s t a r t n o t i t i e cultuurhistorisch erfgoed en monumenten

Vergelijkbare documenten
Cultuurhistorisch Erfgoed Beleid in Heerenveen. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen. Paulien van der Lely. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser

Geselecteerd als gemeentelijk monument

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

Erfgoedverordening Amsterdam

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat?

Raadsvergadering van 15 december 2011 Agendanummer: 6.3. Onderwerp: Uitgangspunten en randvoorwaarden gemeentelijk Monumentenbeleid.

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de elf aardbevingsgemeenten (excl. de Stad Groningen)

WELSTAND ALPHEN AAN DEN RIJN

Bescherm monumenten en erfgoed. Remon Aarts, Wim Canninga Ruimtelijke Expertise / Omgevingskwaliteit Dinsdag 18 april 2017

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Verslag bespreking gemeente Oudewater over de inspectie instandhouding monumentenzorg

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

Erfgoed en de Omgevingswet

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening gemeente Houten

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Brede Afspraak Archeologie

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

BIJLAGE 4. Cultuurhistorie in Bitswijk

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Zuidelijke binnenstad

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Plan van aanpak nota erfgoedbeleid

Het (Boxtels) landschap is de leesbare biografie van Boxtel.

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant?

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Ontwerpbesluit beschermd dorpsgezicht

Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit

Evaluatie en prioriteiten Cultuurhistorie. Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Verslag van de werkzaamheden van de Erfgoedcommissie van de Gemeente Epe in het jaar 2016.

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen

DE SNELTOETS- CRITERIA

rv 38 Dienst Stedelijke Ontwikkeling nr. DSO/ RIS 93445_ Aanwijziging gemeentelijke beschermde stadsgezichten. RIS093445_

Nr Houten, 1 november 2005

Cultuurhistorie in bestemmingsplannen

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

De raad van de gemeente Grave

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

WELSTANDSNOTA 2011 INSPRAAKNOTITIE. 1 Inleiding

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

GEMEENTE HAREN. : Monumentenzorg: gemeentelijk monumentenbeleid

Begrenzing Bebouwde kom Wet Natuurbescherming, onderdeel Houtopstanden en 2 e wijziging APV, Hoofdstuk 4, afd. 3 Het bewaren van houtopstanden

wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Toelichting bij de matrix erfgoed waarden borgen in het bestemmingsplan

Monumenten. onze zorg. gemeente Oude IJsselstreek 1

Raadsbij lage Voorstel tot het aanwijzen van Villapark Den Elzent tot beschermd stadsgezicht

DE SNELTOETS- CRITERIA 9. ERF- EN PERCEEL- AFSCHEIDINGEN

Archeologie Bouwen en verbouwen.

: 934 / Adviseren en beleid ontwikkelen inzake cultuurtiistorie

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE. Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie

Raadsinformatie. Gemeentelijke monumenten in de 19e eeuwse schil van Dordrecht. Bureau Monumentenzorg & Archeologie Conny van Nes Heleen Kromkamp

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

Cultuurhistorie. ruimtelijk op orde

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.

Welkom bij de discussieavond over het toekomstig monumentenbeleid

Omgevingsvergunning aanvragen

NOTA Cultuurhistorisch Erfgoed Gemeente Heerenveen Deel 3. Steenhuis stedenbouw/landschap

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Ontwerp Wijzigingsplan. Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland

Routeboek functieverandering Bijlage bij structuurvisie Functieverandering NL.IMRO.0233.SVfunctiever-0401 Gemeente Ermelo ( )

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Algemene Monumenten informatie

Omgevingsplan Zuid West

IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o.

Jaarverslag Monumentencommissie Gemeente Drimmelen

Transcriptie:

s t a r t n o t i t i e cultuurhistorisch erfgoed en monumenten december 2008

Startnotitie Cultuurhistorisch erfgoed en monumenten Gemeente Heerenveen Visie en Beleid, december 2008 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie op cultureel erfgoed 5 2.1 Algemene visie op cultureel erfgoed 5 2.2 Doelstellingen voor het beleid 6 2.3 Uitgangspunten 6 3. Proces en werkmethode 8 3.1 Proces 8 3.2 Werkmethode: van gebiedsniveau naar objectniveau 10 4. Planning 12 BIJLAGES 1. Huidige situatie... 13 1.1 Huidige situatie... 13 1.2 Aandachtspunten... 14 2. Relevant rijk,- provinciaal-en gemeentelijk beleid... 15 2

1. Inleiding In 1551 ondertekenden de heeren Van Dekema, Van Cuyck en Foeyts de oprichtingsakte van de Schoterlandse Veencompagnie, de op één na oudste Naamloze Vennootschap van Nederland. De oprichtingsakte van de oudste Nederlandse hoogveenkolonie is in feite de geboorteakte van Heerenveen. Voor het vervoer van de afgegraven turf lieten de heeren van het veen de Schoterlandse Compagnonsvaart en de Heerensloot graven. Het vaarwater werd gekruist door de verbinding Zwolle-Leeuwarden. De combinatie van kruising van wegen en waterwegen en de voortvarendheid waarmee de heeren van het veen activiteiten ontwikkelden liggen ten grondslag aan het ontstaan van Heerenveen. In de negentiende eeuw groeide de nederzetting uit tot een plaats met veel patriciërs, deftige burgers en middenstand oftewel tot het Friese Haagje. Heerenveen lag niet alleen op een kruispunt van wegen en waterwegen, maar ook op de grens van drie gemeenten: Aengwirden, Schoterland en Haskerland, de huidige buurgemeente Skarsterlân. Deze situatie stond de ontwikkeling van de plaats lange tijd in de weg. Samenvoegen was het beste en dat gebeurde uiteindelijk ook, maar hieraan ging een eeuwenlange discussie vooraf. Pas op 1 juli 1934 vond de herindeling van gemeenten plaats en vormen de beide gemeenten Aengwirden, Schoterland samen met een klein stukje van Haskerland de gemeente Heerenveen met Heerenveen als hoofdplaats. In Heerenveen kijken we vaak vooruit. Heerenveen is een ambitieuze gemeente met een grootstedelijke dynamiek die vooruit wil. Toch is het ook een gemeente die zich bewust is van haar verleden, met name het recente verleden. Heerenveen is als gemeente niet oud maar het verleden komt op vele vormen terug, bijvoorbeeld in de naam: de Heeren van het Veen en in de naam van het Abe Lenstra stadion, een verwijzing naar de meest legendarische voetballer uit Friesland. In 1998 is de gemeentelijk lijst met beeldbepalende panden en objecten vastgesteld. In de nieuwe cultuurnota 'Op maat' voor de periode 2007-2017 is het cultuur erfgoed als prioriteit aangemerkt. De basis voor het beleid met betrekking tot cultureel erfgoed ligt in de opdracht die in de cultuurnota is geformuleerd. Dit document is de startnotitie. Dit nieuwe kader, de op te stellen beleidsnota Cultureel historisch erfgoed en monumenten, zal als kader fungeren voor onder meer het aanwijzen van nieuwe beeldbepalende panden en objecten, behoud van monumentale groenstructuren en het vergroten van de betrokkenheid van de Heerenveense inwoners bij het cultureel erfgoed. Startnotitie De startnotitie markeert het begin van de beleidsvorming voor een nieuw gemeentelijk kader voor cultuurhistorie en monumenten. In de startnotitie legt de gemeenteraad vast welke richting in het beleid wordt gekozen; in het proces wat volgt op de startnotitie wordt hier vervolgens inhoud aan gegeven in de vorm van doelstellingen en maatregelen. In de startnotitie is daarnaast aangegeven hoe het proces eruit komt te zien voor de totstandkoming van het beleidsplan. Relevant daarin zijn terugkoppeling met de gemeenteraad, betrokkenheid van belanghebbenden en een globale indicatie van de planning. Waar gaat cultureel erfgoed over De startnotitie en daarop volgende beleidsplan cultuurhistorisch erfgoed en monumenten heeft betrekking op cultureel erfgoed. Het gaat dan om fysieke gebouwen, ruimtelijke structuren en flora (bomen) die een duidelijk beeld geven over het Heerenveen van vroeger Het gaat om gebouwen met een historische waarde (vanwege de architectonische waarde),ruimtelijke structuren met een historische waarde (zoals streekhistorische waarde, straatbeeld, ruimtelijke ontginningspatronen) en historische groenstructuren (zoals monumentale bomen en specifieke groen- en water en landschaps structuren) en tenslotte objecten als funerair erfgoed, bruggen, ect. Ze vertegenwoordigen een cultuurhistorisch belang. In deze startnotitie gaat het niet over cultureel erfgoed zoals gebruiksvoorwerpen of gebruiken uit vroegere tijden. 3

Het beleid heeft geen betrekking op archeologie. Archeologie gaat over een veel langere tijdsperiode en het betreft resten die in de bodem, in plaats van zichtbaar in de huidige situatie. In de Kunst- en Cultuurnota is aangegeven dat ook archeologie nader zal worden bekeken. Dit zal echter in een ander kader wordt opgepakt. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een korte visie geschetst op cultureel erfgoed. Deze visie is de voorgestelde lijn voor het nog vorm te geven beleid. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de voorgestelde aanpak voor het opstellen van het beleid. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 kort ingegaan op de planning. 4

2. Visie op cultureel erfgoed 2.1 Algemene visie op cultureel erfgoed Cultuurhistorie: ontwikkeling van Heerenveen door de tijd De historische gebouwen, pleinen, vaarten, landschappen en de oude namen in Heerenveen en de dorpen zijn het tastbare resultaat van de cultuurhistorische ontwikkeling. Kenmerkende gebouwen of landschappen zijn belangrijk voor de beeld en de identiteitsvorming Ze zijn het beeldvormend element in de identiteit van een plaats of een dorp. Door de specifieke cultuurhistorische ontwikkeling is er een onderscheid ontstaan met andere plaatsen en plekken. Kennis van de eigen cultuurhistorie kan een belangrijke inspiratiebron zijn voor het nieuwe. Het wordt een wegingsfactor bij ingrepen in de ruimtelijke omgeving. Voor de cultuurhistorie is de betekenis en de samenhang van het geheel, de samenhang tussen de gebouwen, de vaarten en het landschap net zo belangrijk als het solitaire monument. Voor het nieuwe monumenten en cultuurhistorische beleid betekent dit een integrale gebiedsgerichte benadering die zich niet alleen beperkt tot de beeldbepalende panden, maar ook de ontstaansgeschiedenis en de ruimtelijke ontwikkeling in beeld brengt. Het monumentenbeleid wordt daarmee een integraal deel van een ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de gemeente. Het uitgangspunt is een leefomgeving, waarin kwalitatief hoogwaardige nieuwe stedenbouwkundige ontwikkelingen gepaard gaan aan aandacht voor waarden vanuit de cultuurhistorie en van het cultureel erfgoed Deze opdracht komt voort uit de recent vastgestelde cultuurnota. Daarnaast geldt dat het wenselijk is om het bestaande cultureel erfgoed zo goed mogelijk te bewaren zodat wij er nu van kunnen leren en genieten, maar dat dat ook in de toekomst kan. Latere generaties zullen om zich heen kunnen zien hoeveel er in Heerenveen bewaard is gebleven van wat wij nu om ons heen zien. Monumenten Dat zaken als monument worden aangeduid geeft aan dat deze 'overblijfselen van vroeger' het beschermen waard zijn omdat zij de huidige samenleving iets kunnen vertellen over hoe de gemeente Heerenveen er vroeger uitzag 1. Dit is kort door de bocht maar geeft de kern weer van de waarde van monumenten. Vanuit het belang van behoud van unieke objecten (waarvoor veel maatschappelijk draagvlak bestaat), schoonheid (gewoon omdat het mooie gebouwen betreft) maar ook in het belang van de wetenschap om de geschiedenis te kunnen kennen (culturele geschiedenis, architectuur, weg- en waterbouw, veenontginning, stedenbouw). Natuurlijk zijn niet alle oude gebouwen, elke oude gevel of bomenpartij een monument. Het is wenselijk om het beschermingsniveau op het juiste detailniveau af te stemmen, zodat ook de last (of de beleefde last) voor eigenaren beperkt blijft. We onderscheiden daarom het gebiedsniveau.( landschap, groenstructuur, ensembles van gebouwen en straatprofielen etc) en het objectniveau (beeldbepalende panden, in de indeling uit de bestaande monumentenverordening) Op basis van deze korte visie stellen wij dat het beleid een kader moet bieden voor: behoud van cultureel erfgoed; inpassing van cultureel erfgoed in nieuwe ontwikkelingen; het verhaal over het cultureel erfgoed bekend en toegankelijk maken bij eigenaren en inwoners in Heerenveen (trots, identiteit) en toeristen. In bijlage 1 is de huidige situatie beschreven. In bijlage 2 staat een overzicht van het relevante rijks- en provinciale beleid dat wij zullen betrekken bij het beleid. Het gemeentelijke kader vanuit met name het kunst- en cultuurbeleid is vanzelfsprekend in hoge mate sturend. 1 Monument (erfgoed) (Wikipedia): een overblijfsel van kunst, cultuur of nijverheid dat van algemeen belang wordt geacht om de historische, volkskundige, artistieke, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaalculturele waarde 5

2.2 Doelstellingen voor het beleid Vanuit de korte visie zullen de volgende doelstellingen in het beleidsplan worden uitgewerkt: - Behoud van het culturele erfgoed voor de toekomst, het gaat daarbij om ruimtelijke structuren (vaarten, lintbebouwing) en objecten (panden, sluizen, grafzerken); - cultureel erfgoed inzetten om de ruimtelijke kwaliteit van Heerenveen en de identiteit van Heerenveen te verhogen. Deze doelstellingen zijn nog abstract en zullen in het beleid concreter worden gemaakt. Het beleidsproces dat nu start wordt gebruikt om te verkennen welke doelstellingen haalbaar zijn en welke consequenties hieruit voort vloeien. 2.3 Uitgangspunten We willen een aantal uitgangspunten benoemen die terug zullen komen in de aanpak en de uitwerking van het beleid. Deze komen voort uit de visie en het gemeentelijke kader (het cultuurbeleid). De uitgangspunten zullen ook leidend zijn voor de inhoud van het beleid en de keuze voor instrumenten. Gebiedsgerichte benadering Elk gebied heeft haar eigen geschiedenis en ruimtelijke- en bebouwingskenmerken. De kern Heerenveen heeft een andere ontwikkelingsgeschiedenis dan bijvoorbeeld Jubbega. Deze gebiedsgerichte benadering biedt de basis voor verdere detaillering op objectniveau. Met de gebiedsbeschrijving kan de samenhang tussen bebouwing, groen, water, etc. worden beschreven. Beschermingsniveau Zoals uit de visie naar voren is gekomen, willen we graag zaken beschermen om verschillende redenen. Soms gaat het om uniciteit van een gebouw voor de gemeente Heerenveen, soms om de bijdrage aan het aanzien van een straat of het behouden van een historische structuur. Het is wenselijk om het instrument wat gekozen wordt ter behoud of bescherming afgestemd is op het gewenste beschermingsniveau. Indien bijvoorbeeld vanuit architectuurhistorische redenen een pand beschermd wordt zal aangegeven zijn op welke delen van het pand dit betrekking heeft; de voorgevel, het casco etc. Indien met name het behoud van een bepaald esthetisch kwaliteitsniveau gewenst is, is het reguleren van welstand een voor de hand liggend instrument. Op een ander niveau kan bijvoorbeeld behoud door herbestemming het meest effectieve instrument zijn. Het juiste instrument zorgt ervoor dat geen overbodig bezwarende eisen worden gehanteerd. Dit past in de bestuurscultuur van Heerenveen en draagt bij aan het draagvlak voor het beleid. Voorlichting en educatie In de cultuurnota is participatie een belangrijke prioriteit. Voor het cultureel erfgoed wordt dat in deze startnotitie vertaald in de zin dat cultureel erfgoed kenbaar moet zijn voor inwoners van Heerenveen. Om een bijdrage aan de identiteit van Heerenveen te verschaffen is behoud alleen niet voldoende. Bewustzijn en draagvlak door de verhalen die achter het cultureel erfgoed liggen zijn net zo belangrijk; de verhalen maken de identiteit. Een relatie met het te realiseren erfgoedcentrum ligt voor de hand. Een prachtig voorbeeld is het stadionspektakel 'de Heeren van het Veen' in 2007 ter ere van de opening van Sportstad. De ontwikkeling van Heerenveen werd hierin door de jaren heen nagespeeld en daarmee gaat het verleden leven. Daarnaast is het wenselijk eigenaren van beeldbepalende panden en objecten te informeren over restauratie, onderhoud e.d. Staat van beeldbepalende panden en objecten De staat van onderhoud van de bestaande beeldbepalende panden en objecten is onbekend. Om 6

het functioneren van de huidige beschermingsaanpak te kunnen evalueren is een globaal inzicht in de onderhoudstoestand nodig. Een visuele inspectie van de buitenzijde langs de straat met een onderverdeling in goed, matig en slecht biedt hiertoe voldoende inzicht. 7

3. Proces en werkmethode 3.1 Proces Om te komen tot nieuw beleid met betrekking tot cultureel erfgoed worden een aantal stappen doorlopen. 1. Startnotitie 2. Communicatie 3. Evaluatie 4. Werkmethode 5. Concept nota 6. Inspraak 7. Definitieve nota Kort wordt de aanpak hier toegelicht. Startnotitie De startnotitie markeert de start van het beleidsproces. Met het vaststellen van de startnotitie geeft de gemeenteraad aan welke accenten in het beleid moeten worden gelegd. Communicatie In Heerenveen willen we graag interactief beleid maken, wat wil zeggen dat we burgers en maatschappelijke partijen betrekken bij het beleidsproces. Voordat de concept- nota aan het college van B&W wordt voorgelegd zullen er tijdens het proces drie communicatie en overleg momenten zijn: Bij de start van het onderzoek worden burgers geïnformeerd over het voornemen, het doel en de activiteiten van het nieuwe monumentenbeleid; mensen zullen in de fase ook zien dat panden worden gefotografeerd; De maatschappelijke en professionele organisaties,zoals werkgroep Oud Heerenveen, historische verenigingen, Museum Willem van Haren etc. op de hoogte worden gesteld van het voornemen van de gemeente. Ze zullen (eventueel tezamen met geïnteresseerde raadsleden) gevraagd worden om in een workshop de gehanteerde werkmethode middels een paar uitgewerkte voorbeelden te toetsen. (zie ook onder werkmethode); ter afronding van het algemene beleidsdeel en vóór de start van de objectbeschrijvingen wordt een algemene informatie en overlegronde georganiseerd. Deze informatieronde is breed van opzet en bedoeld voor belangstellenden èn belanghebbenden. Het nieuwe monumentenbeleid wordt uitgelegd; waarom je er toe gekomen bent, wat waardevol en beschermingswaard wordt gevonden; hoe je wilt gaan aanwijzen. (zie ook onder werkmethode). Evaluatie De huidige gang van zaken wordt geëvalueerd. Onderdelen zijn: Functioneren huidige beschermingsaanpak (aanwijzing, geen overheidsfinanciering); onderhoudstoestand van de panden en objecten op de bestaande gemeentelijke Lijst van beeldbepalende panden en objecten èn de vitaliteit van de bomen op de bestaande Lijst monumentale en waardevolle bomen; Omgang met cultureel erfgoed in bestaande planvorming. Centrale vraag in de evaluatie is hoe het behoud van cultureel erfgoed plaats vindt en welke verbeteringen mogelijk zijn. Uit de evaluatie zullen naar verwachting een aantal leerpunten naar voren komen die input zijn voor het nieuwe beleid. 8

Werkmethode In deze stap wordt de cultuurhistorie van Heerenveen beschreven en wordt de gewenste bescherming en aanpak bepaald. In paragraaf 4.2 wordt dieper ingegaan op de werkmethode. Kort komt deze neer op het beschrijven en inventariseren van de cultuurhistorische ontwikkeling en -waarden van en in Heerenveen van abstract tot concreet niveau. Gestart wordt met een beschrijving van de ontwikkeling van Heerenveen, vervolgens worden gebiedsbeschrijvingen gemaakt van nader te onderscheiden gebieden in Heerenveen en binnen deze gebieden worden objectbeschrijvingen gemaakt. Onderstaande figuur beeldt deze werkmethode uit. Cultuurhistorische ontwikkelingsschets Heerenveen Gebiedsbeschrijving1 Gebiedsbeschrijving2 Gebiedsbeschrijving3 Deze werkmethode zal in workshop verband met maatschappelijke partijen zoals de werkgroep Oud Heerenveen, museum Willem van Haren en geïnteresseerde raadscommisieleden getest worden. Het doel van de workshop is dat de inhoud van de werkmethode definitief bepaald wordt. De input voor de workshop is een uitwerking voor de ontwikkelingschets van Heerenveen, drie gebiedsbeschrijvingen en een doorvertaling naar de te beschermen objecten en het beschermingsniveau. Deze resultaten worden in de workshop besproken en de werkmethode wordt definitief bepaald. Vervolgens kunnen de gebiedsbeschrijvingen worden gemaakt en aansluitend de objectbeschrijvingen. Voor het opstellen van de gebieds en de objectbeschrijvingen zullen deskundigen over de stedenbouwgeschiedenis, monumenten en funerair erfgoed worden ingezet. De keuze van deze deskundigen moet (verplicht) op basis van een algemene aanbesteding plaats vinden. Daarnaast is wenselijk dat gebruik wordt gemaakt van de beschikbare kennis bij organisaties als werkgroep Oud-Heerenveen, de bomenstichting, etc. Ter afronding van het beleidsmatige deel en voordat de objectbeschrijvingen uitgevoerd worden zal een een algemene informatie en overlegronde georganiseerd voor belangstellenden (bijv. werkgroep Oud-Heerenveen, historische verenigingen, Plaatselijk belangen, Museum Willem van Haren, etc.) en belanghebbenden (bijvoorbeeld (potentiële) eigenaren van monumenten). Het doel van deze bijeenkomst is deze organisaties en mensen te betrekken bij het beleidsproces en de basis te leggen voor draagvlak voor het nieuwe beleidskader. Zij worden dan onder meer geïnformeerd over de motivatie achter de bescherming van cultureel erfgoed en de consequenties van deze bescherming voor eigenaren. Eventuele suggesties of voorstellen kunnen meegenomen en verwerkt worden in de nog op te stellen concept-nota. Tijdens deze algemene informatie en overlegronde is er nog geen lijst met objecten. In een later stadium, na besluitvorming in het college van B&W over de concept-nota, kunnen formele reacties worden gegeven op een aanwijzing tot monument. 9

Concept nota Naar aanleiding van de inventarisatie en de algemene informatie en overlegronde wordt de concept nota opgesteld en voorgelegd aan het college van B&W en de raad. Dit is ook het moment dat bekend wordt welke objecten beschermd gaan worden, hetzij door plaatsing op de Lijst beeldbepalende panden en objecten of de Lijst monumentale en waardevolle bomen, hetzij door een ander instrument (bijv. welstand). De concept nota zal de volgende elementen bevatten (korte weergave): Evaluatie oude beleid en huidige situatie; Uitgangspunten en doelstellingen cultureel erfgoed; Gebieds- en objectbeschrijvingen; aangepaste Lijst beeldbepalende panden en objecten; aangepaste Lijst monumentale en waardevolle bomen; Organisatie en financiën. Tegelijkertijd zal de monumentenverordening en het kapvergunningenbeleid moeten worden aangepast. In 2009 zal de VNG Model monumentenverordening vervangen worden door de VNG Model Erfgoedverordening. Aangezien onze monumentenverordening is afgeleid van die van de VNG is een aanpassing ook om die reden nodig. Inspraak en zienswijzen Na instemming door het college van B&W wordt de concept-nota te samen met de nieuwe erfgoedverordening, het herziene kapvergunningbeleid, de aangepaste Lijst beeldbepalende panden en objecten en de aangepaste Lijst monumentale en waardevolle bomen ter inzage gelegd. Omdat het niet ondenkbaar is dat zo'n 250 extra objecten worden aangewezen als beeldbepalend pand of object is het te verwachten dat er veel inspraakreacties en zienswijzen komen gericht op de aanwijzing van individuele objecten. Definitieve nota Na de inspraakfase kan de nota en de nieuwe erfgoedverordening worden afgerond en ter vaststelling worden voorgelegd aan het college van B&W en de raad. De aangepast lijst beeldbepalende panden en objecten en de lijst monumentale en waardevolle bomen (als bijlage bij het kapvergunningenbeleid) kan dan definitief worden vastgesteld door het college van B&W. De raad zal hierover geïnformeerd worden. De aangepaste nieuwe lijst met beeldbepalende panden en objecten, de nieuwe erfgoedverordening en het kapvergunningenbeleid met de aangepast Lijst monumentale en waardevolle bomen zijn dan van kracht geworden. Tegen deze vaststelling bestaat de mogelijkheid bezwaar en beroep aan te tekenen. 3.2 Werkmethode: van gebiedsniveau naar objectniveau De werkmethode kent een aantal onderdelen waarbij steeds een concreter niveau wordt beschreven en/of geïnventariseerd. Elk onderdeel heeft zijn eigen functie in de uitvoering. De cultuurhistorische ontwikkelingschets van Heerenveen Om tot een goede afweging te komen wat waardevol is om te behouden en hoe het bestaande inspiratie kan bieden voor het nieuwe is er een ruimtelijk kader nodig. Dit ruimtelijk referentiekader is niet objectgericht maar gebiedsgericht. Het is nodig hiertoe een inventarisatie en beschrijving te maken van de cultuurhistorische ruimtelijke ontwikkelingen van Heerenveen; de geomorfologische structuur, de landschappelijke opbouw, de ruimtelijke hoofdstructuren,de ontwikkelingsassen en de bebouwingspatronen. In deze beschrijving moet goed omschreven zijn welke cultuurhistorische elementen belangrijk zijn voor de identiteit van Heerenveen en de dorpen. Hierdoor komt er een overzicht van de cultuurhistorische waarden binnen de gemeentegrenzen en wordt het mogelijk deze in een vroeg stadium in planprocessen te betrekken. Gebiedsniveau Op basis van de cultuurhistorische ontwikkelingsschets kunnen buurten, wijken,streken, 10

dorpskernen of bebouwingslinten met overeenkomstige ontwikkelings en bebouwingskenmerken ingedeeld worden in gebieden. Om een goed samenhangend ruimtelijk kwaliteitsbeleid te kunnen voeren dient deze gebiedsindeling dezelfde te zijn als die van de Welstandsnota. Per gebied vindt er een inventarisatie plaatst. Er komt een korte beschrijving en analyse van de ruimtelijke hoofdstructuur, de karakteristieke stedenbouwkundige of landschappelijke elementen, kenmerken van het bebouwingsbeeld; de situering, korrelgrootte,de hoofdvorm, kleur en materiaalgebruik, beeldkenmerken van de openbare ruimte, het groen, tuinen, parken, infrastructuur en overige structurele elementen. Ook deze beschrijving dient bij de herziening van de welstandsnota op eenzelfde wijze te gebeuren. Op basis van deze analyse wordt per gebied aangegeven wat de waardevolle en karakteristieke elementen zijn, die bepalend zijn voor de ruimtelijke identiteit en kwaliteit van het gebied en welke van deze elementen, objecten en ensembles bewaard moeten worden voor de toekomst. De aanbevelingen voor de uitbreiding van de bestaande Lijst beeldbepalende panden en objecten en de bestaande Lijst monumentale en waardevolle bomen, de bestaande karakteristieke panden uit de bestemmingsplannen en de MIP lijst worden hier bij betrokken. Deze cultuurhistorische waardebepaling per gebied kan tevens als sturingselement gebruikt worden bij nieuwe ontwikkelingen. niveau Per gebied worden de geïnventariseerde en geselecteerde waardevolle cultuurhistorische elementen, objecten en ensembles tezamen met de bestaande monumentale, waardevolle en beeldbepalende panden, bomen en objecten op kaart gezet. Er wordt nagegaan welke wijze van bescherming wenselijk is. Hierbij wordt het juiste beschermingsniveau gekozen, passend bij de uitgangspunten uit deze startnotitie. Er wordt een voordracht gedaan om elementen, structuren, objecten of panden en bomen te beschermen door plaatsing op de Lijst van beeldbepalende panden en objecten of de Lijst van monumentale en waardevolle bomen of te beschermen middels een welstandsregime gericht op instandhouding. In sommige gevallen kunnen ook andere oplossingen aangereikt worden. Voor bescherming middels een voordracht op de Lijst beeldbepalende panden en objecten en op de Lijst monumentale en waardevolle bomen wordt een beschrijving aangeleverd volgens nader aan te geven criteria. Dit is de feitelijke inventarisatie van de beeldbepalende objecten en panden en de monumentale en waardevolle bomen. 11

4. Planning ; 4.1 Planning Stap Relevante partijen Periode 1. Startnotitie College van B&W en raad 2e helft 2008/1e helft 2009 2. Communicatie Burgers, belangenorganisaties en geïnteresseerden 1e helft 2009 3. Evaluatie 1e helft 2009 4. Workshop Mus. Willem van Haren, Werkgroep Oud Heerenveen, historische verenigingen, dorps-/wijkbelangen, college leden, raadsleden. 1e helft 2009 5. gebiedsbeschrijvingen 2e helft 2009 6. algemene informatie en overlegronde Geïnteresseerden en belanghebbenden 2e helft 2009 7. objectbeschrijvingen 2e helft 2009 / 1e helft 2010 8.Concept nota College van B&W en gemeenteraad 1e helft 2010 9. Inspraak en zienswijzes Belanghebbenden 1e helft 2010 10. Definitieve nota College van B&W en gemeenteraad 2e helft 2010 12

BIJLAGES 1.Huidige situatie 1.1 Huidige situatie Ondanks dat Heerenveen nog een 'jonge' gemeente (1934) maar heeft het wel een bijzondere geschiedenis. In de inleiding is hiervan een zeer korte weergave gegeven. Als gevolg van de historie van Heerenveen met patriciërs, de Oranjes e.d. is er veel cultuurhistorie is te vinden in de gemeente; ook al staat de gemeente er niet om bekend. De Lijst beeldbepalende panden en objecten en de Lijst monumentale en waardevolle bomen Op de Lijst beeldbepalende panden en objecten staan 262 gemeentelijke beeldbepalende panden. Deze gemeentelijke beeldbepalende panden zijn destijds geselecteerd uit de zogenaamde MIP lijst. Deze monumenten inventarisatielijst betrof een inventarisatie van de periode 1850-1940 en is uitgevoerd door de provincie. Panden en objecten van vòòr 1850 of uit de wederopbouwperiode zijn tot nu toe niet geïnventariseerd. In sommige bestemmingsplannen hebben panden een aanduiding karakteristiek. Van deze panden is geen beschrijving of onderbouwing beschikbaar. Bij de gemeentelijke beeldbepalende panden heeft de beschermde werking betrekking op het exterieur. (In de praktijk wordt hier de straatgevel onder verstaan).het is verboden deze panden te beschadigen of zonder vergunning het exterieur te wijzigingen of te slopen. De gemeentelijke beschermde panden zijn onderverdeeld in drie klassen; een monumentaal pand, een karakteristiek pand en een respectabel pand 2 Daarnaast zijn er in de gemeente 75 rijksmonumenten. Op de Lijst monumentale en waardevolle bomen staan momenteel 194 bomen waarvan er 107 een monumentale status hebben, 18 worden als waardevol aangemerkt, 42 karakteristiek en 27 overig waardevol. De monumentale bomen (ouder dan 80 jr.) staan ook op de landelijke lijst van de Bomenstichting en worden door de stichting periodiek gecontroleerd. De bomen zijn geregistreerd op adres en niet op exacte standplaats. De waardevolle en karakteristieke bomen (jonger dan 80 jr.) staan alleen op de gemeentelijke lijst vermeld. Ook deze zijn op perceelsadres geregistreerd. De lijst monumentale en waardevolle bomen is als bijlage aan het kapvergunningenbeleid gevoegd en vastgesteld door het college. Aanvragen voor het kappen van oude bomen worden getoetst aan de lijst. Voor bomen op de lijst wordt in principe geen kapvergunning gegeven tenzij er sprake is van spoedeisend karakter (gevaar of ziekte) of wanneer er sprake is van zwaarwegende belangen. Kapvergunningen kunnen na een gedegen belangenafweging alleen door het college verleend worden (geen mandatering). De gemeente Heerenveen kent sinds de vervanging van het fonds Stads en dorpsvernieuwing door de ISV regeling geen individuele subsidie meer voor eigenaren van gemeentelijke beeldbepalende panden ter ondersteuning of stimulering van restauratie of onderhoud. Per 1 januari 2006 is er één bijdrage regeling voor rijksmonumenten; het Brim. In dit Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten staat goed en planmatig onderhoud centraal, zodat restauratie slechts incidenteel nodig is. De uitvoering van het Brim is in handen van de RACM en het Restauratiefonds. Vergoedingen uit het fonds van de Bomenstichting voor monumentale bomen zijn (tijdelijk) gestopt omdat het fonds ontoereikend is. 1.2 Aandachtspunten Het is duidelijk dat er behoefte is aan een nieuw kader voor cultureel erfgoed. Vanuit de huidige praktijk, het kunst- en cultuurbeleid van de gemeente komen een aantal aandachtspunten naar voor het nieuwe beleid. De ontwikkeling van Heerenveen gaat snel. In het verleden, enkele tientallen jaren geleden, is als 2 monumentenverordening Gemeente Heerenveen (2007) 13

gevolg van deze snelle ontwikkeling soms cultureel erfgoed verdwenen, de oude watertoren, het voormalig postkantoor en recent het pension Tolman zijn voorbeelden die vaak worden aangehaald. De laatste jaren is er echter meer aandacht voor behoud gekomen. Een aandachtspunt voor de nieuwe nota is de omgang met cultureel erfgoed binnen nieuwe stedelijke ontwikkelingen. De bestaande Lijst beeldbepalende panden en objecten van de gemeente Heerenveen is onvolledig. Bij het aanwijzen van de huidige beeldbepalende panden in Heerenveen is een selectie van monumenten uit de periode 1850-1940 aangewezen op basis van een provinciale inventarisatie. De selectiecriteria die hiervoor zijn gebruikt zijn echter onvolledig. De periode is ook te beperkt aangezien monumenten van vóór 1850 en nà 1940 helemaal niet zijn geïnventariseerd. Het is wenselijk om dit alsnog op te pakken en zo tot een volledig overzicht van de beeldbepalende panden en objecten te komen. Met betrekking tot de na-oorlogse monumenten zal de wederopbouwperiode (1940-1965) geïnventariseerd moeten worden. Dit is in lijn met de tijdsperiode die gehanteerd wordt bij de recente aanwijzing van de jonge rijksmonumenten. Hûs en Hiem heeft in het advies over de welstandscriteria voor de Buitenplaatsen Skoatterwâld de suggestie gegeven om deze recente bouwwerken te beschermen middels een aanwijzing als gemeentelijk monument. In de nota zal voor dit specifieke geval uit de periode 1965 tot heden de afweging worden gemaakt. Het funerair 3 erfgoed zal eveneens worden geïnventariseerd. De inventarisatie voor de Lijst monumentale en waardevolle bomen is 15 jaar oud en dient hoognodig geactualiseerd te worden. De exacte plek van de bomen op de Lijst is niet bekend. Voor een goede inpassing bij nieuwe planvorming is het nodig de bomen in te meten en deze informatie op kaart beschikbaar te hebben. In het verleden is de subsidie voor tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en restauratie van de panden en objecten op de Lijst gestopt toen het fonds voor de Stads en dorpsvernieuwing is vervangen door het ISV fonds. Het is niet duidelijk of dit ook consequenties heeft voor de staat van onderhoud van de beeldbepalende panden. De onderhoudstoestand van de beeldbepalende panden was en is onbekend. Het is wenselijk dat er een globaal inzicht is van de onderhoudstoestand van de beeldbepalende panden en een globaal inzicht in de vitaliteit van de monumentale en waardevolle bomen. Een visuele inspectie van de buitenkant op basis waarvan een onderverdeling in goed, matig en slecht kan worden gemaakt biedt voldoende inzicht. 2.Relevante rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid Rijksnota's Op rijksniveau is er sinds 1999 de nota Belvedère. Het in deze nota verwoorde rijksbeleid beoogt dat de aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden sterker meer richtinggevend zijn bij de inrichting van Nederland. Het motto is ; behoud door ontwikkeling. In deze nota zijn geen gebieden geselecteerd op het grondgebied van de gemeente Heerenveen. Maar het museum Belvedère, Skoatterwâld en de uitbreiding van het landgoed Oranjewoud zijn projecten die het gedachtegoed uit deze nota op een uitmuntende wijze gestalte geven. Per 1 januari 2006 is er één bijdrage regeling voor rijksmonumenten; het Brim. In dit Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten staat goed en planmatig onderhoud centraal, zodat restauratie slechts incidenteel nodig is. De uitvoering van het Brim is in handen van de RACM en het Restauratiefonds. Provinciaal beleid Het beleid van de provincie met betrekking tot erfgoed en cultuurhistorie is vastgelegd in de Nota Erfgoed, deelnota cultuurhistorie en monumentenzorg, en is in 2004 vastgesteld. Belangrijke onderdelen van het provinciale beleid zijn: inbreng cultuurhistorie in ruimtelijke plannen; 3 en in relatie tot begraven (begraafplaatsen, kransdozen, grafstenen, etc.) 14

financiering; erfgoededucatie. De provincie heeft een subsidieregeling voor onderhoud van monumenten (Subsidieregeling Monumentenzorg en Cultuurhistorie): Gemeenten, instellingen, stichtingen en verenigingen die werkzaam zijn in de monumentenzorg kunnen subsidie aanvragen voor de kosten die zij maken om monumentale objecten en beschermde dorps- en stadsgezichten in stand te houden. In 2008 ligt de nadruk op waardevolle boerderijen en kerkgebouwen. De provincie heeft op internet de Cultuurhistorische Waardenkaart opgenomen die voor iedereen toegankelijk is. Dit is een hulpmiddel voor bijv. ruimtelijke ordening. Op dit moment werkt de provincie aan een aanvulling en uitwerking van de inventarisatie èn aan de waardebepaling van het cultureel erfgoed in de provincie. In gezamenlijkheid zal gekeken worden of beide partijen inhoudelijk en financieel profijt kunnen hebben bij de nog uit te voeren inventarisaties en onderzoek. Gemeentelijk beleidskaders De kunst en cultuurnota Heerenveen 2007-2017 is zoals aangegeven in de inleiding richtinggevend voor het nieuwe monumentenbeleid. De welstandsnota. Sinds 2004 wordt er in Heerenveen gewerkt met de Welstandsnota. Deze nota heeft als hoofddoel vooraf de toetsingscriteria van bouwplannen vast te leggen. De welstandscommissie toetst op basis van deze vastgestelde criteria de bouwaanvragen. Het kapvergunningenbeleid en het monumentenbeleid zoals beschreven onder bijlage 1.1. 15