Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, De vakantie is weer voorbij en we gaan nu het laatste deel van het schooljaar in. Een periode waarin we bezig gaan met de laatste blokken van rekenen, taal en spelling. Ook een periode waarin we ons weer voorbereiden op de toets periode en de laatste rapporten van dit schooljaar. Daarnaast staan er gelukkig ook nog genoeg leuke dingen op het programma. In deze één na laatste lesbrief van dit schooljaar vindt u weer een overzicht van de doelen voor de komende periode. We gaan er nog even flink van genieten met zijn allen! Hartelijke groet, Annet en Heidi
Rekenen In blok 3 van rekenen staan de volgende doelen en onderwerpen centraal: Groep 5 Oriëntatie op getallen tot en met 2000 De getallen tot en met 2000 worden verkend met behulp van de getallenlijn en de structuur van de getallen. Het passeren van een duizendtal is nieuw voor de kinderen. Optellen en aftrekken - Twee strategieën worden aangeboden voor het optellen en aftrekken tot en met 1000: rijgen en splitsen. Om het werkgeheugen te ontlasten mogen de kinderen voor het maken van de tussenstappen bij dergelijke sommen altijd een kladblaadje gebruiken. Hiernaast een voorbeeld van beide methoden. Vermenigvuldigen en delen - De moeilijke tafelsommen oefenen de kinderen ook in dit blok weer op verschillende manieren. - Nieuw in dit blok is vermenigvuldigen met factor 10 (10x65). Hierna moeten de kinderen dit ook kunnen verdubbelen en halveren (5x65 en 20x65). - Ook bij het werken met verhoudingstabellen maken de kinderen veel gebruik van vermenigvuldigen. - De kinderen oefenen verder met het delen met rest, eerst in eenvoudige, herkenbare contexten, daarna in somvorm. Het verband met de tafels van vermenigvuldiging wordt steeds benadrukt. - Dit blok gaan de kinderen ook delen met grote getallen, daarbij komt steeds de analogie met de deeltafels tot en met 10 terug: 12:4=;120:4=;1200:4=. Geld, tijd, meten en meetkunde - In de startopgaven wordt het lezen van de kalender en het analoog en digitaal klokkijken herhaald. Ook het oefenen met het teruggeven van geld wordt hier geoefend. - Bij het onderwerp lengte wordt de millimeter geïntroduceerd. - Bij inhoud wordt de maatrij uitgebreid met de deciliter. Dit wordt geoefend met tastbaar materiaal (flesjes, potjes e.d.) - De oppervlakte en omtrek wordt berekend. Dit hebben de kinderen al eerder geoefend.
Groep 6 Oriëntatie in de getallen In de context van kilometerstanden van auto s wordt het getallengebied waarin de kinderen zich oriënteren dit blok uitgebreid tot 100 000. Optellen en aftrekken - Het basale optellen en aftrekken tot en met 1000 wordt herhaald, waarbij er ook vormen van handig rekenen aan de orde komen. - Het schattend optellen en aftrekken tot en met 1000 wordt herhaald. - Het cijferend aftrekken krijgt in dit blok speciale aandacht en het cijferend optellen wordt herhaald. Vermenigvuldigen en delen - Het basale delen komt terug in opgaven als 400:5;120:6;1200:5. - Aan het delen met rest wordt nog nadrukkelijk aandacht besteed. Dit is een voorbereiding op het cijferend delen. - In dit blok maken de kinderen kennis met het begrip gemiddelde. Kinderen rekenen het gemiddelde van bijvoorbeeld een aantal dictee cijfers uit. - Het kolomsgewijs vermenigvuldigen wordt herhaald. Kommagetallen - Kommagetallen komen dit blok aan de orde bij het noteren van gewichten. Breuken - De leergang breuken wordt dit blok verder uitgebouwd. Breuken worden nu aan een prijs, hoeveelheid of afstand gekoppeld. Tijd, meten en meetkunde - In verschillende toepassingssituaties wordt er gerekend met geld. - Verschillende instrumenten om tijd te meten worden vergeleken. Hierbij zien de kinderen dat het ene instrument nauwkeuriger is dan het andere en bepalen zij welk instrument ingezet kan worden. - Aan het berekenen van afstanden op een kaart wordt nog eens uitgebreid aandacht besteed. - De vierkante cm wordt geïntroduceerd naast de andere inhoudsmaten. - De inhoud wordt nu voor het eerst ook benoemd met de kubieke cm. - Bij het onderwerp gewicht worden verschillende instrumenten om te wegen vergeleken. De vraag is daarbij steeds: Waar worden deze instrumenten voor gebruikt?. Diversen - Grafieken: in dit blok wordt een aantal staafgrafieken aangeboden. Nieuw daarbij is dat de getallen die bij de verticale as staan met 10, 100 of 1000 moeten worden vermenigvuldigd om de aantallen te bepalen. - Verhoudingen: ook in dit blok komt het onderwerp verhoudingen regelmatig terug in verschillende contexten.
Taal Groep 5 Groep 5 zal eerst aan het werk gaan aan de hand van het thema Kijk, een eik : - De kinderen leren de betekenis van verschillende themawoorden en oriënteren zich op het thema. - De kinderen kunnen het verdere verloop van een verhaal voorspellen. - De kinderen kunnen met de juiste intonatie en zinsmelodie spreken. - De kinderen kunnen een tekstopzet maken. - De kinderen kunnen werken met alinea s. - De kinderen controleren een eigen geschreven tekst op leestekens en interpunctie. - De kinderen kunnen een aantal woorden waarvan de eerste twee letters hetzelfde zijn op alfabetische volgorde zetten. - De kinderen weten dat namen van personen met een hoofdletter geschreven worden en passen dit toe. - De kinderen kunnen vertelzinnen omzetten in vraagzinnen. - De kinderen kunnen een antwoord geven op vraagzinnen zonder dat de persoonsvorm verandert. - De kinderen kunnen een zin van de meervoudsvorm omzetten in de enkelvoudsvorm en andersom. - De kinderen kunnen samenwerken om tot een oplossing te komen. Daarna gaan zij verder met het thema Een bureau voor Vivian : - De kinderen oriënteren zicht op het thema en leren de betekenis van de themawoorden. - De kinderen kunnen beschaafd verzoeken om informatie, hulp of verduidelijking. - De kinderen kunnen de motieven van een persoon in een verhaal benoemen. - De kinderen een tekst, lied of gedicht voordragen. - De kinderen kunnen zich houden aan gespreksregels en beurtwisselingen. - De kinderen kunnen een poppenkast/rollenspel schrijven. - De kinderen verzamelen informatie voor het schrijven van een tekst. - De kinderen kunnen een woordenboek, telefoonboek of catalogus hanteren. - De kinderen kunnen de betekenis van een woord achterhalen door uit te gaan van een woordsamenstelling. - De kinderen kunnen oorzaak-gevolg en middel-doel relaties hanteren. - De kinderen kunnen zinnen inkorten door één of meer zinsdelen weg te laten. - De kinderen kunnen tijdsbegrippen toevoegen aan een zin. - De kinderen kunnen uit een gegeven woord een ander woord halen.
Groep 6 Groep 6 zal eerst aan het werk gaan aan de hand van het thema Wat een vondst : - De kinderen oriënteren zich op het thema en leren de betekenis van de themawoorden. - De kinderen kunnen een lied, tekst of gedicht voordragen. - De kinderen kunnen een luisterdoel bepalen. - De kinderen kunnen een gesprek evalueren. - De kinderen kunnen wendingen in een verhaal herkennen. - De kinderen kunnen de inhoud van een eigen geschreven tekst herordenen. - De kinderen kunnen bij het schrijven van een tekst de doelgroep bepalen. - De kinderen kunnen werkwoorden en zelfstandige naamwoorden benoemen. - De kinderen kunnen middel-doel relaties hanteren. - De kinderen kennen de onregelmatige vormen van de trappen van vergelijking en kunnen deze hanteren. - De kinderen kunnen het wie-deel (onderwerp) in de zin zoeken. - De kinderen kunnen de ik- hij- en wij-vorm van een werkwoord in een schema in de tegenwoordige tijd plaatsen. - De kinderen kunnen vertelzinnen omzetten in vraagzinnen. - De kinderen kunnen antwoord geven op vraagzinnen zonder dat de persoonsvorm verandert. - De kinderen kunnen enkele gezegdes verklaren en gebruiken. Daarna gaan zij verder met thema Een fijn schoolplein : - De kinderen oriënteren zich op het thema en leren de betekenis van de themawoorden. - De kinderen kunnen tijdens een gesprek aansluiten bij de mening en gevoelens van een groepsgenoot. - De kinderen kunnen met gesproken taal objecten benoemen en lokaliseren. - De kinderen kunnen kwetsend en waarderend taalgebruik herkennen en onderkennen. - De kinderen kunnen vragen stellen naar aanleiding van een tekst om tot beter begrip te komen. - De kinderen kunnen motieven van personen in een verhaal noemen. - De kinderen kunnen een interview schrijven. - De kinderen kunnen gegevens verzamelen voor het schrijven van een tekst. - De kinderen kunnen fragmenten van een verhaal ingoede volgorde zetten. - De kinderen kunnen een tekstopzet maken. - De kinderen bij een afkorting het woord of de woordgroep benoemen waarvan de afkorting is afgeleid. - De kinderen kunnen letterlijk en figuurlijk taalgebruik onderscheiden. - De kinderen kunnen uit een gegeven woord een ander woord halen. - De kinderen kunnen de ik- hij- en wij-vorm van een woord in de verleden tijd plaatsen. - De kinderen kunnen de relatie ontdekken en aangeven tussen een onderwerp en de persoonsvorm. - De kinderen kunnen van een aantal concrete situaties tegenstellingen geven. - De kinderen kunnen achteraf bepalen of hun strategie juist was.
Spelling Elke periode staan er bepaalde moeilijkheden en/of spellingcategorieën centraal waar de groepen mee aan het werk gaan. Op school oefenen zij dit aan de hand van het spelling werkboek, een dagelijks oefendictee en Bloon op de computer. Het zou erg fijn zijn als de kinderen thuis ook wekelijks oefenen met Bloon! Zij weten zelf de gebruikersnaam en het wachtwoord voor dit programma. Groep 5 - Woorden met een gesloten lettergreep (bv. dokter). - Woorden met een open lettergreep (bv. sla, jager.) - Woorden met een open lettergreep waarbij sprake is van een korte klank (bv. banaan) - Woorden met een open lettergreep. - Woorden met een verdubbeling van de medeklinker na een korte klank (bv. bakker: regel van de dubbelzetter, cat. 11). - Woorden met een tweetekenklank in een open lettergreep (bv. keuken, cat. 11). Groep 6 - Woorden met een verdubbeling van de medeklinker (bv. bakker: regel van de dubbelzetter, cat. 11). - Woorden met een meervoud op s (bv. sleutels). - Woorden waarbij de f verandert in een v (bv. duiven). - Woorden waarbij de s verandert in een z (bv. huizen). - Woorden met een vergrotende en overtreffende trap (bv. dikst). - Woorden die beginnen met s (bv. s morgens, cat. 14). - Samenstellingen zonder tussenletter (bv. omhoog). - Namen van steden die beginnen met een hoofdletter. - Namen met provincies die beginnen met een hoofdletter.