provincie :: Utrecht VERZONDEN 1 0 NOV 2004 - beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Lieve Vrouwegracht 24 Montfoort datum 9 november 2004 nummer 2004WEM0049l0i bijlage kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie Alex Schouten locatiecode UT 0335/00077 1. Inleiding Gedeputeerde staten van Utrecht hebben op 25 februari 2004 een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van Grondslag Milieukundig Adviesbureau B.V. namens Administratie- en Assurantiekantoor M.P. Bos B.V. De firma Bos is voornemens de bodem ter plaatse van de Lieve Vrouwegracht 24 te saneren. Bij beschikking van 14 april 2004 (kenmerk 2004WEM001303i) hebben wij medegedeeld niet in te stemmen met het saneringsplan. De voorgestelde maatregelen verdragen zich niet met hetgeen bij of krachtens artikel 38 van de Wbb is vastgelegd. Namens het Administratie- en Assurantiekantoor M.P. Bos B.V hebben we op 19 augustus 2004 het aangepaste saneringsplan van Grondslag ontvangen. De aanleiding tot saneren van de bodem is de aanwezige bodemverontreiniging. Het bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van het kadastrale perceel: gemeente Montfoort, sectie A, nr. 3952. Het terrein is onderzocht in verband met de beoogde nieuwbouw op dit perceel. Bij deze melding zijn bodemonderzoeksrapporten zijn opgesomd onder punt 4.1. en een saneringsplan gevoegd. Deze rapporten "' No o :;;
2. Beschikking De ons verstrekte rapporten hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluit ons college het volgende. Ter plaatse van het kadastrale perceel, gemeente Montfoort, sectie A, nr. 3952 is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, zoals bedoeld in artikel 29 eerste lid Wbb. Gezien het voornemen van Administratie- en Assurantiekantoor M.P. Bos B. V. zo spoedig mogelijk over te gaan tot sanering van het bovengenoemd geval van ernstige bodemverontreiniging stelt ons college, op basis van artikel 37 Wbb pro forma vast, dat zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier jaar na het in werking treden van deze beschikking met de sanering dient te worden begonnen. Wij stemmen in met het bovenvermelde saneringsplan, zoals bedoeld in artikel 39Wbb. 3. Procedure Bij de voorbereiding van deze beschikking is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Deze procedure is in hoofdstuk 6 'Bodemsanering' van de Provinciale Milieuverordening Utrecht 1995 in beginsel verplicht gesteld. De door ons te hanteren beslistermijn is 13 weken. De aanvangsdatum van de beslistermijn is 19 augustus 2004. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en overige documenten zijn gedurende een periode van vier weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden hebben gedurende deze periode hun zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren kunnen brengen. Er zijn geen schriftelijke en/ofmondelinge zienswijzen ingebracht. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, vijfde lid Wbb hebben wij het college van burgemeester en wethouders van Montfoort en de VROM Inspectie, regio Noord-West te Haarlem in kennis gesteld van ons voornemen de beschikking te nemen. Het voornemen is gepubliceerd in een huis-aan-huisblad in de gemeente Montfoort 4. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking:. Basisdocument 8088, Inventariserend bodemonderzoek Lieve Vrouwegracht 24 te Montfoort, Grondslag BV, d.d. 7 augustus 2003.. Verkennend bodemonderzoek Lieve Vrouwegracht 24 te Montfoort. Project 8088, Grondslag BV, d.d. 6 oktober 2003.. Nader bodemonderzoek Lieve Vrouwegracht 24 te Montfoort. Project 8088, Grondslag BV, d.d. 11 december 2003. _ beschikking-nummer 2004WEM004910i -UT 0335/00077-2
. Saneringsplan 8088 (versie 2), Lieve Vrouwegracht 24 te Montfoort, Grondslag BV, d.d. 19 augustus 2004. 4.2 Verontreinigingssituatie grond en grondwater De bodem van de locatie is onderzocht op de aanwezigheid van bodemverontreiniging ten gevolge van de voormalige bedrijfsactiviteiten op het terrein. De resultaten van het bodemonderzoek laten zien dat er sprake is van bodemverontreiniging welke aanwezig is op het onder punt 1 genoemde kadastrale perceel. De omvang van de verontreiniging is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening op basis van de interventiewaarde-contour voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen ( PAK) en zware metalen in de grond. In de grond op een groot deel van het terrein zijn gehaltes koper, lood, zink en PAK aangetoond boven de interventiewaarden. Verder overschrijden de zware metalen cadmium, chroom en kwik de streefwaarde en overschrijdt nikkel de tussenwaarde (Yz(S+I)).Op een enkele spot wordt de interventiewaarde overschreden voor arseen. De verontreinigingen in de grond zijn hoofdzakelijk aanwezig vanaf het maaiveld tot een diepte van maximaal 1,3 meter beneden maaiveld. Buiten de locatie zijn geen overschrijdingen van de interventiewaarde aanwezig. Wel zijn overschrijdingen van de streefwaarde aanwezig, maar deze worden beschouwd als verhoogde achtergrondwaarden in een stedelijk gebied. 1'1het grondwater overschrijdt alleen de concentratie minerale olie de streefwaarde. Geen van de overige geanalyseerde parameters van het NEN-pakket overschrijdt de streefwaarde. Aan de westzijde wordt de locatie begrensd door een gracht, de Voorgracht. Het slib uit de gracht is beoordeeld als klasse 3 en 4. Uit onderzoek van Grondslag is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn dat de aangetoonde verontreinigingen in het slib veroorzaakt zijn door de voormalige bedrijfsactiviteiten op de locatie Lieve Vrouwegracht 24. De slibverontreiniging maakt deel uit van een ander geval van bodemverontreiniging. De gemeente Montfoort heeft een baggerplan opgesteld voor de gehele Voorgracht, waarvan het slib ter hoogte van de onderzoekslocatie deel uitmaakt. De slibverontreiniging maakt dan ook geen deel uit van de voorliggende beschikking. Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is wordt beoordeeld aan de hand van twee circulaires: de circulaire Saneringsregeling Wet bodembescherming: Beoordeling en Afstemming, van 19 december 1997, paragraaf 2.3.3, nummer DBO/97587346, gepubliceerd Staatscourant 12 januari 1998; de circulaire Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering, van 4 februari 2000, nummer DB0/1999226863, gepubliceerd Staatscourant 24 februari 2000. Ingevolge deze circulaires is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie gemeten in grond in minimaal 25 m3bodem _ beschikking-nummer 2004WEM004910i - UT 0335/00077-3
of gemeten in grondwater in minimaal 100 m3 bodem hoger blijkt te zijn dan de interventiewaarde. De gemiddelde concentratie koper, lood, zink en PAK gemeten in grond in minimaal m3 blijkt 25 hoger te zijn dan de interventiewaarde voor deze stof. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het verrichte bodemonderzoek voldoet naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde vereisten. De informatiekwaliteit komt overeen met de eisen zoals weergegeven in het Protocol voor het Nader Onderzoek Deel] (naar de aard en concentratie van verontreinigende stoffen en de omvang van bodemverontreiniging), Sdu Uitgevers, Den Haag 1993. 4.3 Urgentie en tijdstip van sanering Administratie- en Assurantiekantoor M.P. Bos B.V. heeft het voornemen zo spoedig mogelijk over te gaan tot sanering van de bodemverontreiniging. Om deze reden bepalen wij geen saneringsurgentie door middel van een risico-analyse. Wij stellen pro forma vast dat uiterlijk vier jaar na het in werking treden van deze beschikking met de sanering dient te worden begonnen. De sanering dient in ieder geval voorafgaand en/oftijdens de nieuwbouw te worden uitgevoerd. 4.4 Afweging saneringsdoelstelling en saneringsplan Op basis van artikel 38 Wbb dient de doelstelling van bodemsanering in beginsel te zijn: herstel van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Om dit te bereiken dient de tot het geval behorende verontreiniging volledig te worden verwijderd, tenzij sprake is van locatiespecifieke omstandigheden als bedoeld in het Besluit locatiespecifieke omstandigheden van 2 apri12002, Stb. 192. Ons college concludeert dat bij de sanering van onderhavig geval van immobiele bodemverontreiniging mag worden afgeweken van volledige verwijdering om doelmatigheidsoverwegingen, milieu- en maatschappelijke rendementsoverwegingen. De verontreiniging kan kosteneffectief en milieuhygiënisch verantwoord worden gesaneerd. De verdere uitwerking van de saneringsdoelstelling dient plaats te vinden aan de hand van de Regeling locatiespecifieke omstandigheden (Stcrt. 2002, 195, laatstelijk gewijzigd Stcrt. 2004, 105). Het beoogde gebruik van de saneringslocatie merken wij aan als gebruiksvorm Il, bedoeld in de bijlage behorend bij de regeling LSO. In het kader van de nieuwbouw zal de locatie worden voorzien van een appartementencomplex en een buitenterrein. Het appartementencomplex wordt voorzien van een betonvloer. Het pand wordt niet voorzien van een kruipruimte. Hierdoor is de gewenste situatie van een leeflaag in milieuhygiënische zin onder deze betonvloer niet noodzakelijk. - beschikking-nummer 2004WEM004910i - UT 0335/00077-4
Het volledige buitenterrein wordt verhard. fu afwijking van het saneringsplan dient het buitenterrein te worden opgehoogd met een leeflaag met een minimale dikte van 0,5 meter. Hiertoe wordt grond van elders aangevoerd, waarvan de kwaliteit bekend dient te zijn. De kwaliteit van deze leeflaag dient aan de bodemgebruikswaarde TI(extensief gebruik) te voldoen. Tussen de leeflaag en de onderliggende verontreinigde grond dient een signalerende laag te worden aangebracht. De verharding krijgt een permanent karakter. Na het aanleggen van de permanente verharding zijn er geen contactrisico's meer met de verontreinigde bodem. Bij het graven van funderingen en het graven van kabel- en leidingsleuven komt verontreinigde grond vrij. De kabel- en leidingsleuven dienen opgevuld te worden met grond dat voldoet aan een minimale kwaliteit van BGW TI.De kwaliteit van de grond, die bij deze ontgraving vrijkomt, dient te worden vastgesteld alvorens eventueel hergebruik op de locatie kan plaatsvinden. Hergebruik op de locatie kan alleen plaatsvinden als na een partijkeuring is gebleken dat de gehaltes van alle parameters de BGW TIniet overschrijden. Nadat de sanering is uitgevoerd, zal de locatie in milieuhygiënische zin voldoen aan de functie extensief gebruik (TI). Nazorg/gebruiks beperking Zoals in het saneringsplan is voorzien zal na voltooiing van de sanering verontreiniging achterblijven in de grond. Het zal gaan om sterk met PAK en zware metalen verontreinigde grond. De verharding en de aangebrachte leeflaag dienen in stand te worden gehouden. Deze restverontreiniging heeft geen actieve nazorg tot gevolg. Toekomstige graafwerkzaamheden in deze restverontreiniging dient dus voorafgaand aan ons gemeld te worden. De in het saneringsplan beschreven sanering voldoet aan het bij of krachtens artikel 38 Wbb en hoofdstuk 6 'Bodemsanering' van de Provinciale Milieuverordening Utrecht bepaalde. 4.5 Uitvoering van sanering fu verband met een mogelijk controlebezoek van één van onze medewerkers dient het tijdstip van de feitelijke aanvang van de sanering ten minste 1 week voor dat tijdstip bij ons college te worden gemeld. Dat kan: schriftelijk: gedeputeerde staten van Utrecht, Centrale procedurekamer Water per fax: & Milieu, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of via de fax van onze procedurekamer, 030-2583842. fudien u tijdens de werkzaamheden meent te moeten afwijken van het saneringsplan, dan dient u ons hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. Deze afwijking behoeft de instemming van ons college (voorafgaand aan de uitvoering van de afwijking). fudien grond van de locatie moet worden afgevoerd, gelden de verplichtingen van de Provinciale Milieuverordening (PMV). - beschikking-nummer 2004WEM004910i - UT 0335/00077-5
De milieukundig toezichthouder dient, in uw opdracht, na afloop van de sanering een evaluatierapport op te stellen dat voldoet aan de eisen van de Provincie Utrecht. U dient het evaluatierapport in ieder geval binnen 3 maanden na afloop van de bodemsanering bij ons college in te dienen, in drievoud. 5. Kadastrale registratie Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zal ons college een afschrift van dit besluit, met een kadastrale kaart van het perceel waarop dit besluit betrekking heeft, zenden aan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers. De verontreiniging zal kadastraal worden geregistreerd op basis van ligging binnen de interventiewaarde-contour van de verontreiniging in de grond. Deze contour is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening. Het te registreren kadastrale perceel is weergegeven in onderstaande tabel: Kadastrale gemeente: Montfoort sectie nummer A 3952 grootte perceel 6 a 35 ca code' WE WB = het besluit betreft een deel van het perceel 6. Bezwaar Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij gedeputeerde staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie Milieu en Waterstaat, per adres Centrale procedurekamer Water & Milieu, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) in worden gediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit verzoek kent de Voorzitter van de Afdeling toe wanneer er naar zijn mening tijdelijke maatregelen nodig zijn tot aan de definitieve beslissing op het bezwaarschrift. Wanneer een belanghebbende binnen de genoemde termijn van zes weken een verzoek om een voorlopige voorziening indient, treedt de bestreden beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Het verzoek om voorlopige voorziening kan worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED 's-gravenhage. Aan een verzoek om voorlopige voorziening zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 136,00 voor een natuurlijk persoon en 273,00 voor een rechtspersoon. - beschikking-nummer 2004WEM004910i - UT 0335/00077-6
Onder vermelding van de code UT 0335/00077 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de Centrale procedurekamer Water & Milieu van de provincie Utrecht. Gedeputeerde staten van Utrecht, namens (- hen,>.-./"t-~ rs. R. Rijnders Waarnemend hoofd sector Bodemsanering _ beschikking-nummer 2004WEM00491Oi -UT 0335/00077-7
Verzendlij st, deze beschikking is verzonden aan. Melder: Administratie- en Assurantiekantoor M.P. Bos B.V., t.a.v. de heer M.P. Bos, De Bleek 4, 3417 TR Montfoort;. Milieudienst Noord-West Utrecht, afdeling Leefomgeving en Bedrijven, Postbus 242, 3620 AE Breukelen;. Grondslag Milieukundig Adviesbureau BV, t.a.v. de heer P. de Vries, Nijverheidsweg 7,. 3471 ZG Kamerik; Gemeente Montfoort, afdeling ROM, t.a.v. mevr. M. Hoefsloot, Postbus 41,3417 ZG Montfoort; VROM-Inspectie, Regio Noord-West, Postbus 1006,2001 BA Haarlem;. Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht. - beschikking-nummer 2004WEM004910i - UT 0335/00077-8
r r Lieve Vrouwegracht 24 Montfoort UT 0335/00077 Iiadaster r r 3417 3418 \ \ ~ '~ ---, "It ligging interventiewaarde-contour kadastraal te registreren perceel in grond 41 2623 Om 25 m Daze kaart is noordgencht Legenda 12345 Percee!nummer 25 Huisnummer Kadastrale grens Bebouwing/topografie I/oor een eensluidend UIttrekSel, UTRECHT, 1 jwi 2003 De bewaarder van het kadaster en de openoa(!~ registers Klamrereremie 8088 SF Uittreksel uit de kadastrale kaart Kadastrale gemeente MONTFOORT Sectie A Perceel 3952 Schaal 1 : 500 Aan dzt ulrtreksej moqen geen maten worden ontleend Oe au[6ursrec:1ten ZlJn\looroenouden aan de Dienst voor het Kadaster ~n de ooeno:}re reglslers