Deze verduidelijkende nota is voorzien in het draaiboek artistieke beoordeling Kunstendecreet. Dit draaiboek is een gemeenschappelijk werkdocument voor alle partijen die betrokken zijn bij de advisering en het beslissingsproces in uitvoering van het Kunstendecreet. Het document dient als scenario en handleiding, maar biedt meteen ook een goede inleiding tot commissiewerk voor nieuwe commissieleden. Hierbij wordt steeds een duidelijk onderscheid gemaakt tussen decretale verplichtingen, gezamenlijke, bindende afspraken en vrijblijvende, maar nuttige tips. De nota met verduidelijking bij de beoordelingsmethodiek is decretaal niet voorzien. Deze tekst wordt ter informatie wel voorgelegd aan de minister, maar is geen tekst die de minister goedkeurt, noch een voorafname op eventuele beslissingen. Het is dus geen officieel richtkader voor de beoordeling. Hiertoe gelden uitsluitende criteria die voorzien zijn in het Kunstendecreet. Verduidelijkende nota van de beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk A. Inleiding Na 10 jaar Kunstendecreet, vinden wij het als beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk noodzakelijk stil te staan bij de ontwikkelingen in het sociaal-artistiek werk in Vlaanderen en Brussel. We willen verhelderen hoe wij als nieuw samengestelde beoordelingscommissie kijken naar een jonge en beloftevolle sector die ons nauw aan het hart ligt. Anno 2013 is het sociaal-artistiek werk transversaal van karakter, en zeer divers. Het is verwant aan uiteenlopende artistieke disciplines zoals theater, dans, muziek, literatuur, beeldende en audiovisuele kunst e.a. en werkt met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Deze diversiteit zorgt er ondermeer voor dat het sociaal-artistiek werk binnen verschillende wetgevende kaders kan worden ondersteund. Wij beschouwen het ruime karakter van de sociaal-artistieke praktijk als een kracht en een rijkdom. Tegelijk voelen wij de nood om vanuit onze rol als beoordelingscommissie, te verhelderen welke elementen voor ons van wezenlijk belang zijn om over sociaalartistiek werk te kunnen spreken, en welke projecten en organisaties als dusdanig in het kader van het Kunstendecreet kunnen worden gesubsidieerd. Wanneer wij het in deze tekst over het sociaal-artistiek werk hebben, verwijzen wij dan ook naar de projecten en organisaties die in aanmerking komen om binnen dit decreet te worden gesubsidieerd. Op die manier willen wij een verhelderend kader bieden aan zowel kunstenaars als organisaties die kunstenaars engageren voor sociaalartistiek werk. Samen met de beoordelingscriteria omschreven in het Kunstendecreet, is deze tekst voor ons de basis voor het formuleren van een artistiek advies. Hiernaast willen wij ook een constructieve bijdrage leveren aan het beleid van vandaag en morgen. Met de aanpassing van het Kunstendecreet in het vooruitzicht, is het des te belangrijker een aantal ijkpunten aan te reiken voor zij die zich in het sociaal-artistiek werk zullen engageren. De beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk draagt de eindverantwoordelijkheid voor deze tekst. Ze kwam tot stand na een visie-ontwikkelingstraject waaraan de commissieleden, en actoren vanuit het werkveld deelnamen.
B. Uitgangspunt Het sociaal-artistiek werk vertrekt vanuit een bewuste maatschappelijke en artistieke positionering. Dat impliceert dat iedereen de kans kan krijgen om het sociaal-artistiek werk actief mee vorm te geven. De samenwerking tussen professionele kunstenaars en deelnemers staat hierbij centraal. In elk sociaal-artistiek project is er sprake van een complexe verknoping tussen de sociale en de artistieke dimensie. Het sociaal-artistiek project bestaat altijd uit twee evenwaardige componenten: het proces (inclusief voorbereiding en nazorg) en het resultaat. Het resultaat omvat zowel de artistieke creatie als de transformatie. 1. Een integraal mensbeeld Het sociaal-artistiek werk gaat uit van een integraal mensbeeld, waarbij het individu in de totaliteit van zijn wezen wordt beschouwd, en zijn kwaliteiten, talenten en competenties centraal staan. Het richt zich tot mensen die tijdelijk of structureel uitgesloten zijn, en daardoor in de samenleving weinig of niet aan bod komen. Het sociaal-artistiek werk appelleert zo aan de veerkracht van mensen, die via kunst hun stem kunnen laten horen en aldus bijdragen aan een inclusieve samenleving. 2. Het proces Het sociaal-artistiek werkproces en de resultaten zijn evenwaardig. Dit proces vraagt tijd. Dit heeft te maken met de omkadering die aangepast wordt aan de noden en ambities van de deelnemers en met het specifieke karakter van de methodes. 3. De inbreng van de deelnemers De inhoudelijke inbreng en interventies van de deelnemers zijn cruciaal en bepalen mee het sociaal-artistiek werkproces. Hun inbreng is de basisvoorwaarde die moet zijn ingevuld om over sociaal-artistiek werk te kunnen spreken. Het is de taak van de sociaal-artistieke organisatie of initiatiefnemer om ruimte te creëren voor ontmoeting en dialoog, binnen een omgeving die tegelijk vertrouwd en veilig maar ook vreemd en uitdagend is. De organisatie of initiatiefnemer stimuleert de reflectie over de sociaal-artistieke methodes op maat van de specifieke noden en ambities van de deelnemers. 4. De inbreng van de professionele kunstenaar De inbreng van de professionele kunstenaar is een sleutelelement in het sociaalartistiek werk. De relatie tussen de professionele kunstenaar en de deelnemer is een relatie van gelijkwaardigheid en wederkerigheid die gevoed wordt door de kracht van het verschil. Zij zijn bereid samen elkaars leefwereld, en het onbekende te ontdekken. De bijdrage van de professionele kunstenaar kan variëren van project tot project. Hij brengt eigen competenties en affiniteiten in, en moedigt de talentontwikkeling van de deelnemers aan. Hij neemt in elk geval het voortouw, en zorgt gaandeweg voor de transformatie van de afzonderlijke sociaalartistieke bouwstenen tot een gelaagd en volwaardig sociaal-artistiek project. 5. Een complexe verknoping
Het sociaal-artistiek werk staat borg voor een complexe verknoping tussen de sociale en artistieke dimensie. Het gaat om de betekenis van kunst in een (sociale) context en hoe kunst in die context een andere blik binnenbrengt. Zo kan een ander perspectief ontstaan en een transformatieproces in beweging worden gezet. Het artistieke transformatieproces is essentieel. De deelnemer laat de eigen situatie los door verbeeldend en creatief aan de slag te gaan. De transformatie concretiseert zich op verschillende niveaus: dat van de deelnemer, het publiek, het getoonde, de blik, de eigen positie. Dit vereist dat men bewust bezig is met een proces van creatie en confrontatie. 6. Maatschappelijke en artistieke positionering Het sociaal-artistiek werk verhoudt zich op een bewuste en expliciete manier tot de samenleving. Het sociaal-artistiek werk speelt een vooraanstaande rol in de groeiende aandacht voor het belang van het omgevingsgericht werken binnen de kunsten. Reflectie over maatschappelijke thema s is inherent aan de sociaal-artistieke praktijk. Dit komt tot uiting in de keuze voor bepaalde inhouden, maar zit vooral vervat in de grondhouding en de bijhorende sleutelelementen die in deze tekst worden omschreven. 7. Samenwerkingsverbanden Het sociaal-artistiek werk is hybride. Het put uit verschillende artistieke bronnen, en gaat samenwerkingen aan met partners uit verschillende sectoren. De sociaal-artistieke organisatie en de kunstenaar beslissen in overleg welke samenwerkingen worden aangegaan. Deze samenwerkingsverbanden - sector overschrijdend of niet - zijn essentieel omdat zij het karakter van het sociaalartistiek project mee bepalen. Het smeden van nieuwe en zonevreemde samenwerkingsverbanden brengt diverse ideeën en vormen met zich mee. Door de instroom van nieuwe of andere inhouden blijft de sector in beweging, en wordt hij verrijkt en versterkt. Het uitbouwen van een gediversifieerd netwerk is fundamenteel omdat sociaalartistieke organisaties op die manier bouwen aan een maatschappelijk draagvlak voor zichzelf, en voor het werk dat zij creëren. Organisaties of kunstenaars die erin slagen een voor hen relevant netwerk uit te bouwen over verschillende sectoren heen, weten zich door hun partners ondersteund. De omgeving waarin de sociaal-artistieke organisatie of de kunstenaar opereert, bepaalt voor een groot stuk de aard van de samenwerkingsverbanden. De omgeving of context is niet noodzakelijk geografisch afgelijnd. De context kan ook een maatschappelijke of mentale ruimte zijn. In het beste geval komt samenwerking tot stand op basis van gedeelde inhoudelijke motieven, en over de grenzen van gemeente, taal en gemeenschap heen. Het sociaal-artistiek werk maakt deel uit van een bredere internationale dynamiek die verschillende benamingen kent o.a. community arts of arts et action sociale. Het kan belangrijk zijn dat sociaal-artistieke organisaties of initiatiefnemers zich bewust zijn van hun positionering binnen dit groter geheel, en zich hierdoor ondersteund voelen. Ook internationale samenwerking kan op die manier binnen handbereik komen.
(Getekend) De leden van de beoordelingscommissie sociaal-artistiek werk: - Marleen Platteau (Voorzitster); - Herman Peeters (Ondervoorzitter); - Jan Knops (Lid); - Dominique Nuyttens (Lid); - Soleman Amadou (Lid); - Dinora De Waele (Lid); - Marja Hermans (Lid); - Marijke Leye (Lid); - Veerle Vanderleen (Lid);