie in de is3000 wordt de naam uit deze gids eveneens gepresenteerd op het display van de ErgoLine 1+. KPN Telecom 13

Randapparatuur Daarnaast het standaard toestel in combinatie met de Vox SOPHO SuperVisor 60E. Vox SOPHO ErgoLine 2+ Deze ErgoLine 2+ is een systeemgebonden digitaal toestel met standaard o.a. de volgende faciliteiten/functies: Een display van 2 regels met ieder 24 alfanumerieke karakters; de laatste 5 gekozen nummers worden in het toestel opgeslagen en kunnen opnieuw gekozen worden; de laatste 10 niet-beantwoorde oproepen worden in het toestel opgeslagen zodat deze teruggebeld kunnen worden; persoonlijke gids van 100 namen en nummers; handsfree bellen; luidspreker (volume instelbaar); handset (volume instelbaar); toepasbaarheid van een headset; belvolume- en belritmecontrole; automatisch beantwoording 16 ; intercomoproep binnen de groep; 6 op twee niveaus vrij programmeerbare functietoetsen. Het display maakt toepassingen als het voorbereiden van een nummer of het selecteren van een nummer vanuit de interne gids mogelijk. Ook kan gebruikgemaakt worden van de optionele centrale gids in de is3000 om op naam te zoeken. Het display geeft desgewenst de nummers weer van de beller, of de beantwoordende partij. informatie weergegeven kan worden, zoals bijvoorbeeld VIP-status, taal, kamernummer en dergelijke. Hierbij moet de hotelkoppeling op de Voxmaster SOPHO aanwezig zijn voor het koppelen van een hotelapplicatie. Doordat het display maar twee regels heeft, geeft het display niet altijd alle gewenste informatie in een keer, maar zal er in bepaalde gevallen door de verschillende displayregels heengestapt moeten worden met een cursortoets. De ErgoLine 4 komt hier dus beter tot zijn recht. De microfoon is los van de luidspreker te activeren zodat meeluisteren of volledige handsfree mogelijk is. Het uitschakelen van de microfoon maakt intern overleg mogelijk zonder dat er meegeluisterd kan worden. Tevens is het model 2+ optioneel geschikt voor een TAPI-koppeling. De fysieke koppeling wordt gevormd door een V.24 interface die optioneel te leveren is. De noodzakelijke driver wordt als freeware beschikbaar gesteld. Op deze TAPI-koppeling kan bijvoorbeeld een Windowsapplicatie zoals Connect for All gekoppeld worden. (Zie verder het hoofdstuk over CTI) De ErgoLine 2+ wordt vanuit de is3000 gevoed, zodat er geen lokale externe voeding nodig is. De functietoetsen met LED-indicatie maken dit toestel geschikt voor standaard zakelijke gebruikers, ACD-gebruikers en dergelijke. Uiteraard is dit model geschikt om in combinatie met de naamweergave zoals geboden wordt vanuit de naamnummerdatabase van de is3000 toegepast te worden. Ook kan dit model in combinatie met de Voxmaster SOPHO gidsmodule externe namen weergeven. Het weergeven van de externe naam vindt alleen plaats als de externe partij zijn nummerinformatie meestuurt en het uiteraard als nummer in de database is ingevoerd. Voor interne nummers krijgt zowel de oproeper als de opgeroepene de naam van de andere partij weergegeven. Specifiek voor de hotelbrache kan dit toestel ingezet worden als servicetoestel waarbij niet alleen de naam van de gasten van het hotel weergegeven wordt, maar tevens additionele 16 Er is ook een instelling mogelijk waarbij er gedurende één uur automatische beantwoording plaatsvindt. Vox SOPHO ErgoLine 2+ Vox SOPHO ErgoLine 3 Dit geavanceerde model is een systeemgebonden digitaal toestel met standaard o.a. de volgende faciliteiten/functies: kantelbaar display van 2 regels met ieder 24 alfanumerieke karakters; de laatste 5 gekozen nummers worden in het toestel opgeslagen en kunnen opnieuw gekozen worden; de laatste 10 niet-beantwoorde oproepen worden in het toestel opgeslagen zodat deze teruggebeld kunnen worden; KPN Telecom 14