VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2012

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2011

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Ontwerp van verordening tot vaststelling van de begroting voor het dienstjaar 2018

Artikel 1,- De gewone begroting over het dienstjaar 2008 wordt als volgt vastgesteld:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

In een verder stadium worden deze begrippen verduidelijkt aan de hand van de werkelijke gegevens.

Artikel 1, De gewone begroting over het dienstjaar 2006 wordt als volgt vastgesteld:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Artikel 1.- De gewone begroting over het dienstjaar 2004 wordt als volgt vastgesteld:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BLOSO Tweede begrotingscontrole 2012 ONTVANGSTEN. BO 2012 (excl. overflow) BUDGET

BLOSO Begroting 2012 ONTVANGSTEN

BLOSO AGENTSCHAP TER BEVORDERING VAN DE LICHAMELIJKE ONTWIKKELING, DE SPORT EN DE OPENLUCHTRECREATIE Begrotingsopmaak 2014

DEEL I. ALGEMENE TOELICHTING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds

BLOSO Begrotingscontrole 2011 ONTVANGSTEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Collegebesluit nr. 04/ mei 2004

Verslag aan de Provincieraad

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BLOSO Begrotingsaanpassing 2013

INHOUDSTAFEL DEEL I. ALGEMENE TOELICHTING... 3 OMGEVINGSFACTOREN De economische groei De inflatie De rente

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Deze omzendbrief beoogt de afsluiting en de vaststelling van de gemeenterekeningen voor het dienstjaar 2012.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Begroting 2013 ONTVANGSTEN

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Begroting 2015 Begrotingswijziging 1A

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Begrotingsopmaak 2014

De initiële begroting 2018 sloot af met een overschot van 136,4 EUR.

Voorontwerp van decreet betreffende het overleg en de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

Boek 4. Stad Antwerpen. Toelichting bij de budgetwijziging 2015

Boek ϰ Stad Antwerpen džğůŝđśƚŝŷő ďŝũ ĚĞ ďƶěőğƚǁŝũnjŝőŝŷő 2014

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Graag had ik de concrete gegevens over de verdeling van de subsidies opgevraagd, alsook hoe deze verdeling tot stand kwam.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Tabel 3 bevat de verdeling volgens de beleidsprioriteit en de besteding van de middelen in 2016.

Addendum 1 horende bij de beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar Stuk 71B (BZ 1988) - Nr.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

PROGRAMMA HD SOCIAAL-CULTUREEL WERK

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Advies. Tussentijds advies over het begrotingsbeleid van de Vlaamse gemeenschap

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen

Budget 2018 AGB Westerlo budget 2018

Voorstel van resolutie

Graag een jaarlijks overzicht per beleidsdomein (zowel ministeries als rechtspersonen).

ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

AGB Herentals Augustijnenlaan Herentals NIS-code: Budget 2019

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN HET VERENIGD COLLEGE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

Begroting 2013 Begrotingswijziging 2B

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

TABEL ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

Begrotingswijziging N 1

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Begrotingsaanpassing 2014

72 GU Overdrachten. 7X GU Schuld

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen van Gimvindus nv

Financieel verslag 2017

VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2014

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2012

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Stad Antwerpen. Toelichting bij budgetwijziging 2017

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

7X GU Schuld. 72 GU Overdrachten

Provinciebegroting 2006 Tweede reeks wijzigingen

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998

Transcriptie:

STUK 575 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 2 JUNI 2015 Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van dinsdag 2 juni 2015 Begrotingsfondsen VGC SAMENVATTEND VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, mevrouw Elke Roex, mevrouw Annemie Maes, de heer Johan Van den Driessche Plaatsvervanger: mevrouw Cieltje Van Achter Ander lid: mevrouw Liesbet Dhaene 1348

- 2 - Dames en Heren, De Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media vergaderde op dinsdag 2 juni 2015 met als enige agendapunt de begrotingsfondsen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Mevrouw Elke Roex werd tot verslaggever benoemd. 1. Toelichting bij de begrotingsfondsen van de VGC door de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken Zoals gevraagd, licht de collegevoorzitter de begrotingsfondsen van de VGC toe. Algemeen kan men stellen dat deze fondsen een belangrijke financieringsmethodiek vormen binnen het budgettair en financieel beheer en, in het bijzonder, het investeringsbeleid van de VGC. Dit zijn eenmalige uitgaven om infrastructuurwerken te financieren. Kenmerkend voor begrotingsfondsen is dat er bepaalde ontvangsten in worden gestort die specifiek bestemd zijn voor bepaalde uitgaven. Er is dus sprake van oormerking van de middelen. Feitelijk en bestemming van de middelen die te maken heeft met de herkomst van de fondsen. Het voordeel van het werken met begrotingsfondsen is, vanuit een bestuurlijk perspectief, dat naast de oormerking van middelen, reservevorming mogelijk is met het oog op toekomstige uitgaven. Dit is trouwens steeds het beleid geweest van de opeenvolgende Colleges sedert het aantreden van de collegevoorzitter. Zo werd ook steeds geopteerd om budgettaire overschotten onder te brengen in een of meerdere fondsen, voornamelijk, zo niet uitsluitend, bestemd voor eenmalige uitgaven. Het is een gouden regel in begrotingsbeleid dat geboekte overschotten worden gereserveerd voor eenmalige uitgaven. Een bekend gegeven in dit verhaal is het FEU (Fonds voor Eenmalige Uitgaven) dat de Vlaamse Gemeenschap lange tijd kende en waar investeringsuitgaven mee worden gedaan. Een nadeel van het werken met fondsen is dat deze het algemeenheidsprincipe van de begroting doorbreken. De algemeenheid vereist dat het geheel van de ontvangsten van de overheid één massa vormt die, ongeacht oorsprong of aard ervan, moet dienen tot dekking van het totaal van de uitgaven. Fondsen vormen hierop dus een zekere uitzondering, aangezien middelen die we dit jaar ontvangen, gereserveerd kunnen worden in fondsen voor uitgaven in een volgend jaar. Een ander nadeel is de beperkte flexibiliteit. Want enkel via begrotingswijzigingen kunnen wij middelen in onze begrotingsfondsen storten of er uit putten. Dat gebeurt meerdere keren binnen eenzelfde begrotingsjaar of gespreid over verschillende begrotingsjaren. Daardoor is het vaak voor buitenstaanders niet vanzelfsprekend om het overzicht over het geheel te bewaren. Desalniettemin zijn de begroting en de jaarrekening van de VGC zeer leesbare documenten waar in detail heel wat informatie kan in worden gevonden, ook over de begrotingsfondsen. Vaak wordt het College bevraagd, o.m. via schriftelijke vragen, over de besteding van de fondsen. In de betreffende parlementaire stukken is daarover uitleg te vinden.

- 3 - De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft intussen een reeks begrotingfondsen opgericht. Deze fondsen (het onderwijsfonds, het Lambermontfonds, het reservefonds stedenfonds, het gezinsfonds en recent ook het bijzonder investeringsfonds) beantwoorden aan de geldende bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1991 tot vaststelling van het begrotings- en rekeningstelsel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Vervolgens geeft collegevoorzitter Guy Vanhengel een toelichting bij elk van deze fondsen en hun saldi. Er wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de meest recente bewegingen per begrotingsfonds, conform de recent behandelde begrotingswijziging. (zie BIJLAGEN 1 TOT 4) Het gezinsfonds Dit fonds werd opgericht bij verordening van 19 februari 1998 en gewijzigd bij verordening in februari 2004 en mei 2013. Bij het ontstaan van de NCC, voorganger van de VGC, werd aan deze instelling de opdracht meegegeven een net van kinderdagverblijven te realiseren in de toenmalige Brussels Agglomeratie (het Peuterplan). Aan die opdracht werd een extra dotatie gekoppeld. Teneinde een aantal realisaties van kinderdagverblijven, het onderhoud van de in gebruik zijnde infrastructuur en nieuwe projecten binnen de sector Kind&Gezin verder te kunnen uitbouwen, werd dit reservefonds gecreëerd. Investeringen beperkte zich toen tot, wat men noemde, de voorschoolse instellingen. Dat begrip werd later verruimd tot investeringen in het beleidsdomein Kind&Gezin, zodat alle mogelijke investeringen in deze sector met middelen van het fonds konden worden gefinancierd. In 2013 werd dit fonds uiteindelijk omgedoopt tot Gezinsfonds en laat het toe om middelen specifiek voor kinderopvang en preventieve gezinsondersteuning te oormerken. Onder andere de aan de VGC toegewezen middelen van het gewestelijke Kinderkribbenplan worden hier in ondergebracht alsook andere middelen, waaronder overschotten op de begrotingsrekening. BEGROTING 2015 Saldo 3.001.606 Begrotingswijzing 1&A Overboekingen naar het fonds 1.214.000 Deel resultaat 2014 1.127.000 Overboeking van Lambermontfonds 87.000 Overboekingen uit het fonds 1.585.348 Meeruitgaven gewone begroting 82.000 Meeruitgaven buitengewone dienst 1.503.348 Nieuw saldo 2.630.258

- 4 - Het reservefonds voor de onderwijsinstellingen of onderwijsfonds Bij verordening (21 december 2000) werd een begrotingsfonds opgericht voor de ontvangst en de besteding van middelen voorzien voor het onderwijs in de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bij artikel 55 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten werden de trekkingsrechten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestendigd zodat een actualisering van de oorspronkelijke verordening zich opdrong, zowel wat betreft de ontvangsten van het fonds als de besteding van de middelen uit het fonds. De belangrijkste wijziging voor dit fonds was dat de middelen niet langer exclusief dienden te worden gebruikt voor de eigen (VGC) onderwijsinstellingen maar ook konden worden aangewend voor andere onderwijsinstellingen. In diezelfde optiek werd ook in de mogelijkheid voorzien om dit fonds met andere middelen te spijzen. BEGROTING 2015 Saldo 32.584.681 Begrotingswijzing 1&A Overboekingen naar het fonds 3.701.475 Deel resultaat 2014 1.413.000 Overboeking van BIF 2.288.475 Overboekingen uit het fonds 16.203.374 Meeruitgaven gewone begroting 690.600 Meeruitgaven buitengewone dienst 15.512.774 Nieuw saldo 20.082.782 Het Lambermontfonds De oprichting van het Lambermontfonds vindt zijn juridische basis in de verordening nr. 02/02 van 30 april 2002. In dit fonds worden middelen geparkeerd die eerder een transversaal karakter hebben o.m. middelen voor de werking van de administratie van de VGC (personeel, communicatiebeleid en IT) of voor gemeenschappelijke (brede) investeringen. Maar ook middelen toegewezen aan de beleidsdomeinen Cultuur, Jeugd en Sport en Welzijn en Gezondheid, die niet onmiddellijk kunnen worden aangewend, worden in dit fonds tijdelijk gereserveerd (bv. middelen uit de verkoop van gebouwen binnen deze beleidsdomeinen).

- 5 - BEGROTING 2015 Saldo 2.370.812 Begrotingswijzing 1&A Overboekingen naar het fonds 1.752.000 Deel resultaat 2014 1.752.000 Overboekingen uit het fonds 515.512 Meeruitgaven gewone begroting 554.000 Overboeking naar Gezinsfonds 87.000 Minderuitgaven buitengewone dienst -125.488 Nieuw saldo 3.607.300 Het reservefonds stedenbeleid of stedenfonds Op basis van de instructies van de Vlaamse Gemeenschap bij omzendbrief 03/11 van 5 december 2003 werden het toenmalig investeringsfonds en het stedenfonds geïntegreerd in één fonds, als dusdanig te beheren in een gewoon reservefonds. Bij verordening nr. 04/04 van 17 februari 2004 werd dit reservefonds Stedenbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie opgericht. De middelen die de VGC krijgt toegewezen in het kader van de uitvoering van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Stedenfonds, worden aan dit reservefonds toegewezen. Deze middelen, zowel wat de gewone als buitengewone uitgaven betreft, kunnen uitsluitend worden gebruikt voor uitgaven, gemaakt in uitvoering van een goedgekeurde beleidsovereenkomst. Het Sociaal Impulsfonds ging het Stedenfonds vooraf. BEGROTING 2015 Saldo 2.871.027 Begrotingswijzing 1&A Overboekingen naar het fonds 157.022 Deel resultaat 2014 110.022 Terugvordering 47.000 Overboekingen uit het fonds 2.215.156 Meeruitgaven gewone begroting 362.013 Meeruitgaven buitengewone dienst 1.853.143 Nieuw saldo 812.893

- 6 - Het bijzonder investeringsfonds Tot slot werd bij de begroting 2015 in de oprichting voorzien van het bijzonder investeringsfonds. Dit fonds komt er ingevolge de correcte financiering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opgenomen in het Vlinderakkoord. In het bijzonder betreft het de zogenaamde 'geaffecteerde middelen' waarvan een deel (40 miljoen euro) ten gunste is van de gemeenschapscommissies en dus ook van de VGC (20% of 8 miljoen euro). Gezien de grootstedelijke functie van Brussel leidt tot grote uitdagingen, zullen deze middelen dienen om, al naargelang de noodwendigheden en de vorderingen in de tijd, investeringsgerelateerde uitgaven te financieren (inclusief leninglast). De huidige geplafonneerde leningcapaciteit van de VGC, toegekend door de Vlaamse Regering, bedraagt 4 miljoen euro op jaarbasis. De leningcapaciteit wordt niet jaar na jaar volledig benut en hangt samen met de noodwendigheden. Momenteel zou de leningcapaciteit integraal kunnen worden aangesproken omdat de leningslasten laag liggen. De opbrengsten op de uitstaande middelen in de fondsen liggen eveneens laag. De aflossingen vindt men terug in de gewone begroting en de begroting bevat een post uitstaande schuld. Bij de VGC gaat dit eerder om een bescheiden bedrag: 30 miljoen euro bedraagt de uitstaande schuld, die is gerelateerd aan duurzame investeringen. Andere overheden lenen soms om recurrente uitgaven te financieren. BEGROTING 2015 Saldo 5.600.000 Begrotingswijzing 1&A Overboekingen naar het fonds -325.000 Vermindering federale dotatie -325.000 Overboekingen uit het fonds 2.288.475 Overboeking naar Onderwijsfonds 2.288.475 Nieuw saldo 2.986.525 Al deze financieringsmechanismen vinden hun oorsprong los van de klassieke dotatieregelingen en vallen buiten de reguliere financiering. Ze worden dus aangewend voor eenmalige investeringen. Een van de belangrijkste fondsen is het onderwijsfonds. Daar circuleren de grootste bedragen in. De collegevoorzitter deelt een overzicht uit van de uitstaande onderwijsdossiers voor de komende jaren. Deze gegevens worden verspreid onder de raadsleden, maar worden niet toegevoegd aan het verslag. De eerste 10/15 dossiers op de lijst zijn rijpe dossiers. Er werd al een lijst gegeven bij de begrotingsbespreking 2015. Maar de collegevoorzitter pleit voor omzichtigheid. Dergelijk overzicht geeft telkens momentopnames weer en de rangorde van de dossiers na het blok van 10/15 - kan om tal van redenen verschuiven, bv. naargelang voor een dossier de procedures vlot of minder vlot kunnen afgerond worden. De tabel heeft niet de bedoeling verwachtingen te scheppen. De 3 netten hebben de gegevens en weten hoe er mee om te gaan. Er is ook een afstemmingsnota met het kabinet Crevits, die zal worden rondgestuurd aan de raadsleden. Ook voor de andere beleidsdomeinen zijn de grote projecten bekend.

- 7-2. Bespreking Mevrouw Annemie Maes (Groen) bedankt de collegevoorzitter voor de toelichting en de cijfers die ter beschikking worden gesteld. De cijferoefening die de VGC-adminsitratie voor vandaag klaarmaakte, draagt bij aan de leesbaarheid en transparantie van de fondsen, waarvoor dank. Bij de begrotingswijziging 1 en A ontstond verwarring doordat er verschillende benamingen voor hetzelfde fonds werden gebruikt. Bv. in de buitengewone dienst is sprake van STEF (Reservefonds Stedenbeleid) en op een ander artikel in de begroting spreekt men van Bijzonder Reservefonds stedenbeleid. Dat kan er toe leiden dat men denkt dat het over 2 verschillende fondsen gaat. Hier is duidelijkheid wenselijk. De oefening die de collegevoorzitter maakte voor het beleidsdomein onderwijs, getuigt van transparantie, zelfs al wordt aangemaand voorzichtig om te springen met die informatie omdat er nog allerhande dingen kunnen wijzigen en gaat het om een soort verlanglijstje. Mevrouw Maes mist dezelfde oefening voor de andere fondsen. Voor het bijzonder investeringsfonds (8 miljoen uit Vlinderakkoord) wordt gezegd dat een deel naar onderwijs gaat (2,18 mio). Dat is toch een keuze die het College maakt. Wat gebeurt er met het saldo? Is dat bestemd? Zo ja, voor welke beleidsdomeinen? Is daar een lijstje van, zelfs al is het niet helemaal geëngageerd? Krijgt Cultuur een deel? Kan collegevoorzitter Vanhengel de grote lijnen meegeven? Voor het Stedenfonds zou het volledige lijstje toch kunnen worden meegedeeld, want het gaat om keuzes die het College maakt. Collegevoorzitter Guy Vanhengel toont het lijstje van het stedenfonds en zegt dat ook deze cijfers onder voorbehoud zullen bezorgd worden aan de raadsleden. Hij pleit opnieuw voor voorzichtigheid bij de lezing van de lijst. Mevrouw Annemie Maes (Groen) neemt de aan dat voor deze lijst dezelfde omzichtigheid geldt als voor die van het onderwijsfonds. Zij herhaalt dat Groen tijdens de begrotingsbesprekingen merkte dat er vele overboekingen waren uit 2014 (bv. Gezinsfonds: 1,12 mio en Lambermontfonds: 1,7 mio) en vroeg of de middelen die terugvloeiden naar de respectieve fondsen, het gevolg waren van gesneuvelde projecten, herschikkingen, nieuw beleid, etc. De vraag werd toen niet beantwoord. Er is geen duidelijkheid over. Collegevoorzitter Guy Vanhengel geeft een lijst door waarin alle operaties met betrekking tot het stedenfonds 2014 zijn opgenomen. Mevrouw Annemie Maes (Groen) vraagt waar de koudwatervrees zit om de tabel voor het Gezinsfonds en het Lambermontfonds te bezorgen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat de koudwatervrees is, dat het College de uitvoerende macht is en wordt gecontroleerd door de Raad op zijn beleid maar niet op zijn intenties.

- 8 - Mevrouw Annemie Maes (Groen) repliceert dat een begroting altijd een intentie is. Als in een begroting bedragen worden overgeheveld van het ene fonds naar een ander, is dat toch met een bepaalde bedoeling. Collegevoorzitter Guy Vanhengel zegt dat het in de begroting om artikelsgewijze overhevelingen gaat. In de overzichttabellen gaat het om uitbetaalde, uitgevoerde dossiers. Dat is van een andere orde. De tabellen geven de details en maken duidelijk hoe een fonds werkt. De heer Johan Van den Driessche (N-VA) bedankt de collegevoorzitter op zijn beurt voor de nuttige toelichting. Het is goed deze oefening te maken buiten de stress van de begroting en de begrotingswijzigingen. De spreker bekijkt de fondsen vanuit helikopterperspectief. De VGC legt reserves aan. Wat zijn de evoluties van deze spaarpotten? En het woord spaarpotten is niet negatief bedoeld. Een spaarpot hebben is een goede zaak en het is evenzeer een goede zaak dat de spaarpot grosso modo volledig bestemd is. Dat geeft duidelijkheid naar wat men in de toekomst wil bereiken. Is de tendens van de bedragen in de fondsen stijgend of dalend? Dat is interessante informatie. Collegevoorzitter Guy Vanhengel beaamt dat er een tendens in zit, die vaak samenhangt met de omvang van een dossier. Als er een zwaar dossier wordt gerealiseerd vanuit een fonds zullen de middelen in dat fonds een terugval kennen. Bv. wanneer de facturen van de realisatie van de Coovi-toren moeten betaald worden, kent het desbetreffende fonds dat stelselmatig wordt opgebouwd, een zekere afbouw. In de begroting 2015 staat de evolutie voor de laatste 5 jaar. Of daar veel kan worden uit afgeleid, is de vraag. De heer Johan Van den Driessche (N-VA) vraagt of hij kan concluderen dat de tendens niet dalend is, indien alle fondsen zouden worden opgeteld. Uit de optelling van de tabel van het onderwijsfonds blijkt dat in totaal om 365 miljoen euro investeringen gaat en dat er nu in het fonds 20 miljoen euro zit. Stel dat alle onderwijsdossiers worden uitgevoerd, spreken we dan over een tijdspanne van 10 jaar? Collegevoorzitter Guy Vanhengel zegt dat de tendens inderdaad niet dalend is omdat er nieuwe financieringsbronnen bijkwamen in de loop der jaren. Recent nog 8 miljoen euro, geïndexeerd, in gevolge de laatste staatshervorming. Om dit boekhoudkundig te kanaliseren en leesbaar te houden, worden voor de verschillende financieringsbronnen aparte fondsen gecreëerd. Het zwaarst geïndexeerde bedrag is dat van het fonds uit 2000 en de eerste federale middelen. In de indexeringen van de middelen zitten afwijkingen omdat voor de indexering van getransfereerde middelen soms andere parameters gebruikt worden. Het klopt dat de totale onderwijsinvesteringen 365 miljoen euro belopen en dat er nu 20 miljoen in het onderwijsfonds zit. Het fonds wordt jaarlijks gespijsd. Er worden jaarlijks middelen uit gebruikt en middelen aan toegevoegd. Het saldo fluctueert. Dat is ook zo voor de andere fondsen. Uit het bijzonder investeringsfonds namen we dit jaar al 4 miljoen euro. Wat komt er jaarlijks binnen in het onderwijsfonds? 15 + 3 + 67 miljoen euro + het saldo van vorig jaar (43 miljoen euro). Dan zijn er ook nog de capaciteitsmiddelen van Vlaanderen: 7 miljoen per jaar, mogelijk enigszins op te trekken in jaren dat er zich een piek aandient.

- 9 - Met wat vandaag bekend is, steekt er 31 miljoen in het onderwijsfonds. Het saldo zal als volgt fluctueren, naargelang de out en in : 16 miljoen, 13 miljoen, 17 miljoen, 24 miljoen. De twee nieuwe middelbare scholen zitten hier niet bij. Die worden geraamd op 2 maal 20 miljoen. Het gaat telkens over dossiers in de overzichtslijst, waarvan sommige weliswaar nog niet in de eerste 5 jaar zullen gerealiseerd worden. De werken aan de eigen onderwijsinstellingen zijn niet opgenomen in het lijstje, maar gaan wel van de fondsen af. Het zal inderdaad ongeveer 10 jaar duren eer alle onderwijsdossiers die we vandaag kennen, zullen gerealiseerd zijn. Geen enkel dossier wordt afgevoerd omdat er geen middelen zijn. Indien een dossier wordt afgevoerd is het omdat er iets anders blokkeert, niet omdat er geen middelen zijn. Zolang er saldi zijn, kan het geen kwestie van geld zijn. Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA) vraagt of de overboekingen tussen de fondsen ongelimiteerd zijn en of alle middelen die in de andere fondsen ondergebracht zijn, effectief bestemd zijn, net zoals de middelen van het onderwijsfonds. Hangt het overboeken enkel af van beslissingen van het College? Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat het College de overboekingen van het ene fonds naar het andere voorstelt in de begroting en in de begrotingswijziging, die door de Raad worden goedgekeurd. De middelen van alle fondsen zijn inderdaad zo goed als volledig bestemd. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA) heeft begrepen dat de geaffecteerde middelen die in de fondsen zitten, niet kunnen worden getransfereerd omdat ze geoormerkt zijn en dat de nietgeaffecteerde middelen wel kunnen worden getransfereerd. Collegevoorzitter Guy Vanhengel bevestigt dit. De recent bijgekomen 8 miljoen euro, nietgeaffecteerd bij wet, wordt voor de helft overgedragen naar het onderwijsfonds en zal voor de rest worden ingezet voor noodwendigheden in de andere beleidsdomeinen. Dat hangt veelal samen met de klaarliggende dossiers. Soms worden deze middelen geoormerkt, maar dat is niet wettelijk verplicht. Het College kan anders beslissen in functie van een bepaalde situatie. Er is wel een afspraak in het College dat een groot deel van de niet-geaffecteerde middelen naar onderwijs gaat. Mevrouw Annemie Maes (Groen) polst of het enkel collegevoorzitter Guy Vanhengel is die over het Lambermontfonds beslist omdat het onder zijn bevoegdheid valt, dan wel of het College er over beslist. Het Lambermontfonds heeft ook betrekking op het pensioenfonds van de ambtenaren Quid? Collegevoorzitter Guy Vanhengel verduidelijkt dat het College in consensus beslist. Er werd ooit éénmalig uit het Lambermontfonds geput voor een pensioenstijging, die het gevolg was van het feit dat RSZ PPO zijn berekeningen had aangepast. Mevrouw Annemie Maes (Groen) vraagt expliciet of het Lambermontfonds een brede waaier aan bestemmingen, vastleggingen of oormerken toelaat naargelang het uitkomt voor het College? Het kan gebruikt worden voor de administratie omdat er een probleem rijst voor de pensioenen of voor onderwijs,

- 10 - Collegevoorzitter Guy Vanhengel benadrukt dat het Lambermontfonds wordt aangewend voor éénmalige uitgaven (niet voor recurrente financiering) en bovendien gebonden is aan bepaalde parameters. Het wordt maximaal ingezet om de onderwijsnoden te lenigen en vervolgens om andere behoeften te dekken. Dat geldt voor alle fondsen, behalve voor de middelen die specifiek gekoppeld zijn aan bepaalde beleidsonderdelen. Het onderwijsfonds is exclusief voor onderwijs, het gezinsfonds is exclusief voor gezinsbeleid. Het Lambermontfonds functioneert op een andere wijze dan het gezinsfonds bijvoorbeeld. Het gezinsfonds wordt exclusief gebruikt voor de realisatie van dossiers die betrekking hebben op het gezinsbeleid. Het verschil tussen middelen uit het Lambermontfonds en het Stedenfonds is dat deze laatste middelen, afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap, expliciet worden toegekend voor bepaalde realisaties. Daar zit geen enkele speling op. De doelstellingen zijn decretaal vastgelegd. Het verschil tussen de middelen uit het Lambermontfonds en het bijzonder investeringsfonds is dat de oorsprong van de middelen verschillend is. Mevrouw Annemie Maes (Groen) wenst te vernemen waarom de saldi op het gezinsfonds (1.127.000 euro) en het Lambermontfonds (1.752.000 euro) zo groot zijn? Werden bepaalde dossiers niet uitgevoerd? Werd politiek gekozen voor het stopzetten van bepaalde projecten? Hoe komt het dat er een overschot is? Collegevoorzitter Guy Vanhengel antwoordt dat deze restbedragen in investeringstermen uitgedrukt, geen grote overschotten zijn. Het overschot op het lopende dienstjaar wordt terug overgeheveld naar de betrokken fondsen voor het volgende dienstjaar. De verslaggever, Elke ROEX De voorzitter, Carla DEJONGHE

- 11 - BIJLAGEN BIJLAGE 1: detail Gezinsfonds begrote engagementen 2015 1. Gewone begroting Ontvangsten In totaal: 1.214.000 euro Uitgaven In totaal: 82.000 euro overboeking van Lambermontfonds 87.000 overboeking deel resultaat 2014 1.127.000 66002/332-02 tussenkomsten tijdelijke huisvesting 82.000 2. Buitengewone begroting Uitgaven In totaal: 1.503.348 euro 850/552-52 Investeringssubsidies gezinsinstellingen 1.503.348

- 12 - BIJLAGE 2: detail Onderwijsfonds begrote engagementen 2015 1. Gewone begroting Ontvangsten In totaal: 3.701.475 euro Uitgaven In totaal: 690.300 euro overboeking van Bijzonder Investeringsfonds 2.288.475 overboeking deel resultaat 2014 1.413.000 400/124-48 technische werkingskosten 150.000 415/121-48 vergoedingen begeleiders speelpleinen 160.000 415/332-01 subsidies speelpleinen 126.000 430/435-010 loonkost gedetacheerd personeel OCB 200.000 499/911-03 Beschikbaarheidsvergoeding 54.300 2. Buitengewone begroting Uitgaven In totaal: 15.512.774 euro 400/631-51 investeringssubsidies - capaciteitsuitbreiding 14.778.774 400/723-54 aankoop, studies en werken aan gebouwen 6.000 400/744-51 lichtvisualisatie 315.000 415/744-51 aankoop materiaal speelpleinen 150.000 497/723-52 aankoop, studies en werken Kasterlinden 263.000

- 13 - BIJLAGE 3: detail Lambermontfonds begrote engagementen 2015 1. Gewone begroting Ontvangsten In totaal: 1.752.000 euro

- 14 -

- 15 - BIJLAGE 4: detail Stedenfonds begrote engagementen 2015 1. Gewone begroting Ontvangsten In totaal: 157.022 euro 311/161-48 andere ontvangsten en terugvorderingen 47.000 overboeking deel resultaat 2014 (voorafname) 110.022 Uitgaven In totaal: 362.013 euro 311/124-06 werkingskosten - Stedelijk Beleid 25.000 311/301-02 terugbetaling van onwaarden op geïnde vastgestelde rechten 32.197 311/332-02 subsidies in het kader van het stedelijk beleid 94.000 40007/332-02 stimuleren van levenslang en -breed leren 100.000 430/111-01 bezoldiging van het personeel OCB 110.816 2. Buitengewone begroting Uitgaven In totaal: 1.853.143 euro 830/522-52 investeringssubsidies voor onderwijsprojecten 133.430 84000/522-52 investeringssubsidies voor jeugdinfrastructuur 11.250 84002/522-52 investeringssubsidies culturele instellingen 66.000 84004/522-52 investeringssubsidies voor sportinfrastructuur 595.463 850/522-52 investeringssubsidies voor voorschoolse instellingen 469.000 85000/522-52 investeringssubsidies voor welzijnsinstellingen 578.000