Tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je een tekst gaat lezen, dan kun je de volgende leesstrategieën inzetten: De buitenkant van de tekst bekijken, voorspellen waar het over kan gaan en je voorkennis activeren. Letten op de tekststructuur en op verbanden tussen tekstdelen. Vragen stellen naar aanleiding van wat je leest en opletten of je in het vervolg van de tekst antwoord krijgt op je vragen. Onduidelijkheden ophelderen: proberen lastige tekstpassages weer te geven in je eigen woorden en stilstaan bij de betekenis van onbekende woorden. Tussentijds samenvatten wat je gelezen hebt en achteraf de hoofdgedachte van de tekst verwoorden. 2. Zet de eerste strategie in. Voorspel met elkaar waar de tekst over gaat aan de hand van de titel, tussenkopjes en de foto bij de tekst. Activeer de voorkennis die je hebt van het onderwerp. 3. Werk in groepjes. Lees gezamenlijk tekstdeel voor tekstdeel. Actief lezen Bepaal met elkaar na elk tekstdeel wat de moeilijke woorden zijn in deze tekst. Probeer aan de hand van de woordstrategieën van het stappenplan de betekenis van de woorden te achterhalen. Vat om beurten de tekstdelen mondeling samen. 4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst? Woordenschat 1. De woorden in het schema hieronder en op de volgende pagina komen uit de tekst. Geef van elk woord een omschrijving. Komen deze woorden overeen met de door jullie gemarkeerde woorden uit opdracht 1? Zo nee, vul dan ook deze woorden in in het schema en geef ook deze woorden een omschrijving. Woord Betekenis in hun kielzog (r. 4) de deregulering (r. 24) pagina 1 van 6 pagina 1 van 6
iets van je gading vinden (r. 27) lijmen (r. 29) de deportatie (r. 39) het contragewicht (r. 46) het protectionisme (r. 54) desastreus (r. 57) de recessie (r. 58) de modus (r. 72) 2. In de tekst staan nog enkele woorden, begrippen en uitdrukkingen die je moeilijk zou kunnen vinden. Kun je de betekenis afleiden uit de context? a) In regel 10 wordt gesproken over het witte ongenoegen. Wat bedoelt de auteur, Michael Persson, daarmee? b) Wat is symboolpolitiek (r. 39)? c) TTIP zou toch al zwaar onder vuur liggen (r. 60). Verklaar deze uitdrukking. d) Trump heeft openlijk veiligheidsgaranties op de helling gezet (r. 62) Verklaar deze uitdrukking. e) Ruud Mikkers van De Telegraaf heeft het over de totale onvoorspelbaarheid en lichtzinnigheid waarmee Trump over het diplomatieke schaakbord dendert (r. 71-72). Dit is een beeldende manier van zeggen. Zeg dit op een andere, eveneens beeldende manier. f) Het establishement hangt in de touwen (r. 74-76). Waarop borduurt deze beeldspraak voort? pagina 2 van 6 pagina 2 van 6
g) Het is nieuws, maar het is geen donderslag bij heldere hemel (r. 78). Wat is de betekenis van deze uitdrukking? h) Marginaal precariaat (r. 85). Wat zou de auteur, Hubert Smeets, hiermee bedoelen? Het woord precariaat is een samentrekking van twee andere woorden. Van welke woorden, denk je? i) Verklaar de begrippen vredesdividend en illiberale democratie in de zin Het vredesdividend van vrijhandel en liberale democratie van na 1989 kan plaatsmaken voor een zogeheten illiberale democratie à la Hongarije (r. 95-97). j) Als de Amerikaanse politieke cultuur een voorafspiegeling vormt voor elders, dan (r. 98). Wat wordt bedoeld met een voorafspiegeling? k) Welke anti-establishmentbewegingen (r. 99) zou NRC-journalist Hubert Smeets bedoelen? Noem er drie. l) Wat is een opkontje (r. 100)? 1. Welke voorbeelden van groepen aan de rechterkant van het politieke spectrum (r. 26-27) noemt Persson? 2. Persson heeft het in regel 34-35 over een vorm van wensdenken. Wat is de betekenis van wensdenken en wat is het wensdenken waar de schrijver op doelt? 3. In regel 37-38 wordt gesproken over de andere tak van Trumps campagne. Karakteriseer kort beide takken. 4. De titel van Perssons artikel luidt: President Trump geeft haat schijn van legitimiteit. Leg uit wat de schrijver hiermee bedoelt. 5. Maar dat vergt wel een geweten (r. 47). Leg uit. 6. Vergelijk de drie analyses op de punten die in de linkerkolom zijn aangegeven. NB: Niet elk punt komt in elke analyse aan bod, dus soms blijft een vak leeg! Michael Persson Ruud Mikkers Hubert Smeets Uitslag kwam als een verrassing pagina 3 van 6 pagina 3 van 6
Hoe heeft Trump zijn overwinning behaald? Gevolgen voor Europa Wat voor acties kunnen we van Trump verwachten? Gevolgen voor handel Gevolgen voor machtsevenwicht in wereld Is er nog hoop? Wat kan Trump nog intomen? Wat is het grootste gevaar dat dreigt? 7. Geef de hoofdgedachte weer van alle drie de analyses. Analyse Hoofdgedachte Michael Persson (De Volkskrant) President Trump geeft haat schijn van legitimiteit Ruud Mikkers (De Telegraaf) Verkiezing Trump klap in gezicht EU Hubert Smeets (NRC) Betekent Trumps winst een nieuwe wereldorde? pagina 4 van 6 pagina 4 van 6
Een debat voeren (extra opdracht) 1. Lees de uitleg. Debatteren is discussiëren met regels. Een discussie ontstaat als je het met iemand ergens over oneens bent. Je probeert de ander dan te overtuigen van je gelijk door argumenten aan te voeren. Een debat wordt georganiseerd over een specifiek onderwerp en er doen sprekers aan mee van wie je van tevoren weet dat ze het met elkaar oneens zijn over dat onderwerp. Zij worden verdeeld in voor- en tegenstanders. Ook worden vooraf enkele spelregels afgesproken, bijvoorbeeld dat het debat maximaal een bepaalde tijd duurt. Daarnaast probeer je bij een debat niet elkaar te overtuigen, maar een derde partij (de jury). De jury neemt aan het einde van het debat een beslissing over wie het het beste gedaan heeft. Als debater probeer je dus niet in de eerste plaats elkaar te overtuigen, maar vooral het publiek, de rechters of de jury. 2. Jullie gaan een debat voeren naar aanleiding van de tekst. Je docent heeft een stelling gekozen waarover jullie gaan debatteren. Schrijf de stelling hieronder op: Stap 1: Argumenten bedenken Je kunt een stelling altijd van twee kanten bekijken en daar argumenten bij vinden. Bedenk een argument vóór en een argument tegen de stelling. Zet de argumenten, de uitleg en een voorbeeld in onderstaand schema. Voor Argument: Tegen Argument: Uitleg: Uitleg: Bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld: pagina 5 van 6 pagina 5 van 6
Leg je argument zo goed mogelijk uit zodat iedereen snapt wat je bedoelt; vooral de jury moet jou straks goed kunnen volgen. Probeer vooral ook een voorbeeld te bedenken: denk aan iets wat je zelf hebt meegemaakt of wat je hebt gezien in de krant/op televisie/op internet. Stap 2: Uitleggen en voorbeelden bedenken in tweetallen Werk samen met een klasgenoot. Je hebt 2 minuten om elkaar te vertellen wat je argument is en dat uit te leggen met voorbeelden erbij. Als je niet snapt wat je klasgenoot vertelt, zeg je dat en help je om het argument duidelijk te krijgen. Stap 3: Vergaderen De docent verdeelt de klas in voorstanders, tegenstanders en een jury. De voor- en tegenstanders kiezen elk een voorzitter. Bespreek de argumenten die jullie hebben bedacht en kies de drie beste argumenten. Kies ook wie van jullie het betoog gaat houden. Een betoog is een spreekbeurt van één minuut die je straks voor de jury gaat houden en bestaat uit de drie gekozen argumenten. Stap 4: Betoog houden (2 minuten) De voorstanders beginnen hun betoog als eerste, daarna de tegenstanders. Elk groepje heeft één minuut om zijn betoog te houden. Na elk betoog applaudisseert iedereen, ook de tegenstanders en de juryleden. Stap 5: Het debat (6 minuten) Voer nu als klas het debat. De voorzitter van de jury geeft beurten. Als je iets wilt zeggen, ga je staan. De voorzitter geeft afwisselend de voor- en tegenstanders van de stelling een beurt. Stap 6: Jureren (5 minuten) De jury maakt tijdens het debat aantekeningen over presentatie, argumentatie en teamwork. Na afloop van het debat trekt de jury zich terug en krijgt de jury één minuut om de winnaar te bepalen. Daarna neemt zij weer plaats. Een lid van de jury vertelt wie er gewonnen heeft en waarom. foto ANP/Freek van den Bergh Foto ANP/Freek van den Bergh pagina 6 van 6 pagina 6 van 6