audiometrie voor de basisarts-deel II-v deel II

Transcriptie

1 -v deel II afwijkende audiometrie Coproductie: afd.kno LUMC afd.kno UMCU 1

2 Het is de gebruiker van dit programma niet toegestaan de inhoud van het programma te wijzigen, vermenigvuldigen, door te sturen, te distribueren, af te beelden, te verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van het hoofd van de afdeling KNO-heelkunde van het UMCU. 2

3 deel II afwijkende audiometrie 3

4 normaal toonaudiogram 0=luchtgeleiding rechts [=beengeleiding rechts x=luchtgeleiding links ]=beengeleiding links 4

5 normaal spraakaudiogram o=rechts x=links 5

6 In de praktijk hanteert men als norm dat iemand slechthorend is en dus in aanmerking kan komen voor de aanpassing van een hoortoestel, als men over de toonhoogtes (frequenties) 500, 1000 en 2000 Hz. een gehoorverlies heeft van gemiddeld 35 db of meer aan het beste oor. 6

7 Enkele voorbeelden van afwijkende toonaudiogrammen 7

8 geleidingsverlies van 35 db rechts 8

9 perceptieverlies van gemiddeld 50 db rechts 9

10 gemengd verlies van gemiddeld 65 db rechts met een perceptieve component van 35 db 10

11 perceptieverlies van gemiddeld 50 db links 11

12 Aandoeningen, die een geleidingsverlies kunnen veroorzaken zijn: -afwijkingen in de uitwendige gehoorgang zoals: -een cerumenprop -afwijkingen in het middenoor zoals: -otitis media effusa -trommelvliesdefect -ketendefect -otosclerose 12

13 otitis media effusa: vochtophoping in het middenoor vooral voorkomend bij kinderen tussen twee en zeven jaar met als gevolg - oorpijn - slechthorendheid (geleidingsverlies) - algehele malaise bij 80 % spontaan genezend binnen enige maanden 13

14 otitis media effusa: 35 db geleidingsverlies normale beengeleiding, spraakaudiogram 35 db verlies-vlak tympanogram 14

15 middelgroot trommelvliesdefect 20 tot 35 db geleidings verlies met vergelijkbare r verschuiving in het spraak- audiogram 15

16 ketenonderbreking: db geleidingsverlies normale beengeleiding spraakaudiogram: verlies conform toon-audiogram, 100% spraakverstaan wordt bij voldoende versterking gehaald, m.a.w. de discriminatie blijft intact. 16

17 otosclerose: abnormale verbening van het kapsel van het labyrinth waardoor de stijgbeugelvoetplaat gefixeerd raakt in het ovale venster met als gevolg een progressief geleidingsverlies vooral voor lage frequenties. Soms een dip in de beengeleiding bij 2000 Hz-Carhart notch Familiaire dispositie- meer voorkomend bij vrouwen-vaak beide oren aangedaan 17

18 otosclerose: 45 db geleidingsverlies rechts en 20 db links; schijnbaar perceptieverlies bij 2000 Hz=Carhart notch spraakauidogram: verlies conform toonaudiogram. 18

19 Veel voorkomende aandoeningen, die een perceptieverlies veroorzaken zijn. -presbyacusis -syndroom van Meniere -lawaaitrauma Bij perceptieverliezen kan sprake zijn van regressie, ook wel recruitment genoemd.geluiden doen pijn. Dit verschijnsel is het gevolg vanhaarceldegeneratie in het slakkenhuis. 19

20 Voor iedere goedhorende kunnen bepaalde geluiden al hinderlijk zijn, bijvoorbeeld het geluid van een auto die met gierende remmen tot stilstand komt, een zaagmachine, een deur die hard wordt dichtgeknald. Maar mensen met hyperacusis ervaren daarentegen veel meer geluiden als te sterk en onaangenaam omdat hun tolerantie voor geluid schrikbarend is afgenomen. Voor deze mensen zijn heel gewone geluiden vaak niet te verdragen. Denk maar aan het gerammel van de afwas, schreeuwende kinderen, het muziekje in de wachtkamer van de dokter enz. Bij sommige mensen doet dit soort geluiden zelfs pijn aan de oren. 20

21 De oren van mensen met hyperacusis hebben hun zogenaamd "dynamisch bereik" verloren. Dit is het gevolg van haarceldegeneratie in de cochlea. Gezonde oren kunnen geluiden verwerken vanaf de gehoordrempel bij 0 dba (bijna niet te horen)tot de pijngrens van ongeveer 130 dba. Bij de gehooraandoening "recruitment" ligt de gehoordrempel veel hoger (bijv. bij 30 dba) en de pijngrens veel lager (bijv. bij 100 dba). Het discriminerend vermogen is dan sterk afgenomen. Dit betekent dat deze mensen heel slecht kunnen verstaan in een drukke omgeving en bovendien heel veel last hebben van wat voor anderen gewone geluiden zijn. 21

22 1= spraakaudiogram zonder regressie 2=,, met beginnende regressie 3=,, met duidelijke regressie 22

23 presbyacusis=ouderdomsslechthorendheid: langzaam progressief aflopend discant perceptieverlies met verminderde spraakverstaanvaardigheid t.g.v degeneratie van haarcellen 23

24 Presbyacusis: National Institutes of Health USA 15% of those years of age, 30% of those years of age, and 40% of those over 75 years of age have a hearing loss that affects communication 24

25 beginnende gnn n presbyacusis: aflopend discant perceptieverlies met verminderde spraakverstaanvaardigheid 25

26 syndroom van Meniere: aanvalsgewijs optreden van -oorsuizen -draaiduizelingen d -aanvankelijk basperceptieverlies, later ook discantverlies -regressieverschijselen veroorzaakt door stofwisselingsstoornis in het labyrinth waardoor functie stoornis van zowel evenwichtsorgaan als cochlea. Duur van de aandoening en aantal aanvallen onvoorspelbaar en sterk wisselend 26

27 syndroom van Meniere: -basperceptieverlies -oorsuizen -aanvallen van vertigo beginnende Meniere nog geen regressieverschijselen in het spraakaudiogram 27

28 syndroom van Meniere: -basperceptieverlies -oorsuizen -aanvallen van vertigo na vele aanvallen progressief verlies van haarcellen waardoor regressieverschijnselen 28

29 lawaaislechthorendheid: typische perceptieve dip bij 4000 Hz ten gevolgeg van een chronische expositie aan geluiden van meer dan 90 db of ten gevolge van een explosie (acuut trauma) bepalende factoren: duur,intensiteit,frequentie hoofdklacht:oorsuizen 29

30 Andere oorzaken voor perceptieslechthorendheid: h id -virale infecties tijdens graviditeit -geboortetrauma -heriditair,familiair -iatrogeen -acusticusneurinoom=brughoektumor -ototoxiciteit i i (cytostatica;antibiotica;salicylaten) ibi i l -viraal infect (meningitis) -sudden perception loss -schedeltrauma -etc. 30

31 komvormig perceptieverlies p -viraal infect tijdens graviditeit it in dit geval nog geen regressie 31

32 congenitale nagenoeg totale perceptieslecht- horendheid met alleen links 10 % spraakverstaan bij maximale versterking 32

33 acusticusneurinoom: goedaardige zwelling van de kapsel van gehoorzenuw bij de pons (brughoek). Langzaam progressief perceptieverlies met onevenredig sterke achteruitgang van het spraakverstaan. 33

34 gehoorverlies bij een acusticusneurinoom links matig discant perceptie verlies op toonaudiogram ernstig gestoord spraakverstaan 34

35 Coproductie: afd.kno LUMC afd.kno UMCU 35