De stichting Commissie Watersport Opleidingen is een samenwerkingsverband van:

Vergelijkbare documenten
Opleider Competent. Informatiebrochure CWO Opleider cursus

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Toetsplan kwalificatie leercoach

Zeil-Instructeur worden bij Sailcenter Limburg Introductie

PvB Leercoach. Coachen van cursisten;

Versie CWO-CGO kader opleidingslocaties december

Basketball Trainer/ Coach 3 Aansturen van kader

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

PVB 5.4 Geven van workshops

Kwalificatiestructuur Sport Toetsdocumenten Scheidsrechterscoach

PvB 4.1 Geven van lessen/trainingen

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts

Modernisering Opleidingen Kaatsen Kwalificatieprofiel KAATSTRAINER 2

Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 Damtrainer 3

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.3 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1, 4.2, 4.4, 4.5 en 4,6

PvB-beschrijving Opdracht. 2. Doelstellingen

Opleiding Allround Wandelsport Instructeur Niveau 3

Sportleider 4 Coachen van wedstrijden Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.2

Proeve van bekwaamheid (PvB) KSS Coachen van wedstrijden

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

PVB 3.1 Geven van lessen Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 3

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 2.1 Geven van Lessen

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

4. Deelnamecondities U dient te beschikken over een akkoordverklaring die door een KNKB-gekwalificeerde opleider is ondertekend.

(en onderhouden externe contacten)

Kwalificatieprofiel van de kwalificatie Basketball Trainer/ Coach 2

PVB-beschrijving portfolio

Deze opleidingen worden door Groei Direct verzorgt!

ZUYD HOGESCHOOL

Proeve van bekwaamheid (PvB) - KSS Ontwikkelen en uitvoeren sporttechnisch beleid

Studieplan Visie Coachtraining Gezondheidscoach

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.3 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1, 4.2, 4.4, 4.5 en 4,6

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

PVB-beschrijving 4.3

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

LEIDER SPORTIEVE RECREATIE. Inhoudsopgave

Basketball Trainer/ Coach 3 Organiseren van activiteiten

Studiegids Opleiding Allround Wandelsport Instructeur, niveau 2 (AWI-2)

Versie januari Waterhulpverlening

Trainer (Muay Thai) Kickboxing 3. Federatie Oosterse Gevechtskunsten. Proeven Van Bekwaamheid (PVB) Versie 1, 2012

Alle ondersteuning is voor deelnemende scholen aan het BSL project gratis. Fase Activiteit Betrokkenen Ondersteuning

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

Wielertrainer 4 Geven van trainingen

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

PvB Beoordelaar Beoordelen van portfolio s

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

PVB-beschrijving 4.2

EVC-traject Wft-Pensioenverzekeringen WFTNIVO

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.6 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1 t/m 4.5

PVB 2.1 Geven van zeillessen

Proeve van Bekwaamheid

Unieke opleiding in Arboland. Opleiding. Copla Opleiding Training Consultants Coaching

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

BESCHRIJVINGEN PROEVEN VAN BEKWAAMHEID

Opleiding Allround Wandelsport Instructeur Niveau 3

Basisinformatie Opleiding

Scorelijst praktijkbegeleider BT2 1 versie

CURSUSAANKONDIGING UEFA PRO

Opleiding Sportklimtrainer

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur Deelnamecondities Afnamecondities Locatie...

5. Afnamecondities Uw portfolio dient leesbaar, compleet en op orde te zijn. Bij voorkeur dient u deze digitaal aan te leveren.

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

PVB 4.1 Geven van trainingen Geweer Deelkwalificatie van trainer-coach 4 Geweer

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

PvB Beoordelaar Afnemen van praktijktoetsen

Opleiding Allround Wandelsport Instructeur Niveau 2

Toetsplan van de kwalificatie golfinstructeur level 2

PVB 2.1 Geven van lessen (praktijkbeoordeling) Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 2

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

VT2 PvB 2.3 Assisteren bij activiteiten

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Onderliggende Beroepscompetentieprofiel Sportleider 3 Badminton Verantwoording Vastgesteld door Badminton Nederland d.d.

PVB 3.1 Geven van zeillessen + PVB 3.5 Afnemen van vaardigheidstoetsen BEOORDELING

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

1 Opdracht Doelstellingen Onderdelen PvB en tijdsduur Deelnamecondities Afnamecondities Locatie...

Proeve van bekwaamheid (PVB) KSS 4.2 Deze PvB wordt afgenomen in combinatie met de PvB 4.1 en 4.3 t/m 4.6

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Proeve van Bekwaamheid

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Werkzaam bij de brandweer

KWALIFICATIEPROFIEL WATERSKI & WAKEBOARD INSTRUCTEUR 3

Kwalificatieprofiel Taekwondotrainer niveau 2

Programma van toetsing

PvB 3.1 Geven van trainingen

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Toelating Master Design!

Hoe begeleid ik een cursist van een KNSB Opleiding. Handvat voor praktijkbegeleiders

Toetsplan. Allround Wandelsport Instructeur 2 (AWI-2) Titel Deelkwalificaties Geven van trainingen (KSS 2.1) Assisteren bij activiteiten (KSS 2.

PVB 4.5 Samenwerken met een begeleidingsteam en onderhouden van externe contacten

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Proeve van Bekwaamheid

Transcriptie:

De stichting Commissie Watersport Opleidingen is een samenwerkingsverband van: De cursus wordt verzorgd door Groei Direct-Opleidingen en leidt op tot het CWO diploma Opleider!

Inleiding Beste Opleider in opleiding, In deze map vind je naslagwerk over onderwerpen die aan bod komen in de cursus Opleider competent. Het is bedoeld als achtergrondinformatie, leerstof en verdieping bij het volbrengen van de cursus. Per onderwerp zal aangegeven worden bij welke leeropdracht de informatie gebruikt kan worden. Andere bronnen (literatuur en sites) vind je bij de leeropdrachten. Tijdens de cursus zullen zo nodig aanvullingen of hand-outs worden uitgedeeld die je dan zelf kan bijvoegen. Het cursusmateriaal is samengesteld uit (delen van) hand-outs en stencils uit de vorige Opleidercursussen. Omdat deze map altijd in ontwikkeling is, horen we graag van je (aan het einde van de cursus) wat je goed van deze map vindt en wat er volgens jou nog aan de inhoud zou kunnen worden verbeterd. Tot slot wensen wij je veel succes en vooral veel plezier! De staf van de Opleidercursus, Loosdrecht, januari 2015 Pagina 2 januari 2015

Inhoudsopgave 1. Vooraf...4 1.1 Doel van de cursus. 4 1.2 Opzet van de cursus. 4 1.3 Intake en beoordeling 4 1.3.1 Instroomeisen 4 1.3.2 Gesprek 4 1.3.3 Praktijk 4 2. Competentie & Competentieleren...5 2.1 Kerncompetenties 5 2.2 Functiecompetenties 5 2.3 Competentieleren: waar gaat het eigenlijk om? 5 3. Competentie overzicht...6 3.1 Kerncompetenties 6 3.2 Beroepscompenties 6 3.3 Overig 7 4. Portfolio...8 4.1 Oorsprong 8 4.2 Motieven 8 4.3 Tips 8 4.4 Literatuur 8 5.1 Coach (groep) 9 5.2 Reflecteren 9 5.3 Literatuur: 9 5.4 Hulpmiddel 10 6. Competenties verwerven... 11 6.1 POP 11 6.2 Leeropdrachten 11 6.3 Workshops 11 6.4 Leervragen 11 6.5 Zelfstudie 11 6.6 Portfolio 11 7. Toetsing & Beoordeling... 12 7.1 Methode 12 7.2 Beoordelingsaspecten 12 7.3 Protocollen 12 7.4 Afronding en presentatie 13 8. Cursus overzicht & afrondingsdata... 14 Cursusdata 14 9. Leeropdrachten.17 10. Opleider competenties en protocollen Pagina 3 januari 2015

1. Vooraf Welkom bij de cursus! In dit hoofdstuk geven we een beeld van het doel en de opzet van de cursus. 1.1 Doel van de cursus. Het doel van deze opleiding is instructeurs 4* (oud: instructeur ZIB*) op te leiden tot Opleider. Een Opleider is iemand die door organisatie, opleiding en begeleiding (direct of indirect) zorg draagt voor alle vaar- en vaaronderwijs opleidingen op een CWO-opleidinglocatie en eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit van die vaaropleidingen. Dit betekent dat de Opleider competent is om, binnen een CWO-opleidinglocatie, opleidingen voor instructeur 3 en 4 te ontwikkelen, te organiseren en de volledige verantwoordelijkheid daarvoor te dragen. In deze opleiding verwerven instructeurs kennis, vaardigheden en inzichten zodat zij cursisten kunnen introduceren en bekwamen in één of meerdere watersport disciplines. 1.2 Opzet van de cursus. De cursus is opgezet volgens de inzichten van het competentiegericht leren. We gaan uit van het idee dat reeds beheerste kennis, vaardigheden en competenties niet nogmaals aangeboden hoeven te worden. Ook is de cursist vrij om nog onvoldoende ontwikkelde en/of ontbrekende competenties naar eigen inzicht te verwerven. Dit betekent niet dat er geen lessen, workshops en begeleiding vanuit de cursusstaf zal plaatsvinden; we stellen de cursist in staat gebruik te maken van de mogelijkheden om lessen en workshops te volgen en elke cursist zal een begeleider (leercoach) aangewezen krijgen. Ook zal er ruimte zijn om geheel cursistgestuurde competenties te verwerven: aan de hand van de leervragen die de cursist heeft zal invulling worden gegeven aan bijvoorbeeld een les of workshop. 1.3 Intake en beoordeling Doel van de intake is te bepalen of de cursist reeds voldoende competenties beheerst om de cursus binnen de looptijd van de cursus af te ronden. 1.3.1 Instroomeisen Om deel te mogen nemen aan de intake procedure moet de (aanstaande) cursist in het bezit zijn van instructeur 4 inclusief examenbevoegdheid en actief zijn binnen een CWO aangesloten opleidinglocatie waar de cursist de mogelijkheid heeft als Opleider te functioneren. Daarnaast moet men bereid en in staat zijn voldoende tijd vrij te maken om de cursus te doorlopen. Richtlijn na I-4 is 50 dagdelen (150 uur). 1.3.2 Gesprek Bij afwijking ten opzichte van de eisen zal er een intake gesprek plaatsvinden. Deze intake bestaat uit een gesprek met 2 leden van de cursusstaf waarbij het Portfolio (zie hoofdstuk 4) van de cursist de leidraad vormt. Er wordt in dit gesprek besproken welke competenties de cursist al beheerst en welke onderdelen nog ontwikkeld moeten worden. 1.3.3 Praktijk Naast dit intakegesprek aan de hand van het Portfolio van de cursist wordt de cursist in de praktijk (begeleiden en training geven/gevorderd lesgeven) beoordeeld in de daarbij horende competenties. Dit gebeurt in principe op de eigen vaarschool, bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het seizoen. Pagina 4 januari 2015

2. Competentie & Competentieleren Competent zijn betekent: ik kan het en ik weet waarom. 2.1 Kerncompetenties Kerncompetenties zijn competenties die belangrijk zijn voor het functioneren in een bepaalde functie. Ze behoren niet bij de specifieke taak van de Opleider, maar zijn wel van belang ten aanzien van zijn of haar functioneren. Er is sprake van een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten. Bezit je deze competenties (gedeeltelijk) niet, dan zal je niet optimaal in de rol van Opleider kunnen functioneren. 2.2 Functiecompetenties Functiecompetenties zijn competenties die specifiek horen bij de taak van de Opleider. 2.3 Competentieleren: waar gaat het eigenlijk om? Om op de juiste manier deel te kunnen nemen aan de cursus is het noodzakelijk om je bewust te zijn van enkele uitgangspunten, consequenties en dilemma s van het competentieleren. 2.3.1 Uitgangspunten: Elk leerproces is individueel; Uiteindelijk is het doel van het leren iets te kunnen (competent zijn); kennis, attitude en vaardigheden zijn noodzakelijke elementen; Het overdragen van alléén kennis leidt niet direct tot kunnen; Competent zijn is altijd contextgebonden; Beoordeling vindt plaats op aantoonbaar kunnen, niet op kennen; De meeste leer- en werksituaties vragen om samenwerking. 2.3.2 Consequenties: Competenties moeten zoveel mogelijk binnen de echte context worden aangeleerd; Toetsing van kennis is geen toetsing van kunnen; Klassikale aansturing van het leren via het overdragen van kennis past niet in dit model; Een vervangende vorm van aansturing is dus noodzakelijk. Een doorlopend coachingstraject is hiervoor de meest voor de hand liggende oplossing; Elke leerroute zal min of meer individueel vorm moeten krijgen; Leervragen kunnen (lang) niet altijd worden voorzien of georganiseerd; Er is meer tijd nodig voor begeleiding en coaching (on-the-job), minder voor ingeroosterde kennisoverdracht; Je kunt alleen gecoacht worden als je gecoacht wilt worden; Een (goede) relatie tussen alle betrokkenen is cruciaal, er wordt aandacht besteed aan binding (elkaar leren kennen en accepteren). 2.3.3 Dilemma s Vertrouwen hebben in de leerbehoefte en mogelijkheden van de lerende; Acceptatie van toevalsleren ; Controleren versus Stimuleren en faciliteren; Standaardiseren versus Ontwikkelen Pagina 5 januari 2015

3. Competentie overzicht 3.1 Kerncompetenties Leercompetentie De eigen hulpvragen kunnen verwoorden en op een efficiënte manier de benodigde kennisbronnen dan wel deskundigen kunnen raadplegen. Raadpleegt deskundigen; Vertoont inzet bij het verwerven van kennis; Bepaalt leerbehoefte; Zoekt leersituaties op en legt leermomenten vast; Werkt samen met (groepen) medewerkers binnen de eigen organisatie; Werkt samen met collega Opleiders (van andere vaarscholen); Staat open voor visies en inzichten van anderen: collega s, medewerkers en consumenten. Burgerschapscompetentie De Opleider is sociaal, moreel, milieubewust en maatschappelijk actief. Behandelt mensen gelijk, discrimineert niet, accepteert verschillen en heeft respect voor andere opvattingen; Hanteert breed geaccepteerde sociale omgangsvormen; Gaat kritisch om met eigen normen; Handelt vanuit overwegingen rond normatieve aspecten van het beroep (ethiek, fraude); Houdt rekening met milieunormen; Houdt zich aan basiswaarden van de Grondwet en aan de overige wettelijke bepalingen in de samenleving. 3.2 Functiecompetenties De Opleider heeft ten aan zien van: 1. Begeleiden sporttechnische ontwikkeling zeilers en kader a. inzicht in het vaardigheidsniveau van cursisten en kader; b. het vermogen adequate adviezen te geven ten aanzien van de sportieve ontwikkeling van zeilers en kader; c. kennis van gesprekstechnieken/communicatie en het vermogen de juiste toe te passen. 2. Geven van trainingen aan vergevorderden a. het vermogen op ieder niveau training te verzorgen, zowel praktisch als theoretisch; b. de kennis en het inzicht om met de juiste foutenanalyse de cursist op een creatieve manier op het juiste niveau te trainen; c. de kennis en het vermogen trainingen te organiseren en te leiden. 3. Afnemen van Proeven van Bekwaamheid a. het vermogen om zowel praktisch als theoretisch adequaat proeven van bekwaamheid af te nemen binnen de CWO organisatie; b. de kennis en het inzicht om een Persoonlijk opleidingsplan op te stellen naar aanleiding van een competentiescan of Proeve van Bekwaamheid; c. een compleet beeld van CWO eisen. Pagina 6 januari 2015

4. Ontwikkelen en vormgeven van opleidingsprogramma a. het vermogen om op alle niveaus instructeuropleidingen te organiseren en te leiden; b. de kennis en het inzicht om de kwaliteit van de opleidingen te waarborgen; c. heeft kennis van innovatieproblematiek en is in staat deze bij implementatie van (ver)nieuwe(nde) opleidingsmethodes toe te passen; d. heeft het vermogen een opleidingsplan op te stellen en uit te voeren; e. inzicht in opleidingsprocessen op andere CWO-opleidinglocaties. 5. Aansturen begeleidingsteam a. kennis van gesprekstechnieken/communicatie en het vermogen de juiste toe te passen; b. het vermogen draagvlak te creëren binnen het begeleidingsteam; c. het vermogen beslissingen te nemen en te verdedigen binnen een begeleidingsteam. 6. Vergaren, ontwikkelen en delen van kennis a. Zoeken naar relevante ontwikkelingen die een bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van de opleidingslocatie; b. Participeren in kennisnetwerken; c. Formuleren van onderzoeksvragen; d. Creëren van mogelijkheden om ontwikkelingen te implementeren; e. Kennis van activiteiten op andere CWO locaties en aangesloten verenigingen; f. Beschikbaar stellen van kennis en ervaring aan andere belanghebbenden. 7. Bevorderen competentieontwikkeling vaarschoolkader a. inzicht in het leertraject van de instructeur/begeleider; b. het vermogen begeleiding gestructureerd aan te bieden; c. kennis van gesprekstechnieken/communicatie en het vermogen de juiste toe te passen; d. het vermogen de noodzakelijke (opleidings)administratie uit te voeren. 3.3 Overig CWO De Opleider heeft ten aan zien van de CWO organisatie: a. kennis van het ontstaan van de organisatie; b. kennis van de bestuursstructuur en besluitvormingsprocessen; c. een compleet beeld van CWO eisen; d. het vermogen de noodzakelijke (opleidings)administratie uit te voeren. Pagina 7 januari 2015

4. Portfolio 4.1 Oorsprong Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties niet volstaan met diploma s en mooie verhalen over hoe goed ze wel niet zijn. Mensen uit deze beroepsgroepen hebben een andere vorm gevonden om hun kwaliteiten aan te tonen, namelijk het portfolio. Dat is een dossier met eigen schetsen en tekeningen, met foto s van eigen kunstwerken, van maquettes, van gebouwen e.d.. Op dit moment zien we dat de belangstelling vanuit het bedrijfsleven en het onderwijs voor dergelijke portfolio s toeneemt. Portfolio s leveren namelijk niet alleen gegevens over de capaciteiten van de cursist of toekomstige werknemer, maar geven ook inzicht in hun leervermogen. Dit is van des te meer belang omdat snelle maatschappelijke en technische ontwikkelingen maken dat kennis snel veroudert, waardoor niet alleen de verworven kennis van belang is, maar ook het vermogen van een persoon om snel nieuwe zaken bij te leren. 4.2 Motieven Portfolio s bevatten bewijsmateriaal van activiteiten die iemand heeft verricht in het kader van de eigen professionalisering. Het bewijsmateriaal van de activiteiten wordt door de persoon zelf geselecteerd en deze bepaalt eveneens zelf welke activiteiten hij of zij wil verrichten om dat bewijsmateriaal te verzamelen. Wanneer we tijdens een opleiding werken met een portfolio kan men zeggen dat deze opleiding mede cursist gestuurd en cursistgericht is. Op deze manier fungeert een portfolio als een hulpmiddel voor cursisten om hen te leren eigen doelen te stellen in het kader van eigen professionalisering (een leven lang leren). Het stelt de cursist in staat zich bewust te worden van de eigen capaciteiten en bewijsmateriaal te verzamelen van de eigen vaardigheden. 4.3 Tips Algemene tips voor het samenstellen en onderhouden van een portfolio zijn: Verzamel en structureer - verzamel zoveel mogelijk bewijsmateriaal, maar orden het zodanig dat het overzichtelijk blijft, bijvoorbeeld per onderwerp en per onderwerp weer naar kwaliteit. Reflecteer - wat zegt het bewijsmateriaal over jouw competenties? Welke beheers je en welke (nog) niet? Formuleer doelen - aan welke competenties ga je werken? Hoe ga je dat doen? Denk ook aan een tijdspad! Stop er steeds wat in en gooi er wat uit - je portfolio is een reflectie op je leerproces; als er niets verandert in je portfolio staat je groei blijkbaar stil. Bescheidenheid is uit den boze - als je iets goed gedaan hebt mag dat gezien worden! Kijk bij anderen en luister naar hun ideeën - tijdens de cursus ben je niet elkaars concurrent; je leert van elkaar en kunt veel ideeën bij elkaar opdoen. Geef je portfolio een persoonlijk tintje - iedereen heeft een eigen stijl die ook wat over jou zegt. "Wanneer ik een portfolio bekijk, ben ik natuurlijk geïnteresseerd in de inhoud, maar ik ben ook geïnteresseerd naar het ontwerp van de portfolio. Soms zegt de vorm van een portfolio me net zoveel als de inhoud. Aan het ontwerp kan ik mensen beoordelen, het zegt me of de ontwerper ervan conservatief of avontuurlijk is, cool of bescheiden, precies of slordig. Ik kan zelfs beoordelen of mensen veel tijd besteed hebben aan het bijstellen van hun portfolio of aan een efficiënte voorbereiding ervan Een portfolio zegt iets over het vermogen van iemand om te communiceren over zijn/haar eigen ideeën en ontwerpen" (vertaald uit het Amerikaans; Cesar Perelli in Linton,1996). 4.4 Literatuur Burke, K., Fogarty, R. & Belgrad, S. (1993) The portfolio Connection. USA: IRI Skylight Publishing Inc.Johnson, N.J. & Rose, L.M. (1997) Portfolios (Clarifying, constructing and enhancing) Basel: Technomic Publishing Company Inc. Linton, H. (1996) Portfolio Design. New York: W.W.Norton & Company, Inc. ISBN 0-393-73008-5 Pagina 8 januari 2015

5. Coaching & Reflectie 5.1 Coach (groep) Elke cursist krijgt een coach. De cursist maakt afspraken met andere cursisten om elkaars opleidingen te bezoeken. Samen vormen zij een coachgroep. De cursisten in deze coachgroep kunnen samen, met en/of van elkaar leren. De coach is het eerst aanspreekpunt van de cursist. Daarnaast begeleidt de coach de cursist(en) tijdens het verwerven van competenties. Hij ondersteunt de cursist vorm en inhoud te geven aan het leertraject; de coach helpt en stimuleert. Het uitgangspunt van de coach is: ik help de cursist het zelf te doen. Leidraad hiervoor is het Portfolio en (als onderdeel daarvan) het POP. De cursist zal met regelmaat contact hebben met de coach. Soms alleen, een andere keer met de coachgroep. De intensiteit van de coaching hangt af van de behoefte van de cursist en van de (hoeveelheid) te verwerven competenties. 5.2 Reflecteren Reflecteren is naar jezelf kijken. Een belangrijk onderdeel tijdens de coaching, waarbij je jezelf onder de loep neemt. Tijdens een reflectiemoment zou je jezelf de volgende vragen kunnen stellen: Voel ik mij competent? Heb ik het in de vingers? Hoe heb ik geleerd? Wat heb ik geleerd? Snap ik het? Hoe werd het mij duidelijk? Reflecteren helpt je om leerdoelen te formuleren, een studieplan te maken, je eigen leerproces te begrijpen en kunnen beschrijven. 5.3 Literatuur: Reflectietools ISBN 90 5931 230 9 Uitgeverij Lemma/Boom, infodesk@lemma.nl tel. 070-3307094 Pagina 9 januari 2015

5.4 Hulpmiddel Om met de coach een opdracht, verslag of project goed te kunnen bespreken (reflecteren) tijdens een coachgesprek zou je bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren onderstaande tabel kunnen gebruiken: 1. Oriëntatiefase Wat moet/wil ik doen? Waarom? Waar? Met wie? Hoe lang, wanneer klaar? Wat is het doel? Hoe weet ik of het doel gehaald is (eisen, kwaliteit)? 2. Uitvoer/verwerking Plan uitvoeren Regelmatig kijken of je je nog aan je plan houdt Zo nodig tussentijds even terug naar 1. 3. Evaluatiefase Hoe vond ik het om dit te doen? Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat kon beter? Is het doel gehaald? Belangrijke factoren van buiten? Wat was mijn rol? Wat heb ik geleerd? Wie kan mij eventueel helpen? Wat heb ik er voor nodig? Wat weet ik al? Wat heb ik eerder gedaan, dat ik hier kan toepassen? Welke stappen zijn nodig? Hoe en met wie ga ik evalueren? PLAN!! Zo nodig tussentijds even naar 3 Controle Bij samenwerking met anderen: wat vond je van elkaars bijdrage? Wat wil ik voor de volgende keer herhalen? Wat wil ik voor de volgende keer veranderen/verbeteren? Wat ga ik daarvoor doen? Pagina 10 januari 2015

6. Competenties verwerven Onvoldoende ontwikkelde en/of ontbrekende competenties moeten worden verworven. Om dit te bereiken zijn er meerdere mogelijkheden. Het is aan de cursist voor welke mogelijkheid hij/zij kiest. De coach ondersteunt je hierin, maar het initiatief ligt altijd bij de cursist! 6.1 POP In het begin van de opleiding zal de cursist onder begeleiding van zijn/haar coach een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) opstellen waarin staat aan welke competenties, op welke manier en volgens welk tijdspad gewerkt gaat worden. Dit POP wordt onderdeel van je portfolio. De volgende werkvormen voor het verwerven van competenties zijn mogelijk: 6.2 Leeropdrachten Aan bijna iedere competentie waar nog aan gewerkt moet worden zit een leeropdracht gekoppeld, die de cursist in een situatie brengt waarbij de nog verder te ontwikkelen competentie noodzakelijk is om de opdracht te kunnen vervullen. Deze opdracht kan bijvoorbeeld het organiseren van een activiteit in houden of het schrijven van een verslag over een bepaald onderwerp. 6.3 Workshops Om de leeropdrachten te kunnen vervullen kan de cursist ervoor kiezen een workshop te volgen over het betreffende onderwerp, deze kan de cursist dan helpen de opdracht met goed gevolg te maken. Aan ieder cursusblok zit een workshop gekoppeld, het is de cursist vrij om deze al of niet te volgen. 6.4 Leervragen Je kunt specifieke leervragen voorleggen aan je leercoach. Zijn er meer cursisten met min of meer gelijke leervragen? Dan kan er voor dat onderwerp een workshop worden opgezet. In andere gevallen zal je samen met je leercoach de vraag gaan behandelen/oplossen/beantwoorden. 6.5 Zelfstudie De cursist is ook vrij om ervoor te kiezen de kennis en vaardigheden op een andere wijze eigen te maken, bijvoorbeeld door middel van zelfstudie. Ook kunnen Opleiders die binnen de vaarschool actief zijn een uitstekende bron van informatie zijn. 6.6 Portfolio Alle opdrachten, uitwerkingen van opdrachten, verslagen van workshops of andere leermomenten worden verzameld in het portfolio. Zoals in het betreffende hoofdstuk al omschreven is, moet uit het portfolio blijken dat de onvoldoende ontwikkelde en/of ontbrekende competenties na verloop van tijd beheerst worden. Pagina 11 januari 2015

7. Toetsing & Beoordeling Een belangrijk onderdeel van (competentie) leren is het evalueren en beoordelen van het leren. De coaches kijken steeds of het leerproces goed verloopt en of het uiteindelijke product van het leren (het verwerven van competenties) voldoet aan criteria die door onszelf en/of door de buitenwereld zijn gesteld. Zie ook hoofdstuk 5 Coaching en reflectie. Nadat de coach zich heeft vergewist van de voldoende ontwikkelingen van de competenties zal er een proeve van bekwaamheid worden afgenomen door de PvB-beoordelaar. Het Portfolio, met de bewijslast speelt hier in een centrale rol! 7.1 Methode De criteria voor de beoordeling vanuit het portfolio zijn ruimer dan bij een echte kennistoets. Er is daardoor meer ruimte voor subjectiviteit. In dit verband is het ook interessant om te wijzen op het idee van dat 'er-velewegen-naar-rome-leiden'. Uitgangspunt hierbij is dat competenties op verschillende wijzen verkregen kunnen worden en op verschillende manieren getoond kunnen worden. Er zijn wel beoordelingsmaatstaven vastgelegd, maar deze laten ruimte voor variatie in het proces en het resultaat. Uiteindelijk wordt het totale proces beoordeeld en niet (alleen) gefragmenteerde onderdelen. De winst van competentiegericht beoordelen in een contextrijke omgeving is een hoge mate van relevantie en validiteit. Daarnaast is het niet alleen 'de meester' (lees coach en/of cursusstaf) die oordeelt, ook de cursist geeft een oordeel en is verantwoordelijk om 'bewijzen' te verzamelen voor de betreffende competenties. Als die bewijzen verzameld zijn in een portfolio, dan dient er een waardering te komen. 7.2 Beoordelingsaspecten Beoordelingsaspecten voor het waarderen van producten/bewijzen in een portfolio zoals projectverslag, uitwerking van een opdracht, logboek, video: Authenticiteit: o is het product daadwerkelijk afkomstig van de cursist Actualiteit: o weerspiegelt het bewijs het huidige competentieniveau van de cursist Relevantie: o hoe specifiek is het bewijs voor de te beoordelen competentie Kwaliteit van het eindproduct: o in welke mate komt het product overeen met de gewenste kwaliteit (criterium, standaard) Kwantiteit: o is het aantal bewijzen, of de duur van een ervaring, voldoende om uitspraken te doen over de Variatie: o Bijzonderheden: (...) (...) competentie is de competentie in verschillende contexten bewezen 7.3 Protocollen De uiteindelijke beoordeling of de kandidaat alle besproken competenties voldoende beheerst om zelfstandig te kunnen functioneren in de beroepspraktijk zal worden gedaan door middel van Proeven van Bekwaamheid. Zodra de Leercoach overtuigd is van de aanwezigheid van alle competenties zal er aan de hand van protocollen worden bekeken of hiervoor voldoende bewijslast aanwezig is. Deze protocollen zal de kandidaat op het startweekend ontvangen om daarmee exact te weten welke beheersingscriteria er zijn vastgesteld ten aanzien van de competenties die noodzakelijk zijn om als Opleider te mogen functioneren. Tijdens de afrondingsdag geeft de cursist na met goed gevolg de Proeve van Bekwaamheid te hebben doorstaan een presentatie over zijn of haar (verworven) competenties en het leerpad hiernaartoe. Pagina 12 januari 2015

7.4 Afronding en presentatie De gehele cursus moet in één jaar (seizoen) afgerond kunnen worden. De cursist zal in zijn/haar POP volgens een nauwkeurige tijdsplanning moeten aangeven op welk moment welke competenties verworven zijn, door middel van bijvoorbeeld het maken van een leeropdracht. Reden voor deze tijdsplanning is om de werkdruk van zowel de cursist als de coaches/beoordelaars/cursusstaf aan het eind van de cursus te verminderen. Tijdens de afrondingsdag geeft de cursist een presentatie over zijn (verworven) competenties en het leerpad hiernaartoe. Pagina 13 januari 2015

8. Cursusoverzicht en (afrondings)data Cursus Opleider Competent in schema: 1. Aanvraag cursusinhoud 2. Insturen inschrijving 3. Intake 4. Ontwikkelen Portfolio 5. Startweekend i. Binding ii. iii. iv. Coachgroep POP Status tijdens de cursus 6. Verwerven van competenties i. Coachbijeenkomst ii. Leeropdrachten iii. Workshops 7. Afrondingsdag i. Presentaties ii. Diplomering Cursusdata Datum Onderwerp Opmerking Plaats 15 jan Intake/informatie avond Loosdrecht 21 feb Startdag Verplicht aanwezig Loosdrecht 8 mrt Workshopdag Begeleiden Loosdrecht 28 mrt Workshopdag Training geven Loosdrecht 20 mei Avond workshop introductie intervisie Loosdrecht 31 mei Workshopdag Innoveren Loosdrecht 19 jun Deadline I-4* Deadline 20 jun PvB training geven vergevorderden Verplicht aanwezig De Morra 21 november Afrondingsdag en presentatie Verplicht aanwezig Loosdrecht Pagina 14 januari 2015