Nieuwsbrief17 FUNDERINGEN. op euro. Op dit moment is er nog geen geld gevonden in de gemeentebegroting voor deze investeringen.

Transcriptie

1 Nieuwsbrief17 FUNDERINGEN JANUARI 2006 Nog geen financiering gevonden Verhogen grondwaterstand technisch mogelijk Inhoudsopgave Verhogen grondwater technisch mogelijk, maar geld ontbreekt nog Resultaten monitoring druppelen binnen Bouwbegeleiding voor eigen rekening Terugblik op funderingsaanpak in 2005 Woning op staal kan ook gaan scheuren Wetsvoorstel biedt alleen nieuwe gevallen soelaas Zakkende grond in Dordrecht Iedereen reageert een beetje paniekerig op paalrot Meer deelnemers aan funderingsherstel door vangnetregeling Advies aan bewoners: stel een directievoerder aan Straks ook watertuinen in Dordrecht? Makelaars ingelicht over funderingsaanpak Het verhogen van de grondwaterstand is mogelijk bij 710 van de 1625 onderzochte woningen in het funderingengebied (Reeland, Oud en Nieuw Krispijn en de 19e eeuwse schil). Dit blijkt uit de nota aanpak grondwateronderlast in het aandachtsgebied funderingen, die het college van burgemeester en wethouders begin januari heeft besproken. Maar de maatregelen om de grondwaterstand te verhogen kunnen nog niet worden uitgevoerd. Er is op dit moment geen geld voor. De maatregelen die de gemeente voorstelt, gaan ruim 6,1 miljoen euro kosten. Daarboven op komen de kosten voor onderhoud en beheer van het grondwater, wat jaarlijks neerkomt op euro. Op dit moment is er nog geen geld gevonden in de gemeentebegroting voor deze investeringen. Bij de afwegingen in de gemeentebegroting over 2007 besluit de gemeenteraad of dit geld hiervoor alsnog vrijgemaakt kan worden. Vóór die tijd gaat de gemeente na of de maatregelen betaald kunnen worden via een verhoging van de rioolrechten. Bij een verbrede rioolheffing zou iedere Dordtenaar meer moeten gaan betalen aan de jaarlijkse rioolbelastingen. De Tweede Kamer moet echter eerst nog instemmen met de wet voor het verbrede rioolrecht, voordat de gemeente een hogere rioolheffing kan invoeren. Naar verwachting neemt de Tweede Kamer in de loop van 2006 hierover een besluit. Daarnaast vindt het College van Burgemeester en Wethouders het wenselijk dat huiseigenaren een substantiële eigen bijdrage leveren aan de financiering van de verhoging van het grondwater onder hun woning. Eigenaren van woningen die baat hebben bij de maatregelen, zouden dan een eigen bijdrage gaan betalen, voor een bepaalde vastgestelde periode. De gemeente gaat de komende tijd na of, en zo ja hoe een systeem van eigen bijdrage is te realiseren. Het onderzoek naar de technische mogelijkheden om grondwater te verhogen, is inmiddels afgerond. De eigenaren van de panden waar onderzoek is gedaan, hebben de uitslag per brief ontvangen. Daaruit blijkt dat bij 710 woningen van de 1625 onderzochte woningen, 1 een verhoging van de grondwaterstand de paalfunderingen kan redden. Het positieve nieuws is bovendien dat bij 592 woningen geen maatregelen nodig zijn. Bij deze woningen staat het grondwaterpeil voortdurend hoog genoeg. Bij 178 woningen is een verhoging van de grondwaterstand niet mogelijk. Binnenkort ontvangen de eigenaren van deze 178 woningen een uitnodiging van de gemeente voor overleg, waarin de gemeente de situatie rond hun woning nader met hen wil bespreken. De grondwatermaatregelen die de gemeente voorstelt, zijn zo zorgvuldig mogelijk ontworpen. Desondanks moeten we een voorbehoud maken. Een bepaalde grondwaterstand is na te streven, maar nooit voor 100% te garanderen. De gemeente heeft bovendien niet de plicht om een bepaalde grondwaterstand te handhaven of na te streven. Als de grondwatermaatregelen worden uitgevoerd, gaat de gemeente veel verder dan op grond van de huidige wetgeving verlangd mag worden van de gemeente. Meer weten? Kijk op ww.dordrecht.nl/funderingen

2 Resultaten monitoring druppelen binnen Op veel plaatsen hoeft het grondwater niet omhoog. Toch kan het nodig zijn om bij het ene huis in een straat wel maatregelen te nemen en bij het volgende huis niet. Inmiddels is de resultatenkaart verschenen, een gedetailleerde kaart met de voorlopige resultaten van de monitoring. Iedereen kan op de kaart zien waar hij aan toe is. De definitieve resultaten van de monitoring over de zakking van huizen laat nog geruime tijd op zich wachten. Sinds 2002 heeft de gemeente op tal van plaatsen in Krispijn, de 19e eeuwse schil en Reeland bijgehouden wat de grondwaterstand doet en of de huizen aan verzakking onderhevig zijn. Op vele tientallen plaatsen zijn peilbuizen geslagen en peilbouten in muren geschroefd om te kunnen nagaan of de toestand verslechtert of niet. Dat is vooral gedaan bij de 317 huizenblokken waarvan het evaluatierapport over 2004 meldde dat er geen uitsluitsel was te geven of herstel nodig was. En dat het daarom raadzaam was om de ontwikkelingen in de gaten te houden. Grondwater De metingen van de grondwaterstand hebben aangetoond dat er op veel plaatsen geen reden is om maatregelen te nemen. Het grondwater staat er hoog genoeg om geen bedreiging te vormen voor het funderingshout. Daarom treedt er naar verwachting geen paalrot op. Het is ondoenlijk om in dit artikel aan te geven waar dit het geval is. Daarvoor verschilt de situatie te zeer van plek tot plek. Op die plaatsen waar het grondwater niet hoog genoeg staat om het funderinghout nat te houden dat kan van korte duur zijn, bijvoorbeeld in een droge zomer, of vrijwel de hele tijd, is onderzocht of het grondwater omhoog te brengen is. Het gaat om ruim 190 funderingsblokken met bijna 900 woningen. Aan de hand van kleurtjes op de resultatenkaart kan iedereen zien of er in zijn straat maatregelen nodig zijn of niet. Deze kaart maakt deel uit van het Grondwaterherstelplan. In die delen van de stad waar niets aan de hand is, zal de monitoring veel minder vaak worden uitgevoerd. Mensen zullen dus minder vaak de meteropnemer over de vloer krijgen. Zakkingen Op de vraag of huizen te lijden hebben van verzakking is nog geen antwoord te geven. Volgens Anne Mollema, adviseur funderingherstel van de gemeente, zijn er na één of zelfs na twee jaar nog geen conclusies te trekken, omdat het millimeterwerk is. Als een huis al verzakt, gaat het normaal gesproken met fracties van millimeters per jaar. En er is slechts een handjevol blokken dat al drie jaar wordt gemonitord. Van die huizen kan slechts van een enkeling nu al gezegd worden dat het stabiel is of dat het juist ernstig aan het verzakken is, maar de meeste huizen moeten zeker nog twee jaar gevolgd worden om te kunnen zeggen of er iets aan de hand is. De eerste resultaten zijn net bekend geworden. In de eerstvolgende voortgangsrapportage per blok zal meer over deze gedetailleerde gegevens te vinden zijn. De globale conclusies over meer blokken komen in de voortgangsrapportages te staan. Het eindrapport met de resultaten en de conclusie die daarbij hoort over de kwaliteit van de fundering, volgt pas als de totale monitoringsperiode van drie jaar achter de rug is. Alleen de bewoners van de huizen die al zo lang gemonitord zijn, weten nu waar ze aan toe zijn of krijgen dat 2 binnenkort te horen. De kaart kunt u raadplegen op via actueel>nieuws. Let op, de kaart bestaat uit twee delen en ieder deel is ongeveer 3,5 MB groot. Downloaden kan dus enige tijd duren. Bouwbegeleiding voor eigen rekening Alle kosten die gemaakt worden ter voorbereiding van het herstel van de fundering, komen in aanmerking voor subsidie. Maar zodra het werk echt is begonnen en bewoners iemand in de arm nemen om hen te helpen de bouwwerkzaamheden te beoordelen, moeten zij die kosten zelf betalen. Sommige bewoners denken dat ook deze kosten vallen onder procesbegeleiding waarvoor inderdaad een subsidieregeling bestaat. Maar procesbegeleiding houdt op als het voorbereidingsproces is afgerond. De bouw zelf valt daar niet onder. En omdat de subsidieverordening niets zegt over bouwbegeleidingskosten, kunnen daar dus ook geen aanvragen voor subsidie voor worden ingediend.

3 Terugblik op funderingsaanpak in 2005 Het is technisch mogelijk de grondwaterstand te verhogen. Omdat bij de behandeling van de Kadernota in juni 2006 pas bekend wordt hoe de kosten ervan kunnen worden verrekend, beginnen de grondwaterverhogende werkzaamheden later dan de vorige nieuwsbrief aangaf. Ook werd in 2005 bekend dat de gemeente geen vergoeding geeft voor het verleggen van kabels en leidingen. Bij het verstrekken van een krediet om de funderingsproblemen op te lossen heeft de gemeenteraad bedongen dat burgemeester en wethouders elk half jaar een evaluatierapport uitbrengen over de vorderingen en over de problemen die een spoedig herstel in de weg staan. Uit het rapport over 2005 blijkt dat inmiddels alle 703 bouwblokken in het aandachtsgebied zijn onderzocht. Van 228 daarvan zijn de funderingen niet goed genoeg en moet er binnen nu en 25 jaar tot herstel worden overgegaan. Veertien blokken zijn er zo slecht aan toe dat er binnen vijf jaar iets aan gedaan moet worden. Sloop en nieuwbouw Mocht niet alleen de fundering er slecht aan toe zijn, maar ook het casco zijn beste tijd hebben gehad, dan vindt de gemeente sloop en nieuwbouw een alternatief. Maar dat besluit moet dan wel door de eigenaar, een woningbouwcorporatie of een projectontwikkelaar worden genomen. Zelf neemt de gemeente geen initiatief. Wel is zij in bijzondere gevallen bereid medewerking te verlenen aan plannen voor sloop en nieuwbouw. Wat een bijzonder geval is, wordt per individueel pand bekeken. Of de gemeente meewerkt, hangt bijvoorbeeld af van de verhouding tussen herstelkosten en de waarde van de woning. Mocht het om sloop van een monument gaan, dan moet de bewoner contact opnemen met de afdeling monumentenzorg van de gemeente. Kabels en leidingen Als het nodig is om tijdens de herstelwerkzaamheden aan de fundering kabels en leidingen te verleggen, kunnen de kosten daarvan niet worden verhaald op de gemeente, ook niet als deze in de openbare ruimte liggen. Bellaart: Dat zou betekenen dat de gemeente die bewoners een extra subsidie verleent en dat zou niet eerlijk zijn tegenover andere bewoners waar dat niet speelt. Woning op staal kan ook gaan scheuren Eigenaren van huizen die niet op houten palen zijn gefundeerd, maar op staal staan, denken de dans te ontspringen. Zij hoeven zich immers geen zorgen te maken om paalrot. Toch kunnen ook hun huizen last hebben van funderingsproblemen. Bij een fundering op staal rust het gewicht van het pand direct op de ondergrond; er zijn geen palen gebruikt. In dat geval is de onderzijde van de fundering verbreed om het gewicht van het huis over een zo groot mogelijk stuk grond te verdelen. Zo wordt de last als het ware verspreid. Deze bouwwijze is veel toegepast op een draagkrachtige, zandige grond. Ook in Dordrecht, zij het niet veel, want zo n ondergrond komt hier maar op een paar plaatsen voor. In de praktijk zakt het pand langzaam met de bodem mee. Als dat overal gelijkmatig gebeurt, is er niet veel aan de hand. Wel kan een probleem ontstaan als de omliggende woningen en die op palen staan niet zakken of juist harder zakken. Dan ontstaan er verschillen in vloerniveau en in de aansluiting met de tuinen en de straat. En het gaat ook mis als de ene kant van het pand harder zakt dan de andere. Dan ontstaan er gemakkelijk scheuren en kan het pand uiteindelijk bezwijken. Klemmende deuren Ook bij een pand op staal zijn scheuren dus een aanwijzing hoe het met de kwaliteit van de fundering is gesteld. Ook als het huis scheef staat of als de deuren klemmen is er reden een onderzoek in 3 te stellen. Een funderingsonderzoek kan dan uitwijzen of het beton of het metselwerk is aangetast en dat reparaties nodig zijn. In enkele gevallen is monitoring van de zakking gedurende enkele jaren nodig om een goede voorspelling te kunnen doen. Subsidie Een geruststelling voor sommige eigenaren van een huis op staal is dat voor hen dezelfde regels voor leningen en subsidies gelden als die de gemeente in het leven heeft geroepen voor huizen die op houten palen staan. In welke gevallen is dat dan mogelijk? De regels gelden alleen voor huizen die in het aandachtsgebied staan. En de woningen op staal moeten tussen woningen staan die op palen zijn gefundeerd en moeten daar een bouwkundige eenheid mee vormen én er moet herstel nodig zijn.

4 Wetsvoorstel biedt alleen nieuwe gevallen soelaas Interview met Tweede Kamerlid Jan Boelhouwer Het Tweede-Kamerlid Jan Boelhouwer (PvdA) heeft goede hoop dat hij begin 2006 een wetsvoorstel kan indienen over de financiering van het grondwaterbeheer. Maar, zegt hij nadrukkelijk, dat wetsvoorstel biedt alleen uitkomst aan nieuwe gevallen. Mensen die al een regeling met de gemeente hebben getroffen, hebben er geen baat bij. Tweede-Kamerlid Jan Boelhouwer (PvdA) pleit voor een fonds voor funderingsherstel In 2004 bracht Boelhouwer een bezoek aan Dordrecht om zich op de hoogte te stellen van de problemen met paalrot. Hij liet zich rondleiden door leden van de Bewonersvereniging Funderingsproblematiek (BVFP) en woonde de informatieavond van de gemeente bij. Boelhouwer zei toen dat de problemen in veel meer steden speelden en dat hij bezig was te bekijken hoe het probleem landelijk kan worden opgelost. Hoe ver is hij daar intussen mee gevorderd? Ingewikkeld probleem Boelhouwer: Juist omdat het zo n ingewikkeld probleem is, vraagt de oplossing een zorgvuldige voorbereiding. Er zijn ook zo veel instanties bij betrokken, dat het alleen daarom al langzaam gaat. Hij somt ze op: de Unie van Waterschappen, de Vereniging Eigen Huis, het IPO (het Interprovinciaal Overleg, dat zijn de samenwerkende provincies), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Verbond van Verzekeraars, de makelaars en de Nederlandse Vereniging van Banken. Met al die instanties ben ik besprekingen aan het voeren om tot een oplossing te komen, zonder meteen een schuldige aan te wijzen. Het gaat mij erom dat de enige die er géén schuld aan heeft dat de fundering onder zijn huis wegrot de bewoner dus voor de kosten moet opdraaien. Wat ik wil bereiken is dat al die instanties een fonds vormen waaruit de kosten kunnen worden betaald om het probleem te verhelpen. Politieke steun Die besprekingen zijn inmiddels zo ver gevorderd dat Boelhouwer verwacht net na jaarwisseling de contouren van een oplossing in beeld te hebben. Intussen voert hij regelmatig overleg met zijn collega s in de Tweede Kamer om alvast steun te krijgen voor zijn wetsvoorstel. Van zo n belangrijk onderwerp moet je namelijk geen partijpolitieke kwestie maken, Het gaat erom dat het wetsvoorstel straks steun krijgt van zo veel mogelijk politieke partijen. Wat dat betreft, zijn de vooruitzichten gunstig, want ik merk dat ik begrip en steun krijg van mijn collega s. Rioolrecht Als een mogelijkheid om de problemen op te lossen wordt regelmatig het rioolrecht genoemd. Door van iedere Dordtenaar een kleine verhoging van het rioolrecht te vragen, zou de gemeente het verhelpen van de paalrotproblemen kunnen bekostigen. De vraag is echter of dat mag. Want de gemeente mag eigenlijk de inkomsten van de rioolheffing alleen gebruiken voor het onderhoud van het rioolstelsel. Maakt deze mogelijkheid deel uit van het wetsvoorstel dat Boelhouwer voorbereidt? Nee, zover ben ik nog niet. Het gebruiken van het rioolrecht is slechts één van de mogelijke manieren om dat fonds te vullen. Voorlopig ben ik al blij als ik alle partijen bereid vind om zo n fonds in het leven te roepen en of ik die instemming kan verzilveren in een wetsvoorstel. Fonds met een einde Net zo belangrijk vindt hij het punt of er ook weer een einde aan zo n fonds kan komen. Als ik nu al zou moeten zeggen dat iedereen tot in eeuwige dagen moet bijdragen aan zo n fonds, zal de bereidheid om bij te dragen een stuk minder zijn. Ik onderzoek dus hoe je kan voorkomen dat almaar nieuwe mensen zich melden met problemen met hun funderingen. Om die reden voert hij ook gesprekken met Nederlandse Vereniging van Makelaars. Bij de koop en verkoop van huizen zou er een clausule moeten komen dat de funderingen verplicht gecontroleerd worden. Dan weet een nieuwe eigenaar waar hij aan toe is en kan hij een lagere prijs bedingen of van de koop afzien. Maar in ieder geval kan hij daarna geen beroep meer doen op een lening of subsidie om een toekomstig probleem op te lossen. Nieuwe gevallen Als het wetsvoorstel in 2006 door de Tweede Kamer zou worden aangenomen en er vervolgens een wet komt die regelt wie er verantwoordelijk is voor het grondwaterbeheer en het oplossen van de problemen, zal dat geen gevolgen meer hebben voor de huizen die nu onder handen worden genomen. Boelhouwer: Zo n wet is natuurlijk bedoeld voor probleemgevallen, niet voor gevallen waar de problemen al zijn opgelost. Mensen die nu al een lening of subsidie hebben gekregen, schieten niets op met de nieuwe wet. Hun problemen zijn dan immers al achter de rug. 4

5 Zakkende grond in Dordrecht De relatie van het NAP, NAP-bouten en funderingen De gemeente Dordrecht heeft de zogenaamde NAP-bouten opnieuw geijkt en komt met een aanpassing van 3 cm naar beneden. NAP-bouten zijn vaste punten die gebruikt worden om de juiste hoogte van bijvoorbeeld huizen of de grond te meten. Dat ijken gebeurt tegelijkertijd met de aanpassing die Rijkswaterstaat eens in de 10 jaar bij haar NAP-bouten doet. Normaliter zouden we u hier niet van op de hoogte stellen, omdat dit voor velen onnuttige informatie is. Helaas hebben we in Dordrecht een probleem met houten funderingen. Zoals bekend is een funderingsprobleem veelal te herkennen aan een zakkend huis dat daardoor scheuren vertoont. Om dat te kunnen vaststellen hebben we meetbouten in het pand en de NAP-bouten nodig. Als die NAP-bouten niet correct zijn, kunnen we ook niet goed meten: het funderingsprobleem is vast te stellen als het verschil tussen de meetbouten en de NAP-bouten (in een deel van het pand) alsmaar toeneemt. De aanpassing is dus noodzakelijk om de juiste metingen voor het funderingsprobleem en de grondwaterstand te kunnen doen. Ook in de meetgegevens die openbaar worden gemaakt zit in de toekomst een verschil van 3 centimeter met eerdere gegevens. De verklaring voor dit verschil is dus de herijking van de NAP-bouten. In de toekomst blijft Rijkswaterstaat regelmatig ijken. Een NAP-bout. De slappe bodem in het westen van Nederland zakt al eeuwen heel langzaam. Dat leert iedereen in de aardrijkskundeles op de basisschool. Om te weten hoeveel het land zakt, is het nodig een vast punt te hebben dat niet meezakt. Daarvoor is al in 1885 het Normaal Amsterdams Peil (NAP) bepaald. Zo n meetpunt heet een NAP-bout. De moeder der NAP-bouten staat in Amsterdam en bevindt zich op een 22 meter lange heipaal. Eens in de tien jaar Rijkswaterstaat heeft op zo n plekken in Nederland ook andere NAPbouten geplaatst. Deze zitten op gebouwen, bruggen en viaducten, waarvan men weet dat deze wèl meezakken met de onderste zandlaag. Daardoor ontstaan verschillen tussen de bouten in het land en die in Amsterdam. Eens in de 10 jaar bepaalt Rijkswaterstaat opnieuw de hoogte van die bouten ten opzichte van het NAP. Dat is in 2005 opnieuw gedaan. Omdat de grond niet overal gelijk zakt verschilt de zakking per regio. In en om Dordrecht is het verschil vastgesteld op 1,5 cm over een periode van ongeveer 80 jaar, ten opzichte van een nulpunt ergens in Midden Nederland. Van deze zakkende ondergrond merkt u niets. Ten eerste omdat dit om een heel geringe zakking gaat. Ten tweede omdat alles om u heen ook zakt. Dus ook de weg, uw huis, het huis van de buurvrouw en de gebouwen om u heen. We kunnen de zakking alleen vaststellen door te meten. Gemeentelijke NAP-bout Niet alleen Rijkswaterstaat plaatst dergelijke NAP-bouten, maar ook gemeenten plaatsen ze. Zo ook de gemeente Dordrecht. De gemeenten plaatsen die extra NAP-bouten, omdat ze een grote 5 extra hulp zijn bij metingen binnen de gemeente. Hoe meer NAP-bouten, hoe minder ver een landmeter hoeft te meten, en hoe minder afstand tussen de meetpunten, hoe minder kans op fouten. Deskundigen weten al langer dat er een verschil was tussen de NAP-bouten van de gemeente Dordrecht en die van Rijkswaterstaat. Zij weten ook dat dit verschil 1,5 cm is. Dat is geen probleem zo lang de landmeters dit verschil steeds optelden bij hun metingen. Alleen vergroot dit de kans op fouten. Daarom is besloten dit verschil op te heffen, op hetzelfde moment als Rijkswaterstaat haar NAPbouten opnieuw vaststelt. Samen levert dit een verschil van 3 cm op (twee keer anderhalve centimeter is drie centimeters). NAP-bouten zijn bevestigd aan gebouwen, viaducten of bruggen die stevig en stabiel zijn gefundeerd op de zandige ondergrond. Meetbouten zijn meetpunten die zijn bevestigd aan gebouwen of op straat om de hoogte van dat punt te vergelijken met een vast NAP-punt. Het verschil tussen een NAP-bout en een meetbout geeft aan wat de hoogte is van de meetbout. De diepe zandlaag is nagenoeg stabiel. Op deze zandlaag rusten de heipalen (als het goed is). De hoogte van deze zandlaag verandert alleen door geringe bewegingen van de aardkorst. Inklinken van de slappe grond van klei en veen is een natuurlijk proces en is niet tegen te houden. Door het eigen gewicht en door het gewicht dat erop rust zakt de slappe grond in.

6 In deze rubriek laten we bewoners aan het woord die te maken hebben met de funderingenproblematiek. De verhalen, meningen of gebeurtenissen zijn altijd verwoord uit het oogpunt van de bewoner. Plaatsing van de brief betekent niet dat de gemeente instemt met de inhoud daarvan. De gemeente neemt geen verantwoordelijkheid voor de weergegeven meningen. Heeft u ook ervaringen die zinvol kunnen zijn voor andere bewoners, neem dan contact op met gemeente Dordrecht, de funderingentelefoon Iedereen reageert een beetje paniekerig op paalrot Bewoner L. Urlings kan er niets aan doen. Zo af en toe heeft hij de indruk dat alle commotie over paalrot een beetje overtrokken is. Hij wil het probleem niet bagatelliseren, maar toch waarschuwen voor al te grote paniek. Als er eenmaal een diagnose is gesteld, gaan mensen zich ziek voelen, ook als ze voorheen niet wisten dat ze ergens last van hadden. Laten we wel zijn, niets is voor de eeuwigheid gebouwd. Hoe lang is de levensduur van een huis? Gemiddeld honderdvijftig jaar of iets meer? Dan is het toch niet gek dat veel huizen uit de 19deeeuwse schil tekenen van slijtage vertonen. En dus ook de funderingspalen. Urlings (49) baseert zijn mening op hetgeen hij heeft gezien aan de funderingspalen bij hem in de buurt, op de hoek van de Koninginnestraat en de Singel. Toegegeven, de palen waren aangetast. Maar om nu te zeggen dat ze veel aan draagkracht hadden ingeboet, dat geloof ik niet. En als ik dan ook nog eens naar mijn eigen huis kijk, bekruipt mij toch het gevoel dat sommigen wel erg paniekerig reageren. Toen ik mijn huis 25 jaar geleden kocht, vertoonde een gevel een haarscheurtje. Toch kan ik niet zeggen dat die in al die jaren groter is geworden. Intussen wordt mijn huis wel gemonitord. Al ruim twee jaar. En ook al gaan ze daar nog een poosje mee door, durf ik nu al de uitkomst te voorspellen: het huis zal gezakt zijn, maar minimaal. En wat je waarneemt, is niet het gevolg van paalrot, maar van een natuurlijk proces. Leek Is hier een bouwkundige aan het woord? Urlings: Zeker niet, ik ben volslagen leek. Maar toch denk ik dat we reëel moeten blijven. Natuurlijk verzakt een huis. We wonen immers in een delta, op slappe grond. De palen staan weliswaar met hun punt in stevig zand, maar de zwaartekracht blijft zijn werk doen. Mijn mening is daarom dat het verzakken niet altijd met paalrot te maken heeft. Ook het feit dat de grens voor wel of niet ingrijpen is gesteld op 25 jaar vindt hij arbitrair. Er hoeft niets aan een huis te gebeuren als de fundering nog minimaal 25 jaar mee kan. Ik denk dat alle instituten en universiteiten die hun naam aan de onderzoeken hebben verbonden, aan de veilige kant zijn gaan zitten en dus ruime marges hebben genomen. De ophef die er in Dordrecht de laatste jaren rond paalrot is ontstaan, doet hem De heer Urlings voor zijn woning: Ik kan hier nog lang en gelukkig wonen. de vergelijking maken met een ziekte waaraan een televisieprogramma aandacht besteedt. Ineens hebben daarna veel meer mensen er last van. Als de diagnose eenmaal is gesteld, gaan mensen zich ziek voelen. Verzet Mocht uit het monitoringsonderzoek in zijn straat blijken dat tot herstel moet worden overgegaan, zal Urlings zich er tegen verzetten. Tenzij natuurlijk blijkt dat ik het bij het verkeerde eind heb. Zolang zal hij ook proberen zijn buren op andere gedachten te brengen, want ik heb echt het idee dat ik hier nog lang en gelukkig kan wonen, ook als ik niets doe aan de fundering van mijn huis. Vangnetregeling vergroot aantal deelnemers aan herstel funderingen Het herstel van funderingen is duur. Gemiddeld bedragen de kosten bijna euro. Vaak komen er ook nog enkele duizenden euro s aan reparaties aan het casco bij. Voor sommige mensen zijn die kosten niet op te brengen, ook niet met hulp van de voordelige lening en de subsidie die de gemeente als handreiking biedt. Voor die mensen is er een vangnetregeling. De regeling zorgt er ook voor dat meer woningblokken snel kunnen worden aangepakt. Sommige mensen willen wel meewerken aan het herstel van de funderingen 6 van hun woning en dus van het hele blok woningen, maar kunnen het gewoon niet betalen, zegt Wim Bellaart van de afdeling Projectmanagement van de gemeente. Onder bepaalde voor- Vervolg pagina 7

7 Vervolg van pagina 6 Vangnetregeling vergroot aantal deelnemers aan herstel funderingen waarden komen die mensen in aanmerking voor de vangnetregeling die in november 2005 werd vastgesteld. Intussen heeft wethouder Aaike Kamsteeg al toegezegd te bekijken of de vangnetregeling ook na 2007 kan worden gehandhaafd. Voorwaarden Die voorwaarden zijn dat de aanvrager niet beschikt over eigen geld waarvan geacht mag worden dat hij dat kan inzetten voor het herstel van de fundering. Verder moet hij echt geen financieringsruimte hebben. Dat wil zeggen dat zijn inkomen en dat van de overige leden van het huishouden, afgezet tegen de hypotheeklasten en andere verplichtingen, te laag is om nóg een lening aan te gaan. Bellaart: In die gevallen kun je nu toch in aanmerking komen voor de lening met lage rente van de gemeente en hoef je de eerste jaren helemaal niets terug te betalen. Dat doen we in de verwachting dat iemand op den duur toch aan zijn verplichtingen kan voldoen. Een overweging achter deze regeling is dat hierdoor de aanpak van sommige huizenblokken door kan gaan. In sommige blokken hangt de voortgang echt op één zo n geval. Daarom heeft de gemeente besloten in die gevallen de mogelijkheden te verruimen. Actie ondernemen Bellaart wijst erop dat iedereen die een standaardlening aanvraagt en daar onverhoopt niet voor in aanmerking komt, automatisch wordt beoordeeld of hij dan wel in aanmerking komt voor de vangnetregeling. Alleen mensen die tot nu toe helemaal niets ondernomen hebben, omdat ze bij voorbaat dachten het toch allemaal niet te kunnen betalen, ondanks de subsidie en de lening, moeten zich zelf melden. Dat kan bij Ad Groeneveld of Ulrich Wijbers van het Subsidiebureau Funderingen van de gemeente, tel. (078) Advies aan bewoners: Stel een directievoerder aan Bewoners van een blok huizen waarvan de fundering vernieuwd wordt, doen er verstandig aan een directievoerder te benoemen. Zo n deskundige kan namens hen de aannemer weerwoord geven en hij kan de bewoners bijstaan in alle ingewikkelde zaken die bij zo n ingrijpend karwei kunnen opduiken. Toegegeven, een directievoerder kost geld, maar vaak verdient hij zichzelf terug, is de ervaring van Anne Mollema, adviseur funderingherstel in dienst van de gemeente. Bij het herstel van de funderingen doen zich vaak onverwachte zaken voor. Het werk gebeurt nu eenmaal onder de grond en dus kun je niet alles voorspellen, hoe goed het werk ook is voorbereid, weet Mollema inmiddels uit twee jaar ervaring. En als er dan schade optreedt, komt die dan voor rekening van de bewoner of de aannemer? Is het zijn schuld of kon hij ook niet weten dat er bijvoorbeeld op die plek een leiding liep, of dat er verontreinigde grond is aangetroffen, of dat er minder palen onder het huis staan dan verwacht? Deskundige hulp Omdat zich bij het herstel van funderingen nogal eens problemen voordoen, is het volgens Mollema het overwegen waard om als bewoners van een blok gezamenlijk een directievoerder aan te wijzen. Die kan hen helpen bij de voorbereiding en de uitvoering. Zo iemand heeft voldoende bouwtechnische en juridische kennis om te beoordelen of het redelijk is wat een aannemer zegt of voorstelt om de problemen op te lossen. Een directievoerder kan in dienst zijn van een ingenieursbureau of een adviesbureau, maar is ieder geval niet iemand van het stadskantoor. Mollema: Wij willen als gemeente geen partij zijn. Wij hebben een andere rol. Zo controleert de afdeling Bouwen en Wonen steekproefsgewijs of de aannemer bepaalde cruciale werkzaamheden goed uitvoert. Denk aan het aanbrengen van de betonwapening en de ondersteuningsconstructies of het heiwerk. Constateren we fouten of gebreken, dan gaan we vaker kijken. Maar we mengen ons niet in zaken die de opdrachtgever (de eigenaar dus) en de uitvoerder aangaan. Juist omdat we merken dat bewoners vaak niet weten wat er allemaal op hen af kan komen, raden we ze aan om een directievoerder aan te stellen. Contactpersoon Mollema noemt de voordelen: Zo iemand kan op de kritische momenten toezicht houden. Bijvoorbeeld als het beton is uitgehard en de tijdelijke draagbalken worden weggehaald en de nieuwe fundering de belasting overneemt. Verder kan de directievoerder als contactpersoon optreden voor de aannemer. De aannemer hoeft niet steeds met alle bewoners te overleggen en omgekeerd weten de bewoners dat hun belangen goed behartigd worden, zonder dat ze overdag alle bouwvergaderingen hoeven bij te wonen. De directievoerder kaart de dingen af met de aannemer en maakt een goede prijs. Zo iemand kan voor de bewoners dus veel kou uit de lucht halen. Tips Kies een aannemer die veel ervaring heeft met funderingherstel, dat verkleint de kans op problemen. Vraag naar referenties bij de aannemer en bij mensen bij wie eerder herstel is uitgevoerd. Bij de begeleidingsbureaus BBO en DGW zijn namen op te vragen. Ook bij onderzoeksbureaus die al eerder funderingonderzoek gedaan hebben, of bij Concretio en Architectenbureau HET kan navraag worden gedaan. 7

8 Watertuinen in Dordrecht Met het project Watertuinen in Dordrecht biedt de gemeente een aantal geïnteresseerde tuineigenaren de mogelijkheid samen met professionals een watertuinontwerp te maken. Een goed aangelegde watertuin kan er voor zorgen dat het regenwater in de grond wordt geïnfiltreerd en wordt vastgehouden. Een watertuin lost niet alle funderingsproblemen op, maar draagt wel bij aan een betere waterhuishouding. Bovendien is een watertuin gewoon mooi. In samenwerking met de Belangen Vereniging Funderings Problematiek (BVFP) en het waterschap organiseert de gemeente Dordrecht een workshop voor bewoners met een tuin. Onder leiding van tuinarchitecten gaan de tuineigenaren op zoek naar mogelijkheden voor waterberging. Adviesbureau Tauw assisteert hierbij en toetst of de ontwerpideeën technisch haalbaar zijn. Voor wie? Geïnteresseerden in het bezit van een woning met tuin in het aandachtgebied funderingen Krispijn, Het Reeland en 19e Eeuwse Schil - kunnen zich aanmelden voor deelname aan de workshop. Bij teveel aanmeldingen selecteert de Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van Projectmanagement van de gemeente Dordrecht. Schriftelijke reacties op de nieuwsbrief kunt u sturen naar de gemeente Dordrecht, t.a.v. de heer Adco Spiering, postbus 8, 3300 AA Dordrecht. Voor meer informatie over deze nieuwsbrief kunt u op werkdagen bellen naar telefoon (078) Website Productie: Projectmanagement i.s.m. afdeling Communicatie gemeente Dordrecht Teksten: Wim van Wijk Foto s: Rini Boon, Rob Kamminga en andere fotografen. Vormgeving en druk: Drukkerij Brinkman, Rotterdam Oplage: Januari 2006 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. gemeente samen met BVFP 25 tuinen. Tijdens de workshops wordt er veel aandacht besteed aan de praktische uitvoering van een watertuin. Daarna is het aan de tuineigenaar of hij of zij het ontwerp daadwerkelijk gaat realiseren. De eerste workshop vindt plaats op donderdag 2 maart van uur in het Stadskantoor aan de Spuiboulevard 300. De tweede workshop zal later in maart worden gehouden. U kunt zich tot 15 februari a.s. aanmelden. Als uw tuin wordt uitgekozen, ontvangt u een uitnodiging voor de eerste workshop. Het watertuinen project vindt ook plaats in andere steden en wordt gefinancierd door STOWA, RIONED en het Stimuleringsfonds voor Architectuur. Landschapsarchitect Noel van Dooren en adviesbureau Tauw voeren het project uit. 8 Aanmelden Aanmelden kan tot 15 februari a.s. via het projectbureau funderingen, telefoon (078) Ook kunt u een mail sturen aan c.de.boer@dordrecht.nl onder vermelding van aanmelding project Watertuinen in Dordrecht. Vermeld wel duidelijk uw naam, contactgegevens en het adres waarvoor u een tuinontwerp wilt gaan maken. Dordtse makelaars bijeen over paalfunderingen In het najaar van 2005 organiseerde de gemeente Dordrecht, in samenwerking met de BVFP, een informatieavond voor makelaars. Een groot aantal makelaars was aanwezig om de laatste stand van zaken te horen over het funderingsproject. Gemeente Dordrecht en de BVFP vinden het belangrijk dat de makelaars uit Dordrecht en omgeving op de hoogte zijn van de funderingenproblematiek. Buro Mien Ruys Zij worden immers bij verkoop en taxatie ook geconfronteerd met de funderingsproblematiek. Met de juiste kennis kunnen zij verkopers en kopers goed voorlichten bij de koop van een huis met een funderingsprobleem. Op deze avond kwamen dezelfde onderwerpen aan bod, als in deze nieuwsbrief beschreven zijn. De BVFP deelde ook een checklist uit die behulpzaam kan zijn bij de koop of verkoop van een woning.