1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Smink Handels- en Aannemersbedrijf B.V. Lindeboomseweg 15 3828 NG Hoogland Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 5 augustus 2009 Team Bodem en Water Nummer 2009INT246865 Referentie M. Machgielsen Uw brief van - Doorkiesnummer 030 258 2959 Uw nummer - Faxnummer 030 258 2990 Bijlage - E-mailadres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking ernst, spoedeisendheid Veenestraat 12-14 te BUNSCHOTEN- SPAKENBURG, code UT0313/01377 Geachte heer/mevrouw, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 16 april 2009 een rapport van een bodemonderzoek als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van de Gemeente Bunschoten. Het betreffende bodemonderzoeksrapport is in het kader van een melding artikel 41 van de Wbb doorgenomen door onze provincie. Op basis van de gegevens uit het rapport is het niet zeker dat het hier om een zorgplichtgeval gaat waarbij alle verontreiniging van de bodem moet worden weggehaald. Omdat de gemeente Bunschoten de aanvraag voor de bouwvergunning heeft aangehouden en het nader onderzoek voldoende inzicht geeft in de aard en omvang van de verontreiniging, hebben wij besloten ambtshalve een beschikking over de ernst van de verontreiniging en spoedeisendheid van de sanering af te geven. Overeenkomstig artikel 29 lid 1 van de Wbb stellen wij hierbij in een beschikking vast of er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Dit vindt plaats naar aanleiding van het bij deze melding ingediende verkennend bodemonderzoek en nader onderzoek naar asbest (zie paragraaf 4.1). De kadastrale percelen waarvan de bodem is onderzocht zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Verontreiniging aangetroffen Bunschoten G 677 ja, met asbest boven de interventiewaarde Bunschoten G 374 nee Bunschoten G 3118* ja, met asbest boven de interventiewaarde (westelijk deel is niet nader onderzocht op de aanwezigheid van asbest. Dit deel wordt niet in deze beschikking meegenomen. Zie de uitleg bij hoofdstuk 2 kadastraal perceel G3118 ). Bunschoten G 3119 ja, met asbest boven de interventiewaarde
2 2 Kadastraal perceel G3118 De kadastrale percelen G3118 en G3119 zijn ontstaan door opsplitsing van het kadastrale perceel G209 (genoemd in rapport). Het westelijk deel van kadastraal perceel G3118 is niet nader onderzocht op asbest, maar wel asbestverdacht. In deze beschikking wordt het westelijk deel van het perceel dan ook buiten beschouwing gelaten. Als u van plan bent voor het westelijk deel van perceel G3118 een saneringsplan of BUS-melding in te dienen, is een nader onderzoek naar asbest alsnog noodzakelijk om een volledig beeld te kunnen krijgen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. De interventiewaarde-contour van de locatie, inclusief het oostelijk deel van G3118, is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 5. 3 Beschikking Het verkennend bodembodemonderzoek en nader onderzoek naar asbest hebben wij aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen getoetst. Het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek is gebaseerd op de NEderlandse Norm (NEN) 5740 en het nader onderzoek naar asbest is gebaseerd op de NEN 5707. Aan de hand van deze onderzoeksgegevens besluiten wij met toepassing van artikel 29 lid 1 van de Wbb het volgende: Ter plaatse van de percelen G3118 (westelijk deel buiten beschouwing gelaten), G3119 en G677 is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1 van de Wbb. Het betreft een ernstige verontreiniging met asbest met een oppervlakte van circa 800 m 2. Gelet op het huidige gebruik als weiland is er geen sprake van zodanige risico s voor mens, ecosysteem en verspreiding van de verontreiniging dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb, noodzakelijk is. De noodzaak tot saneren, bij ongewijzigd bodemgebruik, is dan ook niet aanwezig. Gezien het feit dat asbest in concentraties boven de interventiewaarden wordt aangetroffen en het feit dat ten behoeve van het beoogde toekomstige gebruik wonen met tuin graafwerkzaamheden zullen worden verricht, is sprake van onaanvaardbare risico s. Een spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb is noodzakelijk. Met de sanering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking te worden begonnen. Voorafgaand aan de sanering dient u een deelsaneringsplan of een BUS-melding ter beoordeling bij ons in te dienen. Voor het deelsaneringsplan dient u tevens een meldingsformulier bij te voegen. De meldings-formulieren kunt u vinden op de website van de Provincie Utrecht (www.provincie-utrecht.nl) onder het thema bodem. Naar aanleiding van het telefonisch onderhoud, gevoerd met de heer P. van Schaik van MVS Projectrealisatie B.V., hebben wij begrepen dat de projectontwikkeling in fasen plaatsvindt. Tijdens de eerste fase worden nieuwbouwwoningen gerealiseerd aan de Veenestraat 12-14. Slechts een deel van de asbestverontreiniging valt binnen deze deellocatie, maar het gehele afgeperkte verontreinigingsgebied moet worden weggenomen. Dit dient te worden opgenomen in het deelsaneringsplan of de BUS-melding.
3 4 Procedure In dit geval hebben wij niet gekozen voor de uitgebreide voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Wij kunnen namelijk redelijkerwijs aannemen dat aan toepassing van die procedure geen behoefte bestaat (artikel 6.1, 3e lid Provinciale milieuverordening). Weliswaar zijn er meerdere perceelseigenaren bij het geval betrokken, maar deze blijken eenzelfde belang te hebben. Een en ander is gebleken in een gesprek met de heer P. van Schaijk van MVS Projectrealisatie B.V. (voorheen Manpro Projectrealisatie B.V.) gevoerd op 21 juli 2009 en uit de kadastrale gegevens. MVS Projectrealisatie B.V. en de heer Beukers (de enige andere perceelseigenaar binnen de desbetreffende locatie) willen gezamenlijk (Maatschap de Nieuwe Pol) een nieuwbouwproject realiseren ten behoeve van woningbouw met tuinen op de kadastrale percelen zoals genoemd in de inleiding. Overeenkomstig artikel 28 lid van de Wbb hebben de burgemeesters en wethouders van Bunschoten van de melding op de hoogte gesteld. 5 Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 5.1 Rapporten Het volgende rapport ligt ten grondslag aan deze beschikking: Verkennend bodem-en nader asbest-in-grond-onderzoek, opgesteld door PJ Milieu BV, referentie: 0909301A, 8 april 2009. 5.2 Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb). Van een geval van ernstige bodemverontreiniging is sprake indien in minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging of in 100 m 3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten concentratie hoger is dan de interventiewaarde (zie Circulaire bodemsanering 2009, Stcrt. 2009, nr.67). In het geval van een verontreiniging met asbest wordt niet gekeken naar het bodemvolume. Hiervoor geldt dat wanneer asbest aanwezig is in de (water)bodem, grond en baggerspecie in een gehalte boven de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s. (gewogen) er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. 5.3 Verontreinigingen grond en grondwater Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat maximaal licht verhoogde concentraties zware metalen, minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen (BETX) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) zijn aangetroffen in de grond. In het grondwater zijn maximaal licht verhoogde concentraties barium (metaal), BETX en minerale olie aangetroffen. Deze onderzoeksresultaten geven geen aanleiding voor een nader onderzoek. Ter plaatse van deellocatie C (onverdachte deel van het terrein) is tijdens het verkennend bodemonderzoek een sterk verhoogd gehalte
4 aan asbest in de grond aangetroffen. Dit heeft wel aanleiding gegeven voor het uitvoeren van een nader onderzoek. Uit de resultaten van het nader asbest-in-grond-onderzoek is er ter plaatse van ruimtelijke eenheid RE 201 (gebruik: weiland van circa 675 m 2 ) een asbestgehalte van 14 mg/kg d.s. (gewogen) aangetroffen en in RE 301 (gebruik: weiland van circa 800 m 2 ) is een asbestgehalte van 682 mg/kg d.s (gewogen) aangetroffen. De hoeveelheid asbest ter plaatse van RE 301 overschrijdt de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s (gewogen). Op basis van deze onderzoeksresultaten is er sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. De omvang van de verontreiniging met asbest in de grond is op basis van de interventiewaarde-contour aangegeven op de kadastrale kaart die is gevoegd in deze beschikking bij hoofdstuk 5. 5.4 Risicobeoordeling, spoedeisendheid en saneringstijdstip Het toetsingskader voor de risicobeoordeling van asbestverontreiniging is vastgelegd in bijlage 3 van de Circulaire bodemsanering 2009 (Stcrt. 2009, nr.67). De standaard en locatiespecifieke risicobeoordeling betreffen de vraag of de aangetroffen ernstige verontreiniging al dan niet onaanvaardbare risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding, gelet op de huidige gebruiksfunctie van RE 301. Uit de uitgevoerde standaard en expert risicobeoordelingen blijkt dat de aangetroffen verontreiniging bij het huidige gebruik geen onaanvaardbare risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding; de concentratie niet-hechtgebonden asbest > 100 mg/kg d.s. (gewogen) is voldoende bedekt met vegetatie (graszoden van het weiland) om contact met mens en dier te voorkomen. Asbest wordt in concentraties boven de interventiewaarden aangetroffen (682 mg/kg d.s. gewogen). Gezien het feit dat ten behoeve van het beoogde toekomstige gebruik wonen met tuin graafwerkzaamheden zullen worden verricht, is er sprake van onaanvaardbare risico s. Op grond hiervan is een spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb noodzakelijk. Met de sanering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking te worden begonnen. 6 Kadastrale inschrijving Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zal ons college een afschrift van dit besluit, met een kadastrale kaart van het perceel waarop dit besluit betrekking heeft, ter inschrijving aanbieden aan de Rijksdienst van het Kadaster team Wkpb. Het besluit wordt ingeschreven op basis van de interventiewaarde-contour van de verontreiniging in de grond. Deze contour is weergegeven op onderstaande kadastrale tekening. De te registreren kadastrale percelen zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nr. Perceeleigenaar Bunschoten G 677 Dhr. P.M. Beukers / MVS Projectrealisatie B.V. Bunschoten G 3118 Dhr. P.M. Beukers / MVS Projectrealisatie B.V. Bunschoten G 3119 Manpro Projectrealisatie B.V.** ** overgegaan in MVS Projectrealisatie B.V.
5 Kadastrale kaart met interventiewaarde-contour Stadsgracht Veenestraat Sterk verontreinigde perceelsgedeelten 7 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht (zie www.rechtspraak.nl voor de hoogte van het griffierecht). Onder vermelding van de code UT0313/01377 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij het team Bodem en Water van onze provincie, telefonisch bereikbaar: 030-2583306. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, Mevrouw drs. S. van Gool Teamleider Bodem en Water
6 Een kopie van deze brief is verzonden naar: - Gewest Eemland, afdeling Milieu, team Bodem en Geluid, Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort - PJ Milieu B.V., t.a.v. de heer M.J. Gorter, Postbus 1069, 3861 RJ Nijkerk - Gemeente Bunschoten, t.a.v. mevrouw J.M. Stijger-Löschner, Postbus 200, 3750 GE Bunschoten-Spakenburg - Manpro Projectrealisatie B.V., Arnhemseweg 2, 3817 CH Amersfoort - De heer P.M. Beukers, Kuiperstraat 47, 3752 BC Bunschoten-Spakenburg - Maatschap de Nieuwe Pol, Arnhemseweg 10, 3817 CH Amersfoort