1 Basisschool Zilverlinde Schoolgids. Vooraf

Vergelijkbare documenten
Schoolgids hart. Het is tijd voor onderwijs waarin... In dit onderwijs... leren methanden hoofd

1- De school. In dit hoofdstuk wordt de school geïntroduceerd. Wat is het voor een school? Hoe lang bestaat ze al? Hoe wordt de school bestuurd?

Web Download. De Kleuterklassen

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons.

Daar krijg je zin in leren. In deze folder lees je alles wat je weten wil over ons.

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons. Daar krijg je zin in leren.

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons. 2015/2016. Daar krijg je zin in leren.

Welkom op de Kogge. Ons onderwijs. Staat voor onderwijs dat meegroeit! Beste ouders/verzorgers, Informatieboekje kleuters groep 1/2

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

In deze folder lees je alles wat je weten moet over ons.

Schoolgids Melis Stokelaan HS Roosendaal Tel:

Kom met ons mee. Wij leiden u graag even rond op dit levendige plekje in Oldenzaal. Er is hier veel te leren én te beleven.

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

1 Hier staan wij voor

4. De zorg voor kinderen.

Schoolgids Melis Stokelaan HS Roosendaal Tel:

17/01/17. Steinerpedagogie. Een Inleiding. Wie staat er voor u?

groep 1 en 2 informatieboekje

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Pedagogisch beleidsplan

Protocol doubleren en versnellen

de volgende stap... Informatie voor de ouders Compleet onderwijs voor vmbo-t havo vwo

Talent nl: een uniek kindcentrum!

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Mocht het afscheid nemen problemen opleveren bespreek dit dan even met de groepsleerkracht. Dan begeleiden jullie gezamenlijk uw kind hierbij.

SCHOOL IDUNA VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

3 De visie van de Prinses Julianaschool

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Gemiddelde. Gemiddelde

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Peuteropvang Dolfijn

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Informatie voor ouders. schooljaar Rijnwoude volgens. Domino. Hart voor jouw talent! Leren met uitzicht

OA DC thema 69 Rudolf Steiner

Informatieboekje Marcusschool

lezen als de basis van leren

Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken in het basisonderwijs

SG Nelson Mandela. mavo en mavo/havo algemeen toegankelijk

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Informatieboekje Groep 5

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

completer is beter Meer weten? = leren + U heeft nu een beeld van onze school, en misschien wilt u daarom nog meer weten.

Kies wat goed voelt

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Huidige stand van zaken op de J.P.Coen

Alle kinderen gaan in de kring zitten. Mocht het afscheid nemen problemen opleveren neem dan even contact op met de groepsleerkracht.

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker

Ontwikkel. jezelf op. Roncalli. méér dan een diploma!

7. Hoe werken we op school

Informatie over het Vrije School kleuteronderwijs

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Actief burgerschap en sociale integratie

Jaarplan Jaarplan

Leerrijpheidsprotocol

Informatieboekje Groep 6

Inhoudsopgave: Even voorstellen 5. Waar staan we voor 7. Ons onderwijs 7. Boeiend onderwijs: 8. Kwaliteit bewaken 8

Gepersonaliseerd Onderwijs! Ondersteuningsprofiel Locatie Norg

Algemene informatie groep 1/2

Informatieboekje Groep 5

Welkom. op onze OPEN DAG Za

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders

Protocol doubleren en versnellen

Informatie boekje groep 6

BELEIDSPLAN PLUSKLAS

Algemene informatieavond groep 5-6

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

DE WERELD WORDT GEMAAKT DOOR MENSEN DIE KUNNEN SAMENWERKEN. Leren én inspireren. School voor voortgezet vrijeschoolonderwijs vwo, havo en vmbo-t

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017

SCHOOLMAGAZINE

Informatieboekje GROEP 3

De grootste uitdaging voor je hersenen vind je in Bergen.

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Op het ARH Bergen leer je veel meer. Leren én inspireren. School voor voortgezet vrijeschoolonderwijs vwo, havo en vmbo-t

VOORLICHTING vmbo WELKOM

OBS de Cocon Aanvulling schoolgids. I

Planmatig samenwerken met ouders

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Protocol De overstap naar het voortgezet onderwijs. versie 1.7

BREDE BASISSCHOOL DE VERWONDERING VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Openbare basisschool De Windhoek Abtslaan SL Terheijden

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan Inhoud van het beleidsplan Beginsituatie De gewenste situatie 5

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders

Voortgezet Vrijeschool Onderwijs in Zeeland. initiatief in oprichting

Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs

7. Hoe werken we op school

Locatie Buitenbaan Je doet ertoe!

Transcriptie:

Vooraf De schoolgids van Basisschool Zilverlinde geeft een beschrijving van het onderwijs en de gang van zaken op deze vrije school. De uitgangspunten en doelen van het vrije schoolonderwijs worden uitgelegd alsmede de wijze waarop die pedagogie tot leven komt in de klas en in de omgang met elkaar. Praktische informatie over bijvoorbeeld schooltijden, de ouderbijdrage en vakanties en vrije dagen kunt u eveneens vinden in het jaarboekje. Roosendaal, juni 2016 1 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Inhoudsopgave 1-De school 5 De oprichting 5 Het schoolgebouw 4 Peutergroep Zilverlinde 4 BSO 6 Basisschool Zilverlinde 6 2- De vrijeschool 6 Het begin 7 Het kind 7 Jaarfeesten 8 Lunch in de klas 9 Sociale vaardigheden 9 Actief burgerschap 9 Het vrij van de vrijeschool 10 3- Het onderwijs: De kleuterklassen 11 Samen 11 Impulsen 12 Het leerlingvolgsysteem van de kleuters 13 4- Het onderwijs: klas 1 t/m 6 13 Leren lezen, Nederlandse taal 14 Rekenen 14 Heemkunde, Aardrijkskunde, Geschiedenis en 14 Biologie 14 Natuurkunde 14 Frans en Engels 14 Computers 15 Kunstzinnig onderwijs 15 Schilderen en tekenen 15 Muziek 15 Handvaardigheid/handwerken/boetseren 15 Euritmie 16 Buitenactiviteiten 16 5- De zorg 16 Leerlingendossier 16 Leerlingvolgsysteem 16 Schoolrijpheid 17 Schoolverlatersonderzoek 17 Kinderbespreking 17 Getuigschriften 17 2 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Sociale veiligheid voor leerlingen 18 Pestprotocol 19 Specifieke onderwijsbehoeften 19 De zorgprocedure 19 Interne Begeleiding (IB) 20 Doubleren 20 Consultatiebespreking 20 Ambulante begeleiding 20 Speciaal onderwijs 21 Het rugzakje 21 Jeugdgezondheidszorg 22 Schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs 22 Scholen voor voortgezet vrijeschoolonderwijs 22 Uitstroomgegevens 23 6- Ouders en leerkrachten 24 Rol van ouders en leerkrachten 24 Het schoolteam 25 Combinatieklassen 25 Scholing van leerkrachten 25 Rapportage aan ouders klas 1 t/m 6 25 Kleuterklas 26 Administratie 26 Communicatie 26 Klassenouder 26 Schoolverzuim 27 Regels voor extra verlof 27 Voedingsbeleid 27 Schoolplan 27 Samenwerking 27 Ouderbijdrageregeling 27 7- De schoolorganisatie 29 Stichting Pallas 29 De schoolleider 32 De leerkrachten 32 Ondersteunend personeel 33 De medezeggenschapsraad 33 Ouderactiviteiten 33 Mandaatgroep activiteiten 33 Mandaatgroep Public relations 33 3 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Non-discriminatiecode 33 Verzekering van leerlingen 34 Opening van het schooljaar 34 Sponsorbeleid 34 8- De klachtenregeling 34 Soms gaat het niet goed op school 34 Klachtenregeling 34 9- Urenrooster en vakantiedagen 38 Schooljaar 2014-2015 urenrooster 38 Vakantierooster 2014-2015 38 10- Jaarfeesten 39 Waarom zou je jaarfeesten vieren 39 De rol van vertellingen 40 Voor wie meer wil weten over jaarfeesten 49 4 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

1- De school De oprichting Het begon in 1981 met een klein briefje op een prikbord in de Roosendaalse natuurwinkel De Vlier: Wie heeft er belangstelling voor het oprichten van een vrije school? Na vier jaar peuterochtenden in Het Rozenpoortje in de wijk Westrand, startte in augustus 1985 in een houten gebouwtje aan de Beryldijk de eerste kleuterklas met subsidie van de rijksoverheid en de Bond van Vrije Scholen - een vereniging die de belangen behartigt van de aangesloten (erkende) vrije scholen. Ondertussen was in 1983 de Stichting Vrije School Roosendaal opgericht, die de school exploiteert. In 1989 startte de eerste klas (groep 3), waarna de school ieder jaar met een klas groeide. Al gauw vond de school onderdak in een stenen schoolgebouw in de wijk Westrand. In 1997 verhuisde de school naar de Melis Stokelaan. De naam van de school werd: Rudolf Steinerschool. In de aanloop van schooljaar 2012-2013 klonk steeds vaker de roep om een nieuwe, eigentijdse uitstraling, te beginnen met een mooie, passende en aansprekende naam. In deze periode vormde zich een werkgroepje, bestaande uit ouders en medewerkers dat hiermee graag aan de slag wilde. Daarbij werd de hulp ingeroepen van Monique van de Zanden, oudouder van de school en nu theatermaakster en kinderboekenschrijfster. Tijdens een aantal bijeenkomsten werd onderzocht welke beelden een naam kan oproepen en wat dan passend zou zijn voor deze school. Zo ontstond de naam: Basisschool Zilverlinde, school met hoofd hart- handen. Vanaf schooljaar 2013-2014 is deze naam met passende huisstijl en nieuw logo in gebruik genomen. Schoolgebouw Het schoolgebouw heeft een kleuteringang, een ingang voor de klassen 1 tot en met 6 en een hoofdingang. Er is één kleuterlokaal, één lokaal voor peutergroep het Rozenpoortje, verder zijn er vijf lokalen voor de onderbouw, een gemeenschappelijke ruimte die plaats biedt aan alle kinderen van de school voor gezamenlijke activiteiten. Voorts een ruimte voor de Intern Begeleider, computeronderwijs, administratie/ schoolleiding, lerarenkamer en keukentje. De kleuterklas, de eerste en tweede klas en het vaklokaal zijn op de begane grond, de overige klassen en ruimtes op de eerste verdieping. Deze zijn via twee trappenhuizen bereikbaar. Op de begane grond is ook de bibliotheek voor de ouders gehuisvest. Op de eerste verdieping is de leerlingenbibliotheek. De benedenverdieping van het schoolgebouw is toegankelijk voor kinderen in een rolstoel. Er is een rolstoeltoilet. Rondom het schoolgebouw liggen de speelruimte en de schooltuin. Peutergroep Zilverlinde De werkwijze in de peutergroep Zilverlinde is gebaseerd op de uitgangspunten van het vrije schoolonderwijs. Peuters vanaf 2 jaar kunnen op Het Rozenpoortje terecht om in een huiselijke sfeer te spelen, te ontdekken, te zingen, te knutselen, naar verhalen te luisteren, sa- 5 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

men te eten en vele andere peuterspelletjes te doen. Voor informatie kunt u contact opnemen met de Vrije Peutergroep Zilverlinde Melis Stokelaan 42 4707 HS Roosendaal 0165-560377 Peutergroep Zilverlinde valt onder de overkoepelende organisatie: Stichting Peuterspeelzalen Vijfhuizenberg 159 4708AJ Roosendaal 0165-587080 www.spr-roosendaal.nl BSO Voor het verzorgen van BSO heeft de school afspraken gemaakt met Kober kindercentra; een leidster van Kober haalt de kinderen die naar de BSO gaan om 14.45 u op school op en loopt met hen naar Villa Vondel, alwaar de opvang geregeld is. Voor de kleuters die al vanaf 13.00 van opvang gebruikmaken heeft de school een voorziening ingericht, een Tussenschoolse Opvang. Ook deze kinderen gaan vanaf 14.45 uur naar Villa Vondel. Basisschool Zilverlinde De school heeft zich begin 2007 aangesloten bij Stichting Pallas. Meer informatie over deze stichting kunt u lezen op pag.26. Op veel vrije scholen wordt gesproken over kleuterklassen en klas 1 tot en met 6. in plaats van groep 1 t/m 8. Het vrije schoolonderwijs vindt het pedagogische onderscheid tussen kleuters en onderbouwleerlingen belangrijk. Basisschool Zilverlinde heeft één kleuterklas en de combinatieklassen klassen 1/2, 3/4 en 5/6. De school telt ongeveer 80 leerlingen. 2 - De vrije school De vraag is niet, wat de mens moet kunnen en weten teneinde zich in de bestaande sociale orde te kunnen invoegen: maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem ontwikkeld kan worden. Pas dan kan de opgroeiende generatie de maatschappij steeds opnieuw met nieuwe krachten verrijken. Vrij geparafraseerd naar Rudolf Steiner. 6 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Het begin Emiel Molt, directeur van een sigarettenfabriek in Stuttgart, was rond 1919 sterk betrokken bij de sociale problemen van zijn tijd. Hij wilde een school voor de kinderen van zijn arbeiders. Die school moest een strikt pedagogisch uitgangspunt hebben en losstaan van politieke en economische doelen. In het onderwijs zou het kind centraal moeten staan. Hij vond een medestander in Rudolf Steiner (1861-1925) die toentertijd veel publiceerde en in het openbaar sprak over sociale vraagstukken. Steiner, de grondlegger van de antroposofie, maakte onder meer een onderscheid tussen het politieke leven, het rechtsleven en wat hij noemde het geestesleven. Tot het geestesleven behoort de cultuur, de wetenschap, maar ook het onderwijs. Dat geestesleven moet zich vrij kunnen ontwikkelen, los van andere belangen. Molt vroeg aan Steiner om vanuit dat gezichtspunt een school in te richten. Steiner ontwikkelde toen op basis van zijn antroposofie een nieuwe pedagogiek, het vrije schoolonderwijs. Hij opende vervolgens in 1919 in Stuttgart de eerste vrije school. Momenteel bestaan er wereldwijd ongeveer 600 vrije scholen, waarvan ruim 80 in Nederland. In 1923 opende in Den Haag de eerste Nederlandse vrije school haar deuren. Het onderwijs op een vrije rschool is gebaseerd op de antroposofie. Antroposofie betekent letterlijk: wijsheid over de mens. Volgens de antroposofie heeft de mens een lichaam, een ziel en een geest en onderscheidt hij zich van andere wezens doordat hij kan denken, voelen en willen. Bij zijn geboorte krijgt ieder mens een schat aan mogelijkheden mee op sociaal, intellectueel en op kunstzinnig gebied. Iedere mens heeft zijn eigen unieke kiem. Deze visie komt tot leven in het onderwijs. Het vrije schoolonderwijs streeft ernaar kinderen op te voeden tot mensen bij wie het denken, het voelen en het willen harmonisch tot ontwikkeling komen en die respect hebben voor alles om hen heen. Het is belangrijk dat een kind zich op alle drie de gebieden kan ontplooien. Daarom is het vrije school-onderwijs doortrokken van het leren met hoofd, hart en handen De antroposofie is echter geen leerstof, er wordt echter gewerkt vanuit de uitgangspunten van de antroposofie. Het kind Het vrije schoolonderwijs volgt de ontwikkeling van het kind op de voet. In die ontwikkeling, vanaf geboorte tot aan volwassenheid, worden drie fasen onderscheiden. Het zijn periodes van ongeveer zeven jaar. De eerste fase is van de geboorte tot de tandenwisseling. In deze periode bouwt het kind een gezond lichaam op. Het kind neemt veel waar en probeert wat het waarneemt na te bootsen. Zo ontwikkelt zich het wilsleven. De tweede fase is van de tandenwisseling tot de puberteit. In deze fase werkt het kind aan de ontwikkeling van de ziel. Vooral het gevoelsleven staat hier centraal. Het kind wil veel kennen en kunnen en leert dit via de gevoelsmatige beleving van de wereld. 7 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

De derde fase is van de puberteit tot de volwassenheid. In deze fase ontwikkelt zich de menselijke geest. Het denken staat centraal. De jonge mens is op zoek naar levensinzicht en zelfkennis. Om het denken, het voelen en het willen bij de kinderen te ontwikkelen, staat het leren met hoofd, hart en handen centraal. Daarom krijgen ze niet alleen cognitieve vakken ( hoofd - onderwijs), maar ook kunstzinnige, handvaardigheids- en bewegingsvakken. Vooral de samenhang tussen het wilsleven en het bewegen van de ledematen staat in de klas dagelijks centraal. Zowel in de kleuterklas als in de onderbouw, en zowel in het vrije spel als in het ambachtelijke onderwijs en het rekenen. De kinderen gebruiken leesboeken, naslagwerken en op beperkte schaal in de hogere klassen leerboeken. Computers worden vanaf de vierde klas gericht gebruikt. Bij het opvoeden en onderwijzen staat de levende overdracht van volwassene naar kind centraal. De kinderen verwerken de leerstof in hun periodeschriften en maken zo hun eigen lesboeken. Zoals gezegd geeft een vrije school het onderwijs een vorm die past bij de ontwikkeling van het kind. Zo verloopt het leren lezen en schrijven op een andere, en aanvankelijk misschien wat tragere manier dan in het regulier onderwijs, om uiteindelijk op cognitief niveau gelijk te eindigen met het reguliere basisonderwijs. Bovendien krijgen vrije schoolkinderen zes jaar onderwijs in Engels en Frans en zijn ze in tekenen, schilderen, toneel, muziek, voordracht en recitatie sterk gevormd. Basisschool Zilverlinde geeft veel aandacht aan de sociale ontwikkeling van de kinderen. Jaarfeesten Een kind leeft in het ritme van het jaar, het beleeft het jaar. Van kastanjes rapen in de herfst, via Sinterklaas naar Kerstmis, van ijspret naar boterbloemen plukken en zonder jas naar buiten... en weer terug naar de gekleurde blaadjes aan de bomen. De vier seizoenen geven kleur aan het leven door het jaar heen. Elk jaargetijde heeft zijn eigen kenmerken. En van oudsher worden de belangrijkste hoogtepunten in dit natuurritme door de mensen gevierd. Denk bijvoorbeeld aan de oogstfeesten. De christelijke traditie heeft later haar eigen feesten onder meer op die feesten geënt. Zo ontstonden de grote jaarfeesten. Op Basisschool Zilverlinde worden de volgende jaarfeesten gevierd: Herfst Michaëlsfeest, Sint Maarten Advent, Sint Nicolaas Winter Kerstmis, Drie Koningen Maria-Lichtmis, Carnaval Lente Palmpasen, Pasen, Pinksteren Zomer Sint Jan 8 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

De viering van de jaarfeesten is niet bedoeld als godsdienstonderwijs, hoewel de vrije school ze wel viert vanuit de christelijke traditie. Het beleven van de natuur en het beleven van rijke spirituele beelden door de verhalen en de rituelen staan voorop. Ze geven het kind een innerlijke rijkdom mee om later een evenwichtig mens te kunnen zijn. Zie ook hoofdstuk 10 Lunch in de klas Alle kinderen lunchen tussen de middag met hun klas en leerkracht. De kleuters eten elke morgen ook samen in de klas. Het samen eten is belangrijk in het vrije schoolonderwijs. Kinderen leren zo te functioneren in een sociaal verband. De eigen klas speelt hierin de belangrijkste rol. Het overblijven is kosteloos omdat het onder leiding staat van de leerkracht. Sociale vaardigheden De school wil kinderen een waardevolle en blije schooltijd geven, waarin ze met overgave en enthousiasme spelen en leren. De school streeft ernaar ze gevoelens van dankbaarheid, eerbied en liefde voor medemens en schepping bij te brengen. De school vindt het haar taak om kinderen sociale vaardigheden bij te brengen zodat zij straks kunnen omgaan met de veelvormigheid van onze samenleving. Door het gezamenlijk vieren van veel jaarlijks terugkerende feesten, zoals Kerstmis, Sint Maarten en Sint Jan, leren zij zich te bewegen in een sociale gemeenschap. Actief burgerschap en sociale integratie. Sinds februari 2006 zijn scholen verplicht om aandacht te besteden aan actief burgerschap. Actief burgerschap: de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Op Basisschol Zilverlinde werken we heel nadrukkelijk aan de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en leveren daar een actieve bijdrage aan door middel van het stimuleren van dat gemeenschapsgevoel en door het lesprogramma. Wij zien de school als de wereld in het klein. Daarom is de school een oefenplaats en een leerplek voor actief burgerschap en sociale intergratie bij uitstek. Kinderen hebben de behoefte om nodig te zijn. Als school streven we ernaar om kinderen het gevoel te geven dat ze nodig zijn in de schoolgemeenschap. Voor een goed klimaat in de klas en in de school is het nodig dat er een gevoel van verbondenheid heerst. Om die binding te stimuleren tussen klassen onderling werken de klassen regelmatig samen, assisteren oudere kinderen de jongere kinderen bij tal van gebeurtenissen en vieren we gezamenlijk de jaarfeesten. Ook zijn er regelmatig klassenpresentaties voor andere klassen en ouders. 9 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Om het gemeenschapsgevoel te versterken, laten we de kinderen in alle klassen nadenken over welke taken en verantwoordelijkheden zij in de klas zelf op zich zouden kunnen (en willen) nemen. In de hogere klassen bedenken de kinderen ook taken en verantwoordelijkheden, die leerlingen in de school kunnen krijgen. En in klas 6 kijken we met de leerlingen welke bijdrage zij kunnen leveren aan de buurt. De uitdaging is om de leerlingen ook zélf de organisatie van de taken in handen te geven. Ze moeten eigenaar worden dus verantwoording dragen en afleggen. Het gaat namelijk niet zo zeer om de taak zelf, maar om het hogere pedagogische doel: verantwoordelijkheid voor (en betrokkenheid bij) de gemeenschap. Daarnaast gaan we met de leerlingen in verschillende klassen ook op stap. Bijvoorbeeld gaan we met kerst zingen in een bejaardenhuis of spelen een toneelstuk voor hen. Met Sint Maarten maakt de vierde klas een mandje waarin het fruit zit wat is opgehaald tijdens hun tocht; dit delen ze uit in een bejaardenhuis. De markten die wij organiseren en het kerstspel dat jaarlijks wordt gespeeld is niet alleen voor de ouders en leerlingen van de school te toegankelijk maar via advertenties in kranten wordt de Roosendaalse gemeenschap uitgenodigd. We doen jaarlijks mee aan projecten als Jantje Beton en bijvoorbeeld actie schoenendoos. Door ons lesprogramma dragen wij actief bij aan het bewustzijn over de verschillende culturen en religies. Zo worden in de geschiedenislessen de Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme het Christendom, het Jodendom en de culturen waarin zij zijn ontstaan behandeld. In de (economische) aardrijkskunde krijgen leerlingen zicht op productontwikkeling en hoeveel mensen nodig zijn om bijvoorbeeld één product op tafel te krijgen. Daarnaast behandelen we bijvoorbeeld de rivieren en hoe we afhankelijk van elkaar zijn om over schoon drinkwater te kunnen beschikken. Zo laten we aan de kinderen weten dat we ze nodig hebben, dat ze belangrijk zijn, dat ze iets kunnen bijdragen aan de gemeenschap. En ze leren zo, door te doen, allerlei vaardigheden die ze nodig hebben als (toekomstig) burger in onze democratische samenleving. De klas en de school als een oefenplaats voor democratisch, actief burgerschap! Het vrij van de vrije school In de oprichtingsfase van vrije scholen in het begin van de vorige eeuw wilden de pioniers zonder overheidsbemoeienis kunnen werken. Zij wilden een staatsvrije school zijn. De bekostiging van de school vond plaats door de ouders van de kinderen en weldoeners uit de omgeving van de school. Er werd geen gebruik gemaakt van subsidie van het rijk of gemeente. Dit alleen is de verklaring van het woord vrij als voorvoegsel bij scholen zoals de onze. Inmiddels worden vrije scholen op dezelfde wijze bekostigd als het overige basisonderwijs. 10 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

3 - Het onderwijs in de kleuterklassen Kleuters mogen spelend de wereld leren kennen De kleuterklas heeft een huiselijke sfeer. Iedere ochtend komen de kleuters in dezelfde zorgvuldig ingerichte klas aan. Poppen in opgedekte bedjes, een nette keuken, huisjes van rekken en doeken, materialen om mee te spelen verzameld in kisten en mandjes. Deze sfeer geeft de kinderen een gevoel van geborgenheid en veiligheid. Hierdoor komt het kind tot spelen. Zo ontwikkelt het zich op zijn eigen manier, via het spel en de fantasie. Het echte leren komt in de eerste klas, als het kind leerrijp is. Dat wil niet zeggen dat de kleuter alleen maar speelt en niets leert. Spelend legt hij de basis voor de jaren die komen gaan. Eenvoudige middelen zijn al voldoende om de fantasie en het vrije spel in gang te zetten: speelgoed van natuurlijke materialen, zoals hout, lappen stof, stenen, schelpen, zand, water, kastanjes, eikels en dennenappels. Juist deze eenvoudige speeltjes nodigen de kleuters uit hun fantasie te gebruiken. Dit vrije spel wordt wél gespeeld binnen grenzen. Een van die grenzen is niet te veel speelgoed. Te veel speelgoed maakt een kind onrustig, het vliegt van het ene naar het andere speeltje. De kleuterleidster kijkt tijdens het vrije spel goed naar de kinderen. Soms moet een kind geholpen, aangemoedigd, of juist afgeremd worden. Samen De leidster observeert de kinderen in het omgaan met de materialen en hoe bij de oudere kleuters de sociale contacten in het spel ontstaan. Bij de jonge kleuters hebben de contacten in het spel vaak iets toevalligs en wordt er naast elkaar gespeeld. De oudere kleuters willen graag samen het onderwerp van hun spel bedenken, bijvoorbeeld winkeltje spelen. Hierbij komt het sociale aspect om de hoek kijken. Het samen spelen en het samen delen. Alles wat anderen doen, doen kleuters na. Hun leergierigheid uit zich in het nadoen. Daarom schept de kleuterleidster voorwaarden voor een omgeving die na te bootsen is. De kleuterleidster maakt bijvoorbeeld bewegingen die passen bij een liedje over de golven van de zee. De kleuters doen de golvende beweging onder het zingen na. In het vrije spel is het kind vrij om in het lokaal of op de speelplaats, binnen gestelde grenzen, te gaan en te staan waar het wil. Zo komt de leidster het kind tegemoet in zijn natuurlijke behoefte om te bewegen en kan zij zijn motoriek beoordelen op onder meer coördinatie. Eventuele correcties op de motoriek vinden niet tijdens het vrije spel plaats, maar tijdens de meer geleide activiteiten als kringspelletjes. 11Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Impulsen De oudste kleuters hebben naast het vrije spel individuele impulsen nodig. Deze kleuters krijgen vaak opdrachten om wol- en weefwerkjes te maken. Zij mogen ook extra schilderen en tekenen of extra huishoudelijk werk doen. Het gezamenlijk opruimen van de klas en op een vaste plaats opbergen van de spelmaterialen, gebeurt met aandacht en hoort bij de groepsactiviteiten. Een enkele keer kan een bouwwerk blijven staan omdat de oudere kleuters daarmee de volgende dag verder willen gaan. Het ontwikkelen van de taal krijgt veel aandacht in de kleuterklas. De kinderen horen een aantal dagen achter elkaar hetzelfde verhaal zodat zij er beelden bij kunnen bedenken. Ze oefenen taal in combinatie met bewegingen, bijvoorbeeld door eenvoudige vingerspelletjes, versjes bij de bewegingsspelletjes en het poppenkast spelen. De vertellingen worden in de oorspronkelijke vorm, dat wil zeggen monotoon en met weinig gebaren gebracht. De kinderen moeten in rust kunnen luisteren. Kleuters kunnen niet veel dingen tegelijk, ze zijn door kleinigheden afgeleid. De taal, die bij verhalen wordt gebruikt, is mooi, rijk en zuiver met een gevoelige voordracht. Het eenvoudige taalgebruik van het kind op die leeftijd wordt overstegen. Door vele malen het verhaal te herhalen, begrijpen de kleuters op den duur wat een moeilijk, onbekend woord wil zeggen. Naast de gewone verhalen worden de volkssprookjes uit de Europese landen gebracht. Deze worden meestal niet voorgelezen, maar verteld. Dat verlevendigt het verhaal. Het vertellen is er niet in de eerste plaats op gericht dat de kleuters alles begrijpen, maar dat ze geboeid zijn door vorm en inhoud van het verhaal. Bij de beelden die de sprookjes oproepen, kan iedere kleuter bij het luisteren zijn fantasie de vrije loop laten. De leidster oefent met de kleuters bewegingsvormen. Aan de hand van gedichtjes, liedjes en verhaaltjes maken ze bewegingen met de handen, de armen en de vingers. Huppelen, dansen, galopperen, sluipen, wiegen en hard of zacht lopen doen ze ook. Bijvoorbeeld door het lopen van kabouters door het bos na te doen. Ze leren door bewegingen wat groter, kleiner, zwaarder en lichter is. De kinderen ontwikkelen hun muzikale gevoel door te luisteren, te zingen en muziek te maken. Een aantal keren per week wordt er getekend. Minstens een keer in de week schilderen de kleuters samen, met waterverf op nat papier. Daarnaast boetseren de kleuters met bijenwas, en gaan ze onder meer plakken, knippen en scheuren. De wat oudere kleuters maken zelf popjes, weven en borduren. Hierdoor krijgt het kind gevoel voor kleur en vorm. De kleuters helpen met huishoudelijke werkjes zoals afwassen, wassen van kleedjes en poppenkleren, stoffen, vegen, opruimen, koken, bakken. Ze eten dagelijks met elkaar. 12 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Het leerlingvolgsysteem van de kleuters Twee keer per jaar wordt er voor de kleuters een volgsysteem ingevuld. Gevolgd worden: de motorische-, gevoels-, taal-, en rekenontwikkeling. Doelen hiervoor zijn gekoppeld aan de leeftijd. In het tweede kleuterjaar toetsen we eenmaal op taal- en rekengebied de vaardigheden met behulp van een CITO- toets. 4 - Het onderwijs: klassen 1 t/m 6 Kunstzinnig onderwijs als basis voor de ontwikkeling van het denken, voelen en willen Het vrijeschoolonderwijs werkt in de ochtend tot de eerste pauze in periodes. In periodes van drie à vier weken begint elke schooldag met hetzelfde vak. Tijdens dit deel van de schooldag komen met name de cognitieve vakken aan bod, zoals taal, rekenen en zaakvakken. De kinderen zijn aan het begin van de dag nog fris en door een aantal weken achter elkaar intensief met één vak bezig te zijn, kunnen ze zich goed in deze stof verdiepen. Later in het jaar komt de stof opnieuw verrijkt en verdiept aan bod. Door het jaar heen zijn er verschillende periodes, afhankelijk van het leerjaar. Het periodeonderwijs kent de vakken rekenen, Nederlandse taal, heemkunde, meetkunde, mens- en dierkunde, plantkunde, aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde. De periodetijd bestaat niet alleen uit cognitieve leerstof. De kinderen verwerken de lesstof ook door middel van tekenen, schilderen, toneelspelen en het maken van opstellen. Dit kan per klas en per onderwerp verschillen. Na de periodeles volgen de oefenuren en vaklessen. De leerlingen krijgen vreemde talen, handwerken, handvaardigheid, vormtekenen, schilderen en muziek en tijdens de oefenuren worden de reken- en taalvaardigheden verder ingeoefend. Elke schooldag wordt bij de kinderen het denken, voelen en willen aangesproken. In het periodeonderwijs aan het begin van de ochtend krijgen ze de cognitieve vakken die het denken aanspreken. Na de ochtendpauze komen de kunstzinnige, bewegings- en handvaardigheidsvakken aan bod. Hierin krijgen het voelen en willen van de kinderen meer aandacht. Leerkrachten vertellen verhalen die passen bij de leeftijd van de kinderen. Deze verhalen zijn als volgt over de jaren verdeeld: Kleuters Sprookjes Klas 1 Sprookjes Klas 2 Fabels en legenden Klas 3 Verhalen uit het Oude Testament Klas 4 Verhalen uit de Noorse mythologie Klas 5 Verhalen uit de Griekse mythologie Klas 6 Verhalen uit de Romeinse mythologie en de Middeleeuwen. 13Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Leren lezen, Nederlandse Taal Bij aanvang in de eerste klas maken de kinderen kennis met de letters vanuit een beeld. Zo herkennen de kinderen de Laarsletter, de Koningsletter, de Michaëlletter, Parallel daaraan start meteen het aanvankelijk leesonderwijs, dit met behulp van een methode. Door het oefenen in vertellen, voordragen, toneelspelen en het werken met gedichten, ontwikkelen de kinderen een groot taalgevoel, een rijke woordenschat en spreken ze doorgaans makkelijk in het openbaar. Rekenen Het rekenen wordt spelenderwijs aangeboden waarbij een grote nadruk ligt op het handelen; al doende en oefenend krijgen de kinderen inzicht in de getallenwereld en vullen zich de begrippen meer/minder/erbij/eraf enz. Bewegingsoefeningen ondersteunen het rekenonderwijs. De kinderen lopen onder het tellen ritmisch voor-, achter- en zijwaarts en klappen en stampen om tot in de botten de getallenwereld te ervaren. Heemkunde, aardrijkskunde, geschiedenis en biologie In de eerste drie klassen richten de kinderen zich tijdens de periodes heemkunde op hun eigen directe omgeving. Vanaf de vierde klas gaan ze steeds verder van huis en haard. Dit gebeurt in de lessen aardrijkskunde, geschiedenis en biologie. Zij maken kennis met dierkunde, plantkunde en mineralogie. Via eigen stad, provincie en land, via delta en grote rivieren ontdekken zij de rest van Europa. Via producten uit het dagelijkse leven, bijvoorbeeld chocoladepasta en brood, leren zij hoe mensen over de hele wereld zich inzetten voor elkaar en hoe diezelfde mensen afhankelijk zijn van de soms grillige elementen en kosmische werkingen die de aarde beïnvloeden. In klas 5 maken de kinderen kennis met de grote culturen uit het Avondland; het boeddhisme, de Egyptische en Perzische culturen. In klas 6 komen delen uit de Westeuropese geschiedenis aan bod waaronder de kerstening en de Middeleeuwen. Natuurkunde In de natuurkundeperiodes in de zesde klas leren de leerlingen over geluid, licht, magnetisme en elektriciteit, dit door de fenomenen waar te nemen en te beschrijven. Frans en Engels Vanaf de eerste klas krijgen de kinderen onderwijs in vreemde talen. Er worden gedichtjes geciteerd, liedjes gezongen, spelletjes en kleine toneelstukjes gedaan. Alles wordt mondeling geleerd vanuit de nabootsing. Vanaf klas vier komt daar ook het schriftbeeld bij. In eerste instantie wordt datgene wat mondeling bekend is opgeschreven en gelezen. In de hogere klassen komt eenvoudige 14 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

grammatica aan de orde, ook het voeren van eenvoudige gesprekjes wordt geoefend. Het doel van de vreemde talen in het basisonderwijs is het ontwikkelen van een genuanceerd taalgevoel. Computers De school beschikt over een ruimte waarin computeronderwijs wordt gegeven aan klas 4, 5 en 6. Leerlingen leren via internet en cd-roms zoeken naar informatie voor werkstukken en spreekbeurten. Kunstzinnig onderwijs Het vrijeschoolonderwijs is kunstzinnig onderwijs. De kunstzinnige vakken zijn even belangrijk als de cognitieve vakken. Het kunstzinnig onderwijs vormt de basis voor de (cognitieve) ontwikkeling van het kind. De kinderen ontwikkelen daardoor gevoel voor schoonheid, vorm, kleur, toon en verhoudingen. Het spreekt de kinderen aan in het gevoelsleven, een gebied waarin kinderen graag werkzaam zijn. Toneel en poppenspel worden vaak gebruikt bij de jaarfeesten en bij de taallessen. Schilderen en tekenen Vanaf de kleuterklas krijgen de kinderen nat-in-nat schilderen: met waterverf schilderen op vochtig papier. Tekenen krijgen ze op verschillende manieren. Een belangrijk onderdeel is het vormtekenen voor de kinderen vanaf klas 1. Hiermee ontwikkelen de kinderen gevoel voor vormen en leren zij deze uit de hand te tekenen. Het vormtekenen is een belangrijke ondersteuning bij de ontwikkeling van het handschrift en vormt de basis voor de meetkunde. Muziek Vanaf de kleuterklas tot en met de zesde klas is zingen belangrijk. Dit gebeurt in de klassen apart en gezamenlijk met jaarfeesten. Vanaf de eerste klas krijgen alle leerlingen fluitles. Meerstemmig zingen en musiceren wordt in de hoogste klassen beoefend. In de vierde klas komt het notenschrift aan de orde. Muziek maken met elkaar is goed voor de sociale vorming. Klas 4-5-6 vormen een schoolkoor; tijdens verschillende gelegenheden treden zij graag op! Handvaardigheid/handwerken/boetseren Doel van de vakken handwerken en handenarbeid is dat de leerlingen handig worden en gebruiksvoorwerpen leren maken. Het op jonge leeftijd zinvol met de handen bezig zijn, bevordert de concentratie en het ruimtelijk voorstellingsvermogen. De vakken handwerken en handvaardigheid stimuleren het beweeglijk en creatief denken en zijn goed voor de wilsvorming en voor de motorische ontwikkeling. In de lessen handwerken 15Basisschool Zilverlinde Schoolgids

leren de kinderen breien, haken, borduren, vlechten, naaien. Voorbeelden van werkstukken zijn zakken voor de blokfluit, etui, dieren en poppen. In de lessen handvaardigheid wordt gewerkt met allerlei soorten papier. Vanaf de vijfde klas is er ook houtbewerken. In de lagere klassen boetseren de kinderen met bijenwas en vanaf de tweede klas ook met boetseerklei. In alle klassen wordt veel met natuurlijke materialen gewerkt, met name voor de verschillende jaarfeesten. Euritmie Euritmie is een vorm van onderwijs waarin de beweging centraal staat. Het wordt uitsluitend op vrije scholen gegeven. Ondersteund door muziek, gedichten, ritmes, zang of vertellingen maken de kinderen onder begeleiding van de euritmiedocent bewegingen. Het vak vraagt veel concentratie en wilskracht van de kinderen en draagt bij tot het ontwikkelen van het voelen. In 2015-2016 willen we het vak weer aanbieden. Buitenactiviteiten In alle leerjaren vinden verschillende buitenactiviteiten plaats. De klassen 1 tot en met 6 werken tijdens de lessen heemkunde, aardrijkskunde en biologie vaak buiten. Er vinden excursies plaats, bijvoorbeeld een bezoek aan bibliotheek, museum, steengroeve of boerderij. Jaarlijks is er een sportdag. Verder zijn er een aantal jaarfeesten met buiten activiteiten. 5- De zorg Leerlingdossier De school legt van elk kind een dossier aan. Hierin zitten persoonlijke gegevens, verslagen van vorderingen, onderzoeken, kinderbesprekingen en oudergesprekken. Het dossier stelt het onderwijsteam in staat de ontwikkeling van het kind goed te volgen. Het dossier is voor ouders ter inzage op aanvraag bij de eigen leraar of intern begeleider. Het dossier kent een papieren deel en een digitaal deel. Leerlingvolgsysteem De vrije school kent twee fundamentele verschillen in pedagogische benadering ten opzichte van de reguliere basisschool. Eén: de leerstof is geen doel maar ontwikkelingsstof. Twee: leren doe je met je hoofd, hart en handen; elk gebied krijgt evenveel en gelijkwaardige aandacht. Vanzelfsprekend vraagt dit om een andere toetsing van kinderen. De school kent de toetsing van de periodedoelen en daarnaast twee keer per jaar de methode onafhankelijke toetsen (CITO) die we noteren in een digitaal leerlingvolgsysteem. 16 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Een keer per jaar wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart gebracht. Bij overgangsmomenten worden de kinderen extra goed bekeken. Dit gebeurt in het tweede kleuterjaar, i.v.m leerrijpheid en in de zesde klas als advies naar het voortgezet onderwijs. Schoolrijpheid Het is niet vanzelfsprekend dat een kleuter na 1,5-2 jaar doorstroomt naar de eerste klas. Daarom wordt van het kind tijdens de kleuterjaren de motorische, sociale en emotionele ontwikkeling bijgehouden. Zo ontstaat zicht op de ontwikkeling en op eventueel te verwachten problemen. Aan het eind van de kleutertijd krijgt iedere kleuter een leerrijpheidsonderzoek. Dit onderzoek voert de eigen kleuterleidster samen met de intern begeleider uit. Is een kleuter niet leerrijp, dan kan het advies aan de ouders zijn om het kind nog een jaar te laten kleuteren. Hiervoor hanteert de school een vaste procedure, deze staat beschreven in het zorgdocument. Schoolverlatersonderzoek In de zesde klas krijgen alle kinderen een advies voor het vervolgonderwijs. Dit schooladvies is gebaseerd op het Citoleerlingvolgsysteem wat gedurende zes jaar is ingevuld en de uitslag van het Drempelonderzoek. Samen met het beeld dat de klassenleerkracht van de leerling heeft, de mening van de ouders en van het kind zelf, vormt het een degelijke basis voor de keuze van de middelbare school. Kinderbespreking In de wekelijkse pedagogische vergadering bespreken de leerkrachten met enige regelmaat leerlingen. Als een kind apart ter sprake komt, wordt dit vooraf aan de ouders gemeld. In deze kinderbesprekingen legt het onderwijsteam alle waarnemingen naast elkaar; zo ontstaat er een zo compleet moge lijk beeld van het kind. Op basis hiervan worden afspraken gemaakt over pedagogische en andere maatregelen om het kind te ondersteunen in zijn ontwikkeling. Leerkrachten kunnen zich hierbij laten adviseren door externe deskundigen. Op dezelfde wijze als bij de kinderbespreking worden in de pedagogische vergadering ook klassen als groep besproken. Elke klas is anders en vraagt daarom om een eigen benadering. Getuigschriften 0p onze school krijgen kinderen geen rapport met cijfers. Aan het eind van ieder schooljaar ontvangen zij een getuigschrift. Dit is een verslag waarin de leerkracht uitvoerig beschrijft hoe de ontwikkeling van hun kind dat jaar is verlopen, zowel in sociaal-emotionele zin als per vak. Voor nadere toelichting: zie blz. 23, rapportage klas 1 t/m 6. 17Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Sociale veiligheid voor leerlingen Uitgangspunt is dat wij onszelf moeten opvoeden om de leerlingen te kunnen opvoeden. De medewerkers van de school willen dat de leerlingen met plezier naar school gaan en zich veilig voelen. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen leren hun grens aan te geven en leren nee zeggen. We leren elkaar en andermans grenzen te respecteren. Wij werken vanaf aankomend schooljaar met de kanjertraining. De kanjertraining is een volwaardige methode en het streeft de volgende doelen na: Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas Het versterken van vertrouwen en veiligheid in de klas Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen Het beheersen van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten. Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen Leren om verantwoordelijkheid te nemen Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie De Kanjertraining is opgenomen in de database van het NJi als effectief volgens goede aanwijzingen bij pestproblematiek en het aanleren van sociale vaardigheden. Wanneer leerlingen over de grens gaan volgen onderstaande stappen. De stappen volgen elkaar op als dit binnen een maand gebeurt. Als een leerling na de 1 e keer niet meer over grenzen gaat in een maand dan is er sprake van een nieuwe start. 1 e keer: een gesprek met de leerkracht 2 e keer: een gesprek met de schoolleider 3 e keer: een gesprek met de ouders en de leerkracht 4 e keer: time out of schorsing. Doel is om de leerling te laten ervaren dat wij het zeer serieus nemen en dat we leerlingen handvatten geven hoe zij kunnen voorkomen dat het nogmaals gebeurt. In het gesprek met de leerling wordt het volgende besproken: Wat is er gebeurd? Leerlingen die ermee te maken hebben worden erbij betrokken zodat de oorsprong van de gebeurtenis helder is. Hoe kun je het een volgende keer oplossen of voorkomen? Leraren hebben mbv de Kanjertraining regelmatig met de leerlingen gesprekken om na te gaan hoe het staat met de sociale veiligheid. Eenmaal per jaar volgen wij de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen door het invullen van een lijst en deze te bespreken in het zorgoverleg en indien nodig in de pedagogische vergadering. 18 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Tevens worden er eens in de vier jaar een ouderenquête en een leerlingenenquête gehouden om na te gaan hoe de ouders en de leerlingen de sociale veiligheid op onze school ervaren. Naar aanleiding van de uitkomst kan het zijn dat wij ons beleid moeten bijstellen. Van ouders horen wij graag als er iets speelt dat wij over het hoofd hebben gezien. Pestprotocol Als er gepest wordt op school treedt het pestprotocol in werking. Het pesten is niet altijd door de leraren te zien of te horen. Wij willen u vragen indien er gepest wordt dit aan de betreffende leraar te melden zodat wij actie kunnen ondernemen. Het pestprotocol is te downloaden via de website: www.zilverlinde.nu In de speelpauzes is er pleinwacht. De pleinwacht is aanspreekpunt voor de kinderen. Soms worden kinderen naar de schoolleider verwezen. Specifieke onderwijsbehoefte Om verschillende redenen kunnen leerlingen specifieke onderwijsbehoeften hebben: zwakke of juist hoge begaafdheid, een niet-nederlandse thuistaal, langdurig verblijf in een ziekenhuis etc. De school beschrijft in haar zorgplan uitvoerig hoe het onderwijs voor deze leerlingen is ingericht: visie, procedures, beschikbare specifieke leermiddelen, enz. U kunt dit opvragen bij de administratie. De zorgprocedure Als een kind leerproblemen heeft, extra begaafd is of lichamelijke of sociaal-emotionele problemen heeft volgt de school de volgende procedure: Er is overleg tussen de leerkracht en de ouders. Leerkracht maakt hiervoor een afspraak met de ouders. Het kind komt in de kinderbespreking. Het kind kan door de leerkracht aangemeld worden bij de Intern Begeleider voor een extra onderzoekje. De leerkracht kan het kind aanmelden voor een consultatie bij de schoolbegeleidingsdienst. Hoogbegaafde kinderen krijgen de mogelijkheid zich op andere wijze met de leerstof te verbinden, zodat zij zich aangesproken blijven voelen en niet onder hun niveau gaan presteren. Bij ernstige gedragsproblemen waarbij de veiligheid in het geding komt treedt het protocol voor schorsing en verwijdering in werking. Dit protocol is op te vragen bij de schoolleider. Aan de hand van een of meerdere van bovenstaande besprekingen is het mogelijk om: óf een (nieuw) handelingsplan te schrijven óf ambulante begeleiding aan te vragen 19Basisschool Zilverlinde Schoolgids

óf een onderzoek aan te vragen bij de reguliere of de Vrije schoolbegeleidingsdienst óf de ouders te adviseren extern hulp te zoeken (speltherapie, logopedie, fysiotherapie, arts, enz.). De school probeert zoveel mogelijk contact te onderhouden met een eventuele externe therapeut. Wanneer leraren externe hulp inroepen, melden ze dit aan de ouders. Het gaat daarbij vaak om het opsporen en de aard van de moeilijkheden, het vinden van een goede aanpak en het uitzetten van behandeling. Vaak bestaat de hulp ook in een advies voor aanpak in de klas en wordt met name de leerkracht ondersteund die met het kind werkt. Voor een succesvolle begeleiding is intensieve samenwerking tussen IB-er, klassenleerkracht en dikwijls de ouders een vereiste. Soms krijgt het kind oefeningen mee die ook thuis gedaan moeten worden. Interne begeleiding [IB] De intern begeleider adviseert en controleert de leerkrachten bij alles wat met leerlingenzorg te maken heeft. De intern begeleider volgt de ontwikkeling van alle kinderen. Zij is ook verantwoordelijk voor het bespreken van de toetsresultaten. De IB-er van Basisschool Zilverlinde neemt deel aan de netwerken van IB-ers van alle Roosendaalse basisscholen. Doubleren Binnen onze school laten we soms een kind doubleren wanneer we dit in het belang van het kind vinden. Dit gebeurt in samenspraak met de ouders, het college en de intern begeleider. Consultatiebespreking De school kan via het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School een aantal malen per jaar een beroep doen op de kennis van de schoolbegeleidingsdienst. De intern begeleider spreekt daarin met een vaste consulente van de reguliere schoolbegeleidingsdienst. In Roosendaal is dit Edux. Ouders worden ingelicht door de leraar dat hun kind besproken wordt. Ambulante begeleiding Vanuit het speciaal onderwijs kunnen de leerkrachten ondersteuning krijgen voor een leerling in de klas. Te denken valt dan voor bijvoorbeeld motorische problemen aan de Mytylschool en voor een kind met een gehoorstoornis aan de Spreekhoorn in Breda. Voor gedragsproblemen is dit de Koperakker in Bergen op Zoom. Het doel is om deze kinderen met een eventuele aanpassing binnen het basisonderwijs op te vangen. 20 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Speciaal onderwijs Als een kind op school niet voldoende kan worden begeleid in zijn ontwikkeling kan het verwezen worden naar het speciaal basisonderwijs of een REC-school (Regionaal Expertise Centrum). Voor verwijzingen hiernaar zijn speciale onderzoekscommissies actief, die beslissen of een kind voor dit onderwijs in aanmerking komt. Iedere REC heeft zijn eigen commissie. In Roosendaal is de commissie leerlingzorg PCL belast met de verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (De Sponder). De intern begeleider helpt ouders aan de juiste informatie. Het rugzakje Sinds 1 augustus 2003 is een nieuwe onderwijswet van kracht. Die wet geeft de ouders van kinderen met een ernstige stoornis of handicap het recht om te kiezen voor hun kind: de keuze voor een speciale school of voor een gewone basisschool. Kiezen de ouders voor de gewone school dan krijgt zo'n kind een "rugzak" mee. Vanuit die rugzak kan extra inzet door een leerkracht en/of een onderwijsassistent bekostigd worden, daarnaast kunnen extra materialen aangeschaft worden. De school staat niet afwijzend tegenover het rugzakje. De school ziet echter wel beperkingen, bijvoorbeeld in de wijze van aanbieden van de lesstof (periodeonderwijs), leermiddelen en methodes. Gezien de omvang van de school is haar draagkracht niet onbeperkt. Daarom is de school terughoudend met het aannemen van kinderen die extra zorg behoeven. Uiteraard hangt het af van de handicap van het kind dat aangemeld wordt. Het college van leerkrachten beoordeelt of het kind kan worden toegelaten. De normale voortgang van het onderwijsproces voor de andere leerlingen moet de school te allen tijde kunnen garanderen. Melden zich ouders met een leerling met een stoornis of een handicap dan hanteert de school een protocol om de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school in kaart te brengen. In het kort staat er het volgende in: De ouders melden zich via de schoolvoorlichter bij de IB- er. De IB- er heeft een gesprek met de ouders waarin zij hun aanmelding en verwachtingen toelichten. Er wordt aan de ouders gevraagd om toestemming om bij derden informatie te kunnen opvragen. De school gaat informatie verzamelen. De binnengekomen gegevens worden in kaart gebracht, bestudeerd en besproken door het college, eventueel met het REC die de indicatie heeft verleend. Daarna vindt er een afweging plaats in het college van leerkrachten. Adviesgesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken: plaatsing of afwijzing. 21Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Bij plaatsing wordt de aanmeldprocedure verder gevolgd. De afwijzing wordt mondeling en schriftelijk aan ouders meegedeeld. Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg (jgz) van de GGD West-Brabant onderzoekt en bewaakt op diverse manieren de gezondheid van de schoolkinderen. In het eerste/tweede kleuterjaar worden de kinderen op spraak- en taalontwikkeling onderzocht door de logopedist. De verpleegkundige controleert het functioneren van ogen en oren. Indien nodig worden ouders opgeroepen voor een gesprek. In de vijfde klas onderzoekt de verpleegkundige de kinderen op onverwachte veranderingen in de gezondheidstoestand en het algemeen welbevinden. Niet-systematisch onderzoek van de leerlingen die door de ouders, of met medeweten van de ouders door de leerkrachten of andere jgz-medewerkers worden aangemeld. Onderzoek naar hygiëne en veiligheid in en om het schoolgebouw. Voor ondersteuning van de gezondheidseducatie op school kan gebruik gemaakt worden van materialen, cursussen en ondersteuning door de GGD. De GGD werkt met een gemeenteteam jgz. Het team bestaat uit een arts, een verpleegkundige, een assistente en een logopedist. Het heeft de gezamenlijke zorg voor alle scholen in de gemeente Roosendaal. Schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs De vrijescholen vormen in principe een verticale scholengemeenschap. Dat wil zeggen dat er behalve peutergroepen, kleutergroepen en de onderbouw, ook een bovenbouw is. De bovenbouw omvat de klassen 7 t/m 12. Kiezen voor de bovenbouw is dan ook kiezen voor het voltooien van wat in de kleuterklas en onderbouw is begonnen. De dichtstbijzijnde bovenbouw voor Roosendaal is het Michaëlcollege in Prinsenbeek. De klassenleraar geeft ook voorlichting over het voortgezet onderwijs. De leerkracht bespreekt met de ouders de schoolkeuze voor het kind. Daarnaast kunnen ouders, al dan niet met hun kind, de open dagen op de verschillende scholen bezoeken. De ouders melden hun kind aan; met de aanmelding worden de toetsuitslagen en het schooladvies meegezonden. De ouders ontvangen van de nieuwe school bericht over de aannameprocedure. Het Michaël College; voortgezet vrijeschoolonderwijs voor vwo, havo en vmbo-g/t Het Michaël college in Breda Prinsenbeek verzorgt voortgezet vrijeschoolonderwijs voor vwo, havo en vmbo (g/tl). De school staat open voor leerlingen van alle gezindten en achtergronden. 22 Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Voor de klassen 7 en 8 (de de Middenbouw ) is een middenbouwteam geformeerd. Leerkrachten in deze afdeling zijn expert in de omgang met leerlingen van deze leeftijd. Het merendeel van hen heeft ervaring met het werken op de basisschool en meer specifiek binnen de eigen Onderbouwen. De leerlingen krijgen veel lessen van de eigen mentor, zodat deze een sterke band met individuele leerlingen en de klas als geheel kan opbouwen. Dit geldt met name voor het periodeonderwijs. De Middenbouw vormt zo in sociale zin een overgang van de Onderbouw, met één klassen- of groepsleerkracht, naar klas 9 en hoger, waar voor elk vak een andere docent langskomt en de leerlingengroep per vak verschilt. Vaklessen worden vanaf klas 7 voor een belangrijk deel door vakdocenten gegeven; vanaf klas 8 wordt in de Moderne Vreemde Talen en in de wiskunde in niveaugroepen lesgegeven. In 2011 start de Plusklas voor snelle leerlingen uit de klassen 7 en 8. In deze klas wordt o.a. Chinese taal en -cultuur aangeboden. Het Michaël college is onderdeel van Scholengemeenschap Breda, unit Markenhage. In de 10e klas vinden vmbo-g/t examens plaats. Het tweede fase onderwijs havo en vwo, in de klassen 11 en 12, wordt in nauwe samenwerking met Markenhage vormgegeven. Naast de Open Dag organiseert het Michaël college (in samenwerking met de Onderbouwen) regelmatig informatieavonden en meeloopdagen voor leerlingen en ouders. Meer informatie hierover via de website www.michaelcollege.nl of telefonisch via 076-5431888. Michaël College, Vijverstraat 1, 4841 AT Prinsenbeek Overige scholen voor voortgezet vrijeschoolonderwijs Ook gaan er soms leerlingen naar de bovenbouw in Rotterdam of Antwerpen. Rudolf Steiner College Rotterdam Vondelweg 87-89 3031 PT Rotterdam T: 010-413 41 58 www.rudolfsteinercollege.nl info@rudolfsteinercollege.nl De Es Antwerpen Diksmuidelaan 227 B-2600 Berchem T: +32 3 28119 65 www.de-es.be 23Basisschool Zilverlinde Schoolgids

Een aantal leerlingen gaat naar het reguliere onderwijs, waarmee de aansluiting goed is. Als de gehele onderbouw doorlopen is, hebben de kinderen een bredere basis om verder te gaan. Uit reacties van het middelbaar onderwijs blijkt dat onze leerlingen opvallen door hun zelfstandigheid, hun algemene ontwikkeling en goede sociale vaardigheden. Bezoek aan Voortgezet Onderwijs voor klas 6 Enkele middelbare scholen versturen in de maand november/ december brieven over verrijkingslessen die aangeboden worden aan leerlingen uit klas 6. De verrijkingslessen zijn in de maanden januari - februari onder schooltijd. De school heeft besloten geen toestemming te geven voor afwezigheid wegens het bijwonen van deze lessen. De kinderen verzuimen lessen, proefwerken en toetsen die naderhand weer ingehaald moeten worden. Het geeft veel onrust in de klas in een tijd, die voor de kinderen toch al spannend is. Wanneer de schoolkeuze gemaakt is en er kennismakingsbijeenkomsten zijn zal de school daaraan uiteraard haar medewerking verlenen. De zesdeklassers gingen naar de volgende scholen: Jaar: 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Aantal leerlingen 9 3 11 11 VMBO KB 2 2 VMBO TG 2 1 1 VMBO T/ HAVO 1 HAVO 1 1 HAVO/ VWO 1 4 1 VWO + 2 2 1 Bovenbouw 3 4 5 6 Ouders en leerkrachten Rol van ouders en leerkrachten Onderwijs en opvoeding hebben veel met elkaar te maken. Daarom is een goed contact tussen ouders en leerkrachten van groot belang voor het kind. Ouders vervullen een positievere rol als ze belangstellend en kritisch het gebeuren in de klas volgen. Ouders en vooral nieuwe ouders leven vaak met allerlei vragen over de school, het onderwijs en de leerkrachten. Het is goed die vragen in alle openheid te stellen en mede 24 Basisschool Zilverlinde Schoolgids