Coschap Polyfarmacie (MA107)

Vergelijkbare documenten
FA-MA107 POLYFARMACIE

FA-MA107. Polyfarmacie

Docenten voor Docenten FA-MA104 Farmacie in praktijk

Docenten voor Docenten

RAAMPLAN FA-MA304 KEUZESTAGE

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Toetsregeling Professionaliteit

Geneesmiddelenkennis

RAAMPLAN FA-MA305 EINDSTAGE

Openbaar apotheker worden?

Begeleidingsdocument

Toetsing & Beoordeling in het e-portfolio Versie september 2013

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Cursusinformatie PIAF opleiding nieuwe stijl 2013/2014

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology

Continu ontwikkelen als openbaar apotheker specialist

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

LEOh. Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde. Naam huisartsopleider. Plaats praktijk. Opleidingsjaar. jaar 1. jaar 3. Moment van invullen

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

PvB Beoordelaar Afnemen van praktijktoetsen

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

De openbaar apotheker specialist

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO)

BIG-6: klinische farmacotherapiecyclus

Kwalificatiestructuur Sport Toetsdocumenten Scheidsrechterscoach

Intra- en transmurale zorg

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Dit examenreglement is door het bestuur VASN vastgesteld op 7 juni 2016.

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten

Registratieaanvraag:

Multi source feedback voor de aios

Stagewijzer. Stagiairs

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus

Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3

BIJLAGE 3: LEERWERKOVEREENKOMST (Master) Beste student(e),

Inhoud. Opbouw master CRU + EPA s. Blok LINK. Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School

Toetsplan kwalificatie leercoach

Format Zelfrapportage

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

In de praktijk wat kan, op school wat moet

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek van Maarseveen op 9 april 2019 te Hilversum. Utrecht, April 2019

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

Afnamereglement examens uitgevoerd in de BPV

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw. Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

1. Patiënt bezoekt apotheek

STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Basketball Trainer/ Coach 3 Aansturen van kader


Apotheek Diaconessenhuis Leiden

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Nadat u bent ingelogd, vindt u onder de tab Opleidingsgegevens, alle onderdelen die relevant zijn voor uw deelname aan de opleiding.

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Training. Dienstoverdrachte. Estafette in het ziekenhuis. Optimaliseren Dienstoverdra. Competenties. Arts-assistenten

Enquête FTO-groepen SAMENSTELLING FTO-GROEP NAAM HUISARTS APOTHEKER ANDERS, NAMELIJK. Naam huisartsengroep... Naam FTO-groep... Naam contactpersoon...

Voortgangs- en beoordelings systematiek AVG opleiding Erasmus MC. Inhoud. Inleiding

Examenreglement

Toelichting bij het formulier

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur Deelnamecondities Afnamecondities Locatie...

Handleiding Praktijkopleider

Service Apotheek MFB S IN HANDBOEK. Datum:

Transcriptie:

Handleiding coschapbegeleiders Coschap Polyfarmacie (MA107) Experiential learning Dit coschap in de openbare farmacie is onderdeel van de cursus Polyfarmacie. Farmaceutische Wetenschappen UU Master farmacie 1 e jaar Met ingang van april 2017

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 1. INLEIDING 4 1.1 Coschapprogramma 4 1.2 Basisapotheker: de taakgebieden en competenties 5 2. VERWACHTINGEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 6 3. LEERDOELEN TIJDENS HET COSCHAP POLYFARMACIE 8 4. VOORBEREIDING OP HET COSCHAP 9 4.1 Kennismakingsgesprek 9 4.2 Introductiegesprek 9 4.3 E-portfolio 9 5. OPLEIDINGSMETHODIEK: DE COASSISTENT WORDT GECOACHT 10 5.1 Logboek 10 5.2 Participatie in de apotheek 10 5.3 Uitvoeren van leeractiviteiten in de apotheek 10 5.4 Voorbereiden op cursorisch onderwijs in de apotheek 12 5.5 Professionele en Persoonlijke Ontwikkeling 13 6. BEOORDELINGMETHODIEK: DE COASSISTENT WORDT BEOORDEELD 14 6.1 Beoordeling aan de hand van een competentiematrix 14 6.2 Beoordelingsmomenten 14 6.3 Toekenning eindbeoordeling van het coschap 15 7. COSCHAPREGELING 16 7.1 Gestelde eisen 16 7.2 Coschapbenodigdheden en vergoeding 16 7.3 Coschapovereenkomst en verzekeringen 16 8. CONTACTGEGEVENS UPPER-TEAM 17 april 17 2

VOORWOORD Deze handleiding is van toepassing op het coschap polyfarmacie in de openbare farmacie, als onderdeel van de cursus polyfarmacie (MA107) in het eerste jaar van de Master Farmacie van de Universiteit Utrecht. In de cursus polyfarmacie maakt de student voor het eerst kennis met de beroepspraktijk door middel van een coschap in de openbare apotheek. Door cursorisch onderwijs te integreren met een coschap in de praktijk (werkplaatsleren), kan de student de opgedane kennis meteen toepassen in de praktijk (experiential learning). In deze cursus staat de individuele patiënt met polyfarmacie centraal. De student maakt zowel in het onderwijs als in de openbare apotheek voor het eerst kennis met een patiënt met een combinatie van aandoeningen en de bijbehorende farmacotherapie. Hierbij ligt de nadruk op het afnemen van een farmaceutische anamnese, het opstellen van een farmaceutisch behandelplan, het afhandelen van medicatiebewaking en medisch farmaceutische beslisregels en het beantwoorden van minder complexe vragen. De student leert in de dagelijkse apotheekpraktijk klinisch-farmaceutisch redeneren en omgaan met onzekerheid in afwijkende situaties. Van de studenten wordt verwacht dat zij voor aanvang van het coschap op de hoogte zijn van de inhoud van de actuele versie van de handleiding. Leeswijzer De inleiding beschrijft het coschapprogramma in het curriculum van de Master Farmacie, de nieuwe onderwijsvorm experiential learning en plaatst deze in de context van de taakgebieden en competenties van de basisapotheker. In hoofdstuk 2 staat wat er tijdens het coschap wordt verwacht van de coassistent, van de coschapbegeleider en vanuit UPPER. In hoofdstuk 3 is te lezen wat de coassistent zal leren tijdens de cursus en op welke leeractiviteiten de coassistent wordt beoordeeld tijdens het coschap. In hoofdstuk 4 is de voorbereiding op het coschap uiteengezet. Vervolgens zijn de opleidingsmethodiek en de praktische invulling van het leertraject beschreven, zoals participatie in de apotheekwerkzaamheden, de leeractiviteiten en opdrachten voor het cursorisch onderwijs (zie H5). In hoofdstuk 6 staat hoe de eindbeoordeling van het coschap tot stand komt. In hoofdstuk 7 staan praktische zaken, zoals het coschap-regelement, de benodigdheden voor het coschap, de coschapovereenkomst en verzekeringen beschreven. De coschappen worden georganiseerd door UPPER - Onderzoek en stages in de farmaceutische praktijk, onderdeel van het Departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. april 17 3

1. INLEIDING De coschappen zijn onderdeel van de opleiding tot (basis-)apotheker. Volgens de Europese richtlijnen moet een student farmacie in totaal 26 weken leren in de praktijk. Wij noemen dit werkplaatsleren. In Nederland hebben de opleidingen farmacie en de beroepsorganisatie van apothekers (KNMP) gezamenlijk een Raamplan Farmacie opgesteld. Dit raamplan beschrijft de landelijke eindtermen van de universitaire opleiding tot basisapotheker 1. Hierin zijn zowel de taak- en kennisgebieden als de competenties van de basisapotheker nader uitgewerkt. De missie van de masteropleiding Farmacie aan de Universiteit Utrecht om studenten op te leiden die aan deze eindtermen voldoen. Om dit te realiseren is met ingang van september 2016 een nieuw curriculum gestart waarin er meer aandacht is voor farmaceutische patiëntenzorg, de productzorg meer op de klinische toepassing is gericht en studenten klinische kennis en vaardigheden leren te vertalen naar de beroepspraktijk. Met de komst van het nieuwe curriculum is naast de fulltime coschappen een nieuw type onderwijs geïntroduceerd: het 'experiental learning'. Kenmerkend voor experiental learning is de integratie van cursorisch onderwijs en werkplaatsleren. Hierbij past de student de opgedane kennis direct toe in de praktijk en bespreekt de student de in de apotheek opgedane ervaringen in het onderwijs. 1.1 Coschapprogramma Experiential learning wordt toegepast in drie mastercursussen: Polyfarmacie, Klinische Farmacie en Medicatiebeoordeling. Tijdens deze cursussen van ieder tien weken brengen studenten 50%-70% van de studietijd in de apotheek door. De invulling van het rooster is afhankelijk van de specifieke cursus. In het laatste jaar van de master volgt de student nog een fulltime eindcoschap. NB: Dit programma geldt voor studenten die vanaf september 2016 met de master zijn gestart. Tabel 1: Coschappen master farmacie Universiteit Utrecht (vanaf studiejaar 2016-2017) Studiejaar Coschappen Beroepspraktijk Tijdsduur cursus; aandeel coschap Start in 1 e jaar Polyfarmacie * openbare apotheek 10 weken; 50% coschap april 2017 2 e jaar Klinische farmacie* ziekenhuisapotheek 10 weken; 70% coschap sept.2017 3 e jaar Medicatiebeoordeling* openbare apotheek 10 weken; 50% coschap 2018-2019 ziekenhuis-, openbare of Eind-coschap 10 weken; 100% coschap 2018-2019 poliklinische apotheek *Experiential learning: cursorisch onderwijs i.c.m. het coschap 1 Zie Domeinspecifiek referentiekader Farmacie & Raamplan Farmacie 2016 april 17 4

1.2 Basisapotheker: de taakgebieden en competenties Om te weten waar de student tijdens de coschappen in de openbare farmacie mee in aanraking moet komen, is het belangrijk te kijken naar de eindtermen van de Master Farmacie, zoals beschreven in de Blauwdruk master farmacie van oktober 2015. De eindtermen zijn beschreven in de volgende taakgebieden en daarbij behorende competenties: Taakgebieden opleiding master farmacie 1. Productzorg 2. Patiëntenzorg 3. Medicatiebeleid 4. Kwaliteitszorg 5. Onderzoek & innovatie Competenties opleiding master farmacie Om de taken goed te kunnen uitvoeren zijn bepaalde competenties nodig. Voor de opleiding master farmacie is men uitgegaan van de competenties die ook voor de openbaar apotheker zijn beschreven, volgens het zogenaamde CanMEDs model 2 (zie figuur 1). Het zijn zeven competenties, waarbij tijdens de opleiding de nadruk ligt op de farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid. Daarnaast moet de basisapotheker ook competent zijn op het gebied van kennis en wetenschap communicatie professionaliteit samenwerking maatschappelijk handelen organisatie. Figuur 1. Het CanMEDs model openbaar apotheker De coschappen in de master farmacie dragen bij aan het behalen van de leerdoelen van de cursus en dragen daardoor ook in belangrijke mate bij aan het behalen van de eindtermen van de opleiding. 2 Zie http://www.royalcollege.ca/rcsite/canmeds/canmeds-framework-e. april 17 5

2. VERWACHTINGEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Om het coschap in goede banen te leiden is afstemming nodig tussen de coassistent farmacie en de apotheker-coschapbegeleider over elkaars verwachtingen en verantwoordelijkheden. Van de coassistent wordt verwacht dat hij/zij tijdens het coschap: a. zich gedraagt als gast en zich aanpast aan de in de apotheek gangbare gedragsregels. Daarnaast vertoont de coassistent professioneel gedrag ( Professioneel gedrag coassistent, pdf). b. zich terughoudend opstelt ten aanzien van persoonlijke zaken en geen partij zal kiezen voor wie dan ook binnen de apotheek/instelling. c. goed zorgt voor zijn/haar gezondheid. Dit is in belang van zijn leerproces en de patiëntveiligheid. Situaties die de prestaties kunnen beïnvloeden (ziekte, stress, intensief sporten, vasten gedurende de Ramadan of andere privéomstandigheden) dient de coassistent tijdig te bespreken met de coschapbegeleider en coschapcoördinator. d. geen misbruik maakt van de bedrijfsinformatie in de instelling waar het coschap wordt gevolgd. De student is gebonden aan het beroepsgeheim dat geldt voor mensen werkzaam in de gezondheidszorg en ondertekent hiertoe een geheimhoudingsverklaring (doc). Het ondertekende exemplaar blijft achter in de apotheek, een digitale kopie wordt opgenomen in het e-portfolio. e. alle data/opdrachten/uitwerkingen opslaat op een door de apotheek/instelling aangewezen (digitale) locatie. Duidelijke afspraken worden gemaakt over het opslaan van de (digitale) locatie van documenten: welke documenten alleen binnen de apotheek (bv. algemene afdelingsschijf) en welke documenten mogen in de map eigen documenten van coassistent-account. f. data/formulieren/rapporten uitsluitend in de apotheek raadpleegt en niet meeneemt of opslaat op een eigen harde schijf (bijv. USB) of in een digitale omgeving (bijv. Dropbox). De coassistent gebruikt alleen na expliciete toestemming van de coschapbegeleider documenten uit de apotheek voor een opdracht/verslaglegging. Gebruik van documenten met naar individuele patiënten herleidbare informatie worden nooit opgenomen in een verslag. g. na toestemming alleen gegevens over patiënten of artsen geanonimiseerd in verslagen/eportfolio opneemt. Dit geldt voor gegevens verkregen uit onderzoek, maar ook voor recepten en mondelinge informatie. Ten behoeve van de privacy van de apotheek, vermeldt de coassistent de identiteit van de apotheker en de apotheek niet in opdrachten, verslaglegging, rapportage e.d.. Uitzondering hierop zijn de feedbackformulieren, beoordelingen en de gespreksverslagen ten behoeve van de ontwikkeling van de coassistent. h. zich laat controleren in zijn handelingen. Coassistenten zijn niet bevoegd om de artsenijbereidkunst uit te oefenen (tenzij in bezit van diploma van apothekersassistent). De Geneesmiddelwet eist dat apotheker persoonlijk toezicht houdt of laat houden op de handelingen van niet-bevoegden. i. geen apparatuur gebruikt zonder ontvangst van een duidelijke instructie over de bedieningswijze of zonder aanwezigheid van een duidelijk bedieningsvoorschrift. j. gedurende de coschapdagen 8 uur werkt. Voor feestdagen geldt het beleid van de apotheek. k. per cursus maximaal 1 werkdag verzuimt in verband met ziekte of niet te vermijden verplichtingen. Overige gemiste dagen worden in overleg met de coschapbegeleider op een nader te bepalen tijdstip ingehaald. Indien het verzuim langer dan 3 dagen duurt dient het UPPER-team op de hoogte te worden gebracht. l. actief om feedback vraagt van de coschapbegeleider/het apotheekteam, bij voorkeur tijdens het oefenen van leeractiviteiten (korte praktijk beoordelingen) en op de uitvoering van opdrachten. m. Voorbereiding treft in de prakrijk op de onderwijsbijeenkomsten (casuïstiek, opdrachten ed.). april 17 6

Van de apotheker-coschapbegeleider wordt verwacht dat hij/zij: a. zorgt dat het apotheekteam op de hoogte is van de komst van de coassistent en het apotheekteam duidelijke instructies geeft over hun rol bij de begeleiding van de coassistent. b. zorgt dat er voor de coassistent een (gedeelde) werkplek beschikbaar is. c. de coassistent de mogelijkheid biedt om zijn/haar (persoonlijke) leerdoelen te kunnen behalen. d. de coassistent de mogelijkheid biedt om de vastgestelde opdrachten tijdig te kunnen uitvoeren in de apotheek (incl. de voorbereiding van de onderwijsbijeenkomsten). e. er zorg voor draagt dat er elke dag begeleiding beschikbaar is voor de coassistent. f. regelmatig feedback geeft op opdrachten of via korte praktijkbeoordelingen. g. een coachende rol heeft voor de coassistent. Bij het geven van de feedback wordt erop gelet of de coassistent de vertaling maakt van de theorie naar de praktijk, tot een concreet advies komt en de leerpunten in de ontwikkeling naar een basisapotheker worden behaald (bijv. sneller gegevens vinden, hoofd- en bijzaken onderscheiden, samenwerken met zorgverleners etc.). h. bij het delegeren van de begeleiding aan bijv. een AIOS of apothekersassistent altijd zelf de eindverantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van het coschap. i. bij de plaatsing van meerdere coassistenten in de instelling iedere coassistent afzonderlijk feedback geeft en zoveel mogelijk gescheiden opdrachten geeft. j. bij verwachte en onverwachte onderbreking van de begeleiding (bijv. vakanties, inspecties, einde werkverband AIOS etc.) zorgt voor de continuïteit van de begeleiding van de coassistent en daar waar mogelijk de coassistent en het UPPER-team vooraf van op de hoogte stelt. k. minimaal 1 keer per week een (kort) overleg heeft met de coassistent inzake de vorderingen van het coschap. l. de coassistent halverwege het coschap beoordeelt en inhoudelijke feedback geeft op het dagelijks functioneren, opdrachten en overige werkzaamheden en op de ontwikkeling van de bijbehorende competenties. De coschapbegeleider heeft hierbij een coachende rol. m. de coassistent aan het eind van het coschap beoordeelt aan de hand een competentiematrix (o.a. op het dagelijks functioneren, op de verrichte werkzaamheden/opdrachten en op de ontwikkeling van de bijbehorende competenties). De coschapbegeleider treedt hierbij op als beoordelaar. Het UPPER-team vervult de volgende activiteiten ten aanzien van de coschappen: a. toezien op de kwaliteit van de coschappen, coschap-adressen en apotheker-coschapbegeleiders (monitoren, analyseren en rapporteren). b. informeren en ondersteunen coassistent, apotheker-coschapbegeleider in het kader van de opleidingsmethodiek en beoordelingsmethodiek tijdens het coschap. c. monitoren van de voortgang van het coschap. d. dragen van de eindverantwoordelijkheid voor het toekennen van de eindbeoordelingen van het coschap, door de coschapcoördinator. e. verwerken van de eindbeoordelingen (onder verantwoordelijkheid van de coschapcoördinator). f. coördineren van de evaluatie van de coschap-adressen door coassistenten. Ontstaan tijdens het coschap problemen waar men niet uitkomt, dan dient de coassistent en/of de apotheker-coschapbegeleider contact op te nemen met de coschapcoördinator. In gezamenlijk overleg wordt dan beslist hoe de problemen het beste benaderd en opgelost kunnen worden. april 17 7

3. LEERDOELEN TIJDENS HET COSCHAP POLYFARMACIE In de eerstejaars cursus polyfarmacie (MA107) staat de individuele patiënt met polyfarmacie centraal. In de cursus wordt de beroepspraktijk (coschap) gecombineerd met cursorisch onderwijs, waarbij de kennis uit voorgaande mastercursussen wordt verdiept en toegepast en de student zich (verdere) ontwikkelt in klinisch farmaceutisch redeneren. Leerdoelen De leerdoelen van de cursus Polyfarmacie (tabel 2) zijn gebaseerd op de taakgebieden en competenties van de master farmacie. De student wordt hierop schriftelijk en/of mondeling getoetst aan het eind van de cursus. De coassistent ontwikkelt zich tijdens het coschap o.a. door te oefenen (beeldopname farmaceutische anamnese), het uitwerken van casuïstiek en het uitvoeren van een onderzoeksopdracht (*tabel 2: oefenen, opname, casus, onderzoek). Dit leerproces wordt tevens ondersteunt tijdens het cursorisch onderwijs. Door de combinatie van coschap en cursorisch onderwijs wordt de coassistent maximaal voorbereid op het behalen van de leerdoelen. Daarnaast wordt de coassistent tijdens het coschap op een aantal leeractiviteiten beoordeeld aan de hand van een opdrachtbeoordeling of een korte praktijkbeoordeling (*tabel 2: opdracht, KPB). Tabel 2 Leerdoelen voor de cursus polyfarmacie (MA107) in de openbare farmacie. Na afronding van de cursus polyfarmacie is de student/coassistent in staat: In coschap* 1 een farmaceutisch behandelplan in een medicatiebeoordelingscyclus op te stellen voor een oefenen individuele patiënt aan de hand van de STRIP methode (Systematic Tool to Reduce Inappropriate Prescribing). 1 2 dit behandelplan, in samenwerking met de coschapbegeleider, te bespreken met de arts. 2 opdracht 3 dit behandelplan, in samenwerking de coschapbegeleider, te bespreken met de patiënt. 2 opdracht opname 4 volledige medicatiebewaking en afhandeling uit te voeren op aangeboden recepten. KPB 5 tijdens de receptverwerking het volledige inkoop-, distributie- en afleverproces van genees- en opdracht hulpmiddelen bij aangeboden recepten correct uit te voeren. 6 in het kader van de eigen professionaliteit op dilemma s rondom het wel of niet afleveren van een geneesmiddel te reflecteren. 7 te voorspellen wat de consequenties zijn van wijzigen van een toedieningsroute en/of -vorm van een casus bestaand preparaat. 8 de rationaliteit en uitvoerbaarheid van een farmaceutisch alternatief, eigen bereiding of VTGM casus geneesmiddel te beoordelen. 9 de geneesmiddelen op het aangeboden recept op een professionele en adequate manier ter hand te KPB stellen aan de patiënt (BNG/EU, TU). 10 een (zelf)zorgvraag van een patiënt adequaat af te handelen. KPB 11 de medicatieoverdracht van tweede- naar eerste-lijn en vice versa te beschrijven. opdracht 12 medisch farmaceutische beslisregels (MFB s) op de juiste manier toe te passen in de praktijk. oefenen 13 de therapie rondom de aandoening COPD en IBD te beschrijven. casus 14 gezamenlijk met de coschapbegeleider een (onderdeel van een) FTO voor te bereiden en actief te opdracht participeren tijdens het overleg. 15 beschrijven van het belang van praktijkonderzoek. onderzoek 16 in het kader van de kwaliteitszorg een kritische beschouwing geven over kwaliteitsaspecten in de onderzoek openbare apotheek. 17 effectief communiceren met een patiënt op het gebied van therapietrouw. oefenen 18 adequaat om te gaan met de emoties van een patiënt (over ziekte of medicatie). oefenen 19 een vraag van een individuele patiënt in een e-mail in correct en duidelijk Nederlands te beantwoorden. 20 in een algemene brief een patiëntengroep te informeren over geneesmiddelen en achtergronden van aandoeningen, informatiebijeenkomsten of overheidsmaatregelen. 1 het niveau/de complexiteit van de casus en het bijbehorende behandelplan wordt afgestemd op het niveau van master jaar 1. Niveaudifferentiatie is mogelijk als de coassistent blijk geeft van een hoger niveau. 2 waarbij de coschapbegeleider bepaalt in welke mate van zelfstandigheid de coassistent mag opereren. april 17 8

4. VOORBEREIDING OP HET COSCHAP De voorbereiding op het coschap bestaat uit een kennismakingsgesprek, introductiegesprek, het vastleggen van de gemaakte werkafspraken en de inrichting van het e-portfolio. 4.1 Kennismakingsgesprek Na het plaatsingsbericht vanuit het UPPER-bureau, neemt de student contact op met de apothekercoschapbegeleider voor het maken van een afspraak* voor een gesprek ter kennismaking. Het doel van het kennismakingsgesprek is het uitspreken van wederzijdse wensen en verwachtingen. De student neemt mee: CV en persoonlijke leerdoelen (min. 1, max. 3 leerdoelen; zie 5.5) Er wordt besproken in hoeverre de coassistent aan de persoonlijke leerdoelen kan werken. Omstandigheden zoals een handicap, ziekte, of andere situaties die van invloed kunnen zijn op het leerproces tijdens het coschap, dient de student voorafgaande aan het coschap te bespreken met de coschapbegeleider én de coschapcoördinator. *Uitsluitend op verzoek van de coschapbegeleider kan de kennismaking tijdens het introductiegesprek (4.2) plaatsvinden. 4.2 Introductiegesprek (zie Introductiegesprek-handleiding, pdf) Het doel van het introductiegesprek, bij aanvang van het coschap, is het bespreken van: - praktische zaken, zoals werktijden, huisregels, verslaglegging. - de manier waarop en wanneer de coassistent aan de (persoonlijke) leerdoelen gaat werken: welke leeractiviteiten worden geoefend en welk opdrachten worden uitgevoerd? welke leeractiviteiten moeten worden beoordeeld tijdens het coschap, op welke manier (korte praktijkbeoordeling of opdrachtbeoordeling), wanneer en door wie? - de wijze waarop feedback wordt gegeven/ontvangen. - de momenten waarop de voortgangs- en eindbeoordelingsgesprekken (6.2) worden gehouden. De planning die hieruit volgt geeft houvast en duidelijkheid over de invulling van het coschap, zowel voor de coassistent als voor de coschapbegeleider (zie ook 5.2 voorbeeldprogramma en timetable). Uiteraard biedt deze planning de ruimte om onverwachte voorvallen mee te nemen. De coassistent legt de gemaakte werkafspraken vast op het formulier werkafspraken (doc) en voegt dit na ondertekening door de coschapbegeleider toe aan het e-portfolio. 4.3 E-portfolio 1. De coassistent moet in het e-portfolio het boekje MA107 opnemen, met daarin standaard de volgende onderdelen (extra formulieren kan de coassistent zo nodig aan het boekje toevoegen): - werkafspraken - geheimhoudingsverklaring - feedbackformulieren voor: o leeractiviteiten 4, 9, 10 (observatie - korte praktijkbeoordelingen) o leeractiviteiten 2, 3, 5 11 en 14 (opdrachtbeoordelingen) - logboek - voortgang- en eindbeoordeling - aanvraag en verslag voortgang- en eindgesprek coschapbegeleider - opdracht praktijkonderzoek: reflectie op kwaliteit in apotheek 2. De coassistent geeft de apotheker-coschapbegeleider toestemming om het boekje MA-107 in te zien. De coassistent is verantwoordelijk voor het invullen van de onderdelen in het e-portfolio. april 17 9

5. OPLEIDINGSMETHODIEK: DE COASSISTENT WORDT GECOACHT Coschap Polyfarmacie-MA107 In dit hoofdstuk worden de opleidingsmethodiek en de praktische invulling van de verschillende onderdelen uiteengezet. Indien een handleiding beschikbaar is wordt dit vermeld. Feedback stimuleert het leerproces Om de coassistent op te leiden tot het gewenste niveau doorloopt de coassistent een leertraject en is het essentieel dat de coassistent regelmatig inhoudelijke feedback (pdf) ontvangt op de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden, de leeractiviteiten en de opdrachten. Door de inhoudelijke feedback vast te leggen (in het e-portfolio) krijgen alle betrokkenen inzicht in het niveau van de coassistent. De coassistent is zelf verantwoordelijk voor het doorlopen van het leerproces en het opstellen leertraject tijdens het coschap. Dit leertraject bestaat uit verschillende onderdelen (hier onder uiteengezet) die de ontwikkeling en het behalen van leerdoelen en vastgestelde leeractiviteiten ondersteunen. Naast deelname aan de werkzaamheden in de apotheek, neemt de coassistent in overleg met de coschapbegeleider initiatieven om het leertraject te doorlopen. Een goede planning voor het oefenen, uitvoeren en beoordelen van leeractiviteiten is nodig om de (persoonlijke) leerdoelen te bereiken. 5.1 Logboek Ter ondersteuning van het leerproces houdt de coassistent tijdens het coschap een logboek bij waarin kort en chronologisch de werkzaamheden en de leerervaringen worden geregistreerd. Op deze manier dragen de leerervaringen bij aan een actieve en kritische opstelling van de coassistent ten aanzien van de leeractiviteiten en het algemeen functioneren tijdens het coschap. Het logboek fungeert tevens als bronnenboek (in e-portfolio) voor de beoordelingsmomenten. 5.2 Participatie in de apotheek Tijdens het coschap wordt van de coassistent een actieve deelname aan de dagelijkse werkzaamheden in de apotheek verwacht. Voor de invulling van het coschap is een voorbeeldprogramma (pdf) opgesteld. Dit programma houdt rekening met de activiteiten die in het cursorisch onderwijs plaatsvinden. Voor het overzicht is een timetable (pdf) beschikbaar. 5.3 Uitvoeren van leeractiviteiten in de apotheek Nadat de coassistent een leeractiviteit (LA) voldoende heeft kunnen oefenen wordt de coassistent hierop beoordeeld. Het beoordelen van leeractiviteiten aan de hand van de competentiematrix geeft inzicht in de ontwikkeling en lacunes van de coassistent bij de activiteit en de bijbehorende competenties. Een leeractiviteit kan worden beoordeeld door de apotheker-coschapbegeleider, een collegaapotheker of een apothekersassistent met ruime ervaring met de betreffende activiteit. De inhoudelijke feedback bij de beoordeling van de leeractiviteit is essentieel voor de ontwikkeling van de coassistent. De beoordeling en de inhoudelijke feedback worden vastgelegd in het e-portfolio. april 17 10

De werkwijze: De coassistent geeft in het feedbackformulier een korte omschrijving van de leeractiviteit (incl. relevante toelichting, zoals omstandigheden, waarneming, verloop van opdracht etc.) en voegt hieraan eventueel een opdrachtuitwerking toe (in bijlage). Vervolgens stuurt de coassistent een mail, met een link naar dit digitale feedbackformulier, ter beoordeling naar de beoordelaar. Daarna bespreekt de beoordelaar de beoordeling en de feedback op de leeractiviteit met de coassistent. Tijdens het coschap wordt de coassistent bij een aantal vastgestelde leeractiviteiten beoordeeld op competenties met een korte praktijkbeoordeling of een opdrachtbeoordeling. Deze leeractiviteiten staan hierna beschreven, ingedeeld naar type beoordeling (KPB of opdracht). Per leeractiviteit (LA) is aangegeven welke competenties aan bod dienen te komen in de beoordeling en feedback. Uiteraard kunnen ook andere competenties worden beoordeeld. NB: het nummer achter de leeractiviteit verwijst naar het bijbehorende leerdoel. Drie leeractiviteiten beoordeeld door observatie (korte praktijkbeoordeling-kpb) LA 4: Volledige medicatiebewaking en afhandeling uitvoeren op aangeboden recepten. Dit houdt in: a. vaststellen van indicaties, b. signaleren van benodigde laboratorium waarden, c. de huidige medicatie beoordelen aan de hand van de historie van de patiënt, d. medicatiebewakingssignalen (doseringen, (pseudo)dubbelmedicatie, contra-indicaties, interacties) adequaat afhandelen, e. overleggen met de arts over voorstel aanpassing van de farmacotherapie naar aanleiding van de medicatiebewaking. Competenties: Patiëntenzorg (farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid), communicatie en kennis en wetenschap. LA 9: De geneesmiddelen op het aangeboden recept op een professionele en adequate manier ter hand stellen aan de patiënt (BNG/EU en TU). Competenties: Patiëntenzorg (farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid) en communicatie. LA 10: Een zelfzorgvraag van een patiënt adequaat afhandelen. Competenties: Patiëntenzorg (farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid) en communicatie. Vijf leeractiviteiten met een opdrachtbeoordeling Naast de uitvoering van deze leeractiviteit dient de coassistent de leeractiviteit kritisch te beschouwen, bijvoorbeeld ten aanzien van de gekozen werkwijze/procedure of de rol van de openbaar apotheker. LA 2 en 3: Een farmaceutisch behandelplan in een medicatiebeoordelingscyclus opgesteld voor een individuele patiënt aan de hand van de STRIP-methode, in samenwerking met de apotheker-coschapbegeleider, te bespreken met de arts* (LA 2) en de patiënt (LA 3). NB: de coschapbegeleider bepaalt in welke mate de coassistent zelfstanding mag opereren. *In het kader van het gesprek met de arts is raadzaam een polyfarmacie patiënt te kiezen waarbij een huisarts alle medicatie voorschrijft. Kritische beschouwing: Op welke punten wijkt de medicatiebeoordelingscyclus in de apotheek af van de STRIP-methode? Wat betekent dit in positieve en negatieve zin? Competenties: Patiëntenzorg (farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid), communicatie, professionaliteit en samenwerking april 17 11

LA 5: Tijdens de receptverwerking het volledige inkoop-, distributie- en afleverproces van genees- en hulpmiddelen bij aangeboden recepten correct uit te voeren. Kritische beschouwing: noem drie opvallendheden aan de recept routing en de bestelprocessen in de apotheek. Richt je bij het voorraadbeheer op de nazendingen : op welke wijze is het proces van nazendingen ingericht? Wie is verantwoordelijk voor nazendingen? Wat staat er in het kwaliteitshandboek beschreven over nazendingen? Hoe lang staan bestellingen als in nazending? Waarom heeft de apotheek die producten niet op voorraad? Zijn de patiënt en arts hierover geïnformeerd? Wat is de urgentie? Wat zijn de wensen of alternatieven? Competentie: Kwaliteitszorg LA 11: De medicatieoverdracht van tweede- naar eerste-lijn en vice versa te beschrijven. Beschrijf de toegevoegde waarde van de openbaar apotheker op de volgende punten: a. Formuleer de ideale situatie van medicatieoverdracht en bekijk vervolgens aan de hand van ziekenhuisopnames-casuïstiek hoe het in de praktijk gaat. Kritische beschouwing: Beschrijf de knelpunten. b. Doe een medicatieverificatie: leg een ontslagrecept naast de oude medicatie en noteer de verschillen. Beschrijf welke actiepunten/werkwijze vervolgens zijn ondernomen. Kritische beschouwing: Wat had er kunnen gebeuren met de patiënt indien er geen actie was ondernomen? Hoe wordt de patiënt op de hoogte gesteld van deze zorg? Competentie: Kwaliteitszorg LA 14: Gezamenlijk met de coschapbegeleider een (onderdeel van een) FTO voor te bereiden en actief te participeren tijdens het overleg. NB: De coschapbegeleider bepaalt in welke mate de coassistent zelfstanding mag opereren. Kritische beschouwing: Hoe verliep het FTO (noem drie positieve en drie negatieve punten)? Wat is de rol van de apotheker in het FTO? Wat is het niveau van het FTO? Competenties: Medicatiebeleid (farmaceutische vakinhoudelijke bekwaamheid), kennis en wetenschap, professionaliteit en samenwerking 5.4 Voorbereiden op cursorisch onderwijs in de apotheek De coassistent bereidt zich voor participatie in de onderwijsbijeenkomsten tijdig voor door: 1. Te oefenen en het opnemen van een farmacotherapeutische anamnese. De coassistent maakt een beeldopname van het gesprek, inclusief opnamen van de toestemming van de patiënt (bij aanvang van het gesprek). De coassistent analyseert in de onderwijsbijeenkomst de goede en minder goede fragmenten van het gesprek. 2. Het verzamelen/uitwerken van casuïstiek op het gebied van: a. Medicatiebewaking: aan de hand van meegebrachte en opgestelde casuïstiek leert de coassistent meer over de achtergrond en afhandeling van interactiesignalen. b. Medisch Farmaceutische Beslisregels (MFB s): Tijdens de onderwijsbijeenkomst worden de achtergronden en verschillen in afhandeling van deze MFB s besproken. Daartoe neemt de coassistent een aantal interessante afgehandelde MFB s mee uit de apotheek. Dit zijn bij voorkeur MFB s met leermomenten, zoals een MFB waar de coassistent zelf niet uit kwam of een MFB die anders had moet worden afgehandeld. b. Productzorg: Tijdens de onderwijsbijeenkomst presenteert de coassistent zijn/haar bevindingen van een verzoek voor een ad hoc bereiding. c. COPD en IBD: De coassistent verzamelt een casus uit de apotheek over respectievelijk COPD en IBD. Tijdens de onderwijsbijeenkomsten worden de casussen besproken en april 17 12

bediscussieerd. De coassistent leest voorafgaand aan deze beide bijeenkomsten literatuur over het betreffende ziektebeeld en beantwoordt bijbehorende vragen (zie casusbesprekingen in MA101 en MA102). 3. Het uitvoeren van een onderzoeksopdracht ter bevordering van de kwaliteit in de apotheek. De coassistent maakt hiervoor een keuze uit een van de voorgestelde kwaliteitsindicatoren. Naast het uitvoeren van de onderzoekopdracht, beschouwt de coassistent kritisch de kwaliteitsaspecten in de apotheek aangaande de onderzochte kwaliteitsindicator. Vervolgens maakt de coassistent een plan ter verbetering van de kwaliteit in de apotheek ten aanzien van de gekozen kwaliteitsindicator. Het plan wordt beoordeeld door de cursusdocent. 5.5 Professionele en Persoonlijke Ontwikkeling De coassistent heeft persoonlijke leerdoelen (min 1, max 3) geformuleerd op het gebied van competenties, voortkomend uit eigen interesse en/of leerervaringen uit vorige cursussen. Afhankelijk van de persoonlijke leerdoelen kan de coassistent zich hierin verder ontwikkelen tijdens het coschap. Door een concreet ontwikkelpunt Specifiek, Meetbaar, Aanwijsbaar, Realistisch en Tijdsgeboden (SMART, pdf) te formuleren is het mogelijk om bij de beoordeling daarvan te bepalen of aan het leerdoel is gewerkt en of het gewenste resultaat is bereikt. De coassistent overlegt met de coschapbegeleider over de mogelijkheid van de uitvoering van (andere/extra) leeractiviteiten aansluitend bij de persoonlijke leerdoelen. Vervolgens zorgt de coassistent voor afstemming van de momenten van beoordeling en feedback, wie de feedbackgever* is en hoe de feedback wordt vastgelegd in het e-portfolio. Deze planning wordt opgenomen in het werkafsprakenformulier (H4.2). * apotheker-coschapbegeleider, collega-apotheker of een assistent met ruime ervaring met de betreffende activiteit/opdracht. Aan het eind van het coschap schrijft de coassistent een zelfreflectie die betrekking heeft op de (persoonlijke) leerdoelen, het leerproces en professionele gedrag. De coassistent beschrijft zijn/haar sterke punten en verbeterpunten, onder andere gebaseerd op opgedane ervaringen en op de feedback van apotheekteam, voortkomend uit de dagelijkse werkzaamheden, leeractiviteiten en beoordelingsgesprekken. De zelfreflectie levert aandachtspunten/leerdoelen (SMART) op voor de toekomst. De zelfreflectie is onderdeel van het e-portfolio MA-PPO100. april 17 13

6. BEOORDELINGMETHODIEK: DE COASSISTENT WORDT BEOORDEELD In dit hoofdstuk worden de beoordelingsmethodiek en de praktische invulling van de verschillende onderdelen uiteengezet. Indien een handleiding beschikbaar is wordt dit vermeld. 6.1 Beoordeling aan de hand van een competentiematrix Het beoordelingstraject bepaalt of de coassistent aan het eind van het coschap polyfarmacie voldoende bekwaam en competent is volgens een nog vast te stellen norm. De uiteindelijke normering van de cursus MA107 Polyfarmacie zal worden vastgesteld na evaluatie van de cursus. De apotheker-coschapbegeleider zal in het e-portfolio, aan de hand van de competentiematrix, het niveau moeten scoren waarop de coassistent zich op dat moment bevindt. Belangrijk om mee te nemen is dat deze competentiematrix is opgesteld met het uitgangspunt dat dezelfde matrix gedurende de hele masteropleiding (3 jaar) wordt gebruikt. De beoordeling vindt plaats op de volgende competenties: 1. Farmaceutisch vakinhoudelijke bekwaamheid a. Productzorg b. Patiëntenzorg c. Medicatiebeleid d. Kwaliteitszorg e. Onderzoek en innovatie 2. Kennis en Wetenschap 3. Communicatie 4. Professionaliteit 5. Samenwerking 6. Maatschappelijk handelen 7. Organisatie 6.2 Beoordelingsmomenten Halverwege en aan het eind van het coschap wordt de coassistent door de coschapbegeleider beoordeeld op zijn/haar algemeen functioneren en op alle competenties. Beoordeling Om tot een voortgangs- en eindbeoordeling te komen maakt de coschapbegeleider naast zijn/haar algemene indruk tijdens de dagelijkse werkzaamheden gebruik van de bronnen in het boekje MA107 in het e-portfolio van de coassistent. Dit boekje is een verzameling van het door de student in de loop van het coschap vergaarde bewijs van de verrichte werkzaamheden (logboek), beoordelingen van de leeractiviteiten (op competenties) en de werkafspraken. De coassistent is verantwoordelijk voor het invullen van de onderdelen in het e-portfolio. De coschapbegeleider legt de beoordelingen vast in het digitale voortgangs- en eindbeoordelingsformulier door de coassistent op iedere competentie te scoren (5 niveaus) en ieder score te voorzien van inhoudelijke feedback. Als tijdens de voortgangsbeoordeling het niveau van de coassistent twijfelachtig is dient de coschapbegeleider contact op te nemen met UPPER-bureau via upper.stage@uu.nl. De eindbeoordeling heeft consequentie voor het behalen van de cursus MA107 Polyfarmacie. Het coschap moet met een voldoende worden afgerond. Dit eindoordeel wordt door de coschapbegeleider geaccordeerd in het e-portfolio vastgelegd. april 17 14

Beoordelingsgesprekken ( Beoordelingsgesprekken handleiding, pdf) De beoordelingen en inhoudelijke feedback bespreken de coschapbegeleider en de coassistent tijdens twee beoordelingsgesprekken, het voortgangsgesprek en het eindgesprek. De coassistent is verantwoordelijk voor het gezamenlijk inplannen van de beoordelingsgesprekken en het versturen van de agenda via het e-portfolio. In het voortgangsgesprek (halverwege het coschap) wordt besproken of de coassistent voldoende functioneert, wat de sterke punten zijn van de coassistent en wat de coassistent nog moet doen om het coschap tot een goed einde te kunnen brengen. De coschapbegeleider richt zich vooral op de groei die de coassistent doormaakt tijdens het coschap, het ondersteunen van het zelfvertrouwen en op zijn/haar begeleiding. In het afrondend eindgesprek wordt het eindoordeel over het functioneren en de ontwikkeling van de coassistent tijdens het gevolgde coschap besproken. Verslaglegging gesprekken De gemaakte afspraken, feedback en adviezen die voortkomen uit het gesprek worden door de coassistent vastgelegd in Verslag gesprek in het e-portfolio. Na ontvangst keurt de coschapbegeleider het gespreksverslag digitaal goed (in e-portfolio). 6.3 Toekenning eindbeoordeling van het coschap Het eindoordeel (onvoldoende of voldoende) voor het coschap wordt toegekend door de coschapcoördinator. Na toekennen wordt het eindoordeel coschap Polyfarmacie doorgegeven aan de cursuscoördinator polyfarmacie (MA107). Criteria voor behalen van het cursusonderdeel coschap 1. Het coschap moet met een voldoende worden afgerond. Deze beoordeling wordt gegeven en geaccordeerd door de coschapbegeleider in het e-portfolio. 2. Alle verplichte onderdelen (leeractiviteiten, twee beoordelingen en gespreksverslagen) in het boekje MA107 in het e-portfolio zijn afgerond/beoordeeld. 3. Ingevulde evaluatie van het coschapadres. Iedere coassistent meldt (anoniem) na het afronden van het coschap zijn/haar ervaringen met het coschapadres via een online in te vullen vragenformulier (in UPStage). Dit is van belang om de kwaliteit van de coschapadressen te monitoren. Onvoldoende Indien het coschap door de coschapbegeleider met een 'onvoldoende' wordt beoordeeld, vraagt de coschapcoördinator hem/haar én de coassistent om toelichting. Op basis van deze informatie wordt besproken op welke wijze de leerdoelen van de betreffende coschap alsnog kunnen worden bereikt. Dit kan een aanvullende leeractiviteit zijn, het volgen van een extra coschap of het herkansen van de volledige cursus MA107. Ook kunnen studenten in overleg met de tutor worden doorverwezen voor begeleiding of ontwikkeling naar het Studenten Service Centrum van de Universiteit Utrecht. Geschillen Bij het College van Beroep voor de examens kunnen studenten in beroep gaan tegen de toegekende beoordeling. Het is echter aan te bevelen eerst met de coschapcoördinator en de examinatoren van de cursus MA107 Polyfarmacie de bezwaren tegen een beoordeling te bespreken of desnoods met de examencommissie van het departement. Zie de Studiegids/opleidingsstatuut voor informatie. Daarnaast kunnen studenten hun klachten melden bij studentenvereniging UP (klachten@upsv.nl). april 17 15

7. COSCHAPREGELING 7.1 Gestelde eisen Coschappen zijn uitsluitend te volgen bij de door het UPPER-bureau erkende coschapadressen. Deze coschapadressen voldoen aan de kwaliteitseisen (pdf) op het gebied van begeleiding en beroepsuitoefening. Om de kwaliteit van de coschapadressen te monitoren, melden coassistenten (anoniem) na het afronden van het coschap hun ervaringen met het coschapadres via een online vragenformulier in UPStage. LET OP: Bij de keuze voor een coschapadres gelden de volgende beperkingen: Geen coschap bij familie in de 1 e en 2 e graad. Geen coschap in dezelfde openbare apotheek waar een ander coschap is gevolgd. Geen coschap in een apotheek waar men werkzaam is (geweest). Geen coschap in een concurrerende apotheek van de apotheek waar men werkt/werkte. 7.2 Coschapbenodigdheden en vergoeding Naambordje: Het advies is het naambordje te dragen in de apotheek. De coassistent en de coschapbegeleider kunnen hierover echter in gezamenlijk overleg anders over beslissen. Een naambordje kan worden uitgeprint via Blackboard. Vergoeding: Aan coassistenten behoort geen salaris te worden betaald. Dit is van belang om een optimaal leerproces te garanderen en te voorkomen dat in plaats van de leerdoelen, de apotheektaken bepalend zijn voor de werkzaamheden van de coassistent. Het is toegestaan om de coassistent een reis-/onkostenvergoeding aan te bieden (de universiteit vergoedt geen reiskosten). 7.3 Coschapovereenkomst en verzekeringen Overeenkomst Coschap Farmacie Het is aan de apotheker-coschapbegeleider om te beslissen of er per coschap een contract wordt ondertekend door de verschillende partijen (coschapbegeleider, coassistent en opleiding). Indien gewenst dan kan hiervoor gebruik gemaakt worden van een Nederlandstalig Modelovereenkomst Coschap Farmacie (doc), opgesteld door de Universiteit Utrecht. Sociale bescherming en verzekeringen De coschapbiedende organisatie moet de coassistent beschermen tegen elke vorm van intimidatie of discriminatie op de werkplek (zie modelovereenkomst Coschap Farmacie, artikel 4). Een werkgever in Nederland is wettelijk verplicht een WA-verzekering (wettelijke aansprakelijkheid) af te sluiten voor medewerkers, een coassisitent valt onder dezelfde regeling. Deze WA-verzekering is bedoeld voor schade onopzettelijk toegebracht aan derden (bijv. patiënten) door de medewerker/coassistent, waaraan hij/zij niet schuldig is. De wettelijke aansprakelijkheid van de coassistent jegens de coschapbiedende organisatie is verzekerd onder de WA-verzekering van de Universiteit Utrecht. Conform Nederlands recht (B.W. art.7: 658, lid 4) is de coschapbiedende organisatie aansprakelijk voor letsel of schade welke de student mocht lijden tijdens het coschap, indien dit het gevolg is van opzet of grove schuld van de coschapbegeleider of diens personeel (bijv. niet-gerepareerde apparatuur, waardoor letsel opgelopen wordt). In de andere gevallen waarin de coassistent letsel oploopt of schade ondervindt van een coschap, zal de coassistent zelf de kosten van de gevolgen dragen. De coassistent kan een ongevallenverzekering afsluiten voor letsel ten gevolge van een ongeval dat zich al dan niet tijdens het coschap voordoet. april 17 16

8. CONTACTGEGEVENS UPPER-TEAM UPPER-bureau Mw. Helma van der Horst van Mastbergen upper.stage@uu.nl 030-2536965 maandag en donderdag tot 15.30 uur dinsdag en vrijdag tot 12.30 uur Postadres: UPPER-bureau/dept. Farmaceutische Wetenschappen, Postbus 80082, 3508 TB Utrecht Bezoekadres: Universiteit Utrecht, David de Wiedgebouw k.4.62, Universiteitsweg 99, 3584 CG Utrecht Voorzitter en examinator Prof. dr. Marcel Bouvy, M.L.Bouvy@uu.nl Coschapcoördinator Drs. Nina Winters, N.A.Winters@uu.nl Contactpersoon UPPER-praktijkonderzoek Drs. Daphne Philbert, UPPER.onderzoek@uu.nl Website UPPER Op de website van UPPER is informatie over de coschappen te vinden die toegankelijk is zowel voor studenten/coassistenten als voor coschapbegeleiders. Voor studenten/coassistenten staat hier géén aanvullende informatie die niet op Blackboard staat. april 17 17