-PO; conferentie Steunpunt Welkom Programma Protocol BAO, SBO, SO Protocol BAO, SBO, SO Mieke van Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R, 2 april 2014 Inhoud 1. Visie en uitgangspunten 2. Achtergronden 3. Rekenwiskundige ontwikkeling in vogelvlucht 4. Leren rekenen en rekenproblemen 5. Observeren en analyseren van leerprocessen 6. Diagnosticerend onderwijen 7. Intern diagnostisch onderoek 8. Extern diagnostisch onderoek 9. Begeleiding 10. Stappenplan protocol 11. Ouders/verorgers als partners 12. Schoolbeleid en organisatie Visie en uitgangspunten Uitgangspunten Uitgangspunten 1. Functionele gecijferdheid Het doel van goed rekenwiskunde-onderwijs is het ontwikkelen van functionele gecijferdheid voor alle kinderen. 2. Ontwikkeling van rekenwiskundige concepten als fundament Het begrijpen van rekenwiskundige concepten is het fundament van een goede rekenwiskundige ontwikkeling. 3. Ieder kind is anders Ieder kind bereikt rekenwiskundige doelen op ijn eigen manier en in een eigen tempo. 4. van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften Een doorgaande rekenwiskundige ontwikkeling is het resultaat van een goede afstemming van het onderwijs op de ontwikkeling van de leerling. Stagnatie ontstaat bij onvoldoende afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften dr. Mieke van Groenestijn 1
-PO; conferentie Steunpunt Uitgangspunten Uitgangspunten 5. Onderscheid tussen ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie. Ernstige rekenwiskunde-problemen kunnen ontstaan als er onvoldoende afstemming wordt gerealiseerd tussen het onderwijs en de onderwijsbehoeften van de leerling. Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks deskundige begeleiding en orgvuldige pogingen tot afstemming en hardnekkig blijken. 6.Vroegtijdige signalering en onderkenning Voorkomen is beter dan geneen. 7. Diagnosticerend onderwijen en handelingsgerichte diagnostiek Goed rekenwiskunde-onderwijs is een continu proces van observeren, analyseren en afstemmen. 8. Resultaatgerichte begeleiding De begeleiding van de leerling volgt de uitgeette koers, maar aantoonbare resultaten leiden o nodig tot (lichte) koersverandering. ERW of D? ERW of D? Ernstige rekenwiskunde-problemen kunnen ontstaan als er gedurende lange tijd onvoldoende afstemming wordt gerealiseerd van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoefte van de leerling: De ontwikkeling van de basisvaardigheden stagneert Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskundeproblemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en orgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te ijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. Kinderen verschillen in hun vermogen om te leren rekenen: Rekensterk <-----------------------------> Rekenwak weinig hulp <-----------------------------> veel hulp Er is geen essentieel (ichtbaar) verschil tussen ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie. Er is sprake van een glijdende schaal in mate van ernst Wij spreken van dyscalculie bij hardnekkige problemen Specifieke leerlingkenmerken kunnen belemmerend werken Dyscalculie Kenmerken dyscalculie Er is een grote discrepantie tussen de ontwikkeling van de leerling in het algemeen en ijn rekenwiskundige ontwikkeling. De achterstand is hardnekkig. De leerling laat, ondanks gerichte, deskundige begeleiding, (te) weinig aantoonbare vooruitgang ien. De problemen ijn ontstaan vanaf het verwerven van de basisvaardigheden (in het domein Getallen en Bewerkingen) en ijn ook ichtbaar ook op de domeinen Verhoudingen, Meten, Tijd en Geld. Algemeen: - Leerbaarheid (IQ >85) - Begrip en inicht - Taalontwikkeling in het algemeen Specifiek: - Koppeling van hoeveelheden aan rekentaal en aan getallen (symbolen / rekenbewerkingen / formules) - Visueel voorstellen (visueel wak) - Verwoorden (verbaal wak) dr. Mieke van Groenestijn 2
-PO; conferentie Steunpunt Kenmerken dyscalculie Doel protocol Geheugen: - overbelasting werkgeheugen (KTG) - opslaan in LTG - oproepen uit LTG Preventie van rekenproblemen Tijdig signaleren Adequaat ingrijpen Professioneel en effectief begeleiden van leerlingen in de schoolsituatie en bij (individuele) extra begeleiding (OGW) Werken in teamverband d.m.v.: Observeren van leerlingen Analyseren van rekenhandelingen, rekenfouten van lln Analyseren van methodemateriaal Afstemmen van het onderwijs Motto 1 Passend onderwijs begint bij goed onderwijs Leren rekenen en rekenproblemen: hoofdlijnen Tellen Tellen 1,2,3 4,5,6 1,2,3 4,5,6 dr. Mieke van Groenestijn 3
-PO; conferentie Steunpunt Verder tellen Van tellen naar rekenen 2 3,4,5,6 2 4 6 2 + 2 + 2 = 6 Verder tellen en rekenen Vier hoofdlijnen 5 6 Proces van het leren rekenen: - begripsvorming (concept-ontwikkeling en betekenis verlenen) - ontwikkeling van rekenwiskundige procedures - vlot leren rekenen (automatiseren en memoriseren) - flexibel toepassen 5 + 1 = 6 Aandachtspunten Doen, vertellen, verwoorden Bij begripsvorming: S1: betekenis verlenen S2: conceptvorming dr. Mieke van Groenestijn 4
-PO; conferentie Steunpunt Aandachtspunten Samenhang Bij ontwikkeling van oplossingsprocedures: S3: verwerven van basisbewerkingen S4: leren van de tafels S5: uitvoeren van complexere bewerkingen S6: verwerven van algoritmes 1,2,3 4,5,6 3+3 = 6 2x3 = 6 6-3 = 3 6 2 = 3 Oplossingsprocedures Oplossingsprocedures Van tellen naar rekenen Van tellen naar rekenen ww 3.7-9 ww 3.7-9 Aandachtspunten Tafels leren Bij het vlot leren rekenen: S7: goed ontwikkelde rekenwiskundige kennis en procedures vormen de basis van vlot leren rekenen S8: automatiseren en memoriseren (tafels, algoritmes) S9: georganiseerd opslaan van informatie in het geheugen 1x4= 4 2x4= 8 3x4= 12 4x4= 16 5x4= 20 6x4= 24 7x4= 28 8x4= 32 9x4= 36 10x4= 40 1x8= 8 2x8= 16 3x8= 24 4x8= 32 5x8= 40 6x8= 48 7x8= 56 8x8= 64 9x8= 72 10x8= 80 dr. Mieke van Groenestijn 5
-PO; conferentie Steunpunt Oefenen en automatiseren Oefenen en automatiseren Aandachtspunten Flexibel toepassen Bij het flexibel toepassen: S10: goede, op inicht gebaseerde oplossingsprocedures en strategisch denken en handelen vormen de basis van het flexibel toepassen. 300 Flexibel toepassen Knelpunten 300 Bij begripsvorming: 300 S1: betekenis verlenen S2: gebrekkige conceptvorming 300 300 dr. Mieke van Groenestijn 6
-PO; conferentie Steunpunt Knelpunten Knelpunten Bij ontwikkeling van oplossingsprocedures: Bij het vlot leren rekenen: S3: verwerven van basisbewerkingen S4: leren van de tafels S5: uitvoeren van complexere bewerkingen S6: verwerven van algoritmes S7: onbegrepen procedures en losse feitenkennis kunnen leiden tot fragmentarische kennis en vaardigheden S8: automatiseren en memoriseren (tafels, algoritmes) S9: niet goed georganiseerd opslaan van informatie Knelpunten Motto 2 Bij het flexibel toepassen: S10: fragmentarische oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen belemmeren het flexibel toepassen. Waar mogelijk preventie, waar nodig org Observeren en analyseren Van leerprocessen: 2 modellen dr. Mieke van Groenestijn 7
-PO; conferentie Steunpunt dr. Mieke van Groenestijn 8
-PO; conferentie Steunpunt Drieslagmodel Drieslagmodel Drieslagmodel Hoeveel kost dee tv tijdens de aanbieding? Hoeveel kost dee tv tijdens de aanbieding? 220,-- 220,-- 176,-- Alleen dee week 20% korting Alleen dee week 20% korting Drieslagmodel: observeren Drieslagmodel: observeren Observeren bij plannen / aanpak Kan de leerling: - Bij een context een bewerking bedenken? - Betekenis verlenen aan de getallen in relatie tot de context? - Bij een kale som een context en /of een tekening bedenken? - Een tekening maken bij een context -.. Hoeveel kost dee tv tijdens de aanbieding? 220 % Alleen dee week 20% korting 220,-- dr. Mieke van Groenestijn 9
-PO; conferentie Steunpunt Drieslagmodel: observeren Drieslagmodel: observeren Observeren bij uitvoeren Kan de leerling: - De bewerking uitvoeren? - Indien niet, lukt dat dan wel - Met materiaal - Met eenvoudiger getallen - mbv een model - Welke oplossingsprocedure past de leerling toe? - Is dee oplossingsprocedure efficiënt? - Wat ou de volgende stap kunnen ijn? Observeren bij reflecteren Gaat de leerling na: - Of het antwoord kan kloppen - Wat het antwoord (het getal) betekent - Koppelt de leerling het antwoord terug naar de context? - Terugblik op oplossingsprocedure -. Drieslagmodel: observeren Drieslagmodel: leerproces Het drieslagmodel geeft het probleemoplossend handelen weer, het lost de problemen niet op! Het laat je op een bepaalde manier kijken naar je onderwijs en geeft aanknopingspunten voor afstemming Je kunt een eerste analyse / diagnose stellen: de richting van de problematiek kun je vaststellen Plannen / aanpak Analyseren van informatie Betekenis geven Oproepen en activeren van relevante voorkennis uit langetermijngeheugen Wat is nieuw? Kieen van een oplossingsprocedure Informatie opslaan in werkgeheugen Nader onderoek is altijd nodig Drieslagmodel: leerproces Drieslagmodel: leerproces Uitvoeren Informatie oproepen uit langetermijngeheugen en koppelen aan opgeslagen informatie in werkgeheugen (parate kennis: begrippen, feitenkennis, procedurele kennis) Handeling uitvoeren (op een adequate wije en weten wat je doet) Technische rekenvaardigheid Verschillende handelingsniveaus Handeling afronden Reflecteren Controleren van de oplossing Terugkoppeling met context (betekenis geven) Verslag uitbrengen Nieuwe informatie opslaan in langetermijngeheugen dr. Mieke van Groenestijn 10
-PO; conferentie Steunpunt Diagnosticerend onderwijen onderwijs op onderwijsbehoeften van de leerlingen onderwijs Spoor 1 onderwijs Spoor 2 op onderwijsbehoeften van de leerlingen op onderwijsbehoeften van de leerlingen onderwijs Spoor 3 onderwijs Spoor 3 op onderwijsbehoeften van de leerlingen op onderwijsbehoeften van de leerlingen dr. Mieke van Groenestijn 11
-PO; conferentie Steunpunt onderwijs RW groep RW problemen ERW D Stappenplan protocol op onderwijsbehoeften van de leerlingen Groen Geel Fase groen Signalering Diagnostiek Begeleiding Deskundigheid Deskundigheid Deskundigheid minimaal op minimaal op minimaal op spoor 1: spoor 1: spoor 1: De leerling ontwikkelt ich gemiddeld of goed en functioneert in de grote groep. Resultaat: +: naar fase blauw 0/-: naar fase geel De leraar observeert de leerlingen volgens aanwijingen in de methode. De interne rekenexpert ondersteunt de leraar. Hij analyseert samen met de leraar de resultaten op de bloktoetsen en het lovs en stelt een groepsplan op. De begeleiding vindt plaats volgens aanwijingen in de methode. Bij te weinig aantoonbare vorderingen gaat de leerling naar fase geel. Fase geel Signalering Diagnostiek Begeleiding Deskundigheid Deskundigheid Deskundigheid De leerling heeft geringe problemen op deelgebieden. minimaal op spoor 2: minimaal op spoor 2: minimaal op spoor 2: intern max. 0,5 jaar Resultaat: +: naar fase groen 0/-: naar fase oranje De leraar observeert dagelijks op specifieke onderdelen, houdt de vorderingen op toetsen en lovs bij en analyseert de resultaten. De leraar voert rekengesprekken met de leerling, analyseert het resultaat en stelt een begeleidingsplan op, eventueel samen met de interne rekenexpert. De leerling krijgt extra begeleiding in een subgroep. Bij te weinig of geen aantoonbare vorderingen gaat de leerling naar fase oranje. Oranje Rood Fase oranje Signalering Diagnostiek Begeleiding Deskundigheid Deskundigheid minimaal op minimaal op spoor 3: spoor 3: De leerling heeft ernstige rekenproblemen op enkele of alle deelgebieden. intern max. 0,5 jaar Resultaat: +: naar fase geel 0/-: naar fase rood De leraar observeert dagelijks op specifieke onderdelen, houdt de vorderingen op toetsen en lovs bij en analyseert samen met de interne rekenexpert de resultaten. De leraar voert een diagnostisch gesprek met de leerling, analyseert samen met de interne rekenexpert het resultaat en stelt een individueel handelingsplan op. Deskundigheid minimaal op spoor 3: Het schoolteam voert de begeleiding uit. De leerstof en de instructie worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. Bij te weinig of geen aantoonbare vorderingen wordt de leerling aangemeld voor extern onderoek. Fase rood Signalering Diagnostiek Begeleiding Intern / extern: Extern / intern: De problemen ijn hardnekkig. De leerling wordt aangemeld voor extern onderoek. deels extern, deels intern Resultaat: +: naar fase oranje 0/-: bijstellen handelingsplan en dyscalculieverklaring blijvende begeleiding in fase rood. De externe deskundige veramelt informatie over de leerling (ie hoofdstuk 8) De externe deskundige voert het diagnostisch onderoek uit oals beschreven in hoofdstuk 8. Het team stelt een individueel handelingsplan op. Intern / extern: spoor 3 Het team voert de begeleiding uit. De leerstof en de instructie worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. Indien nodig wordt de begeleiding uitgevoerd door een externe expert in nauw overleg met de school. dr. Mieke van Groenestijn 12
-PO; conferentie Steunpunt Deskundigheid Kenmerken protocol - helder en transparant - preventie van rekenwiskundeproblemen - richtlijnen voor gerichte begeleiding van leerlingen op schoolniveau (diagnosticerend onderwijen en afstemming) - richtlijnen voor gerichte begeleiding door externe hulpverleners (diagnostiek en begeleiding) - passend in het kader van passend onderwijs Kenmerken protocol Kenmerken protocol Wij streven naar: - ontwikkeling van effectief rekenwiskunde-onderwijs - minder uitval van leerlingen bij rekenenwiskunde - professionaliteit van leraren - teamdeskundigheid - deskundigheid interne hulpverleners (IB, RT, RC) - deskundigheid externe hulpverleners Wij streven naar: - rekenbeleid in primair en voortgeet onderwijs (afstemming) - ontwikkeling van orgbeleid, d.w.. uitgelijnde org en gerichte begeleiding voor leerlingen die dat nodig hebben - ondersteuning van ouders - landelijke eenduidigheid en afstemming Motto 3 Informatie De wakste leerling heeft recht op de beste leraar (Dumont, 1994) Meer informatie: www.nvorwo.nl www.volgens-bartjens.nl Klik op de button mieke.vangroenestijn@kpnmail.nl Vragen? dr. Mieke van Groenestijn 13