College Spreken en Verstaan 9. De verwerving van spraakklanken Hoofdstuk 10 De waarneming van spraak

Vergelijkbare documenten
huiswerkvragen Spreken en Verstaan ( )

College Spreken en Verstaan 10. Hoofdstuk 11 Herkenning van gesproken woorden

Hoe werkt het gehoor? Bert van Zanten Klinisch-Fysicus/Audioloog Hoofd KNO-Audiologisch Centrum

6.1. Het buitenoor. In figuur zien we een schets van het buitenoor

128 SAMENVATTING continuüm van /pup/ naar /pip/. Deze klinkerreeksen werden aan 19 luisteraars aangeboden in een classificatietaak en een vier-interva

1.2 Het oor, opvangen van geluiden HB p.32-35

C.V.I. 9.5 Geluid in de vleeswarenindustrie

Hoofdstuk 2 GEHOORSTOORNISSEN. Inleiding. Gehoorstoornissen. Soorten gehoorverlies

Akoestiek. Geluid zichtbaar gemaakt. Golfvormen. Geluid zichtbaar gemaakt. Golfvormen. Golfvormen. Overzicht

WAT GEHOORVERLIES EIGENLIJK BETEKENT

Libra R&A locatie Leijpark. Gehoor en gehooronderzoek bij VIN-revalidanten. Informatie voor familie en naasten

VoIP is een oorzaak. Deel 1: geluid en het menselijk gehoor

Het gehoor van mijn kind. Informatiebrochure

Spreken en Verstaan: Inleiding Fonetiek

Temporele verwerking van prelinguaal en postlinguaal dove CI-gebruikers. Anke de Ruiter Klinisch fysicus-audioloog i.o.

Revalidatie van het gehoor bij volwassenen

Analyse spraakspectrogram

Nederlandstalige samenvatting

BERA, Tymp en OAE bij de pasgeborene. Bert van Zanten UMC-Utrecht

Ooroperatie: cochleaire implantatie (ci)

Greten Raadgevende Ingenieurs. Pitch waarneming (1) Bestrijding van horecalawaai. Pitch waarneming (3) Pitch waarneming (2)

Horen, Verstaan en Begrijpen met een CI

Lawaai & occasionele blootstelling

Het belang van een goed gehoor

VERSLAG PRACTICUM SPREKEN EN VERSTAAN

Inleiding. Hoe werkt het oor?

Keel-, neus en oorheelkunde. Slechthorendheid en Hoortoestellen

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra

Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers

TINNITUS. Leren omgaan met tinnitus

Cochleair implantaat: CI

Auditieve verwerkingsproblemen na niet aangeboren hersenletsel (NAH)

Audiometrie bij USHER2A patiënten

Cochleaire implantatie en logopedie

VCV-test. validatie en de relatie met spectrale en temporele resolutie. Jeroen Sol Thamar van Esch Wouter Dreschler

Hoe verloopt de muzikale ontwikkeling bij dove en slechthorende kinderen En de invloed die de ontwikkeling van het Cochleair Implant daar op heeft

Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog

M629 M650 M665 M686 M628

SLECHTHORENDHEID EN HOORTOESTELLEN

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon.

6,6. Werkstuk door een scholier 2147 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Natuurkunde

Slechthorendheid en hoortoestellen. Afdeling KNO

Theorie: Eigenschappen van geluid (Herhaling klas 2)

Spreken en Verstaan: Inleiding in de Fonetiek

Voorbeelden van geluid die voor mensen erg belangrijk zijn: - voor onderlinge communicatie (spraak en gehoor) - als waarschuwingssignaal (claxon van

Het oor. Wetenschappelijke naam: Auris is een orgaan waarmee geluids-golven worden opgevangen om door de hersenen om te worden gezet in geluid.

Psychoakoestiek. Universität Göttingen,

Lespakket Bovenbouw Lesmodule B1 Oren om te horen

Tabellenboek. Gitaar

Evaluatie van de hoortoestelaanpassing

Functioneren van het oor / buisjes

Trommelvliesbuisjes bij volwassenen

Interactie van elektrische en akoestische stimulatie in de cochlea van de cavia

Zo hoort uw kind. Uitgebreide informatie voor ouders over horen en gehoorverlies

slechthorendheid en hoortoestellen

1. Anatomie en fysiologie van het oor

6.3. Het binnenoor De Cochlea. Deze maand gaan we verder met de beschrijving van het oor, met name het binnenoor.

Oren om te horen. 1. Leesopdracht

Samenvatting. 11 Samenvatting

Kind en gehoor. Universitair Revalidatiecentrum voor Communicatiestoornissen. Informatiebrochure patiënten

Slechthorendheid op school Wat hoor je te weten in Cluster 2?

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen

Ooroperatie: botverankerd hoortoestel

audiometrie voor de basisarts-deel II-v deel II

Cochleaire implantatie bij volwassenen

Samenvatting in het Nederlands

Om te beginnen vormen de longen de motor van de spraak door de opbouw van luchtdruk.

Spraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt, maar identificeer minimaal drie in het oog springende patronen in het spectrogram.

INSTITUUT VOOR DEELTIJD HTO

Slechthorendheid bij ouderen

PATIËNTENBROCHURE Otosclerose (progressief gehoorverlies)

Inhoud. Slechthorendheid, hoe zat het ook alweer?

Slechthorendheid en hoortoestellen

Cochleaire implantatie in het amc

Keel-, Neus- en Oorheelkunde. Ziekte van Ménière.

Staat alles in het brein vast?

Screening van gehoorschade door lawaai m.b.v. internettesten

Repetition pitch bij CI-gebruikers

De rol van spectrale en temporele resolutie binnen het Auditief Profiel

Gehooronderzoek. Audiologisch Centrum. Afdeling KNO

7,1. Werkstuk door een scholier 1717 woorden 1 juli keer beoordeeld. Het oor en geluid

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Not deaf enough. Matig slechthorende kinderen. Slechthorende kinderen in beeld. Onderzoek. Matig slechthorende kinderen

De spraakbanaan. De spraakbanaan zoals ReSound hem neerzet

Perceptie van spraak

Slechthorendheid en hoortoestellen

Dienst Neus-Keel-Oorziekten Universitair Revalidatiecentrum voor Communicatiestoornissen

G. Dingemanse, J. Feenstra Gehoor- en Spraak Centrum, afdeling KNO Erasmus MC, Rotterdam, Nederland

Keuzestress in de evaluatie

Elektro-akoestiek voor technici. GSM uit of in trilstand a.u.b.

Schriftelijk tentamen Spraakherkenning en spraaksynthese (do. 23 december 2004, u; zaal C.206)

Trommelvliesbuisjes bij kinderen

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document.-1 Cochleair implantaat

Viool RVDH Rob van der Haar Sneek Blz. 1

Frequentie specifieke ABR

HET GEHOOR GEHOORMETINGEN HOE HOORT EEN GEHOORGESTOORDE?

Horen en ouder worden

Trommelvliesbuisjes. volwassenen KNO. alle aandacht

Transcriptie:

College Spreken en Verstaan 9 De verwerving van spraakklanken Hoofdstuk 10 De waarneming van spraak

Informatie college via Hugo Quené http://www.hugoquene.nl/sv

De verwerving van spraakklanken Anniek van der Zee-van Doornik

Hoofdstuk 10 De waarneming van spraak

Spraakwaarneming Waarneming van spraak = waarneming van geluid Luchtdrukverstoringen > oor > zenuwimpulsen > hersenen > geluid

Het oor Anatomie en fysiologie gehoor Wat is het verschil?

Het oor Anatomie en fysiologie gehoor Wat is het verschil? Bouw en Functie Bouw wordt pas interessant als functie wordt besproken, fysiologische functie pas duidelijk als bouw bekend is

Het oor Perifere gehoor: Het uitwendige oor (Buitenoor): oorschelp en gehoorgang. Gehoorgang is resonator die 1-4 khz versterkt (spraakgebied) Middenoor: tussen trommelvlies en ovale venster, hamer, aambeeld, stijgbeugel = gehoorbeentjesketen Versterking beweging via gehoorbeentjes Aanspanningsreflex bij harde geluiden, bv concert

De cochlea

Relatie trilling en reactie basilair membraan Ovale venster = basis bij stijgbeugel in stijve deel bovenste kamer Ronde venster = einde in stijve deel onderste kamer Membraan in begin dikke basis = snelle trillingen, hoge frequenties Membraan brede punt = langzame trillingen, lage frequenties Locatie deining = afhankelijk van frequentie Omvang deiningsgebied = intensiteit

Bewegingsgedrag basilair membraan Verdubbeling frequentie = verschuiving uitwijking 3 mm richting ovale venster Spreiding uitwijking is altijd richting ovale venster, dus richting hogere frequenties Hoe weet het brein waar er deining ontstaat op het basilair membraan?

Hoe weet het brein waar er deining ontstaat op het basilair membraan? Over de hele lengte bevinden zich 15.000 haarcellen. Elke haarcel of het stukje membraan waar het zich bevindt deint en vuurt een zenuwimpuls af als het zo is. Zo kunnen hersenen bijhouden waar langs membraan deining ontstaat en welke frequenties in het geluid aanwezig zijn. Uit spreiding van vurende haarcellen kan intensiteit opgemaakt worden.

Waaruit kan het gehoor frequentie-informatie afleiden?

Uitwendig deel CI?

Inwendig deel CI?

Criteria voor cochleaire implantatie Toonaudiogram: > 120 db, > 100 db, 90. > 75 db gehoorverlies Spraakaudiogram: minder dan 30% CVC woordherkenning Intacte gehoorzenuw Beste oor = hoortoestel Rechteroor of linkeroor?

Demo geluid CI Ingesproken zin simulatie 1, 2, 4, 8, 32 kanaals electrode systeem en originele zin Muziek: 4, 8, 16, 32 kanaalselectrode Ingesproken zin van origineel naar 32, 16, 8, 4, 2, 1 kanaals electrode

Effect CI op spraakwaarneming Welke spraakverstaanscores verwacht je na cochleaire implantatie bij: Plotsdove volwassenen (postlinguaal)? Volwassenen die al 20 jaar doof zijn (prelinguaal)? Congenitaal dove baby s die op eenjarige leeftijd een implantaat krijgen?

Gevoeligheid van het gehoor Welke veranderingen in fysisch signaal leiden tot verandering in gehoorsindruk? Psycho-akoestiek of psychofysica

Eigenschappen spraakgeluiden Productie Akoestiek Perceptie Herhalingsfreque ntie stembandtrilling Vocale inspanning Supraglotalle systeem Timing spraakorganen Grondfrequentie F 0 Intensiteit, spectrale helling Formanten (F 1 - Fn) Fysieke tijdsduur Toonhoogte Luidheid Klankkleur Waargenomen duur

Absolute hoorbaarheid Kunnen we elke luchtdrukverstoring horen? Wat gebeurt er bij een heel sterke luchtdrukverstoring?

Absolute hoorbaarheid Hoorbare luchtdrukverstoring alleen tussen frequenties van 20-20.000 Hz, en intensiteiten 0-120 db Zwakste geluid dat we kunnen horen = bij afspraak 0 db; pijngrens = 120 db Elke toename van 10 db is voor gehoor constante toename. 1 db kleinste verschil dat we kunnen horen

Lage frequenties moeilijker hoorbaar dan hoge frequenties, zie isofonen figuur 10.4 Beste waarneming tussen 2000-5000 Hz (spraak)

Isofonen

Hoorbaarheid van verschillen JND Just Noticeable Difference Discriminatietaak AX, 75% correct waargenomen verschil Waarom is kennis over de gevoeligheid van het gehoor voor allerlei geluidsverschillen van belang?

Maskering: gelijktijdig

Maskering Gelijktijdige maskering en ongelijktijdige maskering Lage toon maskeert hoge toon sterker dan omgekeerd Hoe verklaar je dat?

Kritieke band Kritieke band: Het gebied waarbinnen tonen elkaars waarneembaarheid (via gelijktijdige maskering) beïnvloeden

Harmonische Demo: afstand tussen harmonischen/boventonen is voor gehoor hulpmiddel om toonhoogte te bepalen

Voorwaartse maskering Geluid wordt even minder hoorbaar, na een ander geluid Meer maskering bij op elkaar lijkende geluiden Hoe lang duurt de ongevoeligheid? Welk kenmerk van de plofklank voorkomt maskering door voorgaande klinker?

Psychofysische schalen Perceptieve schalen Toonhoogte Mel-schaal: luisteraars stellen toonhoogte in langs referentietoon van 1000 Hz (= 1000 mel) Semitonen schaal:12 semitonen = 1 octaaf. Basisfrequentie = 50 Hz Verdubbeling frequentie = 1 octaaf verschil St = 39,86 x log (Hz/basisfrequentie) Verschil tussen 50 en 100 Hz is dan 39,86 x log 2 = 12 semitonen (11,99 st) Bark en Equivalent Rectangular Bandwidth schalen Semitoon en ERB, melodie van spraak

Herkennen van spraakklanken Articulatorisch verschil vocalen en consonanten? Auditief verschil vocalen en consonanten?

Herkennen van spraakklanken Articulatorisch verschil vocalen en consonanten? Auditief verschil vocalen en consonanten? Oor herkent spectrale toppen Relatief verschil in intensiteit Stemhebbendheid = toonhoogtegewaarwording Oor heeft referentie nodig, meerdere klanken zoals in een syllabe

Auditieve verschillen tussen klinkers Ligging van formanten in spectrum Tweeklank: richting van de verandering Duurverschillen bv korte a en lange aa

Auditieve verschillen tussen medeklinkers Obstruenten Sonoranten

Plofklanken Stilte en korte explosie Ruis p-t-k zorgt voor breedbandige stimulering op verschillende delen basilair membraan F2 verandering klinker voor de stilte F2 verandering klinker na de knal Verschil +/- stem?

Verschil plofklanken en fricatieven?

Fricatieven Stille, formantloze deel plofklanken wordt opgevuld met ruis Ruis van fricatieven is minder abrupt en duurt langer Minder duidelijke formantveranderingen agv articulatieplaats +/- Stem niet in toonhoogte maar vooral in informatie in ruisduur en -intensiteit

Sonoranten Nasalen Halfklinkers Liquidae /h/

Gesproken context Drie soorten contextinformatie 1. Spectrale normering 2. Temporele normering 3. Coarticulatie

Gesproken context Drie soorten contextinformatie 1. Spectrale normering: kort zinnetje zodat we eigenaardigheden van spreker herkennen (bv dovenspraak) 2. Temporele normering: door tempo van volgende klanken 3. Coarticulatie: bij segmenteren en knippen CVC syllabe zijn klanken toch herkenbaar, bv door informatie in formanttrandities

Rechteroorvoordeel Gespecialiseerde verwerking van spraak door linkerhersenhelft Linkerhersenhelft vooral contact met rechter lichaamshelft Rechteroor gespecialiseerd in spraakwaarneming? Ja, spraakgeluiden worden sneller en doeltreffender verwerkt door rechter- dan door linkeroor

Categorische perceptie Categoriale waarneming Sterke indeling in twee categorieen fonemen = efficient Irrelevante, betekenisloze verschillen worden niet waargenomen Test = identificatie en discriminatietaak met stimuli op een continuum tussen twee fonemen bv ba-da of pop-kop

Continuum pop-kop Akoestische verschil tussen pop-kop op 8 stappen continnum is gelijk Toch hoor je dit verschil pas ongeveer in het midden van het continuum Daar ligt de foneemgrens

Typische categorische perceptiecurve 100 80 60 40 20 0 1 2 3 4 5 6 7 8

Motor theory of speech perception Categorische perceptie gevolg van categorische articulatie Ba-Da = sterke categorische waarneming omdat we geen klanken tussenin kunnen maken Spraakwaarneming = beeld dat luisteraar maakt van spraakproductieproces dat eraan ten grondslag ligt

Adaptatie Criterium onderscheid tussen klanken verandert agv gewenning Bv lang en kort = 100ms, na veel aanbiedingen van heel korte klinkers wordt lang oordeel korter dan 100ms Pasgeborenen en dieren vertonen ook adaptatie en categorische waarneming => we gebruiken spraakgeluiden waar het gehoor van nature al gevoelig voor is Ook in productie: papa en mama eerste woordje

Motor theory of speech perception Categorische perceptie gevolg van categorische articulatie Ba-Da = sterke categorische waarneming omdat we geen klanken tussenin kunnen maken Maar pop- kop (top?) Tussen p en k is geen t perceptie?

Vragen in het boek 1-5 Wat is de functie van het middenoor? Wat is het gevolg van frequentieverandering voor beweging basilair membraan? En intensiteitsverandering? Hoe noemen we het frequentiegebied waarin gelijktijdige tonen elkaars waarneming beïnvloeden? Hoe groot is dat gebied ruwweg? Wat is JND? Wat is het effect van maskering op waargenomen scherpte klinkerformanten?

Vragen in boek 6-10 Als we aak achterstevoren afdraaien horen we gaa. Hoe verklaar je verandering plofklank in fricatief? Obstruenten kunnen we verdelen in +/- stem. Is stembandtrilling het belangrijkste verschil? Waaraan horen we dat een spraakklank een klinker is? Wat is cue-trading? Geef een voorbeeld. Hoe horen we bij een plofklank wat de articulatieplaats is?

Vragen in boek 11-14 Klinkers in context beter te verstaan dan los. Hoe komt dat? Hoe kunnen we aantonen dat luisteraar ook gebruik maakt van visuele informatie? Kenmerken van klanken worden herkend in brein niet in oor. Hoe kun je dit aantonen? Als we in figuur 10.8 (bovenste paneel) de even harmonischen weglaat welke toon hoor je dan? En als je de oneven weglaat?

Opdracht 4 vrijwilligers Maak 17 vragen volgende hoofdstuk 11 Vraag 1-4 Vraag 5-8 Vraag 9-12 Vraag 13-17 Coordinator verzamelen vragen en verwerken in word document

Vervolg cursus Woensdag 12 januari College Hoofdstuk 11 Hertkenning van Gesproken Woorden Vrijdag 14 januari Laatste practicum College Hoofdstuk 12 Prosodie: functies Woensdag 19 januari Laatste college, vragen + samenvatting Vrijdag 21 januari Zelfstudie voor tentamen en practicumverslag