Christelijke Hogeschool Windesheim

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool Utrecht, Utrecht

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Bijlage A Competenties van de opleiding

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND, Amsterdam

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hanzehogeschool Groningen

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Informatie werkplekleren

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

AVANS Hogeschool, Breda

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zuyd, Heerlen

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Hogeschool Zuyd, Sittard

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Hogeschool Windesheim, Zwolle

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

De onderwijs- en examenregeling

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

Hogeschool HBO Nederland

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Toelating tot de opleiding

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Avans Hogeschool, Tilburg

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Hogeschool Zuyd, Sitard

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Fontys Hogeschool, Venlo

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Deeltijd voor professionals

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Avans Hogeschool, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Hanzehogeschool Groningen

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool Domstad. Opleiding: Opleiding leraar basisonderwijs hbo-bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Transcriptie:

Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Logopedie, hbo bachelor; Croho: 34578 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 2 oktober 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007

2/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 19 Onderwerp 3 Inzet van personeel 31 Onderwerp 4 Voorzieningen 35 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 38 Onderwerp 6 Resultaten 42 Deel C: Bijlagen 45 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 46 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 51 Bijlage 3: Bezoekprogramma 54 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 55 Bijlage 5: Domeinspecifieke competenties 56 NQA visitatie Logopedie Windesheim 3/56

4/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Deel A: Onderwerpen NQA visitatie Logopedie Windesheim 5/56

6/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Logopedie van de Christelijke Hogeschool Windesheim heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel een visitatiebezoek aan de opleiding afgelegd. Dit bezoek heeft op dinsdag 2 oktober 2007 plaatsgevonden. Het panel bestond uit: - Mevrouw J.E. Hofsté (voorzitter en domeindeskundige); - Mevrouw H. Chantrain (domeindeskundige); - Mevrouw N.S. Boekholt (studentlid); - De heer drs. G.J.H. Vermeulen (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) telt 16.000 studenten en circa 1400 medewerkers. De hogeschool biedt onderdak aan 50 opleidingen, waarvan 44 hbo-bachelors en is gevestigd in Zwolle. De hogeschool kent tien Schools waarin de 44 bacheloropleidingen zijn ondergebracht. Een School wordt gevormd door een groep verwante opleidingen. Elke School is een zelfstandige eenheid met haar eigen management en personeelsleden. Naast bacheloropleidingen verzorgt de hogeschool verschillende post- NQA visitatie Logopedie Windesheim 7/56

hbo en masteropleidingen. De hogeschool is als regionaal kenniscentrum actief op het vlak van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. De hogeschool profileert zich als een toonaangevend, breed en innovatief kennis- en expertisecentrum dat individuen en mensen in arbeidsorganisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals, die willen functioneren op hoger professioneel niveau in beroepen en maatschappij. De hogeschool hecht belang aan onderwijs op maat. Uitgangspunten daarbij zijn vraagsturing en competentieleren en een persoonlijk ontwikkelingsplan voor iedere student. In 2002 is Christelijke Hogeschool Windesheim gefuseerd met de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. De hogeschool kiest en handelt vanuit een identiteit die zijn oorsprong vindt in de christelijke godsdienst en cultuur en de daarin wortelende levensbeschouwelijke overtuigingen en inspiraties. De bacheloropleiding Logopedie vormt samen met de bacheloropleiding Verpleegkunde de School of Health Care (SHC). De SHC wordt aangestuurd door de directeur. In de missie van de SHC staat centraal dat de opleidingen staan voor ontplooiing van studenten en professionals in de gezondheidszorg door onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Voorts staat in de missie dat opleidingen en trainingen aansluiten bij ontwikkelingen in de zorg en er wordt samengewerkt met het werkveld. Ook vermeldt de missie oog te hebben voor de uniciteit van mensen. De opleiding Logopedie wil met name op dit laatste punt te herkennen zijn. De opleiding Logopedie is gericht op het verlenen van professionele zorg aan mensen die problemen hebben of ervaren met communicatie. Het domein communicatie omvat de integratie van de gebieden stem, spraak en gehoor. Daarnaast verleent de logopedist zorg aan mensen met lees- en schrijfproblemen en mensen met slikproblemen. Het onderwijs wordt alleen als voltijdopleiding aangeboden. Bij de opleiding staan in totaal 212 studenten ingeschreven. Het onderwijs wordt verzorgd door 12 docenten (7,5 fte). Studenten ontvangen aan het eind van de studie het diploma Bachelor of Health Care. De SHC werkt vanaf 2005 met zeven zogenoemde resultaatverantwoordelijke teams (RVT's). Deze teams kunnen gezien worden als de thuisbasis voor medewerkers van beide opleidingen. Elk RVT verdeelt de taken en heeft een voorzitter die samen met de hogeschoolhoofddocenten van de opleidingen Logopedie en Verpleegkunde de School Curriculum Commissie vormen. Deze commissie wordt gezien als het formele kruispunt van de School en is integraal verantwoordelijk voor schoolbrede vraagstukken. De School wordt ondersteund door staffunctionarissen en diensten vanuit de hogeschool. De opleiding werkt sinds 1997 samen in het zogenaamde Nijholleverband. Het Nijholleverband wordt gevormd door drie opleidingen Logopedie van verschillende hogescholen in Nijmegen, Heerlen en Zwolle. Doel is gebruik te maken van elkaars expertise en innovatief vermogen. Achtereenvolgens hebben de opleidingen een PGO- en een aangepast PGO-curriculum ontwikkeld. Daarmee is tevens een begin gemaakt met het competentieleren. Vervolgens is besloten de samenwerking voort te zetten met als inzet een competentiegericht curriculum voor de major te ontwikkelen. De ontwikkeling van minors is buiten het project Nijholle gehouden. Bij de ontwikkeling en validering van het nieuwe major 8/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

curriculum van de drie opleidingen is nauw samengewerkt met het werkveld. Bij het ontwerp van het nieuwe programma is voor de inpassing in de organisatie eveneens rekening gehouden met de eisen van de eigen hogeschoolkaders. Dit heeft geresulteerd in een nieuw competentiegericht curriculum, passend bij de speerpunten competentiegericht en vraaggestuurd leren van Windesheim. In september 2005 zijn de eerste studenten gestart met dit curriculum. Per september 2006 zijn door de opleiding minors aan het majorprogramma toegevoegd. Het eerste cohort studenten dat is opgeleid met het nieuwe competentiegerichte curriculum zal in het studiejaar 2008/2009 afstuderen. Tegelijk met het nieuwe curriculum is met ingang van het studiejaar 2005/2006 de bachelormaster structuur (BaMa) ingevoerd. Studenten volgen een vierjarige opleiding bestaande uit een major en een aantal minors en worden opgeleid tot bachelor. Vervolgens is in principe doorstroming naar masters in het hbo of wo mogelijk. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens hebben de panelleden zich in september 2007 inhoudelijk voorbereid op het visitatiebezoek dat heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering op 27 september 2007 is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en NQA visitatie Logopedie Windesheim 9/56

met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. De opleiding heeft in november 2007 een concept van beide rapporten voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2007. Het visitatierapport is eveneens in december 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 10/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Logopedie Windesheim (voltijd) Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen goed 1.2 Niveau bachelor goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO goed 2.2 Relatie doelstellingen en goed inhoud programma 2.3 Samenhang in goed opleidingsprogramma 2.4 Studielast voldoende 2.5 Instroom goed 2.6 Duur voldaan 2.7 Afstemming tussen goed vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO goed 3.2 Kwantiteit personeel voldoende 3.3 Kwaliteit personeel voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen voldoende 4.2 Studiebegeleiding goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten goed 5.2 Maatregelen tot goed verbetering 5.3 Betrekken van goed medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau voldoende 6.2 Onderwijsrendement goed Totaaloordeel Positief NQA visitatie Logopedie Windesheim 11/56

Doelstellingen opleiding Aan de drie facetten die behoren bij dit onderwerp is het oordeel goed toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De facetten Eisen HBO, Relatie doelstellingen en inhoud programma, Samenhang in het opleidingsprogramma, Instroom en Afstemming tussen vormgeving en inhoud zijn door het panel als goed beoordeeld. Aan de facetten Studielast en Beoordeling en toetsing is de kwalificatie voldoende toegekend. Het facet Duur voldoet aan de formele eisen. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Het panel heeft aan het facet Eisen HBO het oordeel goed toegekend. De facetten Kwantiteit personeel en Kwaliteit personeel zijn gewaardeerd als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen is gewaardeerd als voldoende. Aan het facet Studiebegeleiding is het oordeel goed toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De drie facetten die behoren bij dit onderwerp zijn door het panel gekwalificeerd als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Hert facet Gerealiseerd niveau is als voldoende beoordeeld. Het panel heeft het facet Onderwijsrendement als goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de bacheloropleiding Logopedie van de Christelijke Hogeschool Windesheim positief is. 12/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Deel B: Facetten NQA visitatie Logopedie Windesheim 13/56

14/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In 2003 is door de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) het Beroepsprofiel Logopedist gepubliceerd. Dit beroepsprofiel omvat een overzicht van kerncompetenties en deelcompetenties die de logopedist in staat stellen om in verschillende werkvelden te functioneren. De publicatie van het beroepsprofiel heeft geleid tot het verschijnen van het opleidingsprofiel Compass: competentieprofiel Logopediestudent (2004) dat is ontwikkeld door de zeven opleidingen Logopedie in Nederland, verenigd in het Studieleidersoverleg Logopedie (SRO-L). Het profiel is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de werkveldadviescommissies van de opleidingen en de NVLF. Het opleidingsprofiel Compass vormt het fundament van de opleiding en voorziet in negen (kern)competenties. De competenties zijn in het profiel ingedeeld in drie competentiegebieden, met daarin gespecificeerde rollen, kerntaken, kerncompetenties en deelcompetenties van de logopedist. De volgende drie competentiegebieden of domeinen worden onderscheiden: (1) Preventie, zorg, training en advies: werken met en voor cliënten; (2) Organisatie: werken in en vanuit een organisatie; (3) Beroep: werken aan professionalisering. Per domein worden steeds drie rollen onderscheiden; aansluitend zijn in totaal negen (kern)competenties geformuleerd. De volgende rollen van de logopedist worden onderscheiden: in domein 1: de zorgaanbieder/therapeut, trainer, adviseur en coördinator; in domein 2: de manager, ondernemer en begeleider/coach; in domein 3: de beroepsbeoefenaar en innovator. Per deelcompetentie zijn vijf beheersingsniveaus geformuleerd. In de onderscheiden niveaus komt de mate van complexiteit, verantwoordelijkheid en transfer tot uitdrukking (zie ook facet 1.2). Het opleidingsprofiel Compass is met de onderscheiden deelcompetenties en de invulling van de vijf beheersingsniveaus tijdens werkconferenties op diverse locaties met vertegenwoordigers van alle opleidingen, het SRO-L, de NVLF en de werkveldcommissies van de opleidingen vastgesteld. Ook is het opleidingsprofiel gevalideerd door de HBO-raad. Hierdoor is gewaarborgd dat de opleidingscompetenties herkend worden en aansluiten bij de beroepspraktijk. Bovendien worden de opleidingscompetenties periodiek besproken met de Werkveldadviesraad van de opleiding. NQA visitatie Logopedie Windesheim 15/56

Binnen het profiel heeft de opleiding een eigen accent aangebracht: er is speciale aandacht voor ouderenzorg en de ontwikkeling van kinderen, vooral voor kinderen met ernstige spraak- en taalproblemen. Deze keus is mede gebaseerd op de vraag vanuit het werkveld in de regio. De opleiding wenst te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG). In deze wet is vastgelegd welke theoretische onderdelen in het onderwijs aan bod moeten komen en dat in de hoofdfase stage wordt gelopen in diverse werkvelden. Door te voldoen aan de wettelijke eisen komen afgestudeerden in aanmerking voor het voeren van de titel van BIG geregistreerd logopedist. Het beroepsprofiel uit 2003 is een vervolg op het Beroepsprofiel Logopedist uit 1993, dat als basis heeft gediend voor het Professional Profile of the Speech and Language Therapist (1997) van het Comité Permanent de Liason des Orthophonistes Logopèdes de l'union Européenne (CPLOL). De basiskennis, kerntaken en kerncompetenties komen op hoofdlijnen overeen met het Europese beroepsprofiel. In het beroepsprofiel zijn ook de Minimal Standards for Initial Education (1997) van de CPLOL verwerkt. In de CPLOL zijn op Europees niveau de beroepsverenigingen uit verschillende lidstaten verenigd. Hiermee sluit de opleiding aan bij de internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de bachelor of Health; Speech and Language Therapist. Hiermee sluit de opleiding ook aan bij de eisen die buitenlandse vakgenoten stellen. Het panel stelt vast dat de opleiding in de vorm van Compass beschikt over een adequate set eindkwalificaties die aantoonbaar aansluit bij de eisen die het nationale en internationale beroepenveld stelt. Het panel waardeert het facet als goed. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het opleidingsprofiel Compass zijn de Dublin-descriptoren verwerkt in de beschrijvingen van de deelcompetenties per beroepsrol. Per deelcompetentie zijn vijf beheersingsniveaus geformuleerd. In de onderscheiden niveaus komt de mate van complexiteit, verantwoordelijkheid en transfer tot uitdrukking. Er is gekozen voor verschillende beheersingsniveaus om de opleidingen een hulpmiddel te bieden bij de vertaling van de deelcompetentie in het onderwijsprogramma. Ook bieden de onderscheiden niveaus de student een hulpmiddel bij het bijhouden van zijn competentiegroei. Niveau vijf is het eindniveau waaraan alle studenten bij het afstuderen moeten voldoen. Compass bevat een matrix waarin expliciet wordt aangegeven vanaf welk niveau de vijf Dublin-descriptoren in het competentieprofiel aan de orde komen. De 16/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

matrix maakt inzichtelijk dat bij alle beschreven competenties van de opleiding Logopedie een beroep wordt gedaan op het verwerven van kennis en inzicht, het toepassen van kennis en inzicht, het komen tot oordeelsvorming, communicatie en het verwerven van leervaardigheden. Dit betekent dat, indien een student voor alle competenties voldoet aan niveau vijf, hij ook voldoet aan de Dublin-descriptoren voor een hbo-bachelor. Uit de matrix blijkt bijvoorbeeld dat de competentie om de logopedische zorg, training en advies te laten verlopen als een continu en integraal proces, coördineert de logopedist de afgesproken activiteiten rondom de cliënten aansluit bij de descriptoren kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming en communicatie. Evenzo zijn in de competentie om ervoor te zorgen dat de beroepsrelevante taken binnen de organisatie op de juiste wijze worden uitgevoerd, coacht en begeleidt de logopedist collega s, teamleden en stagiaires de descriptoren toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming en communicatie verdisconteerd. De CHW hanteert de tien generieke hbo-kwalificaties om het niveau van de eindkwalificaties aan te duiden. De hogeschool heeft hieraan een elfde competentie toegevoegd: zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan. Doel van deze competentie is dat de student loopbaancompetent wordt. Deze hbo-kwalificaties zijn gekoppeld aan de Dublin-descriptoren. In het Opleidingsmodel Opleiding Logopedie (2006) is de koppeling tussen deze elf kwalificaties, de Dublin-descriptoren en de kerncompetenties inzichtelijk gemaakt aan de hand van een matrix. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de competentie coördineren van activiteiten rondom cliënten onder meer aansluit bij de generieke kwalificaties multidisciplinaire integratie, probleemgericht werken, creativiteit en complexiteit in handelen en basiskwalificatie voor managementfuncties. Het panel stelt vast dat de opleiding op inzichtelijk wijze aantoont dat de eindkwalificaties aansluiten bij algemene nationale en internationale beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor en waardeert het facet als goed. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor dit facet gelden ook de argumenten bij de facetten 1.1 en 1.2. De opleiding benadrukt in het Studentenstatuut dat de logopedist een hoog opgeleide, paramedisch geschoolde beroepsbeoefenaar is die professionele zorg verleent aan mensen die problemen hebben of ervaren met communicatie. Het domein communicatie omvat de integratie van de gebieden stem, spraak, taal en NQA visitatie Logopedie Windesheim 17/56

gehoor. De logopedist houdt zich binnen dit domein bezig met de omzetting van de uiting in klanken, woorden en zinnen, de presentatie van de uiting en het begrijpen van de uiting. Dit vereist kennis van mentale en neurologische processen, kennis van de gehoorfunctie en motorische functies en kennis van relevante pedagogische en psychologische factoren. Daarnaast verleent de logopedist hooggekwalificeerde zorg aan mensen met lees- en schrijfproblemen en mensen met slikproblemen (pag. 6). De competenties zijn volgens het panel in voldoende mate gericht op deze aspecten. De eindkwalificaties van de opleiding zoals vastgelegd in Compass zijn afgeleid van het Beroepsprofiel Logopedist dat door het relevante werkveld en de beroepsvereniging is opgesteld. De kerncompetenties zijn in Compass geformuleerd op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar met twee jaar werkervaring: advanced beginner. Het SRO-L voert regelmatig overleg met diverse betrokkenen om de actualiteit en relevantie van de competenties te borgen. Zo is in overleg met de landelijke werkgroep van klinisch logopedisten besloten tot het ontwikkelen van een voortgangstoets om het theoretisch aspect van de competenties verder te waarborgen voor het werkveld van de gezondheidszorg. Vanuit de opleiding vindt overleg plaats met het WAC en met stage-instellingen. Zo onderhoudt de opleiding contact met het werkveld van het speciaal onderwijs over de aansluiting van de opleidingscompetenties met dat deel van het werkveld waar gewerkt wordt met kinderen met doofheid, slechthorendheid en ernstige spraak- en taalmoeilijkheden. In 2008 worden samenwerkingsverbanden gesloten met scholen voor speciaal onderwijs en enkele instellingen in de zorgsector. Het panel concludeert dat de eindkwalificaties in samenspraak met het relevante beroepenveld tot stand zijn gekomen en dat de eindkwalificaties aansluiten bij de beroepsuitoefening van een beginnend logopedist. 18/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/ de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding omvat de major Logopedie met een omvang van 120 EC en een aantal minors met een totale omvang van eveneens 120 EC. Een minor kan 30 dan wel 60 EC omvatten. De major Logopedie neemt de eerste twee studiejaren in beslag. De minors worden aangeboden in jaar drie en vier. De major Logopedie wordt ondersteund door de (verplichte) verdiepende minor Logopedist in opleiding (LIO) (omvang 60 EC). Verder wordt studenten geadviseerd de verdiepende minor Werkveld als opdracht (WVAO) te volgen (omvang 30 EC). Tenslotte kiezen studenten een keuzeminor (omvang 30 EC). De hogeschool is bezig met het ontwikkelen van keuzeminors. Maar studenten kunnen voor een verbredende minor ook kiezen uit het aanbod van andere schools binnen Windesheim. Daarnaast kunnen studenten zich voorbereiden op een master bij de VU door middel van de premaster Toegepaste Taalwetenschap. Het programma van de major is opgebouwd uit vijf leerlijnen: de conceptuele, vaardigheids-, ervaringsreflectie-, studieloopbaan- en integrale leerlijn. Alle leerlijnen hebben een aantoonbaar verband met de beroepspraktijk. De leerlijnen moeten voldoen aan het criterium beroepsecht, hetgeen inhoudt dat de opdracht is ontleend aan de competenties en dat er een relatie is met het toekomstige beroep. In het studiemateriaal van de major wordt bijvoorbeeld gewerkt met geanonimiseerde casuïstiek en cliëntdossiers uit de praktijk. In de integrale leerlijn staan kenmerkende beroepssituaties (KBS) centraal. Dit betekent dat beroepsopdrachten zoveel mogelijk worden ontwikkeld in samenwerking met het werkveld. De KBS vormen een aanzienlijk deel van het curriculum (namelijk 140 van de in totaal 240 EC). De integrale leerlijn is dus de dominante leerlijn. In de minors is de conceptuele leerlijn opgenomen in de integrale leerlijn. De aangeboden theorie staat in dienst van de KBS. In de conceptuele leerlijn leren studenten denken en redeneren als een professional. Kennisontwikkeling vindt plaats door vakliteratuur. In de major wordt gebruik gemaakt van een literatuurlijst om voldoende basiskennis te garanderen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de beroepsspecifieke literatuur voor het competentiedomein zorg en generieke literatuur voor de overige twee domeinen. Op Blackboard worden voor elke onderwijseenheid NQA visitatie Logopedie Windesheim 19/56

de relevante literatuur en andere bronnen vermeld. Door het gebruik van de elektronische leeromgeving (ELO) heeft de opleiding de mogelijkheid studenten continu te wijzen op actuele en recente boeken, artikelen en websites. Engelstalige bronnen zijn volgens de opleiding essentieel voor het werken in een internationale context en worden veel gebruikt; ook vanwege het relatief kleine aanbod in de Nederlandse taal. Het panel oordeelt op basis van de literatuuroverzichten en het ter inzage gelegde materiaal dat er gebruik wordt gemaakt van goede en actuele literatuur. Voorts heeft het panel vastgesteld dat alle stoornisgebieden aan bod komen. Het panel waardeert in het bijzonder dat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt van goede Engelstalige boeken en artikelen uit vaktijdschriften. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden staat in dienst van de KBS. In de vaardigheidsleerlijn staan algemene beroepsvaardigheden en specifieke logopedische vaardigheden centraal. Voorbeelden zijn het voeren van intake- en anamnesegesprekken, het voeren van tweegesprekken, het leren je te presenteren als logopedist, het afnemen en interpreteren van testen en het planmatig uitvoeren van logopedische behandelingen. De nadruk ligt op leren door te doen. In de verdiepende minor LIO staat het toepassen van vaardigheden in de integrale leerlijn centraal. Het curriculum biedt ruimte voor werkplekleren (minimaal 60 en maximaal 84 EC), waarbij het leren wordt gestuurd door de interactie met de beroepspraktijk. Het werkplekleren bestaat uit stages in de werkvelden onderwijs en gezondheidszorg en uit projectopdrachten vanuit het werkveld. De stage maakt deel uit van de minor LIO. Een deel van het werkplekleren kan in het buitenland worden uitgevoerd. Via stagedocenten wordt gewerkt aan relatiebeheer met de stageplaatsen. Dit is voor de opleiding een blijvend aandachtspunt. Door allianties aan te gaan, wil zij in 2008 de contacten verduurzamen, zoals ook blijkt uit het Strategisch plan, School of Health care 2008-2012 (2007). De visie en uitgangspunten rond internationalisering zijn vastgelegd in de nota Internationalisering, School of Health Care (2006). Belangrijke resultaatgebieden zijn internationale projecten en netwerken, studenten- en docentenmobiliteit en internationalisering van leer- en studiepaden. Er zijn thans internationale samenwerkingsverbanden met een aantal instellingen in het buitenland, meestal binnen Europa. Zo wordt samengewerkt met Logopedie opleidingen in België, Duitsland, Spanje en Zwitserland. In het kader van ontwikkelingssamenwerking zijn er contacten met Suriname, Kameroen en Malawi. Daarnaast ondersteunt de opleiding individuele initiatieven van studenten die in het kader van hun studie of stage eigen activiteiten in het buitenland willen ontplooien. Zo hebben studenten van de opleiding een periode doorgebracht in landen als Kenia, Bolivia en Oostenrijk. Met het oog op internationalisering biedt de opleiding vanaf het studiejaar 2007/2008 twee blokken (ook) in het Engels aan. De opleiding sluit bewust aan bij de verwetenschappelijking van de logopedie. In het onderwijs wordt de studenten geleerd oog te hebben voor evidence-based handelen: zij dienen te weten wat ze doen en dienen dit ook te kunnen legitimeren aan cliënten, collega s en zorgverzekeraars. Het panel heeft van studenten en alumni vernomen dat evidence- based handelen in de integrale leerlijn van het programma nadrukkelijk 20/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

aan de orde komt. Ook is er aandacht voor onderzoeksvaardigheden. Het curriculum voorziet in een onderwijseenheid waarin methoden en technieken van onderzoek centraal staan; ter ondersteuning wordt tevens een module statistiek aangeboden. Studenten passen het geleerde toe door een aantal wetenschappelijke artikelen te analyseren. In de verdiepende minor WVAO wordt de student in de gelegenheid gesteld zijn vaardigheden op het gebied van toegepast onderzoek verder te ontwikkelen (naast de aandacht voor maatschappelijke dienstverlening, kenniscirculatie en de proeve van bekwaamheid). De studenten werken in deze minor zelfstandig aan opdrachten uit het werkveld; de opdrachten passen bij de accenten van de opleiding, namelijk ouderenzorg en kinderen met ontwikkelingsstoornissen. Opdrachten worden verworven onder externen zoals universitaire medische centra (LUMC, VUMC, UMCG), de brancheorganisatie (NVLF/NPI). Ook voeren studenten opdrachten uit ten behoeve van een docent die werkt aan een promotieonderzoek. De SHC kent een regeling vrije studiepunten. Bij de opleiding Logopedie staat deze vrije ruimte bekend als servicepunten; in de major Logopedie zijn hiervoor 8 studiepunten beschikbaar. Aldus worden studenten in de gelegenheid gesteld zich op eigen initiatief en op basis van eigen belangstelling te verdiepen of te verbreden in onderwerpen die relevant zijn voor de logopedische beroepsuitoefening of de gezondheidszorg in het algemeen. De activiteit moet tevoren worden goedgekeurd door de SLB er. De opleiding houdt zicht op actuele ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van ouderenzorg, door in overleg te treden met leden van de Werkveldadviescommissie, stagebegeleiders, het landelijke overleg SRO-L, medewerkers uit de flexpool, gastdocenten en opdrachtgevers van buitenschoolse opdrachten. Ook de nieuwe minoren worden in samenwerking met het werkveld ontwikkeld. Uit de ISEK-lijsten en de uitkomsten van de studentenpanels blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de uitdagendheid van het programma, de theoretische diepgang, de mate waarin opdrachten inzicht geven in de beroepspraktijk en de training van logopedische vaardigheden. Uit de Keuzegids Hoger onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de inhoud van het programma waarderen met het cijfer 7,2 (10-puntsschaal); de keuzeruimte wordt gewaardeerd met 7,4. Het panel concludeert dat in het curriculum relevante nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk en de discipline aan bod komen doordat het studiemateriaal voor een belangrijk deel in samenspraak met het werkveld tot stand komt. Ook wordt gebruik gemaakt van goede vakliteratuur en de beroepsvaardigheden hebben een prominente plaats in het curriculum. Het panel kent aan het facet de kwalificatie goed toe. NQA visitatie Logopedie Windesheim 21/56

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In samenwerking met de Nijholle-partners is op basis van het opleidingsprofiel Compass in onderwijsontwikkelgroepen een competentiegericht curriculum ontwikkeld. In het project participeerde een groot aantal medewerkers uit de beroepspraktijk, die hebben meegedacht om bij beroepsopdrachten, trainingen en cursussen goede casuïstiek te leveren. Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd bij de verdere ontwikkeling van de minors door uitgebreide consultatie van het werkveld. Ook wordt de opleiding geadviseerd door de werkveldadviescommissie. Het opleidingsprofiel Compass is geconcretiseerd in het programma door tijdens het ontwikkelingsproces alle onderwijseenheden te koppelen aan domeinen, kerncompetenties en beroepsrollen. De opleiding heeft een tabel samengesteld waarin wordt aangegeven welke competenties aan de orde komen in welke onderwijsperiode van de major. Tevens is aangegeven op welke competenties de minor LIO en de minor WVAO betrekking hebben. In de propedeuse oriënteren studenten zich op de kerncompetenties en bijhorende rollen met uitzondering van competentie 9. De competenties 1 tot 3 krijgen in de propedeuse meer aandacht omdat deze als basis dienen voor de overige competenties. De verbredende minor LIO richt zich op alle negen competenties; de verdiepende minor WVAO richt zich op de competenties 8 en 9. Het panel heeft op basis van het studiemateriaal en de beschrijvingen van de onderdelen van de major in het Studentenstatuut vastgesteld dat de onderwijseenheden de studenten in staat stellen zich de beoogde kwalificaties eigen te maken. In de leerlijn SLB staat de elfde hbo-competentie centraal: zelfsturing op opleiding en loopbaan. Deze competentie is van belang omdat vraaggestuurd leren veronderstelt dat de student zijn eigen leerproces regisseert en leervragen kan formuleren. Het proces en de producten van SLB worden bijeengebracht in het portfolio. In de verdiepende minors kunnen de competenties ten volle worden ontwikkeld. Richtinggevend hierbij is het POP en het plan van aanpak van de student. De studieloopbaanbegeleider toetst de invulling van de vrije studiepunten binnen de major op relevantie voor de beroepsuitoefening. Aansluitend op de vijf beheersingsniveaus zoals geformuleerd in Compass heeft het SLO-L een lijst van 26 beroepsproducten ontwikkeld om de competenties toetsbaar te maken (Beroepsproducten en kwaliteitseisen logopedist, 2005). De verzameling beroepsproducten en beroepsdiensten is door de opleidingen in samenwerking met 22/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

het beroepenveld en de beroepsvereniging tot stand gekomen. Voorbeelden van beroepsproducten zijn: een preventieplan, een behandelplan, een re-integratieplan, een patiëntendossier, een inwerkprotocol en een praktijkgericht onderzoek. De beroepsproducten en de bijbehorende criteria gebruiken de opleidingen bij de ontwikkeling van het curriculum en het toetsplan. Iedere onderwijsperiode van tien weken heeft een vastgesteld competentieniveau. Er worden drie competentieniveaus onderscheiden: beginner (weinig complex, zelfsturend en wendbaar) gevorderd (meer complex, zelfsturend en wendbaar) en competent (geheel complex, zelfsturend en wendbaar). Deze niveaus komen overeen met de competentieniveaus die in de hogeschoolkaders voor de bachelor, in het bijzonder in Windesheim Onderwijs Standaarden (2006) zijn vastgelegd. Aan de hand van een tabel maakt de opleiding inzichtelijk hoe de onderscheiden niveaus zijn verdeeld over de onderwijsperioden. Ook wordt inzichtelijk gemaakt dat het beoogde eindniveau (competent) wordt gerealiseerd. Het panel concludeert dat het programma een adequate concretisering is van Compass. Alle onderwijseenheden zijn gekoppeld aan de domeinen, kerncompetenties en beroepsrollen waardoor de inhoud van het programma studenten in staat stelt zich de beoogde eindcompetenties eigen te maken. Het panel waardeert het facet als goed. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding geeft samenhang in het curriculum door de ordening van de programmaonderdelen rond kerncompetenties en rollen. Vervolgens wordt de vertaalslag gemaakt naar beroepsproducten. Een tweede ordening binnen het programma heeft betrekking op de onderscheiden leerlijnen. De leerlijnen zorgen binnen de major voor een horizontale afstemming binnen de blokken en voor een verticale afstemming tussen de blokken. De volgende vijf leerlijnen worden onderscheiden: de conceptuele, de vaardigheids-, de ervaringsreflectie-, de studieloopbaan- en de integrale leerlijn. In de integrale en de ervaringsreflectieleerlijn vormen kenmerkende beroepssituaties de rode draad. Hierin staan logopedische competenties centraal. De major vormt de basis van de opleiding. Het eerste jaar is gericht op oriëntatie en selectie en heeft betrekking op alle competentiegebieden. Het tweede jaar stelt studenten in de gelegenheid zich te verdiepen. De minoren zijn gericht op verdere verdieping van de competenties. Er is samenhang tussen de major en de minor LIO doordat er sprake is van een doorlopende integrale leerlijn. Ook geldt zowel voor de major als de minoren dat kenmerkende beroepssituaties het uitgangspunt vormen. De samenhang binnen de minor LIO NQA visitatie Logopedie Windesheim 23/56

wordt versterkt door het centraal stellen van het werkplekleren (waaronder de stage) dat bovendien een duidelijk opbouw kent door gebruik te maken van de drie competentiedomeinen (respectievelijk de cliënt, de organisatie en het beroep staan centraal). Het panel heeft van de studenten vernomen dat de aansluiting tussen het werkplekleren en het binnenschoolsleren goed is. In de minor WVAO staat het werkveld centraal met de nadruk op de competentiedomeinen organisatie en beroep. Voorts geldt dat SLB een positieve bijdrage levert aan een gerichte en beredeneerde studieroute van de student. Voor de studenten wordt de samenhang geëxpliciteerd in het Studentenstatuut. Een goede opbouw van het programma wordt bevorderd doordat bij elke onderwijseenheid de entreevoorwaarden zijn vastgelegd. In de loop van de studie neemt de mate van zelfsturing door de student toe. Dit betekent dat de student in toenemende mate zelf aan het leren betekenis geeft en zijn ontwikkeling zelf stuurt. Zelf betekenis geven en een toenemende mate van transfer vinden plaats in de integrale en de ervaringsreflectieleerlijn in de major en de minoren. Het effect van toenemende zelfsturing is vraagsturing. Dit betekent dat er flexibele trajecten mogelijk zijn die in een POP worden vastgelegd. De examencommissie toetst het POP van de student. De drie meest voorkomende studieroutes zijn gestandaardiseerd en behoeven geen goedkeuring van de examencommissie. Het resultaatverantwoordelijke team (RVT) Logopedie is verantwoordelijk voor de evaluatie en bijstelling van het curriculum met het oog op de samenhang. Dit doet zij ondermeer door te werken met aandachtsgebieden voor individuele teamleden en door het regelmatig monitoren en bijstellen van deze gebieden. Het panel heeft van de studenten vernomen dat zij het programma als samenhangend ervaren. Uit de resultaten van de ISEK-vragenlijsten blijkt dat studenten positief oordelen over de samenhang binnen de onderwijsperioden. Uit de Keuzegids Hoger onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de samenhang in het programma waarderen met het cijfer 7,2 (10-puntsschaal). Het panel concludeert dat er sprake is van een inhoudelijk samenhangend programma en kent aan het facet de kwalificatie goed toe. Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding stelt zich ten doel studenten een studeerbaar programma aan te bieden. Bij de verdeling van de studiebelastingsuren over het studiejaar wordt rekening gehouden met het aantal beschikbare weken en de spreiding van de studielast per 24/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

periode van tien weken is overzichtelijk en evenwichtig. Iedere onderwijsperiode heeft een omvang van 15 EC. Ook wordt gestreefd naar een goede afwisseling tussen contactonderwijs en zelfstudie. De studielast wordt verantwoord in het Studentenstatuut en in de OER. Iedere periode wordt afgesloten met een tentamenweek. De tentamenroosters en de geplande hertentamens worden enkele weken tevoren door het Bedrijfsbureau opgesteld en gepubliceerd op Portaal. Wanneer twee tentamens op dezelfde dag vallen, kunnen er afwijkende afspraken worden gemaakt met het bedrijfsbureau voor het afleggen van deze twee tentamens. De studeerbaarheid wordt bevorderd doordat studenten goede feedback krijgen op hun geleverde prestaties. Het herkansingsbeleid schrijft voor dat iedere toets minimaal tweemaal per jaar wordt aangeboden. Wanneer docenten signaleren dat de voortgang van een of meer studenten onvoldoende is, wordt extra ondersteuning gegeven in de vorm van extra uitleg of aanvullende opdrachten. Tentamens van onderwijseenheden die niet meer in het programma zijn opgenomen, worden in het eerste daaropvolgende studiejaar voor de studenten die het onderwijs daarin al hebben gevolgd, nog ten minste eenmaal afgenomen. Voor studenten met een functiebeperking zetten speciaal opgeleide SLB ers zich in om docenten te informeren. Voor deze studenten zijn diverse faciliteiten beschikbaar zoals extra tijd om een toets te maken bij vormen van dyslexie en in een enkel geval een aangepaste stage. Het panel heeft van de studenten vernomen dat zij zich flink moeten inzetten om goede studieresultaten te boeken. Voorts stellen de studenten dat planningsvaardigheden zoals die in het kader van SBL aan de orde komen, een positieve bijdrage leveren aan de studievoortgang. Uit de ISEK-lijsten en de uitkomsten van de studentenpanels blijkt dat de studielast reëel is. Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van piekbelasting of struikelvakken. Wel blijkt dat de studenten niet altijd tevreden zijn over het aantal contacturen in relatie tot de omvang van de programmaonderdelen. De contacttijd bestaat uit het aanbod met ingeplande tijd waarin de docent beschikbaar is om de studenten te begeleiden bij zijn leerproces en uit de tijd die ingepland in het rooster van de docent voor het begeleidingsmagazijn. Voor de begeleiding van het leerproces zijn zeven uur per week ingeroosterd. Het begeleidingsmagazijn beoogt studenten bij het werken aan hun beroepsopdrachten en vaardigheden te adviseren en van feedback te voorzien; hiervoor zijn voor de opleiding 16 uur per week beschikbaar. Voorts worden studenten in de gelegenheid gesteld om naast de regulier ingeroosterde tijd meer contacttijd te vragen. Uit de Keuzegids Hoger onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de studeerbaarheid waarderen met het cijfer 7,5 (10-puntsschaal). Het panel concludeert dat het beleid met betrekking tot de studeerbaarheid resulteert in een studeerbaar programma waarbij nominale studielast in hoge mate overeenkomt met werkelijke studielast. De contacttijd is voor een deel flexibel ingevuld; evaluaties wijzen uit dat studenten minder tevreden zijn over het aantal NQA visitatie Logopedie Windesheim 25/56

contacturen. Vanwege deze kanttekening kent het panel aan dit facet het oordeel voldoende toe. Facet 2.5 Instroom Goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De instroomeisen zijn vastgelegd in het Studentenstatuut. Voor de inschrijving geldt als eis dat studenten in het bezit zijn van een havo- of vwo-diploma (ongeacht het profiel). Ook studenten met een relevante mbo-opleiding (niveau 4) kunnen instromen. Naast diploma s kunnen studenten op grond van competenties verworven door werkervaring en opleiding worden toegelaten. In de praktijk blijkt dat veel studenten in het bezit zijn van een havo-diploma. De instroom bestaat vrijwel geheel uit vrouwelijke studenten. Voorwaardelijk voor toelating tot de opleiding is een toelatingsbewijs dat verkregen wordt na een onderzoek naar geschiktheid wat betreft stem, articulatie en gehoor. Het onderzoek wordt onder auspiciën van een docent door ouderejaarsstudenten afgenomen. Over de criteria zijn in 2004 landelijke afspraken gemaakt binnen het SRO-L. Er is door het SRO-L een project gestart om na te gaan of de criteria voldoende selecterend zijn. Resultaten zijn nog niet bekend. De opleiding werft studenten via de website en advertenties, via voorlichting op markten en door middelbare scholen te bezoeken. Ook worden voor aspirantstudenten open dagen en meeloopdagen georganiseerd. Studenten van de opleiding leveren hieraan een actieve bijdrage. Tijdens deze activiteiten wordt een duidelijk beeld gegeven van de vorm en inhoud van de studie. De Dienst Marketing en Communicatie evalueert de open dagen onder de bezoekers. De evaluaties over de jaren 2005 tot 2007 laten een positief beeld zien van de inhoud, organisatie, het uitgereikte informatiemateriaal en de presentaties. Voor studenten buiten de EU is de code of conduct ondertekend. Studenten zijn in de gelegenheid tweemaal per jaar in te stromen; instroom is mogelijk in september en februari. In de opbouw van het curriculum is dit voorzien. Vrijstellingen worden door de studenten schriftelijk aangevraagd onder overlegging van bewijsstukken bij de examencommissie. De vrijstellingen worden in een intakegesprek met de studenten besproken en vervolgens vastgelegd. Studenten met een hbo- of vwo-diploma met aantoonbaar goede planningsvaardigheden kunnen de studie versnellen door blokken gelijktijdig te volgen of door zelfstudie. Ook kunnen de studenten bepalen in welk tempo zij de opdrachten van de theoretische leerlijn uitvoeren. Het panel heeft van de studenten vernomen dat de opleiding zich inspant versnelde studietrajecten te realiseren. 26/56 NQA visitatie Logopedie Windesheim

Er is een procedure voor EVC. Onlangs is een projectgroep samengesteld om dit traject te stroomlijnen vanwege geconstateerde onduidelijkheden. Voor zij-instromers hanteert de opleiding een intake-assessment gebaseerd op Compass. Hbo- en academisch opgeleiden met minimaal vijf jaar werkervaring kunnen hiermee op basis van EVC een maatwerkprogramma volgen. De startende student wordt wegwijs gemaakt met een introductiepakket. Ook werken de studenten vanaf het begin met authentieke beroepsopdrachten zoals deze in de hele studie worden aangeboden. Docenten passen de mate van sturing en de omvang van de begeleiding zodanig aan dat studenten de opdracht op basisniveau kunnen afronden. Ter bevordering van de aansluiting beschikt de hogeschool over een assessmentcentrum. Bij aanvang van de studie doet elke nieuwe student sinds 2005 een nulmeting. Deze meting bestaat uit een aantal tests zoals een competentietest en een motivatieleerstijlentest. Met de SLB er worden de resultaten besproken. De SLB er heeft vanaf de start een duidelijk beeld van de studenten en van hun niveau, met name wat betreft van hun leervaardigheden. Deze kennis wordt gebruikt om de aansluiting soepel te laten verlopen. Gegevens van de Aansluitingsmomitor vo-hbo Noord Oost Nederland geven inzicht in de mate van aansluiting van de opleiding op de vooropleiding van de studenten. Uit het onderzoek blijkt dat de aansluiting de afgelopen jaren steeds voldoende is. Dit heeft het panel ook vernomen in het gesprek met de studenten. Ook blijkt dat de voorlichting positief wordt gewaardeerd. De aansluiting van de studenten die in februari instromen is niet geëvalueerd. Betreffende studenten hebben de opleiding laten weten dat dit wel wenselijk is, vooral in verband met de oriëntatie. Het panel concludeert dat de opleiding aansluit bij de kwalificaties van instromende studenten. De voorlichting is adequaat en het programma voorziet in vrijstellingen en versnelling. Het facet wordt gewaardeerd als goed. Facet 2.6 Duur Voldaan Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studielast wordt uitgedrukt in EC (1 EC kom overeen met 28 studiebelastingsuren). Ieder studiejaar heeft een omvang van 60 EC. De opleiding bestaat uit een major van 120 EC, een verdiepende minor van 60 EC en twee minoren naar keuze van 30 EC, of een minor en een premaster van elk 30 EC. Hiermee voldoet de opleiding aan de wettelijke duur voor een hbo-bachelor, namelijk 240 EC. NQA visitatie Logopedie Windesheim 27/56