Hoofdstuk 13. De omvang van een steekproef bepalen

Vergelijkbare documenten
Klantonderzoek: statistiek!

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling.

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

DEEL 3 INDUCTIEVE STATISTIEK INLEIDING TOT DE INDUCTIEVE STATISTIEK 11.2 DE GROOTSTE AANNEMELIJKHEID - METHODE

Omnibusenquête deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

Hoofdstuk 1. De steekproefopzet bepalen

Betrouwbaarheid van een steekproefresultaat m.b.t. de hele populatie

Statistische variabelen. formuleblad

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Omnibusenquête deelrapport millenniumdoelen. februari Opdrachtgever: Bedrijfsvoering,

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten

Lessen in kwantitatief onderzoek. Ruud Hoevenagel Leids OnderzoeksKollectief

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

tudievragen voor het vak TCO-2B

Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven

ELEKTRICITEITSBRONNEN IN NEDERLAND. Attitude van de Nederlander in kaart gebracht. Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Wind Energie Associatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Statistiek basisbegrippen

werkcollege 6 - D&P9: Estimation Using a Single Sample

Deze week: Steekproefverdelingen. Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 7: Steekproefverdelingen. Kwaliteit van schatter. Overzicht Schatten

Nederlandse samenvatting

wiskunde A pilot havo 2016-I

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES

Kansrekening en Statistiek

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur

introductie toetsen power pauze hypothesen schatten ten slotte introductie toetsen power pauze hypothesen schatten ten slotte

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Data analyse Inleiding statistiek

a. α = 0,10 b. α = 0,01 c. α = 0,05 d. α = 0,20

Checklist Wiskunde A HAVO HML

Kansrekening en Statistiek

Stap 1: Bepalen van het doel

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ?

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Schatting voor het aantal tanks: is statistiek beter dan de geheime dienst?

Krachtvoer voor melkkoeien

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Eindexamen wiskunde A pilot havo I

Data analyse Inleiding statistiek

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2003-II

Toetsende Statistiek Week 3. Statistische Betrouwbaarheid & Significantie Toetsing

wiskunde A pilot havo 2016-II

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

werkcollege 5 - P&D7: Population distributions - P&D8: Sampling variability and Sampling distributions

Eindexamen wiskunde A pilot havo II

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Simon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

wiskunde A havo 2019-I

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

67,3% van de jarigen aan het werk

Krachtvoer voor melkkoeien

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei uur

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Kansrekening en Statistiek

Rapportage. opiniepeiling Lelystad Airport

SOCIALE STATISTIEK (deel 2)

Kansrekening en Statistiek

voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

Riemannsommen en integralen

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Statistiek II. Sessie 1. Verzamelde vragen en feedback Deel 1

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Omnibusenquête Imago Palenstein

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Marktonderzoek Zoolverwarmer Dit document is opgesteld door

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden

Attitude Sociale Wetenschappen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek (2DD14) op vrijdag 17 maart 2006, uur.

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

7.2 Een aselecte steekproef van 90 waarnemingen had een gemiddelde van x = 25,9 en een standaardafwijking s = 2,7.

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Intervalschatting rondom proportie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Examen VWO. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT Soorten stochastische variabelen (discrete versus continue)

ONDERZOEK DRAAGVLAK EN WENSEN TEN AANZIEN VAN. ONTWIKKELING BUITENGEBIED VEERWAGENWEG te HOUTEN

Rapportage. Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs. Utrecht, 10 maart 2017

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico

Stoeien met Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Kijkcijferonderzoek regionale omroepen. RTV Oost. Rapportage Auteurs: Selina Kroesemeijer, Jeroen Senster en Clasine van der Wal Project Z1661

Transcriptie:

Hoofdstuk 13 De omvang van een steekproef bepalen

Steekproefnauwkeurigheid Steekproefnauwkeurigheid: verwijst naar hoe dicht een steekproefgrootheid (bijvoorbeeld het gemiddelde van de antwoorden op een vraag) zit bij de werkelijke populatiewaarde die zij vertegenwoordigt. Belangrijke punten: De steekproefomvang bepaalt niet zozeer de representativiteit...een steekproef van 20.000 voetganger zou niet representatief zijn voor de stad. Steekproefomvang is direct van invloed op de nauwkeurigheid.

Axioma s over de steekproefomvang Deze grondregels dienen als de basis voor de methode van het betrouwbaarheidsinterval, dat de beste methode is om de steekproefomvang te bepalen.

Axioma s over de steekproefomvang De enige perfect nauwkeurige steekproef is een volledig onderzoek. Een aselecte steekproef is altijd enigszins onnauwkeurig (steekproeffout). Hoe groter een aselecte steekproef is, hoe nauwkeuriger hij is (geringere steekproeffout). De nauwkeurigheid van een aselecte steekproef (de steekproeffout) kan met een eenvoudige formule worden berekend en worden uitgedrukt als een getal in de vorm van ± procent.

Axioma s over de steekproefomvang Je kunt een uitkomst uit het survey nemen, het survey met een aselecte steekproef van dezelfde omvang repliceren en de kans is zeer waarschijnlijk dat je dezelfde uitkomst krijgt binnen ± procent van de eerste uitkomst. In bijna alle gevallen is de nauwkeurigheid (steekproeffout) van een aselecte steekproef onafhankelijk van de omvang van de populatie.

Axioma s over de steekproefomvang Een aselecte steekproef kan uit een zeer klein percentage van de populatie bestaan en toch zeer nauwkeurig zijn (een geringe steekproeffout kennen). De omvang van een aselecte steekproef is afhankelijk van de gewenste nauwkeurigheid (acceptabele steekproeffout) versus de kosten van de dataverzameling voor die steekproeffout.

Er is slechts één manier om de steekproefomvang te bepalen die de nauwkeurigheid vaststelt van de steekproefresultaten De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen.

De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen Het begrip betrouwbaarheidsinterval Dit axioma is gebaseerd op het begrip betrouwbaarheidsinterval en de centrale-limietstelling... Betrouwbaarheidsinterval: een waardegebied waarvan de grenzen een bepaald percentage antwoorden op een vraag omvatten. Centrale-limietstelling: vele statistische begrippen liggen ten grondslag aan deze theorie. Als we een survey een flink aantal keren zouden herhalen (misschien wel 1000 keer) met telkens een nieuwe aselecte steekproef van dezelfde grootte en een staafdiagram zouden maken van alle 1000 keren (in percentages) dat er ja is geantwoord, luidt de centralelimietstelling dat het staafdiagram op een normale verdeling lijkt.

De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen Methode van het betrouwbaarheidsinterval: methode, waarbij de begrippen: nauwkeurigheid (steekproeffout), variabiliteit (variability) en het betrouwbaarheidsinterval (confidence interval) worden gecombineerd om een juiste steekproefomvang te nemen. Twee soorten steekproeffouten: Niet-steekproeffout: heeft betrekking op alle foutenbronnen die buiten de methode van steekproeftrekking en de steekproefomvang liggen. Steekproeffout: het verschil tussen de steekproefuitkomst en de werkelijke populatiewaarde vanwege het feit dat er een steekproef is getrokken. Formule voor de steekproeffout:

De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen Het verband tussen steekproefomvang en steekproeffout:

De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen Variabiliteit Variabiliteit: omschreven als de mate van verschil (of overeenkomst) in de antwoorden van de respondenten op een bepaalde vraag. P: procent Q: 100% - P Belangrijk punt: Hoe groter de variabiliteit, hoe groter de steekproefomvang moet zijn om een bepaalde nauwkeurigheid te bereiken.

Grafiek bij een variabiliteit van 50-50 en 90-10

De betrouwbaarheidsintervalmethode is gebaseerd op de normale verdeling We kunnen de normale verdeling gebruiken, vanwege de centrale-limietstelling ongeacht de vorm van de verdeling van de populatie, zal de verdeling van de steekproeven (als n groter is dan 30) een normale verdeling aannemen.

De uitkomsten getekend van 1000 herhalingen van het Domino s Pizza-survey: een illustratie van de centrale-limietstelling

De betrouwbaarheidsintervalmethode om de steekproefomvang te bepalen Normale verdeling 1,96 X s.a. bepaalt de eindpunten voor 95% van de verdeling

Uit de steekproefverdelingen blijkt dat de steekproeffout afneemt bij een toename van de steekproefomvang

Dus, wat hebben tot nu toe geleerd? Er bestaat een verband tussen: De gewenste nauwkeurigheid van de resultaten indien het onderzoek herhaald zou worden Variabiliteit in de populatie en De mate van de acceptabele steekproeffout De omvang van de steekproef!

De formule voor de steekproefomvang Om de juiste steekproefomvang voor een survey te berekenen, hoef je slechts drie factoren in overweging te nemen: 1 de (verwachte) mate van variabiliteit in de populatie, 2 de gewenste nauwkeurigheid en 3 het vereiste betrouwbaarheidsniveau van je schattingen van de populatiewaarden.. Als het bovenstaande wordt gespecificeerd dan kunnen we de formule gebruiken om de steekproefomvang te berekenen.

De formule voor de steekproefomvang formule voor de steekproefomvang voor een percentage:

Praktische overwegingen bij de bepaling van de steekproefomvang Hoe je de variabiliteit in de populatie schat Ga van het slechtste geval uit (p = 50; q = 50) Geef een schatting van de feitelijke variabiliteit?

Praktische overwegingen bij de bepaling van de steekproefomvang Hoe je het niveau van de gewenste steekproeffout vaststelt De onderzoeksleider moet aan de marketingmanager vragen wat voor hem een acceptabele steekproeffout is. Gebruikelijk is + of - 5% Hoe belangrijker de beslissing, des te kleiner de steekproeffout moet zijn

Praktische overwegingen bij de bepaling van de steekproefomvang Hoe je het gewenste betrouwbaarheidsniveau vaststelt De onderzoeksleider moet aan de marketingmanager vragen wat voor hem acceptabel is. Hoe hoger het betrouwbaarheidsniveau, des te groter moet de steekproefomvang zijn. Gebruikelijk is 95% (z = 1,96) Hoe belangrijker de beslissing, des te groter het betrouwbaarheidsniveau wordt. 99% betrouwbaarheidsniveau, z = 2,58.

De steekproefomvang bepalen door een gemiddelde te schatten: wat is n? z = 1,96 (95% betrouwbaarheid) p = 42 q = 100; p = 58 e = 5 Wat is n?

Wat is n? s = 1,7 z = 2,58 (99% betrouwbaarheid) e = 0,5 n = 77 Wat betekent dit? Na de survey kan het management de volgende mededeling doen (we nemen aan dat het gemiddelde 7,3 is): De meest waarschijnlijke schatting van onze klanttevredenheid is 7,3 op een 10-puntsschaal. Verder kunnen we met 99% zekerheid concluderen dat de tevredenheid ligt tussen 6,8 en 7,8.

Andere methoden om de steekproefomvang te bepalen Arbitraire steekproefomvang met de percentagevuistregel : Als je een percentagevuistregel gebruikt, verlies je die nauwkeurigheid uit het oog Het is eenvoudig en makkelijk om steekproeven van een arbitraire omvang te trekken, maar ze zijn niet efficiënt en ook niet economisch

Andere methoden om de steekproefomvang te bepalen Conventionele specificatie van de steekproefomvang Bij de conventionele methode wordt een of andere regel of getal gevolgd waarvan men denkt dat het de juiste steekproefomvang is Conventionele steekproeven kunnen resulteren in steekproeven die veel te groot of te klein zijn Er valt kritiek te leveren op het gewoon overnemen van de steekproefomvang uit het verleden of van aantallen die andere bedrijven gebruiken

Andere methoden om de steekproefomvang te bepalen Statistische eisen aan de bepaling van de steekproefomvang Soms wordt de steekproefomvang bepaald door de statistische analysemethode, omdat overwegingen van statistische aard de belangrijkste zijn Kosten als uitgangspunt voor de bepaling van de steekproefomvang wat je je kunt permitteren -methode Deze benadering, gebruikt de kosten als uitgangspunt voor de steekproefomvang.

Speciale situaties bij de steekproefomvang Een steekproef trekken uit een kleine populatie Er is sprake van een kleine populatie als de steekproef groter is dan vijf procent van de totale populatie Als de populatie daarentegen klein is, moet de formule voor de steekproefomvang enigszins worden aangepast met de zogenoemde eindigheidscorrectie Correct gebruikt van de eindigheidscorrectie zal de berekende steekproefomvang reduceren en zal veel geld besparen

Speciale situaties bij de steekproefomvang De steekproefomvang bij niet-aselecte steekproeven Bij niet-aselecte steekproeven is de steekproefomvang vrijwel geheel gebaseerd op hoe belangrijk de informatie voor de manager is, en niet op de gewenste precisie in verhouding tot de kosten.