Gedetineerd in Nederland 2011



Vergelijkbare documenten
DIT IS DE KANS OM UW MENING TE GEVEN!

Detentiebeleving van gedetineerden in Nederland

Werkbelevingsonderzoek 2013

Vreemdelingenbewaring in Nederland Survey onder vreemdelingen naar het verblijf binnen de inrichting DJI DJI

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

De subjectieve zwaarte van detentie: een empirisch onderzoek. Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Een rapportage in het kader van de detentieklimaatschaal

Het verblijf in justitiële jeugdinrichtingen. ABC Jeugdsurvey 2007 DJI DJI

Samenvatting en conclusies

Het gevangenisontwerp en de detentiebeleving van gedetineerden

CQI-Concernrapport Volckaert

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Schutse Zorg Tholen St. Annaland. Cliënten Dagverzorging Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Informatie over de deelnemers

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Ervaren bejegening & het gedrag en psychisch welzijn van gedetineerden

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Belevingsonderzoek Inspectie Jeugdzorg. Onderzoek onder geïnspecteerden naar de beleving van het contact met Inspectie Jeugdzorg

Klanttevredenheidsonderzoek

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

CQ-Index GGZ Beschermd Wonen

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Ziekenhuis Bethesda. Patiënttevredenheidsonderzoek. December 2008

Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Cavent 2016

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018

CQI-Concernrapport Volckaert

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

Cliëntervaringsonderzoek

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

CQi Kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg

Locatierapport. CQ-meting Zorggroep Groningen A.G. Wildervanck

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen

Jaarrapport Cenzo totaal 2013

Locatierapport. CQ-meting. Zorggroep Groningen - Innersdijk

Ervaringen met de zorg van de huisarts

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Samenvatting 2013/2014

Tevredenheidsonderzoek 2014

CQi Klinische geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Coffeeshop in de buurt

Samenvatting. BS De Kameleon. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Resultaten USP-Bewonersscan, meting 2015

CQI-Concernrapport Volckaert

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Uitslagen. School. Sociale Veiligheid Leerlingen mei Vrije School De Zwaan

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V La Vie! Gemeten met de CQI index

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Dienst Justitiele Inrichtingen

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Samenvatting. BS Lucebertschool/ Bergen NH. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool

Rapportage Dagbesteding en Vervoer.

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS Damiaanschool/ Totaaloverzicht. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Damiaanschool

Transcriptie:

leeftijd architectuur gebouw sekse niciteit opleidingsniveau etniciteit ligheid beleving dagbesteding verblijfsduur veiligheid regio eftijd voorzieningen leeftijd etniciteit enheid beleving regio tevredenheid sekse opleidingsniveau veiligheid heid verblijfsduur architectuur gebouw Een survey onder regio etniciteit leeftijd veiligheid gedetineerden gebouw beleving architectuur gebouw in het Nederlandse verblijfsduur tevredenheid gevangeniswezen besteding etniciteit dagbesteding voorzieningen regio beleving tevredenheid veiligheid gezondheid leeftijd Gedetineerd in Nederland 2011

Gedetineerd in Nederland 2011 Een survey onder gedetineerden in het Nederlandse gevangeniswezen 1

Gedetineerden survey 2011 Colofon Afzendgegevens Directie Bestuursondersteuning Analyse, Strategie & Kennis Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl Contactpersoon Secretariaat ASK T 088-072 53 31 F 070-370 29 21 Auteurs I. Henneken-Hordijk A.A. van Gemmert ISSN 1574-3667 2

Inhoud Colofon 2 Samenvatting 5 1 Inleiding 9 1.1 Opbouw van het rapport 10 1.2 Vragenlijst 10 1.3 Analyse van de gegevens 13 2 Doel en Opzet 15 2.1 Doel 16 2.2 Opzet 16 2.3 Respons 17 2.4 Representativiteit 18 3 Resultaten: Algehele beleving 19 3.1 Inleiding/Leeswijzer 20 3.2 Het gedetineerdenklimaat 20 3.3 Kenmerken gedetineerden 24 3.3.1 Sekse 24 3.3.2 Leeftijd 25 3.3.3 Etniciteit 25 3.3.4 Opleidingsniveau 25 3.3.5 Verblijfsduur 26 3.3.6 Gezondheid 26 3.4 Kenmerken inrichting 26 3.4.1 Architectonisch model van het gebouw 26 3.4.2 Ratio personeel/gedetineerde 26 3.4.3 Schaalgrootte en bezettingsgraad 26 3.4.4 Regio 27 3.4.5 Randstad versus niet-randstad 27 3.5 Algehele tevredenheid samenhang 27 4 Resultaten: Beleving per hoofddifferentiatie 29 4.1 Inleiding 30 4.2 Veiligheid en duidelijkheid 30 4.3 Voorbereiding op terugkeer in de samenleving 32 4.4 Dagbesteding, activiteiten en autonomie 35 4.5 Contacten met PIW ers en gedetineerden 36 4.6 Gezondheid, zorgverleners en overige functionarissen 38 4.7 Voorzieningen 40 4.8 Overige aspecten 41 4.9 Algehele tevredenheid 41 5 Resultaten: Beleving per bijzondere groepen 43 5.1 Inleiding 44 5.2 Veiligheid en duidelijkheid 44 5.3 Voorbereiding op terugkeer in de samenleving 46 5.4 Dagbesteding, activiteiten en autonomie 49 5.5 Contacten met PIW ers en gedetineerden 51 5.6 Gezondheid, zorgverleners en overige functionarissen 53 3

Gedetineerden survey 2011 5.7 Voorzieningen 55 5.8 Overige aspecten 56 5.9 Algehele tevredenheid 56 6 Resultaten: Beleving per locatie 57 6.1 Inleiding 58 6.2 Overzicht 59 7 Vergelijking met eerdere survey s 63 7.1 Vergelijking met 2004 en 2007 64 8 De relatie tussen arbeidssituatie, vakmanschap en detentiebeleving (WODC) 65 8.1 Inleiding 66 8.2 Analyse 66 8.3 De samenhang tussen arbeidssituatie en bejegeningstijlen 68 8.4 De samenhang tussen bejegeningstijlen en detentieomstandigheden 69 8.5 Conclusies 72 BIJLAGEN 75 Bijlage 1 Respons gedetineerdensurvey per locatie 76 Bijlage 2 Respons nader beschouwd 78 Bijlage 3 Representativiteit 79 Bijlage 4 Schalen gedetineerdensurvey 82 Bijlage 5 Gemiddelden 87 Bijlage 6 Tabellen 97 Bijlage 7 Omschrijving MTO schalen (WODC) 104 4

Samenvatting Algemeen In dit rapport wordt verslag gedaan van de gedetineerdensurvey 2011, een belevingsonderzoek dat voor de vierde keer is gehouden onder nagenoeg de gehele gedetineerdenpopulatie van het Nederlandse gevangeniswezen. Eerdere metingen dateren van 2003, 2004 en 2007. Deze metingen tezamen laten een tamelijk stabiel beeld zien over de afgelopen bijna 10 jaar. Dat beeld kan overall worden gekwalificeerd als neutraal, met andere woorden noch duidelijk positief, noch duidelijk negatief. Gaan we dieper in op de deelaspecten van vrijheidsbeneming, dan zien we dat gedetineerden over de afgelopen jaren licht positief zijn over de veiligheid van de inrichting, de omgang van gedetineerden onderling en met de PIW er, het werk van een aantal overige functionarissen en de hygiëne. Het oordeel over onderwerpen zoals dagbesteding en handhaving regels is daarentegen over de jaren heen licht negatief. De gedetineerdensurvey is een instrument van DJI waarmee de leefomstandigheden in penitentiaire inrichtingen in beeld kunnen worden gebracht. Met behulp van het instrument kan inzichtelijk worden gemaakt hoe gedetineerden het verblijf in de inrichtingen ervaren en beleven. De gegevens kunnen worden gebruikt voor interne kwaliteitsverbetering en voor een vergelijking tussen differentiaties en inrichtingen. De gedetineerdensurvey is op diverse manieren ingebed in het gevangeniswezen. Ten eerste maken de uitkomsten deel uit van de planning en verantwoordingscyclus binnen de sector. Voorts wordt verder gewerkt aan een verbinding tussen het personeelsbelevingsonderzoek MTO DJI in de penitentiaire inrichtingen en de survey. Tot slot vormt de survey een belangrijk vertrekpunt voor de inspecties die worden uitgevoerd door de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt, thans Inspectie Veiligheid en Justitie). De gedetineerdensurvey maakt onderdeel uit van het toetsingskader dat daarbij door de ISt wordt gehanteerd. Het instrument Er is in het onderzoek gewerkt met een vragenlijst waarin diverse onderwerpen aan de orde komen. Over elk onderwerp worden meerdere vragen gesteld die samengevoegd worden tot schalen. Deze schalen hebben betrekking op verschillende dimensies van het detentieklimaat. Daarmee kan vanuit het perspectief van de gedetineerden een beeld worden gegeven van de leefomstandigheden in de Nederlandse penitentiaire inrichtingen. Diverse onderwerpen worden onderscheiden zoals veiligheid in de inrichting, dagbesteding, gezondheid en voorbereiding terugkeer in de samenleving. Over al deze onderwerpen hebben gedetineerden hun mening kunnen geven. In de presentatie van de gegevens in deze rapportage wordt een onderscheid gemaakt naar hoofddifferentiaties huis van bewaring, gevangenis en (zeer) beperkt beveiligde inrichting. Daarnaast wordt apart aandacht besteed aan een aantal bijzondere groepen: de extra zorgvoorziening (EZV), de penitentiair psychiatrische centra (PPC), de inrichting voor stelselmatige daders (ISD) en de extra beveiligde inrichting. Ook is gekeken naar de invloed van persoons-, achtergrond- en verblijfskenmerken zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, culturele achtergrond en verblijfsduur. Tot slot worden de verschillende locaties met elkaar vergeleken. Daarbij is gecorrigeerd voor verschillen in omstandigheden die van invloed blijken te zijn op de beleving. De doelgroep De doelgroep van het onderzoek omvatte bijna 11.000 strafrechtelijke gedetineerden, de respons bedroeg 38%. Dit is een stuk lager dan in 2007, toen lag de respons op 52%. Er is gekeken of sprake was van samenhang met het in dezelfde periode onder het personeel afgenomen medewerkerstevredenheidonderzoek. Dit blijkt niet het geval te zijn. Wel blijkt op het niveau van de locaties sprake van samenhang met een aantal onderwerpen die in het MTO zijn bevraagd: naarmate 5

Gedetineerden survey 2011 medewerkers in een locatie positiever zijn over het werken met gedetineerden en hun professionele motivatie sterker is, blijkt de respons in deze locatie hoger. Ondanks de lage respons vormt - voor zover is na te gaan - het onderzoek toch een goede afspiegeling van de totale gedetineerdenpopulatie. Zowel ten aanzien van de bestemming als leeftijd en strafduur. Veiligheid en duidelijkheid De veiligheid binnen de inrichtingen wordt door de gedetineerden binnen alle drie de hoofddifferentiaties positief beoordeeld. Op vrijwel alle aspecten van veiligheid die zijn bevraagd wordt positief gereageerd. Bij de bijzondere groepen komt eenzelfde beeld naar voren. Over de duidelijkheid van rechten en regels wordt over het geheel genomen neutraal geoordeeld, ook door de bijzondere groepen. Alleen de gedetineerden in een (Z)BBI zijn duidelijk positiever over dit aspect van het verblijf. Het oordeel van de gedetineerden over de handhaving van regels is wat minder gunstig dan over de rechten en regels die in de inrichting gelden. Gedetineerden in HvB s en gevangenissen oordelen hierover licht negatief. Hetzelfde geldt voor de ISD ers en gedetineerden in een extra beveiligde inrichting. Binnen de andere differentiaties en bijzondere groepen is het oordeel over de handhaving van regels neutraal. Over de klachtenafhandeling door de Commissie van Toezicht reageren gedetineerden over de hele linie neutraal. Voorbereiding terugkeer in de samenleving De gedetineerden beoordelen de gerichtheid op re-integratie binnen de inrichting licht negatief tot negatief. Alleen de gedetineerden in een (Z)BBI en een PPC oordelen neutraal over dit aspect. Over de bekendheid met inhoud van het D&R-plan komt eenzelfde beeld naar voren. Alle gedetineerden zien de toekomst met vertrouwen tegemoet; ze achten de kans op het opnieuw plegen van een delict erg klein. De mogelijkheden om contacten met bijvoorbeeld vrienden en familieleden te onderhouden wordt verschillend beoordeeld. Gedetineerden in een HvB oordelen hierover licht negatief, in gevangenissen is het oordeel neutraal en in de (Z)BBI s licht positief. Dit laatste geldt ook voor de gedetineerden in de PPC s. De andere bijzondere groepen oordelen neutraal over de mogelijkheden van contact met de buitenwereld. Over het geheel genomen heeft ruim de helft van de gedetineerden kinderen. Ongeveer een derde geeft aan liever niet te zien dat hun kinderen op bezoek komen. De resterende groep is over het geheel genomen licht negatief over de mogelijkheden voor kinderen om hen te bezoeken en over de kindvriendelijkheid van de inrichting. Alleen gedetineerden in een (Z)BBI en een PPC oordelen neutraal over dit onderwerp. Duidelijk positiever zijn de gedetineerden over het personeel. Zij gaan redelijk om met bezoekende kinderen en kunnen vragen over de omgang bij het personeel terecht. Dagbesteding, activiteiten en autonomie Over de dagbesteding zijn gedetineerden gemiddeld genomen niet zo te spreken. In de HvB s zijn de reacties duidelijk negatief, in de gevangenissen licht negatief. Gedetineerden in een (Z)BBI en de bijzondere differentiaties oordelen neutraal. Met name over de besteding van de avonden en weekenden is er sprake van verschillen in oordeel. Over het aanbod aan activiteiten wordt in alle drie de hoofddifferentiaties neutraal geoordeeld. Dit geldt ook voor de bijzondere groepen met uitzondering van gedetineerden in een PPC; zij oordelen licht positief. Eén van de aangeboden activiteiten is arbeid. Twee derde tot bijna 90% van de gedetineerden in de diverse differentiaties neemt deel aan de arbeid. De belangrijkste reden hiervoor is om iets te doen te hebben. De arbeid wordt over het geheel genomen neutraal beoordeeld. Over de eigen beslissingsruimte hebben de gedetineerden een neutraal oordeel. Daarbinnen ervaren de gedetineerden in een (Z)BBI wel de meeste autonomie. Binnen de bijzondere differentiaties is sprake van een vergelijkbare situatie, alleen de gedetineerden in een PPC oordelen licht positief. Een positiever oordeel komt vooral tot stand door een groter ervaren bewegingsvrijheid. Contacten van gedetineerden onderling en met professionals De omgang met PIW ers wordt door de gedetineerden in HvB en gevangenis neutraal beoordeeld, in een (Z)BBI wordt licht positief gereageerd. Binnen de bijzondere groepen oordelen gedetineerden in een EZV en vooral in een PPC (licht) positief over de omgang met het afdelingspersoneel. Over de onderlinge omgang oordelen de gedetineerden neutraal tot licht positief. De verschillen zijn echter niet groot. Over het 6

onderwerp interculturalisatie is het oordeel van vrijwel alle gedetineerden neutraal. Alleen de gedetineerden in een PPC oordelen licht positief over de mate waarin er begrip is voor en rekening gehouden wordt met de gebruiken en gewoonten van verschillende culturele achtergronden. Aan gedetineerden is gevraagd of ze zijn gediscrimineerd in de inrichting. Ongeveer driekwart van de gedetineerden geeft aan dat hiervan geen sprake is geweest. Van degenen die zeggen wel te zijn gediscrimineerd geven de meesten aan dat dit gebeurd is op grond van hun culturele achtergrond. In de hoofddifferentiaties gebeurt dit dan door PIW ers, binnen de EZV en PPC s door medegedetineerden. In de EZV geven gedetineerden ook aan dat het type delict reden is geweest voor discriminatie. Gezondheid, zorgverleners en overige functionarissen De lichamelijke en geestelijke gezondheid wordt door meer dan de helft van de gedetineerden voldoende tot goed beoordeeld (het gemiddelde valt in het neutrale bereik). Wel zijn de meeste gedetineerden van mening dat de gezondheid tijdens de detentie iets achteruit gegaan is. De geleverde gezondheidszorg binnen de inrichting en de toegankelijkheid ervan wordt neutraal beoordeeld door de gedetineerden. Gedetineerden in de EZV en PPC zijn hierover duidelijk positiever. Het werk van de medewerkers van bureau gedetineerdenzaken wordt neutraal gewaardeerd, zowel in de hoofddifferentiaties als in de bijzondere differentiaties. Binnen het neutrale bereik blijken de gedetineerden in de bijzondere differentiaties wel duidelijk positiever in hun oordeel. Het werk van de medewerker onderwijs, de sportleraar, arbeidsmedewerker, visitatiemedewerker, het afdelingshoofd en de geestelijk verzorger wordt licht positief (hoofddifferentiaties) tot positief (bijzondere differentiaties) beoordeeld. Omstandigheden en faciliteiten De gedetineerden zijn over het algemeen (licht) positief over de hygiëne in de inrichting. Alleen gedetineerden in een HvB oordelen hierover neutraal. Het eten wordt gemiddeld neutraal gewaardeerd, maar laat wel verschillen zien tussen diverse aspecten. Zo wordt het warme eten niet lekker gevonden maar staan gedetineerden weer positief over de mate waarin rekening wordt gehouden met geloofsovertuigingen en diëten bij de maaltijd. Over de winkel zijn gedetineerden duidelijk ontevreden: te weinig aanbod en te duur. Bij al deze aspecten is geen sprake van verschillen tussen (hoofd)differentiaties. Overige aspecten De mate waarin volgens gedetineerden sprake is van drugsgebruik op een afdeling varieert. Binnen de hoofddifferentiaties zegt de helft (HvB) tot ruim tweederde ((Z)BBI) van de gedetineerden dat hiervan geen sprake is. Op een EZV en in een extra beveiligde inrichting komen dezelfde percentages naar voren. Binnen een PPC geeft ruim driekwart van de gedetineerden aan dat geen sprake is van drugsgebruik op de afdeling. Op de ISD ligt het aandeel met een derde weer veel lager. In alle gevallen geven gedetineerden aan geen overlast te ervaren van drugsgebruik. In alle differentiaties delen de gedetineerden liever niet hun cel. Persoons-, achtergrond, en verblijfskenmerken Er zijn qua detentiebeleving nauwelijks noemenswaardige verschillen aangetroffen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen blijken alleen iets positiever over het werk van de medewerkers van bureau gedetineerdenzaken. Verder geldt dat naarmate de leeftijd vordert de mening van gedetineerden op een reeks onderwerpen wat positiever wordt. De gevonden verbanden zijn echter zwak. Ook is geen eenduidig verband te constateren tussen het opleidingsniveau en de detentiebeleving. Wel valt de groep gedetineerden met een Havo- of Vwo-diploma in negatieve zin op. Zij zijn over veel aspecten minder positief dan gemiddeld. Wat betreft culturele achtergronden blijken Turkse gedetineerden de eigen gezondheid negatiever te beoordelen dan Nederlandse gedetineerden en zijn zij ook minder tevreden over het werk van de diverse zorgverleners. Verder blijken tweede generatie allochtonen over sommige dimensies van het detentieklimaat minder positief dan Nederlandse en eerste generatie allochtonen. Het gaat dan om de mogelijkheden voor ouder-kind contact en de kindvriendelijkheid van de inrichting en over de beoordeling van nut en noodzaak van het D&R-plan. 7

Gedetineerden survey 2011 Algehele tevredenheid Aan het eind van de vragenlijst is de gedetineerden gevraagd naar de algehele tevredenheid over de inrichting. De gedetineerden oordelen hierover neutraal tot licht positief. In het laatste geval gaat het om gedetineerden in een (Z)BBI en een PPC. Verder is nagegaan welke dimensies van het verblijf de meeste voorspellende waarde hebben voor de algehele tevredenheid en de variatie in het antwoordpatroon op de vraag naar de algehele tevredenheid kunnen verklaren. Uit de analyse blijkt dat acht dimensies een eigen bijdrage leveren aan de verklaring van de algehele beoordeling van het detentieklimaat in de inrichting. Het gaat hierbij om: rechten en regels, activiteiten, hygiëne, dagbesteding, omgang met de PIW ers, contacten met de buitenwereld, re-integratie en handhaving van regels. Tezamen verklaren deze schalen 54% van de variatie in de antwoordpatronen van de gedetineerden. Eerdere surveys en het medewerkerstevredenheidsonderzoek De vragenlijst is in de loop der jaren bij elke nieuwe afname licht gewijzigd. Om de surveys uit 2004, 2007 en 2011 met elkaar te kunnen vergelijken zijn per onderwerp nieuwe schalen geconstrueerd. Een vergelijking door de jaren heen van diverse onderwerpen laat een redelijk stabiel detentieklimaat zien. Zo zijn gedetineerden over de jaren heen licht positief over de veiligheid van de inrichting, de omgang van gedetineerden onderling, het werk van een aantal functionarissen, de omgang met de PIW ers en de hygiëne. Voorts oordelen ze neutraal over o.a. de duidelijkheid van rechten en regels en de geboden gezondheidszorg. Het oordeel over handhaving regels, maatschappelijke integratie en dagbesteding is over de jaren heen licht negatief. Naast de gedetineerdensurvey is nagenoeg gelijktijdig ook het personeel door middel van een medewerkerstevredenheidonderzoek bevraagd over hun beleving van de werksituatie. Uit de resultaten in dit rapport blijkt dat de bejegening door personeel een belangrijke factor is naast klassieke voorspellers in de beleving van de detentieomstandigheden (zoals regime en persoonskenmerken van gedetineerden). De arbeidssituatie van personeel heeft via de wijze van bejegenen invloed op de detentieomstandigheden. Daarmee zijn aanwijzingen gevonden dat het inzetten op vakmanschap van personeel een positief effect kan gaan sorteren (te weten positievere percepties van justitiabelen van de detentieomstandigheden). 8

1 Inleiding

Gedetineerden survey 2011 1.1 Opbouw van het rapport Voor u ligt het eindrapport van de gedetineerdensurvey 2011. Dit eindrapport bevat het verslag van de gedetineerdensurvey, die onder nagenoeg de gehele gedetineerdenpopulatie van het Nederlandse gevangeniswezen is gehouden. 1 Het rapport is als volgt opgebouwd: Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het doel en de opzet van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een totaalbeeld geschetst van de detentiebeleving van de Nederlandse gedetineerdenpopulatie. Daarnaast wordt gekeken naar eventuele man-vrouw verschillen en de invloed van de diverse persoons- en verblijfskenmerken op de detentiebeleving. Als laatste wordt nagegaan welke invloed de diverse aspecten van de detentiebeleving hebben op de algemene beleving. Binnen het gevangeniswezen kennen we drie hoofddifferentiaties, de huizen van bewaring (HvB), gesloten gevangenissen (GEV) en de (zeer) beperkt beveiligde inrichtingen ((Z)BBI). In Hoofdstuk 4 wordt gekeken op welke onderwerpen deze drie differentiaties verschillen. Naast de hoofddifferentiaties is er ook een aantal bijzondere groepen te onderscheiden. Het gaat dan om de extra zorgvoorziening (EZV), de penitentiaire psychiatrische centra (PPC), de instellingen voor stelselmatige daders (ISD) en de extra beveiligde afdelingen binnen de inrichtingen. Gezien de verschillen in mate van beveiliging worden in hoofdstuk 5 de resultaten van deze bijzondere groepen vergeleken met de resultaten van de gedetineerden binnen de huizen van bewaring en gesloten gevangenissen tezamen. In hoofdstuk 6 wordt kort stilgestaan bij een vergelijking van de locaties. Deze gedetineerdensurvey is nu voor de vierde keer landelijk uitgevoerd. In hoofdstuk 7 wordt teruggeblikt op de voorgaande metingen en worden de resultaten waar mogelijk vergeleken. Naast de gedetineerdensurvey is vrijwel gelijktijdig ook het personeel door middel van een medewerkerstevredenheidsonderzoek bevraagd over hun beleving. Dit onderzoek is door het WODC begeleid. De beide onderzoeken zijn vervolgens door het WODC aan elkaar gekoppeld. In hoofdstuk 8 wordt door het WODC de verbanden tussen beide onderzoeken toegelicht. 1.2 Vragenlijst De vragenlijst die is afgenomen bestaat uit ruim honderd vragen. Deze vragen zijn onderverdeeld in een zestal hoofdthema s. Deze hoofdthema s zijn geoperationaliseerd aan de hand van een twintigtal onderwerpen. Over elk onderwerp zijn in de vragenlijst steeds meerdere vragen gesteld. Door middel van deze hoofdthema s wordt het gedetineerdenklimaat in een penitentiaire inrichting in beeld gebracht. Hieronder staan de hoofdthema s en de bijbehorende onderwerpen puntsgewijs beschreven en toegelicht. 1. Veiligheid en duidelijkheid Veiligheid Veiligheid gaat in op de gevoelens van (on)veiligheid van gedetineerden in de inrichting. In welke mate voelen gedetineerden zich veilig op de afdeling, bij medegedetineerden en bij de medewerkers. Regels en Rechten Bij regels en rechten gaat het over de helderheid van de regelgeving in de inrichting. Wordt de gedetineerde goed op de hoogte gebracht van zijn rechten en plichten? Handhaving Handhaving geeft weer hoe volgens de gedetineerden de medewerkers in de inrichting met regels en straffen omgaan. 1 Exclusief justitiabelen in detentie- en uitzetcentra en extramuraal verblijvenden zoals deelnemers aan Penitentiaire Programma s. Naar de detentiebeleving van vreemdelingen wordt een apart onderzoek uitgevoerd. 10

Klachten Klachtafhandeling heeft betrekking op de bereikbaarheid en de wijze van klachtafhandeling door de Commissie van Toezicht. 2. Voorbereiding op terugkeer in de samenleving Re-integratie Re-integratie gaat in op de mate waarin de inrichting de gedetineerden voorbereidt op terugkeer in de samenleving. D&R-plan Momenteel wordt voor iedere gedetineerde een Detentie en Re-integratieplan (D&R-plan) opgesteld. Gedetineerden is gevraagd of zij bekend zijn met het D&R-plan, of zij begrijpen wat er in staat, of zij het D&R-plan nuttig vinden en of zij het regelmatig bespreken met hun mentor. Toekomstverwachting Bij toekomstverwachting wordt weergegeven hoe de gedetineerde zijn toekomst na detentie ziet. Er wordt gevraagd naar de kans op een baan, de verwachting of de maatschappij hem een eerlijke kans geeft en of hij verwacht niet opnieuw in de fout te gaan. Contacten met de buitenwereld Contacten met de buitenwereld richt zich op de mogelijkheden voor gedetineerden om contact te onderhouden met personen buiten de inrichting, zoals vrienden, familie en de advocaat. Ouder-kind contact Ouder-kind contact gaat in op de mogelijkheden die de inrichting aan een gedetineerde ouder biedt om contact te onderhouden met hun kinderen en de kindvriendelijkheid van de inrichting. Verlof Hier wordt ingegaan of de gedetineerde voldoende is voorbereid op het verlof en of rechten en plichten ten tijde van het verlof duidelijk waren. 3. Dagbesteding, activiteiten en autonomie Dagbesteding Dagbesteding gaat in op de beleving van de gedetineerden ten aanzien van de invulling van de dag. Is het leven eentonig? Vinden gedetineerden dat ze te lang op cel zitten en vervelen ze zich in het weekend? Activiteiten Activiteiten gaat over de beleving van de activiteiten in het dagprogramma. Hoe worden de aangeboden activiteiten beoordeeld. Werk Neemt de gedetineerde deel aan de arbeid? Welke redenen worden gegeven om wel of niet deel te nemen. Autonomie Autonomie behandelt het gevoel van zelfstandigheid van gedetineerden in de gesloten setting. 4. Contacten met PIW ers en gedetineerden Omgang PIW ers Omgang met PIW ers richt zich op de contacten die de gedetineerden met de PIW ers hebben. Omgang gedetineerden Omgang gedetineerden onderling geeft inzicht in de onderlinge contacten tussen de gedetineerden en de wijze waarop zij dit beleven. Interculturalisatie Interculturalisatie richt zich op de mate waarin er begrip is voor en rekening gehouden wordt met de gebruiken en gewoonten van de gedetineerden met verschillende culturele achtergronden. Discriminatie Worden gedetineerden gediscrimineerd? Zo ja, door wie en op grond waarvan? 11

Gedetineerden survey 2011 5. Gezondheid, zorgverleners en overige functionarissen Gezondheid Gezondheid heeft betrekking op de gezondheid van de gedetineerden, er is gevraagd naar geestelijke en lichamelijke gezondheid en of de gezondheid tijdens detentie is veranderd. Gezondheidszorg Gezondheidszorg gaat over de waardering van de gedetineerden voor de zorgverleners binnen de inrichting en de toegankelijkheid van zorg. Bureau Gedetineerdenzaken Bureau Gedetineerdenzaken beschrijft de waardering van de gedetineerden voor het werk van de functionarissen van Bureau Gedetineerdenzaken, zoals BSD, Bevolkingsadministratie, TR en MMD. Overige functionarissen Bij overige functionarissen gaat het over de waardering voor het werk van de medewerker onderwijs, de sportleraar, arbeidsmedewerker, visitatiemedewerker, het afdelingshoofd en de geestelijk verzorger. 6. Voorzieningen Hygiëne Bij hygiëne gaat het om de algehele indruk van de properheid van de inrichting en persoonlijke hygiëne. Gebouw Gebouw belicht de waardering van gedetineerden voor de kwaliteit, sfeer en inrichting van het gebouw. Eten Bij Eten worden vragen gesteld over het eten. Is het warme eten lekker, is het voldoende en wordt er rekening gehouden met de diverse geloofsovertuigingen en diëten. Winkel Winkel richt zich op de prijs-kwaliteit verhouding van de diverse producten in de winkel in de inrichting en het aangeboden assortiment. Overige aspecten Drugsgebruik Is er overlast van en controle op drugsgebruik? De meeste vragen/stellingen in de survey hebben vijf antwoordmogelijkheden, lopend van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens : de range van scores loopt van 1 tot 5. Sommige vragen/stellingen in de vragenlijst zijn negatief gesteld (bijvoorbeeld Ik ben vaak bang op mijn cel ). Voor de eenduidige interpretatie van de scores is er voor gekozen om de scores van deze vragen om te coderen als ware het een positief geformuleerde vraag. Voor alle stellingen geldt derhalve dat een hoge score een positief oordeel behelst en een lage score negatief oordeel. Voor sommige onderwerpen was het mogelijk om deze vragen te bundelen in een schaal en de antwoordscores op de afzonderlijke vragen te middelen tot een schaalscore. Wanneer de opgetelde waarde van deze vragen weer wordt gedeeld door het aantal vragen in die schaal, bevinden de mogelijke scores zich ook hier tussen de 1 en de 5. De mogelijke scores kunnen nu echter ook niet-gehele getallen zijn, zoals 3,35 of 2,85. Het voordeel van een schaalscore is dat het oordeel van de gedetineerden over het onderwerp door middel van één cijfer kan worden weergegeven. Daarnaast is het voor analyses te prefereren met schalen te werken in plaats van met enkelvoudige vragen. Losse vragen zijn namelijk gevoeliger voor toevallige veranderingen dan schalen. Wanneer dezelfde vraag een jaar later weer gesteld wordt, bestaat er een gerede kans dat één vraag door toeval heel anders wordt beoordeeld door de gedetineerden. Wanneer dit een vraag in een schaal is, dan wordt deze verandering opgevangen door de andere vragen in de schaal. De schaal is daarmee ongevoeliger voor toevallige veranderingen en bij uitstek geschikt voor herhaalde metingen. 12

Op basis van de resultaten van de survey is een toets op de betrouwbaarheid van de schalen uitgevoerd. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de betrouwbaarheid van de schalen. Alle schalen zijn voldoende tot goed betrouwbaar gebleken. Van alle schalen is naast de standard Cronbach s Alpha (α) ook een gecorrigeerde Alpha weergegeven. De betrouwbaarheid van een schaal wordt namelijk beïnvloed door het aantal items dat tezamen de schaal vormt. Des te meer items, des te hoger (meestal) de betrouwbaarheid van de schaal. Ter extra controle is een gecorrigeerde Alpha berekend, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de schaal geconstrueerd is uit 10 items. 1.3 Analyse van de gegevens Figuren De figuren in de volgende hoofdstukken geven steeds in de vorm van horizontale balken de gemiddelde score weer op de diverse onderwerpen. Terminologie Vóór de afname van de gedetineerdensurvey zijn geen normen vastgesteld waaraan de scores of beoordeling van gedetineerden moeten voldoen om het predicaat positief of negatief te krijgen. Daarom is bij de beschrijving van de resultaten gekozen voor een statistische norm. Deze norm resulteert in de volgende terminologie die telkens in de tekst gehanteerd wordt in de duiding van de schaal en vraagscores: Gehanteerde terminologie Score lager dan 2,50 negatief oordeel score tussen de 2,50 en 2,75 licht negatief oordeel score tussen de 2,75 en 3,25 niet negatief en niet positief oordeel score tussen de 3,25 en 3,50 licht positief oordeel score hoger dan 3,50 positief oordeel Statistische beoordeling van de verschillen Bij de beoordeling van verschillen wordt onderscheid gemaakt tussen de schaalscores op de schalen van de gedetineerdensurvey en de scores op losse vragen. De schaalscores zijn een optelsom van meerdere vragen. Ze leveren daarom een meer betrouwbare score op dan één enkele vraag. Bij de schalen wordt een verschil van 0,25 punt ten opzichte van het totaalgemiddelde als praktisch relevant gezien. Een verschil op een enkele stelling/vraag wordt als praktisch relevant beschouwd, wanneer dit gemiddelde minimaal 0,50 van het totaalgemiddelde verschilt. Naast het relevantiecriterium geldt ook het statistische significantiecriterium. Hierbij wordt de gebruikelijke grens gehanteerd van 95% betrouwbaarheid (een α van 5%), om te bepalen of een verschil als significant wordt aangemerkt. Voldoet het verschil niet aan beide bovenstaande criteria dan wordt het niet als verschil aangemerkt. 13

14 Gedetineerden survey 2011

2 Doel en opzet

Gedetineerden survey 2011 2.1 Doel In dit rapport wordt verslag gedaan van de gedetineerdensurvey 2011. Dit periodiek terugkerende belevingsonderzoek is voor de vierde maal landelijk uitgevoerd onder nagenoeg de gehele gedetineerdenpopulatie van het Nederlandse gevangeniswezen. Het doel van de gedetineerdensurvey is een bruikbaar en betrouwbaar beeld te geven van hoe de gedetineerde in Nederland zijn of haar detentie beleeft. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt voor interne kwaliteitsverbetering, hebben beleidsmatig nut en tevens onderzoekswaarde. Het instrument kan worden gebruikt om verschillende vergelijkingen tussen inrichtingen te maken (benchmarking), maar ook daarbinnen (tussen units en afdelingen). Ook zijn vergelijkingen tussen bestemmingen mogelijk en vergelijkingen tussen groepen gedetineerden op basis van bepaalde verblijfs- en achtergrondkenmerken. Het instrument kan na verloop van jaren nog een belangrijke meerwaarde krijgen. Wanneer er meerdere metingen beschikbaar zijn, kan de mogelijke impact van beleidswijzigingen op het detentieklimaat met behulp van dit instrument in beeld worden gebracht. De gedetineerdensurvey is op drie manieren verankerd in het gevangeniswezen in Nederland. Ten eerste maken de uitkomsten deel uit van de planning en verantwoordingscyclus binnen het gevangeniswezen. De resultaten worden gebruikt in de jaarplannen van de penitentiaire inrichtingen. Ten tweede wordt verder gewerkt aan een verbinding tussen het personeelsbelevingsonderzoek MTO DJI in de inrichtingen en de gedetineerdensurvey. Beide onderzoeken zijn vrijwel gelijktijdig landelijk afgenomen, met als doel de resultaten te koppelen. Deze analyses worden door het WODC, de onderzoeksdirectie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, uitgevoerd. Ten slotte vormt de gedetineerdensurvey een belangrijk vertrekpunt bij de inspecties die worden uitgevoerd door de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt, thans Inspectie Veiligheid en Justitie). De gedetineerdensurvey maakt onderdeel uit van het toetsingskader dat daarbij door de ISt wordt gehanteerd. Bij een inspectie door de ISt worden de meest recente inrichtingsresultaten ter beschikking gesteld. De eerste drie landelijke gedetineerdensurveys werden in 2003, 2004 en in 2007 gehouden. De vierde meting stond aanvankelijk gepland in 2009, maar is verschoven naar 2011. Dit in verband met o.a. de invoering van het vestigingsmodel binnen Gevangeniswezen. Bovendien is tot uitvoering in 2011 besloten om zo dicht mogelijk aan te kunnen sluiten bij de afname van het MTO DJI in hetzelfde jaar. De vragenlijst die in 2011 aan de gedetineerden is voorgelegd komt in grote lijnen overeen met de vragenlijst die in 2007 is gebruikt. Naar aanleiding van de evaluatie van de vragenlijst van 2007 is een aantal vragen geschrapt en een aantal toegevoegd. Extra zaken die zijn toegevoegd hebben met name betrekking op gezondheid, re-integratie, interculturalisatie en ouder-kind contact. 2.2 Opzet De afname van de gedetineerdensurvey heeft in de eerste drie weken van juni 2011 plaatsgevonden. Inrichtingen waren vrij om in die periode een geschikte dag te kiezen om de vragenlijst af te nemen. In iedere inrichting was een contactpersoon aangewezen voor de voorbereiding en de uitvoering van de survey. De contactpersonen fungeerden als belangrijke schakel tussen het hoofdkantoor en de inrichtingen. Om de gedetineerden tijdig te informeren en te motiveren tot deelname aan de survey, zijn enkele weken voor de afname posters in de inrichting opgehangen. Ook is een paar dagen voorafgaand aan de afname een flyer aan de gedetineerden uitgereikt waarin het doel van de survey werd uitgelegd. Om het personeel op de hoogte te stellen is een factsheet uitgereikt. Deelname door de gedetineerden aan het onderzoek was vrijwillig en anoniem. De vragenlijst was in zeven talen 2 beschikbaar. Gedetineerden zijn niet beloond voor hun deelname. De ingevulde vragenlijsten zijn op 2 Naast het Nederlands, in de talen Engels, Frans, Duits, Spaans, Turks en Papiamento. 16

het hoofdkantoor van DJI ingescand en verwerkt 3. In samenwerking met het WODC zijn de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO DJI) samen met de resultaten van de survey in één gecombineerde rapportage per locatie gepresenteerd. Elke inrichting/locatie kreeg een rapportage, mits was voldaan aan het responscriterium van minimaal 30%. De afzonderlijke afdelingsresultaten zijn alleen weergegeven als de respons meer dan 40% bedroeg. De gecombineerde rapportages zijn na de zomer 2011 naar de inrichtingen verzonden. De totale resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in dit eindrapport. 2.3 Respons Alle gedetineerden die ten tijde van de survey verbleven in een inrichting van de sector Gevangeniswezen zijn benaderd om deel te nemen. De gedetineerden die om psychische redenen niet deel konden nemen, gedetineerden geplaatst op een strafcel/isoleercel, die tijdelijk elders verbleven (transport/op weg naar rechtbank, ziekenhuis etc.) en de zogeheten bolletjesslikkers en vreemdelingen in de strafrechtsketen (VRIS-ers) die in een detentiecentrum van de directie Bijzondere Voorzieningen verbleven hebben niet deelgenomen. De gedetineerdensurvey moet een bruikbaar en betrouwbaar beeld geven van hoe de gedetineerde zijn of haar detentie beleeft. Hiervoor is een hoge respons van groot belang. In tabel 2 staat deze weergegeven voor alle gedetineerden en ook uitgesplitst naar bestemming. De respons is berekend door het aantal bruikbare vragenlijsten te delen door de gemiddelde bezetting op de dag van afname van de gedetineerdensurvey. De respons in 2004 bedroeg 48%, de respons in 2007 was 52%. Dit keer is een respons van 38% gerealiseerd. In vergelijking met voorgaande metingen is dit een duidelijke daling. In tabel 1.1 staat de respons van 2011 per bestemming beschreven. Tabel 1.1: Gemiddelde bezetting en respons per bestemming Bestemming Respons Bezetting/uitgezet Responspercentage Huis van Bewaring 1.594 4.755 34% Gevangenis 1.241 2.944 42% BBI/ZBBI 270 777 35% EZV 311 592 53% ISD 138 442 31% Extra beveiligd 36 132 27% PPC 143 457 31% Vrouw 331 617 54% Totaal 4.064 10.716 38% In totaal zijn 4.064 bruikbare vragenlijsten in het onderzoek meegenomen. Zij vormen de totale groep waarvan in dit rapport verslag wordt gedaan. Meer dan de helft van de gedetineerden die aanwezig waren in de inrichtingen heeft niet deelgenomen aan de gedetineerdensurvey. Er is een aantal redenen te noemen waarom iemand niet heeft deelgenomen aan de survey. Het is mogelijk dat iemand niet kan lezen en daarom niet in staat was de vragenlijst in te vullen. Voorts is het mogelijk dat de vragenlijst niet werd vertrouwd. Dit ondanks het feit dat er op het formulier werd aangegeven dat de vragenlijst anoniem zou worden verwerkt. Tot slot kan iemand gewoon geen zin hebben gehad om de vragenlijst in te vullen. 3 Met dank aan Maaike Couperus, Aschwin Malahe en Vanda Continhio-Gomes 17

Gedetineerden survey 2011 Omdat er geen non-responsonderzoek is uitgevoerd, is het niet mogelijk inzichtelijk te maken hoeveel gedetineerden om welke redenen niet hebben deelgenomen aan de survey. De inzet van het personeel en het belang dat lokaal aan de survey wordt toegekend speelt wellicht ook een rol. In een nadere analyse van de lage respons zijn er verbanden aangetroffen tussen aandacht voor de gedetineerden en betrokkenheid bij het werk de PIW ers en de hoogte van de respons op locatieniveau. Des te meer aandacht en betrokkenheid bij het personeel des te hoger de respons. In hoofdstuk 8 wordt verder gekeken naar verbanden tussen de resultaten van de gedetineerdensurvey en het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO-DJI). 2.4 Representativiteit De responspopulatie vormt voor zover is na te gaan een goede afspiegeling van de totale gedetineerdenpopulatie, zowel qua bestemming, als qua leeftijd en strafduur. Er zijn daarom geen redenen om aan te nemen dat de resultaten niet representatief zijn voor de gehele gedetineerdenpopulatie. In bijlage 2 zijn tabellen weergegeven met de diverse kenmerken van zowel de gedetineerden die deel hebben genomen aan de gedetineerdensurvey als de totale gedetineerdenpopulatie op moment van afname. 18

3 Resultaten: Algehele beleving

Gedetineerden survey 2011 3.1 Inleiding/Leeswijzer In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten uit de gedetineerdensurvey op een rij gezet. Ze worden besproken aan de hand van zes hoofdthema s. Elk thema bevat een aantal schalen van de gedetineerdensurvey en soms ook nog extra onderwerpen. De resultaten worden hieronder per thema besproken. Eerst wordt de beleving van de gehele gedetineerdenpopulatie besproken. In de hierna volgende hoofdstukken wordt stilgestaan bij de vraag of de detentiebeleving verschilt per bestemming. De respondenten zijn onderscheiden in drie hoofdbestemmingen: huis van bewaring, gesloten gevangenis en (zeer) beperkt beveiligde inrichting voor mannen. Vervolgens worden de bijzondere groepen beschreven en de verschillen tussen de locaties. Ook is gekeken naar samenhangen van de surveyschalen met enkele relevante achtergrondkenmerken zoals verblijfsduur, opleiding, leeftijd, land van herkomst en detentieverleden. 3.2 Het gedetineerdenklimaat Veiligheid n = 3755 Rechten ern regels n = 3808 Handhaving n = 3803 Klachtafhandeling n = 3766 Re-integratie n = 3750 D&R n = 3694 Toekomstverwachting n = 3827 Contacten met buiten n = 3778 Ouder-kind contact n = 1888 Dagbesteding n = 3833 Activiteiten n = 2735 Omgang met PIW-ers n = 3690 Omgang met gedetineerden n = 3811 Interculturalisatie n = 3724 Gezondheidszorg n = 3298 Bureau Gedet.zaken n = 2506 Overige functionarissen n = 2910 Autonomie n = 3794 Hygiëne n = 3854 3,58 3,01 2,75 2,83 2,59 2,43 3,51 2,89 2,68 2,57 2,92 3,20 3,31 3,09 3,10 2,97 3,41 2,91 3,32 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 Gemiddelde score Positieve score Neutrale score Negatieve score In voorgaande grafiek zijn voor de belangrijkste onderwerpen van de survey de scores op de bijbehorende schalen weergegeven. Deze grafiek geeft in één oogopslag een beeld van de beleving in detentie. Zo zijn de 20

gedetineerden positief over de veiligheid in de inrichting, de omgang met medegedetineerden, het werk van een aantal functionarissen en de hygiëne. Ook zien ze hun eigen toekomst positief tegemoet. De gedetineerden hebben een neutraal oordeel over de duidelijkheid in de rechten en regels, de handhaving ervan en de klachtafhandeling door de commissie van toezicht. Ook oordelen de gedetineerden neutraal over de mogelijkheden om contacten met de buitenwereld te onderhouden, de activiteiten die worden aangeboden, de omgang met de PIW ers en de mate waarin rekening wordt gehouden met de diversiteit in culturen. Hun gezondheid is volgens de gedetineerden voldoende en over de geboden gezondheidszorg zijn ze niet tevreden maar ook niet ontevreden. Hetzelfde geldt voor het werk van de medewerkers van Bureau Gedetineerdenzaken. Verder oordelen ze neutraal over de mate van zelfstandigheid (autonomie), het gebouw en het eten. Negatief zijn de gedetineerden over de mate waarin de inrichting de gedetineerden voorbereidt op re-integratie en ook de bekendheid met het Detentie&Re-integratieplan is onvoldoende. De gedetineerden zijn verder negatief over het ouder-kind contact, de dagbesteding en de winkel. Hieronder zal per thema nader worden ingegaan op de resultaten. Veiligheid en duidelijkheid Het positieve oordeel is terug te zien in de diverse stellingen over de veiligheid binnen de inrichting. De meeste stellingen worden positief tot zeer positief beantwoord. De gedetineerden hebben wel een neutrale mening over of je moet oppassen voor bepaalde gedetineerden en voor bepaalde PIW ers. De duidelijkheid in rechten en regels wordt gemiddeld neutraal beoordeeld. Alleen op de stelling Bij binnenkomst in deze inrichting ben ik op de hoogte gebracht van mijn rechten is licht negatief beantwoord. Daarentegen zijn de gedetineerden van mening dat wel goed duidelijk is wat er gebeurt als de huisregels worden overtreden. De mening van de gedetineerden ten aanzien van de handhaving van de regels is ook neutraal. Alleen de mate waarin bij het straffen rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden is volgens de gedetineerden onvoldoende. De klachtafhandeling wordt deels neutraal en deels licht negatief beoordeeld. De gedetineerden geven gemiddeld een neutraal antwoord op de stelling Als ik een klacht heb, weet ik bij wie ik die klacht moet indienen en ook of de maandcommissaris goed bereikbaar is. Het indienen van een klacht wordt weinig nuttig gevonden, hierover oordelen zij licht negatief. Ook zijn de gedetineerden die weleens een klacht hebben ingediend (42% van de gedetineerden) licht negatief over de mate waarin de klacht serieus is genomen door de beklagcommissie. Erg negatief is men over de tijdigheid waarmee een klacht wordt behandeld. Voorbereiding op terugkeer in de samenleving De re-integratie activiteiten binnen de inrichting worden licht negatief tot negatief beoordeeld. De gedetineerden zijn het met name oneens met de stellingen Ik word in deze inrichting goed voorbereid op mijn terugkeer in de samenleving en Het dagprogramma maakt het mogelijk om aan mijn terugkeer in de samenleving te werken. Positiever, maar wel nog neutraal zijn de gedetineerden over de mogelijkheden om opleidingen en cursussen te volgen met het oog op re-integratie. Het Detentie&Re-integratieplan (D&R) is duidelijk een noviteit voor de gedetineerden. Zo blijken de gedetineerden bij binnenkomst niet goed te zijn geïnformeerd over het opstellen van een D&R-plan, ook wordt er niet regelmatig met hun mentor over de zaken die in het D&R-plan zijn opgenomen gesproken. De gedetineerden geven aan onvoldoende te begrijpen wat er in hun D&R-plan staat. Iets minder negatief, maar nog steeds licht negatief beoordelen de gedetineerden het nut van de zaken die in het D&R-plan staan. De toekomst daarentegen, die zien de gedetineerden met vertrouwen tegemoet. Zo achten zij de kans dat zij na hun detentie weer opnieuw een delict plegen erg klein en ook denken zij zeker weer een nieuwe start te kunnen maken na detentie. De toekomst wordt niet heel somber ingezien. De kans op een baan achten zij echter wel iets minder groot, hierop wordt neutraal geantwoord. 21

Gedetineerden survey 2011 De mogelijkheden om contacten met vrienden, familie en bijvoorbeeld de advocaat wordt wederom neutraal beoordeeld. De diverse aspecten, zoals gelegenheid om te bellen, privacy tijdens het bellen en de mogelijkheden om spullen in en uit te voeren en hun advocaat te spreken worden neutraal beantwoord. Eén aspect wordt echter slecht beoordeeld en dat is de privacy tijdens bezoektijden. Van de gedetineerden heeft iets meer dan de helft (54%) kinderen. Aan deze gedetineerden zijn dit jaar vragen gesteld over het specifieke contact tussen ouder en kind en de kindvriendelijkheid van de inrichting. Gemiddeld wordt het ouder-kind contact licht negatief beoordeeld. Echter, als naar de onderliggende vragen wordt gekeken dan is er een tweedeling in de beantwoording te zien. Zo zijn de gedetineerden van mening dat hun kinderen hen niet vaak genoeg kunnen bezoeken. De reguliere bezoekruimte is niet geschikt om kinderen in te ontvangen, de bezoektijden maken het lastig voor kinderen om op bezoek te komen en ook is er vanuit de inrichting onvoldoende ondersteuning bij het onderhouden van contacten. Duidelijk positiever, hetgeen uitmondt in een neutrale beoordeling, zijn de gedetineerden over het personeel. Zij gaan redelijk om met bezoekende kinderen en ook kunnen de gedetineerden met vragen over de omgang bij het personeel terecht. Op de stelling Ik heb liever niet dat mijn kind(eren) me hier bezoeken is een derde het (zeer) eens (33%). Slechts 13% van de gedetineerden is weleens met verlof geweest. Hoewel deze gedetineerden aangeven de voorbereiding op het verlof niet voldoende maar ook niet onvoldoende te vinden, zijn ze over het algemeen wel op de hoogte van hun rechten en plichten tijdens verlof. Dagbesteding, activiteiten en autonomie Over de dagbesteding zijn de gedetineerden gemiddeld genomen niet zo te spreken. Vooral tijdens het weekend verveelt men zich en ook s avonds is er niet genoeg te doen. Iets minder negatief (maar nog wel licht negatief ) zijn de gedetineerden over ruimte om in hun vrije tijd dingen te doen die ze leuk vinden. Op de stelling Ik kan me in mijn cel goed vermaken reageren de gedetineerden niet negatief maar ook niet positief. De activiteiten die in de inrichting worden aangeboden zijn zeer divers. Het gaat om recreatie, sporten, de bibliotheek, arbeid, onderwijs, crea, luchten, TR-activiteiten en activiteiten van de geestelijke verzorging. De meeste activiteiten worden neutraal beoordeeld. Positieve uitschieters zijn echter de bibliotheek en de activiteiten van de geestelijke verzorging. Uitschieters naar beneden zijn de TR-activiteiten en de crea. Ook zijn de gedetineerden over het algemeen niet tevreden over het avond- en weekendprogramma. Iets minder ontevreden is men over het dagprogramma in het algemeen. Bijna driekwart (72%) van de gedetineerden neemt deel aan de arbeid. De meest genoemde redenen om deel te nemen zijn om iets te doen te hebben en om geld te verdienen. Redenen om niet deel te nemen zijn vooral omdat er geen arbeid wordt aangeboden of omdat de gezondheid het niet toelaat. Over de eigen beslissingsruimte in de inrichting hebben de gedetineerden een neutraal oordeel. Dit neutrale oordeel is terug te zien in de onderliggende vragen over de mate waarin het personeel de gedetineerden zelf leert verantwoordelijkheid te nemen en open staat voor hun mening en de gedetineerden stimuleert om zelf dingen te regelen. Ook is men niet uitgesproken over de mate waarin hun leven door anderen wordt bepaald, zij niets zelf kunnen bepalen en alles voor hen wordt beslist. De gedetineerden beoordelen hun bewegingsvrijheid licht negatief. Contacten met PIW ers en gedetineerden De omgang met de PIW ers wordt door de gedetineerden neutraal beoordeeld. Bij een aantal onderliggende vragen is deze neutrale mening terug te zien. Een viertal stellingen springt er echter positief uit. De gedetineerden geven aan dat de PIW ers op een normale manier met hen omgaan, dat ze vriendelijk zijn, dat ze ook de gedetineerden aanspreken op ongewenst gedrag en dat de PIW ers op een respectvolle manier met hen omgaan. Ook zijn de gedetineerden tevreden over het werk van de PIW ers. 22

Het contact met de medegedetineerden wordt zelfs licht positief beoordeeld. Bij de onderliggende vragen is dit terug te zien bij het positieve oordeel over de aanwezigheid van medegedetineerden die een luisterend oor bieden bij problemen, de snelheid waarmee nieuwelingen binnen de groep worden geaccepteerd. De gedetineerden geven ook duidelijk aan goed op te kunnen schieten met de meeste medegedetineerden. De gedetineerden zijn niet ontevreden maar ook niet tevreden over de mate waarin rekening wordt gehouden met religieuze feesten en culturele gewoonten. Iets positiever is men over de mate waarin rekening wordt gehouden met de verschillende religies. De stelling De medewerkers hier snappen de dingen die horen bij mijn cultuur wordt weer neutraal beantwoord. Over het geheel wordt het onderwerp interculturalisatie neutraal beoordeeld. Aan de gedetineerden is gevraagd of zij in de inrichting zijn gediscrimineerd. Ruim driekwart (78%) geeft aan nooit gediscrimineerd te zijn en een zesde (16%) geeft aan dat er soms sprake van discriminatie is geweest. Slechts 6% geeft aan vaak gediscrimineerd te zijn. Bij de vraag door wie ze worden gediscrimineerd wordt het vaakst één of meerdere PIW ers genoemd. De grond waarop men zich gediscrimineerd voelt is het vaakst de culturele afkomst. Ook wordt soort delict en godsdienst nog relatief vaak genoemd. Gezondheid, zorgverleners en overige functionarissen De verwachting is dat de gezondheid van de gedetineerde een rol speelt in de individuele beleving van het detentieklimaat. Om deze reden is gevraagd aan de gedetineerden om aan te geven hoe zij zelf hun geestelijke en lichamelijke gezondheid beoordelen. Ook is gevraagd in hoeverre de gezondheid tijdens de detentie achteruit is gegaan. De lichamelijke gezondheid oordelen de gedetineerden als net voldoende, de geestelijke gezondheid wordt ook als voldoende beoordeeld, echter de score ligt wel wat hoger. Wel is de gezondheid volgens de gedetineerden tijdens de detentie licht achteruitgegaan. De gezondheidszorg binnen de inrichting wordt neutraal beoordeeld. De gedetineerden zijn niet tevreden maar ook niet ontevreden over het werk van de verpleegkundige, de overige medische zorgverleners zoals de arts, tandarts en de fysio en het werk van de psycholoog. De toegankelijkheid van de huisarts in de inrichting wordt positief beoordeeld. Bureau Gedetineerdenzaken is een samenstel van medewerkers BSD, Bevolkingsadministratie, TR en MMD. Het werk van de medewerkers van Bureau Gedetineerdenzaken wordt gemiddeld neutraal gewaardeerd door de gedetineerden. Als naar het werk van de diverse medewerkers afzonderlijk wordt gekeken, dan wordt het werk van de medewerkers Bevolkingsadministratie het meest gewaardeerd, namelijk licht positief. Naast de PIW ers, de zorgverleners en de medewerkers van Bureau Gedetineerdenzaken zijn er nog tal van andere functionarissen werkzaam binnen de inrichting die regelmatig contact hebben met de gedetineerden. Het gaat om de medewerker onderwijs, de sportleraar, arbeidsmedewerker, visitatiemedewerker, het afdelingshoofd en de geestelijk verzorger. Aan de gedetineerden is ook bij deze medewerkers gevraagd om aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn over hun werk. Zij zijn hier gemiddeld licht positief over. Het meest tevreden zijn de gedetineerden over het werk van de geestelijk verzorger, de sportleraar en de arbeidsmedewerkers. Hun oordeel is hier positief. Omstandigheden en faciliteiten De gedetineerden zijn redelijk tevreden over de diverse hygiëne-aspecten. De hygiëne in het algemeen in de inrichting wordt neutraal beoordeeld, de gedetineerden zijn tevreden over de frequentie waarmee kan worden gedoucht en waarmee hun kleding kan worden gewassen. De kwaliteit, de sfeer en de inrichting van het gebouw worden niet negatief maar ook niet positief beoordeeld. 23