Gemeente Dordrecht EVALUATIE FUNDERINGEN 2005

Vergelijkbare documenten
FUNDERINGEN. EVALUATIE 31 december Datum : 16 april 2007 Redacteur : Wim Bellaart, Projectleider Funderingen

FUNDERINGEN EVALUATIE. Peildatum 31 december Datum : 5 maart 2009 Redacteur : Projectleider Funderingen

FUNDERINGEN EVALUATIE. 31 december Datum : 25 februari 2008 Redacteur : Wim Bellaart, Projectleider Funderingen

Gemeente Dordrecht EVALUATIE FUNDERINGEN Projectmanagement Project Funderingen Redactie. AC.B. (Adco) Spiering

FUNDERINGEN. Presentatie Raadscommissie W+L 26 maart 2003 Naar aanleiding van de Evaluatie van januari 2003 Door P. Bekkers, PM iov SO

Nieuwsbrief12 FUNDERINGEN. rol is nodig, omdat het proces van funderingsherstel

Voor wie. Probleemschets. Hoe herkent u funderingsproblemen?

Informatiebijeenkomst funderingsproblematiek

CVDR. Nr. CVDR11996_3. Subsidieverordening funderingsherstel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder:

FUNDERINGEN EVALUATIE. 1 juli Datum : 18 september 2007 Redacteur : Wim Be Haart, Projectleider Funderingen

Funderingsproblematiek Tweede kamer commissie BiZa en I&M 28 maart 2013

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Stadsbreed Funderingsherstel EVALUATIE Datum : 12 december 2011 Redacteur : W.M. Bellaart, Projectmanager

CVDR. Nr. CVDR424079_1. Beleidsregel onderzoeksplicht funderingen

BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERSTREKKING KLEINE VEENKADE E.O.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Particuliere woningverbetering funderingsherstel Schiedam

Collegebesluit. Onderwerp Subsidie Funderingsonderzoek

Raadsstuk. Onderwerp: Afronding projecten Funderingsaanpak Reg.nummer: GM/WZ 2012/ Inleiding

Gemeente Dordrecht VANGNETLENING FUNDERINGSHERSTEL. Project Funderingen Redactie W.M. (Wim) Bellaart

Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Nieuwsbrief20 F U N D E R I N G E N. Gemeente krijgt meer watertaken dan alleen afvoer van rioolwater

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Nota van B&W. Onderwerp Kredietafwikkeling Stadsdeelhart Schalkwijk. B&W-besluit:

Jaarverslag 2009 en de toekomst

RAADSVOORSTEL - ADVIESNOTA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

t.k.n. advies A (ter advisering; wordt alleen besproken in de commissie) advies B (ter besluitvorming door de raad)

Subsidieregeling funderingsonderzoek Zaanstad 2015

Particuliere woningverbetering funderingsherstel Schiedam

Nieuwsbrief11 FUNDERINGEN. WOZ-korting voor woningen aandachtsgebied

Memo presentatie Congres KCAF Funderingsherstel. Donderdag 21 november uur. 1. Inleiding. Alternatieve inleiding:

Berry Verlijsdonk raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/003710

Voorstel Van het college van burgemeester en wethouders Aan de raad van Zoeterwoude. Nummer : 17/34

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Raadsvoorstel *17.I001783* 17.I Vergaderdatum: 19 december 2017 Registratienummer: 2017/83 Agendapunt nummer: 14

Stadsbreed Funderingsherstel. Eind evaluatie. Datum : 9 juli 2013 Redactie: Projectteam funderingsherstel

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 19 september 2017

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Berden op Zoom. Onderwerp. Nummer voorstel. Datum voorstel

Onderwerp: Financiering van oeverherstelwerk aan de primaire waterkering in IJsselstein (nabij het Klaphek)

Verordening Blijverslening gemeente Aa en Hunze

REVIEW FUGRO EN WARECO

Evaluatie stichting Afvalfonds

Verordening Blijverslening gemeente Oss 2016 Pagina 1 van 6. Verordening Blijverslening. De raad van de gemeente Oss;

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties

Desgevraagd heeft Metafoor een tussenrapportage (tot ) uitgebracht.

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan

REGELING BEWONERSINITIATIEVEN 2019

VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 5 februari 2013 Intrekken SVn subsidieverordening

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Funderingsherstel aan woningen Zeeheldenbuurt noodzakelijk

SUBSIDIEREGELING DUURZAAM EN LEEFBAAR OOSTSTELLINGWERF 2016

Besluit Raad Nr. Datum 0 2 NQV 7fifi

Uitvoeringsregeling duurzame investeringen in de nieuwbouw West Aletalaan fase 4

Concept Raadsvoorstel

Vergadering Burgemeester en Wethouders

Nieuwsbrief17 FUNDERINGEN. op euro. Op dit moment is er nog geen geld gevonden in de gemeentebegroting voor deze investeringen.

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

Manifest handhaving 6% BTW-regeling bij funderingsherstel. Juni 2015

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Nota van B&W. Onderwerp Nota Inventarisatie en inspectie naar lichte platte daken

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

OIM. Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. : college van B&W Datum : Pfh. Van

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 15 ONDERWERP

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

RAADSVOORSTEL. TITEL Aanvulling revolverend fonds Duurzaamheidslening

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Verordening Blijversleningen Gemeente Oldebroek Artikel 1 Begrippen Deze verordening verstaat onder:

*RV * Aan de gemeenteraad Agendapunt : 6.5/ Documentnr.: RV Roden, 11 december 2008

Registratienr.: BP

Subsidieregeling Bewonersinitiatiefgelden 201

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2017; gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

EDOC CONCEPT -1-

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

Aan de raad van de gemeente lingewaard

De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 4 sept. 2012;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Funderingsproblemen Zaanstad

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Algemeen advies. Datum : 18 oktober 2017 Kenmerk : ASD Aan : het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft : Advies verordening Wmo 2018

Andre Opstal projectleider Funderingstechniek. Gemeente Rotterdam. lid F3O

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen

Collegevoorstel. Zaaknummer: subsidie restauratie molen Drunen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Transcriptie:

Gemeente Dordrecht EVALUATIE FUNDERINGEN 2005 Evaluatie Funderingen W.M. Bellaart 16 januari 2006

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. VOORTGANG ONDERZOEK EN HERSTEL 3. KNELPUNTEN EN HUIDIGE INSPANNINGEN 4. ORGANISATIE 5. GRONDWATERHERSTELPLAN 6. COMMUNICATIE 7. FINANCIEN 8. CONCLUSIES EN VOORSTELLEN

1. INLEIDING Voor u ligt de evaluatie van het project Funderingen per ultimo 2005. Conform de toezegging van het college wordt per halfjaar gerapporteerd over de voortgang van het project Stadsbrede aanpak Funderingsherstel. Op 12 oktober 2005 is de rapportage funderingen eerste helft 2005 in de vergadering van de commissie Wonen en Leefbaarheid besproken. Bij de behandeling van die rapportage is toegezegd om aandacht te besteden aan de geldingsduur van de regeling. Op dit punt wordt ingegaan in paragraaf 3 van deze evaluatie. Op 8 november 2005 stemde de gemeenteraad in met de nieuwe vangnetregeling en stelde de Verordening tot Wijziging van de Subsidieverordening Funderingsherstel (2 e wijziging) vast. Eerder is al gemeld dat het Ministerie van VROM op verzoek van de gemeente (maart 2004) uitstel heeft verleend voor de realisatie van het funderingsherstel van minstens 500 woningen of sloop gevolgd door vervangende nieuwbouw per uiterlijk 31 december 2006 (was 31 december 2004). De voortgang van het funderingsonderzoek en -herstel is beschreven in hoofdstuk 2. Al enige tijd is de resultaten- / plankaart beschikbaar waarop de volledige stand van zaken zichtbaar is gemaakt. In hoofdstuk 3 wordt een aantal knelpunten met betrekking tot het funderingsherstel beschreven en staan de inspanningen tot nu toe om deze op te lossen. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de organisatie van het dossier. In hoofdstuk 5 wordt de stand van zaken met betrekking tot het grondwaterherstelplan samengevat. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het aspect communicatie. In hoofdstuk 7 wordt het financiële verloop van het funderingenproces verantwoord. Hoofdstuk 8, tot slot, bevat de conclusies. 2. VOORTGANG ONDERZOEK EN HERSTEL Binnen het aandachtsgebied, exclusief het Emmaplein en omgeving, zijn 734 bouwblokken bij het onderzoek betrokken. Van 30 bouwblokken hebben de eigenaren geen toestemming gegeven om tot onderzoek over te gaan. Uit de resultaten van de 1 e fase onderzoeken komt naar voren dat in 23% van de onderzochte bouwblokken = 159 bouwblokken de fundering goed is*) en er ook geen redenen zijn voor monitoring. Van 228 bouwblokken (31 %) is uit het onderzoek naar voren gekomen dat de fundering niet voldoende is voor de komende 25 jaar en dat herstel noodzakelijk is. Voor 204 van deze bouwblokken (90% van 228) is het tweede fase rapport (herstelplan) gereed. Rapport onderzoek eerste fase gereed Fundering goed *) Monitoring Herstel fundering noodzakelijk / rapport 2 e fase gereed Aantal bouwblokken 704 159 317 228* / 204 3 Eigenaren hebben geweigerd om het 2 e fase onderzoek uit te laten voeren. ) In conclusie fundering is goed zijn ook nog steeds de panden op staal meegenomen.

Bij 317 bouwblokken (45% van 704) blijkt uit het onderzoek dat geen duidelijke uitspraak kan worden gedaan over de draagkracht en wordt aanbevolen het pand een aantal jaar (3-5 jaar) te monitoren op grondwaterpeil en / of zakking. Monitoring grondwater Monitoring zakking Monitoring grondwater en zakking Aantal bouwblokken 111 58 148 317 % 35 % 18 % 47 % Destijds bij de opzet van het funderingsonderzoek, ter afbakening van de aandachtsgebieden, zijn bouwblokken met een houten fundering en gebouwd na 1945 bewust niet in het funderingsonderzoek opgenomen. De keuze is gedaan op basis van een visuele inspectie vanaf de straat en archiefgegevens. Ten behoeve van het onderzoek is het aandachtgebied toen onderverdeeld in drie gebieden: Gebied A is Krispijn en de 19 de -eeuwse schil west, Gebied B is Reeland Zuid (Land van Valk en Transvaalbuurt) en 19 de -eeuwse schil midden, Gebied C is Reeland Noord (Vogelbuurt en Indische buurt) en 19 de -eeuwse schil oost Een onderverdeling over de onderzoeksgebieden waarvoor een herstelplan 2" fase nodig is geeft het volgende beeld. Deelgebied A B C Herstelplan L 96 85 47 228 Herstelplan Opgesteld 85 79 40 204 % 89% 92% 85% 89% Van de 228 bouwblokken waarvoor herstel noodzakelijk is wordt op grond van de onderzoeken een schatting gemaakt van de levensduur van de fundering en daarmee wordt een urgentie voor herstel aangegeven. 0-5 jaar 5-10 jaar 0-10 jaar 10-15 jaar 10-20 jaar 1 5-20 jaar 20-25 jaar Bouwblokken 14 55 42 19 41 49 8 228 Percentage 6% 24% 18% 8,5% 18% 21,5% 4% 100%

In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde herstelkosten per woning op basis van de aanneemsom opgenomen. Deze bedragen zijn inclusief BTW. Gemiddelde herstelkosten Fundering per woning Gemiddelde herstelkosten Casco per woning Gemiddelde herstelkosten per woning 53.512,00 (47 woningen) 6.181,00 (47 woningen) 59.693,00 (47 woningen) In de periode van januari tot en met december 2005 zijn voor 38 bouwblokken (=127 woningen) intentieverklaringen ondertekend. In totaal zijn sinds de start van het project voor 119 bouwblokken = 336 woningen intentieverklaringen ondertekend. Voor 49 bouwblokken waarbij een intentieverklaring is getekend, geldt een handhavingstermijn korter dan 10 jaar. Op grond van deze intentieverklaringen worden vervolgens definitieve herstelplannen opgesteld, wordt een aannemer geselecteerd, een begroting opgesteld, de subsidieaanvraag en een aanvraag bouwvergunning ingediend. In totaal zijn sinds de start van het project voor 54 bouwblokken = 266 woningen bouwvergunningen aangevraagd en voor 47 blokken = 235 woningen bouwvergunningen verleend. In de periode januari tot en met december 2005 is voor 18 bouwblokken (=174 woningen) een bouwvergunning aangevraagd en voor 23 blokken (=167 woningen) een bouwvergunning verleend. Herstelplannen gereed Intentieverklaring ondertekend Aanvraag bouwvergunning Bouwvergunning verleend Bouwblokken 204 119 54 47 2002-2003 28 5 5 2004 53 31 19 2005 38 18 23 woningen 752 336 266 235 2002-2003 78 33 22 2004 131 59 46 2005 127 174 167 Intussen is voor 47 woningen aan de gemeente gemeld dat het herstel gereed is. Binnen het gebied Emmaplein zijn 18 bouwblokken hersteld; dit betreft 144 woningen. Uitgaande van het aantal verleende bouwvergunningen van 235, vermeerderd met 50 naar verwachting nog te verlenen vergunningen (de helft van de resterende 101 intentieverklaringen) zal het aantal herstelde woningen in 2006 oplopen tot 430 (144 + 235 + 50).

Monitoring Er wordt naar gestreefd de monitoringperiode zo kort mogelijk te houden ter beperking van de meetkosten en om zo spoedig mogelijk uitsluitsel over de funderingssituatie te kunnen geven aan de eigenaren. Ca. 50% van de monitoring kan in 2006 worden afgerond, de rest vrijwel geheel in 2007 en nog enkele blokken in 2008. Het is nog te vroeg om eindconclusies te trekken over de monitoring, maar de volgende trend dient zich aan. Van ca. 50% van de bijna 260 blokken waarvoor de grondwaterstand wordt gemonitord kunnen de maandelijkse metingen worden beëindigd. Op grond van een steekproef lijkt het erop dat de verdeling ongeveer gelijk is over de 3 categorieën: geen droogstand, permanente droogstand en 'lichte' droogstand (in droge zomers of slechts enkele centimeters). Het laatste is weliswaar ook ongewenst, maar in sommige gevallen toch niet zondermeer schadelijk. Als deze situatie in de meetperiode is waargenomen mag worden verwacht dat dit representatief is voor een langere periode. Voor die blokken waar de grondwaterstand te laag is dient zich de vraag aan of er mogelijkheden zijn de grondwaterstand te verhogen. Uit het onderzoek naar grondwaterbeheermaatregelen van Fugro blijkt dat voor 178 woningen in 67 funderingsblokken geen grondwaterverhogende maatregelen mogelijk zijn binnen de geldende voorwaarden zoals vereiste drooglegging en het voorkomen van schade bij belendingen. Voor deze blokken lijkt funderingherstel op termijn nodig tenzij alsnog een oplossing gevonden wordt in de detailuitwerking al dan niet op initiatief van de eigenaar. Vooral in de communicatie over de uit te brengen eindrapporten zal zorgvuldig worden uiteengezet hoe het grondwaterniveau zich verhoudt tot het funderingshout en in welke mate de droogstand bepalend is voor het eindoordeel. Voor de zakkingsmetingen (206 blokken) geldt om diverse redenen dat een langere periode nodig is om uitsluitsel te krijgen. Drie jaar is kort. De resultaten zijn nog diffuus en het is nog te vroeg voor conclusies. Een voorlopige schatting geeft aan dat bij 10-20% van de blokken dermate hoge zakkingen of vervormingen worden gemeten dat herstelmaatregelen zullen worden aanbevolen. Intussen is ook duidelijk dat bij een aantal blokken geen grote zakkingen of vervormingen worden geconstateerd. Tegelijkertijd echter blijkt uit stabiliteitsberekeningen en rekening houdend met de negatieve kleef duidelijk dat de fundering zwaar belast, zoniet overbelast is. Op zichzelf is die situatie niet verwonderlijk omdat het ten tijde van het ontwerp van de panden niet gebruikelijk was om rekening te houden met negatieve kleef. Voor dergelijke panden zal gelden dat de handhavingstermijn weliswaar op meer dan 25 jaar wordt gesteld, maar toch ook de opmerking zal moeten worden gemaakt dat extra belasting in de vorm van ver-, aan- of opbouw niet mogelijk is zonder het treffen van funderingstechnische maatregelen. Met de onderzoeksbureaus vindt overleg plaats om de problematiek en de oplossingsrichtingen zo zorgvuldig mogelijk te bepalen aan de hand van eenduidige criteria.

Juridische Zaken Op de volgende terreinen is juridische inbreng geleverd in het funderingsdossier. 1. behandeling bezwaarschriften 2. behandeling schadeclaims 3. aanschrijving 4. overige vragen ad 1. Een bewonerscommissie voldeed niet aan de criteria om erkend te worden als bureau dat procesbegeleiding verricht zoals bedoeld in de Subsidieverordening en kwam daarom niet in aanmerking voor de gevraagde subsidie. Een bezwaar tegen de weigering om rekeningen onder de leningen voor funderingsherstel te schuiven werd ongegrond verklaard. Geoordeeld is dat geen sprake is van werkzaamheden die uit het funderingsherstelplan voortvloeien noch van een situatie die aanleiding geeft tot toepassing van de hardheidsclausule. ad 2. De gemeente heeft contacten onderhouden met de verzekeraar over de afhandeling van de schadeclaims van bewoners die enkele jaren geleden een huis kochten in de veronderstelling - gebaseerd op informatie van de gemeente - dat er geen funderingsprobleem zou bestaan. Dat probleem blijkt er wel te zijn. In een aantal gevallen is sprake geweest van schadeclaims. Een aantal gevallen is nog in behandeling bij de verzekeringsmaatschappij. In een ervan moet de belanghebbende de geleden schade inzichtelijk maken, waarna de maatschappij een voorstel zal doen. Een ander geval leek een pand op staal te betreffen, dat later toch op houten palen bleek te staan; de correspondentie hierover bevat echter steeds een voorbehoud. Een ander geval is definitief afgewezen door de verzekeringsmaatschappij. In een geval is de gemeente uitgegaan van informatie van de bewoners zelf, die achteraf onjuist blijkt te zijn. Aansprakelijkheid is door de gemeente afgewezen. Dit geldt ook voor een claim waarin de gemeente aansprakelijk is gesteld voor de lage grondwaterstand en de kosten van funderingsherstel. Ook heeft de gemeente 57 aansprakelijkstellingen voor een lage grondwaterstand uit voorgaande jaren afgewezen gelet op uitspraken van de Rechtbank en het Hof. Een verzoek van een belanghebbende die het niet eens was met de afwijzing van aansprakelijkheid voor een lage grondwaterstand werd opnieuw door de gemeente afgewezen. Een ander geval is nog in behandeling. De belanghebbende geeft aan het niet eens te zijn met de afwijzing van aansprakelijkheid omdat sprake zou zijn van een onjuist uitgevoerd onderzoek eerste fase. ad 3. Een eigenaar is uiteindelijk niet aangeschreven om mee te werken aan funderingsherstel. Het betrof een bouwkundige eenheid van drie woningen. Het college heeft beleidsregels opgesteld over de toepassing van het aanschrijvingsinstrument van artikel 14 lid 1 van de Woningwet. Deze eisen dat minstens 80% van de eigenaren van het bouwblok een funderingsherstel wil uitvoeren. Dit percentage werd in dit concrete geval niet gehaald. Er waren geen bijzondere omstandigheden die aanleiding gaven tot afwijking van de beleidsregels. Geadviseerd is niet tot aanschrijven over te gaan. In nog een geval werd de vereiste minimale 80% deelname in het blok niet gehaald waardoor de aanschrijving niet zou voldoen aan de beleidsregels voor aanschrijven; ook om andere redenen is besloten nog geen gebruik te maken van de aanschrijvingsprocedure. Een andere eigenaar werd aangeschreven om mee te werken aan het funderingsherstel van zijn bouwblok. De bestuursrechter heeft het besluit bij voorlopige voorziening geschorst, omdat het onder meer in strijd zou zijn met de Woningwet. Het college heeft nadien in deze zaak geen nieuwe actie meer ondernomen. De overige eigenaren uit het bouwblok hebben het funderingsherstel exclusief de woning van de aangeschreven woningeigenaar uitgevoerd. Intussen is het pand verkocht.

In een ander geval werd de eigenaar aangeschreven met als resultaat dat betrokkene na de aankondiging bestuursdwang alsnog heeft besloten vrijwillig mee te doen aan het herstelplan. ad 4. Er zijn vragen beantwoord over de toepassing van de Wet Openbaar Bestuur naar aanleiding van verzoeken van de Belangen Vereniging Funderings Problematiek. Tot slot betrof de juridische advisering: de externe juridische toets grondwatermaatregelen informatie type fundering aan diverse bewoners en aan eigenaren van woningen met funderingen op staal het overleg inzake toepassing 80%-criterium Beleidsregels art 14 lid 1 Woningwet en mogelijke aanpassing Subsidieverordening het opstellen van besluiten op aanvragen voor subsidie/lening (standaardbrieven) het toetsen van brieven betreffende monitoren, toestand van panden etc. 3. KNELPUNTEN Stagnatie, aantallen, redenen en consequenties De datum 1 januari 2007, einde ruime financieringsmogelijkheid, nadert. Conform de toezegging van de portefeuillehouder Funderingen tijdens de vergadering van de raadscommissie Wonen en Leefbaarheid van 12 oktober 2005 wordt dan ook voorgesteld de regeling wat ruimer toe te passen en wel als volgt. Inwoners die genoodzaakt zijn om de fundering onder hun woning te herstellen op korte of middellange termijn kunnen tot 1 januari 2007 een beroep doen op de gemeentelijke subsidieregeling funderingen (maximale lening 70.000 euro bij een handhavingstermijn van 15 jaar of korter) of de vangnetregeling. Voor beide regelingen geldt dat uiterlijk 1 januari 2007 de subsidieaanvraag bij het subsidiebureau Funderingen binnen moet zijn. Dit is een versoepeling van de verordening, waarin de voorwaarde is opgenomen dat de herstelwerkzaamheden op 1 januari 2007 moeten zijn uitgevoerd. Op deze wijze kan het aantal uiteindelijk herstelde woningen worden vermeerderd. Wel moet op enig moment de vraag nog worden beantwoord of de regeling (maximaal 70.000 euro en de vangnetregeling) ook na 1-1-2007 van toepassing kan blijven); wellicht voor alle aanvragen en niet alleen de urgente gevallen. Op dit punt zal later worden teruggekomen. Knippen van blokken Er zijn enkele bouwkundige eenheden waarvoor het knippen van blokken is bestudeerd naar aanleiding van een verzoek van bewoners en of begeleidingsbureaus. In één geval is na weging van de stedenbouwkundige, financiële en sociaal-economische factoren op grond van de hardheidsclausule besloten om de subsidie en financieringsmogelijkheden beschikbaar te stellen voor herstel. De voorbereiding tot herstel loopt nu verder, waarbij vermoedelijk alsnog een groter deel van de bouwkundige eenheid gaat herstellen. In twee andere gevallen is besloten het verzoek niet te honoreren. Verder is in een aantal bouwkundige eenheden sprake van herstel zonder het echt knippen van blokken. Het gaat om aparte panden binnen een blok waarvan de funderingstechnische staat veel slechter is dan de overige panden. De oorzaak van het probleem is vaak technisch (onder meer aanwezigheid van veel grenen palen, extra negatieve kleef, plaatselijke droogstand door hoger niveau fundering). De oplossing is dan ook technisch en tegelijk sober en doelmatig door alleen de zwakste schakel aan te pakken. Voorwaarde is dan wel dat de andere panden nog voldoende draagkracht en grondwaterdekking hebben. Panden op staal Tijdens de inventarisatie voorafgaand aan de selectie van bouweenheden voor funderingsonderzoek zijn, op grond van archiefgegevens en op enkele adressen indicatieve

funderingsonderzoeken, ruim 3700 adressen in het aandachtsgebied gekwalificeerd als "fundering op staal" én bouwjaar vóór 1945. Achteraf bleek op een aantal adressen toch een houten paalfundering aanwezig te zijn. Dit heeft enkele malen tot een aansprakelijkstelling richting de gemeente geleid op grond van vermeende of beweerde schade; vooralsnog is geen schade uitgekeerd. Op grond van de verordening zijn panden op staal alleen onderdeel van de aanpak funderingen wanneer deze een bouwkundige eenheid vormen met panden met houten paalfunderingen. Indien de houten paalfundering herstel behoeft is subsidie mogelijk voor herstel van het gehele blok. Regelmatig is gebleken dat eigenaren en kopers van panden op staal in de veronderstelling verkeren dat deze panden geen funderingsprobleem kunnen hebben. In de communicatie naar buiten, o.a. in een bijeenkomst met makelaars, wordt krachtig benadrukt dat van een misvatting sprake is. Resterende knelpunten Problematisch blijft dat voor 416 van de 752 woningen het herstelproces om allerlei redenen stagneert. Per blok is daar sprake van een knelpunt als gevolg waarvan het herstel van een groot aantal woningen wordt belemmerd. Zo komt het voor dat in één straatdeel het herstel van 12 woningen wordt belemmerd als gevolg van een knelpunt. Onderstaand volgt een overzicht. Tabel: Ruwe indicatie stagnatie herstel Reden van stagnatie Aantal woningen Herstel nodig binnen 10 jaar Financieel probleem 89 6 Wacht liever op grondwaterherstel 7 1 Geen medewerking / twijfel noodzaak 223 81 Sloop/nieuwbouw 97 30 416 (van 752} 118 De grootste categorie knelpunten vormt de groep eigenaren die twijfelen over de noodzaak tot herstel of geen herstel willen; daarna volgt de groep met een financieel probleem.

Aangezien de bloksgewijze aanpak het uitgangspunt is voor subsidie en financiering houden dus één of enkele eigenaren zo het herstel van een volledig blok tegen. Het instrument aanschrijving, bedoeld om medewerking af te dwingen, is in een beperkt aantal gevallen toepasbaar. Er zijn al diverse inspanningen geleverd om de knelpunten weg te nemen zoals: meer inzet vanuit de begeleidingsbureaus uitbreiding van de financieringsmogelijkheden (hoger leningbedrag en vangnetlening) gerichte technische begeleiding en adviezen onderzoek naar de mogelijkheid om meer gebruik te maken van het middel aanschrijving toepassing van de hardheidsclausule. Ondanks deze inspanningen is het met deze eigenaren vooralsnog niet mogelijk gebleken om tot een oplossing te komen. Regelmatig werd één hindernis weggenomen en dook een nieuwe op. In sommige gevallen komen binnen een blok zelfs diverse problemen tegelijk voor. Waar mogelijk wordt voor maatwerkoplossingen gekozen. Soms klikte het niet tussen het begeleidingsbureau en de bewoners en werd een ander bureau ingeschakeld. In andere gevallen hebben bewoners onderling zelf een oplossing gevonden. Ook besloot een aannemer in een enkel geval het pand te kopen. Er zijn voorts technische oplossingen mogelijk gemaakt door middel van het knippen van blokken en maatwerk hersteltechniek. Het instrument aanschrijving vereist een combinatie van hoge urgentie en 80% van de eigenaren die wel willen meewerken. Bij de kleinere blokken kan daarvan geen gebruikgemaakt worden en daarnaast is er vaak sprake van te lange handhavingtermijnen om het instrument kansrijk te kunnen inzetten. In voorkomende zaken heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het aanschrijven op grond van art 14 lid 1 Woningwet een ernstige inbreuk op het eigendomsrecht vormt en dat om die reden aan de aanschrijving uiterst zorgvuldig onderzoek ten grondslag dient te liggen. Voor de categorie geen medewerking/twijfel over noodzaak kan men stellen dat deze eigenaren, na 4 jaar bewonersbegeleiding enz, meer dan voldoende op de hoogte zijn gesteld van de kwaliteit van hun fundering, de mogelijkheden tot herstel, de kosten en de mogelijke gevolgen indien niet wordt ingegrepen. Het is voor de hand liggend dit moment schriftelijk te bekrachtigen. Overigens kunnen sommige eigenaren die wachten op grondwaterherstel gerekend worden tot de categorie weigeraars aangezien het grondwaterherstel alleen zin heeft bij draagkrachtige funderingen die geen herstel behoeven. Voor de categorie financieel probleem geldt dat een oplossing over het algemeen wel te vinden is indien de gezamenlijke waarde van de onroerende goederen van de eigenaren de aangegane verplichting en de kosten van funderingherstel overschrijdt. In andere gevallen lijkt niets anders te resten dan verkoop of verval. Door toepassing van de vangnetregeling wordt slechts voor een beperkt deel een oplossing gevonden in overleg met de SVN en betrokkenen. In de categorie sloop en nieuwbouw is ook sprake van een aanzienlijk aantal woningen waarvan het herstel wordt belemmerd. Als er niets gedaan wordt zullen de funderingen op enig moment bezwijken; de handhavingstermijn in de onderzoeken is een indicatie van het tijdstip waarop dit zal gebeuren. Intussen vermindert de waarde van het pand van de huidige marktwaarde (maximaal de verkoopwaarde als ware het pand in goede staat minus de herstelkosten, afhankelijk van de verdere staat van onderhoud) tot de grondprijs minus sloopkosten. Gedurende een deel van de tijd kan de woning als elke andere woning bewoond worden. Op den duur zullen cascoschade en achterstallig onderhoud echter sterk toenemen. Uiteindelijk wordt de woning onbewoonbaar. De financiële schade kan worden beperkt door, al dan niet legale, verhuur. Het dalen van de waarde van de woning geeft andere groepen een kans tot aankoop en mogelijk herstel (projectontwikkelaars, klussers, maar ook huisjesmelkers). Verwacht mag worden dat de achteruitgang ook een uitstralend effect heeft op de woonomgeving (andere panden). Indien dit 10

om een enkel pand gaat is het effect vermoedelijk gering. Bij een concentratie van panden kan het karakter van de wijk echter volkomen veranderen en is verloedering niet denkbeeldig. Bezien tegen de achtergrond van de totale woningvoorraad lijkt het te gaan om een probleem dat onderdeel vormt van de dynamiek van de grote stad. In die dynamiek lost de markt het probleem te zijner tijd op. Het is de vraag of de gemeente hier een rol heeft. Op korte termijn beperkt deze zich tot het in het oog houden van de panden. Het kan raadzaam zijn een ruimtelijke en stedenbouwkundige analyse te maken van de problematiek en daarin ook enkele sociaal-economische aspecten mee te nemen. Aan de hand ervan kan dan bezien worden of aanvullende maatregelen en/of beleid soelaas kunnen bieden. Vervolgens kan een afweging worden gemaakt van de vraag of dergelijk beleid gewenst en voldoende effectief en efficiënt is. Ten aanzien van de geschetste knelpunten is de capaciteit van de projectgroep funderingen vooral aangewend om het herstelproces op gang te brengen en te houden. Daarbij zijn al vele obstakels overwonnen. Met die ervaring is het zinvol om nog een laatste poging te doen om de laatste knelpunten te overwinnen. Dat kan door te beginnen met per blok een overzicht van de aanwezige knelpunten en mogelijke oplossingen te maken, daarbij gebruik makend van de kennis van de begeleidingsbureaus. Mogelijk dat hier nog oplossingen uit voortkomen voor bepaalde groepen. Afspraak VROM Mede gezien het voorgaande is de globale schatting dat het totale aantal te herstellen woningen niet meer dan 500 zal gaan bedragen. Dit aantal zal overigens in 2006 nog niet worden gehaald. Al met al zal dus de met VROM overeengekomen prestatie om uiterlijk 31 december 2006 voor tenminste 500 woningen funderingsherstel of sloop door vervangende nieuwbouw uit te voeren naar verwachting niet worden gehaald. Daarom zal VROM worden verzocht de periode nogmaals te verlengen; de verwachting is dat dit verzoek zal worden gehonoreerd. 4. ORGANISATIE De samenwerking met de belangenvereniging en de begeleidingsbureaus krijgt voortdurend de benodigde aandacht opdat de rollenverdeling zuiver blijft en een toegevoegde waarde blijft opleveren. Het funderingenproject wordt binnen de gemeentelijke organisatie uitgevoerd door een Projectteam, inclusief Subsidiebureau. Verder functioneert een brede Projectgroep met daarin ook de betrokken interne afdelingen juridische zaken, bouwen en wonen, belastingen, stadswerken en communicatie, alsmede de externe begeleidingsbureaus. Nagegaan wordt of en hoe de projectstatus in relatie tot het ontwikkelingsstadium van het proces kan worden afgebouwd door de nog te verrichten werkzaamheden in te bedden in de reguliere organisatie. Het gaat dan om het grondwaterherstel en de taken ten aanzien van subsidies en leningen. De keuze voor een logische organisatorische opzet wordt mede betrokken bij enige binnen de gemeentelijke organisatie lopende relevante reorganisatietrajecten (Vergunningen, Monumentenzorg, Publieksdiensten / Bouw- en Woningtoezicht enz.). Het funderingenproject komt geleidelijk in een nieuwe fase. De eerste fase onderzoeken zijn afgerond, de monitoring en het herstel vorderen. De inzet aan begeleiding van de onderzoeksbureaus beperkt zich nog tot de lastige herstelgevallen en de voortgang van de monitoringonderzoeken. Met de onderzoeksbureaus en met Bouwen en Wonen moet nog worden afgestemd hoe de formulering moet zijn van de eindconclusies van de blokken waar de monitoring eindigt. 11

De inzet voor de herstelfase betreft de onderdelen techniek, financiën en proces. Techniek: Discussies over - de kwaliteit en de juistheid van - onderzoeksrapporten blijven in het herstelproces ook een rol spelen. Allereerst over gegevens die voor de conclusie of herstel nodig zijn in de discussie tussen eigenaren die wel en die niet willen herstellen. Daarnaast worden bij het voorlopige herstelplan andere elementen belangrijk (kan paalkopverlaging wel of niet; hoe zijn de panden precies aan elkaar gekoppeld; is de draagkracht dusdanig aangetast dat extra ondersteunende maatregelen nodig zijn; kan funderingherstel gecombineerd worden met een andere indeling of vergroting van het pand, wat is nu de werkelijke bouwkundige eenheid enz). Het projectteam of Bouwen en Wonen worden hierin vaak gemengd ondanks het feit dat bewonersbegeleidingsbureaus, onderzoeksbureaus en constructeurs een belangrijk deel van de discussie voor hun rekening nemen. Gezien de gestadige toename van het aantal blokken in (voorbereiding van) herstel is te voorzien dat de benodigde gemeentelijke inzet op dit terrein niet snel zal afnemen, maar ook niet zal toenemen omdat een deel van de discussie al gevoerd is. Financiële taken: Gezien de hoge kosten van herstel is veel aandacht nodig voor subsidieverlening en financiering. In de praktijk blijkt naast de rol van de begeleidingsbureaus bij eigenaren nu al behoefte te bestaan aan advies van het subsidiebureau over de mogelijkheden tot financiering. De beschikbare ca. 1,5 fte is volledig bezet met het verlenen van beschikkingen, advies en het verlenen van maatwerk dat in bijna alle bouwkundige eenheden aan de orde is. Tijdens de uitvoering van het herstel gaat het om het beoordelen van de rechtmatigheid van de ingediende facturen en de administratieve verwerking daarvan. Verwacht mag worden dat deze inzet nog geruime tijd in de bestaande omvang nodig is. Voor de afdeling Belastingen blijft voorlopig inzet nodig bij het bepalen van de hoogte van de OZB aanslag. Proces: De bewonersbegeleidingsbureaus nemen de procesbegeleiding voor hun rekening. Hun taak en inzet neemt af. Het is niet de bedoeling dat de gemeente deze taak overneemt. Desondanks zal een deel van de vragen bij het projectbureau terechtkomen, en daarmee ook weer vooral bij de afdelingen Bouwen en Wonen en bij Judoc. Naast dossier- en proceskennis blijft de benodigde specifieke inhoudelijke kennis, die bij de verschillende afdelingen in voldoende mate aanwezig is, van belang. Anders gezegd: men moet op de hoogte zijn van de historie van het project, het bewuste funderingsblok en de samenhang tussen de verschillende aspecten. Diverse personeelswisselingen in het funderingenproject hebben de voortgang en kwaliteit in het verleden soms parten gespeeld. Anderzijds is door ontwikkeling in kennis en inzichten vooral de laatste tijd maximaal gewerkt aan het ontwikkelen van beleid en het leveren van maatwerk. Naast het voorgaande wordt er nog op andere manieren een beroep gedaan op de capaciteit van de medewerkers. Bij diverse projecten in de openbare ruimte en bij bouwprojecten speelt het feit dat in de omgeving sprake is van funderingsproblemen een rol. De bijdrage loopt uiteen van het verzamelen en presenteren van informatie tot advies en bijdrage in communicatie. Tot slot levert het projectbureau in samenwerking met diverse afdelingen het initiatief om de mogelijkheid te onderzoeken of bij het oplossen van bepaalde knelpunten beleid te ontwikkelen is. Daarbij moet gedacht worden aan: de vangnetregeling, het knippen van blokken en het onderzoeken van de mogelijkheden van sloop/nieuwbouw als variant van funderingherstel. Juist ook op deze aspecten is de aanwezigheid van dossierkennis gecombineerd met het vermogen door een helikopterblik naar de problemen te kijken erg belangrijk. Dit laatste is ook belangrijk om het funderingprobleem in het juiste perspectief te zien (naast alle overige problemen die zich bij 1 2

individuele eigenaren kunnen voordoen) en ter oriëntering op de rol die de gemeente in elk van de knelpunten zou moeten nemen. Met het toenemen van het aantal knelpunten (eigen aan de verdere fase van een project), het feit dat aan een aantal knelpunten al is uitgewerkt en het toenemen van kennis en ervaring op het gebied van funderingherstel wordt ook hier verwacht dat de vraag naar inzet nog enige jaren zal voortduren. Verder is nog sprake van de nauwe samenhang met het plan om met infiltratie plaatselijk de grondwaterspiegel te verhogen bij panden met een voldoende draagkrachtige fundering (grondwaterherstelplan). De bijdrage betreft vooralsnog het uitwisselen van monitoringgegevens van grondwater en van de funderingssituatie bij de selectie van blokken en de beoordeling van de haalbaarheid van de maatregel. 5. GRONDWATERHERSTELPLAN Over het grondwaterherstelplan heeft intussen afzonderlijk besluitvorming plaatsgevonden. 6. COMMUNICATIE In het begin van 2005 heeft de communicatie zich vooral gericht op het funderingenherstel en de teruggave van OZB aan gedupeerden. In het tweede deel van het jaar kwam het accent meer te liggen op de nota 'Aanpak Grondwateronderlast' en de voorbereidingen om deze ingewikkelde materie te communiceren. In 2005 zijn er drie nieuwsbrieven plus twee specials uitgekomen, in januari, maart, april en juli. De specials betroffen de onderwerpen belastingen (met aandacht voor de teruggave van OZB aan gedupeerden van de funderingenproblematiek) en allerlei informatie over de aanpak en het beheer van het grondwater De nota 'Aanpak grondwateronderlast' en de besluitvorming hierover zorgde er voor dat de in het tweede halfjaar geplande nieuwsbrief later (januari 2006) uitgebracht wordt. De nieuwsbrieven worden huis aan huis verspreid in het aandachtsgebied. In de tweede helft van het jaar vond een bijeenkomst plaats waarbij de makelaars in en om Dordrecht werden geïnformeerd over de aandachtspunten bij het (ver)kopen van een huis met funderingsproblemen. Ook zijn er artikelen verschenen in onder andere Trouw, de Volkskrant en AD-De Dordtenaar over de funderingenproblematiek. Daarnaast heeft de gemeente 4 persberichten verzonden. Naast het actueel houden van de gemeentelijke website www.dordrecht.nl/funderingen zijn verschillende documenten nieuw op de site geplaatst, waaronder de resultatenkaart over de voortgang van het herstelproces. 7. FINANCIËN In dit hoofdstuk is een financieel overzicht opgenomen over 2005, wordt een financieel overzicht gepresenteerd van de totale projectkosten en de dekking over de jaren 2001 tot en met 2005 en wordt een prognose voor 2006 gepresenteerd. Voorts wordt een globale uitspraak gedaan over het meerjarenperspectief. In 2005 is een werkkrediet gevoteerd van 4.690.500. Daarnaast is bij resultaatsbestemming van de jaarrekening 2004 de overschrijding op het krediet van 2004 in mindering gebracht op het 1 3

beschikbare budget van 2005; het gaat om een bedrag van 482.541. In de onderstaande kolom zijn de bestedingen over 2005 afgezet tegen het beschikbaar gestelde budget. Soort kosten Onderzoek Procesbegeleiding Bijkomende kosten Subsidie/lening Algemeen Krediet 2005 23 715 42 3.000 910 4.690 Besteding 2005 600 600 380 700 2.280 (x 1.000) Restant -577 115 42 2.620 210 2.410 Resultaat 2004-483 -483 4.207 2.280 1.927 De onderschrijding van de raming voor subsidies/leningen heeft als oorzaak dat de beoogde voeding van het SVN-fonds niet noodzakelijk bleek gelet op het toereikende niveau van het fonds. In de begroting van 2005 is een bedrag van 23.000 opgenomen voor onderzoek. De uitgaven zijn echter aanmerkelijk hoger. Dit wordt als volgt verklaard. De funderingendag in november 2004 stond in het teken van de afronding van de onderzoeksfase, zodat verwacht werd dat vanaf 2005 slechts weinig kosten gemaakt zouden worden. In werkelijkheid bleek om diverse redenen bij een aantal blokken nog een aanvullend onderzoek nodig; in enkele gevallen is zelfs nog een onderzoek gestart. Dit levert een overschrijding van de raming op van 200.000. Tevens loopt voor enkele honderden blokken het proces ter monitoring van de grondwaterstand en/of zakking. De meet- en rapportagekosten zijn niet apart geraamd en komen ten laste van de post onderzoek; het gaat om een bedrag van 400.000. De kosten voor monitoring zullen overigens ook in 2006 nog in belangrijke mate doorlopen. Voor een aantal blokken loopt dit werk af, het schrijven van eindrapporten kost wat extra. Verder zal in een aantal gevallen de conclusie zijn dat een herstelplan nodig is. Ook deze kosten komen dan weer ten laste van de post onderzoek. Al met al zullen de kosten voor onderzoek in 2006 naar verwachting 320.000 bedragen. Over de totale uitvoeringsperiode van het project Funderingen zijn de uitgaven als volgt weer te geven: (x 1.000) Soort kosten Onderzoek Procesbegeleiding Subsidie/lening Emmaplein Algemeen Grondwaterbeheer BTW-component Reservering 8.550 4.390 10.575 1.490 3.115 2 675 2 1.060 29.855 Uitgaven t/m 2005 9.569 2.682 1.090 1 1.047 3.346 370 18.104 Restant -1.019 1.708 9.485 443-231 305 1.060 11.751 1 ) Van dit bedrag is 540.000,= verstrekt vanuit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. 2 ) Bij de kredietaanvraag voor het grondwateronderzoek is niet aangegeven tlv van welke post dit bedrag moest worden opgenomen; in dit overzicht is uitgegaan van de post algemeen. 14

Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is een fonds waar de gemeente Dordrecht de vrijvallende middelen vanuit de verkoop aandelen Bouwfonds in heeft gestort. De ABN/AMRO heeft ook geld in dit fonds gestort. De gemeente kan de middelen vanuit dit fonds inzetten voor de Volkshuisvesting. vanuit de reservering SI voor de stadsbrede Funderingsaanpak is 675.000, = krediet "voorgeschoten" voor het Grondwateronderzoek. Afhankelijk van de besluitvorming over dit onderwerp zal dit voorschot worden teruggestort in de reservering SI voor de Funderingsaanpak. Budget 2006 Voor het komende jaar zijn de beschikbare middelen voldoende om de te verwachte uitgaven te dekken. De prognose voor 2006 is als volgt: Soort kosten Onderzoek Procesbegeleiding Projectorganisatie Subsidies (x 1.000) Prognose 320 400 350 850 1.920 In deze prognose is geen rekening gehouden met de komende kosten van het grondwaterherstelplan in afwachting van de besluitvorming terzake. Het verwachte restantkrediet over 2005 ( 1.927.000) is naar verwachting voldoende om de geprognosticeerde uitgaven te kunnen dekken. Bij de resultaatbestemming bij de jaarrekening 2005 zullen wij de Raad voorstellen dit restantkrediet in te zetten voor de dekking van de uitgaven 2006. Langzamerhand zal de verhouding tussen de uitgaven voor daadwerkelijk herstel én de overige kosten (ambtelijke uren/onderzoek/etc) gaan veranderen. In de komende jaren zal het geld vooral worden uitgegeven aan herstel omdat de onderzoeksfase is afgerond, de begeleidingskosten kunnen afnemen en er minder ambtelijke uren nodig zijn. De verwachting is dat dit vanaf 2007 het geval zal zijn aangezien dan de laatste fase van het herstelproces zal worden bereikt. De kosten voor onderzoek, begeleiding en ambtelijke inzet worden de komende tijd teruggeschroefd. Het daarna nog benodigde budget zal, naast de aanwending voor herstelkosten, kunnen worden beperkt tot de kosten van het instandhouden van de voor het beheer van de leningen noodzakelijke mensinzet. Voorts kan in die periode nog sprake zijn van kosten van de dan nog lopende monitoringonderzoeken. Meerjarenprognose leningen en subsidies In de onderstaande tabel is een meerjarenprognose voor de leningen en subsidies weergegeven. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Er zullen uiteindelijk in totaal 500 beschikkingen worden verstrekt (conform aantal VROM). Het gemiddelde leningenbedrag was tot en met 2005 ruim 31.000, =. Voor de prognose is uitgegaan van een gemiddeld leningbedrag van 50.000, = voor de jaren 2005 en 2006. 1 5

Leningen Subsidies Emmapl. Aantal 160 160 107 T/m 2005 Bedrag 5.000.000 1.070.000 730.000 Aantal 125 125 2006 Bedrag 6.250.000 850.000 Aantal 105 105 2007 Bedrag 5.400.000 735.000 Aantal 390 390 107 t/m 2007 Bedrag 16.650.000 2.655.000 730.000 Het blijft lastig antwoord te geven op de vraag of het restant van de totale reservering toereikend zal zijn voor de afronding van het project Stadsbrede funderingsaanpak. Het uitgangspunt is dat het project binnen het beschikbare budget moet worden uitgevoerd. Voor het jaar 2006 is er nog voldoende ruimte beschikbaar bij de SVN om de te verwachten leningen aan te gaan. Voor het jaar 2007 zullen extra middelen in het fonds van de SVN moeten worden gestort om aan de leningenbehoefte te kunnen voldoen. Aangezien het hier om een revolving fund gaat zullen deze middelen uiteindelijk weer terugvloeien naar de gemeente. Er is dus slechts sprake van voorfinanciering (overigens wel met een laag rendement). Gezien de onzekerheid van het moment waarop de leningen zullen worden aangegaan is moeilijk aan te geven wanneer extra gemeentelijke middelen ter voorfinanciering bij het SVN moeten worden gestort. Via de gebruikelijke rapportage zal worden aangegeven wanneer dit punt bereikt zal worden. De verwachting op dit moment is dat er voldoende financiële ruimte is om ook na 1 januari 2007 de verruimde regeling en de vangnetregeling voort te zetten. Een definitief voorstel daartoe (met een financiële onderbouwing) zal later in 2006 worden geleverd bij de halfjaarsevaluatie. Nu is dat niet wenselijk omdat de financiële consequenties nog niet zeker zijn. 8. CONCLUSIES EN VOORSTEL 1. Voorgesteld wordt kennis te nemen van de evaluatie Funderingen per 31 december 2005 en deze ter kennisname te zenden aan de raadscommissie Wonen & Leefbaarheid. 2. Gezien de resultaten tot nu toe en de in 2006 verwachte prestaties kan worden gesteld dat het proces van herstel van funderingen grotendeels op koers ligt. De eerder ingezette versnelling is in 2005 verder doorgezet. Niettemin zal de met VROM overeengekomen prestatie om uiterlijk 31 december 2006 voor tenminste 500 woningen funderingsherstel of sloop door vervangende nieuwbouw uit te voeren naar verwachting niet tijdig worden gehaald. Daarom wordt voorgesteld VROM te verzoeken de periode nogmaals te verlengen. 3. Met behulp van de voorgestelde beleidstoepassing door als eis te stellen dat uiterlijk 1 januari 2007 de subsidieaanvraag bij het subsidiebureau Funderingen binnen moet zijn zal nog een flink aantal betrokkenen van de regeling gebruik kunnen maken waarmee het aantal uiteindelijk herstelde woningen nog kan worden vermeerderd. Voorgesteld wordt in te stemmen met deze beleidstoepassing. 4. Jammer is het aantal knelpunten dat ondanks de geleverde inspanningen resteert. Een lastige zaak blijft het probleem van de woningen waarvoor sloop / nieuwbouw eigenlijk de enige optie is. Het is tot nu toe niet mogelijk gebleken een oplossing te vinden voor deze categorie woningen. Voorgesteld wordt een laatste poging in begeleidende zin te doen waarmee wellicht nog een deel van de knelpunten kan worden opgelost. 16

5. Voor 2006 is het restantkrediet Funderingen 2005 ( 1.927.000) naar verwachting toereikend om de uitgaven in het komende jaar te bekostigen. Voorgesteld wordt het bedrag over te hevelen naar 2006; bij de resultaatbestemming bij de jaarrekening 2005 zal de Raad worden voorgesteld dit restantkrediet aldus in te zetten. Het moment van de komende kadernota zal kunnen worden benut om aanvullend budget beschikbaar te stellen wanneer het kostenverloop daartoe aanleiding zou geven. 6. Voorgesteld wordt vooralsnog van het geschetste meerjarenperspectief uit te gaan. Voor het jaar 2006 is er nog voldoende ruimte beschikbaar bij de SVN om de te verwachten leningen aan te gaan. 1 7