Onderzoeksprogrammering Kenniscentrum HAN SOCIAAL

Vergelijkbare documenten
Kennisdag HAN Sociaal 2013

Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden. Petri Embregts

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Met elkaar in beweging voor een goede toekomst! Koersplan Savant Zorg Samen in beweging

TEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS

Sociale wijkteams

Betekenis voor beroepsonderwijs

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Zien, bewogen worden en in beweging komen. Prof. dr. Petri Embregts

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Wetenschap en praktijk: in co-creatie verbonden. Prof. dr. Petri Embregts

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams

Op weg naar meer kennis over wat werkt voor multiprobleemgezinnen (MPG) MSc L. (Loraine) Visscher, Universitair Medisch Centrum Groningen

Keuzedeel mbo. Wijkgericht werken. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0186

AVI-activiteiten Aanbod van programma Aandacht voor iedereen

Kick-off Kenniskring Zelfredzaamheid ICT, Zorg en Welzijn 20 maart 2014, In de Ruimte, Utrecht

In voor mantelzorg. Bijeenkomst leergemeenschap Transmurale Zorg Cecil Scholten, 14 maart 2016

Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe Overzicht. Aanleiding Wmo-werkplaatsen. Opzet, bevindingen en resultaten. Aanleiding Wmo-werkplaatsen

Ambtenaren / managers Ambtenaren die werken met moeilijk bereikbare groepen

INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Transities in de ouderenzorg: verantwoordelijkheden van burgers. 26 juni 2014

DOSSIER. Cliëntenparticipatie

Sociale wijkteams en wijkpilots in Nijmegen

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Langer zelfstandig wonen

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Sociale relaties en welzijn

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Nieuwe arrangementen. Workshop 5

januari L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl

De krachtgerichte methodiek

Zelfregie en professionele toerusting. Kennis en advies: praktisch en toepasbaar

Onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit cliëntenperspectief. De stand van zaken medio 2015

Wmo en de professional

Werken met multipele allianties

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Ontwikkeling van evidence based producten. Luciënne Heerkens Petri Embregts

Onderwerp: Subgroep 1: Datum: Contact: Onderwerp Kwaliteit van leven

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Opening WijkInformatiePunt Wielwijk

IXELF, jouw geluk dichtbij

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Trainingen eenzaamheid en sociaal isolement

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Gewoon meedoen in je eigen wijk! TOOLKIT VOOR WERKERS

Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Care Bijeenkomst LIDZ Continu verbeteren bij Thebe

AVI-activiteiten Transformatieagenda

88% Inwoner enquête (onderzoek)

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl

De betekenis van de buurt in de zorg van mensen voor elkaar

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Samen op weg naar een gezonder zorglandschap Een unieke mix in Bergen en Afferden

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET KINDEREN

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode )

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Je steunsysteem is overal om je heen.

Landelijke Contactdag Tourette Ed Carper

Sociale wijkteams de sleutel in de participatiesamenleving?

Wmo 2015 door Tweede Kamer

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bestuur & Management Consultants. Katherine Boon Ester Rood

DOEN WE HET IN ARNHEM

Wat weet u na vanavond?

Vrijwilligers in de zorg voor en ondersteuning van ouderen in de nieuwe Wmo. Mieke Biemond

Van Kooten en de bie. De rol van de vrijwilliger en de betekenis van de Kanteling

Visie op TripiO

Informatieblad. Kwaliteit van werken binnen 1Gezin1Plan RDOG HOLLANDS MIDDEN

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

De verbinding tussen gezondheidsachterstanden en de 3 D s in het sociaal domein: de rol van het (wijk)team

Publieke gezondheid en de toekomst van de GGD

Begeleiding individueel (laag)

Werken met een beperking

WMO-beleidsnotitie van het Land van Cuijk participatie en vrijwilligers

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Opleidingsprogramma Wijkverpleegkundige

Meedoen Meten. DICHTERBIJ Kenniscentrum voor Dagbesteding en Werk. Angela Prudon. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Master Social Work

Samen de schouders eronder

Routeplan "meer ruimte voor de professional, meer ruimte voor het team" Waardigheid & Trots

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk

Doen wat nodig is, dichtbij de mensen

Contouren van een nieuw jeugdstelsel

Transcriptie:

Onderzoeksprogrammering Kenniscentrum HAN SOCIAAL Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Martha van Biene, Petri Embregts, Erik Jansen, Marion van Hattum, Lex Hendriks, Huub Pijnenburg, Jan-Pieter Teunisse & Cécile Nijsten Voorgelegd aan College van Bestuur 3 februari 2012 Vastgesteld door Directie Faculteit GGM 19 maart 2012 1

Onderzoeksprogrammering In de nabije toekomst (vier à zes jaar) concentreert HAN SOCIAAL zich in onderzoek op één onderzoekslijn Participatie van kwetsbare burgers in de maatschappij en vier daaraan gerelateerde thema s. Deze vier thema s worden hieronder beschreven waarbij aangegeven wordt welk typen onderzoek HAN SOCIAAL in dat kader uitvoert en welke voorbeelden er zijn van concrete onderzoeksprojecten die recent binnen dit thema zijn uitgevoerd of op dit moment uitgevoerd worden. De vier thema s zijn: 1. Perspectief van de burger 2. Maatschappelijke ondersteuning 3. Relatie burger-professional 4. Sociale technologie 1. Perspectief van de burger Het thema perspectief van de burger richt zich vanuit democratische opvattingen over burgerparticipatie en vanuit het levensloopperspectief op alle levensfasen van de moderne mens, in het bijzonder op de ondersteuning van keuzemogelijkheden van kwetsbare burgers. De grondgedachte van dit thema berust op vraagarticulatie, ofwel het achterhalen van de vraag achter de vraag. Daarbij gaat het om het verhelderen van sociale vraagstukken vanuit achterliggende waardesystemen van (de) kwetsbare burger(s) en medeburger(s), zodat professionals in het ontwerpen van een vraaggericht aanbod hierop verantwoord inspelen. Het thema perspectief van de burger omvat alle onderzoeks- en ontwikkelprojecten die gericht zijn op het bieden van inhoudelijk en methodologisch kwalitatief verantwoorde ondersteuning van zorg en dienstverlening aan burgers, zodat de kansen op onbedreigde ontwikkeling en participatie van burgers en de kwaliteit van leven toenemen. Onder kwalitatief verantwoorde ondersteuning en dienstverlening verstaan we ondersteuning die adequaat, doelmatig georganiseerd en effectief is. HAN SOCIAAL streeft naar actieve inzet van burgers bij het doen van onderzoek (full partners in research en development) en initieert onderzoeksprojecten waarin burgers en studenten/professionals leren hoe verschillende typen participatie 3 kunnen worden geboden en ontwikkeld. HAN SOCIAAL definieert het perspectief van de burger als de logica van de burger. Deze logica wordt voor het voetlicht gebracht doordat burgers expliciet participeren bij de inventarisatie, analyse en definiëring (diagnostiek) van vragen en problemen. Zo ook participeren burgers bij het zoeken naar geschikte interventies voor de oplossing van individuele en collectieve vraagstukken. De visie van HAN SOCIAAL om het burgerperspectief leidend te laten zijn voor de inhoud en vormgeving van praktijkinnovaties betekent dat de professional zijn vizier richt op integrale en contextgebonden zorg- en dienstverlening. Het betreft dienstverlening zonder hiaten of overlappingen waarbij burgers in hun kracht worden gezet (empowerment) en die binnen handbereik is in de eigen natuurlijke en directe woon- of leefomgeving. HAN SOCIAAL werkt dit verder uit in het kader van de thema s maatschappelijke ondersteuning en relatie burger-professional. Binnen het thema perspectief van de burger onderscheidt HAN SOCIAAL de volgende typen onderzoek: Onderzoek naar kwaliteit en ontwikkeling van vraagarticulatie ten behoeve van de realisering van vraaggerichte zorg- en dienstverlening. Onderzocht worden wat de burger nodig heeft (needs), wat hij wil (wants), wat hij eist (demands) en dat wat hij wil en kan bijdragen (competence) met als doel de participatie van burgers op verschillende levensterreinen te optimaliseren. Onderzoek naar de wensen (needs) van met name kwetsbare burgers om in het hier en nu zelfstandig te kunnen functioneren en te participeren en verkenning van de mogelijkheden om een zelfstandig bestaan op te bouwen en te handhaven. 3 Participatie is ook letterlijk meedoen/ deelnemen, en ook (mee)beslissen, (co)produceren, adviseren, raadplegen, informeren, etc.. 2

Onderzoek naar (het exploreren van) de vraag achter de vraag ten behoeve van het ontwerp van integrale zorg- of ondersteuningsarrangementen op maat, waaronder verstaan wordt het meest geschikte perspectief dat te overzien is voor de burger. Onderzoek naar waardenoriëntaties om inzichtelijk te maken welke betekenisvolle verbindingen nodig zijn tussen ondersteuningswensen en kwaliteit van leven. De ontwikkeling van methoden en technieken waaronder narratieve onderzoeksmethoden om adequaat onderzoek te kunnen doen naar het perspectief van de burger. Hierbij is speciale aandacht voor methoden om het perspectief van burgers met een beperking in de communicatie (autisme, verstandelijke beperking) tot zijn recht te laten komen. Ontwikkeling vraaganalyse-instrument (methodiek). Ondersteunende middelen bij het vragen naar de mening en beleving van mensen met autisme (Mariendael, Leo Kannerhuis) Onderzoeken naar vraagpatronen (Ede/Veldhuizen, Arnhem/Malburgen, Nijmegen/Hatert, Dichterbij/Dûnya). Onderzoek naar de rol van taalpragmatiek bij vraagarticulatie bij mensen met autisme. Onderzoeksprojecten vraaggerichte dienstverlening met specifieke professionele compete n- ties (Dichterbij/Dûnya, Ede/professionals allochtone wijkbewoners, Hatert/religie, SWON/oudere migranten). Actie leeronderzoeken (Action Research) (Wijkondersteuningspunt Malburgen, Wijkverpleegkundige Zichtbare Schakel STMG, Tandem). Onderzoeken Netwerken Welzijn Versterkt (Gemeenten, Peel en Maas). Ontwikkeling van en onderzoek naar Person Centered Planning bij autisme (Living La b Oosterbeek) Onderzoek naar de mening van mensen met een licht verstandelijk beperking over welke competenties zij belangrijk vinden voor begeleiders in de zorg voor mensen met een ve r- standelijke beperking Onderzoek welke competenties ouders van mensen met een ernstige verstandelijke beperking (en ernstige gedragsprobelemen) een goede basis vinden voor het werken als begeleider in de zorg voor ernstige verstandelijk beperkte mensen met ernstige gedragsproblemen? Onderzoek naar de kenmerken van sociale netwerken van mensen met een verstandelijke beperking, hun wensen op dit gebied en de relatie met de ervaren kwaliteit van leven. Ontwikkeling van een bouwsteen Cliëntenparticipatie in het Nationaal Programma Ouderenzorg (ZonMW project in samenwerking met CSO, Zorgbelang, VUmc en Stichting Tools). Evaluatie proeftuinen Woonservicegebieden in het kader van het ZonMW Nationaal Programma Ouderenzorg (met Radboud Universiteit, SEV en UMCG). Onderzoek naar het voorkomen van jeugdhulpverleningstrajecten of carrieres die vanuit het perspectief van jeugdigen en opvoeders onnodig lang, ingewikkeld en ineffectief zijn, en die het gevolg zijn van een niet-optimale samenwerking tussen dienst- en hulpverlenende ketenpartners en hun vertegenwoordigers. 2. Thema maatschappelijke ondersteuning Het thema maatschappelijke ondersteuning omvat alle onderzoek- en ontwikkelprojecten die gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van kennis en methoden omtrent het in kaart brengen, betrekken, versterken en uitbreiden van sociale netwerken en steunnetwerken van kwetsbare burgers in hun leefomgeving. Onder maatschappelijke ondersteuning verstaan we het benutten van de capaciteiten en de kracht van burgers om samenredzaamheid in de leefomgeving te bevorderen. Burgers weten elkaar te vinden op hun kracht en zetten elkaar actief in om hun leefomgeving mee vorm te geven en elkaar te ondersteunen waar nodig. Daarmee sluit het begrip aan bij actief burgerschap waarin het belang van sociaal gedrag en de zelfredzaamheid van burgers wordt benoemd (Steyaert, Bodd & Linders, 2005). Dit gedachtegoed sluit aan bij wat in de Wmo en het overheidsbeleid rondom Welzijn Nieuwe Stijl 4 geëxpliciteerd wordt. Dit beleid is erop gericht om a) hulp die burgers nodig hebben dichter in de buurt te realiseren, b) de kracht van het netwerk om hulpbehoevende(n) heen te mobiliseren, en c) te voor- 4 Brochure Welzijn Nieuw Stijl (2010). Uitgave van ministerie VWS, MOgroep en VNG. 3

komen dat (zware) hulpinzet nodig is door inzet van een sterk netwerk in de buurt/gebied (preventie). Met dit beleid wordt verantwoordelijkheid gelegd bij burgers voor hulpbehoevende mensen in hun buurt of familie. Het idee over samenredzaam zijn is mede bedoeld om in de toekomst te kunnen garanderen dat er voldoende menskracht en middelen zijn om (chronische) zorgvragers te kunnen blijven helpen en ondersteunen. Samenwerken aan reductie van dure zorg is daarvoor een voorwaarde. HAN SOCIAAL richt zich op kennisontwikkeling omtrent de wijze waarop maatschappelijke ondersteuning gerealiseerd wordt en kan worden en wat belemmerende en bevorderende factoren daarin zijn en tevens op de betekenis deze ontwikkeling voor de sociale professional. Maatschappelijke ondersteuning doet immers een ander appèl op de inzet van de professional (Van Ewijk, 2010); daar waar deze voorheen zélf maatschappelijke ondersteuning bood, moet de professional nu in eerste instantie gericht zijn op het faciliteren van maatschappelijke ondersteuning geboden door derden. Een wezenlijk verschil met voorheen is dat niet de hulpbehoevende in kwestie het probleem is, maar de maatschappelijke ondersteuning rondom deze persoon. Ingrijpen in situaties waarin maatschappelijke ondersteuning niet vanzelf gaat, is enerzijds gericht op het versterken van een sociaal netwerk als een steunsysteem voor mensen en anderzijds zal een sociaal werker in het geval van te weinig resultaat doorverwijzen naar specialistisch hulp- en dienstverlening. In die situaties is regievoering en onderlinge afstemming van de hulpverlening (volgens het principe van één plan, één dienstverlener) een belangrijke taak voor de sociaal werker. Hier ligt een sterke relatie met het thema relatie burgerprofessional. Binnen deze thema worden de volgende typen onderzoek onderscheiden: Projecten die gericht zijn op het beschrijven en volgen (monitoren) van het fenomeen van maatschappelijke ondersteuning, de wijze waarop burgers dit momenteel met elkaar vormgeven, wat daarin werkt en hoe dat werkt. o Onderzoek naar de mogelijkheden van gemeenschapszorg (community care), waarbij gemeenschapszorg betekent het ondersteunen van de kwetsbare bij hun deelname aan o de samenleving door betere dienstverlening. Onderzoek naar vraagverlegenheid van burgers en hun naasten met als doel om vanuit de eigen krachtbenadering en person centered planning via de sociale kaart actief te zoeken naar informele ondersteunende hulp(bronnen) binnen het netwerk van familie, vrienden, vrijwilligers of naar hulp van formele instanties. Projecten die gericht zijn op het beschrijven van de gevolgen van maatschappelijke ondersteuning voor de wijze waarop sociaal werkers hun vak (moeten) uitoefenen. Deze projecten zijn gericht op het ontwikkelen en overdragen van kennis over persoonskenmerken, grondhouding en complexere contactuele (bv. meerzijdig partijdig handelen) en motivationele competenties die kenmerkend zijn voor het kunnen activeren van een sociaal (steun)systeem in een gebied en/of rondom kwetsbare burgers. Projecten gericht op het vormgeven van instrumenten om de (kwaliteit van de) relatie tussen (netwerken van) burgers of sociale steunsystemen en burgers in beeld te brengen en te monitoren. Onderzoeksprojecten gericht op het verzamelen van evidence over methodieken en middelen om actieve, positieve sociale (steun)netwerken en actieve inzet van burgers in hun leefomgeving te realiseren. Onderzoeksprojecten gericht op de consequenties van deze ontwikkeling voor de organisatie van het sociaal werk en voor de samenwerking tussen organisaties (waar burgers zoal mee te maken kunnen krijgen) onderling. Onderzoek naar kwaliteit van sociale netwerken van mensen met autisme (Leo Kannerhuis, MEE) en verstandelijke beperking. Onderzoek naar optimale oriëntatie op, en verbinding met sociale netwerken van cliënten door jeugdzorgprofessionals. Onderzoek naar methoden om sociale netwerken van mensen met autisme te versterken (Leo Kannerhuis, MEE). Onderzoek naar functioneren en behoeften van sociale netwerken (in het bijzonder mantelzorgers) van mensen met autisme (Nederlandse Vereniging voor Autisme). Onderzoek naar de wijze waarop zorgaanbieders voor mensen met een verstandelijke beperking sociale netwerken van cliënten in kaart brengen, betrekken, versterken en uitbreiden. Ondersteunen van de ontwikkeling van wijkteams Venlo in het kader van het programma Venlodroom met behulp van actieleren. 4

3. Thema relatie burger-professional Het thema relatie burger-professional omvat alle onderzoek- en ontwikkelprojecten en alle overdracht-activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van kennis en methoden omtrent de relatie burger-professional - die tot doel heeft de kansen op onbedreigde ontwikkeling en participatie van (groepen of individuele) jeugdigen en volwassenen te helpen versterken, en zo bij te dragen aan hun kwaliteit van leven. De grondgedachte van deze thema is dat de kwaliteit van de relatie burger-professional een even basale als cruciale voorwaarde is voor effectieve samenwerking tussen burger en professional, en dat deze zowel een emotionele kant (emotionele alliantie) als een taakgerichte component heeft (overeenstemming over doel van de samenwerking/ondersteuning, en de middelen die worden ingezet om dat doel te bereiken). Zoals boven benoemd is er een sterke samenhang met het thema maatschappelijke ondersteuning en de met de veranderingen in de welzijnssector gepaard gaande noodzakelijke verandering in de houding van de professional; van ondersteuner naar facilitator, van hulpverlener naar regisseur. Bovendien is er een duidelijke relatie met het thema perspectief van de burger, waarbij de professional zijn vizier richt op integrale en contextgebonden zorg- en dienstverlening. Dit veronderstelt dat de professional competenties ontwikkelt om de lokale maatschappelijke problemen op te kunnen lossen. Binnen deze thema worden de volgende typen onderzoek onderscheiden. Projecten gericht op het ontwikkelen en overdragen van kennis over persoonskenmerken, grondhouding en basale contactuele en motivationele competenties die kenmerkend zijn voor het kunnen ontwikkelen en onderhouden van een menslievende en effectieve professionele relatie met burgers (hierna kortweg: werkrelatie). Het ontwikkelen en toepassen van instrumenten (in de breedste zin van het woord) om deze werkrelatie in beeld te brengen. Deze instrumenten moeten voldoen aan wetenschappelijke kwaliteitseisen, maar vooral ook van nut zijn in de voortdurende monitoring en eventuele bijsturing van de werkrelatie, gaandeweg de samenwerking tussen beide partijen. Het ontwikkelen van en onderzoeken van methoden en technieken om de kwaliteit van de werkrelatie te beïnvloeden in positieve zin (training, coaching, supervisie, enz.), en het bevorderen van vertrouwdheid met en gebruik van deze hulpmiddelen in onderwijs en praktijk. Het uitvoeren van projecten waarin de invloed van de werkrelatie op de effectiviteit van professionele ondersteuning wordt onderzocht, in relatie tot andere (met name methodische, en randvoorwaardelijke) factoren die de effectiviteit van ondersteuning en zorg beïnvloeden, en het publiceren en overdragen van deze onderzoeksresultaten in (post)initieel onderwijs. Projecten waarin de samenhang wordt onderzocht tussen enerzijds de professionele rol van iemand die doelgericht samenwerkt met burgers, en anderzijds andere professionele rollen vervult zoals die van vakinhoudelijk deskundige, en vakvrouw/-man die samenwerkt met leidinggevenden en met collega s binnen en buiten de eigen organisatie Projecten waarin de samenhang wordt onderzocht tussen de werkrelatie en andere werkzame factoren op micro- meso-, en macroniveau die onderscheiden worden in het Integratieve Werkzame Factorenmodel, en in het programma van HAN SOCIAALl in het bijzonder. Onderzoek naar de vraag welke aspecten van de relatie burger-professional generiek zijn, dan wel specifiek voor een professionele context (denk bijvoorbeeld*- aan welzijn, onderwijs, hulpverlening aan uiteenlopende doelgroepen jeugdigen en volwassenen). Het vaststellen van de effecten en sociale meerwaarde van outreachend werken` met nadruk op direct (moeten) ingrijpen zodat voor de burger zijn perspectief (weer) in beeld komt. Onderzoek naar de mening van mensen met een licht verstandelijk beperking over welke competenties zij belangrijk vinden voor begeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Onderzoek naar meetbaar maken en versterken van de werkalliantie tussen cliënten (jeugdigen en/of opvoeders) en hulpverleners, die een emotionele en een taak- of doelgerichte component kent. Onderzoek naar algemeen werkzame en methodische sleutelfactoren in de pleegzorg, in het bijzonder het minimaliseren van de kans op voortijdige, ongewenste beëindiging van pleegzorg- 5

plaatsingen, en het optimaliseren van de kans op succesvolle terugplaatsing van pleegkinderen naar het eigen gezin, dan wel op het aanvaarden door ouders dat het in het belang van hun kind is dat dit langdurig door pleegouders zal worden opgevoed (waarnaast zij natuurlik wel hun onvervreemdbare existentiële band met hun kind houden). Onderzoek welke competenties ouders van mensen met een ernstige verstandelijke beperking (en ernstige gedragsprobelemen) een goede basis vinden voor het werken als begeleider in de zorg voor ernstige verstandelijk beperkte mensen met ernstige gedragsproblemen. Onderzoek binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking naar een mogelijk verband tussen tussen de verzakelijking van zorg enerzijds en de afname van motivatie en inkrimping van de ruimte voor menslievende zorg anderzijds. Inrichting van een netwerkgerichte leerstructuur in integrale dienstverlening (Malburgen: MEE GP; STMG; Pleyade). 4. Thema Sociale technologie Het thema sociale technologie omvat alle studies en activiteiten die betrekking hebben op de toepassing en ontwikkeling van technologie met als doel om in interactie met de kwetsbare burger, mobiele mogelijkheden en operationele efficiëntie te vergroten op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Het gaat hierbij om het bieden van ondersteuning in de sociale en psychologische situatie van mensen teneinde hun participatie in de maatschappij te bevorderen en hun kwaliteit van leven te verbeteren of in stand te houden. Technologie vatten we in de breedste zin: het gaat zowel om technologische mechanismen of middelen waaronder ICT, kennissystemen, domotica, als om andere hulpmiddelen. De kern is dat de interventie plaatsvindt met gebruik van de technologie, al dan niet in combinatie met face-to-face interventies (blended interventie). Het gaat dus om het instrumentaliseren van sociale en psychologische interventies met behulp van technologische middelen, waarmee de interventie minder afhankelijk wordt van personen. Sociale technologie is bij uitstek overdraagbaar (je kunt het instrument doorgeven aan een ander). De technologie gaat daarmee een rol van betekenis spelen in de participatie van mensen in het maatschappelijk leven. In narratieve termen kan men spreken van: worden actoren in het persoonlijk verhaal. Doorgaans zal het gaan over innovatieve middelen (dus zowel fysiek als niet-fysiek) die mensen ondersteunen in de sociale en psychologische aspecten van hun persoonlijke situatie. Gebruikers van deze middelen kunnen zowel professionals als cliënten of personen zelf zijn en helpen in het behouden of verbeteren van de zelfredzaamheid en participatie aan de samenleving. Vanwege de aard van het thema streven we voortdurend naar valorisatie van de binnen HAN SOCI- AAL ontwikkelde kennis en inzichten. In die zin is deze thema bij uitstek gericht op de ontwikkeling en evaluatie van praktische middelen waarmee participatie in velerlei processen mogelijk wordt. Sociale technologie onderscheidt zich van sociale methodieken, omdat deze laatste in sterke mate afhankelijk zijn van vakkennis en competentie van personen. Uiteraard zijn de grenzen tussen sociale technologie en methodieken niet scherp. In beide gevallen staat de persoon centraal en is de methodiek of technologie dienend en ondersteunend. Uiteraard wordt de competentie van de professional bij gebruik van sociale technologie niet genegeerd: deze zal in de praktijk immers op oordeelkundige wijze gebruik moeten maken van het instrument al dan niet in de situaties waarvoor het ooit bedoeld was of is. Er is dus met andere woorden een duidelijke relatie met het thema relatie burgerprofessional en met het thema maatschappelijke ondersteuning. Binnen dit thema worden de volgende typen onderzoek onderscheiden: Evaluatie van sociale praktijken waarin ICT en technologische middelen worden ingezet. Onderzoek naar (toegevoegde) invloed van ICT op sociale processen. Onderzoek naar nieuwe toepassingen van technologie in sociale processen. Ontwikkeling van op technologie gebaseerde instrumenten voor sociaal gerichte interventies (altijd met technologische partners). Valorisatie van sociaal (praktijk) wetenschappelijke kennis in technologische middelen en trends. Onderzoek naar en ontwikkeling van ondersteunende middelen (ondersteuning van processen waarbij professional-professional; professional-burger; burger-burger interacties optreden). 6

Onderzoek naar klinische, on-the-job benutting van Routine Process & Outcome monitoringgegevens in het kader van contacten tussen hulpverlener client(systeem), door gebruikmaking van digitale middelen in het kader van jeugdzorgtrajecten. Onderzoek naar kennissystemen ter ondersteuning van sociale processen. Onderzoek naar de impact van sociale technologie (social networks; wijkportals; on-line communities; digitale coaches). Onderzoek naar de inzet van sociale technologie bij maatschappelijke transities (wonen, opleiding, werk) bij mensen met autisme (Living Lab Oosterbeek). Onderzoek naar gebruik sociale ICT-media bij mensen met autisme (Living Lab Oosterbeek) Ontwikkeling van TweeSpraak, een centraal narratief gericht signaleringssysteem voor meldingen en informerende bijdragen van klanten van ZZG Zorggroep (samen met ZZG Zorggroep, cliëntenraad ZZG Zorggroep, Collegamento en UPC). Onderzoek naar en evaluatie van de integratie van sociale technologie bij Person Centered Planning (Living Lab Oosterbeek). Doorontwikkeling van de applicatie Aeolus als back-office applicatie met narratieve vragenset en een dialogische methodiek voor ouderenconsulenten van verschillende organisaties in de Gemeente Heumen (met Heumen, Horlings&Eerbeek, vrijwillige ouderenadviseurs en verschillende zorgorganisaties). Automatische classificatie van narratieve teksten (met Radboud Universiteit). Literatuur Bergen, A. van, R. Smit, D. Reinking, L. Muis, M. van der Leer, M. Kolen, N. Oepkes, R. Vleems, E. van der Meer en Y. van Doeveren (2010). Zorg voor Sociaal Kwetsbaren. Themarapport Volksgezondheidsmonitor. Utrecht 2010. Utrecht: GG&GD. Ewijk, H. van (2010). Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd. Oratie van Hans van Ewijk aan Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, Amsterdam: Humanistics University Press / SWP Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2011). Welzijn Nieuwe Stijl. Den Haag: Ministerie van VWS. Steyaert, J., J. Bodd, L. Linders (2005). Actief burgerschap. Het betere trek- en duwwerk rondom publieke dienstverlening. Eindhoven, Fontys Hogescholen. 7