HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN
Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE INKOMSTENBELASTINGEN 2016 Prof. Dr. Ilse De Troyer (Universiteit Antwerpen, Faculteit Rechten; KU Leuven campus Brussel, Faculteit Economie en bedrijfswetenschappen) Prof. Dr. Luk Vandenberghe (Universiteit Antwerpen, Faculteit Rechten) Tiende editie Antwerpen Cambridge
Tiende, geactualiseerde editie 2016 Handboek fiscale procedure inkomstenbelastingen. Tiende editie Ilse De Troyer en Luk Vandenberghe 2016 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0724-6 D/2016/7849/146 NUR 826 Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
VOORWOORD Dit boek biedt een globaal overzicht van de fiscale procedure op het vlak van de inkomstenbelastingen. Achtereenvolgens komen aan bod: de aangifte, de controle van de belastbare inkomsten en de onderzoeksbevoegdheden van de fiscus, de bewijsmiddelen van de administratie, de vestiging van de aanslag, de eventuele betwisting van de aanslag, andere betwistingsmogelijkheden zoals schadevergoedingseisen of verzoeken om kwijtschelding of vermindering van nalatigheidsintresten of administratieve sancties, de betaling en invordering van de aanslag, en enkele bijzonderheden betreffende de bepaling van het kadastraal inkomen en de onroerende voorheffing. Ten slotte wordt ook aandacht besteed aan enkele praktische vragen die vaak rijzen in de verhouding met de fiscus. Dit werk is in de eerste plaats bedoeld als een leerboek voor studenten, met een duidelijk overzicht van de essentiële elementen van de fiscale procedure. De tekst is dan ook geïllustreerd met talrijke praktische voorbeelden, aangevuld met een reeks modellen en oefeningen, om deze toch wel gespecialiseerde materie zo goed mogelijk toegankelijk te maken voor diegenen die nog niet met de fiscale praktijk vertrouwd zijn. Daarnaast beoogt dit boek ook te voldoen aan de behoefte van de belastingplichtige of de fiscale raadgever, als een praktisch bruikbare handleiding in de doolhof van de fiscale procedureregels. Er wordt aandacht besteed aan de vele discussiepunten en de nieuwe ontwikkelingen ter zake. De fiscale procedure wordt inderdaad gekenmerkt door vele snelle (r)evoluties in wetgeving en rechtspraak. De tekst is bijgewerkt tot medio 2016. Opmerkingen of suggesties betreffende de inhoud van dit boek kunnen via de uitgever worden voorgelegd (www.intersentia.be). v
INHOUD Voorwoord............................................................ v DEEL 1 DE AANGIFTE Inleiding............................................................. 3 De aangifteplichtigen................................................. 5 De aangiftetermijn.................................................. 11 Voorafgaande opmerking: belastbaar tijdperk en aanslagjaar........... 11 1. De aangiftetermijn voor natuurlijke personen....................... 12 A. Algemeen................................................... 12 B. Uitzonderingen.............................................. 14 2. De aangiftetermijn voor vennoot schappen.......................... 15 A. Niet-ontbonden vennootschappen.............................. 15 B. Ontbonden vennootschappen.................................. 15 3. Uitstel.......................................................... 16 A. Individueel uitstel............................................ 16 B. Collectief uitstel.............................................. 16 4. De aangifte moet tijdig zijn........................................ 17 Hoofdstuk 3 Regelmatigheid van de aangifte....................................... 19 1. Volledigheid en juistheid van de aangifte............................ 19 2. De bijlagen van de aangifte........................................ 20 Hoofdstuk 4 Sancties en andere gevolgen van niet-aangifte.......................... 23 1. Sancties......................................................... 23 A. Administratieve sancties...................................... 23 B. Door de strafrechter opgelegde sancties......................... 26 vii
2. Andere gevolgen................................................. 27 A. De ambtshalve aanslag en de mogelijkheid van een forfaitaire aanslag..................................................... 27 B. Verlengde aanslagtermijn..................................... 28 DEEL 2 ONDERZOEK EN CONTROLE Inleiding............................................................ 33 Diverse vormen van controle......................................... 35 1. Onderzoek bij de belastingplichtige zelf............................. 35 A. Onderzoek van de boekhouding (art. 315 WIB).................. 35 B. De vraag om inlichtingen (art. 316 WIB)........................ 40 C. Toegang tot de bedrijfslokalen (art. 319 WIB).................... 42 2. Onderzoek bij derden............................................. 45 A. Inlichtingen van derden....................................... 46 B. Inlichtingen vanwege openbare diensten en instellingen........... 52 C. Inlichtingen uit gerechtszaken................................. 53 3. Samenwerking tussen de belasting administraties.................... 55 A. De uitwisseling van gegevens op nationaal vlak.................. 55 B. Uitwisseling van inlichtingen op internationaal vlak.............. 56 Onderzoekstermijnen................................................ 61 1. De gewone driejarige onderzoeks termijn............................ 61 2. De verlengde onderzoekstermijn in geval van belastingontduiking..... 62 3. De verlengde onderzoekstermijn in geval van bezwaar................ 70 Hoofdstuk 3 Sancties............................................................. 73 1. Sancties tegen een onwillige belastingplichtige....................... 73 2. Sancties tegen de administratie.................................... 75 viii
DEEL 3 DE BEWIJSMIDDELEN VAN DE ADMINISTRATIE Inleiding............................................................ 83 Algemeenheden betreffende het bewijs................................ 85 1. Bewijskracht van akten en herkwalifi catie van rechtshandelingen...... 85 2. Door of krachtens de wet vastgelegde elementen van de belastbare grondslag....................................................... 91 3. Fiscale akkoorden................................................ 92 A. Individuele akkoorden........................................ 92 Akkoorden over de eisbaarheid van een belasting................ 93 Akkoorden over feitelijke elementen............................ 95 B. De ruling of voorafgaande beslissing............................ 99 C. Collectieve akkoorden m.b.t. forfaitair bepaalde belastbare inkomsten.................................................. 103 D. Collectieve akkoorden m.b.t. forfaitair bepaalde beroepsuitgaven.. 104 4. Het proces-verbaal.............................................. 105 Kenmerkende bewijsmiddelen inzake inkomstenbelastingen........... 107 1. Het bewijs op grond van feitelijke vermoedens...................... 107 A. Grondslag.................................................. 107 B. Geldigheidsvereisten......................................... 107 1 De redenering moet uitgaan van (een) zeker(e) feit(en)....... 108 2 De gevolgtrekking moet bovendien ook logisch zijn......... 112 C. Tegenbewijs................................................ 117 2. Het bewijs door tekenen en indiciën............................... 118 A. Grondslag.................................................. 118 B. Overzicht van aangewende tekenen en indiciën................. 121 Kosten van levensonderhoud................................. 121 Beleggingen en investeringen................................. 123 Het toestaan van leningen en de betaling van schulden........... 123 Belangrijke aankopen........................................ 124 Toename van een creditsaldo op een lopende rekening bij een vennootschap........................................... 124 C. Periode van de indiciaire afrekening........................... 124 D. Het tegenbewijs............................................. 125 1 Algemeen.............................................. 125 2 Overzicht van mogelijke tegenbewijzen.................... 128 ix
Spaarmogelijkheden.................................... 128 Leningen............................................. 129 Schenkingen.......................................... 130 Andere rechtvaardigingen.............................. 130 3 Tijdstip van verwerving van de ter rechtvaardiging ingeroepen inkomsten.......................................... 131 E. Kwalificatie van de vastgestelde meerinkomsten................. 132 F. Belastingverhoging.......................................... 134 3. De vergelijking met soortgelijke belastingplichtigen................. 134 A. Grondslag.................................................. 134 B. Geldigheidsvereisten......................................... 136 C. Tegenbewijs................................................ 138 4. De forfaitaire bepaling van een minimuminkomen.................. 138 A. Grondslag.................................................. 138 B. Tegenbewijs................................................ 139 DEEL 4 DE AANSLAG Inleiding........................................................... 143 Grondslag van de aanslag........................................... 145 1. Aanslag overeenkomstig de aangifte............................... 145 2. Aanslag op grond van een gewijzigde aangifte...................... 145 A. Belang van het bericht van wijziging........................... 146 Substantiële formaliteit...................................... 147 Motivatieverplichting........................................ 149 Motivatieverplichting betreffende de administratieve sancties.... 152 B. Het antwoord van de belastingplichtige........................ 153 Geen motivatieplicht........................................ 153 Antwoordtermijn........................................... 154 C. De reactie van de administratie............................... 155 D. De vestiging van de aanslag op grond van de gewijzigde gegevens (art. 346, 3e lid WIB)........................................ 160 3. Aanslag van ambtswege.......................................... 164 A. Toepassingsgevallen......................................... 164 B. Gevolg: omkering van de bewijslast............................ 166 C. Kennisgeving van de aanslag van ambtswege................... 170 D. Antwoordtermijn........................................... 171 E. De reactie van de administratie............................... 172 F. Facultatief karakter.......................................... 172 x
De aanslagtermijnen................................................ 175 1. De gewone aanslagtermijn (art. 353 WIB).......................... 175 A. Algemene regel............................................. 175 B. Minimumtermijn........................................... 176 2. De verlengde aanslagtermijnen (art. 354 WIB)...................... 176 A. Driejarige aanslagtermijn.................................... 176 B. Zevenjarige aanslagtermijn................................... 179 C. Verlenging in geval van bezwaarschrift binnen 3 jaar............ 182 3. Bijzondere aanslagtermijnen..................................... 183 A. Nieuwe aanslag na vernietiging van een vorige door de adviseurgeneraal (art. 355 WIB)...................................... 183 B. Subsidiaire aanslag (art. 356 WIB)............................. 194 C. Bijzondere aanslagtermijn van 12 (of 24) maanden (art. 358, 1, 1-4 WIB)................................................. 201 D. Bijzondere aanslagtermijn bij aanpassingen na internationaal overleg (art. 358, 1, 5 WIB)................................. 212 E. Bijzondere regeling van belastbaarheid van onderwaardering van activa en overwaardering van passiva (art. 361 WIB)............. 213 DEEL 5 DE BETWISTING VAN EEN AANSLAG Inleiding........................................................... 217 Het bezwaar....................................................... 219 1. Toepassingsvoorwaarden........................................ 219 A. Wie kan een bezwaar indienen?............................... 221 B. Hoe moet het bezwaar worden ingediend?...................... 223 C. Wanneer moet het bezwaar worden ingediend?................. 225 1 Uitgangspunt: kennisgeving van de aanslag, te interpreteren als de waarschijnlijke kennisname van het aanslagbiljet...... 225 2 Gewone bezwaartermijn: 6 maanden...................... 229 3 Bijzondere bezwaartermijnen............................. 231 D. Sanctie op de niet-naleving van de wettelijke vereisten........... 235 2. Directe gevolgen van de indiening van een bezwaarschrift........... 236 A. Gevolgen m.b.t. de invordering van de betwiste aanslag.......... 236 B. Schorsing van de nalatigheidsintresten......................... 237 C. De verlenging van de aanslagtermijn........................... 238 xi
3. De behandeling van het bezwaar.................................. 239 A. Bevestiging van de ontvangst van het bezwaarschrift............ 239 B. Het onderzoek van het bezwaarschrift......................... 239 Met het onderzoek gelaste ambtenaar.......................... 239 Het voorwerp van het onderzoek.............................. 240 C. Recht om te worden gehoord en inzage te krijgen van het dossier.. 241 D. Eventuele tussenkomst van de fiscale bemiddelingsdienst of van de federale ombudsman...................................... 246 4. De beslissing over het bezwaarschrift.............................. 248 A. Algemeen.................................................. 248 B. Compensatieverbod......................................... 251 C. De collectieve beslissing over meerdere bezwaarschriften (art. 376bis WIB)............................................ 255 De ontheffing van ambtswege........................................ 257 1. Ambtshalve ontheffing van over belastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting of uit nieuwe bescheiden of feiten (art. 376, 1 WIB)....................................... 257 A. Bedoelde situaties........................................... 257 1 Materiële vergissingen................................... 257 2 Dubbele belasting....................................... 266 3 Nieuwe bescheiden of feiten.............................. 268 B. Voorwaarden............................................... 272 2. Ambtshalve ontheffing van overschotten van voorheffingen en voorafbetalingen (art. 376, 3, 1 WIB)............................ 273 3. Ambtshalve ontheffing van bepaalde belastingverminderingen (art. 376, 3, 2 WIB)............................................ 274 4. Ambtshalve ontheffing op basis van onderling overleg tussen belastingadministraties (art. 376, 3, 3 WIB)...................... 275 5. De behandeling van het verzoek om ambtshalve ontheffing en de beslissing erover................................................ 276 Hoofdstuk 3 De gerechtelijke procedure.......................................... 279 1. De inleiding van de vordering.................................... 281 A. Termijn (art. 1385undecies Ger.W.)............................ 281 B. De wijze van inleiding van de vordering........................ 283 2. Het verloop van de gerechtelijke procedure......................... 284 A. Nieuwe grieven............................................. 284 B. De neerlegging van het administratieve dossier................. 287 xii
C. De vertegenwoordiging van de belasting plichtige en van de overheid................................................... 288 D. Het vonnis en de beroepsmogelijkheden....................... 289 Hoofdstuk 4 Gevolgen van de inwilliging van de eis van de belastingplichtige........ 293 DEEL 6 ANDERE BETWISTINGS MOGELIJKHEDEN Inleiding........................................................... 299 Vorderingen tot schadevergoeding................................... 301 1. Geen alternatief voor een gemiste fiscale procedure.................. 301 2. Wel schadevergoeding voor fouten begaan tijdens de fiscale procedure. 303 A. Mogelijke fouten............................................ 303 B. Verplichting tot vergoeding van de schade die uit de fout voortvloeit...................................................... 306 Alle materiële en morele schade............................... 306 Kosten van de advocaat in een gerechtelijke procedure?.......... 308 C. Schadevergoedingsplicht geldt ook voor de belastingplichtige..... 308 Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van nalatigheidsintresten of van administratieve sancties................................... 311 1. Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van nalatigheidsintresten....................................................... 311 2. Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van administratieve sancties........................................................ 313 Hoofdstuk 3 Internationaal overleg bij geschillen omtrent de heffingsbevoegdheid.... 317 1. Overleg op grond van een dubbel belastingverdrag.................. 317 2. Arbitrage op grond van het Europees Arbitrageverdrag.............. 319 xiii
DEEL 7 BETALING EN INVORDERING Inleiding........................................................... 323 Betalingsplicht..................................................... 325 1. Betalingstermijn................................................ 325 2. Nalatigheidsintresten............................................ 327 Invordering........................................................ 329 1. De bevoegdheid van de ontvanger................................. 329 2. Wie kan tot betaling worden aangesproken?........................ 329 A. Rechtstreekse vervolging..................................... 329 Gehuwden (inclusief wettelijk samenwonenden)................. 330 Bijzonderheid bij de invordering lastens feitelijk gescheiden echtgenoten............................................ 331 Bijzonderheid bij de invordering na de ontbinding van het huwelijk................................................ 332 Erfgenamen................................................ 333 Overgenomen of gesplitste vennootschap....................... 333 B. Onrechtstreekse invordering................................. 333 Beslag bij derden............................................ 333 Aansprakelijkheid van derden................................ 335 Pauliaanse vordering........................................ 338 C. Internationale invorderingsbijstand........................... 342 3. Betwiste belastingen............................................. 342 4. Bijzondere waarborgen van de Schatkist........................... 343 A. Fiscale schuldvergelijking.................................... 343 Aanrekening op grond van artikel 166 KB uitv. WIB............. 343 Compensatie op grond van artikel 334 van de programmawet van 27.12.2004.......................................... 344 B. Algemeen voorrecht en hypotheek............................ 345 C. Mededelingsplicht van de notarissen........................... 345 D. Mededeling van in beslag genomen sommen of andere goederen.. 347 5. Verval van de invordering s mogelijkheid........................... 348 A. Niet tijdig gevestigde belastingen.............................. 348 B. Verjaring van de invordering................................. 348 6. Onbeperkt uitstel van de invordering.............................. 350 A. Toepassingsvoorwaarden..................................... 350 B. Procedure.................................................. 351 xiv
DEEL 8 PROCEDUREASPECTEN BETREFFENDE HET KADASTRAAL INKOMEN EN DE ONROERENDE VOORHEFFING Inleiding........................................................... 355 Bepaling van het kadastraal inkomen................................ 357 1. De (her)schatting van het kadastraal inkomen...................... 357 2. Bezwaar tegen het kadastraal inkomen............................ 358 Wie kan bezwaar indienen?................................... 358 Voorwerp van het bezwaar................................... 359 Geldigheidsvereisten voor het bezwaarschrift................... 359 Bemiddelings- en arbitrageprocedure.......................... 360 Wijziging van het kadastraal inkomen ingevolge een bezwaar..... 361 De onroerende voorheffing.......................................... 363 1. Aanwijzing van de belastingschuldige............................. 363 2. Aanslag, betaling en betwisting van de onroerende voorheffing....... 365 A. Aanslagtermijn............................................. 365 B. Verminderingen of vrijstellingen van onroerende voorheffing..... 366 C. Betaling van de onroerende voorheffing........................ 366 D. Betwisting van de aanslag.................................... 366 DEEL 9 PRAKTISCHE VRAGEN I.V.M. DE FISCALE PROCEDURE 1. Moet ik een adreswijziging melden?............................... 371 2. Kan ik met de fiscus communiceren via fax of e-mail?............... 372 3. Moet een lasthebber van de belastingplichtige zijn volmacht bewijzen?. 373 4. Kan de belastingplichtige terugkomen op de door zijn gevolmachtigde verrichte handelingen?...................................... 374 5. In welke situaties kan ik mij beroepen op overmacht?................ 378 VOORBEELDEN Voorbeeld 1. Verloop van de administratieve procedure.................. 381 Voorbeeld 2. Indiciaire afrekening..................................... 395 OEFENINGEN..................................................... 397 xv