Inhoudsopgave. 1. Inleiding... 1



Vergelijkbare documenten
Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

1. Inleiding Algemene organisatiegegevens Trends, ontwikkelingen en signalen welzijnswerk Goes

Stichting Wel.kom - Holding Stichting Wel.kom - Venlo/Beesel Stichting Wel.kom - Roermond

Samen voor een sociale stad

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Brede Welzijnsinstelling. Stand van zaken ten behoeve van De raadscommissie Samenleving

Werkplan. Versie 30 september 2015

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

SWH laat zich leiden door een heldere visie en een duidelijke strategie. Beiden worden in het visiedocument gepresenteerd.

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Jaarverslag Stichting De Boei. Sociaal Werk Bunschoten

Welzijn in Baarn Visie op welzijn

Gerry Broersma Opbouwwerker Miks Welzijn, Joure

DUURZAME DIENSTVERLENING IN DE BUURT

Jaarverslag Stichting De Boei. Sociaal Werk Bunschoten

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Rol: Maatschappelijk assistent

TRILL Programma van eisen VWC

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

ACHTERGRONDINFORMATIE EN PROFIELSCHETS LID RAAD VAN TOEZICHT STICHTING MJD September 2014

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Thema maatschappelijke participatie

DOEN WE HET IN ARNHEM

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Samenwerken aan welzijn

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Evaluatie Vrijwilligers Informatie Punt

Datum: 7 november 2014 Auteur: Managementteam Status: Definitief. Strategisch beleidsplan

Alle diensten hebben tot doel te stimuleren dat gebruikers meedoen aan de samenleving en het opruimen van eventuele participatieblokkades.

Deze tijd vraagt om creativiteit

Het belang van anders

Zoektocht. Directeur/bestuurder Socius

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Gemeentelijke wijkgericht werken rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd Leiden

De doelstelling van de stichting is het bieden van jeugdhulp aan jeugdigen en gezinnen.

Uitvraag Vrouwenopvang

Datum 18 juni 2018 Behandeld door Ger Last Ons kenmerk Datum uw brief 28 maart 2018 Pagina 1 van 2 Uw kenmerk

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Welzijn nieuwe stijl. Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen. 19 oktober 2010 Marjon Breed

Met elkaar voor elkaar

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Inhoudsopgave Inleiding Algemene organisatiegegevens Trends, ontwikkelingen en signalen welzijnswerk Goes

Gemeenteraadsverkiezingen 2018: Wmo-raad Sittard-Geleen doet politieke partijen suggesties

jaarrapportage SMWO 2011

sociale teams In de stad Groningen

Ook de wensen en eisen aan de professionele organisaties veranderen door de kanteling.

1. ontmoeten/verbinden (en ondersteuning daarbij)

Wat feiten en cijfers: Vrijwilligers: 350 Stagiaires: 50 Beroepskrachten: 75 Medewerkers: 475. Omzet: 4,3 miljoen

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Wijkplan Centrum/ Noord-West. Internet-versie

We zijn in de buurt. Over het beleidsplan van Partis

Marktconsultatie #IndeBuurt Joost van Ravesteyn - 21 maart 2016

De slimste route? Vormgeven toegang

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan.

januari L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl

Werkvloer mantelzorg en vrijwilligers

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

=PLNk_H44EXxX-IVhVcFdC5pPMgaIex4FZQ

Gewijzigde subsidieaanvraag 2018 SCw Leiderdorp

Keuzedeel mbo. Wijkgericht werken. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0186

Prestatieplan 2014 Stichting Welzijn Ouderen

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Thema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Prestatieplan 2017 STG

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

HULPDIENST NIJMEGEN. Beleidsnotitie

Malkander Ede. Beleid

Subsidieregeling Opbouwwerk

De cliënt is DE schakel in de keten schulddienstverlening

Geografisch: Overig: Geografisch: Overig: Geografisch: Overig:

Buurtbemiddeling helpt!

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Algemene organisatiegegevens... 2 2.1. Organisatieontwikkeling... 2 2.2. Organogram... 2 2.3. Bestuurlijke samenstelling en taken... 3 2.4. Samenstelling managementteam... 4 2.5. Personeelsbeleid... 4 2.5.1. Personeelsopbouw... 4 2.5.2. Deskundigheidsbevorderende maatregelen... 5 2.5.3. Werving en selectie... 6 2.5.4. Productiviteitsoverzicht... 6 2.5.5. Overige thema s... 6 2.6. Kwaliteit... 7 2.6.1. Algemeen kwaliteitsbeleid... 7 2.6.2. Cliënttevredenheid... 7 2.6.3. Ketenpartnertevredenheid... 7 2.6.4. Medewerkerstevredenheid... 7 2.6.5. Klachten... 8 2.6.6. Agressie en onveiligheidsbeleid... 8 2.6.7. Arbobeleid... 8 3. Welzijnswerk... 10 3.1. Algemeen... 10 3.2. Jeugd en jongeren... 10 3.3. Ouderen... 11 3.4. Vrijwilligers(organisaties)... 11 3.5. Mantelzorgers... 12 3.6. Burgers in wijken, dorpen en kernen... 12 3.7. Migranten... 12 4. Algemeen maatschappelijk werk... 13 4.1. Algemene ontwikkelingen... 13 4.1.1. Ontwikkelingen regio Schouwen-Duiveland... 14 5. Ontwikkelproject Sociale Verbindingen... 16 5.1. Inleiding... 16 5.2. Leren en ontwikkelen... 16 5.3. Communicatie... 16 5.4. Wat doet dit ontwikkeltraject?... 16

Bijlage 1: Resultaten welzijnswerk... 17 1. Jeugd en Jongeren... 17 1.1. Ambulant jongerenwerk... 17 1.1.1. Harddrugs en softdrugs preventie... 18 1.2. Risicojeugd 12-... 18 1.3. Risicojeugd 12+... 20 1.4. Ondersteunen jongerenparticipatie... 22 1.5. Samenwerking met onderwijs Motorisch Remedial Teaching (MRT) 2013... 22 1.6. Schoolsportproject... 23 2. Ouderen... 24 2.1. Bewegen en gezonde levensstijl ouderen... 24 2.2. Informatie en advies ouderen individueel... 24 2.3. Signalering ouderen 2013... 25 2.4. Woonservicezones ouderen... 25 2.5. Zelfredzaamheid kwetsbare ouderen... 25 3. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties... 27 3.1. Taken gericht op de samenleving/vrijwillige diensten... 27 3.2. Maatschappelijk betrokken ondernemen... 27 3.3. Taken gericht op vrijwilligersorganisaties... 28 3.4. Taken gericht op de vrijwilliger... 29 3.5. Maatschappelijke stage (MaS)... 29 4. Wijken, buurten, kernen... 31 4.1. Burgerparticipatie... 31 4.2. Buurtbemiddeling... 32 4.3. Ruilwinkel... 33 5. Migranten... 34 6. Mantelzorgers... 35 7. Overige projecten... 36 7.1. Beweegcoach... 36 Bijlage 2: Resultaten maatschappelijk werk... 37 1. Inleiding... 37 1.1. Welke mensen melden zich bij SMWO... 37 1.1.1. Aantal aanmeldingen... 37 1.2. Type hulpvragers... 38 1.2.1. Bron van inkomsten... 39 1.2.2. Leeftijdsopbouw cliëntenbestand... 39 1.2.3. Problematieken... 39 1.3. Aantal intakes... 40 1.4. Start hulpverlening... 41 1.5. Afgesloten casussen... 42

1.6. Aantal unieke cliënten in 2013... 42 1.7. Korte contacten... 43 1.8. Doorlopende casussen... 44 1.9. Overzicht korte en lange trajecten... 45 2. Prestatie indicatoren... 46 2.1. Waakvlamcontacten... 46 2.2. Familienetwerkberaden... 46 2.3. Succesvolle afsluitingen... 47 2.4. De zelfredzaamheidsmatrix... 48 2.5. Cliëntprofielen... 48 2.6. Verwijzingen... 49 3. Urenverantwoording AMW 2013... 50 Bijlage 3: Resultaat Woon(her)kansen... 51 1.Inleiding... 51 1.1. Aanmeldingen... 51 1.2. Afsluitingen... 52 1.3. Doelgroep... 52 1.4. Kracht van WHP... 53

1. Inleiding Voor u ligt de jaarrapportage 2013 van de Stichting Maatschappelijk Werk en Welzijn Oosterschelderegio (SMWO). SMWO voert taken uit op het gebied van algemeen maatschappelijk werk en welzijnswerk. Het maatschappelijk werk wordt in zes gemeenten in de Oosterschelderegio uitgevoerd en het welzijnswerk in de gemeenten Goes en Schouwen- Duiveland (sinds oktober 2013). SMWO streeft naar steeds meer integratie van de beide werksoorten, aangezien de focus van de maatschappelijke opdracht meer en meer komt te liggen op de versterking van de sociale verbanden van burgers in buurten, wijken en dorpen. In dat kader wordt ook nauw samengewerkt met lokale welzijnsinstellingen voor de uitvoering van het project Sociale Verbindingen dat in Goes, Borsele en Kapelle wordt uitgevoerd. Daarnaast is de organisatiestructuur ingericht op het wijk- en buurtgericht werken. De uitdagingen waar de Nederlandse samenleving de komende jaren op het gebied van welzijn en zorg voor staat zijn fors en vragen om een andere werkwijze van onze organisatie. Van een aanbodgerichte organisatie transformeert SMWO in een vraaggerichte organisatie. Een organisatie waar medewerkers uitgaan van zelfregie van de burgers, waar de mogelijkheden van burgers en sociale netwerken het uitgangspunt zijn maar met oog voor de kwetsbaren. Onze medewerkers zijn proactief, outreachend en staan open voor samenwerking met andere organisaties in het sociaal domein. Ze kennen en erkennen de sociale verbanden in wijken en dorpen en bouwen samen met burgers aan een krachtige sociale samenleving. SMWO is één van de partijen die actief zijn in het sociaal domein. Samen met burgers en organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn geven we vorm aan het sociaal domein. Met behoud van de eigen expertise moet er vooral gewerkt worden vanuit het motto dat breed welzijnswerk een goede preventie is van zorg. Sterke burgers in een krachtige samenleving zorgen voor sociale cohesie en creëren hierdoor een vangnet voor kwetsbare burgers. Het brede welzijnswerk zal zich met name blijven richten op het ondersteunen van initiatieven van burgers en het ondersteunen en bevorderen van de zelfredzaamheid van de meest kwetsbaren in de samenleving. In dit jaarverslag leest u hoe SMWO in 2013 aan deze opdracht heeft gewerkt. 1

2. Algemene organisatiegegevens In deze paragraaf treft u gegevens aan over de ontwikkeling van SMWO als organisatie en op welke manier zij bezig is de organisatie te kantelen naar een organisatie die zoveel mogelijk bottom up georganiseerd wordt, waardoor de professional de ruimte krijgt zich te oriënteren op de basistaken en ondersteund wordt in de uitvoering van het werk. 2.1. Organisatieontwikkeling SMWO heeft gekozen voor een platte organisatie. Er is een open en fexibele organisatie ontstaan. Ook de grenzen tussen de beide domeinen welzijn en maatschappelijk werk zijn met het aanstellen van teamleiders, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de aansturing van het primair proces, minder scherp geworden. De kostprijs die de gemeenten betalen is de laatste 4 jaar niet geïndexeerd, terwijl de loonkosten en materiële kosten jaarlijks zijn toegenomen. Voor SMWO vertaalt zich dat in een zeer kostenbewust beleid en een scherpe financiële bewaking. Door uitbreiding van de zakelijke dienstverlening kan het risico worden gespreid. Deze diensten sluiten aan op het reguliere aanbod en betreffen onder meer mediation en bedrijfsmaatschappelijk werk. Een flexibele organisatie heeft medewerkers, die vanuit hun vak en beroepsprofiel goed toegerust zijn om hun werk te kunnen verrichten. Samenwerking met andere organisaties in wijk- en gebiedsteams vraagt om een open houding, waarbij niet aanbodgericht maar vraaggericht wordt gewerkt. SMWO heeft de organisatiestructuur dan ook aangepast op het gebiedsgericht werken. Van een organisatie als SMWO mag worden gevraagd, dat de medewerkers goed zijn opgeleid, beschikken over de juiste competenties, kennis hebben van het netwerk, actuele trends en ontwikkelingen volgen en hierbij vanuit de organisatie worden ondersteund. In het jaarwerkplan 2013 is aan de hand van de evaluatie een aantal thema s benoemd waaraan is gewerkt. Uitgangspunt hierbij is dat de focus ligt op het gebiedsgericht werken volgens de principes van Welzijn Nieuwe Stijl. Kostenbeheersing is essentieel om een gezonde financiële organisatie te blijven en continuïteit en kwaliteit van zorg te garanderen. De thema s uit het jaarwerkplan 2013 zijn: Strategie en beleid, wijkgericht werken, netwerken in het sociaal domein. Leiderschapsstijl, faciliterende en ondersteunende rol van teamleiders. Management van medewerkers, competenties en deskundigheidsbevordering, werken volgens de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl. Management van processen, goede afstemming van het primaire proces en ondersteunende diensten, goede registratiestructuur, financiële beheersing, kwaliteitsmanagement en certificering. Management van middelen, continuïteit van zorg, loketfunctie, ondersteuning van vrijwilligers en innovatie. In het najaar van 2013 hebben het managementteam en de teamleiders gesproken over de koers van de organisatie en de visie op de toekomst. Dit heeft geresulteerd in een position paper, waarin de missie en visie van SMWO zijn benoemd alsmede de kernwaarden en kernkwaliteiten van de organisatie. Om de ingezette omslag goed te kunnen maken, is het van belang dat medewerkers meedenken en mee vormen. Daarom wordt het position paper met medewerkers in 2014 besproken en verdiept. Op basis van de interne en externe toetsing van het position paper zal in 2014 een nieuw meerjarenbeleidsplan worden opgesteld. Tevens zal nadrukkelijk worden geïnvesteerd in versterking van de interne en externe communicatie. 2.2. Organogram De teamleiders zijn verantwoordelijk voor de voortgang van de reguliere werkzaamheden en geven samen met de medewerkers vorm aan de transities zoals die de komende periode binnen de organisatie moeten plaatsvinden. Een nauwe samenwerking en open communicatie 2

tussen het managementteam en de teamleiders is hierbij het uitgangspunt. Het op elkaar afstemmen van visie, koers en type leiderschap is hier een belangrijk onderdeel van. Alleen met draagvlak op alle niveaus binnen de organisatie kunnen transities succesvol plaatsvinden. Het organogram ziet er als volgt uit: 2.3. Bestuurlijke samenstelling en taken Het toezichthoudend bestuur is samengesteld uit de volgende personen: De heer J.M. de Jonge De heer J.L. de Troije Mevrouw W.M.C. Heesters-Lavrijsen De heer P.J. Dorst De heer D.W. van de Merwe Mevrouw T. van Sisseren-Renema voorzitter penningmeester lid secretaris lid lid Het bestuur kent een tweetal vacatures. Met ingang van 1 januari 2014 zullen deze vacatures, als gevolg van de fusie met SportZeeland, worden ingevuld door voormalig bestuursleden van SportZeeland. Het bestuur werkt volgens de zogenaamde Governancecode. De belangrijkste onderwerpen die het afgelopen jaar binnen het overleg tussen bestuur en directie besproken zijn: de budgetten 2013 (zowel afkomstig uit subsidie als uit overige inkomsten), de interne begroting evenals de onderhandelingen met gemeenten over te leveren diensten in 2014 en het financieel verslag. 3

In de vergadering in maart 2013 is het financieel verslag 2012, inclusief goedkeurende accountantsverklaring en de inhoudelijke jaarrapportage besproken en ongewijzigd vastgesteld door het bestuur. De financiële ontwikkelingen en organisatieontwikkelingen in den brede zijn een constant punt van aandacht. Naast deze gebruikelijke gesprekspunten zijn in het bijzonder in 2013 aan de orde geweest: de opvolging van de directeur per 1 juli 2013, het deeltijdontslag van een aantal teamleiders, de renovatie van het parkeerterrein, de afwikkeling van de procedure inzake de subsidie van de gemeente Tholen, de fusie met SportZeeland en de overname van taken van het voormalig Welzijnshuis Schouwen-Duiveland. Het jaar 2013 heeft als gevolg van het vertrek van mevrouw de Bruyckere-Snoeck en de komst van mevrouw Noordhoek als nieuwe directeur, alsmede de noodzaak om tot (deeltijd)ontslag van teamleiders over te gaan, in het teken van afscheid nemen en verandering gestaan. Dit is nog versterkt door de komst van de medewerkers van SportZeeland en de overname van werkzaamheden op het gebied van welzijn in Schouwen- Duiveland. 2.4. Samenstelling managementteam Het managementteam bestaat uit de volgende personen: Mw. R.M. de Bruyckere-Snoeck directeur (tot 1/7/2013) Mw. M.C. Noordhoek directeur (vanaf 1/7/2013) Mw. C.J. Westerweele controller en MT lid 2.5. Personeelsbeleid Binnen het kader van het personeelsbeleid volgt hieronder een weergave van de thema s die het afgelopen jaar besproken zijn tussen de functionaris personeelsbeheer en de leden van het managementteam. 2.5.1. Personeelsopbouw In 2013 is het personeelsbestand van SMWO uitgebreid. Per 1 oktober 2013 zijn er 10 medewerkers in dienst getreden, afkomstig van het Welzijnshuis Schouwen-Duiveland. Deze medewerkers hebben een tijdelijke aanstelling gekregen. Eind 2014 zal duidelijk worden of deze medewerkers in dienst kunnen blijven bij SMWO. Met ingang van 1 januari 2014 is SportZeeland gefuseerd met SMWO. Door deze fusie is het personeelsbestand van SMWO toegenomen met eveneens 10 medewerkers. Drie medewerkers zijn per 1 januari 2014 uit dienst getreden en in dienst gekomen bij de GGD Zeeland. Reden hiervan is de verschuiving van het werkgeverschap van SMWO naar de GGD Zeeland ten behoeve van de medewerkers van het Steunpunt Huiselijk Geweld te Vlissingen. Naast bovengenoemde veranderingen in het personeelsbestand is het verloop in 2013 te vergelijken met het verloop in 2012, wat naast het natuurlijk verloop, niet opvallend te noemen is. Volgende grafiek geeft een weergave van de leeftijdscategorieën binnen de organisatie. 4

Grafiek 1: opbouw van het personeelsbestand naar leeftijd 2.5.2. Deskundigheidsbevorderende maatregelen Deskundigheidsbevordering is binnen SMWO zeer belangrijk. Om in te kunnen spelen op de ingrijpende veranderingen binnen het sociale domein en de transitie naar Welzijn Nieuwe Stijl, is het van groot belang goed in beeld te krijgen en te houden wat de kwaliteiten en competenties zijn van de medewerkers. Aangezien er steeds meer samenwerking wordt vereist en ook gezocht tussen welzijn en maatschappelijk werk, is het belangrijk om niet alleen binnen de teams te kijken, maar ook daarbuiten. Door middel van functioneringsgesprekken en Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP)-gesprekken worden de competenties van de medewerkers in beeld gebracht. Daar waar scholing nodig is, wordt getracht dit in te zetten. Hiervoor is budget beschikbaar gesteld. Ook in het afgelopen jaar hebben medewerkers, zowel collectief als individueel diverse opleidingen of trainingen gevolgd. De keuze voor opleidingen of trainingen wordt gebaseerd op de uitkomsten van de persoonlijke ontwikkelgesprekken of de teamontwikkelplannen en sluiten aan bij het uitgangspunt van de organisatie om te werken volgens de principes van Welzijn Nieuwe Stijl. Collectieve scholing is dan ook voornamelijk ingezet om medewerkers goed voor te bereiden op een andere werkwijze die door de ontwikkelingen in het sociale domein van de organisatie wordt gevraagd. Hieronder volgt een overzicht van scholingen en opleidingen die in 2013 zijn gevolgd: Collectief: responstraining/omgaan met agressie; rol van inbrenger in een familienetwerkberaad; opfriscursus oplossingsgericht werken; interculturele communicatie; masterclass casemanagement en regievoering voor maatschappelijk werkers; veranderende wet- en regelgeving voor medewerkers IP; groepswerk nieuwe stijl; herhaling BHV en EHBO. 5

Individueel o.a.: gevolgen van materiële strijd bij echtscheiding; intakegesprekken voeren; traumaverwerking; coachingsgesprekken voeren; buurtbemiddeling (samen met vrijwilligers). 2.5.3. Werving en selectie Ten behoeve van de instroom van personeel binnen de organisatie wordt het instrument werving en selectie ingezet. Met dit instrument kan grote invloed uitgeoefend worden op de kwalitatieve en kwantitatieve instroom. Voor de organisatie is het van belang dat de juiste medewerker op de juiste plaats werkt. Een dergelijke medewerker is in staat conform de missie en visie een zodanige bijdrage te leveren aan de doelen dat deze optimaal gerealiseerd worden. Er is gewerkt aan een nieuwe versie van dit beleid om beter op de gewenste flexibiliteit, binnen en buiten de organisatie, in te kunnen spelen. In 2014 zal het vernieuwde beleid geïmplementeerd worden. 2.5.4. Productiviteitsoverzicht In dit overzicht wordt de verhouding tussen directe, indirecte en verlofuren over 2013 door alle medewerkers zichtbaar gemaakt. Ruim twee derde van de tijd wordt besteed aan directe, dat wil zeggen cliënt- of projectgebonden uren. Grafiek 2: verhouding directe en indirecte uren direct indirect vakantieverlof/compensatie seniorenverlof bijzonder verlof zwanger-/ouderschapsverlof cursus ondernemingsraad ziek 2.5.5. Overige thema s Naast bovengenoemde twee thema s is er binnen SMWO doorlopend aandacht voor verzuim, vitaliteit, de balans tussen werk en privé, arbeidsvoorwaarden/cao, tevredenheid van medewerkers en de privacy van medewerkers. 6

2.6. Kwaliteit 2.6.1. Algemeen kwaliteitsbeleid In 2013 heeft er wederom een externe audit plaatsgevonden door de certificerende organisatie (KIWA) die de organisatie beoordeelt. De audit heeft geleid tot het zonder aanwijzingen voort mogen zetten van de beide HKZ certificaten welzijn en maatschappelijke dienstverlening. De beide auditoren waren onder de indruk van de werking van het kwaliteitssysteem volgens de PDCA cirkel en gaven complimenten over de manier waarop SMWO aandacht heeft voor het opstellen en uitvoeren van een risico-inventarisatie als onderdeel van het ARBO beleid. Het primaire proces van zowel maatschappelijk werk als welzijn wordt volgens de gemaakte afspraken uitgevoerd, waarbij vooral het toezicht op het naleven van de gemaakte afspraken binnen het Jeugdcentrum Goese Polder indruk maakte. In 2013 is besloten om de gedetailleerde normen van HKZ te vervangen door de nieuwe ISO 9001 voor zorg en welzijn. Deze laatste systematiek sluit beter aan bij de nieuwe manier van organiseren, namelijk met meer ruimte voor de professional en alleen dat vast te leggen wat echt noodzakelijk is en bijdraagt aan het behalen van de strategische doelstellingen van de organisatie. Binnen de ISO systematiek wordt meer uitgegaan van het centraal stellen van de klant en ligt de nadruk eerder op de kwalitatieve informatie uit de resultaten van de processen dan alleen de kwantitatieve metingen. Dit veranderingstraject zal ondersteund worden door het organisatieadviesbureau wat ook de jaarlijkse interne audits uitvoert. 2.6.2. Cliënttevredenheid Sinds de HKZ certificering van 2008 wordt er structureel de tevredenheid gemeten van onze cliënten en vrijwilligers. Het algemeen maatschappelijk werk scoort al jaren een 7.9 en ook het bezoek aan het Informatiepunt wordt met hetzelfde cijfer gewaardeerd. Naast het individuele evaluatiegesprek met cliënten aan het eind van de hulp, krijgen alle cliënten binnen een maand na afronding van de hulp ook nog een vragenlijst thuisgestuurd. In 2012 is tevens een klantenpanel opgericht bestaande uit 16 geïnteresseerde voormalig gebruikers van de diensten van SMWO. In 2013 zijn deze eenmaal geraadpleegd. De respons is op beide instrumenten relatief laag. Er zal in 2014 nagedacht gaan worden over de vraag hoe cliënten beter gevraagd kunnen worden naar hun tevredenheid over de hulp. De vrijwilligers die worden bemiddeld door de vacaturebank van het Steunpunt Vrijwilligerswerk ontvangen na hun gesprek met de medewerker ook een vragenlijst. Hun tevredenheid over deze dienstverlening krijgt een 7.4. In 2014 zal deze meting niet meer uitgevoerd worden, omdat de werkwijze van de vacaturebank gaat wijzigen. Uitgaande van eigen kracht van burgers, krijgen mensen die op zoek zijn naar vrijwilligerswerk de mogelijkheid om via een nieuwe website zelf in de digitale vacaturebank te zoeken in de vacatures en contact op te nemen met de organisatie van hun keuze. 2.6.3. Ketenpartnertevredenheid Eind 2013 is er gestart met een communicatietraject om zowel intern als extern de toegevoegde waarde van de organisatie te bepalen aan de hand van de mening van klanten en medewerkers. In het voorjaar van 2014 zullen er daarom diverse interviews plaats gaan vinden met belangrijke ketenpartners van SMWO. Tijdens deze interviews zal ook de tevredenheid over de samenwerking een onderwerp van gesprek zijn. 2.6.4. Medewerkerstevredenheid Eind 2013 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden. Alle medewerkers die in dienst zijn bij SMWO zijn uitgenodigd de vragenlijst in te vullen. De respons was boven de 50%, wat zeer hoog te noemen is. De algemene conclusie is dat de medewerkerstevredenheid is toegenomen in vergelijking met de voorgaande meting van drie jaar geleden. 7

2.6.5. Klachten Het afgelopen jaar is er één klacht in behandeling genomen door de externe klachtencommissie. De klacht hield het volgende in: de conclusies van de maatschappelijk werker over het verloop van de begeleiding kloppen niet; SMWO had geen netwerkbijeenkomst mogen organiseren. De commissie heeft vastgesteld dat de gehanteerde procedures correct zijn gevolgd en dat de door de klager ingebrachte informatie geen feiten of omstandigheden bevatte, die voor de commissie aanleiding zouden kunnen zijn om het destijds uitgebrachte advies te heroverwegen. De klacht is derhalve ongegrond verklaard. 2.6.6. Agressie en onveiligheidsbeleid In 2013 zijn er 6 meldingen gedaan van agressieve bejegening van klanten richting de medewerkers. In vergelijking tot vorig jaar is dat een kleine daling. De meldingen zijn nog steeds van medewerkers die het eerste contact hebben met klanten. Daar waar klanten teleurgesteld worden in hun verwachtingen van de hulp- en dienstverlening, wordt dit steeds vaker geuit door verbaal geweld. In 2013 hebben we gezien dat de incidenten vooral plaatsgevonden hebben in zaken waarbij sprake was van huiselijk geweld of waarbij psychiatrische problematiek een rol speelde. Wat niet wordt gemeld door middel van het formulier is de ervaren druk op de medewerkers vanuit cliënten die teleurgesteld zijn in wat wettelijk mogelijk is. De toegenomen druk is vooral merkbaar bij Infopunt SMWO. Medewerkers vullen hier geen formulier voor in, omdat het geleidelijk toenemende druk is. Dit blijkt echter wel uit de verslagen van het teamoverleg, waar dit onderwerp standaard op de agenda staat. De spanning in de samenleving neemt toe door versoberde wet- en regelgeving en de cliënten die gebruik maken van SMWO ervaren dit als onrecht dat hen wordt aangedaan. Tijdens een jongerenactiviteit is het bijvoorbeeld tot een handgemeen gekomen. Deze situatie heeft geleid tot een ontzegging van de toegang tot het jongerencentrum. Alle medewerkers van SMWO worden in de gelegenheid gesteld een scholing te volgen in het omgaan met agressie. Deze scholing is gericht op het voorkomen van escalatie van incidenten. Deze scholing wordt in 2014 opnieuw aangeboden en zal, in het kader van preventie, worden uitgebreid naar de collega s van alle afdelingen. Ook de bedrijfshulpverleners ontvangen een jaarlijkse bijscholing over onder andere de afgesproken procedure bij calamiteiten. Het formulier melding agressie- en onveiligheid is dit jaar uitgebreid met de mogelijkheid om aan te geven of structurele verbeteringen op het gebied van organisatiebeleid nodig of wenselijk zijn. Hierin is terug te zien dat alle meldingen direct worden besproken met de teamleider en ook een plaats krijgen in het teamoverleg. Op deze manier wordt stil gestaan bij de impact van het incident en wordt gekeken naar mogelijkheden er in de toekomst anders mee om te gaan. 2.6.7. Arbobeleid Vanuit de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) zijn in 2013 gerichte acties uitgevoerd, die opgenomen zijn in het jaarlijks opgestelde plan van aanpak. Zo is er extra aandacht geweest voor het licht en het interne klimaat. Op basis van een onderzoek door een extern bureau, zijn geconstateerde knelpunten nader onderzocht en voorzien van een advies. Concreet heeft zich dit vertaald in de schoonmaak van het ventilatiesysteem in het gehele gebouw en een aanpassing van de lichtsterkte op verschillende werkkamers. Ook is in 2013 gewerkt aan een legionella beheersplan en zijn gerichte afspraken gemaakt met extern deskundigen over de wettelijke eisen rondom uit te voeren controles. In het kader van de constante aandacht voor de werkplekonderzoeken zijn, op basis van individuele klachten van medewerkers, aanvullende werkplekonderzoeken uitgevoerd, gericht op het voorkomen van (ziekte)verzuim. In navolging op het beleid ter voorkoming van ziekteverzuim zijn medewerkers in 2013 in de gelegenheid geweest deel te nemen aan een periodiek medisch onderzoek door de bedrijfsarts. De uitkomsten van dit onderzoek hebben geen aanleiding gegeven voor het treffen van maatregelen. SMWO heeft jaarlijks 8

herhalingstrainingen voor EHBO en de bedrijfshulpverlening. Deze training wordt op maat gegeven. In 2013 is het aantal bedrijfshulpverleners uitgebreid om ook de veiligheid in onder andere de jongerencentra van SMWO te vergroten. Tevens is er, mede op basis van de uitkomsten van de audit, extra aandacht gekomen voor de ontwikkeling van een ontruimingsplan in de Paerdestal in Goes-West en in de Ruilwinkel. Ten aanzien van de Ruilwinkel is extra aandacht besteed aan het ontruimingsplan en de voorlichting van de bedrijfshulpverlening aan alle vrijwilligers. Alle nieuwe medewerkers en stagiaires werkzaam op de locatie s Heer-Elsdorpweg zijn voorgelicht over de bedrijfshulpverlening. Tot slot zal in 2014 aandacht komen voor de afstemming rond deze onderwerpen bij de collega s van Welzijn Schouwen-Duiveland en de collega s van SportZeeland als gevolg van de fusie met SMWO. In 2014 zal SMWO plannen maken voor de uitvoering van een nieuwe RI&E. 9

3. Welzijnswerk Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten en signalen van het welzijnswerk in het afgelopen jaar. 3.1. Algemeen In overleg met de betrokken wethouders en ambtenaren van de gemeente Goes is in 2013 gestart met een aantal discussiebijeenkomsten over de rol van het welzijnswerk in het nieuw in te richten sociale domein. Gezamenlijk is geconcludeerd dat welzijn een belangrijk instrument is als het gaat om preventie van zorg. De welzijnswerkers bouwen door hun kennis van en bekendheid met burgers van de diverse wijken, dorpen en kernen, samen met de bewoners aan een sociale infrastructuur die voorkomt dat mensen in een vroeg stadium een beroep moeten doen op gespecialiseerde en vaak duurdere vormen van zorg. Door activiteiten te organiseren, wordt ontmoeting met en tussen burgers georganiseerd, waarbij problemen of ondersteuningsbehoeften direct en snel gesignaleerd kunnen worden en er, indien noodzakelijk, een warme overdracht kan plaatsvinden naar laagdrempelige voorzieningen of hulp in de buurt. Het welzijnswerk is dan de verbindende schakel tussen informele en formele hulp. Daarnaast biedt het welzijnswerk ondersteuning aan initiatieven van burgers in wijken en dorpen. De activiteiten die in 2013 zijn uitgevoerd of de burgerinitiatieven die zijn ondersteund, hebben bijgedragen aan een netwerk van collectieve voorzieningen. Deze voorzieningen zorgen voor de mogelijkheid voor burgers om te kunnen participeren in de samenleving. Sterke en minder sterke burgers worden op deze manier aan elkaar verbonden. Deze voorzieningen kunnen zowel onderdeel van formele als van informele zorg zijn. Welzijnswerkers werken vanuit het principe van wederkerigheid, wat betekent dat het uitgangspunt is dat iedereen een talent heeft en zich op één of andere manier in kan zetten in de eigen leefomgeving. Op deze manier worden burgers zoveel mogelijk aangesproken op de eigen kracht en is er steeds minder sprake van een afhankelijkheidsrelatie, inclusief richting de overheid. Activiteiten zijn dan ook altijd zoveel mogelijk met de doelgroep samen georganiseerd, dan wel is het welzijnswerk faciliterend geweest. Het werken in wijken en dorpen gebeurt ook niet zonder samenwerking met alle andere aanwezige partners in de omgeving. Gezamenlijk zal er gebouwd worden aan de verbindingen die nodig zijn om iedereen zoveel mogelijk zelfstandig te laten wonen en deel te laten nemen aan de samenleving. Het welzijnswerk is dan ook partner in de op te starten wijkteams. Vanuit deze visie is er ook in 2013 in samenspraak met de gemeente Goes inzet gepleegd op diverse doelgroepen, te weten jeugd en jongeren, ouderen, vrijwilligers(organisaties) en mantelzorgers, migranten en burgers in wijken, dorpen en kernen. Afspraken hierover zijn vastgelegd in de nota Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF) 2013. Hieronder vindt u kort een beschrijving hoe er met en voor deze doelgroepen in 2013 door het welzijnswerk is gewerkt om de resultaten te behalen. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de resultaten, verwijzen wij u naar de bijlage. 3.2. Jeugd en jongeren Het welzijnswerk voor jeugd en jongeren (4-23 jaar) werkt, zoals verwoord in de jeugdnota van de gemeente Goes, vanuit het principe dat alle kinderen en jongeren gezond moeten kunnen opgroeien en ontwikkelen in een (sociaal) veilige omgeving. Het welzijnswerk draagt hieraan bij door een doorgaande lijn te creëren in de contacten met kinderen, waarbij vooral de meest kwetsbare kinderen de aandacht krijgen. Dit begint al op jonge leeftijd vanuit de activiteiten op de pleintjes, de activiteiten in de Brede Scholen of door de contacten met alle basisscholen vanuit de beweegactiviteiten in het kader van Motorisch Remedial Teaching (MRT). Door kinderen te kennen, ontstaat er een vertrouwensband, waardoor op latere leeftijd kinderen goed zijn aan te spreken op bevordering van gedrag met 10

respect voor zichzelf en hun omgeving. Sport is hierbij een goed middel gebleken om dit te realiseren. Zo is het afgelopen jaar samen met het CIOS ingezet op pleintjesactiviteiten op meer scholen. In 2013 zijn er op 11 scholen activiteiten georganiseerd. In samenwerking met jongeren zijn er veel activiteiten voor de jeugd georganiseerd. Dit heeft geleid tot de 2 e prijs van de Jong Lokaal Bokaal; een landelijke prijs voor steden die op gebied van activiteiten voor de jeugd het best presteren. Door de jongerenwerkers kunnen in een vroeg stadium problemen of risico s op het verstoren van een goede ontwikkeling van kinderen worden gesignaleerd. Deze signalen kunnen, indien nodig, direct worden doorverwezen naar samenwerkingspartners als het CJG of het maatschappelijk werk. 3.3. Ouderen Het ouderenwerk van SMWO richt zich voornamelijk op kwetsbare ouderen die nog zelfstandig wonen. Zeker als het gaat om deze groep burgers is het uitgangspunt welzijnswerk als preventie van zorg zeer relevant. Zonder de aanwezigheid van collectieve voorzieningen en de signalerende functie door middel van bijvoorbeeld het instrument Informatief huisbezoek, zou deze groep zeker vaker gebruik maken van zorg. Onderzoek door het Trimbos Instituut toonde al eerder aan dat 15-20% van de ouderen enigszins zelfredzaam is, maar zeker eenvoudige hulp en ondersteuning dienen te krijgen, willen zij niet doorstromen naar duurdere vormen van zorg. In samenwerking met andere professionals in de zorg voor ouderen, biedt het welzijnswerk voor ouderen informatie, advies, signalering en doorverwijzing naar informele en formele zorg en voorzieningen. Daar waar collectieve voorzieningen ontbreken, zet het ouderenwerk zich in om verbindingen te leggen met andere samenwerkingspartners om deze voorzieningen te realiseren. Een voorbeeld hiervan is de uitvoering van het project Elke stap telt, waarbij onder begeleiding van Breedtesport van SMWO wandelgroepen voor senioren worden opgestart met vrijwilligers. 3.4. Vrijwilligers(organisaties) In 2013 is een start gemaakt met het omvormen van het Steunpunt Vrijwilligerswerk en Mantelzorg naar het Vrijwilligerspunt Goes. De reden hiervan is om de visie op vrijwilligers en vrijwilligerswerk nieuwe stijl te symboliseren in een nieuwe naam. Het Vrijwilligerspunt Goes voert alle dienstverlening op het gebied van vrijwilligerswerk van SMWO uit. We hanteren hierbij het principe Alles onder één dak. Dat betekent dat er een digitale vacaturebank, waar potentiële vrijwilligers zelf een passende vacature kunnen zoeken, beschikbaar is. Daarnaast is er een fysiek inlooppunt voor informatie en advies voor diegenen die dat moeilijker zelfstandig kunnen en voor organisaties met vragen over hun vrijwilligersbeleid. Het Vrijwilligerspunt Goes heeft zich, om vrijwilligers te boeien en binden, nog meer gefocust op collectieve scholing, zowel voor individuen als voor organisaties die veel met vrijwilligers werken. Er zijn nog meer vrijwilligers nodig om alle taken die niet meer professioneel uitgevoerd kunnen worden, toch te kunnen blijven doen. Echter is het ook een trend, dat er wel genoeg mensen zijn om vrijwilligerswerk te doen, maar dat deze zich niet altijd meer willen verbinden aan één organisatie voor een langere tijd. Het Vrijwilligerspunt Goes anticipeert op deze trend door vrijwilligers deskundigheidsbevordering te bieden en met organisaties themabijeenkomsten te organiseren over de veranderende vrijwilliger en de gevolgen hiervan voor hun vrijwilligersbeleid. Het Vrijwilligerspunt Goes is ook de plek van waaruit vrijwillige diensten worden aangeboden. De vrijwillige (praktische) thuiszorg kan voor een bezoekje of een klus ingeschakeld worden voor ouderen of andere kwetsbare groepen die op deze manier langer zelfstandig kunnen blijven wonen en hiermee de vraag naar dure zorg voorkomen kan worden. In 2013 is gestart met het opleiden van vrijwillige netwerkcoaches om bij mensen met een vraag te bekijken in hoeverre het eigen netwerk dan wel het netwerk uit de buurt een duurzaam antwoord kunnen bieden op de vraag. Daarbij wordt tevens de vraag gesteld wat vragers zelf nog te bieden hebben voor anderen. 11

We zijn in 2013 gestart met dienstverlening op het gebied van buurtbemiddeling, waar goed opgeleide vrijwilligers ingezet worden bij conflicten in de buurt. Afgelopen jaar is tevens gestart met de voorbereiding voor het project Gezinsmaatjes, waar bij mensen thuis met vrijwilligers ondersteuning geboden gaat worden bij problemen of vragen in gezinnen. Een ander voorbeeld hiervan is de formulierenbrigade. 3.5. Mantelzorgers Voor mantelzorgers zijn er vrijwillig mantelzorgcoaches gezocht die met behulp van de mantelzorgmenukaart met de mantelzorger bespreken welke ondersteuning ze nodig hebben om hun taak zo lang mogelijk vol te kunnen houden. Voor respijtzorg kunnen mantelzorgers gebruik maken van de vrijwilligers van het steunpunt vrijwilligerswerk. 3.6. Burgers in wijken, dorpen en kernen Samen met burgers heeft het welzijnswerk ingezet op het ondersteunen van het ontwikkelen van wijk- en dorpsplannen. Deze plannen vormen de basis voor burgers om hun omgeving zodanig in te richten, dat de omgeving leefbaar en veilig blijft en bijdraagt aan het welzijn van de inwoners. Het welzijnswerk ondersteunt initiatieven van burgers om dit te realiseren en schept waar nodig de randvoorwaarden. Een voorbeeld hiervan is de Ruilwinkel, wat niet alleen een plek is om spullen en diensten te ruilen, maar ook een ontmoetingsplek in de buurt waar veel initiatieven ontstaan en activiteiten ontwikkeld worden. Met inmiddels bijna 8000 leden is het een plek die bewezen heeft van groot belang te zijn voor de burgers van de gemeente Goes. De Ruilwinkel is daarnaast ook een plek waar mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt via vrijwilligerswerk ontbrekende competenties wordt aangeleerd. In 2013 is gestart met het gebiedsgebonden inzetten van het opbouwwerk, zodat burgers een vast gezicht in de wijk krijgen die fungeert als aanspreekpersoon voor vragen en problemen op sociaal terrein. De opbouwwerkers hebben initiatieven ondersteund die in de buurt zijn ontstaan en hebben deze samen met burgers verder uitgewerkt. Een voorbeeld hiervan is het Samen eten in West, waar vrijwilligers en buurtbewoners samen koken en eten. Een ander voorbeeld is het ontstaan van WIJK (Wat Is Je Kracht) in de Goese Polder, waar bewoners, met ondersteuning van een opbouwwerker zelf een wijkcafé met themabijeenkomsten hebben georganiseerd. 3.7. Migranten Het welzijnswerk heeft aan integratie van migranten in de eigen wijk gewerkt door samen met hen te onderzoeken welke thema s belangrijk zijn om goed te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving. In eerste instantie is het project gericht geweest op vrouwen, maar in 2013 is er gestart met het betrekken van allochtone mannen, met name als het gaat om hun rol in de opvoeding en het volgen van Nederlandse les. 12

4. Algemeen maatschappelijk werk Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste onderwerpen die door alle externe ontwikkelingen en trends en signalen in het afgelopen jaar aanleiding hebben gegeven om binnen het maatschappelijk werk aanpassingen in de werkwijze door te voeren. 4.1. Algemene ontwikkelingen Inrichting gebiedsgerichte teams en aansturing De focus van de maatschappelijke opdracht komt meer en meer te liggen op de versterking van de sociale verbanden van burgers in buurten, wijken en dorpen. Van een aanbodgerichte organisatie transformeert SMWO in een vraaggerichte organisatie. Om aan te sluiten bij deze ontwikkeling heeft SMWO gebiedsgerichte teams ontwikkeld en de sturing aangepast. Elk gebied heeft een eigen team en een eigen teamleider, die het werken vanuit het lokale netwerk ondersteunt en faciliteert. De continuïteit, de kwaliteit en de vakinhoudelijke ontwikkelingen zijn de belangrijkste factoren, waar SMWO zich op richt. SMWO heeft medewerkers die uitgaan van zelfregie van de burgers. Zij nemen de mogelijkheden van burgers en sociale netwerken als uitgangspunt maar met oog voor de kwetsbaren. Inhoudelijke kanteling De nadruk van het maatschappelijk werk ligt minder op de begeleiding en meer op de ondersteuning totdat het netwerk deze taak heeft overgenomen. Dit in nadrukkelijke samenwerking met alle netwerkpartners. Om het netwerk vroegtijdig en preventief in te kunnen schakelen en de cliënt hierin te kunnen ondersteunen, is welzijn een heel belangrijke partner om zaken vroegtijdig te signaleren. De welzijnswerker weet hoe een wijk in elkaar zit en waar mogelijkheden zijn voor burgers om gebruik van te maken. Centrale aanmelding, gebiedsgerichte, integrale intake De keuze om een centraal aanmeld- en coördinatiepunt in te richten (Infopunt SMWO) bleek een passende interventie. De meeste burgers, zo blijkt ook uit de tabellen, nemen telefonisch en steeds meer per mail contact op met SMWO. Deze vragen komen centraal binnen bij de balie Infopunt SMWO. Infopunt SMWO wordt bemenst door high professionals met een brede expertise op het gebied van welzijn, sociaal juridische dienstverlening en maatschappelijk werk. Deze zeer deskundige, generalistische specialist kan de vraag snel en adequaat inschatten, analyseren en afhandelen waar mogelijk. Blijkt de vraag complex, dan organiseert Infopunt SMWO, waar mogelijk lokaal, een eerste gesprek. In dit eerste gesprek worden de ondersteuningsbehoefte en mate van zelfredzaamheid in kaart gebracht. Het instrument om dit te ondersteunen, is de integrale intake die afgelopen jaar is ontwikkeld. Daarin is een netwerkanalyse en het driekolommenmodel opgenomen. Door te starten vanuit de netwerkgedachte en het oplossingsgerichte model, wordt het makkelijker om hiermee direct verder te gaan. Bovendien sluit het daarmee goed aan op casus overleggen, zoals het multidisciplinaire overleg van het Centrum Jeugd en Gezin. Resultaten meten; de zelfredzaamheidsmatrix SMWO zoekt naar manieren om het effect van het maatschappelijk werk inzichtelijk en beter meetbaar te maken. Halverwege 2013 heeft SMWO de zelfredzaamheidsmatrix geïntroduceerd en sluit hierbij aan bij een landelijke trend. Landelijk wordt zowel door gemeenten als het maatschappelijk werk gewerkt met de zelfredzaamheidsmatrix. In deze matrix scoren werker en cliënt bij de start en na afsluiting de mate van zelfredzaamheid op verschillende domeinen. De testversie is operationeel. Bij de halfjaarrapportage van 2014 kunnen de eerste resultaten gepresenteerd worden. De grens van het huidige systeem De implementatie van deze zelfredzaamheidsmatrix is de laatste aanpassing in dit systeem dat zijn grenzen heeft bereikt. SMWO oriënteert zich op een ander systeem. De koppelingen tussen de informele en formele zorg, het uitgaan van de klant en het inzetten van zijn of haar kwaliteiten kan onvoldoende in dit systeem worden geregistreerd. 13

Verschuiving Door de verschuiving van aanbod naar vraag, van begeleiding naar ondersteuning, zijn de enkelvoudige problematieken nog maar beperkt onderdeel van de hulpverlening. We zien een sterke toename van multi-problem zaken, zowel bij gezinnen als bij de alleenstaanden die zich bij het maatschappelijk werk melden. De versobering van regelingen en de effecten van de nieuwe wetgeving zien we terug bij de cliënten. Als mensen horen dat ze ergens geen recht op hebben, kan dit leiden tot teleurstelling ten aanzien van gemeenten en overheidsbeleid. Waar SMWO een trend signaleert zal ze deze agenderen. Op dit moment zorgt de verhoging van de AOW-uitkering ervoor dat mensen geen aanspraak kunnen maken op kwijtscheldingen. In totaal betekent dit een achteruitgang in inkomen. De focus van het maatschappelijk werk ligt op het verbinden, het betrekken van het eigen netwerk en het coördineren van zorg, zodat sprake is van één gezin, één plan, één casemanager. Zodat de burger zoveel mogelijk zelf de regie voert over zijn eigen leven. Huiselijk geweld Huiselijk geweld blijft een belangrijk onderdeel van de hulpverlening uitmaken. Er werd afgelopen jaar vaak een beroep op het maatschappelijk werk gedaan door het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHGZ) waarbij ook steeds meer de vraag aan SMWO werd gesteld om de eerste contacten te leggen. Het lukte tot nu toe altijd om deze zaken direct op te pakken. Wel merken we op dat het gelijk oppakken van deze zaken veel druk geeft, omdat andere zaken hierdoor langer moeten wachten. De verwachting is dat dit in de nabije toekomst toe gaat nemen, omdat meer taken vanuit ASHGZ neergelegd gaan worden bij het AMW. Groepswerk Groepswerk is een methodiek die goed past bij Welzijn Nieuwe Stijl. Je kunt mensen verbinden en van elkaar laten leren. Je verbindt het individu aan het collectief waar het kan. Afgelopen jaar is geëxperimenteerd met het inzetten van groepswerk Nieuwe Stijl waar de groep, samen met een lotgenoot of vrijwilliger werd gedraaid in plaats van met twee professionals. Ook is meer ingespeeld op de vraag vanuit een bepaalde wijk of gebied. Dit heeft ertoe geleid dat, in de vorm van een workshop, aan een groep wijkbewoners collectief voorlichting, advies en informatie is gegeven over toeslagen, regelingen en budgetteren. We geven ook voorlichting en advies aan verenigingen en vrijwilligersorganisaties over bijvoorbeeld verwaarlozing, geweld en kindermishandeling. Daarnaast is een bewoner ondersteund en gefaciliteerd om zelf vorm te geven aan een groep naar aanleiding van een vraag uit de wijk. De rouwgroep is dit jaar in samenwerking met de organisatie Zeeuws Verlies uitgevoerd, waarbij een maatschappelijk werker en een vrijwilliger hebben samengewerkt met de groep. De evaluatie hiervan moet nog plaatsvinden. 4.1.1. Ontwikkelingen regio Schouwen-Duiveland Schuldhulpverlening Naast het deelnemen aan het kernpartneroverleg zijn dit jaar afspraken gemaakt over inzet van maatschappelijk werk bij budgetbeheer totaal. In eerste instantie als onderdeel van de reguliere hulpverlening. Afgelopen jaar is dit een aantal keer ingezet. Tijdens de evaluatie was één van de conclusies dat het op deze schaal goed in te passen is. Het Kern Partner Overleg (KPO) werkt goed als afstemmingsinstrument. SMWO heeft meegewerkt aan een presentatie en netwerkmoment voor partijen op Schouwen-Duiveland die te maken hebben met schuldhulpverlening. Deze bijeenkomst was goed bezocht en heeft er mede toe geleid dat er meer contacten zijn gekomen met het informele netwerk. AMW en Welzijn In 2013 is welzijn Schouwen-Duiveland onderdeel geworden van SMWO. Aan het einde van 2013 is het AMW verhuisd naar het pand waar ook welzijn kantoor houdt. Met betrekking tot het inzetten van vrijwilligers bij schuldhulpverlening is een start gemaakt om hierin af te stemmen en te verbinden. Het is de bedoeling in het komende jaar de verbinding verder te maken en ook te koppelen aan het gebiedsgericht werken. 14

JIT Er zijn afgelopen jaar weer minder Jeugd Interventie Team (JIT) zaken geweest. JIT uren zijn in overleg met de gemeente ingezet in het AMW. Ook op Schouwen-Duiveland is zichtbaar dat in bijna alle zaken sprake van meervoudige problematiek is. 15

5. Ontwikkelproject Sociale Verbindingen 5.1. Inleiding Op basis van eerdere gesprekken met een afvaardiging van gemeente Kapelle, Goes, Borsele en het Samenwerkingsverband Oosterschelderegio is het ontwikkelproject Sociale Verbindingen tot stand gekomen. Dit traject is geen nieuwe vorm van dienstverlening maar een tijdelijk traject dat enerzijds zorgt voor versterking van de burgerkracht en anderzijds de burger die zorg vraagt faciliteert en stimuleert hier gebruik van te maken. Daarnaast dient dit implementatietraject als hefboom om het bestaande aanbod te transformeren naar een werkwijze en organisatievorm die aansluit bij de decentralisaties. Het project is gestart in oktober 2013. Als eerste interventie is intervisie ingezet. Daarnaast is er gewerkt aan het opstellen van gezamenlijke deelplannen, die aansluiten bij het gebied. 5.2. Leren en ontwikkelen Het belangrijkste van het project is de tijd om te leren en ontwikkelen. De tijd gebruiken om wat je doet om te zetten naar leren en ontwikkelen. Waardoor anderen ook kunnen leren van wat je doet. De eerste stap in het leren en ontwikkelen is intervisie geweest, de vorm zal in 2014 verder worden uitgewerkt omdat al snel naar voren kwam dat leren op maat belangrijk is. Er zal onderzocht worden wat een goede balans is tussen leren in de wijk of buurt zelf en gezamenlijk leren. Aan het leren wordt samen met de Hogeschool Zeeland vormgegeven. 5.3. Communicatie Communicatie is een belangrijk onderdeel van het project. Wanneer je beoogt samen te leren en daarin netwerkpartners, collega s en burgers mee te nemen, zal je moeten communiceren. De eerste stap die hierin gezet is, is het opzetten van een blog site waarop geregistreerd gaat worden. Via die route kunnen partners gedurende het hele project blijven volgen wat er gebeurt. Partners en burgers kunnen reageren op de blog waardoor de mogelijkheid wordt geboden mee te denken en te doen. Samen leren en samen werken komt hier samen. 5.4. Wat doet dit ontwikkeltraject? Het beoogde resultaat van het ontwikkeltraject is dat de werkwijze van de professional aansluit bij de lokale omgeving. Er is een blauwdruk met processtappen en praktijkvoorbeelden die ook toepasbaar is in andere dorpen, wijken en kernen. Daarnaast is aan het einde van dit traject helder op welke manier een organisatieontwerp kan aansluiten bij de kanteling in het brede sociale domein en hoe de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer kan worden vormgegeven. 16

Bijlage 1: Resultaten welzijnswerk 1. Jeugd en Jongeren Jeugd en jongeren zijn een kwetsbare groep die aandacht nodig heeft om onbekommerd op te kunnen groeien. De inzet van het jeugd- en jongerenwerk is grotendeels gericht geweest op risicojeugd. Het doel is om toch zoveel mogelijk jeugdigen te laten participeren en door middel van activiteiten gezond opgroeien en ontwikkelen te bevorderen. 1.1. Ambulant jongerenwerk Beleidsdoelstelling: Het welzijnswerk draagt bij aan de leefbaarheid in de buurt/dorp door bij signalen van (potentiële) probleemsituaties een brugfunctie te vervullen naar bewonersgroepen en naar het aanbod van gemeente, politie, woningbouwcoöperatie en hulp-, zorg- en dienstverlening. Resultaten: Per wijk of kern is een contactpersoon vanuit het jongerenwerk aangewezen en actief geweest met de volgende activiteiten: Goes-Zuid: In Goes-Zuid is ingezet op contactlegging met de doelgroep en in kaart brengen van de overlast die plaatsvindt rondom het speeleiland en de Brede school. Verschillende partijen die hierbij betrokken zijn (politie, jongerensoos de Pit en de gemeente) zijn bij elkaar gebracht om afspraken te maken over de te volgen aanpak. Tijdens de zomermaanden is regelmatig ingezet op de overlast rondom de Brede school, het speeleiland en de skatebaan. Er is contact met verschillende groepen jongeren die zich daar ophouden. Een deel van deze jongeren komt uit de wijk zelf, maar er zijn ook groepen uit Kapelle, s-gravenpolder en Heinkenszand aangetroffen. In samenwerking met de Nederlandse Jongerenraad (NJR) is in november 2013 het project Topics talk van start gegaan. Binnen dit project gaan jongeren uit de wijk aan de slag om samen met jongeren een onderwerp bespreekbaar te maken door middel van een evenement. Goese Polder: In de Goese Polder neemt het jongerenwerk deel aan de CtC overleggen en zit het maandelijks leefbaarheidsoverleg met politie, CJG, 10 voor toekomst, bemoeizorg, AMW en RWS voor. Verder neemt het jongerenwerk deel aan het maandelijks casus overleg waar individuele jongeren besproken worden en levert het jongerenwerk informatie aan voor de overleggen in het Veiligheidshuis. In totaal is er 6 keer sprake geweest van meldingen van overlast waarvan er in 5 gevallen een passende oplossing gevonden is. Goes-West: In Goes-West is verder gewerkt aan contactlegging met de jeugd in de wijk door middel van de activiteiten in de Paerdestal en door het bezoek van hangplekken in de wijk. Daarnaast is geïnvesteerd in contacten met sleutelfiguren in de wijk, de wijkagent en de werkgroep bewonersbelangen. Goes-Oost: In Goes-Oost is gewerkt aan contactlegging met de jeugd in de wijk door middel van bezoek van hangplekken. In Goes-Oost valt op dat het voornamelijk om jongere jeugd (10-13 jaar) gaat. De oudere jeugd uit Goes-Oost gaat vooral naar de Goese Polder of Goes-Zuid. Wat opvalt is dat in Kloetinge, de Goese Polder, Goes-Zuid en Goes-West veel jongeren die in Goes-oost wonen op hangplekken daar aanwezig zijn. In Goes-Oost zelf is het relatief rustig op straat. Goes-centrum: In en rond het centrum worden de coffeeshops en cafés bezocht, rondom het centrum worden hangplekken bezocht. Via het personeel van coffeeshops en cafés komen signalen over 17

bijvoorbeeld zorgelijke ontwikkelingen rondom alcohol- en middelengebruik. Het jongerenwerk gaat hier in samenwerking met Indigo Preventie mee aan de slag. Wolphaartsdijk: In Wolphaartsdijk is in samenwerking met de speeltuinvereniging de speeltuin heropend en de JOP (JongerenOntmoetingsPlaats) teruggeplaatst. Kloetinge: In Kloetinge is samen met Stichting Jeugdwerk Kloetinge met de jeugd gewerkt om hun wensen te verwoorden in het dorpenplan. De ambulant jongerenwerker is hierin vooral ondersteunend en faciliterend. 's-heer Hendrikskinderen: In 's Heer Hendrikskinderen is contact met de jongerenwerkgroep en dorpsraad. De JOP wordt eens per maand bezocht door de ambulant werker. Er zijn weinig calamiteiten geweest. Kattendijke: In Kattendijke is de ambulant werker in samenwerking met de dorps raad aan de slag gegaan met de jeugd om de wensen te inventariseren. De mogelijkheid van een skatebaan wordt onderzocht. s-heer Arendskerke: In s-heer Arendskerke is contact met de school en de dorpsraad, de ambulant werker komt hier eens per week tijdens de pleintjesactiviteit. Wilhelminadorp: Er is contact met een aantal sleutelfiguren en eens per maand bezoekt de ambulant werker de hangplekken. 1.1.1. Harddrugs en softdrugs preventie In de 2e helft van 2013 zijn er in Goes-West, Goes-Zuid, de Goese Polder en Kloetinge samen met groepen jongeren uit deze wijken infotainment activiteiten georganiseerd rondom middelengebruik. Samen met Indigo preventie zijn er diverse voorlichtingsavonden georganiseerd voor ouders over alcohol- en middelengebruik. Het CJG en de politie werken ook mee aan deze avonden. Signalen ambulant werken met jeugd: - Steeds vaker zorgen jongere kinderen (10-12 jaar) voor overlast in de buurt. - Er is een toename van straathandel in drugs door minderjarigen. - Er komen dealers van buiten de provincie om drugs te verkopen, deze worden vaker rond scholen in de diverse wijken gesignaleerd. - Een aantal oudere jeugdgroepen (16-25 jaar) die harddrugs gebruiken, verplaatsen zich voortdurend langs de randen van de stad. - Er is vaker sprake van illegaal alcoholgebruik door minderjarigen op privé feesten in schuren en garages. 1.2. Risicojeugd 12- Beleidsdoelstelling: SMWO organiseert een standaard aanbod voor de jeugd tot 23 jaar. Door deelname aan het standaard aanbod leren kinderen omgaan met de eigen leefomgeving en leeftijdgenoten, krijgen de mogelijkheid om succeservaringen op te doen welke hun zelfvertrouwen zal doen toenemen en leren zij omgaan met geschreven en ongeschreven regels in de samenleving. Het aanbod heeft tevens de doelstelling om jonge kinderen te leren kennen in hun eigen omgeving en vroegtijdig te kunnen signaleren bij eventuele probleemsituaties, zodat de vraag naar zwaardere zorg, al dan niet op latere leeftijd voorkomen kan worden. Het aanbod is gericht op risicojeugd 12-, toch alle kinderen uit de wijken en dorpen kunnen deelnemen aan de activiteiten. Dit om te bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen in staat gesteld worden om zich door middel van allerlei activiteiten verder gezond te ontwikkelen en te ontplooien en hierbij leren met respect om te gaan met elkaar. 18