Wat beweegt ouderen om langer te werken? Vitaal vermogen



Vergelijkbare documenten
Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

Onderzoek werknemers met kanker

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Onderzoek werknemers met kanker

waardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

13 februari Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering?

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Onderzoek Stress. 5 Juni Over het 1V Jongerenpanel

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Het functioneringsgesprek

Publiekstekst Wet investeren in jongeren

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

Tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers Gelre ziekenhuizen

Alles over zij-instromen in het onderwijs. Voor de klas staan en leren tegelijk.

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Van baan naar eigen baas

Meting september 2013

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Oriëntatie 45+ Is jouw loopbaan al half voorbij? Of begint je net aan de tweede helft? 45+ heeft de toekomst! Je werkt tot je 70 e

5 manieren om je eigen pad te bewandelen

Werkboek Het is mijn leven

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

Jan de Laat OVERSTAG

BUITENGEWOOn. mission statement

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

(Voor)oordelen over parttimers

Meedoen Werkt! Geen werk, geen uitkering, wél ambitie? Ontwikkel je talent in Purmerend!

Midlife Carreers Wat drijft 45-pluswerknemers?

Resultaten Pensioenforum 26 juni en 3 juli

Onderzoek: Studiekeuze

Een goed leven voor.

Op zoek naar een leuke baan? WSD-Groep helpt je op weg!

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Wat was het afgelopen schooljaar het meest op jou van toepassing? Doe je deze zomer betaald vakantiewerk? Ik ging naar de middelbare school 53,9%

Maatschappelijke Participatie

Inge Test

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

PeerEducatie Handboek voor Peers

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Zwart werken in en om huis. Resultaten Zomeronderzoek Vereniging Eigen Huis

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Werken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel?

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Help, ik heb personeel

tips voor het sollicitatiegesprek

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Almelo, 8 juli En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz.

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

LOOPBAAN-ANKERTEST. Wat zijn loopbaan-ankers? Welke baan past bij je?

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

Wij timmeren aan de weg

MotivatieMonitor voor HR-professionals

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Werkboek MEER KLANTEN OP JOUW MANIER! ANNEMIEKE TISSINK KRIJG MEER KLANTEN DOOR MARKETING IN TE ZETTEN OP EEN MANIER DIE BIJ JOU PAST

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

Meting economisch klimaat, november 2013

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Wat kies jij? Wegwijzer in het fasemodel

Mantelzorgers en werk. Samenvattend rapport Kenmerk: November 2016

MotivatieMonitor voor HR-professionals

Leraar, je wist dat je het was.

Scheiding privé en werk

Mantelzorg en werk steeds lastiger te combineren. Het gevolg: meer verzuim

10. Veel ouderen in de bijstand

Levensfasewijzer. Invullen Levensfasewijzer

Huidig economisch klimaat

Transcriptie:

Wat beweegt ouderen om langer te werken? Vitaal vermogen Een Manpower Witboek 2009

Wat beweegt ouderen om langer Vitaal vermogen te werken? Inhoud 2 Wat willen oudere werknemers zelf? 4 Samenvatting 6 De steady stayers 10 De worstelende werkzoekers 14 De weifelende werkzoekers 18 De aankomende stoppers 22 De tevreden thuiszitters 24 Conclusies en aanbevelingen 26 Bijlage: Over het onderzoek

2 Inleiding Wat willen oudere Blijft het 65, wordt het 67 of misschien zelfs 68? De discussie over het al dan niet verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd splijt het maatschappelijk middenveld en de Haagse politiek. Deze discussie wordt vooral gevoed door de vraag: hoe houden we de vergrijzing betaalbaar? Hoe belangrijk die vraag ook is, ze maskeert een ander, zeker zo belangrijk vraagstuk, te weten dat van de arbeidsmarktkrapte. De vraag welke bijdrage ouderen kunnen leveren aan het oplossen van de tekorten op de arbeidsmarkt, vindt Manpower zeker zo relevant. Dat het thema arbeidsmarktkrapte wat naar de achtergrond is verschoven, is logisch. De politieke agenda wordt gedomineerd door de economische teruggang en de snel oplopende werkloosheid. Maar op dit moment mag de arbeidsmarkt dan gekanteld zijn, dat neemt niet weg dat de krapte zal terugkeren. Het ontstaan van tekorten op de arbeidsmarkt is immers niet alleen afhankelijk van economische ontwikkelingen, maar laat zich eenvoudigweg demografisch uittekenen: de komende jaren verlaten vele tienduizenden babyboomers de arbeidsmarkt. Het aantal toetreders is bij lange na niet voldoende om dat verlies aan kennis en capaciteit te compenseren. In die snel krapper wordende arbeidsmarkt van morgen is iedereen hard nodig. Ook de oudere werknemer. Weliswaar is de arbeidsparticipatie van 50-plussers de laatste jaren al behoorlijk gestegen, feit blijft dat bijna de helft (46% 1 ) van de mensen tussen de 50 en 65 jaar geen betaald werk verricht. Over het nut van langer doorwerken en het vinden van werk op latere leeftijd is al veel gezegd en geschreven. Wat bijna al die onderzoeken gemeen hebben, is dat ze vooral óver de doelgroep spreken, maar ouderen zelf niet naar hun mening vragen. Dat laatste heeft Manpower nadrukkelijk wel gedaan. In een kwantitatief onderzoek (met een kwalitatief onderdeel) uitgevoerd door OSA, Institute for 1) Netto arbeidsparticipatie voor 2007, volgens Statline (CBS).

3 werknemers zelf? Labour Studies in samenwerking met Plus Magazine kregen de deelnemers de vraag voorgelegd of, en zo ja, onder welke randvoorwaarden ze bereid zijn om na hun pensioenleeftijd (nog door) te werken. Dat onderzoek vond plaats onder zowel werkenden als niet-werkenden, mensen van zowel boven als onder de 65 jaar (zie verder de bijlage over de opzet van het onderzoek). Het goede nieuws: gemiddeld genomen zijn ouderen bereid om tot een jaar na hun pensionering door te werken. Het onderzoek laat ook zien dat de arbeidswensen van ouderen sterk verschillen. Daarom onderscheiden we in dit witboek vijf typen oudere werknemers 2 : de steady stayers, de worstelende werkzoekers, de weifelende werkzoekers, de aankomende stoppers en de tevreden thuiszitters. De eerste drie groepen zijn interessant voor werkgevers die ouderen willen werven of aan zich willen binden. De steady stayers zijn nog aan het werk en willen daar nog mee doorgaan na hun pensioendatum. De worstelende werkzoekers hebben nu geen werk, maar doen verwoede pogingen om (opnieuw) aan de slag te raken. En de weifelende werkzoekers zijn eveneens bereid om weer te gaan werken, maar verbinden daar meer voorwaarden aan. Deze indeling is ook de leidraad geweest voor de opbouw van deze publicatie. Dit onderzoek wijst uit dat veel ouderen graag nog willen werken. Met dit witboek reiken wij handvatten aan om deze veelal gemotiveerde werknemers langer voor de arbeidsmarkt te behouden. Wij wensen u daarbij veel wijsheid, inspiratie en succes. Jilko Andringa Algemeen directeur Manpower Nederland 2) Zie de tabel in de bijlage voor de verdeling van de totale groep respondenten over de vijf verschillende groepen.

4 Samenvatting Hoe ziet de ideale baan voor oudere werknemers eruit? Willen ouderen na hun pensioendatum doorwerken, en zo ja, onder welke voorwaarden? Als ze zich op de arbeidsmarkt melden, welke belemmeringen ondervinden ze bij hun pogingen om (weer) aan de slag te raken? Manpower legde deze en andere vragen voor aan 1.498 personen, werkend en nietwerkend, onder de 65 en erboven. Dit onderzoek vormt de basis voor het witboek Vitaal vermogen.

5 Met de keuze voor dit thema anticipeert Manpower op een nieuwe periode van arbeidsmarktkrapte die de komende jaren onherroepelijk zal ontstaan, veroorzaakt door zowel economische als demografische ontwikkelingen. Het Manpower-onderzoek onder ouderen wijst uit dat de deelnemers (gemiddeld genomen) bereid zijn langer door te werken dan het eerste moment waarop ze kunnen stoppen. In het licht van de discussie over het verhogen van de a o w-leeftijd is dat een belangwekkende conclusie. Vijf typen oudere werknemers Het onderzoek laat ook zien dat de arbeidsmotivatie van ouderen sterk verschilt; ouderen zijn nauwelijks als een homogene groep te beschouwen. Om die reden onderscheiden we in dit witboek vijf typen oudere werknemers: de steady stayers, de worstelende werkzoekers, de weifelende werkzoekers, de aankomende stoppers en de tevreden thuiszitters. De eerste drie groepen zijn interessant voor werkgevers die ouderen willen werven of aan zich willen binden. De steady stayers zijn nog aan het werk en willen daar nog mee doorgaan na hun pensioendatum. De worstelende werkzoekers hebben nu geen werk, maar doen verwoede pogingen om (opnieuw) aan de slag te raken. De weifelende werkzoekers, tot slot, zijn eveneens bereid om weer te gaan werken, maar verbinden daar meer voorwaarden aan. Wat kunnen werkgevers doen? In de ogen van de deelnemers aan het onderzoek spannen werkgevers zich niet bovenmatig in om oudere werknemers te behouden. Bovendien ervaren zowel baanzoekers als diegenen die van baan willen veranderen hun leeftijd vaak als een handicap. Het beeld bestaat dat werkgevers hun vooroordelen klaar hebben als ouderen komen solliciteren. Werkgevers die ouderen wél willen aantrekken en aan zich willen binden, doen er goed aan om hun aanzienlijk meer flexibiliteit te bieden. Ouderen hechten daar veel belang aan omdat zij naast hun werk andere activiteiten hebben waaraan ze voldoende tijd willen besteden: vakanties, vrijwilligerswerk en zorgtaken. Verder willen ze begrijpelijkerwijze zware fysieke belasting zoveel mogelijk vermijden. Voor het overige zijn oudere werknemers gewone werknemers: ze hechten belang aan een goede beloning (een beloning die in verhouding staat tot de geleverde prestaties), erkenning en waardering. Wat kan de overheid doen? Niet alleen werkgevers kunnen zich ervoor inspannen dat de aansluiting van ouderen op de arbeidsmarkt beter wordt, ook voor de overheid ligt er een taak. Een aantal deelnemers aan het onderzoek geeft aan dat financiële en fiscale drempels hun rentree op de arbeidsmarkt in de weg staan.

6 De steady Ze werken en zijn nog niet van plan daarmee op te houden. Steady stayers hoeven niet zo nodig meer hogerop, maar willen best een cursus volgen en zijn nog steeds bereid verantwoordelijkheid te dragen. Het contact met collega s en de financiële beloning zijn de belangrijkste motieven om door te gaan. Kenmerken De groep steady stayers bestaat uit iets meer vrouwen (57%) dan mannen. De gemiddelde leeftijd is 57,8* jaar. 12% is ouder dan 65 jaar, een kwart is tussen de 60 en 65. Deze groep voelt zich gezond en fit. Ruim 80% noemt zich even gezond of zelfs gezonder dan leeftijd- genoten. De grootste groep steady stayers is middelbaar opgeleid, een kwart heeft hbo of wo. Hoewel ze allemaal nog werken, combineren sommigen dat met een uitkering, meestal is dat prepensioen of a o w. Financieel zijn ze niet te beklagen. Bij de helft ligt het inkomen boven modaal. Arbeidsrelatie Tweederde van de groep steady stayers werkt in loondienst, een kwart is uitzendkracht en 8% werkt zelfstandig. De meesten werken in de sectoren zorg en welzijn, zakelijke dienstverlening of industrie. De gemiddelde werkweek bedraagt 29,5 uur. Gevraagd hoe hun werkgevers omgaan met ouderen, zegt driekwart dat er speciale regelingen voor ouderen zijn, zoals extra verlof, vrijstelling van bepaalde diensten of taken en de mogelijkheid om parttime met pensioen te gaan. De meeste werkgevers gedragen zich middle of the road: ze sloven zich niet bovenmatig uit om ouderen binnenboord te houden, maar stimuleren ouderen ook niet om de organisatie te verlaten. Zie verder figuur 1. Figuur 1. Opvattingen over het ouderenbeleid van de werkgever In onze organisatie: doet men alles om oudere werknemers gemotiveerd te houden werken weinig jongeren is de organisatiecultuur sterk gericht op jongeren worden regelmatig nieuwe mensen boven de 50 aangenomen vervullen oudere werknemers sleutelposities wordt uitstroom naar prepensioen gestimuleerd stromen oudere werknemers gemakkelijk door naar een andere functie maken oudere werknemers evenveel kans op het volgen van een opleiding of cursus als jongere werknemers 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens *) Zie tabel 5 pagina 27

7 stayers Anneke van Doorne-Huiskes (68): Mijn vakgebied blijft boeien Toen ik in maart 2006 met pensioen ging, veranderde er eigenlijk niet zo gek veel. Ik was directeur Onderwijs van drie opleidingen aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht, dat hield op. Maar er bleven nogal wat andere bezigheden. Langzamerhand komt er wel meer vrije tijd. Ik werk nu nog zo n dertig uur per week. Als ik door de agenda s van 2005 en daarvóór blader, dan denk ik: mijn hemel, dat was wel érg veel. Het leek vaak alsof er te weinig dagdelen in een week zaten. Ik heb mijn hele leven op universiteiten gewerkt, onder meer als wetenschappelijk medewerker, universitair hoofddocent en hoogleraar. Ik promoveerde in Utrecht met een dissertatie over vrouwen en beroepsparticipatie. Later was ik bijzonder hoogleraar in Wageningen en elf jaar hoogleraar Arbeid, Organisatie en Emancipatie in Rotterdam. Uiteindelijk kwam ik terug in Utrecht als hoogleraar Sociologie. Naast mijn universitaire loopbaan ben ik sinds 1987 partner van onderzoeks- en adviesbureau VanDoorneHuiskes en partners. En ik vervul een paar toezichthouderschappen. Een aantal functies loopt gewoon door. Er zijn wel stopmomenten geweest, maar als zich dan een mogelijkheid tot verlenging voordeed, zei ik toch weer ja. Waarom? Inhoudelijke gedrevenheid, vermoed ik. Het vakgebied van de sociale wetenschappen boeit me mijn hele leven al. De kwestie van arbeidsparticipatie van vrouwen is ook nog steeds actueel: er is nog het nodige te doen. Daarbij heb ik behoefte aan intellectuele uitdaging, en aan betrokkenheid. Maar ik hoef niet meer voorop te lopen. Er zijn heel veel uitstekende jongere onderzoekers. Zo langzamerhand krijg ik het gevoel: ik hoef hier niet meer zo veel aan bij te dragen. Ik krijg ook iets meer behoefte aan vrijheid en rust. Ik wil bijvoorbeeld boeken lezen die niet direct over mijn vakgebied gaan. En ik volg samen met mijn man een aantal cursussen op het gebied van muziek en kunst. Mijn man doet daar meer aan dan ik; hij is al vijf jaar met pensioen. Ook een interessant en vrij nieuw fenomeen: de gepensioneerde huisman naast de werkende vrouw. Moest ik me dertig jaar geleden nog verantwoorden omdat ik werkte als moeder van kleine kinderen, nu moet ik me wel eens verantwoorden omdat ik werk terwijl mijn man met pensioen is. Betaald werk door vrouwen blijft een precaire categorie, als ik het in vaktermen mag zeggen. Wanneer ik echt ophoud met werken weet ik nog niet. Het wordt geleidelijk aan iets minder en dat vind ik prima. Ik ben wel blij dat ik niet s avonds ook nog van alles moet. Als ik thuiskom, staat het eten klaar. In die zin is buitenshuis werken voor mij nu comfortabeler dan ooit.

8 Werk zoeken De helft van de groep steady stayers zocht de afgelopen vijf jaar een (andere) baan. Ongeveer tweederde van hen veranderde van baan; eenderde had geen betaald werk. De meesten vonden hun nieuwe werkkring via een uitzendbureau (39%), maar velen werden ook gevraagd of benaderden zelf hun toekomstige werkgever. Het bemachtigen van een (nieuwe) baan kostte de baanzoekers gemiddeld iets meer dan een half jaar. In de ogen van de oudere werknemer blijkt de leeftijd vaak een hindernis of zelfs een handicap bij het vinden van ander werk. Het beeld bestaat dat werkgevers hun vooroordelen klaar hebben. Bijna iedereen uit deze groep heeft wel kennissen of vrienden uit dezelfde leeftijdsgroep die er maar niet in slagen om werk te vinden. Motieven Waarom werken steady stayers? Het krijgen van waardering, het contact met collega s en het gevoel iets bij te dragen aan de maatschappij zijn belangrijke drijfveren. De meesten hoeven niet zo nodig hogerop. Het verwerven van inkomen is wel belangrijk (69%). Zie verder figuur 2. De ideale baan van de steady stayers is er een met een fatsoenlijk salaris (dat ook bijdraagt aan een beter pensioen), met veel flexibiliteit in arbeidstijden, veel variatie in het werk en goede mogelijkheden om in deeltijd te werken. Op zware fysieke belasting zitten ze begrijpelijkerwijs niet meer te wachten. Hemelbestormers zijn het wellicht niet (meer), maar dat neemt niet weg dat een groot deel van deze groep graag nog opleidingen of cursussen wil volgen en verantwoordelijkheid wil dragen. Zie verder tabel 1. Hoe ziet deze groep de toekomst? De meesten willen over vijf jaar minder werken, zodat ze meer tijd kunnen besteden aan hun partner, kinderen en kleinkinderen. Ze hopen echter ook dat hun inkomen dan hoger ligt en ze succes hebben in hun werk. De omgeving De sociale omgeving heeft invloed op keuzes rondom werk, maar helemaal eenduidig is die invloed niet. Driekwart van de steady stayers heeft een partner, die voor het overgrote deel (82%) ook een eigen inkomen heeft. Meestal is dat uit betaald werk. Als de partner niet werkt, kan de behoefte ontstaan om zelf ook minder te gaan werken of te stoppen. Dat maakt het makkelijker om bijvoorbeeld meer te gaan reizen. Een niet-werkende partner kan echter ook stimuleren om juist stevig door te werken, gewoonweg omdat het geld dan extra welkom is. Eenzelfde, wisselende invloed kan uitgaan van het werkgedrag van vrienden en kennissen. Het kan lastig zijn om de enige werkende te zijn in de vriendenkring. Maar werkenden die zich in deze situatie bevinden, merken soms ook op dat het werk hen juist jong houdt. In de afstemming tussen werk en privé spelen zorgta- Figuur 2. Mening over werk betaalde arbeid is noodzakelijk om mijn leven volledig te maken betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing betaalde arbeid is voor mij belangrijk vanwege de contacten met anderen betaalde arbeid is voor mij belangrijk omdat ik zo mijn steentje bijdraag aan de maatschappij betaalde arbeid heb ik vooral vanwege het inkomen ik vind het belangrijk om als collega gewaardeerd te worden ik vind het belangrijk carrière te maken ik ben zeer tevreden met mijn huidige baan 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens

9 Tabel 1. Kenmerken van de ideale baan (in procenten) goed loon 69 veel fl exibiliteit in arbeidstijden 58 veel variatie in het takenpakket 57 goede mogelijkheden om in deeltijd te werken 55 zonder zware fysieke belasting 43 mogelijkheden voor het volgen van een opleiding of cursus 44 goed/beter pensioen 42 weinig vergaderen 34 veel mogelijkheden om thuis te werken 27 veel vrije dagen 26 weinig administratieve taken 15 niet te veel verantwoordelijkheden 15 ken bij deze groep een belangrijke rol. De zorg gaat uit naar zieke partners, broers of zussen en ouders. Gemiddeld eist deze zorg negen uur op, maar bij sommigen gaat het om wel enkele tientallen uren per week. Soms komt het werk daardoor in de problemen, niet alleen door het tijdsbeslag, ook door de emotionele belasting. Stoppen of doorgaan? Twee op de drie steady stayers kunnen stoppen als ze 63 zijn; de meerderheid wil echter nog een jaartje doorgaan. Eén op de vier wil doorgaan na z n 65ste. Uiteraard mits de gezondheid het toestaat. Een goed loon, veel fl exibiliteit in arbeidstijden, goede mogelijkheden om in deeltijd te werken en weinig fysieke belasting zijn de belangrijkste voorwaarden waaronder deze groep bereid is door te werken. Vooral fl exibiliteit springt eruit. Werken in deeltijd, zelf de arbeidstijden kunnen bepalen, zo af en toe thuis kunnen werken: het kan er allemaal toe bijdragen dat het werk minder vermoeiend wordt en makkelijker te combineren is met het volgen van een cursus of de zorg voor een partner. Voor zelfstandigen blijkt het makkelijker en gebruikelijker om na de 65ste verjaardag door te werken. Ze kunnen het werk langzaam afbouwen en op een lager pitje nog een aantal jaren doordraaien. Ze hebben niet te maken met lastige regelgeving rondom v u t en prepensioen die vaak voor werknemers geldt. Deze en andere secundaire regelingen maken het voor oudere werknemers vaak moeilijk (lees: onaantrekkelijk) om op latere leeftijd door te werken. Conclusie De steady stayers werken nog en denken er nog niet aan om daarmee op te houden. Een deel van hen is bereid om door te gaan na de 65ste verjaardag. Waardering, contact met collega s en de fi nanciële beloning zijn de belangrijkste drijfveren om het arbeidzame leven nog wat op te rekken. Ze worden in hun ambities overigens niet overmatig ondersteund door hun werkgevers. Bovendien zijn (fi scale) regels soms een sta-in-de-weg. Werkgevers die zich op deze groep willen richten, doen dat door hen in meerdere opzichten (tijd en plaats) fl exibiliteit te bieden, in combinatie met een redelijke beloning. Naarmate de leeftijd stijgt, willen steady stayers minder uren werken of ingeschakeld worden voor kortlopende projecten, zodat er meer tijd ontstaat voor andere activiteiten dan werken.

10 De worstelende Ze willen zo graag, maar het lukt hen bijna niet: worstelende werkzoekers werpen veel in de strijd om een betaalde baan te bemachtigen. Als succes lange tijd uitblijft, liggen frustratie en verbittering op de loer. Kenmerken Een kleine meerderheid van de groep worstelende werkzoekers bestaat uit mannen (53%). De gemiddelde leeftijd is 58 jaar. Eén op de zes worstelende werkzoekers is de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd; 57% is tussen de 55 en 65 jaar. Net als de steady stayers vindt ook deze groep zichzelf gezond: 91% beoordeelt de eigen gezondheid als even goed of beter dan die van leeftijdgenoten. Ruim de helft (55%) van deze groep heeft een middelbare opleiding afgerond; 17% zit daaronder, terwijl 28% hbo of wo heeft gedaan. De meeste worstelende werkzoekers ontvangen een uitkering: 47% heeft w w, w a o of bijstand. Ongeveer eenderde ontvangt prepensioen, v u t of is al gepensioneerd. Van alle groepen ouderen die we in deze publicatie beschrijven, ligt het inkomen van deze groep het laagst. 40% moet het doen met minder dan modaal (het inkomen van de partner meegerekend). Een kwart heeft een modaal inkomen, een vergelijkbare groep zit tussen modaal en twee keer modaal in. Werk zoeken De ouderen die tot deze groep behoren, kwamen zonder werk te zitten doordat hun contract niet werd verlengd (29%), ze werden ontslagen (19%) of omdat ze gebruikmaakten van prepensioen, v u t of een vergelijkbare regeling. Lichamelijke klachten, arbeidsconfl icten en faillissementen zijn veel voorkomende oorzaken van het verbreken van de arbeidsrelatie. De meeste worstelende werkzoekers proberen via vacatures op internet of in de krant of via uitzendbureaus weer in contact met werkgevers te komen. Ze gaan bovendien nog een stapje verder dan andere groepen. Ze bezoeken bijvoorbeeld ook vakbeurzen om te informeren naar mogelijkheden om te werken. Bij een deel van de groep is de frustratie inmiddels groot. Bovendien stellen sommigen enigszins verbitterd vast dat ze oneerlijke concurrentie ondervinden van oudere baanzoekers. Ouderen boven de 65 kunnen aantrekkelijker zijn voor werkgevers, omdat voor hen geen sociale premies betaald hoeven te worden. Motieven De motieven om te werken komen grotendeels overeen met die van de steady stayers. Maar opmerkelijk genoeg krijgen de immateriële overwegingen bij de worstelende werkzoekers wat meer gewicht dan bij de steady stayers. Gezien de inkomenssituatie zou je verwachten dat het salaris zwaar telt, maar dat is niet het geval. 38% is het eens of helemaal eens met de stelling betaalde arbeid zou ik alleen voor het inkomen doen. Bij de groep steady stayers beaamde 70% de stelling betaalde arbeid heb ik vooral voor het inkomen. De ideale baan van de groep die (nog) geen werk heeft, ziet er anders uit dan die van de steady stayers. Voor de groep werkzoekenden is salaris minder belangrijk, terwijl de roep om parttime werken en fl exibiliteit luider klinkt. Ook wordt aan het vermijden van fysiek zware belasting meer belang gehecht. Deze groep vindt zich van alle groepen het meest gezond en wil dat kennelijk graag zo houden.

11 werkzoekers

12 Figuur 3. Mening over werk betaalde arbeid is noodzakelijk om mijn leven volledig te maken betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing en zelfontwikkeling betaalde arbeid is voor mij belangrijk vanwege de contacten met anderen betaalde arbeid is voor mij belangrijk omdat ik zo mijn steentje bijdraag aan de maatschappij betaalde arbeid zou ik alleen voor het inkomen doen ik vind het belangrijk carrière te maken 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens Ook de worstelende werkzoekers is gevraagd welke doelen zij de komende vijf jaar willen verwezenlijken. Een betaalde baan staat (hoe kan het anders) zeer hoog op het wensenlijstje; 70% vindt dit doel een beetje belangrijk dan wel belangrijk. Daarnaast wordt veel belang gehecht aan immateriële doelen, zoals een grotere vriendenkring en een intensieve band met de partner, kinderen en kleinkinderen. Omgeving Driekwart van de worstelende werkzoekers heeft een partner. Verreweg de meeste partners hebben een eigen inkomen (81%), meestal uit werk (66%). Een werkende partner kan helpen om gemotiveerd te blijven bij het zoeken naar werk, zo bleek tijdens de focusgroepgesprekken. Tabel 2. Kenmerken van de ideale baan (in procenten) goede mogelijkheden om in deeltijd te werken 62 zonder zware fysieke belasting 61 veel fl exibiliteit in arbeidstijden 54 goed loon 57 veel variatie in het takenpakket 43 veel mogelijkheden om thuis te werken 30 mogelijkheden voor het volgen van een opleiding of cursus 29 weinig vergaderen 29 goed/beter pensioen 24 niet te veel verantwoordelijkheden 21 veel vrije dagen 12 weinig administratieve taken 9 Eenderde van de worstelende werkzoekenden bevindt zich in een sociale omgeving waarin bijna alle leeftijdgenoten nog werken. Bij eenderde werkt ongeveer de helft van de familie, vrienden en kennissen en bij eenderde is iedereen al gestopt. Vooral die laatste situatie is lastig: het kan frustrerend zijn om als enige werk te moeten zoeken. Andersom kan de buitenwacht jaloers zijn op al die vrije tijd. Ruim een kwart van de worstelende werkzoekers besteedt een deel van de tijd aan zorg voor anderen, gemiddeld bijna tien uur per week. Bijna driekwart van hen verwacht dat de combinatie van zorgen en werken geen problemen zal opleveren. 38% van deze groep doet vrijwilligerswerk, gemiddeld acht uur per week. Vrijwilligerswerk kan een goede manier zijn om het gemis van betaald werk te compenseren. Maar vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend. Om die reden beginnen sommigen er niet aan, ze zijn immers op zoek naar werk. Conclusie Worstelende werkzoekers zijn naarstig op zoek naar werk, maar slagen er maar mondjesmaat in om aan een betaalde baan te komen. Hun leeftijd heeft daar zeker mee te maken. Hoewel ze vaak niet al te veel te besteden hebben, is geld doorgaans niet de belangrijkste drijfveer om werk te zoeken. De sociale aspecten tellen zwaarder. Het liefst zouden deze ouderen in deeltijd werken. Ze geven bovendien aan dat ze zware fysieke arbeid het liefst mijden. De realiteit is echter dat de meesten elke baan zouden aanvaarden die hun wordt aangeboden.

13 Rob Jonker (73): Ik kan zo veel méér Via Manpower kwam ik aan mijn eerste baan. Dat was in 1959. Daarna groeide ik van de ene functie in de andere. Salesmanager, exportmanager, general manager. De rode draad in mijn carrière is de combinatie techniek en verkoop. Pakjes boter kan ik niet aan de man brengen, maar onderhandelen over kapitaalgoederen en uitleggen hoe iets werkt, dat kan ik goed. Eind jaren zeventig begon ik voor mezelf met een bedrijf voor winkelinrichting en standbouw. Ik bemachtigde verschillende internationale octrooien voor innovatieve presentaties. Het was een succesvol bedrijf totdat mijn vrouw overleed. Alles stond stil, ik wilde niets meer. Een paar jaar later, toen ik de draad weer wilde oppakken, was ik ineens te oud. Met 58 jaar kon ik niet verder gaan op het niveau dat ik gewend was. Ik pakte gewoon maar alles aan, leuk of niet leuk. Stoppen met werken vond ik geen optie. Toen niet en nu niet. Dan mis je die prikkel om jezelf te bewijzen. Nu werk ik via uitzendbureaus bij verschillende koeriersdiensten, met een oproepcontract. Ik breng bijvoorbeeld computeronderdelen naar bedrijven die een acute storing hebben. Ik rijd ook grote gelede bussen, voor speciale evenementen als festivals of Koninginnedag. Een oproepcontract geeft wel heel weinig structuur. Je kunt altijd gebeld worden. Dat voelt wel wat onrustig. Eigenlijk was ik vijf jaar geleden al toe aan een vast dienstverband, maar dat durfde de werkgever niet aan vanwege mijn leeftijd. Ach, ik snap het wel. Je lóópt ook risico als werkgever. Maar het zit me toch niet lekker. We moeten allemaal langer werken, maar degene die dat ook proberen lukt het vaak niet. Langer doorwerken moet beter worden gefaciliteerd. Werken vind ik geen straf. Ik heb er plezier in. Ik vind het leuk om mijn talen te gebruiken, om in andere steden en landen te komen. Kortom, ik heb vrede met mijn koeriers werk. Maar tegelijkertijd zit in mijn achterhoofd altijd de gedachte: ik kan zo veel méér. Ik zou graag iets doen met mijn capaciteiten. Er zijn genoeg banen waarbij je inzicht in techniek nodig hebt, verkooptalent en diplomatie. Ik hoef niet per se een heel verantwoordelijke functie, maar wat ik nu doe vind ik eerlijk gezegd wel wat ondermaats. Ik doe het noodgedwongen. En wat ik als een manco ervaar is dat ik weinig erkenning krijg. De mensen die ik ontmoet zijn hartstikke leuk, maar ik merk dat ik in hun ogen vooral een 65-plusser ben, en daarom zal ik ook wel weinig weten, denken ze. Die houding vind ik jammer. Niet alleen voor mezelf. Zo laten zij ook kansen liggen.

14 De weifelende Als het lukt is het leuk, maar het hoeft niet. Weifelende werkzoekers willen best nog werken, maar dan wel op hun voorwaarden. Bij elke vacature kijken ze kritisch of de baan wel inpasbaar is in hun leven. Kenmerken De groep weifelende werkzoekers bestaat voor bijna tweederde uit mannen. De gemiddelde leeftijd is wat hoger dan bij de andere groepen: 62,4 jaar. Ruim een kwart is ouder dan 65 jaar. Deze groep beoordeelt de eigen gezondheid minder positief dan de andere groepen: 52% zegt net zo gezond te zijn als leeftijdgenoten; 31% voelt zich gezonder. 17% geeft aan zich iets slechter of veel slechter te voelen. Opvallend genoeg zeggen vooral mensen onder de zestig binnen deze groep dat ze zich minder gezond voelen. Waarschijnlijk was dat een van de redenen om te stoppen met werken. Van alle groepen is deze het hoogst opgeleid. 43% rondde een hbo- of universitaire opleiding af. De helft is middelbaar opgeleid. Verreweg de grootste groep weifelende werkzoekers (82%) maakt gebruik van v u t, prepensioen of pensioen. De anderen hebben een w w -, w a o - of bijstandsuitkering. De weifelende werkzoekers hebben vergeleken met de andere groepen een gemiddeld inkomen. 36% heeft een modaal inkomen, 35% zit tussen modaal en twee keer modaal in. Werk De weifelende werkzoekers zijn gemiddeld zo n zes jaar geleden gestopt met werken. De meesten konden gebruikmaken van pensioen of prepensioen. Hun motieven om te stoppen zijn echter minder rooskleurig dan op het eerste gezicht lijkt. Hun beslissing werd in een aantal gevallen ingegeven door lichamelijke klachten, overbelasting en arbeidsconflicten. De werkgevers van deze groep ouderen hebben zich er niet erg voor ingespannen om hen te behouden, dat is althans de mening van de ouderen zelf. De groep weifelende werkzoekers vindt werk veel minder belangrijk dan de voorgaande twee groepen. Het opdoen van sociale contacten zou het belangrijkste Figuur 4. Mening over werk betaalde arbeid is noodzakelijk om mijn leven volledig te maken betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing betaalde arbeid is voor mij belangrijk vanwege de contacten met anderen betaalde arbeid is voor mij belangrijk omdat ik zo mijn steentje bijdraag aan de maatschappij betaalde arbeid zou ik alleen voor het inkomen doen ik vind het belangrijk carrière te maken 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens

15 werkzoekers

16 motief zijn om weer naar werk uit te kijken. De ideale baan is in de ogen van de weifelende werkzoeker een parttime baan die goed wordt betaald, veel fl exibiliteit biedt, geen zware fysieke belasting met zich meebrengt en waarbij het werk deels thuis kan worden gedaan. Als je vraagt wat de weifelende werkzoekers over vijf jaar bereikt willen hebben, zullen weinigen spontaan een betaalde baan als doel noemen. Meer vrije tijd, meer vrienden en een intensievere band met de naaste familie wordt als veel belangrijker gezien. Tegelijk hoopt de helft van deze groep dat het inkomen over vijf jaar hoger ligt. Omgeving 81% van de weifelende werkzoekers heeft een partner. In de meeste gevallen (70%) heeft deze een eigen inkomen. Eén op de drie partners werkt nog, maar de helft van hen verwacht daarmee binnen vijf jaar te stoppen. De meeste weifelende werkzoekers verkeren in een sociale omgeving waarin niet meer wordt gewerkt. De groep weifelende werkzoekers besteedt meer tijd aan zorg en aan vrijwilligerswerk dan de andere groepen. Een kwart zorgt voor andere mensen (gemiddelde tijdsbesteding: 14 uur per week). De helft doet vrijwilligerswerk. Gemiddeld wordt daar 9,5 uur per week aan besteed. Voor een deel van de groep weifelende werkzoekers zal, bij acceptatie van een baan, de afstemming tussen werk en privé problemen opleveren. Tabel 3. Kenmerken van de ideale baan (in procenten) goed loon 62 veel fl exibiliteit in arbeidstijden 58 goede mogelijkheden om in deeltijd te werken 55 zonder zware fysieke belasting 49 veel mogelijkheden om thuis te werken 43 veel variatie in het takenpakket 29 weinig vergaderen 25 niet te veel verantwoordelijkheden 18 mogelijkheden voor het volgen van een opleiding of cursus 17 goed/beter pensioen 16 weinig administratieve taken 12 veel vrije dagen 11 Weer aan het werk? Ja, mits... Zo valt de houding van de groep weifelende werkzoekers kort en bondig samen te vatten. Ze hoeven niet zo nodig en hebben dan ook een aardig wensenlijstje. Ook hier is de roep om fl exibiliteit en werken in deeltijd luid. Geen fysieke belasting en een goed salaris zijn eveneens van belang. Het uitvoeren van kortlopende projecten wordt aantrekkelijk gevonden. Dat kan bijvoorbeeld door nulurencontracten aan te bieden. Als projecten van korte duur zijn, is een deel van deze groep bereid fulltime te werken. Sommigen zien zich in een coachende rol en willen graag hun kennis en ervaring overbrengen op anderen. Voor de meesten zijn de fi nanciën niet het belangrijkste motief om te werken. Maar betaalde arbeid moet ook weer niet ontaarden in liefdewerk oud papier. Dat gevaar ligt op de loer bij diegenen die gebruikmaken van prepensioen. Naast eigenbelang spelen ook altruïstische motieven een rol om in die situatie niet te gaan werken; de vacature kan dan beter bezet worden door iemand die het inkomen goed kan gebruiken. Als aan de belangrijkste voorwaarden wordt voldaan, is deze groep bereid nog 5,6 jaar te werken. Uitgaande van de gemiddelde leeftijd (62,4 jaar) zou dat betekenen dat deze groep de arbeidsmarkt pas op 68-jarige leeftijd verlaat. Conclusie Het leek zo n wenkend perspectief: niet langer werken en doen waar je zin in hebt; veel weifelende werkzoekers maakten dankbaar gebruik van v u t of prepensioen. Maar helemaal doof voor de lokroep van de arbeidsmarkt zijn deze ouderen niet. Ze willen best nog wat doen, maar dan moet het hen wel aantrekkelijk gemaakt worden. Op al het gedoe dat bij een baan komt kijken (administratie, vergaderen, regeltjes naleven) zitten ze niet te wachten. Een interessant project, een kortdurende opdracht, het liefst op fl exibele basis, dat lijkt hen wel wat. Kennis en ervaring overbrengen is voor deze groep een belangrijker motief dan geld verdienen.

17 Nino Rosenberg (54): Ik wil er niet op achteruitgaan Van 1974 tot 2008 heb ik altijd gewerkt. Eerst was ik zeven jaar beroepsmilitair, totdat ik een gezin kreeg. Ik had een functie waarbij ik elke vijf jaar moest verhuizen, dat zag ik niet zitten met kleine kinderen. Toen kon ik aan de slag in de Polaroidfabriek hier in Enschede. Daar heb ik 25 jaar gewerkt in de productie en 3,5 jaar als portier. Toen ging de poort dicht. Aansluitend kon ik terecht bij Kwadrant in Almelo, een kunststoffenfabriek voor de auto-industrie. Ook hier werkte ik in de productie. Maar niet lang. Eind 2008 werden de laatste dertien werknemers ontslagen, onder wie ik. Sindsdien ben ik werkzoekend. Het valt niet mee om wat te vinden. Vooral mijn leeftijd pleit tegen me, heb ik gemerkt. Het liefst zou ik handhaver worden bij een gemeente, het rijk of de spoorwegen. Maar ik ben al twee keer afgewezen op grond van mijn leeftijd. Bijvoorbeeld voor de functie van parkeerwacht. Ik was toen 52, en met 54 jaar gaan alle parkeerwachten de straat af en krijgen ze een bureaufunctie. Dus dat vonden ze niet de moeite. De tweede afwijzing was van de landmacht, daar zou ik er met 55 jaar al weer uit moeten, dat was ook te kort. Ik zie wel eens parkeerwachten lopen van wie ik denk: kun jij eigenlijk wel honderd meter achter iemand aan rennen? Ik kan dat wel. Uitstekend zelfs. Ik loop marathons en ik geef drie keer per week les op een sportschool. Dat doe ik op vrijwillige basis. Gewone bedrijven en uitzendbureaus gaan makkelijker met leeftijd om. Als je de juiste ervaring hebt en je bent fi t genoeg, ben je welkom. Ik sta bij een aantal uitzendbureaus ingeschreven en overal werd ik hartelijk ontvangen. Maar werk heb ik nog niet. Behalve beveligings- of handhavingswerk kan ik ook productiewerk doen. Maar zelfs daarin is het moeilijk iets te vinden. Ja, op afroep, of een nulurencontract, of hier en daar een dagje. Maar dat doe ik niet. Het moet wel minstens drie maanden werk zijn, vind ik. Want nu loopt mijn w w nog, en het is een hoop gedoe om telkens alle veranderingen door te geven. Vanwege die w w heb ik ook een ondergrens wat loon betreft. Ik wil er natuurlijk niet op achteruitgaan. Ik hoop gewoon dat de economie snel aantrekt. Ik heb nog tien jaar te gaan tot mijn pensioen. En als ik het ergens naar mijn zin heb, zoals indertijd bij Polaroid, zou ik best tot mijn zeventigste willen doorwerken.

18 De aankomende Het pensioen komt in zicht en hun besluit staat vast: als het even kan, stopt deze groep met werken. Om financiële redenen hoeven ze dat niet te laten en de ambitie om na de pensioendatum nog langer door te werken, ontbreekt eenvoudig. Knappe werkgever die daar verandering in brengt. te stimuleren. Een kwart van de aankomende stoppers kan geen enkele regeling op dit gebied noemen. Verder geldt: 49% krijgt meer verlof, 17% is vrijgesteld van bepaalde diensten, 6% van bepaalde taken, terwijl 15% gebruik kan maken van parttime pensioen. Uit de antwoorden van de aankomende stoppers blijkt dat hun werkgevers wat negatiever aankijken tegen oudere werknemers dan de werkgevers van de mensen die nog willen doorwerken. De aankomende stoppers zien veel minder pogingen van hun werkgever om hen gemotiveerd te houden. Ook zien ze minder vaak dat er mensen worden aangenomen van boven de vijftig. Kenmerken De groep aankomende stoppers bestaat uit ongeveer evenveel mannen als vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 57,4 jaar; de vrouwen in deze groep zijn gemiddeld twee jaar jonger. 8% van de aankomende stoppers is ouder dan 65. De gezondheid van deze groep geeft geen aanleiding tot juichen, maar ook niet tot klagen. Tweederde vindt die vergelijkbaar met die van leeftijdgenoten, slechts eenvijfde vindt zichzelf gezonder dan leeftijdgenoten. Het opleidingsniveau van deze groep is wat lager dan die van de andere groepen; de helft is middelbaar opgeleid, 28% heeft een lagere opleiding. Deze groep is ongeveer net zo welvarend als de steady stayers en heeft het in materieel opzicht wat beter voor elkaar dan de andere drie groepen. Werk De aankomende stoppers werken wat vaker bij de overheid en minder vaak in de zorg of de zakelijke dienstverlening. Driekwart werkt in loondienst, 6% is zelfstandig ondernemer en 15% is uitzendkracht. De werkgevers van deze groep doen er niet zoveel aan om doorwerken Werk zoeken De ervaringen met het zoeken naar werk zijn bij deze groep minder positief vergeleken met de mensen die nog wel langer willen doorwerken. Dit roept een kip-ofeivraag op: tonen werkgevers minder interesse omdat deze groep minder motivatie aan de dag legt? Of zijn de frustraties door negatieve ervaringen zó hoog opgelopen dat de motivatie er ernstig onder te lijden heeft? Hoe dan ook: van deze groep is 31% er de afgelopen vijf jaar in geslaagd van baan te veranderen. Daarvan bleef 21% in dienst bij dezelfde werkgever. 10% ging aan de slag na eerder een periode niet te hebben gewerkt. 20% van de nieuwe banen was op een hoger niveau, 27% op een lager niveau. Dat komt overeen met de groep steady stayers. De aankomende stoppers zochten gemiddeld twee keer zo lang naar een andere baan als de mensen die langer door willen werken. Ze geven zelf ook aan dat ze het moeilijk vinden om de juiste baan te vinden. Leeftijd en gezondheid zijn voor hen de belangrijkste redenen waarom dit moeilijk is. In de meeste gevallen vond deze groep de nieuwe baan via het uitzendbureau. Verder kwamen veel matches tot stand langs informele weg; de werkzoekenden werden

19 stoppers Len van Twisk (60): Het is mooi geweest Toen ik twintig was begon ik aan mijn eerste baan als fi liaalhoofd van de openbare bibliotheek in Zaandam. Ik deed van alles: boeken opruimen, vragen beantwoorden, voorlezen aan kinderen. Daarna was ik veertien jaar bibliothecaris in Uitgeest, daar gaf ik leiding aan dertig vrijwilligers. Het leidinggeven ging op gevoel, want de bibliotheekacademie die ik had gevolgd, was niet gericht op management. Later heb ik wel veel trainingen en cursussen gevolgd op het gebied van management. En ik ben nog twee keer overgestapt naar een andere bibliotheek voordat ik begin deze eeuw startte in mijn huidige functie: adviseur kwaliteitszorg bij een ondersteunende organisatie voor openbare bibliotheken. Mijn werk is leuk. Ik ga veel naar bibliotheken toe om te helpen met zaken als beleidsplannen schrijven, een visie ontwikkelen en processen in kaart brengen. Toch stop ik ermee zodra dat kan. Over een krappe twee jaar is het zo ver. Het bibliotheekwezen is een vergrijsde sector. Onder de jongere mensen hier heerst de opvatting dat het prima is als wij straks met pensioen gaan, omdat wij vernieuwingen tegenhouden. Daar heb ik last van, ook al gaat het niet over mij persoonlijk. Aan de andere kant: er zit ook wel een kern van waarheid in. Er zijn veel ouderen die de digitale ontwikkelingen niet meer helemaal bijbenen. Waar ik wellicht nog de meeste moeite mee heb, is het feit dat de hele cultuur zo is veranderd. Ik ben ooit begonnen aan dit vak omdat ik lezen belangrijk vind en ik mensen wil helpen die een informatieachterstand hebben. De bibliotheek speelt daarin nog steeds een grote rol. Maar andere waarden lijken belangrijker geworden. Zoals marketing en het pleasen van fi nanciers. Ik ben hier niet tegen, begrijp me niet verkeerd. Mijn eigen werk, kwaliteitszorg, is ook een van die nieuwe ontwikkelingen. Maar ik zie dat de directie steeds verder af komt te staan van waar het echt om gaat. Het is gewoon mijn wereld niet meer. Nu ben ik aan het aftellen. Nog twintig maanden, dan is het mooi geweest. Ergens is het wel jammer dat het zo eindigt. Maar ik voel me niet verbitterd, want zo gaan de dingen nu eenmaal. Bovendien heb ik ook gewoon zin in mijn vrije tijd. Ik ga een volkstuin beginnen, en cursussen voor ouderen volgen bij de universiteit. En heel veel wandelen. Heerlijk!

20 benaderd of namen zelf het initiatief om contact op te nemen met een werkgever. Ambities De arbeidsmotivatie van deze groep wijkt nauwelijks af van die van de groep die nog wel door wil. Ze zijn net zo tevreden over hun baan en vinden salaris en zelfontplooiing in gelijke mate belangrijk. Wel hebben ze iets minder behoefte aan sociale contacten. De ideale baan is voor deze groep een baan die fatsoenlijk betaalt, in deeltijd vervuld kan worden, met een gevarieerd takenpakket. Aan een goed salaris en een goed pensioen hechten ze meer waarde dan de groep steady stayers. Ten slotte valt op dat deze groep wat minder behoefte heeft aan flexibiliteit in arbeidstijden en thuiswerken. De toekomstwensen van deze groep bestaan hoofdzakelijk uit meer vrije tijd en een hoger inkomen. Ongeveer de helft wil het over vijf jaar wat rustiger aan gaan doen. Omgeving 82% van de aankomende stoppers heeft een partner. In driekwart van de gevallen heeft deze een eigen inkomen. De meeste leeftijdgenoten (ongeveer de helft) van deze groep werken nog. Een kwart van de groep bevindt zich in de situatie dat de meeste leeftijdgenoten al zijn gestopt met werken. Dat kan tot irritaties leiden. Op feestjes krijgen ze soms de vraag waarom ze toch doorwerken: alleen maar voor een beetje luxe en een beter pensioen? Bijna een kwart (23%) van de aankomende stoppers zorgt voor andere mensen, meestal zijn dat (schoon)ouders of andere volwassenen. Gemiddeld besteden ze daar zo n acht uur per week aan. Bij bijna eenderde levert de afstemming tussen werk en zorg problemen op. Dat is meer dan bij andere groepen. Waarschijnlijk komt dat doordat deze groep gemiddeld meer uren per week werkt. 22% van de aankomende stoppers doet vrijwilligerswerk, ze besteden daar zo n vijf uur per week aan. Dat is minder dan bij de groepen die niet werken. Stoppen met werken De aankomende stoppers kunnen gemiddeld met 63,3 jaar een einde maken aan hun arbeidzame leven en zijn ook zeker van plan om dat te doen. Ook met meer salaris of andere extra voorwaarden is deze groep nauwelijks te porren om nog wat langer actief te blijven. Slechts 10% wil na het bereiken van de 65-jarige leeftijd nog doorwerken. Bij de beslissing om al dan niet door te werken, spelen de regels van pensioenstelsels een belangrijke rol. Als langer doorwerken niet meer bijdraagt aan het verhogen van het pensioen en er toch al niet veel motivatie is om te werken, is de neiging om te stoppen groot. Conclusie Deze groep voelt niet de behoefte om op relatief jonge leeftijd te stoppen met werken. Aan de andere kant is er ook nauwelijks interesse om langer door te gaan. De aankomende stoppers merken nog minder dan andere groepen dat hun werkgevers zich ervoor inspannen om hen nog wat langer te behouden. Ook hebben ze wat minder positieve ervaringen met werk zoeken. Misschien dat hun wat passieve houding hieruit voortkomt. Figuur 5. Opvattingen over het ouderenbeleid van de werkgever In onze organisatie: doet men alles om oudere werknemers gemotiveerd te houden werken weinig jongeren is de organisatiecultuur sterk gericht op jongeren worden regelmatig nieuwe mensen boven de 50 aangenomen vervullen oudere werknemers sleutelposities wordt uitstroom naar prepensioen gestimuleerd stromen oudere werknemers gemakkelijk door naar een andere functie maken oudere werknemers evenveel kans op het volgen van een opleiding of cursus als jongere werknemers 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens

21 Figuur 6. Mening over werk betaalde arbeid is noodzakelijk om mijn leven volledig te maken betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing betaalde arbeid is voor mij belangrijk vanwege de contacten met anderen betaalde arbeid is voor mij belangrijk omdat ik zo mijn steentje bijdraag aan de maatschappij betaalde arbeid heb ik vooral vanwege het inkomen ik vind het belangrijk om als collega gewaardeerd te worden ik vind het belangrijk carrière te maken ik ben zeer tevreden met mijn huidige baan 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens

22 De tevreden thuiszitters Zo n acht jaar geleden zetten ze een punt achter hun carrière. Werken speelt geen rol meer in hun leven. Hoewel ze het niet altijd breed hebben, zijn de tevreden thuiszitters op een enkeling na ook met financiële prikkels niet meer naar de arbeidsmarkt te lokken. Er zijn belangrijker dingen in het leven. Kleinkinderen bijvoorbeeld. Kenmerken De tevreden thuiszitters zijn het oudst van alle groepen die we in beeld hebben gebracht. De gemiddelde leeftijd is 65,5 jaar. 42% is tussen de 60 en 64; 9% is jonger. De mensen die tot deze groep behoren, zijn wat negatiever over hun gezondheid dan de groepen die nog wel te interesseren zijn voor werk. Het opleidingsniveau van de tevreden thuiszitters is gemiddeld lager dan dat van de andere groepen. De meeste mensen (88%) hebben na hun schoolopleiding nog wel een cursus of aanvullende opleiding gedaan. Het inkomen van deze groep is gemiddeld lager dan dat van de andere groepen. Het is ook lager dan dat van de groepen die nog wel interesse hebben in werk. Dat ondersteunt de gedachte dat niet alleen financiële motieven een rol spelen bij de afweging om al dan niet langer door te werken. Werk De tevreden thuiszitters hebben hun carrière gemiddeld al zo n acht jaar geleden beëindigd. Meestal (60%) konden ze met (pre)pensioen of met de v u t. 14% kreeg gezondheidsproblemen en stopte om die reden met werken. Ook deze mensen werd gevraagd hoe ze tegen werk aankijken. Het zal geen verbazing wekken dat betaalde arbeid in hun leven niet zo n grote rol meer speelt. Ambities De tevreden thuiszitters streven niet naar meer geld of een groter huis. Aan meer vrije tijd en een intensieve relatie met de naaste familie (partner, kinderen en kleinkinderen) wordt veel meer belang gehecht. Omgeving 80% van deze groep heeft een partner. De meesten van hen zijn ook al gestopt met werken, net als de meeste vrienden, kennissen en familieleden van vergelijkbare leeftijd. Eenderde van de tevreden thuiszitters zorgt voor anderen. Gemiddeld besteden ze daar 14,5 uur per week aan, het hoogst van alle groepen. De helft van de tevreden thuiszitters doet vrijwilligerswerk, gemiddeld zo n 9,5 uur per week. Ook dat is meer dan bij de andere groepen. Conclusie Deze groep mensen heeft de arbeidsmarkt al geruime tijd verlaten en voelt geen enkele behoefte om een rentree te maken. Ze hebben een nieuwe invulling gegeven aan hun leven; ze verrichten veel zorg- en vrijwilligerstaken en het contact met hun naasten wordt steeds belangrijker. Financiële prikkels zullen nauwelijks iets uithalen, want voor het geld hoeft het ook al niet.

23 Wim Kragten (64): Het mooiste is de vrijheid Ik mocht al met pensioen toen ik 56 was, omdat ik toen veertig dienstjaren bij de overheid achter de rug had. Maar ik wilde helemaal niet met pensioen, ik was nog lang niet uitgekeken op mijn werk: leraar techniek op een havo/vwo. Daarvóór was ik onderwijsassistent voor natuurkunde, scheikunde en biologie. Bij elkaar heb ik 37 jaar in het onderwijs gezeten. De laatste jaren gaf ik ongeveer de helft van de tijd les. De andere helft besteedde ik aan het beheer van de nieuwbouw, die aan de school werd gebouwd: ik zorgde bijvoorbeeld voor het onderhoud, de verhuur van de aula en de aansturing van de schoonmaakploeg. Formeel was dat een taak van twintig uur in de week. Maar het werd steeds meer, soms wel zeventig of tachtig uur bij elkaar. Ik moest heel vaak s avonds en in het weekend aanwezig zijn. Dat vond ik wel erg zwaar. Begin vorig jaar besloot ik om helemaal te stoppen. Niet alleen met het beheer, maar ook met lesgeven. Ik was toen 63. Mijn collega s vielen van hun stoel van verbazing. Het is waar dat ik het altijd heel erg naar mijn zin heb gehad in het onderwijs, maar het was gewoon genoeg. De meesten in dit vak stoppen overigens nog veel eerder, met 58 of 60. Toen ik mijn besluit nam, had ik geen plannen voor mijn pensioentijd. Of eigenlijk ook wel: ik nam me voor om helemaal niets te doen. Al gauw stond het ene na het andere bestuur op de stoep met de vraag of ik bestuurslid wilde worden, maar ik heb overal nee op gezegd. Nu ben ik ruim een jaar met pensioen. Het bevalt uitstekend! Ik doe inderdaad niet zo veel. Ik organiseer wel het een en ander, voor de Oranjevereniging en de voetbalvereniging. Verder ga ik graag vissen, dat had ik veertig jaar niet gedaan, en kijk ik veel naar Amerikaanse honkbalwedstrijden. Vroeger miste ik daar heel veel van, want je kunt natuurlijk niet de halve nacht opblijven als je s ochtends weer naar je werk moet. Nu doe ik dat gewoon wel. Niemand die er last van heeft. Soms mis ik het contact met de collega s en de leerlingen. In september ga ik nog een weekje mee op kamp, gewoon voor de lol. Zelf ben ik in juni op vakantie geweest. Toen ik nog werkte keek ik daar vaak naar uit: buiten de schoolvakanties op reis gaan. Het is inderdaad heerlijk. Het mooiste van deze tijd is de vrijheid. Ik laat me nergens meer toe verplichten. Doe alleen maar waar ik zelf zin in hebt. Klinkt dat ideaal? Tja, dat is het ook. Figuur 7. Mening over werk betaalde arbeid is noodzakelijk om mijn leven volledig te maken betaalde arbeid is belangrijk voor mijn zelfontplooiing betaalde arbeid is voor mij belangrijk vanwege de contacten met anderen betaalde arbeid is voor mij belangrijk omdat ik zo mijn steentje bijdraag aan de maatschappij betaalde arbeid zou ik alleen voor het inkomen doen ik vind het belangrijk carrière te maken 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% helemaal oneens oneens niet eens, niet oneens eens helemaal eens