2 Conversatieleidraad Beste leerkracht of docent Je kan deze conversatieleidraad gebruiken bij de nabespreking van Zot van A in filmhuis Klappei. Je moet deze vragen dus niet op voorhand in de klas bekijken. De conversatieleidraad is uitgewerkt Voor niveau RG2 Voor niveau RG3 en RG4 Veel kijkplezier!
3 Conversatieleidraad voor niveau 2.1 en 2.2 1. De personages 1. Wie is je favoriete personage? Waarom? Mijn favoriete personage is omdat 2. Welk koppel vind je het mooiste koppel? Waarom? Ik vind het mooiste koppel omdat 3. Welk personage lijkt een beetje op jou? Op welke manier? Ik lijk een beetje op omdat 4. Welk personage lijkt helemaal niet op jou? Waarin zijn jullie anders? Ik lijk helemaal niet op omdat
4 2. Belangrijke scènes 1. Wie is deze man? - Wat gebeurde er in deze scène? - Hoe was het karakter van deze man? 2. Wat gebeurde er in de film op deze plaats? - Wat kan je vertellen over deze plaats in Antwerpen? - Ben je hier zelf al eens geweest? Wat heb je toen gedaan? - Wat vind je van deze plaats? 3. Wat is er hier net gebeurd? - Wat vond je van deze actie? 4. Wat voelde Paul op dit moment? - Hoe voelde Astrid zich? - Wat vond jij van dit moment? - Heb jij zelf al eens een moment zoals dit meegemaakt? - Hoe heb jij jouw partner leren kennen? 5. Wat gebeurde er hier aan het einde van de film? - Wat vond je van dit moment?
5 3. Jouw mening over de film 1. Welke woorden passen volgens jou bij de film? Duid aan. Realistisch Romantisch Saai Belachelijk Interessant Fantastisch Ontroerend Droevig 2. Wat vond je goed aan de film? Waarom? Ik vond het goed dat omdat 3. Wat vond je niet goed aan de film? Waarom? Ik vond het niet goed dat omdat 4. Was er iets dat je niet begreep? Wat? Kan een andere cursist het uitleggen? 5. Wat vond je van het einde van de film? Ik vond het einde van de film 4. Filmhuis Klappei 1. Wat vind je van deze cinema? Ik vind deze cinema 2. Kijk naar een brochure van Filmhuis Klappei. - Hoeveel kost het om naar een film te komen kijken voor een volwassene? - Hoeveel kost het voor een kind? - Welke film zou je hier graag komen bekijken? 3. Waarom kan het interessant zijn voor jou om naar een Nederlandstalige film te kijken?
6 Conversatieleidraad voor niveau 2.3 en 2.4 1. De personages 1. Wie is je favoriete personage? Waarom? Mijn favoriete personage is omdat 2. Welk koppel vind je het mooiste koppel? Waarom? Ik vind het mooiste koppel omdat 3. Welk personage lijkt een beetje op jou? Op welke manier? Ik lijk een beetje op omdat 4. Welk personage lijkt helemaal niet op jou? Waarin zijn jullie anders? Ik lijk helemaal niet op omdat 5. Vergelijk het karakter van Tom met het karakter van Sinterklaas
7 2. Belangrijke scènes 1. Wat gebeurde er in de film op deze plaats? - Wat kan je vertellen over deze plaats in Antwerpen? - Ben je hier zelf al eens geweest? Wat heb je toen gedaan? - Wat vind je van deze plaats? 2. Wat voelde Paul op dit moment? - Hoe voelde Astrid zich? - Wat vond jij van dit moment? - Heb jij zelf al eens een moment zoals dit meegemaakt? - Hoe heb jij jouw partner leren kennen? 3. Waarom wilde Jan, de man die Sinterklaas speelde, zo graag naar Antwerpen? - Wat gebeurde er op dit moment? 4. Wat gebeurde er hier aan het einde van de film? - Wat vond je van dit moment? 5. Waarom kwam Paul op een paard naar Astrid?
8 3. Jouw mening over de film 1. Welke woorden passen volgens jou bij de film? Duid aan. Realistisch Romantisch Saai Belachelijk Interessant Fantastisch Ontroerend Droevig 2. Bedenk zelf nog een adjectief waarmee je de film kan beschrijven. 3. Wat vond je goed aan de film? Waarom? Ik vond het goed dat omdat 4. Wat vond je niet goed aan de film? Waarom? Ik vond het niet goed dat omdat 5. Was er iets dat je niet begreep? Wat? Kan een andere cursist het uitleggen? 6. Welke scène uit de film ga je onthouden? Waarom? Ik ga de scène onthouden waarin omdat 7. Zou je iets willen veranderen aan het einde van de film? Waarom? Ik zou willen veranderen omdat 4. Filmhuis Klappei 1. Wat vind je van deze cinema? Ik vind deze cinema 2. Kijk naar een brochure van Filmhuis Klappei. - Hoeveel kost het om naar een film te komen kijken voor een volwassene? - Hoeveel kost het voor een kind? - Welke film zou je hier graag komen bekijken? 3. Waarom kan het interessant zijn voor jou om naar een Nederlandstalige film te kijken?
9 Conversatieleidraad voor richtgraad 3 en 4 1. Jouw mening over de film Geef je eigen mening en vraag wat je collega s ervan vinden. 1. Vond je het een goede film? Waarom wel of waarom niet? 2. Welke scène uit de film is je het meest bijgebleven? 3. Werden er dingen besproken waarover je meer wil weten? 4. Vond je de acteurs overtuigend, 5. Zou je de film aanraden aan je vrienden? Waarom wel/niet? 2. De personages 1. Bespreek in het kort de volgende personages: karakter, relatie tot de andere personages, Astrid Anna Fred Paul
10 2. Wie is jouw favoriete personage? Waarom? Hoe evolueren/veranderen deze mensen in de film? Op welke manier? Vraag je collega s wat zij van deze personen vinden. 3. Welke omschrijving past volgens jou het best bij deze film? Motiveer je keuze. Oubollig Saai Langdradig Spannend Romantisch Avontuurlijk Familiaal Herkenbaar Grappig humoristisch Geef zelf nog 5 adjectieven die volgens jou de film beschrijven: 4. Citaat uit de filmbeschrijving: Liefde is overal. En we willen het allemaal. Maar liefde is als Sinterklaas. Je moet erin geloven, anders wordt het niks. Ga je hiermee akkoord? Wat betekent liefde voor jou? Wat betekent het voor je gesprekspartners? Welke vormen van liefde kan je onderscheiden? ( vb.: liefde voor je ouders, liefde voor muziek, liefde voor je job, enz ) Hoe belangrijk is dat voor jou? 3. Filmhuis Klappei 1. Heb je hier in Klappei al eens een film gezien? Zo ja, welke? 2. Bekijk de folders van de voorstellingen van dit jaar. Welke voorstelling spreekt je aan en waarom?